f64* Jaargang
DE E EM LAN D Fl
Zaterdag 22 September 1917.
BUITENLAND.
N\ 71. Eerste Blad.
Ons Onderwijs.
Hoofdredactie!
MARIE VAN VERSENDAAL.
I Mr. O. VAN SCHAARDENBURG.
II
Uitgever* VALKHOFi
Co
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 maanden rooi Amersfoortf 1.90.
Idem franco per poet.. 8.00*
Per week (met gratie vertekering tegen ongelukken) 0.14*
Afzonderlek© nummer» O.OÖ.
Wekelljkeoh byvoegeel Hollandtdt* Huioorouto" (onder
redactie van Thérèee Horen) per 8 mnd. 00 et».
WekeUikeeh byreegee) ,WorMmü4" per 8 mnd. 02 cl».
Bureau: Arnhemscbe Poortwal, hoek (Jtrecbtscbestr.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
PRUS DER ADVERTENTIEN
Vad 1—6 regelt
Elke regel meer
Dienrtaanbiedingeu 1*6 regel»
Groot© letters naar plaatsruimte.
Voor bnodel en bod rijt bestaan zeor voonleeligu bepaliugon
tot het herhaald adverteerun in dit Blad* bij abonnement
Eene oiroulaire, bevattend© de voorwaarden «vnrdt op
e&ovraag teegozondon.
«.«O.
Ü.15.
O.OO.
Zg «He zich met 1 Oct. op liet Auiersf.
Dagblad abonnee reu, ont Tangen de
1st dien datum verschijnende num
merg gratis.
vn.
Ten aanzien van het zevende leerjaar von-
Hen wij veel verschil van meening. Er zijn
èls overal optimisten en pessimisten. Dat
kwam wel sterk uit bij de hoofden van school
JE, F en G, scholen dus, die vrijwel op één
lijn staan.
Een hunner was optimist, vertrouwde dat
ook zonder verplichting op zijn school wel
voldoende bevolking voor 'n zevende leer
jaar tb vinden zou zijn.
Maar de beide andere hoofden waren veel
minder hoopvol. De ervaring had hun ge
leerd dat de ouders hun kinderen zoo spoe
dig als mogelijk is van school nemen en de
kinderen zelf willen reeds op den dag van
hun verjaardag het juk afwerpen. Zonder in
voering van leerplicht tot het 14e jaar waren
de verwachtingen van 'n zevende leerjaar dus
zeer gering. Proeven daarmee konden dus
wel eens geld kosten dat beter te besteden
was. Zijn er jongens die nog wat willen lee-
ren dan kunnen zij met vrucht nog een jaar
in de hoogste klos doorbrengendaar is ge
woonlijk toch plaats genoeg.
Aan school B werd'n zevende klas nuttig
geacht omdat het nu wel hard aanpakken is
voor de meeste kinderenmisschien niet
voor de vluggeren, doch men vergete niet,
idat het gros middelmatig is of daar beneden.
De school Hellestraat is de eenige waar
nu 'n zevende leerjaar is. Daar is dit eigenlijk
vanzelf gegroeider werd voor de kinderen
voortgezet onderwijs verlangd en zoo móes
ten er 'n zevende en achtste klas aan vastge
koppeld worden. Tegenwoordig is de toeloop
naar de volgklassen niet zoo groot, er
schijnt 'n bijzondere aantrekkingskracht van
de Heerenstraat uit te gaan, maar onmis
baar zijn de klassen toch zeker. Zij leveren
af voor de ambachtsschool, industrieschool,
normaalschool en vooral ook voor kantoor.
Zij die uit de achtste klas naar kantoren gaan
kunnen zeer veel profijt hebben van de win-
teravondhandelscursus.
Nu komen wij tot het voorbereidend on
derwijs. Daaraan doet de gemeente hier nie
mendal.
Enkele weken geleden slaakten wij 'n
noodkreet voor de Fröbelschool welke 'n te
zuare last voor het Nutsdepartement wordt.
Dp tijden zijn er niet naar om te verwachten
dat het gemeentebestuur spoedig zich de
aanzienlijke uitgaven voor het voorbereidend
onderwijs zal getroosten. Men mag al dank
baar zijn als het voorloopig meewerken wil
tot instandhouden van de Fröbelschool.
Nu deze het schoolgeld reeds zoo laag
stelt kan zij althèns in de behoefte van 'n
zeer groot deel der burgerij voorzien en al
dus de populariteit voor het voorbereidend
onderwijs aanwakkeren. Moest de Fröbel
school geheel verdwijnen dan zou het voor-
beieidend onderwijs 'n groote klap krijgen;
het zal later heel wat gemakkelijker voort
bouwen 2ijn op de Fröbelschool als basis
dan wanneer de zaak geheel van den bodem
of zou opgezet moeten worden.
Over het nut van voorbereidend onderwijs
denkt men verschillend. Er zijn er, die het
van belang achten voor de scherping van het
begrip en het bevattingsvermogen der kin
deren, zoodat deze later het gewone onder
wijs van den eersten dag af met te meer
vrucht zullen volgen.
Anderen zien meer het nut in het aanlee-
ren van de schoolmanieren, de schoolorde,
het stilzitten en goed luisteren.
Weer anderen hechten aan het voorberei
dend onderwijs als onderwijs geenerlei waar
de voor hen is dé Fröbelschool 'n bewaar
school voor kinderen die thuis om welke re
den dan ook niet de noodige zorg kunnen
genieten. Uit dit oogpunt beschouwd zou er
dan aan bewaarscholen vooral behoefte be
staan terwille van de kinderen der minder-
gegoeden, daar de meergegoeden, als zich
geen bijzondere omstandigheden van ziekte
of anderszirls voordoen, zich wel voldoende
met de ontwikkeling van hun kinderen be
zighouden.
Van welken kant men de zaak dus bekijkt,
de bewaarschool i s noodig. Er is er hier al
thans één waar de kinderen niets leeren
wat met de godsdienstige opvattingen der
ouders niet zou strooken, welnu, dat de ge
beente dan beginne met te zorgen dat deze
met verdwijnt.
Politiek Overzicht.
De Fransche regeerings-
verklaring.
De oude premier Ribot thans minister
van buitenlandsche zaken in Frankrijk
en de nieuwe premier Painlevé tevens
minister van oorlog hebben beiden zich
uitgesproken over den oorlog en de oorlogs
doeleinden, en de cordaatheid van het ge
luid, dat zij gaven, laat aan kracht en dui
delijkheid niets te wenschen over. De voor
waarden, waarop welke vredesbemiddelaar
ook, bij Frankrijk een gewillig oor zal vin
den om vredesonderhandelingen te kunnen
openen, zijn helder omlijnd, aldus geformu
leerd:
désannexatie van EIzas-Lotharingen;
herstel van de schade en verwoestingen
door den vijand aangericht;
geen enkel volk onderdrukt;
de vorming van een volkerenbond;
Voorts bleek uit de ministerieele redevoe
ringen, dat Frankrijk op de Pauselijke nota
niet heeft geantwoord en valt er tevens uit
af te leiden, dat ook de bondgenooten dit
voorbeeld zullen volgen. Behalve dan Ame
rika, dat reeds geantwoord heeft. Dat ook
Engeland, waarvan reeds verluid heeft, dat
het in denzelfden geest als Amerika zou ant
woorden, doch met het indienen van zijn
antwoord wachten zou tot na de bekend
wording van het antwoord der Centralen, een
uitzondering zal maken, is na de Fransche
regeeringsverklaring niet waarschijnlijk.
„In overeenstemming met onze
bondgenooten heeft Ribot gezegd heb
ben wij niet op de Pauselijke nota geant
woord, ondanks het hooge gezag van den
Paus. Wij kunnen niet op alle verzoeken tot
besprekingen antwoorden." De houding is
tegenover den Paus niet heel welwillend. Bo
vendien: van zoo heel veel verzoeken om
over den vrede van gedachten te wisselen
heeft de Fransche regeering toch nog geen
last gehad.
De Fransche Regeeringsverklaring betee-
kent onverbloemd: voortzetting van
den oorlog tot op leven en
dood. Wie daaraan na de rede van Pain
levé nog had kunnen twijfelen, zal na de
oratie van Ribot wel van dien twijfel gene
zen zijn. Men schijnt aan Entente-zijde op
eenvolledige overwinning harerzijds te re
kenen: eischen als bovenvermelde kan al
leen een staat .inwilligen, die overwonnen,
machteloos aan de voeten van een overwin
naar ligt. Desannexatie van EIzas-Lotharin
gen immers beteekent voor Duitschland
méér dan een nederlaag; het zou door het
Duitsche volk als een smaad gevoeld wor
den, een smaad die men moge nog zulke
fraaie papieren waarborgen voor duurzomen
vrede uitdenken als men wil onvoorwaar
delijk in zich zou dragen den kiem van een
nieuwen strijd, vroeg of laat. Over herstel
van onrecht aan België berokkend, ware met
Duitschland te praten geweest, over scha
devergoeding voor de verwoestingen door
den oorlog in de noordelijke streken van
Frankrijk aangericht, misschien ook nog
maar de eisch: désannexatië van het Rijks-
land is voor iederen Duitscher zoo zeer in
strijd met ellc denkbeeld van rechtvaardig
heid, dat deze eisch, door de Entente op
recht gesteld, gelijk staat met de verklaring:
wij zijn voor geen vredesbemiddeling toe
gankelijk voor. en aleer Duitschland en
natuurlijk ook zijne bondgeonoten, maar het
gaat het meest om Duitschland overwon
nen op zijn knieën om genade smeekt. „Ger-
mania delenda" is het parool der nieuwe
Fransche regeering gebleken.
De Fransche Regeering schijnt inderdaad
zich reeds de zege bewust. „Wij zullen de
overwinning hebben zoo wij vereenigd blij
ven", profeteert Ribot. De bewering is niet
nieuw en met dit axioma werd reeds menige
wissel aan het Fransche volk tot telkens
nieuw in het uitzicht gestelde offensiven
uitgesteld. Eerst heette het dat de overwin
ning wel vanzelf zou komen, wanneer maar
eenheid in de legerleiding aan alle fronten
tot stand gebracht zou zijn. Die eenheid
kwam, maar de zege bleef uit. Toen heette
het, dat als Engeland's leger maar eens eerst
geheel gereed zou zijn, de tocht Berlin"
wel beginnen zou; de wissel werd wederom
niet op tijd gehonoreerd. Nu wordt Ame-
rika's hulp in het vooruitzicht gesteld en
daarop wordt vol vertrouwen gewacht. Het
is ontegenzeggelijk waar, dat in den stand
der oorlogvoerende partijen in den loop der
laatste tijden een kentering gekomen is ten
'gun9te van de Entente speciaal op het
Westelijk oorlogstooneel maar of die
kentering Frankrijk Kef recKf geeft om met
Keclame.
Door oponthoud aan de grens, waardoor de
reis langer duurde, zijn de Fransohe Moeders gister'
avond i)iet in De Arend gearriveerd. Heden morgen
zijn zy echter aangekomen, zoodat de voorstellingen,
te beginnen rpet heden avond, onherroepelijk door*
gaap. Bespreek tijdig Uwe plaatsep.
vredesvoorwaarden voor den dag te konven,
die men pas aan een totaal vernietigden
tegenstander kan voorschrijven, is ernstig
te betwijfelen. Het ministerie-Painlevé kon
wel niet anders dan met een zeer krachtig
geluid voor den dag komen; het was de
eisch, die aan zijn ontstaan het aanzijn gaf.
Maar het nieuwe kabinet gaf wel een zéér
harden slag op de trom. Zal het zelf van
het geluid niet iet of wat geschrokken zijn?
Krampachtig klampt men aan Entente
zijde zich vast aan het „viribus unitis", het
vereenigdblijven; de vrees voor gescheiden
te worden is zoo groot, dat men in iedere
vredesbemiddeling van welken kant zij ook
komt, een poging ziet om de Entente te
verdeelen. En reeds bij voorbaat lieert de
Fransche regeering doen weten, dat ieder
die het voorbeeld van den Paus zal volgen,
nul op het request zal krijgen. Alleen rijst
de vraag: waarom destijds dan wel Wilson
geantwoord? Achter den Paus en achter
Stockholm ziet de Entente het spookbeeld
van een tweedrachtzaaiend Duitschland.
„Duitschland verklaarde Ribot zoekt
ons te verdeelen en te verzwakken; naar
mate het einde van den oorlog nadert, moe
ten wij oppassen voor de pogingen van den
vijand om tweedracht onder dé bondgenoo
ten te zaaien." Painlevé had op diezelfde
samenwerking een dag vroeger oen niet
minder krachtig beroep gedaan en aange
toond, dat ze een niet minder gebiedende
eisch was voor de geallieerden onderling
.Het is noodig zeide hij dat de bond
genooten handelen als of zij vormden één
natie, één leger en één front, want de
nederlaag van één hunner zou de neder
laag van allen beduiden, terwijl de overwin
ning, de overwinning van allen beteekent.
De bondgenooten moeten gemeenschappe
lijk hun mannen, wapenen en geld aanwen
den, daar alleen tot dezen prijs een meer
derheid hunner hulpbronnen te verkrijgen
is, een meerderheid die thans nog te veel
verspreid is, doch een verpletterende macht
moet worden."
Er klinkt door deze woorden, naast veel
toekon\stmuziek, ook nog een dissonantje
voor het heden. Het rechte is het nog steeds
niet met die onderlinge samenwerking,
waarop toch al zoolang als zeer nabij voor
de deur staande, gezinspeeld is. En het is
dan ook wel eenigszins eigenaardig den
Franschen minister van oorlog onmiddellijk
na deze erkenning te hooren getuigen van
de „militaire feiten", daar toch de militaire
successen der Entente, wat hun f. e i t e 11 j-
waarde aangaat, nog maar steeds van
zeer bescheiden afmeting gebleven zijn,
Terecht o.i. vraagt dan oo kde Neue Freie
Presse, waarin dan eigenlijk de successen
der Entente bestaan, „nadat de slag aan de
Isonzo in weerwil van de reusachtige offers
aan menschenlevens geen succes van eenig
belang heeft opgeleverd, de voorwaortsche
beweging ten aanzien van Riga, Rusland ten
zwaarste heeft getroffen, de slagen in Vlaan
deren en bij Verdun den mi'itairen toestand
eigenlijk niet hebben gewijzigd". Het blad
noemt dat allemaal luchtkasteelen van Pain
levé. „Het venvijzen -naar later kan den hui-
digen nood der Entente niet lenigen. De
loop van den corlog za! niet door hoog
dravende redevoeringen van ministers
maar door feiten bepaald worden" welke
laatste opmerkingen volkomen juist zijn,
wanneer men althans, gelijk het nieuwe
Fransche Kabinet zulks doet, met zóó krasse
voorwaattlen over vredes-bereidwiiligheid
voor den dag komt. Uit een en ander blijkt
reeds, dat met de door de Fransche re
geering blijkbaar door een /ergrootglas be
keken kentering In de militaire positie
der strijdvoerenden, bij de Entente de an
nexatie-lust aan het groeien is. Reeds nu
heeft het er allen schijn van, dat het ge
meenschappelijk oorlogsdoel van de vijan
den van Duitschland EIzas-Lotharingen zal
worden, méér zelf9 nog dan België en Ser
vië. Bij toenemend Hapengelqk der gealli
eerden zal bij EIzas-Lotharingen de Rijnoe
ver nog wel bijkomen. L'appétlt vient en
mangeant.
Do oorlog.
Berlijn, 2 I Sept. (W. B.) Of fideel.
Het antwoord der keizerlijke Duitsche regee
ring op de uitspraak over den vrede van den
Paus luidt als volgt:
Berlijn, 21 September.
Heer Kardinaal.
Uwe Eminentie heeft de goedheid gehad
Z. M. den keizer en koning mijn allergena-
digsten heer met een brief van 2 Augustus
een bekendmaking van Z. H. den Paus te
doen toekomen, waarin Z. H. zeer bekom
merd om de verwoestingen van den wereld
oorlog een dringenden oproep tot den *re<je
aan .de staatshoofden der oorlogvoerende
volken richt. Het heeft Z. M. den keizer en
koning behaagd, mij met den brief van U. E.
in kennis te stellen en mij op te dragen, dien
te beantwoorden.
Sinds geruimen tijd volgt Z. M. met ge
voelens van diepe achting en oprechte dak
baarheid de bemoeiingen van Z. H. in den
geest van ware onpartijdigheid, om het leed,
door den oorlog ontstaan, naar vermogen
te lenigen en een einde der vijandelijkheden
te bespoedigen. De keizer ziet In de jongste
stappen van Z. H- een nieuw bewijs van
edele en mensohlievende gezindheid en
koestert den levendigen wensch, dat tot heil
der geheele wereld den pauselijken oproep
succes beschoren moge zijn.
Het streven van Paus Benedictus XV om
voor een vergelijk onder de volken den weg
te banen, kon des te zekerder rekenen op
een sympathieke ontvangst en overtuigen
den steun bij Z. M., daar de keizer van af
het oogenblik dat hij aan de regeering is
gekomen het als zijn voornaamste en hei
ligste taak heeft beschouwd, voor het Duit
sche volk en de wereld de zegeningen van
den vrede te behouden. In de eerste troon
rede bij de opening van den Duitschen Rijks
dag, den 25sten Juni 1888, beloofde de
keizer plechtig, dat de liefde voor het Duit
sche leger en zijn verhouding te dien op
zichte hem nooit in verzoeking zou brengen
om voor het land de weldaden van den vrede
te bederven, als de oorlog niet een ons op
gedrongen noodzakelijkheid zou worden
door een aanval op het-rijk of de bondge
nooten daarvan. Het Duitsche leger moest
ons in vrede doen leven en als deze noch
tans zou worden gebroken, in staat zijn, hem
en met eere tot stapd te brengen. De keizer
is de toentertijd afgelegde gelofte in een
zegenrijke regeering van 26 jaar, zonder op
eenige vijandelijke aanvechting of verlok
king acht te slaan, met daden nagekomen.
Ook in de krisis, die tot den nuidlgen we
reldbrand leidde, is het streven van Z. M.
tot op het laatste oogenblik er op-gericht
geweest om den twist door vreedzame mid
delen te beslechten. Nadat de oorlog tegen
zijn wil en wensch was uitgebroken, heeft de
keizer in vereeniging met zijn hooge bond
genooten het eerst plechtig zijn bereidheid
tot het aangaan, van vredesonderhandelingen
ie kennen gegeven.
Achter Z. M. stond het Duitsche volk in
den krachtigen wil tot den vrede. Duitsch
land zoekt binnen de nationale grenzen de
vrije ontwikkeling van zijn geestelijke en
stoffelijke goederen, bulten het rijksgebied
de ongehinderde mededinging met de lan
den in 't genot van dezelfde rechten en de
zelfde achting. Een onbelemmerd spel der
vreedzaam in de wereld met elkander worste
lende krachten zou tot de allerhoogste ver
volmaking der edelste goederen van het
menschdom hebben geleid.
Een noodlottige aaneenschakeling van ge
beurtenissen heeft In het jaar 1914 plotse
ling den veel belovenden ontwikkelingsgang
gestremd en Buropa in een bloedig ge
vechtsterrein herschapen.
De beteekenis der uitspraak van Z. H. op
volle waarde schattende, is de keizerlijke oorlogvoerende volken gericht.
regeering niet in gebreke gebleven, de daar
in vervatte aansporingen ernstig en nauw
gezet te onderzoeken. De bizondore maat
regelen, die ze in nauwste aanraking met de
vertegenwoordiging van het Duitsche volk
voor de bespreking en beantwoording van de
opgeworpen kwesties heeft getroffen, getui
gen hoe veel er haar aan gelegen is, in over
eenstemming met de Wenschen van Z. H. en
de vredesmotie van den Rijksdag van 19 Juli
bruikbare grondslagen voor een rechtvaar
digen en duurzamen vrede te vinden. Mei
bizondere sympathie begroet de keizerlijke
regeering de gedachten, die aan den oproep
tot den vrede ten grondslag |jggen, waarin
Z H. duidelijk zijn overtuiging uitdrukt, dot
voortaan in de plaats van het stoffelijke wa
pengeweld de zedeliike macht ven het reohl
moet treden.
Ook wij zijn doordrongen vun het bewust
zijn, dat het zieke lichaam der menschen-
maatschoppij alleen door eene versterking
de zedelijke kracht kan genezen. Hieruit zou
naar de meening van Z. H. tegelijk de ver
mindering van de strijdkrachten in alle sta
ten en de instelling van een bindend
scheidsgerecht voor internationale geschil
len volgen. Wij deelen de opvatting van
Z. H., dat bepaalde regels en waarborgen
voor een gelijktijdige en wederkeerige be
perking van de bewapening te land, ter zee
en in de lucht zoomede voor de wore vrij
heid en het gemeenschappelijk bezit van de
volle zee de punten zijn, bij de behande
ling waarvan de nieuwe geest, welke voor
taan in de verhouding tusschen de staten
moet iheersohen, zich voor het eerst en vol
beloften zou moeten uiten. Dan zou zonder
meer de taak zich voordoen om opdoemende
internationale meeningsverschillen niet door
de strijdkrachten op te roepen, maar met
vreedzame middelen, inzonderheid ook langs
den weg van scheidsrechtelijke uitsjLaak, te
laten beslissen, waarvan wij de hooge vrede
stichtende uitwerking met Z. H. len volle er
kennen.
De keizerlijke regeering zal daarb:j elk
voorstel steunen, dat met de levensbelangen
van het Duitsche rijk en volk overeen te
brengen is. Duitschland is wegens zijn geo-
graphische ligging en oeconomische be
hoeften op het vreedzame verkeer met de
huren en met het verre buitenland aonge-
vezen. Geen volk heelt derhalve meer dan
het Duitsche aanleiding om te wenschen,
dat in plaats van den algemeenen haat en
strijd een verzoeningsgezinde en broeder
lijke geest tusschen de naties gaat heer-
schen.
Wanneer de volkeren, door dezen geest
geleid, tot hun heil zullen hebben beseft, dal
het goed is om meer den nadruk te leggen
op het vereenigend dan op het scheidend
element in hun betrekkingen, zal het hun
gelukken ook de op zich zelf staande en nog
onopgeloste geschilpunten zóó te regelen,
dat aan elk volk bevredigende bestaansvoor
waarden worden verschaft en daarmede een
terugkeer der groote volkerencatastrophe
uitgesloten schijnt. Slechts onder deze voor
waarde kan een duurzame vrede gegrond
vest worden, welke de geestelijke toenade
ring en den economischen wederopbloei def
maatschappij begunstigt.
Deze ernstige en oprechte overtuiging
geeft ons den moed tot het vertrouwen, dat
ook onze tegenstanders in de door Z. H. in
overweging gegeven gedachten een ge-
schikten grondslag mogen zien om onder
voorwaarden, die met den geest der billijk
heid en met den toestand van Europa over
eenstemmende, nader te treden tot de voor
bereiding van een toekomstigen vrede.
Geloof mij, enz(volgt de naam van.
den rijkskanselier).
Aan Z. E. den staatssecretaris van Z. H.
den paus Benediktus, kardinaal Gaspari te
Rome.
Weenen, 21 Sept. (Corr^Bur.). Het
door den minister van Buitenlandsche Zaken
gisteren aan den pauselijken nuntius over
handigde antwoord van Z. M. op de nota van
den Heiligen Vader van 1 Augustus, luidt uit
het Duitsch vertaald als volgt
Hetlige Vader!
Met verschuldigden eerbied en diep be
wogen hebben wij van den nieuwen stap
kennis genomen, dien Uwe Heiligheid, ter
vervullmg van het U door God opgedragen
heilige ambt, bij ons en bij de hooiden der
andere oorlogvoerende staten heeft onder
nomen met het edele voornemen, de zwaar
beproefde volken te brengen tot een verzoe
ning, die hun den vrede hergeeft.
Met een dankbaar hart ontvangen wij deze
nieuwe gave van vaderlijke zorg, die Uwe
Heiligheid allen volken steeds zonder on
derscheid doet geworden, en wij begroeten
uit het diepste onzer ziel de aangrijpende
vermaning door U tot de regeeringen der