wen verdiende. Nu was het bekend, det er
in het comité over de wijze, waarop men het
doel zoude nastreven, verschil van gevoelen
geweest was. Dit verschil van gevoelen
scheen nu tot bepaalde vijandschap tus-
- schen eenige leden van het comité te zijn
uitgegroeid. De Rijndam was in hoofdzaak
bevolkt met Indische ambtenaren en officie
ren en hunne gezinnener was dus een
'dankbaar publiek, om van 't geen in het co
mité woelde, te genieten. De tweedracht
scheen aangewakkerd te worden door kapi
tein Rhemrev. Noch de heer Van Hinlopen
Labberton noch de heer Abdoel Moeïs
maakten „stemming"; de gesprekken met de
passagiers over dit onderwerp werden steeds
ingeleid door kapitein Rhemrev, die het blijk
baar noodig vond, ieder in te leiden in z ij n e
zienswijze. Dat er iets broeide, was dus van
den eersten dag af duidelijk geweest.
Den avond nur voor de aankomst van de
Rijndam te New-York, den 1 a a t s t e n avond
aan boord dus, kondigde kapitein Rhemrev
eene lezing aan. „Op verzoek", luidde de
kennisgeving, doch onze briefschrijver had
den sterken indruk, dat de vader van dit ver
zoek 's heeren Rhemrev's eigen »vurige
wensch was, om nog eens aan het gansche
publiek te vertellen, wat hij aan ieder afzon
derlijk reeds medegedeeld had. De lezing
wès dus vrijwel nutteloos en de opzet getuig
de van weinig takt. Want nu kwam er gele
genheid, de vlam te doen uitslaan.
Hoe dit zij, toen de lezing begon, waren
ook het comité en de heer Labberton onder
het gehoor. Rhemrev stond daar in uniform
met de Willemsorde versierd, alsof hij ging
vechten. Wat hij zei was evenwel niet grie
vend men vond het weinig beteekenend
en de rede werd bovendien slecht uitge
sproken. Aanstootgevend was alleen, dat hij
voortdurend zijn eigen persoon als d e advi
seur van de regeering op den voorgrond stel
de. „I k werd door den minister vnn koloniën
ontvangeni k sprak met de politieke partij
leiders; ik had een onderhoud met den heer
Colijn en met generaal Van Heutsz". Hij
zeide niet, dat de leden van het comité ook
wat gedaan hadden, en sprak met allo gemis
van gevoel van bescheidenheid steeds van
zijn eigen verrichtingen en zijn eigene mee
ningen. Ook noemde hij den Javaan nog te
dom, om een geweer in handen te mogen
hebben. Overigens bevatte de rede geene
uitingen, die ergernis behoefden op te wek
ken.
Na de rede stond toen Abdoel Moeïs op.
Hij bleek geweldig vertoornd en de toehoor
ders voelden, dat zijn woede een diepere
oorzaak moest hebben, dan de juist afgeloo-
pen rede van kapitein Rhemrev alleen. Hij
sprak over de particuliere gesprekken van
kapitein Rhemrev aan boord, en gewaagde
van diens pogingen, om het comité zwart te
makenhij herinnerde aan een lezing, kort
voor het vertrek van het comité uit Neder
land te Nijmegen, waar geen gelegenheid
was tot debat, verweet kapitein Rhemrev,
dat deze niets voor den inlander voelde, den
inlander niet vertrouwde en hij verweet dit
kapitein Rhemrev te scherper, omdat deze,
hoewel hij zich gaarne voor westerling uit
gaf, voor zeven-achtsten inlandsch bloed in
de aderen had. Voorts beschuldigde Abdoel
Moeïs kapitein Rhemrev openlijk van breuk
van eerewoord. Kapitein Rhemrev, zoo zei
hij, had zijn eerewoord gegeven, om het co
mité niet tegen te werken en Van Hinlopen
Labberton in alles als leider te erkennen en
„ge deedt", voegde hij Rhemrev toe, „niet
anders dan het tegenovergestelde van uwe
belofte „Deze Nederlandsch-Indische offi
cier heeft zijn eerewoord verbroken" riep
hij uit. Kapitein Rhemrev zat met den rug
naar den spreker deze beschuldiging aan te
hooren, doch antwoordde niet.
Ten slotte werd aan het onverkwikkelijk
tooneel een einde gemaakt, doordat het ge
hoor, dat gekomen was om iets te vernemen
over de weerbaarheid van Indië, maar niet
om twisten in het comité bij te wonen, de
zaal verliet.
De heer Hinlopen Labberton heeft het
woord niet gevoerd. Eens riep hij uit, dat
kaf tein Rhemrev loog, toen deze mededeel
de '.oe de beweging Indië Weerbaar inge
leid werd."
Tot zoover hetgeen de briefschrijver van
de N. R. Ct. over de gebeurtenissen aan
boord meldt. Den volgenden dag werd New-
York bereikt. Kapitein Rhemrev scheidde
zich daar af van de overige leden van het
comité. De berichtgever hield zich evenwel
«r\ overtuigd, dat de twist in Indië zou
worden voortgezet. Er scheen sprake van te
zijn, dat kapitein Rhemrev voor een eereraad
zou worden gedaagd.
De redactie der N. R. Ct. voegt hieraan
toe het volgende
„Wij hebben van deze eenigszins uitvoe
rige en meer in bijzónderheden tredende in
lichtingen gebruik gemaakt, omdat het comi
té Indië Weerbaar hier met sympathie is ont
vangen en het ons gewenscht voorkomt, om
trent den aard en de beteekenis van de on
eenigheid in het comité geen onjuiste be
grippen zullen worden gevestigd. Dat dit in
Amerika niet reeds het geval is geweest,
valt helaas na den brief van onzen corres
pondent te San-Francisco niet te betwijfe
len. Men schijnt in Amerika te vreezen, dat
de oneenigheid in het comité er onze Régee-
ring toe brengen zal, de weerbaarmaking
van Indië met minder voortvarendheid aan te
vatten, en het zou zeer te betreuren zijn,
mede om de door onzen correspondent ge
noemde redenen, zoo die meening zich in
Amerika steviger ging vestigen. Het streven
onzer Regeering immers, om in onze kolo-
juën tot verhoogde weerkracht te komen, is
in geen enkel opzicht afhankelijk van de lot
gevallen van het comité Indië Weerbaar. Dit
comité is hier met sympathie begroet, en met
Welwillendheid ook door de regeering tege
moet getreden, omdat uit die afvaardiging
bleek, dat het voornemen der Regeering,
om tot een Indië van verhoogde weerkracht
endus van vermeerderde veiligheid en ze
kerheid, te komen, ook in de kolonie zelve
op waardeering en steun kontje rekenen,
maar de stoot tot het streven der Regeering
is niet van dit comité uitgegaan. Ook zon
der dit comité zou de Regeering den weg
hebben gekozen, dien zij heeft ingeslagen,
en, nu de eensgezindheid in dit comité op
openlijke wijze is uiteengespat, is dit natuur
lijk voor onze Regeering geene reden hoe
genaamd, om van het pad, dat zij volgt, te
gaon afwijken. Zij kan, wanneer zij met voort
varendheid aan het werk blijft, daarbij trou
wens op den steun van de groote meerder
heid hier te lande rekenen en de steun, die
haar uit Indië zelf geboden wordt, blijft na
tuurlijk bestaan, ook al hebben de leden van
het comité, dat hier van den Indischen bij
val tot de regeeringsplannen is komen ge
tuigen, oneenigheid.
Wij, hier te lande, begrijpen-dit gemakke
lijk, doch het lijkt ons gewenscht, dat men
zich ook in Amerika daarvan rekenschap
geve, en aan de twisten in het daar doorge
trokken comité niet eene beteekenis zal wil
len toekennen, die zij te eenenmale missen.
Onze regeering gaat hier men moge
zich dit wèl inprenten haars weegs, langs
de lijnen, die zij zich zelve uitgebakend
heeft. Zijn wij wel ingelicht, dan heeft
een ontwerp Koninkl ij k besluit
tot invoer in g van eene militie
voor de Europeanen het De
partement van Koloniën dan
ook reeds verlaten.
Journalistiek.
Tot redacteur aan het N. v. d. D. is
benoemd mr. A. Vettewinkel.
Aederland en da oorlog,
Nederland en Amerika.
Reuter seint ons uit Washington:
De Nederlandsche gezant te Washington
stelde heden de leden der Nederlandsche
missie aan staatssecretaris Lansing voor.
Onze kolenvoorziening.
Naar wij vernemen is door de Engelsche
regeering een aanbod gedaan om maandelijks
aan Nederland een vaste en vrij aanzienlijke
hoeveelheid kolen te leveren, onder voorwaar
den, die de berichtgever van het Handels
blad die echter klaarblijkelijk een Engel
sche waardeering weergaf zeer aannemel k
en weinig bezwarend noemt. Deze voorwaar
den zullen uit den aard der zaak betrekking
hebben op den uitvoer van levensmiddelen.
Het Handelsblad wijst verder op het verband,
dat er is tussehen bet stopzetten van den ko-
Ienaanvoer per spoor en de moeilijkheden, die
het tot stand bomen van een overeenkomst
met de Duitsche regeering steeds meer in den
weg staan; op de onderhandelingen met de
Engelsche regeering en in verband daarmede
de aankomst van een schip met 8000 ton ko
len uit Engeland, voor het eerst na langen
tijd; er eindelijk op de vervroegde invoering
van dè beperkte dienstregeling op de spoor
wegen, die wel aangeeft, dat de onderhande
lingen met Engeland nog niet ten einde ge
bracht zijn. Er schijnt echter hoop op slagen
te zijn.
Aan het door ons medegedeelde accoord,
ontleend aan de Tel., kan nog het volgende
worden toegevoegd.
Engeland zou bereid zijn, geregld per
maand 180,000 ton kolen aan ons land te
leveren, indien wij geregeld 180,000 ton
scheepsruimte beschikbaar stellen voor de
Belgische hulpcommissie.
Dit is de eenige voorwaarde.
Alle vroegere, door Engeland gestelde
eischen voor een eventueele kolenleverantie,
zouden dan vervallen, met name ook de
voorwaarde, dat onze kolenschepen reizen
naar Frankrijk 2ullen doen.
Zelfs zou de Engelsche regeering goedge
vonden hebben, dat onze schepen, die in
Engeland kolen zullen gaan halen, geen
levensmiddelen of geen lading zullen mee
voeren, maar in ballast zullen varen, om
zoodoende het gevaar van torpedeering door
Duitsche duikbooten zooveel mogelijk te ver
minderen.
Het is werkelijk te hopen, aldus teekent
het N. v. d. D. daarbij aan, dat deze onder
handelingen spoedig tot een gunstigen uit
slag zullen voeren.
Het strekt Engeland tot eer dat het steeds
om België denkt. Maar naast het belang,
België op de been te houden, weegt mins
tens even zwaar het belang, dat Nederland
niet verzwakt wordt door bedrijfsstilstand en
werkloosheid en dat ook zijn weerbaarheid
geen schade lijdt door gebrek aan steenkool,
die nog meer dan geld een zenuw van den
oorlog is.
Naar mag worden aangenomen, det het
stopzetten van den kolenaanvoer uit Duitsoh-
Iand niet het karakter draagt van een afbre
ken van de onderhandelingen over kolen-
voorziening uit Duitsohland tussehen de
Duitsche en de Nederlandsche regeeringen.
Nog deelt het Hbld. mede, dat tussehen
de Engelsche en de Nederlandsche regee
ring onderhandelingen worden gevoerd over
de levering aan Nederland van Engelsche
kolen.
Gezouten varkensvleesch.
Het bureau voor mededeelingen inzake
de voedselvoorziening deelt het volgende
mee: In den loop van den zomer werd een
groote hoeveelheid varkensvleesch ingezou
ten. De bedoeling was zooveel mogelijk
graanetende varkens op te ruimen en tege
lijk een goed en goedkoop volksvoedsel te
verschaffen. Het is echter gebleken, dat ge
zouten varkensvleesch in Nederland niet ge
wild is; de verkoop heeft niet beantwoord
aan de verwachtingen, zoodat nog eene hoe
veelheid van 3? 2 millioen K.G. onverkocht is
gebleven. Deze partij moest nu worden op
geruimd, omdat vleesch dat in den zome?
wordt ingezouten, niet zoo langen tijd goed
blijft. Er blééf dus niets anders over dan dit
vleesch uit tet voeren, waarbij getracht is
een zoo goed mogelijken prijs te maken.
Daarin is men geslaagd, zoo.dat dit in ons
land onverkoopbare vleesch althans een be
langrijke bate zal opleveren voor de distribu
tie. De helft der partij zal naar Duitschland
gaan, de andere helft is verkocht aan het
Relief Comité, met bestemming voor België.
Bloem in plaats van tarwe
verzocht.
Naar aanleiding van de bevestiging door
het departement van buitenlandsche zaken,
van het reeds langer loopende gerucht, als
zou van de eind 1916 en begin 1917 in
Amerika gekochte, en sedert in verschillen
de stoomschepen geladen tarwe voor een
groot deel bedorven zijn, tengevolge van het
lange oponthoud, waaraan de verzending
dezer partijen tarwe was blootgesteld, heeft
de Ned. Vereen, van Hondelaren in Buiten-
landsch Meel een adres gericht aan den mi
nister van Landbouw, waarin wordt aange
voerd, dat Amerikaansche bloem reeds vele
mlen bewezen heeft, na een dergelijke bewa
waring nog steeds in goede conditie te
verkeeren, waardoor een gevoelig verlies
was vermeden, indien Amerikaansch bloem
inplaats van tarwe gekocht was. Bovendien is
geïmporteerde bloem bovendien terstond
voor het gebruik gereed en moet dus niet,
gelijk tarwe, nog eerst een behandeling on
dergaan, welke zeer groote eischen stelt aan
onze toch reeds zoo geringe voorraad kolen.
Bij aanvoer van bloem kan voorts 100 pet.
van het gewicht voor menschelijk voedsel
dienen, terwijl van de tarwe het nuttige over
schot voor de broodvoeding zoo beduidend
gering is.
Op verschillende andere gronden nog
wordt den minister verzocht aan de inkoo-
pers last te geven bij een eventueele her
vatting van de inkoopen van voor de brood
voeding noodige grondstoffen ten bate van
het Nederlandsche volk, de verhouding der
tot dusverre aangekondigde hoeveelheden
tarwe en meel om te keeren, waardoor zou
bereikt worden: le. vrijwaren voor verlies
door bederven; 2e. een zeer belangrijke be
sparing aan brandstoffen; 3e. verbetering
van de kwaliteit van het brood; 4e. vergroote
vervoer-capaciteit der stoomschepen; 5e. te
gemoetkoming aan het nijpende gebrek aan
krachtvoeder, ten koste alleen van een ge
ringe vermindering der bedrijvigheid In de
inlandsche meelindustrie.
Zomertijd.
In Duitschland denkt men nu, volgens de
Duitsche bladen, erover, ter wille van de
lich(besparing, den zomertijd nog een paar
weken te houden. Zal men in ons land dan
misschien wèl meegaan, aldus vraagt het
Handelsblad. Het is waar, in Duitschland
wordt zoo iets vastgesteld b'j ministerieel
besluit, in ons land is de zomertijd bij wet
ingevoerd en het eind vastgesteld op 16
Sept. Maar er is toch, als men wil
zeker wel een mouw aan te passen.
Gasbeperking te Amsterdam.
B. en W. van Amsterdam hebben be
paald, dat de gasbeperking voor de tweede
helft van deze maand als volgt zal zijn:
Van 17 tot en met 23 Sept. zal de gas-
toevoer afgesloten zijn: des morgens van
6 'A tot TVi uur; des middags van 12 tot
1 uur en des avonds van 6 tot 7 uur.
Van 24 tot en met 30 Sept.: dezelfde mor
gen- en middaguren als boven en des avonds
van 6 tot 6 uur.
Voor de Zondagen gelden dezelfde rege
lingen, behalve dat alsdan des middags van
12 tot 4 uur geen gas wordt aangevoerd.
Rantsoeneering van huiswerk.
B. en \V. van 'sGravenhage hebben tot
de hoofden van gemeentelijke instellingen
van onderwijs een schrijven gericht, waarin
zij wezen op de wenschelijkheid bij het ge
ven van huiswerk rekening te houden met de
gasbeperking en de gevaren voor de oogen,
welke het werken bij gebrekkig kunstlicht
oplevert (en waarop o.a. prof. Wefers Bet
ting nog pas in ons blad heeft gewezen).
Geen kerstboo m-k aarsjes. De
Toewijzingscommissie voor kaarsen, sche
merlichten en dergelijke deelt mede geen
grondstoffen beschikbaar te kunnen stellen
voor de fabricatie van kerstboomkaarsjes.
Uitwisseling van
gevangenen.
Het Ministerie van Buitenlandsche Zaken
deelt ons het volgende mede:
De Nederlandsche regeering is er in ge
slaagd overeenstemming tot stand te bren
gen tussehen de Britsche en Duitsche regee
ringen nopens de vraag welke Engelsche
haven zou kunnen worden aangewezen voor
de verscheping van de gevangenen, die voor
repatrieering in aanmerking komen, dan wel
uit Engeland naar Nederland ter internee-
ring zullen worden overgebracht op grond
van de bepalingen, vervat in de op 2 Juli
1917 te 'sGravenhage gesloten overeen
komst betreffende wederzijdsche krijgsge
vangenen.
Thans is n.l. vastgesteld, dat voor dat doel
de haven van Boston aan de Wash zal wor
den gebezigd.
Een grensgebcurtenis.
Elk jaar, zoo lezen wij in het Hbld., vier
den de Belgen van het grensplaatsjc St. Mar
griet met de Nederlanders in Zeeuwsch-Vlaan-
deren omtrent dezen tijd gezamenlijk hun
kermis. Nu ging dit niet. Maar de Vlamingen
wilden dien dag toch niet onopgemerkt laten
voorbijgaan. En zie nu. wat er gebeurde.
•Tegen den avond verzamelden zich te St. Mar
griet mannen, vrouwen en kinderen, die, voor
afgegaan door een harmonikaspeler, in stoet
langs de schutting trokken, die op Belgisch ge
bied is opgetrokken om de bewoners aldaar
aan het oog der Nederlanders te onttrekken.
Toch had aan de Nederlandsche zijde der
schutting zich eveneens een groot aantal lie
den, ouder wie uitgeweken Belgen, verzameld.
Plotseling nu klonk hel ontroerende
„Zij zullen hem niet temmen,
Den fieren Vlaamschen Leeuw".
De luisteraars op Nederlandsch gebied klap
ten in de handen, cn nu klonk van de andere
zijde het Belgische volkslied.
De Duitsche grenswacht stond paf. De Ne
derlandsche grenswacht, beducht voor inci
denten, verstrooide tactvol de lieden aan deze
zijde der grens. Korten tijd daarna werd het
stil. Maar de lieden die anders gemeenschap
pelijk kermis vierden, hadden elkaar toch
blijk gegeven van hun wcderkccrige sym
pathie.
D e l f t s c h e in g e n i e u r s. De Ver-
eeniging van Delftsche Ingenieurs heeft te
Amsterdam hare algemeene zomervergade
ring gehouden, onder voorzitterschap van
ir. H. Wortman.
Op voorstel van het bestuur is ir. A. Dé
king Dura, wegens zijn verdiensten jegens
de vereeniging, bij acclamatie tot eerelid
benoemd.
Ter vervanging van de aftredende en niet
herkiesbare bestuursleden, ir. J. L. Huysinga
en ir. A. R. Van Loon, zijn benoemd ir. C.
F. Stork en ir. W. A. E. Van Geuns.
Overeenkomstig een voorstel van het be
stuur is besloten tot het voor rekening der
vereeniging doen samenstellen en uitgeven
van een reeks beknopte handleidingen be
treffende de voor ingenieurs noodige rechts-
en wetskennis, en is een bedrag van ten
hoogste 2000 beschikbaar gesteld voor
de bewerking van een eerste deel dier reeks.
Naar aanleiding van een desbetreffende op
merking van ir. J. Th. Gerlings, zegde de
voorzitter namens het bestuur toe overwe
ging van het denkbeeld, om de bemoeiing
der vereeniging in deze ook uit te breiden
tot de Ned.-Indische wetgeving.
Vervolgens werden een viertal mededee
lingen gedaan omtrent na afloop der verga
dering te bezichtigen inrichtingen.
Poster ij en en telegrafie.
Namens de Federatie van Hooger, Middel
baar en Lager Personeel bij Posterijen en
Telgrafie is den Minister van Waterstaat
per adres medegedeeld, dat op een daartoe
belegde vergadering door de vertegenwoor
digers van de vereeniging van Directeuren
en ^Commiezen bij P. en T., van den Ned.
Bond van Middelbaar Personeel bij P. en T.
en van den Bond van Nederl. Post, Tele
graaf en Telefoonpersoneel „De Post" over
eenstemming werd verkregen inzake de
groote lijnen, waarop een reorganisatieplan
van het geheele personeel behoort te be
rusten omdat dit ontwerp zich naar boven
en naar beneden aansluit bij het door den
Directeur-Generaal der P. en T. in laatste
instantie vastgestelde reorganisatieplan van
het Middelbaar Personeel. Terwijl zij den
Minister gelegenheid vragen het ptan op
een audiëntie nader onder de aandacht van
Z.Exc. te brengen.
Kon. Academie van Weten
schappen. Maandag vergaderde de afd.
Taal-, Letter-, Geschiedkunde van de Kon.
Academie van Wetenschappen te Amster
dam.
De secretaris deed mededeeling van de
ingekomen stukken, w. o. de berichten van
kennisgeving van het overlijden der leden
prof. Woltjer, Kern en Drucker.
De voorzitter, prof. Chantepie de la Saus-
saye herdacht deze overledenen met een
kort woord. Nog nimmer waren, bij de ope
ning van een Academie-vergadering zoo'n
reeks groote verliezen geconstateerd.
Kern was voorzitter der Academie par
droit de Connaissance en zijn nagedachte
nis zal in zeer groote eere blijven bij alle le
den.
Woltjer was steeds een waardig lid die,
niettegenstaande zijn drukke bezigheden,
hoezeer zijn tijd ook bezet was, deel nam
aan de werkzaamheden. Vooral voor het on
derwijs heeft dit zeer betreurde lid een groo
te rol gespeeld.
Wat Drucker betreft, Spr. betreurde het,
dat ook niet van hem, evenals van de andere
twee een levensschets zou verschijnen. Dit
was echter de wensch geweest van den over
ledene.
Hierna gaf de heer Six een bijdrage:
„Over Rembrandt's Eendracht in het Land"
en volgden eenige mededeelingen van den
heer van Renkel over het verhaal van Te-
mimad-Dari.
Katüolioke vredesactle.
Naar de vredes-meeting, uitgeschreven door
het Centraal-Bureau voor de Katholieke Sociale
Actie in Nederland naar aanleiding van dc vre
desvoorstellen vnn Paus Benedictus XV en giste
ren in den Haag gehouden, zijn zeer velen op
gekomen. De groote zaal van den Dierentuin,
waarvan het podium was gesierd met in pal-
mengroepen geplaatste vaandels van Katholieke
organisaties, was geheel bezet. Vrijwel alle in
Nederland bestaande R.-K. vereenigingen had
den haar vertegenwoordigers gezonden, terwijl
voots mede aanwezig waren o.a. het Eerste
Kamerlid van Lamsweerde, de Tweede Kamerle
den Loeff, Bongaerts en Fruytier en de hoog
eerwaarde heer Mgr. P. C. Wijtenburg, deken
van Den Haag.
Tegen 11 uur werd de bijeenkomst met den
Christelijken Groet„Geloofd zij .Jezus Chris
tus" geopend door den heer J. J. A. Houbeiv
voorzitter van den Centralen Raad voor de Kath.
Soc. Actie in Nederland.
Het dameskoor „Kunst en Godsdienst" zong
het „Ave Maria" ven Mendelssohn—Bartholdy
waarna mr. dr. A. P. N. Kooien, lid van de
Tweede Kamer, sprak over„Den oorlog en het
Katholicisme."
„De Oorlog en Gods Voorzienigheid" was het
onderwerp der rede van den tweeden spreker,
prof. J. D. J. Aengenent, elg. adviseur van de
Katholieke Sociale Actie in Nederland.
Na de uitvoering van het „Vredes-Smecklied
van J. A. van Opijnen door het dameskoor, werd
gepauzeerd tot half drie.
Na dc pauze werd het eerst het woord ge
voerd door den heer A. H. J. Engels, -lid van
<3* 1 wecde Kamer. Ondcrwpp» ^i-»ns rede
.vcs: „De vrede en het katholicisme
Alvorens het woord werd gegeven uan mr. dr.
Ch. Faaymakcrs S. J. ter behandeling van hat
onderwerp „Internationale arbitrage en ontwa
pening", zong mej. Leonie Molkenboer het „Ge
bed om vrede" van Philip Loots.
Een slotwoord werd gesproken door prof. mr.
P. J. M. Aalberse, directeur van het Centraal
Bureau voor de Katholieke Sociale Actie.
Dat slotwoord, zeide spreker, kon geen onder
zijn don een woord over den Paus, dio «oo ver
van ons is en toch zoo nabij, die zoo hoog ia
gezeten en toch ons oller vader is, wiens of-
komst den katholiek onverschillig is, omdat het
hem voldoende is te weten, dot de Paus is do
opvolger von den H. Petrus.
Zal zijn woord nu weerklank vinden, nu hij
het niet heelt gelaten bij een vaderlijk vermaan,
doch is gekomen met scherp geformuleerde voor
stellen omtrent een rechtvaardigen en duurta-
men vrede? Wij weten het niet. Wij kunnen al
leen hopen cn bidden.
Op voorstel van spreker werd onder olgemee-
no toejuiching ten slotte een telegrafisch aan
den Paus te zenden motie aangenomen, welke
als volgt luidt
„De algemeene vergadering van de Ka
tholieke Sociale Actie in Nederland, bijeen
te 'sGravenhage, in een openbare meeting
ter bespreking van dc vredesvoorstellen van
Z. H. den Paus,
betuigt aan Z. H. haar eerbiedigsten daiJt
voor het door hem genomen initiatief, om
als vrcdesrechtcr tussehen dc strijdende na-
tics op te treden, teneinde hen ie bewegen
den strijd te staken en een rechtvaardigen
en duurzomen vrede te sluiten.
spreekt haar vertrouwen uit, dat alle Li-
tholieken der geheele wereld, door gehfd
en versterving en voor zoo mogelijk door hun
invloed cn dood, deze pogingen van den H.
Vader krachtig zullen ondersteunen.
en besluit deze motie ter kennis te bren
gen van Z. H. den Paus en van het Door
luchtig Episcopaat van Nederland."
Met het zingen van „Aan U, o Koning der
Eeuwen" door alle vergoderden werd de ver
gadering gesloten.
Vondst van Romelnsch e
oudheden bij Heerlen. Men
schrijft uit Zuid-Limburg aan De Tijd:
Op een terrein der Eerste Nederlandsche
Kalkbranderij zijn dezer dagen belangrijke
Romeinsche oudheden gevonden. Bedoeld
terrein ligt vlak bij het bekende kasteel Ha
ren onder de gem. Voerendaal. Tal van Ro
meinsche bladfragmenten, stukken klokbre-
kers, dakpannen, z.g. imbrices, kwamen aan
het daglicht. Verreweg het merkwaardigste
echter is de vondst van een Romeinsch vrou
wenhoofd in zandsteen gebeiteld. Het dateert
vermoedelijk uit de 3de eeuw na Chr. en II
wondergoed bewaard. Alleen aan t linker
achterhoofd heeft 't een weinig geleden. Tot
nog toe werd een dergelijke vondst op den
Nederlandschen bodem niet gedaan, 't Mate
riaal is de z.g. Nivelsteiner zandsteen.
De heeren dr. Holwerda, dr. Goossens en
dr. Byvanck vertoefden hier om de merk
waardigheden te zien. In de onmiddellijke
nabijheid werd een Romeinsche pottebak-
kersoven gevonden, 't Heeft weinig ge
scheeld, of het merkwaardige stuk was in
den kalkoven verdwenen, want eerst op het
laatste oogenblik trok het de aandacht.
Er zijn maatregelen genomen om het ter
rein ter plaatse nauwkeurig te onderzoeken.
Een witte raaf! Iemand liet in de
wachtkamer van het station Heerenveen zijn
portefeuille met geldswaarde open op eert
tafel liggen. Na eenige uren merkte hij de
vermissing, reisde naar Heerenveen terug
en vond de portefeuille met inhoud op de
zelfde plaats terug.
Ook op de hoogte! De coöpe
ratieve vereeniging „Self Heip" te Almelo
ontving dezer dagen vanwege het secreta
riaat der afdeeling „Binnenlandsche distri
butie" van de kaasvereeniging te 's Graven-
hage bet volgende schrijven: „Gelieve te
melden, of uw woonplaats ressorteert onder
de gemeente Ambt-, of onder Stad Alme
lo."
M^n moet nu weten dat ingevolge de wet
de gemeenten Ambt- en Stad Almelo op 31
December 1913 werden vereenlgd tot
„Almelo".
Veldwachters-re oh t. Welke
rechten een veldwachter zich al zoo kan of
durft aanmatigen, is gebleken bij een zaakje
dat voor het kantongerecht te Purmerend
diende. Iemand uit Amsterdam stond daar
terecht wegens fietsrijden zonder licht. Toen
deze te Landsmeer door den gemeente-veld
wachter geverbaliseerd werd, had hij zijn
naam opgegeven. Toen de veldwachter alles
opgeschreven had, verklarde deze de fiets
in beslag te nemen of van den geverbali
seerde te moeten hebben 10. Deze kort
het een of het ander dan over 5 dagen terug
halen, mits vergezeld van getuigen of voor
zien van een bewijs van de gemeente-secre
tarie te Amsterdam, dat hij werkelijk den op
gegeven naam droeg. Beklaagde had geen
briefje van tien, maar één van veertig gulden,
hetwelk hij gaf. Hij is koopman van beroep
en kon in die 5 dagen nu de vèertig gulden
niet gebruiken.
De gemeente-veldwachter getuigde, dat al
les werkelijk zoo was. Hij had dat geld ge^
eischt om waarborg te hebben, dat de per
soon zijn waren naam had opgegeven.
De kantonrechter wees den veldwachter er
op, dat, als hij meende, dat een valsche
naam werd opgegeven, hij daarvoor hulp en
raad kon vinden bij de rechterlijke machV
maar niet het recht had geld of fiets vooe
waarborg te eischen.
Auto-verwikkelingen, öp den
overweg nabij de Charlotte de Bourbor.-
straat in Den Haag werden een dame en
twee kinderen aangereden door een automo
biel, welke daarna doorreed.
Zekere F. Otto sprong op de'treeplank om
den auto tot stilstand te doen brengeiW