BINNENLAND.
ling. Dat Europa niet tergronde zal gaan, is
misschien thans nog, midden in dezen ge
weldigen oorlog, het gemeenschappelijk be
lang van alle groote staten. Een definitieve
Ineenstorting zou iederen afzonderlijken
staat, onverschillig tot welke groep hij moge
behooren, zwakker en armer aan toekomst
maken en menige staat zou geheel en al
gebroken, ontdaan van zijn nationale toe
komst en hoop achterblijven.
Toen de jonge groote mogendheid
Duitschland voor bijna 50 jaar binnen den
kring der groote mogendheden trad, werd
het van geen enkele zijde vriendelijk be
groet. Maar deze 50 jaren hebben, naar het
mij toeschijnt, bewezen, dat Europa met het
machtige Duitischland in zijn midden kon
leven en dat het levensvatbaarder was dan
vroeger en wanneer velen onzer vijanden
thans nog gelooven, dat de geschiedenis
achterwaarts herzien kan worden en dat
naast een doodelijk verminkt Pruisen, de
vage bondsstaat weder in het leven kan wor
den geroepen, zijn dat illusies, die bij histo
rische fantasten moeilijk te vergeven, bij ver
antwoord eliikn staatslieden echter misdadig
zijn.
De Paus verkondigt „den vrede op aarde".
Doch ook heden nog geldt het woord „Vrede
aan hen, die van goeden wille zijn."
De diepste grondgedachte van de Duit-
sche nota was den Heiligen Vader behulp
zaam te zijn om een atmosfeer te scheppen,
die voor een vruchtbare bespreking van de
talrijke, do volken scheidende, strijdvraag
absoluut noodig is. Iedereen, die op diplo
matiek gebied ervaren is, weet dat bij derge
lijke onderhandelingen de atmosfeer, de om
ringende lucht en de stemming dikwijls on
eindig veel belangrijker is dan zelfs van uit-
eenloopende eischen.
Wanneer men de stemming onzer vijan
den naar de openlijke uitlatingen van hunne
pers en van de leidende mannen beoordee-
Ien wilde, dan zou men tot zeer droeve resul
taten komen. Zoolang onze vijanden uit
gaan van het waandenkbeeld, de verstan-
digen onder hen weten, dat het een waan
denkbeeld is dat het oogenblik kan ko
men, dat het Duitsche volk in zak en assche
boete doe, zich berouwvol op de borst slaan
en onder het Caudijnsche juk van verachte
lijke eischen zou kunnen doorgaan, zoo lang
zal het woord aan het zwaard moeten blij
ven.
Het mag misschien niet gemakkelijk zijn
aan de door legenden, die zich om den aan
vang van dezen strijd vastgewezen zijn, op
gehitste volken der Entente de waarheid on
verheeld te toonen. Het is echter noodig,
want anders kan een nieuwe geest niet ont
staan en het ontstaan van dien nieuwen
geest is een onvoorwaardelijke noodzakelijk
heid voor een gelukkige beëindiging van de-
z envreeselijken volkenstrijd.
Het Duitsche volk is innerlijk vast over
tuigd, dat het een rechtvaardigen oorlog
voert en uit die overtuiging put het de kracht
blijmoedig de ontzaglijke offers te brengen,
die dagelijks ervan worden opgeëischt.
De pauselijke nota heeft de volken van
Europa nog eens aan den kruisweg ge
plaatst, nog eens voor een misschien beslïs-
senden winterveldtocht, is hun de mogelijk
heid gegeven om, weliswaar bloedend uit
zeer diepe wonden, maar met een onbezoe
deld schild weder aan den opbouw van Euro
pa te beginnen. Aan Duitschland's vijanden
is het thans te bewijzen of ook zij een adem
tocht van dien nieuwen geest bemerkt heb
ben. In de eerstvolgende weken kan mis
schien de groote vraag worden uitgemaakt
of vriend en vijand in achting voor de sterke
vijanden de bloedige degens zullen neerleg
gen of verder de beslissing door de wapens
zullen inroepen.
Een eensgezind Duitschland kan niet ver
slagen worden. Onze eensgezindheid in
kwesties van hooge politiek, zooals zij in ons
antwoord op de pauselijke nota belichaamd
is, vormt de hoofdvoorwaarde voor eene
volledige eensgezindheid en juist dat
deze eensgezindheid in onze beraadslagin
gen bereikt kon worden op den bodem van
eon duidelijk en oprecht vredesprogram, dat
verleent haar dubbele kracht.
Zoo staat daar dan het Duitsche volk in
'doze beslissende ure sterk maar stil, mach
tig maar gematigd, even bereid tot den strijd
als ooit, maar ook bereid om mede te wer
ken tot verwezenlijking van het woord van
vrede op aarde.
Nadat von Kühlmann zijn rede geëindigd
had, verklaarde de rijkskanselier:
„Een" vrijzinnig afgevaardigde heeft te
recht opgemerkt, dat de verhouding van de
rijksregeering ten opzichte van de oorlogs
doeleinden door mijn antwoord op de pau
selijke vredesnota duidelijk omschreven
wordt. Daar in dit antwoord van de vredes-
'betooging van 19 Juli uitdrukkelijk wordt
gewag gemaakt is verdere toelichting niet
meer noodig. Overigens moet ik het vol
gende verklaren:
„Het in de laatste weken druk besproken
bericht, dat de rijksregeering reeds met deze
of gene vijandelijke regeering in overleg
getreden is en dat zij hierbij, volgens een
naar ik hoor tamelijk verbreide meening,
reeds bij voorbaat bezette gebieden en dus
de kostbaarste panden voor de aanstaande
vredesonderhandelingen prijsgegeven zou
hebben, is onjuist. Tk constateer, dat de
rijksregeering voor' èventueele vredeson
derhandelingen de vrije hond heeft. Dit geldt
ook voor België.
De staatssecretaris van buitervlandsche
zaken verklaarde op een vraag van een nat.
Jib. afgevaardigde, dat het artikel in de
„Münchener Neuesten Nachrfchten" over
het Belgische vraagstuk redactie-werk is,
/waarvoor dus, zooals van zelf spreekt, de
rijksregeering de verantwoordelijkheid Met
op zich nemen kon.
De spreker der soc.-dem. fractie be
treurde, dat de rijkskanselier ook thans de
Duitsche vredesbedoelingen niet nader heeft
omschreven Hij kon niet toegeven', dat de
publicatie daarvan in het rijk verwarring zou
veroorzaken en den oorlog zou verlengen.
Wat Elzas-Lotharingen betrof, dit mocht niet
worden opgeofferd aan de Fransche plannen
en oorlogsbedoelingen. De rijkskanselier
moest openlijk en ondubbelzinnig van de an-
nexionnistische plannen en oorlogsbedoelin
gen afzien en nogmaals verklaren, dat hij
met de rijksdagmeerderheid volkomen ac-
coord gaat.
De v r ij z i n n i g e spreker erkende ten.
volle de militaire prestaties, maar betwijfelde
of het einde van den oorlog met de wapenen
naderbij gebracht kon worden. Spreker be
groette de antwoordnota aan den paus als
de voortzetting van de politiek der rijksdag-
meerderheid, en verklaarde dat zijn vrien
den er ook mee instemden, dat in dat ant
woord de territoriale vraagstukken zoo ge
reserveerd behandeld werden. Ons succes
hangt er van af, dat wij ons niet doo* biiy-
nenlandsche oneenigheid laten verzwakken.
Maar daarvan kon geen sprake zijn.
Een lid der Duitsche Fractie be
toogde, dat het juist was, dat het Duitsche
volk vrede wilde, maar geen vrede, waarbij
Duitschland toegeeft. Aan een vergelijk met
Engeland kon hij niet gelooven, want dit
stond op het nederwerpen van Duitschland.
D i t rijk echter moest er voor zorgen, voor
zijn economische, militaire en politieke
veiligheid gebied te verkrijgen- Hij kon niet
toegeven, dat deze eisch ren oorlog kon ver
lengen.
Een afgevaardigde van het Centrum
kenschetste het antwoord op de pauselijke
nota als het gewichtigste document, dat se
dert geruimen tijd is ontstaan. De beteeke-
nis ligt naast den inhoud hoofdzakelijk daar
in, dat regeering, legerbestuur en rijksdag
een volkomen eenstemmig antwoord gege
ven hebben. Ook de inhoud der nota was be
vredigend, daar hij gereserveerd was, maar
toch veel concrete verklaringen bevatte.
Men moest zich eendrachtig daarbij aanshri-
tén. Een eensgezind Duitschland kan nooit
verslagen worden.
Een onafhankelijk socialist
wenschte een nauwkeurige verklaring der
regeering omtrent haar vredesbedoelingen
èn een verklaring, dat zij van snnexatie af-
Een conservatieve spreker zeide,
dat de zedelijke ernst, de eerlijke goede wil
van (je Pauselijke ota niet konden worden
ontkend, maar niet genoegzaam rekening
hield met de levensbelangen van het Duit
sche volk. Daarin stemden allen overeen,
dat het de schuld der vijanden is, dat de
vrede nog niet gesloten worden kan, zoo
dat de Duitschers aaneengesloten moeten
blijven en strijden tot een eervolle vrede be
vochten is.
Een nationaal liberaal verklaarde,
dat de instemming met ontwapening en een
wereldscheidsgerecht in de nota was uitge
sproken. met het voorbehoud, dat daarbij de
levensbelangen van het Duitsche volk niet
op het spel zouden komen te staan. Prac-
tisch komt het daarop aan, dat de regeering,
op grond van Duitschlands schitterenden
militairen toestand, streeft naar een vrede,
gebaseerd op het waarborgen onzer volle
politieke ontwikkeling in de toekomst. In
dien wij in het rijk vrede houden, dan zullen
wij den tegenwoordigen toestand der wereld
politiek daardoor het meest begunstigen.
Een sociaal democraat zeide, dat
het besluit van den rijksdag van 1917, zoo
als de rijkskanselier bevestigde, een goede
uitwerking had gehad. De vijandelijke re
geeringen zijn daardoor in verlegenheid ge
bracht en de vredesbeweging in het buiten
land is daardoor versterkt.
Een Pool wees op de moreele beteeke-
nis van de pauselijke nota en geloofde stel
lig, dat zij ook in alle landen practische be-
teekenis zou krijgen.
Het Poolsche volk, dat met zijn 25 mil-
lioen zielen niet de laatste plaats onder de
volken van Europa inneemt, was den Paus
innige dank verschuldigd, dat hij er in zijn
nota met zooveel warmte er op gewezen
had, dat een rechtvaardige regeling van de
toekomst van het Poolsche volk een van de
belangrijkste werkzaamheden zou zijn van
het vredescongres.
Een onafhankelijk socialist
meende, dat door het wijken van de anneio-
nisten de vredesbeweging in andere landen
zeer versterkt zou worden.
De woordvoerder van het centrum ver
klaarde, dat het standpunt van de regeering
volkomen helder was en geheel in overeen
stemming met de zienswijze van de meerder
heid van den Rijksdag. De zeer verblijdende
verklaring van den staatssecretaris van bui-
tenlandsche zaken bewijst duidelijk, dat de
regeering geen andere politiek wil volgen
dan de Rijksdag. Een van de belangrijkste
middelen om tot vrede te komen is volle
eenstemmigheid van volk en regeering. En
deze bestaat
Daarop is de commissie de quaestie gaan
bespreken van de behandeling van krijgsge
vangenen.
De rapporteurs prins Schönaich Carolath,
dankte en anderen na hem de Zwit-
sersche regeering voor de vriendelijke po
gingen ten gunste van maatregelen, welke
den krijgsgevangenen te goede kwamen.
Eindelijk heeft men nog verschillen
de kwesties aangeroerd.
Staatssecretaris von Kühlmann merk
te naar aanleiding daarvan op
Zoodra door de publicatie der Ameri-
kaansche regeering de telegrammen van
giaal Luxburg bekend waren geworden,
zijn de noodige stappen gedaan om Lux
burg hierheen te ontbieden. Hij zal zich hier
te verantwoorden hebben. Den Argentijn-
sche gezant heeft het ministerie van bui-
tenlandsche zaken onverholen verwittigd,
dat wij den inhoud der telegrammen van
onzen gezant afkeuren, en dat de inhoud
daarvan geen invloed op de besluiten en
beloften der Duitsche regeering heeft ge
had. De bevredigende regeling van het ge
beurde met het Argentijnsche s.s. Toro is
de Amerikaansche regeering natuurlijk een
doorn in het oog. Daarom heeft ze de tele
grammen bekend gemaakt om de verhou
ding tusschen ons en Argentinië opnieuw
te bederven. De toestand in Argentinië is
nu dubbel moeilijk te overzien, daar we
geen gezant daar hebben en wij het dus
van de berichten van een vijandelijk nieuws
bureau moeten hebben.
De betrekkingen met Spanje zijn in
het wezen der zaak goed, gelijk dit aan de
bedoelingen van volken en vorsten beant
woordt. Voor Spanje zijn de moeilijkheden,
die uit den duikbootoorlog voortspruiten
bijzonder groot. Gedachtenwisselingen zijn
niet altijd gemakkelijk. De Spanjaarden
koesteren wenschen, die wij
niet alt ij d kunnen inwilligen,
hoe we ook wenschen, het Spaansche volk
tegemoet te komen. Tot dusver is evenwel
telkens een weg gevonden die voor beide
volken aannemelijk -was.
De staatssecretaris sprak in zeer hartelij
ke woorden over de zorg en de liefdadig
heid der Nederlanders, den arbeid hunner
ambulance te Gleiwitz, het huisvesting ver-
leenen aan Duitsche kinderen, de uitwisse
ling en huisvesting van krijgsgevangenen.
Dit alles moet des te hooger worden aan
geslagen, daar Nederland onder de econo
mische blokkade van de Entente erg te lij
den heeft.
Over de handelsovereenkomst, die daar
op neerkomt, dat ze den Nederlanders steen
kolen, den Duitschers voordeelen op het
gebied van het credïetwezen zal verschaf
fen, wordt nog onderhandeld. Meiv is het
nog niet in alle opzichten eens, doch de
goede wil, die aan weerszijden bestaat, doet
hopen, dat men tot een goed einde zal ko
men.
De onaangename uitwerking
van de Amerikaansche openbaarmaking i n
Zweden zal, naar de Rijkskanselier aan
neemt, ongedaan kunnen worden gemaakt.
Over de binnenlandsche gevolgen der ver
kiezingen kan men zich nog geen heldere
voorstelling maken, maar hoe die ook uit
vallen, de correcte houding van Zweden zal
daardoor geen verandering ondergaan.
Weenen, 28 Sept. (Korr.-Bur.) Bij de
voortzetting van de debatten in de Kamer
over de eerste lezing der financieele wets
ontwerpen, gaven de chr.-sociaal Hauser, de
Tsjechisch-klerikaal Kadlcak en de Zuid-
Slavoniër Jaginja, keizer en paus hun dank
te kennen, wegens hunne stappen ten gun
ste van den vrede.
De Duitscher Langenhan verklaarde, dat
de .successen van de -heldhaftige legers der
monarchie en de duikbootoorlog de beslis
sende factoren voor het verkrijgen van een
spoedigen vrede opleveren.
De Duüsch-radikaal Wolf merkte op, dat
de gunstige militaire toestand tot een Oos-
tenrijkschen vrede recht geeft, zooals
Duitschland tot een Duitschen vrede, waar
door Oostenrijk en Duitschland in hun ver
dere ontwikkeling niet belemmerd worden.
De Oekraniër Petruscewicz verlangt, dat
alle Oekranische landen der monarchie in
een eigen organisatie met zelfbestuur wor
den veranderd. De Oekraniërs zullen zich
nimmer met de Polen onder onder een ge
meenschappelijk dak scharen.
Friedmann verklaarde daarop, dat een
nauwe gemeenschap met Duitschland drin
gend noodzakelijk is.
De chr.-sociaal Schoepfer wijst op de be-
teekenis van de stemming onder de bevol
king voor den afloop van den oorlog en ver-^
klaart, dat de vlammenteekens aan den Ita-
liaanschen hemel ons leeren, dat de stem
ming daar niet meer zoo is als vroeger. Het
is de vraag, of er tegenover Italië nog wel
een militair succes noodig is, om ook dezen
strijdgenoot onzer vijanden van de oorlog
voering uit te schakelen.
De Duitscher Wedra eischt, dat bij de
vredessluiting de vrijheid der zee en van
den Donau voor de monarchie verzekerd
worde.
De zitting werd vervolgens tot morgen
verdaagd.
Van de oorlogstooneelen geen nieuws.
Het congres van Uruguay is in buitenge
wone zitting bijeengeroepen om te beraad
slagen over een breuk met Duitschland.
Weenen, 28 Sept. Korr.-Bur) De
Chineesche gezant Shen Sven Ling ver
trok gisteravond met het personeel van het
gezantschap via Berlijn naar Denemarken.
De regeering stelde een slaapwagen ter be
schikking van den gezant.
Washington, 28 Sept. (R.) Mc.
Adoo deelt mede, dat de tweede vrijheids-
leening op 1 October het publiek zal wor
den aangeboden, tot een bedrag van 3 mil
liard dollars of meer. De interest is 4 pet.,
de vervaltijd 15 jaren, maar de schatkist
heeft hét recht na tien jaren de leening af
te lossen. De obligaties zijn ten bedrage
van 50 dollars en veelvouden daarvan.
Washington, 28' Sept. (R.) De
scheepvaartcommissie meldt, dat elk Ame-
rikaansch koopvaardijschip, grooter dan
2500 ton en geschikt voor de Oceaanvaart,
op 15 October zal worden gerequireerd. De
tarieven zullen, naar gemeld wordt, aan
zienlijk lager zijn dan de tegenwoordige
vracht- en ladingtorieven door Amerikaan
sche schepen gevraagd. De bedoeling zou
zijn deze tarieven later toe te passen op
alle buitenlandsche sc&fpéi) <Joor de Ver-
eenigde Staten +-
ij
Londen, 28 Sept. (R.) Aan de Daily
Telegraph wordt uit New-York gemeld:
Duitschland's aanbod om België terug te
geven in ruil voor economische en militaire
waarborgen wordt hier beschouwd als een
poging van de keizerlijke regeering om hier
een vredesatmosfeer te kweeken en de aan
dacht der regeering van haar oorlogstoebe
reidselen af te leiden. Het staatsdeparteme-nt
heeft twee weken geleden de dagbladcorres
pondenten gewaarschuwd, dat het berichten
had gekregen waaruit bleek, dat de Duitsche
regeering op het punt stond een intensieve
propaganda te beginnen in de geallieerde
lenden ten gunste van een vrede, die niet
zwaar op Duitschland zou drukken. Hieraan
werd hedenmorgen door.de autoriteiten op
genoemd departement herinnerd toen ze
blijkbaar geïnspireerde perstelegrammen uit
Bern lazen.
Chicago, 28 Sept. (R.) Roosevelt
verhaalde heden aan een lunch alhier voor
het eerst van de geheime conferentie tus
schen hem en den Duitschen gezant, die in
1902 werd gehouden betreffende Duitsch
lands voorstel om „tijdelijk Venezuela" te
bezetten", waardoor het gevaar dreigde van
een oorlog tusschen de Vereenigde Staten
en Duitschland.
Roosevelt ontbood den Duitschen gezant,
tot wien hij zeide:
„Deze kwestie omtrent Venuzela loopt nu
lang genoeg. Ik kan niet toestaan, dat zij op
een punt komt, waarin voor ons land moei
lijkheden zouden kunnen ontstaan."
Hij vestigde de aandacht van den gezant
op het feit, dat Duitschland een eskader in
de buurt van Venezuela had, hetwelk de
monding van het ontworpen kanaal door de
landengte bedreigde en verlangde verklaring
van wat Duitschland bedoelde met „het tij
delijk bezit", er aan toevoegende:
„üc wensch geen huur van 99 jaar te heb
ben.'
De gezant antwoordde, dat hij een vrij
heid had over zoo'n belangrijke kwestie van
gedachten te wisselen en de conferentie ein
digde met het volgende ultimatum:
„Deel uw regeering mede, dat het de kwes
tie in tien dagen moet opgelost hebben, want
dat ik anders admiraal Dewey er op zal
sturen."
De gezant antwoordde: „Zoo'n boodschap
kan ik niet verzenden en ik denk niet, dat
gij weet wat zij beteekent."
„Denkt u dat het oorlog beteekent?" vroeg
ik.
„De wensch niet te zeggen wat ik denk",
hernam de gezant.
Ik zeide, dat indien het tot een oorlog
kwam, de gezant een plek had uitgekozen,
waa de Duitschers Amerika moeilijk konden
bestrijden en toonde hem op de kaart onze
overheerschende positie.
Toen de gezant was heengegaan, gaf ik
bevel, dat admiraal Dewey zich gereed
moest houden, om uit te varen. Een week
later kwam de gezant terug en zeide, dat hij
mijn boodschap niet had durven verzenden.
Ik deelde hem toen mede, dat ik admiraal
Dewey order zou geven, om biDnen 48 uren
uit te varen, waarop de gezant opmerkte, dat
het een verschrikkelijke zaak voor Amerika
zou zijn.
„Ja", antwoordde ik, „maar voor uw land
zal het nog verschrikkelijker zijn."
Binnen 36 uren kwam de gezant mededee-
len, dat hij instructies had ontvangen, dat
Duitschland arbitrage zou aanvaarden.
Treub en Posthuma. In ver
band met de geruchten over een conflict
in den ministerraad, kan de Tel. het vol
gende meedeelen:
De vorige week is in de vergadering van
.den Minister-raad in behandeling gekomen
het op het departement van Landbouw in
overleg met de Commissie van Bijstand sa
mengestelde concept-ontwerp voor de dis
tributie van levensmiddelen enz.
De bedoeling was, de zaak de vorige
week in dez§n ministerraad af te doen en
de ontwerpen naar den Raad van State te
zenden.
Dit is toen echter niet geschied, aange
zien minister Treub er bezwaar tegen maak
te. Hij wilde in het geweldige bedrag, dat
werd aangevraagd, niet aanstonds berus
ten. Zoodoende ontstond er in den minis
terraad eenige wrijving, die met het woord
„conflict", misschien wat te scherp wordt
aangeduid.
Er werden voor de distributie verschillen
de lévensmiddelen en huishoudelijke arti
kelen in de ontwerpen voorgesteld, die de
regeering tot-nu-toe geheel had vrijgelaten
en die de credieten zeer aanzienlijk in de
hoogte joegen. Het is verklaarbaar, dat de
minister van de Schatkist één en ander
eens rustig wilde bekijken en overwegen.
De zaak staat nu zóó, dat er inderdaad
van eenig verschil van inzicht tusschen
Treub en Posthuma sprake is. Een feit, dat
trouwens in het laatste jaar méér is voor
gekomen. Of dit nu echter tot een bepaald
conflict zal leiden, moet worden afgewacht.
Wij gelooven het niet. Het is best mogelijk,
dat de ontwerpen spoedig naar den Raad
van State gaan of dat ze er reeds zijn.
Afscheid van den Commis
saris der Koningin in Gronin
gen. Gisteren nam mr. C. C. Geertsema
in een openbare vergadering afscheid van
de leden der Provinciale Staten in Gronin
gen met een rede, waarin hij wees op de
aangename verhouding die er steeds in de
Staten heeft bestaan.
De heer J. Sijpkes, oudste lid van Ged.
Staten, sprak hierna den heer Geertsema
toe en wees op de groote werkzaamheid van
den scheidenden Commissaris. Vervolgens
SDrak mr. A. W> Romkes nog eenige harte-
tffke woorden als oudste lid van de °rö*
inciale Staten.
Afscheidt burgemeester
Zimmerman. In een daartoe op verzcek
van drie raadsleden belegde vergadering
nam gisternamiddag de Raad te Zutphen
afscheid van burgemeester Zimmerman, aart
wien op diens verzoek met ingang van T
October eervol ontslag is verleend. De o- ri
ste wethouder, de heer D. Molenaar, zette
de beteekenis, welke de scheidende voor
zitter voor de gemeente heeft gehad, uit
een en bracht hem daarbij dank voor alles
wat hij in het belang van Zutphen heeft
gedaan. Na den heer Molenaar voerde hef
oudste raadslid, de heer mr. J. B. Soelner,
het woord. Hij bood den heer Zimmerman
namens de raadsleden een zilveren presen
teerblad aan.
Na de zitting nam het secretariepersonoel
afscheid, waarbij het als geschenk een
tweetal zilveren kandelaars aanbood.
Velen maakten van de gelegenheid ge
bruik om den heer Zimmerman de hand to
drukken. De plechtigheid werd door tal vani
belangstellenden bijgewoond, onder wie en
kele raadsleden uit Leeuwarden, de yorïgd
standplaats van den heer Zimmerman.
De Haagsche Wethouders-
verkiezing. De club van vrijzinr.'ge
raadsleden te 's-Gravenhage, heeft volgens
de „Tel." in haar vergadering van Vrijdag
met algemeene stemmen als candidaat voor
het wethouderschap (vacature-mr. Verbroek)
aangewezen de heer mr. dr. H. J. Romeyn8
Unie-liberaal.
De heer G. M. J. van Roessel, contro
leur en kassier ten Koninklijke paleize bij het
departement van den Hofmaarschalk, c.ie
ceze functie reeds verscheidene jaren be
kleedt, doch in het geheel reeds wel 'n 42
43 jaren aan de Hofhouding verbonden is
in comptabele betrekking, heeft tegen 1 No
vember e. k. op verzoek eervol ontslag uit
zijn functie bekomen.
Tot zijn opvolger is benoemd de heer C.
W. Riemens, thans afdeelingschef aan het
bankierskantoor van de firma Scheurleer en
Zonen te 's Gravenhage.
Oltlcicele tezCH-jprafilj.
(Officieel). Naar aanleiding van de dezer
dagen in de dagbladen verschenenmede-
deeling, omtrent een door 't Staatsdepcrte-
ment te Washington gedane openbaarma
king van te New-York in beslag genomen
documenten, waaruit zou blijken, dat 'art
wege het Duitsche gezantschap zou zijn e in
gedrongen op besprekingen met een Neder-
landsche Commissie over verkoop van
300.000 kisten patronen en 200 ton bus
kruit, waaruit de ministers Lansing, Daniels
en Baker tot de gevolgtrekking zouden zijn
gekomen, dat Nederland „louter een pleister
plaats was voor contrabande-ladingen naar
Duitschland", zij het volgende medegedeeld:
Van officieele Duitsche zijde werd in
Maart 1916 aan Nederland medegedeeld,
dat een Amerikaansche fabriek in staat zou
zijn brisantgranaten en rookzwak buskruit
tegen matige prijzen te leveren.
Deze mededeeling werd gedaan in verband
met moeilijkheden, gerezen bij de onder
handelingen van onze zijde met een
Duitsch Staalwerk voor de levering aan ons
van granaatstaai. Van Duitsdfe zijde werd
er op gewezen, dat in plaats van de hoeveel
heid staal, omtrent de levering waarvan
geen overeenstemming kan worden verkre
gen, de bedoelde brisantgranaten aan ons
zouden kunnen worden geleverd door een
fabriek in Amerika die deze munitie voor
rekening van Duitschland had gemaakt,
doch haar productie niet daarheen kon ver-
voeren.
Bij een dezerzijds ingesteld onderzoek,
dat ook betrekking had op de vraag of tegen
aankoop bij de onderwerpelijke fabriek uit
politieke overwegingen bezwaar zou bestaan
bleek, dat hier sprake was van een geheel
nieuwe en eerst kort in werking zijnde fa
briek, ingericht voor het vervaardigen van
ledige projectielen, waarvan de directie ver
klaarde geen leveranties voor de oorlogvoe
rende mogendheden aan te nemen, doch'
gaarne aan neutrale landen te willen leveren.
In verband met de gevraagde zeer hooge
prijzen en lange leveringstijden voor een
aangeboden groote partij granaatbussen,
werd niet op het aanbod ingegaan.
Wat het rookzwakke buskruit betreft, ver
klaart de van Duitsche zijde opgege rn
agent een grooter voorraad daarvan te heb-
ben gehad, doch deze reeds aan een andere
neutrale regeering te hebben verkocht.
Uit het vorenstaande blijkt, dat voor de
gevolgtrekking, dat Nederland louter e°n
pleisterplaats zou zijn voor contrabande-la
dingen naar Duitschland, niet de minste
grond bestaat en dat deze gevolgtrekking
dan ook geheel onjuist is.
Engelsche kolen in ons land.
In verbond met onjuiste mededeelingen
in zake den prijs der Engelsche kolen in
deze dagen dient er op gewezen, dat de ge
middelde noteering van goede kolen in
het Vereenigd Koninkrijk thans is 30 sh.
per ton vrij aan boord. Die noteering is,
gezien de omstandigheden, niet zeer hoog
en maakt hete mogelijk, zelfs al blijft de
molestpremie op 5 pet. bepaald, deze kolen
in Nederland te leveren tegen den prijs
schommelend tusschen de 70 en 80 per j
ton.
Ook in andere opzichten dient een vani
ondeskundige zijde In de wereld gezonden J
mededeeling verbetering. Het Is n.I. onmo- i
gelijk, gesteld al dat heden van DuitscheJ
zijde een vrije geul voor deze kolenvaartj
wordt verkregen, de volgende week dal
100.000 ton Engelsche steenkolen hier t#
hebben