BINNENLAND. ling. Dat Europa niet tergronde zal gaan, is misschien thans nog, midden in dezen ge weldigen oorlog, het gemeenschappelijk be lang van alle groote staten. Een definitieve Ineenstorting zou iederen afzonderlijken staat, onverschillig tot welke groep hij moge behooren, zwakker en armer aan toekomst maken en menige staat zou geheel en al gebroken, ontdaan van zijn nationale toe komst en hoop achterblijven. Toen de jonge groote mogendheid Duitschland voor bijna 50 jaar binnen den kring der groote mogendheden trad, werd het van geen enkele zijde vriendelijk be groet. Maar deze 50 jaren hebben, naar het mij toeschijnt, bewezen, dat Europa met het machtige Duitischland in zijn midden kon leven en dat het levensvatbaarder was dan vroeger en wanneer velen onzer vijanden thans nog gelooven, dat de geschiedenis achterwaarts herzien kan worden en dat naast een doodelijk verminkt Pruisen, de vage bondsstaat weder in het leven kan wor den geroepen, zijn dat illusies, die bij histo rische fantasten moeilijk te vergeven, bij ver antwoord eliikn staatslieden echter misdadig zijn. De Paus verkondigt „den vrede op aarde". Doch ook heden nog geldt het woord „Vrede aan hen, die van goeden wille zijn." De diepste grondgedachte van de Duit- sche nota was den Heiligen Vader behulp zaam te zijn om een atmosfeer te scheppen, die voor een vruchtbare bespreking van de talrijke, do volken scheidende, strijdvraag absoluut noodig is. Iedereen, die op diplo matiek gebied ervaren is, weet dat bij derge lijke onderhandelingen de atmosfeer, de om ringende lucht en de stemming dikwijls on eindig veel belangrijker is dan zelfs van uit- eenloopende eischen. Wanneer men de stemming onzer vijan den naar de openlijke uitlatingen van hunne pers en van de leidende mannen beoordee- Ien wilde, dan zou men tot zeer droeve resul taten komen. Zoolang onze vijanden uit gaan van het waandenkbeeld, de verstan- digen onder hen weten, dat het een waan denkbeeld is dat het oogenblik kan ko men, dat het Duitsche volk in zak en assche boete doe, zich berouwvol op de borst slaan en onder het Caudijnsche juk van verachte lijke eischen zou kunnen doorgaan, zoo lang zal het woord aan het zwaard moeten blij ven. Het mag misschien niet gemakkelijk zijn aan de door legenden, die zich om den aan vang van dezen strijd vastgewezen zijn, op gehitste volken der Entente de waarheid on verheeld te toonen. Het is echter noodig, want anders kan een nieuwe geest niet ont staan en het ontstaan van dien nieuwen geest is een onvoorwaardelijke noodzakelijk heid voor een gelukkige beëindiging van de- z envreeselijken volkenstrijd. Het Duitsche volk is innerlijk vast over tuigd, dat het een rechtvaardigen oorlog voert en uit die overtuiging put het de kracht blijmoedig de ontzaglijke offers te brengen, die dagelijks ervan worden opgeëischt. De pauselijke nota heeft de volken van Europa nog eens aan den kruisweg ge plaatst, nog eens voor een misschien beslïs- senden winterveldtocht, is hun de mogelijk heid gegeven om, weliswaar bloedend uit zeer diepe wonden, maar met een onbezoe deld schild weder aan den opbouw van Euro pa te beginnen. Aan Duitschland's vijanden is het thans te bewijzen of ook zij een adem tocht van dien nieuwen geest bemerkt heb ben. In de eerstvolgende weken kan mis schien de groote vraag worden uitgemaakt of vriend en vijand in achting voor de sterke vijanden de bloedige degens zullen neerleg gen of verder de beslissing door de wapens zullen inroepen. Een eensgezind Duitschland kan niet ver slagen worden. Onze eensgezindheid in kwesties van hooge politiek, zooals zij in ons antwoord op de pauselijke nota belichaamd is, vormt de hoofdvoorwaarde voor eene volledige eensgezindheid en juist dat deze eensgezindheid in onze beraadslagin gen bereikt kon worden op den bodem van eon duidelijk en oprecht vredesprogram, dat verleent haar dubbele kracht. Zoo staat daar dan het Duitsche volk in 'doze beslissende ure sterk maar stil, mach tig maar gematigd, even bereid tot den strijd als ooit, maar ook bereid om mede te wer ken tot verwezenlijking van het woord van vrede op aarde. Nadat von Kühlmann zijn rede geëindigd had, verklaarde de rijkskanselier: „Een" vrijzinnig afgevaardigde heeft te recht opgemerkt, dat de verhouding van de rijksregeering ten opzichte van de oorlogs doeleinden door mijn antwoord op de pau selijke vredesnota duidelijk omschreven wordt. Daar in dit antwoord van de vredes- 'betooging van 19 Juli uitdrukkelijk wordt gewag gemaakt is verdere toelichting niet meer noodig. Overigens moet ik het vol gende verklaren: „Het in de laatste weken druk besproken bericht, dat de rijksregeering reeds met deze of gene vijandelijke regeering in overleg getreden is en dat zij hierbij, volgens een naar ik hoor tamelijk verbreide meening, reeds bij voorbaat bezette gebieden en dus de kostbaarste panden voor de aanstaande vredesonderhandelingen prijsgegeven zou hebben, is onjuist. Tk constateer, dat de rijksregeering voor' èventueele vredeson derhandelingen de vrije hond heeft. Dit geldt ook voor België. De staatssecretaris van buitervlandsche zaken verklaarde op een vraag van een nat. Jib. afgevaardigde, dat het artikel in de „Münchener Neuesten Nachrfchten" over het Belgische vraagstuk redactie-werk is, /waarvoor dus, zooals van zelf spreekt, de rijksregeering de verantwoordelijkheid Met op zich nemen kon. De spreker der soc.-dem. fractie be treurde, dat de rijkskanselier ook thans de Duitsche vredesbedoelingen niet nader heeft omschreven Hij kon niet toegeven', dat de publicatie daarvan in het rijk verwarring zou veroorzaken en den oorlog zou verlengen. Wat Elzas-Lotharingen betrof, dit mocht niet worden opgeofferd aan de Fransche plannen en oorlogsbedoelingen. De rijkskanselier moest openlijk en ondubbelzinnig van de an- nexionnistische plannen en oorlogsbedoelin gen afzien en nogmaals verklaren, dat hij met de rijksdagmeerderheid volkomen ac- coord gaat. De v r ij z i n n i g e spreker erkende ten. volle de militaire prestaties, maar betwijfelde of het einde van den oorlog met de wapenen naderbij gebracht kon worden. Spreker be groette de antwoordnota aan den paus als de voortzetting van de politiek der rijksdag- meerderheid, en verklaarde dat zijn vrien den er ook mee instemden, dat in dat ant woord de territoriale vraagstukken zoo ge reserveerd behandeld werden. Ons succes hangt er van af, dat wij ons niet doo* biiy- nenlandsche oneenigheid laten verzwakken. Maar daarvan kon geen sprake zijn. Een lid der Duitsche Fractie be toogde, dat het juist was, dat het Duitsche volk vrede wilde, maar geen vrede, waarbij Duitschland toegeeft. Aan een vergelijk met Engeland kon hij niet gelooven, want dit stond op het nederwerpen van Duitschland. D i t rijk echter moest er voor zorgen, voor zijn economische, militaire en politieke veiligheid gebied te verkrijgen- Hij kon niet toegeven, dat deze eisch ren oorlog kon ver lengen. Een afgevaardigde van het Centrum kenschetste het antwoord op de pauselijke nota als het gewichtigste document, dat se dert geruimen tijd is ontstaan. De beteeke- nis ligt naast den inhoud hoofdzakelijk daar in, dat regeering, legerbestuur en rijksdag een volkomen eenstemmig antwoord gege ven hebben. Ook de inhoud der nota was be vredigend, daar hij gereserveerd was, maar toch veel concrete verklaringen bevatte. Men moest zich eendrachtig daarbij aanshri- tén. Een eensgezind Duitschland kan nooit verslagen worden. Een onafhankelijk socialist wenschte een nauwkeurige verklaring der regeering omtrent haar vredesbedoelingen èn een verklaring, dat zij van snnexatie af- Een conservatieve spreker zeide, dat de zedelijke ernst, de eerlijke goede wil van (je Pauselijke ota niet konden worden ontkend, maar niet genoegzaam rekening hield met de levensbelangen van het Duit sche volk. Daarin stemden allen overeen, dat het de schuld der vijanden is, dat de vrede nog niet gesloten worden kan, zoo dat de Duitschers aaneengesloten moeten blijven en strijden tot een eervolle vrede be vochten is. Een nationaal liberaal verklaarde, dat de instemming met ontwapening en een wereldscheidsgerecht in de nota was uitge sproken. met het voorbehoud, dat daarbij de levensbelangen van het Duitsche volk niet op het spel zouden komen te staan. Prac- tisch komt het daarop aan, dat de regeering, op grond van Duitschlands schitterenden militairen toestand, streeft naar een vrede, gebaseerd op het waarborgen onzer volle politieke ontwikkeling in de toekomst. In dien wij in het rijk vrede houden, dan zullen wij den tegenwoordigen toestand der wereld politiek daardoor het meest begunstigen. Een sociaal democraat zeide, dat het besluit van den rijksdag van 1917, zoo als de rijkskanselier bevestigde, een goede uitwerking had gehad. De vijandelijke re geeringen zijn daardoor in verlegenheid ge bracht en de vredesbeweging in het buiten land is daardoor versterkt. Een Pool wees op de moreele beteeke- nis van de pauselijke nota en geloofde stel lig, dat zij ook in alle landen practische be- teekenis zou krijgen. Het Poolsche volk, dat met zijn 25 mil- lioen zielen niet de laatste plaats onder de volken van Europa inneemt, was den Paus innige dank verschuldigd, dat hij er in zijn nota met zooveel warmte er op gewezen had, dat een rechtvaardige regeling van de toekomst van het Poolsche volk een van de belangrijkste werkzaamheden zou zijn van het vredescongres. Een onafhankelijk socialist meende, dat door het wijken van de anneio- nisten de vredesbeweging in andere landen zeer versterkt zou worden. De woordvoerder van het centrum ver klaarde, dat het standpunt van de regeering volkomen helder was en geheel in overeen stemming met de zienswijze van de meerder heid van den Rijksdag. De zeer verblijdende verklaring van den staatssecretaris van bui- tenlandsche zaken bewijst duidelijk, dat de regeering geen andere politiek wil volgen dan de Rijksdag. Een van de belangrijkste middelen om tot vrede te komen is volle eenstemmigheid van volk en regeering. En deze bestaat Daarop is de commissie de quaestie gaan bespreken van de behandeling van krijgsge vangenen. De rapporteurs prins Schönaich Carolath, dankte en anderen na hem de Zwit- sersche regeering voor de vriendelijke po gingen ten gunste van maatregelen, welke den krijgsgevangenen te goede kwamen. Eindelijk heeft men nog verschillen de kwesties aangeroerd. Staatssecretaris von Kühlmann merk te naar aanleiding daarvan op Zoodra door de publicatie der Ameri- kaansche regeering de telegrammen van giaal Luxburg bekend waren geworden, zijn de noodige stappen gedaan om Lux burg hierheen te ontbieden. Hij zal zich hier te verantwoorden hebben. Den Argentijn- sche gezant heeft het ministerie van bui- tenlandsche zaken onverholen verwittigd, dat wij den inhoud der telegrammen van onzen gezant afkeuren, en dat de inhoud daarvan geen invloed op de besluiten en beloften der Duitsche regeering heeft ge had. De bevredigende regeling van het ge beurde met het Argentijnsche s.s. Toro is de Amerikaansche regeering natuurlijk een doorn in het oog. Daarom heeft ze de tele grammen bekend gemaakt om de verhou ding tusschen ons en Argentinië opnieuw te bederven. De toestand in Argentinië is nu dubbel moeilijk te overzien, daar we geen gezant daar hebben en wij het dus van de berichten van een vijandelijk nieuws bureau moeten hebben. De betrekkingen met Spanje zijn in het wezen der zaak goed, gelijk dit aan de bedoelingen van volken en vorsten beant woordt. Voor Spanje zijn de moeilijkheden, die uit den duikbootoorlog voortspruiten bijzonder groot. Gedachtenwisselingen zijn niet altijd gemakkelijk. De Spanjaarden koesteren wenschen, die wij niet alt ij d kunnen inwilligen, hoe we ook wenschen, het Spaansche volk tegemoet te komen. Tot dusver is evenwel telkens een weg gevonden die voor beide volken aannemelijk -was. De staatssecretaris sprak in zeer hartelij ke woorden over de zorg en de liefdadig heid der Nederlanders, den arbeid hunner ambulance te Gleiwitz, het huisvesting ver- leenen aan Duitsche kinderen, de uitwisse ling en huisvesting van krijgsgevangenen. Dit alles moet des te hooger worden aan geslagen, daar Nederland onder de econo mische blokkade van de Entente erg te lij den heeft. Over de handelsovereenkomst, die daar op neerkomt, dat ze den Nederlanders steen kolen, den Duitschers voordeelen op het gebied van het credïetwezen zal verschaf fen, wordt nog onderhandeld. Meiv is het nog niet in alle opzichten eens, doch de goede wil, die aan weerszijden bestaat, doet hopen, dat men tot een goed einde zal ko men. De onaangename uitwerking van de Amerikaansche openbaarmaking i n Zweden zal, naar de Rijkskanselier aan neemt, ongedaan kunnen worden gemaakt. Over de binnenlandsche gevolgen der ver kiezingen kan men zich nog geen heldere voorstelling maken, maar hoe die ook uit vallen, de correcte houding van Zweden zal daardoor geen verandering ondergaan. Weenen, 28 Sept. (Korr.-Bur.) Bij de voortzetting van de debatten in de Kamer over de eerste lezing der financieele wets ontwerpen, gaven de chr.-sociaal Hauser, de Tsjechisch-klerikaal Kadlcak en de Zuid- Slavoniër Jaginja, keizer en paus hun dank te kennen, wegens hunne stappen ten gun ste van den vrede. De Duitscher Langenhan verklaarde, dat de .successen van de -heldhaftige legers der monarchie en de duikbootoorlog de beslis sende factoren voor het verkrijgen van een spoedigen vrede opleveren. De Duüsch-radikaal Wolf merkte op, dat de gunstige militaire toestand tot een Oos- tenrijkschen vrede recht geeft, zooals Duitschland tot een Duitschen vrede, waar door Oostenrijk en Duitschland in hun ver dere ontwikkeling niet belemmerd worden. De Oekraniër Petruscewicz verlangt, dat alle Oekranische landen der monarchie in een eigen organisatie met zelfbestuur wor den veranderd. De Oekraniërs zullen zich nimmer met de Polen onder onder een ge meenschappelijk dak scharen. Friedmann verklaarde daarop, dat een nauwe gemeenschap met Duitschland drin gend noodzakelijk is. De chr.-sociaal Schoepfer wijst op de be- teekenis van de stemming onder de bevol king voor den afloop van den oorlog en ver-^ klaart, dat de vlammenteekens aan den Ita- liaanschen hemel ons leeren, dat de stem ming daar niet meer zoo is als vroeger. Het is de vraag, of er tegenover Italië nog wel een militair succes noodig is, om ook dezen strijdgenoot onzer vijanden van de oorlog voering uit te schakelen. De Duitscher Wedra eischt, dat bij de vredessluiting de vrijheid der zee en van den Donau voor de monarchie verzekerd worde. De zitting werd vervolgens tot morgen verdaagd. Van de oorlogstooneelen geen nieuws. Het congres van Uruguay is in buitenge wone zitting bijeengeroepen om te beraad slagen over een breuk met Duitschland. Weenen, 28 Sept. Korr.-Bur) De Chineesche gezant Shen Sven Ling ver trok gisteravond met het personeel van het gezantschap via Berlijn naar Denemarken. De regeering stelde een slaapwagen ter be schikking van den gezant. Washington, 28 Sept. (R.) Mc. Adoo deelt mede, dat de tweede vrijheids- leening op 1 October het publiek zal wor den aangeboden, tot een bedrag van 3 mil liard dollars of meer. De interest is 4 pet., de vervaltijd 15 jaren, maar de schatkist heeft hét recht na tien jaren de leening af te lossen. De obligaties zijn ten bedrage van 50 dollars en veelvouden daarvan. Washington, 28' Sept. (R.) De scheepvaartcommissie meldt, dat elk Ame- rikaansch koopvaardijschip, grooter dan 2500 ton en geschikt voor de Oceaanvaart, op 15 October zal worden gerequireerd. De tarieven zullen, naar gemeld wordt, aan zienlijk lager zijn dan de tegenwoordige vracht- en ladingtorieven door Amerikaan sche schepen gevraagd. De bedoeling zou zijn deze tarieven later toe te passen op alle buitenlandsche sc&fpéi) <Joor de Ver- eenigde Staten +- ij Londen, 28 Sept. (R.) Aan de Daily Telegraph wordt uit New-York gemeld: Duitschland's aanbod om België terug te geven in ruil voor economische en militaire waarborgen wordt hier beschouwd als een poging van de keizerlijke regeering om hier een vredesatmosfeer te kweeken en de aan dacht der regeering van haar oorlogstoebe reidselen af te leiden. Het staatsdeparteme-nt heeft twee weken geleden de dagbladcorres pondenten gewaarschuwd, dat het berichten had gekregen waaruit bleek, dat de Duitsche regeering op het punt stond een intensieve propaganda te beginnen in de geallieerde lenden ten gunste van een vrede, die niet zwaar op Duitschland zou drukken. Hieraan werd hedenmorgen door.de autoriteiten op genoemd departement herinnerd toen ze blijkbaar geïnspireerde perstelegrammen uit Bern lazen. Chicago, 28 Sept. (R.) Roosevelt verhaalde heden aan een lunch alhier voor het eerst van de geheime conferentie tus schen hem en den Duitschen gezant, die in 1902 werd gehouden betreffende Duitsch lands voorstel om „tijdelijk Venezuela" te bezetten", waardoor het gevaar dreigde van een oorlog tusschen de Vereenigde Staten en Duitschland. Roosevelt ontbood den Duitschen gezant, tot wien hij zeide: „Deze kwestie omtrent Venuzela loopt nu lang genoeg. Ik kan niet toestaan, dat zij op een punt komt, waarin voor ons land moei lijkheden zouden kunnen ontstaan." Hij vestigde de aandacht van den gezant op het feit, dat Duitschland een eskader in de buurt van Venezuela had, hetwelk de monding van het ontworpen kanaal door de landengte bedreigde en verlangde verklaring van wat Duitschland bedoelde met „het tij delijk bezit", er aan toevoegende: „üc wensch geen huur van 99 jaar te heb ben.' De gezant antwoordde, dat hij een vrij heid had over zoo'n belangrijke kwestie van gedachten te wisselen en de conferentie ein digde met het volgende ultimatum: „Deel uw regeering mede, dat het de kwes tie in tien dagen moet opgelost hebben, want dat ik anders admiraal Dewey er op zal sturen." De gezant antwoordde: „Zoo'n boodschap kan ik niet verzenden en ik denk niet, dat gij weet wat zij beteekent." „Denkt u dat het oorlog beteekent?" vroeg ik. „De wensch niet te zeggen wat ik denk", hernam de gezant. Ik zeide, dat indien het tot een oorlog kwam, de gezant een plek had uitgekozen, waa de Duitschers Amerika moeilijk konden bestrijden en toonde hem op de kaart onze overheerschende positie. Toen de gezant was heengegaan, gaf ik bevel, dat admiraal Dewey zich gereed moest houden, om uit te varen. Een week later kwam de gezant terug en zeide, dat hij mijn boodschap niet had durven verzenden. Ik deelde hem toen mede, dat ik admiraal Dewey order zou geven, om biDnen 48 uren uit te varen, waarop de gezant opmerkte, dat het een verschrikkelijke zaak voor Amerika zou zijn. „Ja", antwoordde ik, „maar voor uw land zal het nog verschrikkelijker zijn." Binnen 36 uren kwam de gezant mededee- len, dat hij instructies had ontvangen, dat Duitschland arbitrage zou aanvaarden. Treub en Posthuma. In ver band met de geruchten over een conflict in den ministerraad, kan de Tel. het vol gende meedeelen: De vorige week is in de vergadering van .den Minister-raad in behandeling gekomen het op het departement van Landbouw in overleg met de Commissie van Bijstand sa mengestelde concept-ontwerp voor de dis tributie van levensmiddelen enz. De bedoeling was, de zaak de vorige week in dez§n ministerraad af te doen en de ontwerpen naar den Raad van State te zenden. Dit is toen echter niet geschied, aange zien minister Treub er bezwaar tegen maak te. Hij wilde in het geweldige bedrag, dat werd aangevraagd, niet aanstonds berus ten. Zoodoende ontstond er in den minis terraad eenige wrijving, die met het woord „conflict", misschien wat te scherp wordt aangeduid. Er werden voor de distributie verschillen de lévensmiddelen en huishoudelijke arti kelen in de ontwerpen voorgesteld, die de regeering tot-nu-toe geheel had vrijgelaten en die de credieten zeer aanzienlijk in de hoogte joegen. Het is verklaarbaar, dat de minister van de Schatkist één en ander eens rustig wilde bekijken en overwegen. De zaak staat nu zóó, dat er inderdaad van eenig verschil van inzicht tusschen Treub en Posthuma sprake is. Een feit, dat trouwens in het laatste jaar méér is voor gekomen. Of dit nu echter tot een bepaald conflict zal leiden, moet worden afgewacht. Wij gelooven het niet. Het is best mogelijk, dat de ontwerpen spoedig naar den Raad van State gaan of dat ze er reeds zijn. Afscheid van den Commis saris der Koningin in Gronin gen. Gisteren nam mr. C. C. Geertsema in een openbare vergadering afscheid van de leden der Provinciale Staten in Gronin gen met een rede, waarin hij wees op de aangename verhouding die er steeds in de Staten heeft bestaan. De heer J. Sijpkes, oudste lid van Ged. Staten, sprak hierna den heer Geertsema toe en wees op de groote werkzaamheid van den scheidenden Commissaris. Vervolgens SDrak mr. A. W> Romkes nog eenige harte- tffke woorden als oudste lid van de °rö* inciale Staten. Afscheidt burgemeester Zimmerman. In een daartoe op verzcek van drie raadsleden belegde vergadering nam gisternamiddag de Raad te Zutphen afscheid van burgemeester Zimmerman, aart wien op diens verzoek met ingang van T October eervol ontslag is verleend. De o- ri ste wethouder, de heer D. Molenaar, zette de beteekenis, welke de scheidende voor zitter voor de gemeente heeft gehad, uit een en bracht hem daarbij dank voor alles wat hij in het belang van Zutphen heeft gedaan. Na den heer Molenaar voerde hef oudste raadslid, de heer mr. J. B. Soelner, het woord. Hij bood den heer Zimmerman namens de raadsleden een zilveren presen teerblad aan. Na de zitting nam het secretariepersonoel afscheid, waarbij het als geschenk een tweetal zilveren kandelaars aanbood. Velen maakten van de gelegenheid ge bruik om den heer Zimmerman de hand to drukken. De plechtigheid werd door tal vani belangstellenden bijgewoond, onder wie en kele raadsleden uit Leeuwarden, de yorïgd standplaats van den heer Zimmerman. De Haagsche Wethouders- verkiezing. De club van vrijzinr.'ge raadsleden te 's-Gravenhage, heeft volgens de „Tel." in haar vergadering van Vrijdag met algemeene stemmen als candidaat voor het wethouderschap (vacature-mr. Verbroek) aangewezen de heer mr. dr. H. J. Romeyn8 Unie-liberaal. De heer G. M. J. van Roessel, contro leur en kassier ten Koninklijke paleize bij het departement van den Hofmaarschalk, c.ie ceze functie reeds verscheidene jaren be kleedt, doch in het geheel reeds wel 'n 42 43 jaren aan de Hofhouding verbonden is in comptabele betrekking, heeft tegen 1 No vember e. k. op verzoek eervol ontslag uit zijn functie bekomen. Tot zijn opvolger is benoemd de heer C. W. Riemens, thans afdeelingschef aan het bankierskantoor van de firma Scheurleer en Zonen te 's Gravenhage. Oltlcicele tezCH-jprafilj. (Officieel). Naar aanleiding van de dezer dagen in de dagbladen verschenenmede- deeling, omtrent een door 't Staatsdepcrte- ment te Washington gedane openbaarma king van te New-York in beslag genomen documenten, waaruit zou blijken, dat 'art wege het Duitsche gezantschap zou zijn e in gedrongen op besprekingen met een Neder- landsche Commissie over verkoop van 300.000 kisten patronen en 200 ton bus kruit, waaruit de ministers Lansing, Daniels en Baker tot de gevolgtrekking zouden zijn gekomen, dat Nederland „louter een pleister plaats was voor contrabande-ladingen naar Duitschland", zij het volgende medegedeeld: Van officieele Duitsche zijde werd in Maart 1916 aan Nederland medegedeeld, dat een Amerikaansche fabriek in staat zou zijn brisantgranaten en rookzwak buskruit tegen matige prijzen te leveren. Deze mededeeling werd gedaan in verband met moeilijkheden, gerezen bij de onder handelingen van onze zijde met een Duitsch Staalwerk voor de levering aan ons van granaatstaai. Van Duitsdfe zijde werd er op gewezen, dat in plaats van de hoeveel heid staal, omtrent de levering waarvan geen overeenstemming kan worden verkre gen, de bedoelde brisantgranaten aan ons zouden kunnen worden geleverd door een fabriek in Amerika die deze munitie voor rekening van Duitschland had gemaakt, doch haar productie niet daarheen kon ver- voeren. Bij een dezerzijds ingesteld onderzoek, dat ook betrekking had op de vraag of tegen aankoop bij de onderwerpelijke fabriek uit politieke overwegingen bezwaar zou bestaan bleek, dat hier sprake was van een geheel nieuwe en eerst kort in werking zijnde fa briek, ingericht voor het vervaardigen van ledige projectielen, waarvan de directie ver klaarde geen leveranties voor de oorlogvoe rende mogendheden aan te nemen, doch' gaarne aan neutrale landen te willen leveren. In verband met de gevraagde zeer hooge prijzen en lange leveringstijden voor een aangeboden groote partij granaatbussen, werd niet op het aanbod ingegaan. Wat het rookzwakke buskruit betreft, ver klaart de van Duitsche zijde opgege rn agent een grooter voorraad daarvan te heb- ben gehad, doch deze reeds aan een andere neutrale regeering te hebben verkocht. Uit het vorenstaande blijkt, dat voor de gevolgtrekking, dat Nederland louter e°n pleisterplaats zou zijn voor contrabande-la dingen naar Duitschland, niet de minste grond bestaat en dat deze gevolgtrekking dan ook geheel onjuist is. Engelsche kolen in ons land. In verbond met onjuiste mededeelingen in zake den prijs der Engelsche kolen in deze dagen dient er op gewezen, dat de ge middelde noteering van goede kolen in het Vereenigd Koninkrijk thans is 30 sh. per ton vrij aan boord. Die noteering is, gezien de omstandigheden, niet zeer hoog en maakt hete mogelijk, zelfs al blijft de molestpremie op 5 pet. bepaald, deze kolen in Nederland te leveren tegen den prijs schommelend tusschen de 70 en 80 per j ton. Ook in andere opzichten dient een vani ondeskundige zijde In de wereld gezonden J mededeeling verbetering. Het Is n.I. onmo- i gelijk, gesteld al dat heden van DuitscheJ zijde een vrije geul voor deze kolenvaartj wordt verkregen, de volgende week dal 100.000 ton Engelsche steenkolen hier t# hebben

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1917 | | pagina 2