„DE EEMLANDER". Maandag 24 September 1917. BUITENLAND. 't Winkeltje. 16 Jaaraarig FEUILLETON. §v N°. AMERSFOORTSCH DA MARie VAN VERSENDAAL. Hoofdredactie! j Mf Q f VAN SCHAARDENBURG. Uitgevers: VALKHOF F~ ft Co ABONNEMENTSPRIJS: Par S mudn roc# Amnftel f l.>0. Uam fronoo par poatM I.OO. Par waak (mat gratii ranakariag Ufaa ongalukkao)» 0.14. Aftoadwlgk. O.OB. Wakaiykaah htjroafaal ,Dt BóOcmdtAt Buitermm"' radaotla raa Thirtaa Haran) par 8 mad. 50 eta. Wakalykaab b(jraagaal ,WtrMmtu" par 8 mod. SB e(a. ~n Bureau: Arnbemscbe Poortwai, boek UIrecbtscbeatr. Intercomm. Telefoonnummer 66. PRIJS DER ADV ERTENTIËN V»n 1-6 Elk* r«R«l m»*r DitoitAAnbioding«Q 1—5 r«gels Grooto lelUra naar plaatsruimU. Vooi hand*l on bedrjjt bostaao z«or vyoedoaligo Uepalinguu tot het herhaald adverteoren iu dit Blad, bij abonnement. Eene circulaire, beraltoude de voorwaar^on. wordt op aanvraag toegezonden. f O.NH, - O. I 5. n.ncK Zij «lie zich met I Ooi. op het Ainersf. Dagblad abonneeren, ontvanjen de tot dien «Intuin versch ijncmle num- mers gratis. Politiek Overzicht Het antwoord der centrale mbgendheden. In December van het vorige jaar, in het ïicht van het Kerstfeest, hebben de Centrale mogendheden officieel aan de Entente door middel der onzijdige stoten, waartoe destijds p\og Amerika behoorde, laten weten, dat zij bereid waren om vrede te sluiten. Een vrede op redelijke voorwaarden. Als „onoprecht" fcn „zonder bepaalde strekking" zijnde werd üit vredesvoorstel gewezen van de hand. De strijd werd verder gestreden, in de vrij Stellige verwachting, dat het voorjaarsoffen sief den vrede brengen zou. Sindsdien re volutioneerde Rusland en gespte Amerika bet zwaard aan. Duitschland had helaas op ostentatieve wijze, die aan het sympa thieke van het voorstel afbreuk deed het eerst openlijk over vrede gesproken. Eerst daarna kwam president Wilson met zijn voorstel: gelijk oversteken van vredes voorwaarden. En Duitschland bood den vre- cle aan op een oogenhlik, dat het zelf had gekozen, n.l. na den, uit een militair oog punt, schitterenden veldtocht in Roemenië. Onomwonden gaf evenwel de Entente te kennen, dat zij nog geen vrede wilde en uit ihet antwoord van 11 Januari 1917 aan pre sident Wilson bleek voldoende, dat zij geen vrede wilde, die niet voor Duitschland zou beteekenen: een nederlaag, een zich over wonnen verklaren.' „Zoolong wij de blijken van berouw niet gewaar worden schrijft nog heden de Pall Mall Gazette en noemt als zoodanig: herstel, vergoeding en waar borgen hebben 's keizers uitlatingen geen waarde voor ons." Uit het Duitsche aanbod zelve is toen afgeleid, dat Duitsch land ingezien had zijn machteloos heid om te kunnen overwinnen en uit 'de weigering der Entente hare zekerheid van te zullen zegevieren. Op het voorjaars-offensief 1917 was aan Entente-zijde een zekere verwachting op de eind-overwinning gebouwd; de verwachting is teleurgesteld, maar de gebeurtenissen op bet slagveld, vooral het afknabbelen van het Westelijk front, gaven aan de wapenen der Entente eenige kans méér dan vroegere of- lensiven hadden gegeven. Dit, gevoogd bij het gelijktijdig geopend vooruitzicht op den steun der millioenen-legers uit Amerika, beeft een nieuwe verwachting op een vol komen overwinning doen geboren worden en het is d i e verwachting, welke de En tente aanleiding heeft gegeven om een tweede vredesvoorstel, n.l. dat van den Paus, botweg onbeantwoord te laten, m. a. w. voor de tweede maal een vredesaanbod 'te weigeren. De Centrale mogendheden daarentegen hebben in hun in toon verschillend, in wezen gelijke antwoorden op de Pause lijke nota, gelijk te verwachten was, van hun bereidheid tot den vrede wederom ge tuigd. „Wij hebben niet geaarzeld aldus het Oostenrijksche „Fremdenhlatt" nog maals onzen oprechten, eerlijken wH tot vrede te toonen, nu wij zondervoorbe- h o u d met de pauselijke voorstellen instem men." Ze hebben dat gedaan, zeer nadruk kelijk betoogend, dat in dien krachtigen wil tot den vrede achter de beide keizers hunne volkeren staan, waarin niet alleen een waar borg gezien moge worden voor de oprecht heid van dien wil, maar tevens een weer klank gehoord wordt op de uitspraak in Wil son's antwoord aan den Paus, „dat het woord der huidige bewindslieden in Duitschland niet als waarborg kan worden genomen van iets, dat bestemd is voor bestendigheid tenzij het Duitsche volk zich daarmede afdoende vereenigt." Duitschland en Oostenrijk hebben voorts fynn standpunt van December j.l. gehand haafd om over hune vredesvoorwaarden niet In détails te treden, al wordt ook thans we derom uitzicht geopend op hunnerzijds r e d e 1 ij k e voorwaarden. Dit standpunt ver dient waardeering. Allereerst dienen de grondslagen voor een rechtvaardigen en duurzamen vrede gelegd te worden, alvorens de opgeworpen twistpunten ter beslechting naar voren gebracht mogen worden en wat deze grond-principes betreft zal het ant woord den Paus, wien het er geenszins om te doen was de wereld een vrede te dictee- ren, maar wiens streven er alleen op gericht was grondslag te vinden voor toenadering der vijandelijke regeeringen, ongetwijfeld w e 1 bevredigen. Het „cedant arma togao" (letterlijk: de wapens wijken voor de toga): de vervanging van het stoffelijk wapenges' weid door de zedelijke macht van het recht ''wordt door Duitschland als grondbeginsel aanvaard niet alleen, maar de beperking van bewapening en de vrijheid der zee worden zeer nadrukkelijk op den voorgrond gesteld. Dit mogen oogenschijnlijk „vaagheden" en „algemeenheden" zijn, zij zijn van het hoog ste gewicht ten aanzien van het door de En tente beoogde doel, dat zich immers niet zoo zeer richt op de vernietiging van het Duitsche volk, dan wel op de Duitsche militair^ staats macht, wier voortbestaan zij een bedreiging acht voor den vrede der volkeren. De „Lo- kal Anzeiger" schrijft daaromtrent: „Onze vijanden moeten thans erkennen, dat hun opvattingen van het karakter van de Duitsche rijksregeering, die uit het oorlogs doel: de vernietiging van het Pruisische mili tarisme bleek, volkomen onzinnig is. De ant- woord-nota verklaart plechtig, dat in plaats van de materieele macht der wapenen de moreele macht van het recht moet komen en dat de nieuwe geest, die voortaan in de betrekkingen der staten moej heerschen, zich moet openbaren in gelijktijdige en we- derkeerige beperking der bewapening.'' Het vooropstellen van dit denkbeeld zal bij de Entente niet nalaten indruk te maken en de „Westminster Gazette" heeft het dan ook reeds een feit van het hoogste belang ge noemd, dat de ,;huidige bewindslieden" der middelrijken sohijnen in te stemmen met het beginsel van ontwapening en scheidsgerecht. „In het verleden aldus merkt het Engel- sche blad op was Duilsohland de mo gendheid, die de voorkeur gaf aan de „blin kende" wapenrusting" en de „gepantserSa vuist" en den weg naar de vermindering van dé bewapening alsmede een vreedzame bijlegging van internationale geschillen ver sperde." Ook de soc.-dem. „Vorwarts" is verrast door de warmte, waarmede de Duitsche regeering zich verklaard heeft voor de gedachte van ontwapening en internationale arbitrage. „Het valt niet ta ontkennen, dat in dit opzicht werkelijk een nieuwe geest zich uitspreekt, die een nieu wen toestand schept. Als er in het vijande lijke buitenland stemmen zullen zijn, die ver klaren <1at achter het masker van de ant- woord-nota zich het gelaat verbergt van het Pruisische militarisme, dan is zulk een op vatting in strijd met de feiten. De nota toont het ware gelaat van de Duitsche Rijksdag meerderheid en in het bijzonder ook het ware gelaat van de Duitsche sociaal-demo cratie. Ook al zou het succes, dat de nota verdient, achterwege blijven, men zou toch op den ingeslagen weg moeten voortgaan." Zeer duidelijk aangetoond het groote belang van de bereidverklaring der Centrale mid denrijken tot beperking van ontwapening en scheidsgerecht vinden we nog uitgedrukt in de volgende opmerking der te Boedapest ver schijnende „Pester Lloyd". „Het antwoord der monarchie en haar Duitsche bondgenoo- ten op den vredesstap van den paus toont aan, dat de menschheid in drie jaren we reldoorlog zeer snel tot rijpheid is gekomen en zioht ontwikkelt op een wijze, die anders tientallen van jaren in beslag zou nemen. Degene, die het nog voor eenige jaren als een vérgelegen mogelijkheid zou hebben be schouwd, dat groote militaire staten als Oos- tenrijk-Hongarije en Duitschland zich on middellijk na hun onbestrijdbare, reusachtige militaire successen bereid zouden verklaren hun buitenlandsche politiek op het meest radicale pacifisme te richten, zou voor een dwaze en utopist zijn uitgemaakt." De verklaring van de Cen trale regeeringen is van het grootste belang en daarbij vergeleken is het niet ingaan op de concrete twistpunFen van secundaire waarde. Wij deelen te dien opzichte de meening van het Berliner Tageblat, dat het niet noodig was in de nota speciaal gewag te maken van België of 'eenig andere territoriale kwestie, nu verklaard wordt dat de regeering zich aansluit bij de wenschen van den paus en de vredesresolutie van den Rijksdag. Zeer terecht stelt de Duitsche regeering op den voorgrond dat het allereerste fondament voor iederen vrede het vertrouwen moet wezen en dat de vredesonderhandelingen geopend moeten worden niet op de al of niet-mogelijkheid van een ééns-worden op bepaalde punten, maar dat meer nadruk ge legd dient te worden op het v e r e e n i- gend dan op het scheidend element in de onderlinge betrekkingen tusschen de strijdvoerenden. De Voss. Ztg. ziet dan ook in het zwijgen over alle territoriale proble men juist de waarde van de nota! „De opsomming van alle nationale wenschen en mogelijkheden aldus het blad zou slechts olie in het vuur gieten. Dat zijn vraagstukken die slechts aan de conferentie- tafel en met kalmte zonder hartstocht kun nen worden besproken. Het komt er thans op aan, om de staatslieden in de conferentie zaal te brengen en voorwaarden vast te stel len, waaronder onderhandelingen mogelijk zijn." Dat wat de strijdende partijen ver eenigen kan, is de mogelijkheid om te geraken tot dusdanige staten-verhouding, dat het militaire machtsmiddel tot beslechting van geschillen machteloos worde gemaakt, doch dat daarvoor in de plaats trede een beslissing van de internationale meenings- verschillen langs den weg van scheidsrech terlijke uitspraak. Dat alleen kan de grond slag vormen tot een duurzamen vrede en deze grondslag is van Entente zijde herhaal delijk op den voorgrond gesteld. Eerst daarna komen de nog onopge loste geschilpunten, ten opzichte waarvan de Entente het blijkt uit het Duitsche ant woord aan den Paus opnieuw van de zijde der Centrale mogendheden een zeer tegemoetkomende houding kunnen verwach ten. Waar evenwel juist die geschilpunten met name België, Elzas-Lotharingen en Servië door de Entente als toetssteenen op den voorgrond gesteld worden, blijft de hoop op eenige practische uitkomst van 's Pausen lusschenkomst gering. Reeds gaf dan ook het Amerikaansche Staatsdeparte- ment te kennen, dat de antwoorden der mid- <lelrijken geen aanleiding zijn opv eenige wijziging te brengen in de doeleinden en be doelingen van Amerika ten opzichte van het voeren van den oorlog en evenmin van de uiteindelijke regeling van den vrede. D* oorlog, Washington, 22 September. (H) Het staalsdepartemcnl geeft duidelijk te ken nen, dat dc antwoorden der Centrale mogend- beden geen aanleiding geven om eenige wij ziging tc brengen in de doeleinden en bedoe lingen van Amerika ten opzichte van liet voe ren van den oorlog en evenmin van dc defi nitieve regeling van den vrede. Londen, 22September (R.) De Prcss- Associalion heeft reden om te gclooven dat het Duitsche antwoord aan den Paus de Brit- scbe regeering gewis geen aanleiding zal geven om vroeger op de nota van den Heiligen Vader te antwoorden datï anders bet geval zou zijn.geweest. Integendeel zou hel juist wel eens een tegenovergestelde uitwerking kunnen hebben. Bueno s-A ires, 22 Sept. (R.) Argen tinië heeft een ultimatum gezonden oan Duitschland. Buenos-Aires, 23 Sept. (R.). Dl Duitsche regeering heeft Argentinië in ccr officieele nota voldoening gegeven. B e r 1 ij n 2 3 S e p t. (W.-B.). De Duitsche regeering heeft den Argentijnschen getanl in antwoord op eene mededeeling verklaard, dat graaf Luxburg niet meer persona grata is en dot zij het gebeurde zeer betreurt. Dc in bedoelde telegrammen weergegeven denkbeelden van graaf Luxburg, zijn diens persoonlijke meening en hadden op de be sluiten en beloften der Duitsche regeering geen invloed geoefend. Londen, 23 Sept. (R.). Uit Buenos- Aires wordt gemeld De nota van de Argentijnsche regeering aan Duitschland werd in de Kamer mede gedeeld. Toen over een breuk- met Duitschland ge stemd zou worden, werd deze stemming nog uitgesteld tot den volgenden dag. Zonder het voorstel betreffende den breuk in te trekken. De minister van Buitenlandsche Zaken werd luide toegejuicht, toen hij in den loop eener rede verklaarde „Wanneer het antwoord van de Duitsche regeering niet bevredigend is, is de regie ring besloten tot de uiterste maatregelen over te gaan, zoo noodig zullen ook wij onze soldaten zond P a r ij s, 2 2 S e p t. (i iavas). Officieel. Op verschillende gedeelten van het Aisne- front werden nog al levendige artillerie-ge vechten geleverd. De Duitschers trachtten kleine Fransche posten in de richting var. Royère, ten Z. van de Miette en in den om trek N.W. van Reims te overrompelen. Dé pógingen mislukten in het Fransche vuur Korte en zware vuuracties in Chmpagne en op beide Maasoevers. Van het overige front geen nieuws. Parijs, 2 2 Sept. (R.) Avondcommunf- qué. Aanmerkelijke gfschulwerkzaHmheid aan weerszijden van het goheele Aisne- front, voornamelijk nabij de Mennoj?an- hoeve, Cemy en Courey. Eveneens leven dige geschutwerkzaamheid op den r<v.hter Maasoever nabij Bezouveaux. Elders tanvel- len en patrouillegevechten. B e r 1 ij n, 2 3 Sep t. (W. B.) Officieel. Legergroep prins Rupprecht: Een Engelsohe monitor, gesteund doof waarnemende vliegers, beschoot gistermor gen Ostende. Eenige granaten troffen do kathedraal, waarin een vroegmis gehouden werd. Zeven Belgen werden gedood en 24 zwaar gewond. De monitor werd door het vuur van onze kustbatterijen verdreven. Aan het Vlaomsche front bleef bet artil lerie-vuur na afloop van de plaatselijke ge vechten in de vroegte van afwisselende he vigheid. Tegen den avond steeg de actie des vijands ten Noordoosten van Yperen weer tot trommelvuur. Er volgden krachtige, partieele aanvallen der Engelschen ten Zuidoosten van St. Ju- lien. De vijand werd teruggeslagen. Des nachts hield het vuur op en kwam het niet tot infanterie-bedrijvigheid. Wie loftuitingen zoekt, twijfelt aan eigen waarde. Roman door Thérèse Hoven. 't Komt er zoo benauwd uit en 't vormt zulk £cn tegenstelling met dc humanitaire denk beelden, waarmee Cor is bezield, dat ze er om lachen moei. Die Hes kan ook zoo nuchter zijn. Ze is enkel praktisch! Zij heeft zeker nooit ge droomd? Ze heeft alleen met haar verstand geleefd, haar hart is er buiten gebleven... Om-in den toon te blijven, zegt Cor: „Weet ge wal. zus? Als de onfatsoenlijke pannen je oen doorn in 't oog zijn. ga dan even om 't hoekje in den ijzerwinkel, daar hebben ze van alles of zal ik gaan? Kom, laten we mekaar nu cc-ns op een mooi stelletje pannen traktee- ren." ..Cornelia," zegt Hes, onthutst en streng. „Als je zoo parvenu-achtig doet, spreek ik geen woord meer met je.'' „Parvenu-achtig,stamelt Cor. „Ja, natuurlijk; wie koopt er nu een stel pannen tegelijk?'? „Nou ja, bij manier van spreken danj ik ben er, evenmin ah jij. voor. ojq li oyer 3e balk te gooiend „Dat zou voor geëmailleerde pannen ook niet deugen," zegt de oudere zuster, droog komiek. „Hoeveel wou-je er hebben?" vraagt Cor, die wel houdt van een boodschapje 's morgens. „Nu, één flinke groote voor de aardappelen en een kleinere voor de groente, en ja, wat we 't meest noodig hebben, is wel een klein pannetje om de melk in te koken. Je weet, hoe Miel is voor ongekookte melk en hoe precies ze is." „Ja, ze zal wel een net huisvrouwtje zijn," zegt Cor, die één en al verrukking is over de verbeterde vooruitzichten inzake het huwelijk, tenminste het engagement, van haar nichtje. De jonge van Poeteren komt er nu geregeld aan huis; ze hebben dan ook maar niets aan hem te danken. JAls 't niet door Gijs was geweest die zoo veel energie had getoond en die zulke goede kanalen wist, zouden ze niet zulke prachtige zaken hebben gemaakt. Ze loopt, er nog over te denken, als ze op straat is. 't Moet toch heerlijk zijn om te trou wen en om kindertjes te krijgen. Verbeeld je, dat Miel nu al zoo ver was en zoo'n lekker molletje van een kind had? Wat zon ze 't knuffelen. Of ze 't, als 't een meisje was. naar een van de tantes zou noemen? En als ze er twee tegelijk kreeg? Dat zou zij nu zoo verrukkelijk hebben gevonden om een tweeling te hebben, 't Komt dikwijls ge noeg voor. Als Miel nu eens twee kleine meis jes zou krijgen en ze zou ze noemen naar de twee tantes, die haar groot hebben gebracht: Hes en Cor? Ze fleurt er Heelemaal van op en 't is met een opgeruimd gezicht, dat ze de juffrouw van •ton smid de reden van haar kognst .uitlegt, f Deze, een nietig, schraal menschje, schrikt er van. „Gunst, juffrouw, fioe komt u nu bij mij voor zoo iets?" „Wel, 't zijn toch artikelen van uw zaak." „Anders ja, maar op 'l moment ben ik er heelemaal uit. Gistereu kwam er een dame om een petroleumstel; ze had gehoord, dal de kolen zoo duur zouden worden en wou nu pro- beeren om op petroleum te koken. Ze wou zoo'n groot stel hebben eul 'drie gaten, maar ik had 't niet.'' „Da's ook wat, u kunt 't toch bestellen?" „Och! ik weet er zoo weinig van/ï „Maar uw man toch wel?"- „Weet u dan niet dal mijn man en de knecht allebei gemobiliseerd zijn? Ja, 't is je wat. De knecht, afijn, die was nog in den leeftijd, maai mijn ïflan was nel klaar met zijn militaire plichten, zooals ze 't noemen, hij moest enkel nog maar zijn uniform inleveren en daar heb ben ze hem toch nog te pakken gekregen. Hij zit heelemaal iu Brabant., en ik sta hier voor alles. Ik weet niet hoe 't gaan moet. Als 't lang duurt, sluit ik de zaak en trek ik met de jon gens bij mijn ouders in." Ook dit geval werd op dc buurt-societeit be sproken en mat soortgelijke aangevuld. De een kent een jong getrouwd paar, waar van de man eveneens gemobiliseerd is; ze wa ren net in een banketbakkerszaak en 't vrouw tje durfde 't niet aan. Ze hadden dus doodeen voudig den winkel te huur gezet. „O! maar dat ls heel iets anders," betoogt juffrouw Hes. „De snoepwinkels, om 't nu maar eens zoo te noemen, hebben 't misera bel. Niemand koopt er meer koekjes en taar tjes, alleen deugdelijke Verkade en Patria bis cuit voor \2 centen het pus, Die vliegen weg, daar kunnen wij van mee "praten, niet waar, Cor?" Deze bevestigt de woorden harer zuster en vertelt van een winkel in de buurt, een prima zaak, waar ze, in de eerste weken van den oorlog, nog voor geen gulden per dag beur den en toch moesten ze van allerlei bakken. Een der aanwezigen beweert, dat 't in de bloemenwinkels nog veel erger gesteld is cn 't allerergste in tea-rooms, waarop Cor, die wel eens raak uil den hoek kan komen, zegt: ,,'t Is een Gods-oordeel, omdat de men- schen zoo lichtzinnig zijn geweest. Hoe 't in andere plaatsen is, weet ik niet, mnar hier in den Haag loopt 't dc spuigaten uit. Dc weelde is hoe langer hoe meer toegenomen... „Ja, dat zeg ik nu ook," valt Cootjc Wou ters in, die zooals ze wel eens meer doet, 's middags een uurtje is komen helpen. Haar moeder en zuster „ploeteren vrecsclijk in de liefdadigheid," zooals zij 't noemt, en zijn den gehcclen dag aan 't werk bij 'l Roode Kruis, maar zij vindt 't veel leuker om in 'l winkel tje te bedienen en de zusters wat uil dc hand te nemen. Ook hoort ze er nog eens 'l een en ander en raag ze meepraten; thuis wordt ze zoo klein gehouden, vervelend genoeg. „Weet u." zegt ze, mei hel aplomb van een vrouw van ondervinding: „Ik ben het heele maal met u eens. Iedereen verbeeldt zich een hcele Piet le zijn. U moet de meisjes op school hooren vertellen van de jours van haar Mama's. En, als je er een naar huis brengt en je mag eens per gratie Gods, binnen komen, dan beleef je wal. Mama is piekfijn aangedaan, net of ze naar de comedie gaat en overal staan bloemen en is er van allerlei bij de thee: koekjes en pet its fours eu s a r. d- .wiches en overal zijn schemerlampen aun- gebracht. Dal is de mode, boudoirs in half- schemcr 1 a Couperus... 't Bakvisehjc slaat een beetje door en ver telt van allerlei, wat ze zoo heeft opgevangen. Juffrouw Hes schudt 't wijze hoofd en mom pelt iels van kleino kinderen, die als groote menschen pralen. Coolje schatert 't uit: ,,U vindt mij een kleiu potje met groote ooren, omdat ik luister naar hetgeen er om mij heen wordt verhandeld, niaar 't zijn niet mijn ooren alleen, die ik dert kost geef, maar mijn oogen even goed! „U moet denken, je wordt ouder in dezeft tijd, omdat je zooveel meemaakt en ik verze ker u, dat ik gedeeltelijk ook uit eigen onder vinding spreek, als ik. mei juffrouw Cor, dc malle weelde van gewone menschen afkeur. En 'I ergste vind ik, dat al die t c a-r o o ni s en bloemen- cn mooie winkels opgericht zijn, juist door de pronkzucht van de dames cn nu dat ze oorlogsschrik te pakken hebben, zijn ze le hang om iets uit te geven en laten ze dc zaken in den sleek, die haar ter wille zijn op gericht... Als ze ziet dal de aanwezigen elkander^spot- lend toe knikken, vervolgt ze ernstig: „Ja, ik zeg 't misschien verkeerd, maar ik meen 'l goed cn ik heb 't hcuSch van iemand erg knaps gehoord en toen klonk 't wal mooi! Dc aandacht wordt van Cootje afgeleid door hel binnenkomen van een lange, magere jonge dame met een wanhopige uitdrukking op haar gezicht. (Wordt vervolgd.»

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1917 | | pagina 1