„DE E EM LAN DER". Donderdag 13 September 1917. BUITENLAND^ 't Winkeltje. N". 63. «6rte Jaarpang Ons Onderwijs- FEUILLETON. AMERSFOORTSCH Hoofdredacties MARIE VAN VERSENDAAL. Mr. O. J. VAN SCHAARDENBURG. Uitgevers: VALKHOFF Co. ABONNEMENTSPRIJS: for 8 maanden root Amtnfoocl1*66. Idem franco per poet.. 2*00* Per week (metgratia verzekering tegen ongelukken)* 0.14* Afaonderlfyke nummers 0.05» Wekelykeeb btiroegtel .D$ BoOsndscXé BuUvrouw" redaotie ven Thérkee Heven) per 8 mnd. 50 etffe W.k.iykMh b«TM|Ml .ITWiiW'pw 8 and. 5» et«. Bureau: Arnbemsche Poortwal, hoek Utrechtscbestr. Intercomm. Telefoonnummer 66. PRIJS DER AD VERTE Nil ÉN. 6 r.R.U.» it H H f O,SO. Elk. r.g.l moer 0.15. Dienstaanbiedingen 1—5 regels tA 0.50» Groote letters naar plaatsruimte. Voor bendel «n bedrijl bosteen zeer voordeelige bepalingen tot het herhaald advorteeren in dit Blad, bij ebonnomeuk Eene oirouleire, bevattende de voorweerdon. wordt aan vroeg toegezonden. op VL 'n Belangrijk vraagstuk in de onderwijs wereld is thans dat van het ambulantisme. Wii hebben aan alle hoofden hun meening daarover gevraagd en allen opperden tegen ide afsdhaffing-zonder-meer bezwaren. Er waren er, die zich gaarne met 'n eigen klasse belast zouden zien, doch in dat geval jvenschten ze zich dan ook geheel en al aan die klasse te kunnen wijden en onder school tijd geen enkele stoornis te ondervinden. 'Sommigen wenschten in dat geval ontheven te worden van alle verantwoordelijkheid yoor den algemeenen gang van zaken in "de school, zij stelden zich dus de taak van het hoofd voor als die van gewoon onder wijzer, bovendien belast met de vereischte administratie. Tegelijk goed hoofd en goed klasseonderwijzer te zijn achtten zij onmo- gelijk.-Persoonlijke bezwaren tegen afschaf fing van het ambulantisme hadden zij nie't, doch of de school in het algemeen er mee gebaat zou zijn, moesten ze betwijfelen. Vele hoofden waren er reeds eigener beweging toe overgegaan om wekelijks in elke klasse «enige lessen te geven. De anderen, bij wie wij ons licht opstaken, niet-hoofden, stonden aan de overzijde en voelden veel meer voor de afschaffing, als liggende geheel in de ontwikkelingslijn overal ziet men immers het eenhoofdig ge zag verdwijnen. En in geen der steden waar het ambulantisme afgeschaft is of met de afschaffing 'n proef genomen werd, heeft men schade voor het onderwijs ondervon den. Het is zoo'n rijk onderwerp dat wij er te veel ruimte voor in beslag zouden nemen zoo wij er hier over gingen uitweiden. Het komt ons trouwens voor dat dit vraagstuk op het oogenblik niet zoo urgent in het be lang van het ondérwijs is als vele andere. Wij stellen ons overigens voor deze artike lenreeks te doen volgen door eenige mono- graphieën van meer deskundigen over spe ciale onderwerpen en het lacht ons toe om daarbij ook het pro en contra van het am bulantisme te doen toelichten. Werd tot afschaffing van het ambulantis me overgegaan dan zouden natuurlijk de schoolvergaderingen 'n geheel andere be- teekenis krijgen en in plaats van advisee- rende besturende lichamen worden. In den huidigen vorm was de bewondering voor die vergaderingen niet groot. Ze wor- de\ geregeld gehouden en we spraken nie mand die ze zou willen missen. Maar aan den eenen kant hechtte men er niet te veel waarde aan, omdat zij slechts adviseeren en geen bindende besluiten kunnen nemen. Men beschouwde ze dus als 'n stap in de goede richting, welke te grooter was naar mate de verhouding tusschen hoofd en on derwijzers democratisch of autoritair is. Te Amersfoort mag die veibouding democra tisch genoemd worden. Aan den anderen kant achtte men de schoolvergaderingen bijna overbodig op die scholen waar de verhouding tusschen hoofd en onderwijzers zóó is, dat ook zonder ver gadering alles gemeenschappelijk bespro ken wordt, terwijl daar waar die verhouding te wensdhen mocht overlaten, deze verga dering slechts zou dienen om nieuwe ge legenheid tot wrijving te geven. Als leek is het moeilijk zich 'n oordeel over schoolvergadering en ambulantisme te vormen. Van beide kanten krijgt men veel papieren argumenten te hooren. Maar wij gelooven dat de ontwikkelingslijn heenwijst naar 'n groote ontplooiing van de school vergaderingen, welke bestemd schijnen het schoolparlement te worden. Politiek Overzicht Da strijd om de macht In Rusland. Gewichtige gebeurtenissen spelen zich wederom in het Russische rijk af, gebeurte nissen die voor den verderen gang van zaken, voor het lot zelfs van dezen reuzen- staat, van een beslissenden invloed kunnen zijn. Terwijl de militaire situatie des lands aanmerkelijk verslechterd is door den val van de belangrijke havenstad Riga, door een nog verder opdringen der Duitschers ge volgd, wordt op het gebied der staatkunde een felle strijd gevoerd. Sedert geruimen tijd heeft men onder onze telegrammen al bizonderheden kunnen lezen over het antagonisme dat bestond tus schen den premier Kerensky en generaal Kornilof, tot voor enkele dagen nog opper bevelhebber der Russische legers, en bijge naamd de „Kozakken-Czaar", een populair man in den lande, vooral ten plattelande. Dit antagonisme, dat zioh reeds openbaarde op de bekende politiek-economische conferen tie, welke voor eenigen tijd te Moskou ge houden is, waar Kornilof met veel emphase en praal optrad en met nadruk de intrekking van een aantal door Kerensky ingevoerde legerhervormingen eischte, heeft steeds scherper vormen aangenomen en is ten slotte bij Kornilof uitgeloopen op een dui delijk en onmiskenbaar streven om zich de militaire dictatuur toe te eigenen, met ter- zijdesohuiving van de voorloopige regee ring. Op den 8en September heeft Kornilof de kogel door de kerk gejaagd. Op dien dag vervoegde Prins Llow, lid der Doema, te Petersburg zich bij Kerensky, dezen som- meerénde het burgerlijke en militaire gezag in handen te leggen van Kornilof, die, zoo vermoedde prins Lwow, een nieuwe regee ring wilde vormen. Generaal Kornilof zelf kwam dit al heel gauw door éen telegram aan Kerensky bevestigen. In de proclamatie, waarin Kerensky een en ander mededeelt, gaat deze voort „Daar ik deze tot de voorloopige regeering gerichte uitnoodiging beschouw- als eene poging van bepaalde kringen der bevolking om te profiteeren van den moeilijken toe stand waarin het land verkeert om een toe stand te herstellen die in contrast is met hetgeen de revolutie heeft Weten te verove ren, heeft de voorloopige regeering het noodzakelijk" geacht, In het belang van het welzijn des lands en de vrijheid van het re- publikeinsche regeeringsstelsel, mij op te dragen, dringende en strenge maatregelen te nemen om alle aanslagen tegen het hoog ste gezag en tegen de door de revolutie ver overde burgerrechten, tot den wortel toe uit te roeién. Daarom neem ik voor de hand having der vrijheid en der openbare orde in het land alle maatregelen, welke ik ter ge legener tijd der bevolking bekend zal maken." Volgt dan de beschikking waarbij generaal Kornilof gelast wordt het opperbevel over te dragen aan generaal Klembowski, (die volgens een bericht der Petersburgsche pers zich thans n.l. bij Kornilof zou hebben aan- geslotenf) den opperbevelhebber der legers aan het Noordelijk front die den toegang tot Petersburg moeten beletten, en de staat van beleg voor stad en distdict Petersburg wordt uitgeschreven. Ten slotte deed Kerensky's proclamatie een beroep op alle burgers om mede te wer ken tot de handhaving der orde en op het leger dat dit kalm en getrouw zijn plicht tegen den buitenlandschen vijand zou ver vullen. Ziehier dan de voorgeschiedenis van de steeds ernstigere gebeurtenissen, die de laatste dagen nabij Petersburg voorvallen en waartoe vermoedelijk de krach van Riga den stoot heeft gegeven. Kornilof, een energiek man, houdt niet van halve maatregelen, dat is al gebleken in den korten tijd waarin hij opperbevelhebber is geweest. Uiterst strenge maatregelen heeft hij genomen om de, zoo jammerlijk verloo- pen, tucht in het Russische leger ter herstel len; hij heeft daartoe de, in de eerste dagen der revolutie afgeschafte, doodstraf in het leger weer ingesteld en tallooze malen zon der genade laten toepassen. Ook tegenover Kerensky heeft\ Kornilof het niet bij halve maatregelen gelaten. Men heeft onder onze telegrafische berichten kunnen lezen dat hij met zijn troepen op Petersburg is aangerukt, waar de aan de tot dusver bestaande regeering getrouwe troe pen zich hebben opgesteld. Zoo vindt zich het reeds zoo zwaar geteis terde rijk zich thans gesteld voor het drei gende spook van den burgeroorlog. 41 Reeds langen tijd was zich tegenover Ke rensky een sterke oppositie aan het vor men, waartoe wellicht de halfslachtigë^oli- tiek van Kerensky half revolutionnair, half imperialistisch de aanleiding geweest is. Kenmerkend is dat prins Lwow, het lid der cadettenportij en der eerste voorloopige regeering, opgetreden is als woordvoerder voor de Kornilof'sche richting, Prins Lwow is in geen enkel opzicht de voornaamste man uit de cadettenpartij, als zoodanig had men beter Miljoekof kunnen kiezen. Maar wel vertegenwoordigt prins Lwow door zijn vroe gere positie in het algemeen dat deel der Russische burgerij, dat aan de revolutie deelgenomen heeft, doch voor den hand over hand toenemenden invloed der socia listen is teruggedeinsd. Of bij deze kringen een streven naar vre de, waaraan Rusland zoo groote behoefte heeft, dan wel naar krachtige voortzetting van den oorlog overheerschend is, en wat voor een politiek Kornilof, als hij slaagt in zijn dictatoriaal pogen, zal voeren, is voor het oogenblik moeilijk uit te maken en trou wens nog niet aan de orde. Terecht wordt erop gewezen, dat zonder militaire successen op den duur een militaire dictatuur niet be staan kan en op dit laatste is voorhands wei nig kans. Bedreigd eenerzijds door de troepen der Centrale mogendheden, die het land in een zijner levensaderen hebben aangetast en die hoe veel terrein-moeilijkheden zich ook mogen bieden, eerlang zelfs Petersburg kun nen bedreigen, anderzijds ondermijnd door binnenlandsche oneenigheden, waarvan ook het leger en de onmisbare legertucht de noodlottige gevolgen hebben ondervonden, gaat het Russische rijk steeds grooter geva ren tegemoet. Hoe zal de Russische kolos de nieuwe stuiptrekkingen in zijn organisme doorstaan? Zal hij zich nog eenmaal in z'n volle kracht weer oprichten tegenover den buitenland schen vijand of ten offer vallen aan een in nerlijk ontbindingsproces, dat langzaam de totale instorting voorbereidt? Zal de eendracht overwinnen of de anar chie hoogtij vieren? Wie zal winnen: Kornilof of Kerensky? Dit is de eerste vraag waarop wellicht de komende dagen reeds het antwoord zullen brengen. Wat daarna zal gebeuren dat is in den schoot eener onpeilbare toekomst verbor gen. De oorlog. Van de oorlogsfronten geen bizonder nieuws. Londen, 12 Sept. (R.) In de laatst verloopen week kwamen 2744 schepen bin nen en vertrokken er 2868. Twaalf schepen van boven en zes onder de 1600 ton wer den tot zinken gebracht, twaalf zonder suc ces aangevallen. Vier visscherschepen wer den tot zinken gebracht. De gebeurtenissen in Rusland nemen steeds scherper verhoudingen aan. Het blijkt thans, welke de strenge maatregelen zijn die Kerensky in zijn proclamatie van 8 dezer heeft aangekondigd. De oorlogswet over Moskou is geproclameerd. Generaal Korni lof zal wegens rebellie worden vervolgd generaal'Klemhowsky, die met Kornilof ge- meene zaak maakte, is van zijn opperbevel hebberschap, dat vier dagen geduurd heeft, onthevental van arrestaties hebben plaats, o. a. van den oud-minister van oorloj Goutsjkof. W eenen, 12 Sept. (Korr.-bur.). De berichten omtrent hetgeen er in Rusland voorvadlt, in het bizonder de mededeelingen betreffende den opmarsch van den ontsla gen opperbevelhebber Kornilof naar Petro- gi ad, worden in de pers levendig besproken. De Russische revolutie, waarvai) werd ver wacht dat zij Rusland den vrede naar buiten zou brengen, heeft aand ie verwachting niet voldaan. Zij heeft het Russische volk ook nog in den burgeroorlog gesleept. De reus achtige misslagen der Russische omwente ling zijn op snelle en ontzettende wijze tot uiting gekomen. Heden staat het Russische rijk voor een vreeselijken afgrond. Voor de entente is in elk geval het uitbreken van het conflict tusschen de beidq leiders der revolutie, Kerenski en Kornilof, een ware jobstijding. Het is onmogelijk, dat de ver warring in Rusland zonder invloed op den toestond aan het front zal blijven. Stockholm, 12 Sept. (Svenska Tele- grambyran). Naar aanleiding van de beschul digingen door den Amerikaanschen staats secretaris Lansing geuit heeft de Zweedsche minister van buitenlandsche zaken Maandag de- volgende verklaring afgelegd: 4 Het ministerie van buitenlandsche zaken ontving geen mededeeling over de telegram men, waarvan in de verklaring van den Ame rikaanschen staatssecretaris wordt gewag ge maakt. Het ministerie kan daarom niet een bepaald standpunt innemen tegenover de vragen die daaruit kunnen voortvloeien. In- tusschen is het waar dot in het begin van den wereldoorlog de toenmaals functionnee- rende minister van buitenlandsche zaken meende te moeten toestaan, dat een Duitsch' telegram over de burgerlijke bevolking van Kiautsohau werd teruggeseind en dot eon dergelijke toestemming aan de vertegen woordigers van beide oorlogvoerende par tijen werd verleend, afhankelijk hiervan of Zweden met de vertegenwoordiging der 'belangen van een zioh in oorlog bevindende staat was belast, hetgeen ongetwijfeld een aanmerkelijke uitwisseling van telegrammen en brieven met zich brengt. Wat de Vereenigde Staten betreft betreft verzocht de Amerikaansche gezant te Stock holm bij verschillende gelegenheden in den loop van dit jaar dat Zweden brieven en telegrammen van of naar Turkije zou willen doorzenden. Dit werd toegestaan. Het ver zoek werd eveneens gedaan ten tijde dat Turkije zich niet in oorlogstoestand met de Vereenigde Staten bevond en het Zweedsche gezantschap nooh niet met de behartiging der belangen van de Vereenigde Staten be last was. Deze telegrammen werden over Duitschland verzonden. De staatssecretaris der Vereenigde Staten liet door middel van een op 14 April gedateerden brief aan den Amerikaanschen gezant te Stockholm voor de hem bewezen internationale beleefdheid zijne erkentelijkheid betuigen. Reeds in den loop van den zomer van 1915 werd van Engelsohe zijde de wensch Sympathie geeft steeds het vergrootglas an de hand bij het beoordeelen van een goede daadantipathie geeft het verklein glas. Roman door Thérèse Hoven. 11 De zusters willen nog eenige tegenwerpin gen maken, doch de jongelui weerleggen ze zóó hartelijk, dat de oudjes moeten toegeven. Boven nog een kleine discussie over het al of niet aantrekken van het beste goed. Eindelijk staan zij met hun vieren op straat en zegt van Poeteren, die, gelijk Miel met glorie bij zich zelf opmerkt, zijn weetje wel weet: „Quo Vadis?" Vermoedende dat de tantes zijn geestigheid niet begrijpen, haast Miel zich die te vertalen en zegt: „Ja, juist, waarheen?" ]„Het is misschien al wat laat voor Scheve- ningen," oppert Hes. „Nee, wTj moeten naar de stad," verzekert de cavalier. „"Wat zoudt u denken van het .vegetarisch restaurant?" 4 Ofschoon niet bizonder schriel van natuur, heeft hij toch haastig de berekening gemaakt dat een vleesch-souper, met je vieren, waar van de kosten door één gedragen zullen wor den. voor hem. als riindn die ééne. wel ;wat zwaar zou zijn. In het Vegetarisch kun je goedkoop terecht en je zit er leuk, dat von den de dames ook toen zij, een poos later, in de voorzaal, knusjes om een tafeltje gezeten waren. „Ziet u," legt Gijs uit, „achter zijn nog twee groote zalen, maar die zijn 's avonds niet open." „Jammer," zegt Cor, die wel iets voelt voor groote zalen. „En die hebben het uitzicht op den tuin van de Koningin," licht Miel toe; „Als wij er Donderdag's koffie drinken, dan zorgen wij altijd bij een der ramen te zitten, niet waar, Gijs?" Plotseling houdt zij verschrikt op. De beide zusters knikken elkaar veelbeteekenend toe. Dat is dus het Donderdagsche mysterie. Zij hebben al lang opgemerkt dat Miel Donder dags nooit thuis komt koffie drinken. Enfin, het is nu het moment niet om er iets van te zeggen en zeker niet, nu Gijs bizonder hoffelijk vraagt: „Wat zal het zijn, dames?" Na een lange discussie gaat de heer van het gezelschap naar het buffet en verneemt, na ingewonnen inforraatiën, dat er geen warm eten meer te krijgen is. „Wat denkt u van chocola en broodjes met kaas of jam?" „Heerlijk!" Miel trakteert op taartjes en het wordt een feest van je welste. Maar toch is er iets, dat doet denken aan den gestoorden maaltijd van de twee beroemde ratten uit de fabel: Quelq'un troubla la fête, Pendant qu'ils étaiènt en train... Nog vóór zij van de aangeboden lekkernijen kunnen flenieten. jworden zii verschrikt d°°r. het luide getoeter van een auto, waarna ru moer in de gang, en een heel gezelschap komt binnen. Het is een zestal menschen, van ver schillenden leeftijd, die met den trein zijn ge komen, die 's middags om 12.45 uit Parijs is vertrokken en nu pas in den Haag is aange komen, het is inlusschen al over elf geworden. Zij beginnen allen tegelijk de zonderlingste verhalen te doen. De lang gevreesde Europee- sche oorlog staat op het punt van losbarsten. Servië, Rusland, Frankrijk en Engeland zullen zich vereenigen tegen Oostenrijk en Duitsch land. Overal is gemobiliseerd. De Duitschers zijn Luxemburg reeds binnen getrokken en... Er zijn eenige heeren van de andere tafel tjes opgestaan en beweren dat het niet kan, omdat Luxemburg, evenals België en Neder land, neutraal is, dan antwoordt een der aan- gekomenen: „Ja, maar de sporen zijn Duitsch en daar hebben zij over beschikt." Vóór de spreker verder kan gaan, komt cr een ander troepje binnen, dat gevolgd wordt door twee jongelui, waarschijnlijk journalisten, die met hun notitieboekje in de hand, alles willen opteekenen, wat er zooal verhandeld wordt. Maar het is moeilijk om cr uit wijs te worden. De verhalen zijn tegenstijdig, al komen zij in hoofdzaak overeen. Zaterdags heeft de algemeene exodus plaats gehad. Zwit serland is leeg geloopen en, om over Duitsch land terug te gaan, was moeilijk. De meesten zijn over Belfort en Parijs gegaan. Van gere geld eten is geen sprake geweest. De treinen waren overvol. Ze zijn vermoeid en uitgehon gerd. In Parijs was het een chaos; alles was er anders dan hi gewone tijden. De stations werden er bestormd, geen dienstman was er te zien. Alle groote bagage is achtergebleven, men kon 3lleen handtaschjes meenemen, mits tpen ze zelf droeg. De groote voorhall der stations werd inge nomen door een bonte menigte, die meer aan landverhuizers dan aan pleizierreizigers deden denken. Verder waren er militairen cn nog eens militairen. In Belfort moet het verschrikkelijk zijn geweest. Het afscheid van de soldaten van vrouw en kinderen was hartroerend. Overal herhaalde hetzelfde zich. Op de stations wemelde het van soldaten. In Parijs waren de menschen half gek en was het een wanhopig gevecht om zich een weg te banen naar de overkapping, waar de treinen gereed stonden. De algemeene opinie was, dat de trein van 12,45 wel de allerlaatste zou zijn, die er voor- loopig van Frankrijk naar Holland zou gaan. De zusters vangen al deze berichten op en kunnen er, zooals zij het noemen, geen touw aan vast knoopen. Geen wonder! Heel Europa is overstroomd van de zonderlingste praatjes, alles is er in de war. De teerling "is geworpen I „Hè, gunst," fluistert Hes haar zuster in het oor, „als ik niet beter wist, zou ik denken dat het mevrouw Rimmers was." „En zc is het ook," bevestigt Cor. „Je zoudt zeggen, wat doet die hier?" Én het is mevrouw Rimmers. Zij knikt de Juffrouwen uit het winkeltje vriendelijk toe en zegt: „Hè, dat doet je goed, een bekend ge zicht tc zien." „Maar, Mevrouw," stamelt Cor, „ik dacht dat u op reis was!" „Dat zijn wij ook geweest, maar wij zijn terug gekomen. liet was niet meer uit te hou den in Brussel. Het is me een reis geweest cn wij kunnen niet naar huis ook. De meiden zijn er niet en alles is bij ons Opgeruimd en weg gesloten. Ik zou niet weten hoe ik van nacht zou moeten slapen, Miin dochter en ik dachten er dus maar over om hier te overnachten Of hebt u soms een plaatsje voor ons?" Cor lacht. „U moest bet kamertje zien, waar wij met ons drieën slapen, maar hier is het fijn." „Is er nog plaats?" hoort zij een andere dame vragen. Het blijkt dat verschillende families, „retourzendingen uit het buitenland", zooals Gijs ze noemt, haar toevlucht hebben gezocht in liet vegetarisch hotel. Zij verkeer ren allen in het geval van mevrouw Rimmers. De dienstboden zijn met vacantie, het huis ia leeg cn overhoop en, na, de uitgestane reis- cmotics, gevoelt iedereen zich onbekwaam oirt de handen uit de mouwen te steken. Het vege tarisme viert zijn hoogtij, zij het dan ook niet in den meest begeerden vorm! Na het souper gaat de familie Maarlens met Gijs weg, nadat dc laatste de vertering be taald heeft; een fooi hoeft cr niet bij, dat strookt niet met dc beginselen der vegetariërs. De meeste gasten blijven echter cn zitten tot laat in den nacht tc boomen. De voornaamste vraag is natuurlijk: „Zal Nederland ja, dart nee, in den oorlog betrokken wordent" Er zijn er, die meenen dat het niet anderi kan, dal het lafheid zou zijn er zich aan W onttrekken. Anderen beweren, houden vol, da# de Keizer van. Duitschland beloofd heeft onzé neutraliteit te eerbiedigen. (Wordt jrcrvolgd-l

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1917 | | pagina 1