wen verdiende. Nu was het bekend, det er in het comité over de wijze, waarop men het doel zoude nastreven, verschil van gevoelen geweest was. Dit verschil van gevoelen scheen nu tot bepaalde vijandschap tus- - schen eenige leden van het comité te zijn uitgegroeid. De Rijndam was in hoofdzaak bevolkt met Indische ambtenaren en officie ren en hunne gezinnener was dus een 'dankbaar publiek, om van 't geen in het co mité woelde, te genieten. De tweedracht scheen aangewakkerd te worden door kapi tein Rhemrev. Noch de heer Van Hinlopen Labberton noch de heer Abdoel Moeïs maakten „stemming"; de gesprekken met de passagiers over dit onderwerp werden steeds ingeleid door kapitein Rhemrev, die het blijk baar noodig vond, ieder in te leiden in z ij n e zienswijze. Dat er iets broeide, was dus van den eersten dag af duidelijk geweest. Den avond nur voor de aankomst van de Rijndam te New-York, den 1 a a t s t e n avond aan boord dus, kondigde kapitein Rhemrev eene lezing aan. „Op verzoek", luidde de kennisgeving, doch onze briefschrijver had den sterken indruk, dat de vader van dit ver zoek 's heeren Rhemrev's eigen »vurige wensch was, om nog eens aan het gansche publiek te vertellen, wat hij aan ieder afzon derlijk reeds medegedeeld had. De lezing wès dus vrijwel nutteloos en de opzet getuig de van weinig takt. Want nu kwam er gele genheid, de vlam te doen uitslaan. Hoe dit zij, toen de lezing begon, waren ook het comité en de heer Labberton onder het gehoor. Rhemrev stond daar in uniform met de Willemsorde versierd, alsof hij ging vechten. Wat hij zei was evenwel niet grie vend men vond het weinig beteekenend en de rede werd bovendien slecht uitge sproken. Aanstootgevend was alleen, dat hij voortdurend zijn eigen persoon als d e advi seur van de regeering op den voorgrond stel de. „I k werd door den minister vnn koloniën ontvangeni k sprak met de politieke partij leiders; ik had een onderhoud met den heer Colijn en met generaal Van Heutsz". Hij zeide niet, dat de leden van het comité ook wat gedaan hadden, en sprak met allo gemis van gevoel van bescheidenheid steeds van zijn eigen verrichtingen en zijn eigene mee ningen. Ook noemde hij den Javaan nog te dom, om een geweer in handen te mogen hebben. Overigens bevatte de rede geene uitingen, die ergernis behoefden op te wek ken. Na de rede stond toen Abdoel Moeïs op. Hij bleek geweldig vertoornd en de toehoor ders voelden, dat zijn woede een diepere oorzaak moest hebben, dan de juist afgeloo- pen rede van kapitein Rhemrev alleen. Hij sprak over de particuliere gesprekken van kapitein Rhemrev aan boord, en gewaagde van diens pogingen, om het comité zwart te makenhij herinnerde aan een lezing, kort voor het vertrek van het comité uit Neder land te Nijmegen, waar geen gelegenheid was tot debat, verweet kapitein Rhemrev, dat deze niets voor den inlander voelde, den inlander niet vertrouwde en hij verweet dit kapitein Rhemrev te scherper, omdat deze, hoewel hij zich gaarne voor westerling uit gaf, voor zeven-achtsten inlandsch bloed in de aderen had. Voorts beschuldigde Abdoel Moeïs kapitein Rhemrev openlijk van breuk van eerewoord. Kapitein Rhemrev, zoo zei hij, had zijn eerewoord gegeven, om het co mité niet tegen te werken en Van Hinlopen Labberton in alles als leider te erkennen en „ge deedt", voegde hij Rhemrev toe, „niet anders dan het tegenovergestelde van uwe belofte „Deze Nederlandsch-Indische offi cier heeft zijn eerewoord verbroken" riep hij uit. Kapitein Rhemrev zat met den rug naar den spreker deze beschuldiging aan te hooren, doch antwoordde niet. Ten slotte werd aan het onverkwikkelijk tooneel een einde gemaakt, doordat het ge hoor, dat gekomen was om iets te vernemen over de weerbaarheid van Indië, maar niet om twisten in het comité bij te wonen, de zaal verliet. De heer Hinlopen Labberton heeft het woord niet gevoerd. Eens riep hij uit, dat kaf tein Rhemrev loog, toen deze mededeel de '.oe de beweging Indië Weerbaar inge leid werd." Tot zoover hetgeen de briefschrijver van de N. R. Ct. over de gebeurtenissen aan boord meldt. Den volgenden dag werd New- York bereikt. Kapitein Rhemrev scheidde zich daar af van de overige leden van het comité. De berichtgever hield zich evenwel «r\ overtuigd, dat de twist in Indië zou worden voortgezet. Er scheen sprake van te zijn, dat kapitein Rhemrev voor een eereraad zou worden gedaagd. De redactie der N. R. Ct. voegt hieraan toe het volgende „Wij hebben van deze eenigszins uitvoe rige en meer in bijzónderheden tredende in lichtingen gebruik gemaakt, omdat het comi té Indië Weerbaar hier met sympathie is ont vangen en het ons gewenscht voorkomt, om trent den aard en de beteekenis van de on eenigheid in het comité geen onjuiste be grippen zullen worden gevestigd. Dat dit in Amerika niet reeds het geval is geweest, valt helaas na den brief van onzen corres pondent te San-Francisco niet te betwijfe len. Men schijnt in Amerika te vreezen, dat de oneenigheid in het comité er onze Régee- ring toe brengen zal, de weerbaarmaking van Indië met minder voortvarendheid aan te vatten, en het zou zeer te betreuren zijn, mede om de door onzen correspondent ge noemde redenen, zoo die meening zich in Amerika steviger ging vestigen. Het streven onzer Regeering immers, om in onze kolo- juën tot verhoogde weerkracht te komen, is in geen enkel opzicht afhankelijk van de lot gevallen van het comité Indië Weerbaar. Dit comité is hier met sympathie begroet, en met Welwillendheid ook door de regeering tege moet getreden, omdat uit die afvaardiging bleek, dat het voornemen der Regeering, om tot een Indië van verhoogde weerkracht endus van vermeerderde veiligheid en ze kerheid, te komen, ook in de kolonie zelve op waardeering en steun kontje rekenen, maar de stoot tot het streven der Regeering is niet van dit comité uitgegaan. Ook zon der dit comité zou de Regeering den weg hebben gekozen, dien zij heeft ingeslagen, en, nu de eensgezindheid in dit comité op openlijke wijze is uiteengespat, is dit natuur lijk voor onze Regeering geene reden hoe genaamd, om van het pad, dat zij volgt, te gaon afwijken. Zij kan, wanneer zij met voort varendheid aan het werk blijft, daarbij trou wens op den steun van de groote meerder heid hier te lande rekenen en de steun, die haar uit Indië zelf geboden wordt, blijft na tuurlijk bestaan, ook al hebben de leden van het comité, dat hier van den Indischen bij val tot de regeeringsplannen is komen ge tuigen, oneenigheid. Wij, hier te lande, begrijpen-dit gemakke lijk, doch het lijkt ons gewenscht, dat men zich ook in Amerika daarvan rekenschap geve, en aan de twisten in het daar doorge trokken comité niet eene beteekenis zal wil len toekennen, die zij te eenenmale missen. Onze regeering gaat hier men moge zich dit wèl inprenten haars weegs, langs de lijnen, die zij zich zelve uitgebakend heeft. Zijn wij wel ingelicht, dan heeft een ontwerp Koninkl ij k besluit tot invoer in g van eene militie voor de Europeanen het De partement van Koloniën dan ook reeds verlaten. Journalistiek. Tot redacteur aan het N. v. d. D. is benoemd mr. A. Vettewinkel. Aederland en da oorlog, Nederland en Amerika. Reuter seint ons uit Washington: De Nederlandsche gezant te Washington stelde heden de leden der Nederlandsche missie aan staatssecretaris Lansing voor. Onze kolenvoorziening. Naar wij vernemen is door de Engelsche regeering een aanbod gedaan om maandelijks aan Nederland een vaste en vrij aanzienlijke hoeveelheid kolen te leveren, onder voorwaar den, die de berichtgever van het Handels blad die echter klaarblijkelijk een Engel sche waardeering weergaf zeer aannemel k en weinig bezwarend noemt. Deze voorwaar den zullen uit den aard der zaak betrekking hebben op den uitvoer van levensmiddelen. Het Handelsblad wijst verder op het verband, dat er is tussehen bet stopzetten van den ko- Ienaanvoer per spoor en de moeilijkheden, die het tot stand bomen van een overeenkomst met de Duitsche regeering steeds meer in den weg staan; op de onderhandelingen met de Engelsche regeering en in verband daarmede de aankomst van een schip met 8000 ton ko len uit Engeland, voor het eerst na langen tijd; er eindelijk op de vervroegde invoering van dè beperkte dienstregeling op de spoor wegen, die wel aangeeft, dat de onderhande lingen met Engeland nog niet ten einde ge bracht zijn. Er schijnt echter hoop op slagen te zijn. Aan het door ons medegedeelde accoord, ontleend aan de Tel., kan nog het volgende worden toegevoegd. Engeland zou bereid zijn, geregld per maand 180,000 ton kolen aan ons land te leveren, indien wij geregeld 180,000 ton scheepsruimte beschikbaar stellen voor de Belgische hulpcommissie. Dit is de eenige voorwaarde. Alle vroegere, door Engeland gestelde eischen voor een eventueele kolenleverantie, zouden dan vervallen, met name ook de voorwaarde, dat onze kolenschepen reizen naar Frankrijk 2ullen doen. Zelfs zou de Engelsche regeering goedge vonden hebben, dat onze schepen, die in Engeland kolen zullen gaan halen, geen levensmiddelen of geen lading zullen mee voeren, maar in ballast zullen varen, om zoodoende het gevaar van torpedeering door Duitsche duikbooten zooveel mogelijk te ver minderen. Het is werkelijk te hopen, aldus teekent het N. v. d. D. daarbij aan, dat deze onder handelingen spoedig tot een gunstigen uit slag zullen voeren. Het strekt Engeland tot eer dat het steeds om België denkt. Maar naast het belang, België op de been te houden, weegt mins tens even zwaar het belang, dat Nederland niet verzwakt wordt door bedrijfsstilstand en werkloosheid en dat ook zijn weerbaarheid geen schade lijdt door gebrek aan steenkool, die nog meer dan geld een zenuw van den oorlog is. Naar mag worden aangenomen, det het stopzetten van den kolenaanvoer uit Duitsoh- Iand niet het karakter draagt van een afbre ken van de onderhandelingen over kolen- voorziening uit Duitsohland tussehen de Duitsche en de Nederlandsche regeeringen. Nog deelt het Hbld. mede, dat tussehen de Engelsche en de Nederlandsche regee ring onderhandelingen worden gevoerd over de levering aan Nederland van Engelsche kolen. Gezouten varkensvleesch. Het bureau voor mededeelingen inzake de voedselvoorziening deelt het volgende mee: In den loop van den zomer werd een groote hoeveelheid varkensvleesch ingezou ten. De bedoeling was zooveel mogelijk graanetende varkens op te ruimen en tege lijk een goed en goedkoop volksvoedsel te verschaffen. Het is echter gebleken, dat ge zouten varkensvleesch in Nederland niet ge wild is; de verkoop heeft niet beantwoord aan de verwachtingen, zoodat nog eene hoe veelheid van 3? 2 millioen K.G. onverkocht is gebleven. Deze partij moest nu worden op geruimd, omdat vleesch dat in den zome? wordt ingezouten, niet zoo langen tijd goed blijft. Er blééf dus niets anders over dan dit vleesch uit tet voeren, waarbij getracht is een zoo goed mogelijken prijs te maken. Daarin is men geslaagd, zoo.dat dit in ons land onverkoopbare vleesch althans een be langrijke bate zal opleveren voor de distribu tie. De helft der partij zal naar Duitschland gaan, de andere helft is verkocht aan het Relief Comité, met bestemming voor België. Bloem in plaats van tarwe verzocht. Naar aanleiding van de bevestiging door het departement van buitenlandsche zaken, van het reeds langer loopende gerucht, als zou van de eind 1916 en begin 1917 in Amerika gekochte, en sedert in verschillen de stoomschepen geladen tarwe voor een groot deel bedorven zijn, tengevolge van het lange oponthoud, waaraan de verzending dezer partijen tarwe was blootgesteld, heeft de Ned. Vereen, van Hondelaren in Buiten- landsch Meel een adres gericht aan den mi nister van Landbouw, waarin wordt aange voerd, dat Amerikaansche bloem reeds vele mlen bewezen heeft, na een dergelijke bewa waring nog steeds in goede conditie te verkeeren, waardoor een gevoelig verlies was vermeden, indien Amerikaansch bloem inplaats van tarwe gekocht was. Bovendien is geïmporteerde bloem bovendien terstond voor het gebruik gereed en moet dus niet, gelijk tarwe, nog eerst een behandeling on dergaan, welke zeer groote eischen stelt aan onze toch reeds zoo geringe voorraad kolen. Bij aanvoer van bloem kan voorts 100 pet. van het gewicht voor menschelijk voedsel dienen, terwijl van de tarwe het nuttige over schot voor de broodvoeding zoo beduidend gering is. Op verschillende andere gronden nog wordt den minister verzocht aan de inkoo- pers last te geven bij een eventueele her vatting van de inkoopen van voor de brood voeding noodige grondstoffen ten bate van het Nederlandsche volk, de verhouding der tot dusverre aangekondigde hoeveelheden tarwe en meel om te keeren, waardoor zou bereikt worden: le. vrijwaren voor verlies door bederven; 2e. een zeer belangrijke be sparing aan brandstoffen; 3e. verbetering van de kwaliteit van het brood; 4e. vergroote vervoer-capaciteit der stoomschepen; 5e. te gemoetkoming aan het nijpende gebrek aan krachtvoeder, ten koste alleen van een ge ringe vermindering der bedrijvigheid In de inlandsche meelindustrie. Zomertijd. In Duitschland denkt men nu, volgens de Duitsche bladen, erover, ter wille van de lich(besparing, den zomertijd nog een paar weken te houden. Zal men in ons land dan misschien wèl meegaan, aldus vraagt het Handelsblad. Het is waar, in Duitschland wordt zoo iets vastgesteld b'j ministerieel besluit, in ons land is de zomertijd bij wet ingevoerd en het eind vastgesteld op 16 Sept. Maar er is toch, als men wil zeker wel een mouw aan te passen. Gasbeperking te Amsterdam. B. en W. van Amsterdam hebben be paald, dat de gasbeperking voor de tweede helft van deze maand als volgt zal zijn: Van 17 tot en met 23 Sept. zal de gas- toevoer afgesloten zijn: des morgens van 6 'A tot TVi uur; des middags van 12 tot 1 uur en des avonds van 6 tot 7 uur. Van 24 tot en met 30 Sept.: dezelfde mor gen- en middaguren als boven en des avonds van 6 tot 6 uur. Voor de Zondagen gelden dezelfde rege lingen, behalve dat alsdan des middags van 12 tot 4 uur geen gas wordt aangevoerd. Rantsoeneering van huiswerk. B. en \V. van 'sGravenhage hebben tot de hoofden van gemeentelijke instellingen van onderwijs een schrijven gericht, waarin zij wezen op de wenschelijkheid bij het ge ven van huiswerk rekening te houden met de gasbeperking en de gevaren voor de oogen, welke het werken bij gebrekkig kunstlicht oplevert (en waarop o.a. prof. Wefers Bet ting nog pas in ons blad heeft gewezen). Geen kerstboo m-k aarsjes. De Toewijzingscommissie voor kaarsen, sche merlichten en dergelijke deelt mede geen grondstoffen beschikbaar te kunnen stellen voor de fabricatie van kerstboomkaarsjes. Uitwisseling van gevangenen. Het Ministerie van Buitenlandsche Zaken deelt ons het volgende mede: De Nederlandsche regeering is er in ge slaagd overeenstemming tot stand te bren gen tussehen de Britsche en Duitsche regee ringen nopens de vraag welke Engelsche haven zou kunnen worden aangewezen voor de verscheping van de gevangenen, die voor repatrieering in aanmerking komen, dan wel uit Engeland naar Nederland ter internee- ring zullen worden overgebracht op grond van de bepalingen, vervat in de op 2 Juli 1917 te 'sGravenhage gesloten overeen komst betreffende wederzijdsche krijgsge vangenen. Thans is n.l. vastgesteld, dat voor dat doel de haven van Boston aan de Wash zal wor den gebezigd. Een grensgebcurtenis. Elk jaar, zoo lezen wij in het Hbld., vier den de Belgen van het grensplaatsjc St. Mar griet met de Nederlanders in Zeeuwsch-Vlaan- deren omtrent dezen tijd gezamenlijk hun kermis. Nu ging dit niet. Maar de Vlamingen wilden dien dag toch niet onopgemerkt laten voorbijgaan. En zie nu. wat er gebeurde. •Tegen den avond verzamelden zich te St. Mar griet mannen, vrouwen en kinderen, die, voor afgegaan door een harmonikaspeler, in stoet langs de schutting trokken, die op Belgisch ge bied is opgetrokken om de bewoners aldaar aan het oog der Nederlanders te onttrekken. Toch had aan de Nederlandsche zijde der schutting zich eveneens een groot aantal lie den, ouder wie uitgeweken Belgen, verzameld. Plotseling nu klonk hel ontroerende „Zij zullen hem niet temmen, Den fieren Vlaamschen Leeuw". De luisteraars op Nederlandsch gebied klap ten in de handen, cn nu klonk van de andere zijde het Belgische volkslied. De Duitsche grenswacht stond paf. De Ne derlandsche grenswacht, beducht voor inci denten, verstrooide tactvol de lieden aan deze zijde der grens. Korten tijd daarna werd het stil. Maar de lieden die anders gemeenschap pelijk kermis vierden, hadden elkaar toch blijk gegeven van hun wcderkccrige sym pathie. D e l f t s c h e in g e n i e u r s. De Ver- eeniging van Delftsche Ingenieurs heeft te Amsterdam hare algemeene zomervergade ring gehouden, onder voorzitterschap van ir. H. Wortman. Op voorstel van het bestuur is ir. A. Dé king Dura, wegens zijn verdiensten jegens de vereeniging, bij acclamatie tot eerelid benoemd. Ter vervanging van de aftredende en niet herkiesbare bestuursleden, ir. J. L. Huysinga en ir. A. R. Van Loon, zijn benoemd ir. C. F. Stork en ir. W. A. E. Van Geuns. Overeenkomstig een voorstel van het be stuur is besloten tot het voor rekening der vereeniging doen samenstellen en uitgeven van een reeks beknopte handleidingen be treffende de voor ingenieurs noodige rechts- en wetskennis, en is een bedrag van ten hoogste 2000 beschikbaar gesteld voor de bewerking van een eerste deel dier reeks. Naar aanleiding van een desbetreffende op merking van ir. J. Th. Gerlings, zegde de voorzitter namens het bestuur toe overwe ging van het denkbeeld, om de bemoeiing der vereeniging in deze ook uit te breiden tot de Ned.-Indische wetgeving. Vervolgens werden een viertal mededee lingen gedaan omtrent na afloop der verga dering te bezichtigen inrichtingen. Poster ij en en telegrafie. Namens de Federatie van Hooger, Middel baar en Lager Personeel bij Posterijen en Telgrafie is den Minister van Waterstaat per adres medegedeeld, dat op een daartoe belegde vergadering door de vertegenwoor digers van de vereeniging van Directeuren en ^Commiezen bij P. en T., van den Ned. Bond van Middelbaar Personeel bij P. en T. en van den Bond van Nederl. Post, Tele graaf en Telefoonpersoneel „De Post" over eenstemming werd verkregen inzake de groote lijnen, waarop een reorganisatieplan van het geheele personeel behoort te be rusten omdat dit ontwerp zich naar boven en naar beneden aansluit bij het door den Directeur-Generaal der P. en T. in laatste instantie vastgestelde reorganisatieplan van het Middelbaar Personeel. Terwijl zij den Minister gelegenheid vragen het ptan op een audiëntie nader onder de aandacht van Z.Exc. te brengen. Kon. Academie van Weten schappen. Maandag vergaderde de afd. Taal-, Letter-, Geschiedkunde van de Kon. Academie van Wetenschappen te Amster dam. De secretaris deed mededeeling van de ingekomen stukken, w. o. de berichten van kennisgeving van het overlijden der leden prof. Woltjer, Kern en Drucker. De voorzitter, prof. Chantepie de la Saus- saye herdacht deze overledenen met een kort woord. Nog nimmer waren, bij de ope ning van een Academie-vergadering zoo'n reeks groote verliezen geconstateerd. Kern was voorzitter der Academie par droit de Connaissance en zijn nagedachte nis zal in zeer groote eere blijven bij alle le den. Woltjer was steeds een waardig lid die, niettegenstaande zijn drukke bezigheden, hoezeer zijn tijd ook bezet was, deel nam aan de werkzaamheden. Vooral voor het on derwijs heeft dit zeer betreurde lid een groo te rol gespeeld. Wat Drucker betreft, Spr. betreurde het, dat ook niet van hem, evenals van de andere twee een levensschets zou verschijnen. Dit was echter de wensch geweest van den over ledene. Hierna gaf de heer Six een bijdrage: „Over Rembrandt's Eendracht in het Land" en volgden eenige mededeelingen van den heer van Renkel over het verhaal van Te- mimad-Dari. Katüolioke vredesactle. Naar de vredes-meeting, uitgeschreven door het Centraal-Bureau voor de Katholieke Sociale Actie in Nederland naar aanleiding van dc vre desvoorstellen vnn Paus Benedictus XV en giste ren in den Haag gehouden, zijn zeer velen op gekomen. De groote zaal van den Dierentuin, waarvan het podium was gesierd met in pal- mengroepen geplaatste vaandels van Katholieke organisaties, was geheel bezet. Vrijwel alle in Nederland bestaande R.-K. vereenigingen had den haar vertegenwoordigers gezonden, terwijl voots mede aanwezig waren o.a. het Eerste Kamerlid van Lamsweerde, de Tweede Kamerle den Loeff, Bongaerts en Fruytier en de hoog eerwaarde heer Mgr. P. C. Wijtenburg, deken van Den Haag. Tegen 11 uur werd de bijeenkomst met den Christelijken Groet„Geloofd zij .Jezus Chris tus" geopend door den heer J. J. A. Houbeiv voorzitter van den Centralen Raad voor de Kath. Soc. Actie in Nederland. Het dameskoor „Kunst en Godsdienst" zong het „Ave Maria" ven Mendelssohn—Bartholdy waarna mr. dr. A. P. N. Kooien, lid van de Tweede Kamer, sprak over„Den oorlog en het Katholicisme." „De Oorlog en Gods Voorzienigheid" was het onderwerp der rede van den tweeden spreker, prof. J. D. J. Aengenent, elg. adviseur van de Katholieke Sociale Actie in Nederland. Na de uitvoering van het „Vredes-Smecklied van J. A. van Opijnen door het dameskoor, werd gepauzeerd tot half drie. Na dc pauze werd het eerst het woord ge voerd door den heer A. H. J. Engels, -lid van <3* 1 wecde Kamer. Ondcrwpp» ^i-»ns rede .vcs: „De vrede en het katholicisme Alvorens het woord werd gegeven uan mr. dr. Ch. Faaymakcrs S. J. ter behandeling van hat onderwerp „Internationale arbitrage en ontwa pening", zong mej. Leonie Molkenboer het „Ge bed om vrede" van Philip Loots. Een slotwoord werd gesproken door prof. mr. P. J. M. Aalberse, directeur van het Centraal Bureau voor de Katholieke Sociale Actie. Dat slotwoord, zeide spreker, kon geen onder zijn don een woord over den Paus, dio «oo ver van ons is en toch zoo nabij, die zoo hoog ia gezeten en toch ons oller vader is, wiens of- komst den katholiek onverschillig is, omdat het hem voldoende is te weten, dot de Paus is do opvolger von den H. Petrus. Zal zijn woord nu weerklank vinden, nu hij het niet heelt gelaten bij een vaderlijk vermaan, doch is gekomen met scherp geformuleerde voor stellen omtrent een rechtvaardigen en duurta- men vrede? Wij weten het niet. Wij kunnen al leen hopen cn bidden. Op voorstel van spreker werd onder olgemee- no toejuiching ten slotte een telegrafisch aan den Paus te zenden motie aangenomen, welke als volgt luidt „De algemeene vergadering van de Ka tholieke Sociale Actie in Nederland, bijeen te 'sGravenhage, in een openbare meeting ter bespreking van dc vredesvoorstellen van Z. H. den Paus, betuigt aan Z. H. haar eerbiedigsten daiJt voor het door hem genomen initiatief, om als vrcdesrechtcr tussehen dc strijdende na- tics op te treden, teneinde hen ie bewegen den strijd te staken en een rechtvaardigen en duurzomen vrede te sluiten. spreekt haar vertrouwen uit, dat alle Li- tholieken der geheele wereld, door gehfd en versterving en voor zoo mogelijk door hun invloed cn dood, deze pogingen van den H. Vader krachtig zullen ondersteunen. en besluit deze motie ter kennis te bren gen van Z. H. den Paus en van het Door luchtig Episcopaat van Nederland." Met het zingen van „Aan U, o Koning der Eeuwen" door alle vergoderden werd de ver gadering gesloten. Vondst van Romelnsch e oudheden bij Heerlen. Men schrijft uit Zuid-Limburg aan De Tijd: Op een terrein der Eerste Nederlandsche Kalkbranderij zijn dezer dagen belangrijke Romeinsche oudheden gevonden. Bedoeld terrein ligt vlak bij het bekende kasteel Ha ren onder de gem. Voerendaal. Tal van Ro meinsche bladfragmenten, stukken klokbre- kers, dakpannen, z.g. imbrices, kwamen aan het daglicht. Verreweg het merkwaardigste echter is de vondst van een Romeinsch vrou wenhoofd in zandsteen gebeiteld. Het dateert vermoedelijk uit de 3de eeuw na Chr. en II wondergoed bewaard. Alleen aan t linker achterhoofd heeft 't een weinig geleden. Tot nog toe werd een dergelijke vondst op den Nederlandschen bodem niet gedaan, 't Mate riaal is de z.g. Nivelsteiner zandsteen. De heeren dr. Holwerda, dr. Goossens en dr. Byvanck vertoefden hier om de merk waardigheden te zien. In de onmiddellijke nabijheid werd een Romeinsche pottebak- kersoven gevonden, 't Heeft weinig ge scheeld, of het merkwaardige stuk was in den kalkoven verdwenen, want eerst op het laatste oogenblik trok het de aandacht. Er zijn maatregelen genomen om het ter rein ter plaatse nauwkeurig te onderzoeken. Een witte raaf! Iemand liet in de wachtkamer van het station Heerenveen zijn portefeuille met geldswaarde open op eert tafel liggen. Na eenige uren merkte hij de vermissing, reisde naar Heerenveen terug en vond de portefeuille met inhoud op de zelfde plaats terug. Ook op de hoogte! De coöpe ratieve vereeniging „Self Heip" te Almelo ontving dezer dagen vanwege het secreta riaat der afdeeling „Binnenlandsche distri butie" van de kaasvereeniging te 's Graven- hage bet volgende schrijven: „Gelieve te melden, of uw woonplaats ressorteert onder de gemeente Ambt-, of onder Stad Alme lo." M^n moet nu weten dat ingevolge de wet de gemeenten Ambt- en Stad Almelo op 31 December 1913 werden vereenlgd tot „Almelo". Veldwachters-re oh t. Welke rechten een veldwachter zich al zoo kan of durft aanmatigen, is gebleken bij een zaakje dat voor het kantongerecht te Purmerend diende. Iemand uit Amsterdam stond daar terecht wegens fietsrijden zonder licht. Toen deze te Landsmeer door den gemeente-veld wachter geverbaliseerd werd, had hij zijn naam opgegeven. Toen de veldwachter alles opgeschreven had, verklarde deze de fiets in beslag te nemen of van den geverbali seerde te moeten hebben 10. Deze kort het een of het ander dan over 5 dagen terug halen, mits vergezeld van getuigen of voor zien van een bewijs van de gemeente-secre tarie te Amsterdam, dat hij werkelijk den op gegeven naam droeg. Beklaagde had geen briefje van tien, maar één van veertig gulden, hetwelk hij gaf. Hij is koopman van beroep en kon in die 5 dagen nu de vèertig gulden niet gebruiken. De gemeente-veldwachter getuigde, dat al les werkelijk zoo was. Hij had dat geld ge^ eischt om waarborg te hebben, dat de per soon zijn waren naam had opgegeven. De kantonrechter wees den veldwachter er op, dat, als hij meende, dat een valsche naam werd opgegeven, hij daarvoor hulp en raad kon vinden bij de rechterlijke machV maar niet het recht had geld of fiets vooe waarborg te eischen. Auto-verwikkelingen, öp den overweg nabij de Charlotte de Bourbor.- straat in Den Haag werden een dame en twee kinderen aangereden door een automo biel, welke daarna doorreed. Zekere F. Otto sprong op de'treeplank om den auto tot stilstand te doen brengeiW

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1917 | | pagina 3