„DE EEMLANDER".
Maandag 24 September 1917.
BUITENLAND.
't Winkeltje.
16 Jaaraarig
FEUILLETON.
§v N°.
AMERSFOORTSCH DA
MARie VAN VERSENDAAL.
Hoofdredactie! j Mf Q f VAN SCHAARDENBURG.
Uitgevers: VALKHOF F~ ft Co
ABONNEMENTSPRIJS:
Par S mudn roc# Amnftel f l.>0.
Uam fronoo par poatM I.OO.
Par waak (mat gratii ranakariag Ufaa ongalukkao)» 0.14.
Aftoadwlgk. O.OB.
Wakaiykaah htjroafaal ,Dt BóOcmdtAt Buitermm"'
radaotla raa Thirtaa Haran) par 8 mad. 50 eta.
Wakalykaab b(jraagaal ,WtrMmtu" par 8 mod. SB e(a.
~n
Bureau: Arnbemscbe Poortwai, boek UIrecbtscbeatr.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
PRIJS DER ADV ERTENTIËN
V»n 1-6
Elk* r«R«l m»*r
DitoitAAnbioding«Q 1—5 r«gels
Grooto lelUra naar plaatsruimU.
Vooi hand*l on bedrjjt bostaao z«or vyoedoaligo Uepalinguu
tot het herhaald adverteoren iu dit Blad, bij abonnement.
Eene circulaire, beraltoude de voorwaar^on. wordt op
aanvraag toegezonden.
f O.NH,
- O. I 5.
n.ncK
Zij «lie zich met I Ooi. op het Ainersf.
Dagblad abonneeren, ontvanjen de
tot dien «Intuin versch ijncmle num-
mers gratis.
Politiek Overzicht
Het antwoord der centrale
mbgendheden.
In December van het vorige jaar, in het
ïicht van het Kerstfeest, hebben de Centrale
mogendheden officieel aan de Entente door
middel der onzijdige stoten, waartoe destijds
p\og Amerika behoorde, laten weten, dat zij
bereid waren om vrede te sluiten. Een vrede
op redelijke voorwaarden. Als „onoprecht"
fcn „zonder bepaalde strekking" zijnde werd
üit vredesvoorstel gewezen van de hand.
De strijd werd verder gestreden, in de vrij
Stellige verwachting, dat het voorjaarsoffen
sief den vrede brengen zou. Sindsdien re
volutioneerde Rusland en gespte Amerika
bet zwaard aan. Duitschland had helaas
op ostentatieve wijze, die aan het sympa
thieke van het voorstel afbreuk deed het
eerst openlijk over vrede gesproken.
Eerst daarna kwam president Wilson met
zijn voorstel: gelijk oversteken van vredes
voorwaarden. En Duitschland bood den vre-
cle aan op een oogenhlik, dat het zelf had
gekozen, n.l. na den, uit een militair oog
punt, schitterenden veldtocht in Roemenië.
Onomwonden gaf evenwel de Entente te
kennen, dat zij nog geen vrede wilde en uit
ihet antwoord van 11 Januari 1917 aan pre
sident Wilson bleek voldoende, dat zij geen
vrede wilde, die niet voor Duitschland zou
beteekenen: een nederlaag, een zich over
wonnen verklaren.' „Zoolong wij de blijken
van berouw niet gewaar worden schrijft
nog heden de Pall Mall Gazette en noemt
als zoodanig: herstel, vergoeding en waar
borgen hebben 's keizers uitlatingen
geen waarde voor ons." Uit het Duitsche
aanbod zelve is toen afgeleid, dat Duitsch
land ingezien had zijn machteloos
heid om te kunnen overwinnen en uit
'de weigering der Entente hare zekerheid
van te zullen zegevieren.
Op het voorjaars-offensief 1917 was aan
Entente-zijde een zekere verwachting op de
eind-overwinning gebouwd; de verwachting
is teleurgesteld, maar de gebeurtenissen op
bet slagveld, vooral het afknabbelen van het
Westelijk front, gaven aan de wapenen der
Entente eenige kans méér dan vroegere of-
lensiven hadden gegeven. Dit, gevoogd bij
het gelijktijdig geopend vooruitzicht op den
steun der millioenen-legers uit Amerika,
beeft een nieuwe verwachting op een vol
komen overwinning doen geboren worden
en het is d i e verwachting, welke de En
tente aanleiding heeft gegeven om een
tweede vredesvoorstel, n.l. dat van den
Paus, botweg onbeantwoord te laten, m. a. w.
voor de tweede maal een vredesaanbod
'te weigeren.
De Centrale mogendheden daarentegen
hebben in hun in toon verschillend, in
wezen gelijke antwoorden op de Pause
lijke nota, gelijk te verwachten was, van hun
bereidheid tot den vrede wederom ge
tuigd. „Wij hebben niet geaarzeld aldus
het Oostenrijksche „Fremdenhlatt" nog
maals onzen oprechten, eerlijken wH tot
vrede te toonen, nu wij zondervoorbe-
h o u d met de pauselijke voorstellen instem
men." Ze hebben dat gedaan, zeer nadruk
kelijk betoogend, dat in dien krachtigen wil
tot den vrede achter de beide keizers hunne
volkeren staan, waarin niet alleen een waar
borg gezien moge worden voor de oprecht
heid van dien wil, maar tevens een weer
klank gehoord wordt op de uitspraak in Wil
son's antwoord aan den Paus, „dat het woord
der huidige bewindslieden in Duitschland
niet als waarborg kan worden genomen van
iets, dat bestemd is voor bestendigheid
tenzij het Duitsche volk zich
daarmede afdoende vereenigt."
Duitschland en Oostenrijk hebben voorts
fynn standpunt van December j.l. gehand
haafd om over hune vredesvoorwaarden niet
In détails te treden, al wordt ook thans we
derom uitzicht geopend op hunnerzijds
r e d e 1 ij k e voorwaarden. Dit standpunt ver
dient waardeering. Allereerst dienen de
grondslagen voor een rechtvaardigen en
duurzamen vrede gelegd te worden, alvorens
de opgeworpen twistpunten ter beslechting
naar voren gebracht mogen worden en wat
deze grond-principes betreft zal het ant
woord den Paus, wien het er geenszins om
te doen was de wereld een vrede te dictee-
ren, maar wiens streven er alleen op gericht
was grondslag te vinden voor toenadering
der vijandelijke regeeringen, ongetwijfeld
w e 1 bevredigen. Het „cedant arma togao"
(letterlijk: de wapens wijken voor de toga):
de vervanging van het stoffelijk wapenges'
weid door de zedelijke macht van het recht
''wordt door Duitschland als grondbeginsel
aanvaard niet alleen, maar de beperking van
bewapening en de vrijheid der zee worden
zeer nadrukkelijk op den voorgrond gesteld.
Dit mogen oogenschijnlijk „vaagheden" en
„algemeenheden" zijn, zij zijn van het hoog
ste gewicht ten aanzien van het door de En
tente beoogde doel, dat zich immers niet zoo
zeer richt op de vernietiging van het Duitsche
volk, dan wel op de Duitsche militair^ staats
macht, wier voortbestaan zij een bedreiging
acht voor den vrede der volkeren. De „Lo-
kal Anzeiger" schrijft daaromtrent: „Onze
vijanden moeten thans erkennen, dat hun
opvattingen van het karakter van de
Duitsche rijksregeering, die uit het oorlogs
doel: de vernietiging van het Pruisische mili
tarisme bleek, volkomen onzinnig is. De ant-
woord-nota verklaart plechtig, dat in plaats
van de materieele macht der wapenen de
moreele macht van het recht moet komen
en dat de nieuwe geest, die voortaan in de
betrekkingen der staten moej heerschen,
zich moet openbaren in gelijktijdige en we-
derkeerige beperking der bewapening.'' Het
vooropstellen van dit denkbeeld zal bij de
Entente niet nalaten indruk te maken en
de „Westminster Gazette" heeft het dan ook
reeds een feit van het hoogste belang ge
noemd, dat de ,;huidige bewindslieden" der
middelrijken sohijnen in te stemmen met het
beginsel van ontwapening en scheidsgerecht.
„In het verleden aldus merkt het Engel-
sche blad op was Duilsohland de mo
gendheid, die de voorkeur gaf aan de „blin
kende" wapenrusting" en de „gepantserSa
vuist" en den weg naar de vermindering
van dé bewapening alsmede een vreedzame
bijlegging van internationale geschillen ver
sperde." Ook de soc.-dem. „Vorwarts"
is verrast door de warmte, waarmede de
Duitsche regeering zich verklaard heeft
voor de gedachte van ontwapening en
internationale arbitrage. „Het valt niet ta
ontkennen, dat in dit opzicht werkelijk een
nieuwe geest zich uitspreekt, die een nieu
wen toestand schept. Als er in het vijande
lijke buitenland stemmen zullen zijn, die ver
klaren <1at achter het masker van de ant-
woord-nota zich het gelaat verbergt van het
Pruisische militarisme, dan is zulk een op
vatting in strijd met de feiten. De nota toont
het ware gelaat van de Duitsche Rijksdag
meerderheid en in het bijzonder ook het
ware gelaat van de Duitsche sociaal-demo
cratie. Ook al zou het succes, dat de nota
verdient, achterwege blijven, men zou toch
op den ingeslagen weg moeten voortgaan."
Zeer duidelijk aangetoond het groote belang
van de bereidverklaring der Centrale mid
denrijken tot beperking van ontwapening en
scheidsgerecht vinden we nog uitgedrukt in
de volgende opmerking der te Boedapest ver
schijnende „Pester Lloyd". „Het antwoord
der monarchie en haar Duitsche bondgenoo-
ten op den vredesstap van den paus toont
aan, dat de menschheid in drie jaren we
reldoorlog zeer snel tot rijpheid is gekomen
en zioht ontwikkelt op een wijze, die anders
tientallen van jaren in beslag zou nemen.
Degene, die het nog voor eenige jaren als
een vérgelegen mogelijkheid zou hebben be
schouwd, dat groote militaire staten als Oos-
tenrijk-Hongarije en Duitschland zich on
middellijk na hun onbestrijdbare, reusachtige
militaire successen bereid zouden verklaren
hun buitenlandsche politiek op
het meest radicale pacifisme te
richten, zou voor een dwaze en utopist
zijn uitgemaakt." De verklaring van de Cen
trale regeeringen is van het grootste belang
en daarbij vergeleken is het niet ingaan op
de concrete twistpunFen van secundaire
waarde.
Wij deelen te dien opzichte de meening
van het Berliner Tageblat, dat het niet noodig
was in de nota speciaal gewag te maken van
België of 'eenig andere territoriale kwestie,
nu verklaard wordt dat de regeering zich
aansluit bij de wenschen van den paus en
de vredesresolutie van den Rijksdag. Zeer
terecht stelt de Duitsche regeering op den
voorgrond dat het allereerste fondament voor
iederen vrede het vertrouwen moet
wezen en dat de vredesonderhandelingen
geopend moeten worden niet op de al of
niet-mogelijkheid van een ééns-worden op
bepaalde punten, maar dat meer nadruk ge
legd dient te worden op het v e r e e n i-
gend dan op het scheidend element in
de onderlinge betrekkingen tusschen de
strijdvoerenden. De Voss. Ztg. ziet dan ook
in het zwijgen over alle territoriale proble
men juist de waarde van de nota!
„De opsomming van alle nationale wenschen
en mogelijkheden aldus het blad zou
slechts olie in het vuur gieten. Dat zijn
vraagstukken die slechts aan de conferentie-
tafel en met kalmte zonder hartstocht kun
nen worden besproken. Het komt er thans
op aan, om de staatslieden in de conferentie
zaal te brengen en voorwaarden vast te stel
len, waaronder onderhandelingen mogelijk
zijn." Dat wat de strijdende partijen ver
eenigen kan, is de mogelijkheid om te
geraken tot dusdanige staten-verhouding, dat
het militaire machtsmiddel tot beslechting
van geschillen machteloos worde gemaakt,
doch dat daarvoor in de plaats trede een
beslissing van de internationale meenings-
verschillen langs den weg van scheidsrech
terlijke uitspraak. Dat alleen kan de grond
slag vormen tot een duurzamen vrede en
deze grondslag is van Entente zijde herhaal
delijk op den voorgrond gesteld.
Eerst daarna komen de nog onopge
loste geschilpunten, ten opzichte waarvan de
Entente het blijkt uit het Duitsche ant
woord aan den Paus opnieuw van de
zijde der Centrale mogendheden een zeer
tegemoetkomende houding kunnen verwach
ten. Waar evenwel juist die geschilpunten
met name België, Elzas-Lotharingen en
Servië door de Entente als toetssteenen
op den voorgrond gesteld worden, blijft de
hoop op eenige practische uitkomst van
's Pausen lusschenkomst gering. Reeds gaf
dan ook het Amerikaansche Staatsdeparte-
ment te kennen, dat de antwoorden der mid-
<lelrijken geen aanleiding zijn opv eenige
wijziging te brengen in de doeleinden en be
doelingen van Amerika ten opzichte van het
voeren van den oorlog en evenmin van de
uiteindelijke regeling van den vrede.
D* oorlog,
Washington, 22 September. (H)
Het staalsdepartemcnl geeft duidelijk te ken
nen, dat dc antwoorden der Centrale mogend-
beden geen aanleiding geven om eenige wij
ziging tc brengen in de doeleinden en bedoe
lingen van Amerika ten opzichte van liet voe
ren van den oorlog en evenmin van dc defi
nitieve regeling van den vrede.
Londen, 22September (R.) De Prcss-
Associalion heeft reden om te gclooven dat
het Duitsche antwoord aan den Paus de Brit-
scbe regeering gewis geen aanleiding zal geven
om vroeger op de nota van den Heiligen
Vader te antwoorden datï anders bet geval
zou zijn.geweest. Integendeel zou hel juist wel
eens een tegenovergestelde uitwerking kunnen
hebben.
Bueno s-A ires, 22 Sept. (R.) Argen
tinië heeft een ultimatum gezonden oan
Duitschland.
Buenos-Aires, 23 Sept. (R.). Dl
Duitsche regeering heeft Argentinië in ccr
officieele nota voldoening gegeven.
B e r 1 ij n 2 3 S e p t. (W.-B.). De Duitsche
regeering heeft den Argentijnschen getanl
in antwoord op eene mededeeling verklaard,
dat graaf Luxburg niet meer persona grata
is en dot zij het gebeurde zeer betreurt. Dc
in bedoelde telegrammen weergegeven
denkbeelden van graaf Luxburg, zijn diens
persoonlijke meening en hadden op de be
sluiten en beloften der Duitsche regeering
geen invloed geoefend.
Londen, 23 Sept. (R.). Uit Buenos-
Aires wordt gemeld
De nota van de Argentijnsche regeering
aan Duitschland werd in de Kamer mede
gedeeld.
Toen over een breuk- met Duitschland ge
stemd zou worden, werd deze stemming nog
uitgesteld tot den volgenden dag. Zonder
het voorstel betreffende den breuk in te
trekken. De minister van Buitenlandsche
Zaken werd luide toegejuicht, toen hij in den
loop eener rede verklaarde
„Wanneer het antwoord van de Duitsche
regeering niet bevredigend is, is de regie
ring besloten tot de uiterste maatregelen
over te gaan, zoo noodig zullen ook wij onze
soldaten zond
P a r ij s, 2 2 S e p t. (i iavas). Officieel.
Op verschillende gedeelten van het Aisne-
front werden nog al levendige artillerie-ge
vechten geleverd. De Duitschers trachtten
kleine Fransche posten in de richting var.
Royère, ten Z. van de Miette en in den om
trek N.W. van Reims te overrompelen. Dé
pógingen mislukten in het Fransche vuur
Korte en zware vuuracties in Chmpagne
en op beide Maasoevers.
Van het overige front geen nieuws.
Parijs, 2 2 Sept. (R.) Avondcommunf-
qué. Aanmerkelijke gfschulwerkzaHmheid
aan weerszijden van het goheele Aisne-
front, voornamelijk nabij de Mennoj?an-
hoeve, Cemy en Courey. Eveneens leven
dige geschutwerkzaamheid op den r<v.hter
Maasoever nabij Bezouveaux. Elders tanvel-
len en patrouillegevechten.
B e r 1 ij n, 2 3 Sep t. (W. B.) Officieel.
Legergroep prins Rupprecht:
Een Engelsohe monitor, gesteund doof
waarnemende vliegers, beschoot gistermor
gen Ostende. Eenige granaten troffen do
kathedraal, waarin een vroegmis gehouden
werd. Zeven Belgen werden gedood en 24
zwaar gewond. De monitor werd door het
vuur van onze kustbatterijen verdreven.
Aan het Vlaomsche front bleef bet artil
lerie-vuur na afloop van de plaatselijke ge
vechten in de vroegte van afwisselende he
vigheid. Tegen den avond steeg de actie
des vijands ten Noordoosten van Yperen
weer tot trommelvuur.
Er volgden krachtige, partieele aanvallen
der Engelschen ten Zuidoosten van St. Ju-
lien. De vijand werd teruggeslagen. Des
nachts hield het vuur op en kwam het niet
tot infanterie-bedrijvigheid.
Wie loftuitingen zoekt, twijfelt aan eigen
waarde.
Roman
door
Thérèse Hoven.
't Komt er zoo benauwd uit en 't vormt zulk
£cn tegenstelling met dc humanitaire denk
beelden, waarmee Cor is bezield, dat ze er
om lachen moei.
Die Hes kan ook zoo nuchter zijn. Ze is
enkel praktisch! Zij heeft zeker nooit ge
droomd? Ze heeft alleen met haar verstand
geleefd, haar hart is er buiten gebleven...
Om-in den toon te blijven, zegt Cor: „Weet
ge wal. zus? Als de onfatsoenlijke pannen je
oen doorn in 't oog zijn. ga dan even om 't
hoekje in den ijzerwinkel, daar hebben ze van
alles of zal ik gaan? Kom, laten we mekaar
nu cc-ns op een mooi stelletje pannen traktee-
ren."
..Cornelia," zegt Hes, onthutst en streng.
„Als je zoo parvenu-achtig doet, spreek ik geen
woord meer met je.''
„Parvenu-achtig,stamelt Cor.
„Ja, natuurlijk; wie koopt er nu een stel
pannen tegelijk?'?
„Nou ja, bij manier van spreken danj ik
ben er, evenmin ah jij. voor. ojq li oyer 3e
balk te gooiend
„Dat zou voor geëmailleerde pannen ook
niet deugen," zegt de oudere zuster, droog
komiek.
„Hoeveel wou-je er hebben?" vraagt Cor,
die wel houdt van een boodschapje 's morgens.
„Nu, één flinke groote voor de aardappelen
en een kleinere voor de groente, en ja, wat
we 't meest noodig hebben, is wel een klein
pannetje om de melk in te koken. Je weet, hoe
Miel is voor ongekookte melk en hoe precies
ze is."
„Ja, ze zal wel een net huisvrouwtje zijn,"
zegt Cor, die één en al verrukking is over de
verbeterde vooruitzichten inzake het huwelijk,
tenminste het engagement, van haar nichtje.
De jonge van Poeteren komt er nu geregeld
aan huis; ze hebben dan ook maar niets aan
hem te danken.
JAls 't niet door Gijs was geweest die zoo
veel energie had getoond en die zulke goede
kanalen wist, zouden ze niet zulke prachtige
zaken hebben gemaakt.
Ze loopt, er nog over te denken, als ze op
straat is. 't Moet toch heerlijk zijn om te trou
wen en om kindertjes te krijgen.
Verbeeld je, dat Miel nu al zoo ver was en
zoo'n lekker molletje van een kind had? Wat
zon ze 't knuffelen.
Of ze 't, als 't een meisje was. naar een van
de tantes zou noemen?
En als ze er twee tegelijk kreeg? Dat zou
zij nu zoo verrukkelijk hebben gevonden om
een tweeling te hebben, 't Komt dikwijls ge
noeg voor. Als Miel nu eens twee kleine meis
jes zou krijgen en ze zou ze noemen naar de
twee tantes, die haar groot hebben gebracht:
Hes en Cor?
Ze fleurt er Heelemaal van op en 't is met
een opgeruimd gezicht, dat ze de juffrouw van
•ton smid de reden van haar kognst .uitlegt,
f
Deze, een nietig, schraal menschje, schrikt
er van.
„Gunst, juffrouw, fioe komt u nu bij mij
voor zoo iets?"
„Wel, 't zijn toch artikelen van uw zaak."
„Anders ja, maar op 'l moment ben ik er
heelemaal uit. Gistereu kwam er een dame om
een petroleumstel; ze had gehoord, dal de
kolen zoo duur zouden worden en wou nu pro-
beeren om op petroleum te koken. Ze wou
zoo'n groot stel hebben eul 'drie gaten, maar
ik had 't niet.''
„Da's ook wat, u kunt 't toch bestellen?"
„Och! ik weet er zoo weinig van/ï
„Maar uw man toch wel?"-
„Weet u dan niet dal mijn man en de knecht
allebei gemobiliseerd zijn? Ja, 't is je wat. De
knecht, afijn, die was nog in den leeftijd, maai
mijn ïflan was nel klaar met zijn militaire
plichten, zooals ze 't noemen, hij moest enkel
nog maar zijn uniform inleveren en daar heb
ben ze hem toch nog te pakken gekregen. Hij
zit heelemaal iu Brabant., en ik sta hier voor
alles. Ik weet niet hoe 't gaan moet. Als 't lang
duurt, sluit ik de zaak en trek ik met de jon
gens bij mijn ouders in."
Ook dit geval werd op dc buurt-societeit be
sproken en mat soortgelijke aangevuld.
De een kent een jong getrouwd paar, waar
van de man eveneens gemobiliseerd is; ze wa
ren net in een banketbakkerszaak en 't vrouw
tje durfde 't niet aan. Ze hadden dus doodeen
voudig den winkel te huur gezet.
„O! maar dat ls heel iets anders," betoogt
juffrouw Hes. „De snoepwinkels, om 't nu
maar eens zoo te noemen, hebben 't misera
bel. Niemand koopt er meer koekjes en taar
tjes, alleen deugdelijke Verkade en Patria bis
cuit voor \2 centen het pus, Die vliegen weg,
daar kunnen wij van mee "praten, niet waar,
Cor?"
Deze bevestigt de woorden harer zuster en
vertelt van een winkel in de buurt, een prima
zaak, waar ze, in de eerste weken van den
oorlog, nog voor geen gulden per dag beur
den en toch moesten ze van allerlei bakken.
Een der aanwezigen beweert, dat 't in de
bloemenwinkels nog veel erger gesteld is cn
't allerergste in tea-rooms, waarop Cor,
die wel eens raak uil den hoek kan komen,
zegt: ,,'t Is een Gods-oordeel, omdat de men-
schen zoo lichtzinnig zijn geweest. Hoe 't in
andere plaatsen is, weet ik niet, mnar hier in
den Haag loopt 't dc spuigaten uit. Dc weelde
is hoe langer hoe meer toegenomen...
„Ja, dat zeg ik nu ook," valt Cootjc Wou
ters in, die zooals ze wel eens meer doet,
's middags een uurtje is komen helpen. Haar
moeder en zuster „ploeteren vrecsclijk in de
liefdadigheid," zooals zij 't noemt, en zijn den
gehcclen dag aan 't werk bij 'l Roode Kruis,
maar zij vindt 't veel leuker om in 'l winkel
tje te bedienen en de zusters wat uil dc hand
te nemen.
Ook hoort ze er nog eens 'l een en ander
en raag ze meepraten; thuis wordt ze zoo klein
gehouden, vervelend genoeg.
„Weet u." zegt ze, mei hel aplomb van een
vrouw van ondervinding: „Ik ben het heele
maal met u eens. Iedereen verbeeldt zich een
hcele Piet le zijn. U moet de meisjes op school
hooren vertellen van de jours van haar
Mama's. En, als je er een naar huis brengt en
je mag eens per gratie Gods, binnen komen,
dan beleef je wal. Mama is piekfijn aangedaan,
net of ze naar de comedie gaat en overal staan
bloemen en is er van allerlei bij de thee:
koekjes en pet its fours eu s a r. d-
.wiches en overal zijn schemerlampen aun-
gebracht. Dal is de mode, boudoirs in half-
schemcr 1 a Couperus...
't Bakvisehjc slaat een beetje door en ver
telt van allerlei, wat ze zoo heeft opgevangen.
Juffrouw Hes schudt 't wijze hoofd en mom
pelt iels van kleino kinderen, die als groote
menschen pralen.
Coolje schatert 't uit: ,,U vindt mij een kleiu
potje met groote ooren, omdat ik luister naar
hetgeen er om mij heen wordt verhandeld,
niaar 't zijn niet mijn ooren alleen, die ik dert
kost geef, maar mijn oogen even goed!
„U moet denken, je wordt ouder in dezeft
tijd, omdat je zooveel meemaakt en ik verze
ker u, dat ik gedeeltelijk ook uit eigen onder
vinding spreek, als ik. mei juffrouw Cor, dc
malle weelde van gewone menschen afkeur.
En 'I ergste vind ik, dat al die t c a-r o o ni s
en bloemen- cn mooie winkels opgericht zijn,
juist door de pronkzucht van de dames cn nu
dat ze oorlogsschrik te pakken hebben, zijn
ze le hang om iets uit te geven en laten ze dc
zaken in den sleek, die haar ter wille zijn op
gericht...
Als ze ziet dal de aanwezigen elkander^spot-
lend toe knikken, vervolgt ze ernstig: „Ja, ik
zeg 't misschien verkeerd, maar ik meen 'l
goed cn ik heb 't hcuSch van iemand erg
knaps gehoord en toen klonk 't wal mooi!
Dc aandacht wordt van Cootje afgeleid door
hel binnenkomen van een lange, magere jonge
dame met een wanhopige uitdrukking op
haar gezicht.
(Wordt vervolgd.»