_B1NNENLAND. I De oorlog. Op het westelijke front geringe strijd actie; Üe elementaire krachten overheerschten dit maal de kracht der elkaar bestrijdende men- «chen. Alleen de artillcriestrijd aan het front in Vlaanderen rustte niet. Van de verdere fronten niets bijzonders. Weenen, 7 Oct. (\V. B.) De keizer heeft een bezoek ontvangen van den khedive van Egypte Abbas Hilmi. B e r 1 ij n, 6 Oct. (W. B.) De Rijksdag (beraadslaagde heden over de sociaal-demo cratische interpellatie, betreffende de pro paganda in het leger ten gunste van eene 'Akhiitsche politiek en de handhaving van !het recht van vergadering ten gunste van de 'Aldiritsche pro paganda Landsberg (soc zegt tot toelichting: De politiseering in het leger zette vooral in na den 19en Juli, welken dag ik als een dag van roem voor den Rijksdag beschouw. Vooral d'e „Vaterlands-Partei", een Alduit- «che instelling, wordt ondersteund. Hare leiders koopen van hun oorlogswinst dag bladen op, om de openbare mucning te be werken; zij verkondigen oorlogsoogmerken, die eene stijving van hunne dividenden be vorderen. Wij daarentegen dringen aan op de bevordering van volksvrijheid, omdat de democratie de bron is van de grootste en geweldigste krachten en wijl wij den wil 'van 'het volk om te overwinnen willen versterken. Uit de kringen van de „Vaterlands-Partei" vloeit een stroom van beschimpingen. Zoo heet het, dat Scheidemann in Engelschen loondienst zou staan. Men kon den vrienden van de oorlogs verlenging in het buitenland geen grooteren drenst doen dan door de benoeming van een partijganger van de „Vaterlandspartei" tot rijkskanselier. Hef stTever van die partij is niet het streven van het volk, dat de atmos feer van haat van deze 3 jaren wil verjagen. Wij wMlen geen vrede tot den prijs van een door schulden gedrukt en verkracht Duitsch- land. maar wij willen dat ook niet aan een ander volk opleggen. Dat Duitsohland zondei oo; ~>gsschattmg niet weer omhoog kan komen is een mam- monistische opvatting. Wij verwachten van de kracht van ons volk, dat het de ellende zal te boven komen." Spreker haalt voorbeelden aan, hoe predi kanten, staats- en gemeente-ambtenaren on- tier de bevolking ijveren ten gurvste van de Vaterlandspartei" en hoe de officieren on der de soldaten stemming maken tegen het ■besluit van de Rijksdagmeerderheid door voordrachten en verspreiding van gesohrif' ten. Aan het front worden voordrachten ge houden; zelfs de gewonden in de lazaretten laat men niet met rust. Hij, die voor den Status quo ante opkomt wordt als landver rader beschouwd. Erzberger en Scheide mann worden voor lummels uitgescholden. Van Scheidemann wordt gezegd, dat hij doodgeschoten moet worden. (Onrust). Daar bij wordt aldoor gezegd, dat in het leger geen politieke propaganda gehouden mag worden Wij moeten uit de verstikkende atmosfeer v. n den staat van beleg worden bevrijd. De minister van oorlog zal moeten toegeven, dat hij deze agitatie beschermt, want hij zelf schreef immers een polemiek tegen het be sluit van den Rijksdag. En hoe staat het met den rijkskanselier? De politiek van de Rijks dagmeerderheid is toch ook zijne politiek. Dat bewijst het antwoord op de pauselijke nota. Dit antwoord was een goed werk. Moge ditmaal het zwaard niet bederven wat de pen goed deed. De kanselier moet rich in zijn eigen belang en dat van het volk tegen de Alduitsche agitatie verklaren. Hij wilde zich immers de leiding niet uit handen laten ne men. Van zijn stelling nemen hangt onein dig veel af voor het welzijn des lands." (Toe juiching van links). Dr> minister van oorlog. Von Stein, ver klaart nu: „Ik en het legerbestuur dulden geen politieke agitatie in het leger. (Tegen spraak van links). Het heeft uMeden onein dig veel moeite gekost een paar onbedui dende voorbeelden te verzamelen. (Br ont staat rumoer, dat ondanks de aanmaning van den president tot kalmte, blijft aanhouden. De president wijst op de onmogelijkheid de de batten aldus voort te zetten en verzoekt den leo>n weer plaats te nemen). De minister van oorlog gaat voort: Voor lichting in het leger had en heeft nog steeds plaats, maaj in geheel andere richting en met andere doeleinden. Wegens de leugens van den vijand, die over de geheele aarde vei spreid werden, moesten onze soldaten ingelicht worden omtrent de were oorzaken van den oorlog, de plannen ven den vijand en de gevolgen van een verloren oorlog. De verlofgangers moesten voorgelicht worden ov<*r de moeilijkheden thuis. Het leger hongert naar geestelijk voedsel. (Gelach). Daarom gaf het legerbestuur alge- meene richtlijnen, uit voor voordrachten, muziek, theaters, bioscopen, drukwerken en leger courant en. Daarin komt geen woord over politiek voor. Wel hebben impulsieve naturen de grenzen overschreden, doch daar tegen werden onmiddellijk maatregelen ge nomen. Daarnaast zien wij geheel andere agitaties. Onlangs scheurde Von Hinden- bur door een ondubbelzinnig woord het weefsel van leugens stuk, dat zich om zijn persoon gesponnen hod. Thans wordt ver breid, dat tusschen hem en Ludendorff vér gaande verschillen bestonden. (Geroep: Wat heeft dat hier te maken?) De minister van ooriog: Ook deze leugen heeft korte beenen. Br zijn geen twee men- schen n het Duitsche- rijk, die het In hun overtuiging zoo eens zijn als Hindenburg en Ludendorff. „Onze legeraanvoerders, vooral Hinden burg, worden er van verdacht, dat zij per soonlijk belang hebben bij hef rekken van den ooriog. Ik vertrouw het Duitsche volk. Wij weten, dat agenten van den vijand twee d/acht en wankelmoedigheid bij ons volk trachten te veroorzaken mét alle middelen, die sedert eeuwen in Duitschlands oorlogen een rol speelden, wanneer de tegenstand-ers zich overtuigd hadden, dat zij met de wape nen niet tegen ons waren opgewassen. Evenals voor het leger té velde, zijn ook voor het leger thuis de grondbeginselen voor de voorlichting bepaald. Ook hier wer den meermalen de grenzen overschreden, maar dan werd daartegen opgetreden. De brochure, waarvoor ik de inleiding schreef, vertolkt het denkbeeld, dat ons volk een voorbeeld moet nemen aan de „Feld- grauen", maar van oorlogsdoeleinden is daarin geen sprake. De vijanden verschaffen eveneens voor lichting aan het leger. Voor mij ligt een order van Pétsin* van Juni j.l. Daarin ge waagt hij van de binnenlandsche moeilijk heden, welke Duitschland sedert geruimen tijd verdraagt, en verder van den invloed van den duikbootoorlog, die het land biina geheel afsluit. Pétnin herinnert er-dan aan, dat al deze moeilijkheden lammen" vrede zeker niet zullen verdwijnen. Ik kan het den Frnnschen zeker niet kwr.' M nemen, dat zij deze mid delen gebruiken. Ze willen immers niets an ders doen dan den wil om te zegevieren en den moed op peil houden. Bij ons wordt hetzelfde doel nagestreefd, n.l. om in ons leger den gees' levendig te houden, waar mede het den veldtocht is aangevangen. (Levendige toejuiching). Geen leger, dat de wil om te overwinnen en het vertrouwen de overwinning mist, is een bruikbaar instrument. (Zeer juist). Men kan bij de pakken gaan neerzitten en de vijand de rest laten doen. Daar wij dat niet willen en gij allen ook niet. zullen wij de voorlichting van ons leger in dezen geest voortzetten. (Bijval en rumoer). Staatssecretaris Helfferich verklaart: De rijkskanselier is het met den minister van oorlog en alle militaire autoriteiten eens, dat de politiek niet in het leger moet worden overgeplant, noch door rechts, noch door links. Daarmede is voor de voorlich ting de grens getrokken, daarbinnen te blij ven; het is een kwes^;° van tact voor hen, die voorlichting geven. De minister van oorin heeft maatregelen tegen misbruik toegezegd. Het moet vrij ste. r b:nnen de perken van den eed van trouw voor de politieke gezindheid uit te komen. Daarmede is de grens getrokken voor den politieken dnjk, die een ambte naar in ziine functie op ondergeschikten en afhankel.jken uitoefent. Dat verklaar ik uit naam en in den geest van den kanselier, die voor de handhaving van dit beginsel zorgt. De kanselier weet zich daarbij één van zin met de bondsregee- ringen, in 't bijzonder met de Pruisischt ministers. Landsberg vroeg den kanselier naar zijn standpunt ten opzichte van de „Vaterlands partei". Ik antwoord els plaatsvervanger von den kanselier in zijn geest. De kanselier, belast met gewichtige bezigheden, vond geen aanleiding hier te verschijnen. Het gaat niet om een groot politiek debat. Het standpunt van den kanselier ten op zichte van het oorlogsdoel is niet het voor werp van de interpellatie. Ik vernam uit Landsberg's woorden, dat de kanselier naar de „Vaterlandspartei" den banvloek moet slingeren. (Interrupties links). Wanneer dat juist is, dan behoef ik geen woord te verspillen. Wanneer gij in de man nen aan het hoofd van legerbestuur en rijks leiding geen vtrtrouwen hebt, dan (Geroep links: Neenï), dan heeft het geen doel, dat ik voor u nog het woord voer. (Be weging. Helfferich breekt zijne rede af). Hierop volgt de bespreking van de inter pellatie. Trömborn (centrum): Ook wij hebben tal rijke berichten ontvangen over agitatie van de Al-DuitscherS en over pressie van de militaire autoriteiten. In Jiet leger moet een officieele politieke avitatie achterwege blij ven. Politiseering van het leger zou de groot ste ramp soor het vaderland zijn; dat bewijst Rusland. Er moet slechts tegen politieke polititke agitatie tot ondermijning ven de discipline met de strengheid van de wet worden opgetreden. Maar uit de antwoor den van militaire autoriteiten op begroe tingstelegrammen moet alle politiek worden uitgeschakeld. De militaire autoriteiten moe ten voorzichtiger optreden. Hindenburg be hoort aan het geheele volk en niet aan een enkele partij. (Levendige bijval). Dat tusschen Hindenburg en Ludendorff geen volkomen overeenstemming heérscht, daarvan heb ik nooit gehoord Door Hinden burg erbij te halen, wordt het geschilpunt slechts verschoven. Reeds de naam Vater lands-Partei is geschikt om de andere par tijen te vernederen. Hoe oneindig gevaarlijk schijnt zulk een splitsing onder het volk, nu wij door een geheele wereld van% vijanden bestormd worden. De op 19 Juli als wen- schelijk verkondigde vrede is noch een hon ger-, noch een verzakingsvrede, maar een vrede van vergelijk en verzoening der vol ken, zooals graaf Czernin hem meesterlijk omschreven heeft. De Duitsche Vaterlands-Pattei is geen steun van de regeering, maar een oppositie partij. Officieele ondersteuning van die par tij zou den schijn van tweespalt in de regee ring' teweegbrengen. Alle centrums-afge vaardigden hebben geweigerd lid van de Va terlands-Partei te worden. Wij plaatsen ons vastbesloten en eensgezind op het stand punt van het antwoord aan den paus, om het onze bij te dragen aan het Duitsche va derland van het verzekeren van een eervol len vrede. (Levendige bijval). Thoma (nationaal-liberaal): Ik zie in de S['ütfciland6-Pürtei slechts een protest-organi satie tegen de wijze, waarop de vrede nage- streefo wordt. Het is een reactie tegen eene agitatie, waartoe de tegenstanders van de vredesresolutie, die jnen verdacht maakt van slippendragers der industrie enz. te zijn, slechts zijn toegetreden om zuiver vader landslievende oogmerken te bereiken. On danks onze afkeuring van het Rijksdagbesluit zijn wij niet van meening, dat er zich een on overbrugbare kloof in het Duitsche volk be- vinrK De geheele vredesresolutie is door de gebeurtenissen achterhaald. Wij kunnen haar gerust ad acta leggen. Thans is het zaak gezamenlijk stand te houden, wanneer de vijand niel wil toegeven. Wij k\uren iedere officieele begunstiging van een p^riij, ook van de VoterJands-Parte'. of. Wij zijn tegen iedere vijandige gezind heid tegen andersdenkenden. Met den inter- pellont en den vórigen spreker zijn wij het eens, dat wij elke commandeering afkeurev Wij hadden ook gaarne een krachige toe zegging van maatregelen daartegen gehoord. Hel recht om de troepen voor te lichten, ten einde den oorlogs- en overwinningsgeest wakker te houden, is onaantastbaar. Maar dat rnoet met den noodigen tast door bekwa me ofiicieren geschieden. Gok wij wenschen, dat ons leger voor ieder bederf door partij-po,;tiek gevrij voord blijft. Ook Lansberg wil versterking van der. wil tot overwinnen. Met goeden wil zal dat mogelijk zijn; daartoe zullen de besprekingen van heden bijdragen. (Bijval). Ven Grafe (conservatief): De interpellatie is ©en stormloop tegen de reactie in zekere kringen van het volk ingevolge de overspan ning van de pacifistische agitatie. Wat is Al-Duitsch? Men vreest een bewe ging, die aan het geheele volk het bedrog openbaart dat door een zeker deel van de Duitsche pers gepleegd is. Men vreest, dat de furor teutonicus door de Vaterlands-Par tei weer opgewekt wordt. Tegen de gevoe lens der natie werd zulk een agitatie gevoerd, dat het hoog tijd was, dat daartegen iets ge schiedde. Niemand van u zette de gevolgen van den verzakings-vrede uiteen: nood en el lende. De redevoeringen van Erzberger moesten onder het volk groote onrust wekken, waar tegen Hindenburg zich genoodzaakt zag op te komen. Niet juist is het, wanneer de regeering of ficieel aan het front het propaganda-geschrift van den afgevaardigde David over zijn deel- neming aan de conferentie te Stockholm doet verspreiden, dat met een energieke ver klaring voor den verzakingsvrede besluit. Oneindig vele duizenden aan het front, niet enkel officieren, zouden de Rijksdagmeer derheid liever eens in de loopgraven zien, opdat zij de ware stemming van het leger leeren kennen. Juist thans weer staan onze „Feldgrauen" in den fel woedenden slag in Vlaanderen. Nu moet men hun stemming niet bederven door aanklachten, zooals de interpellanten hebben uitgebracht. Haas (vrijzinnige): Wij protesteeren tegen de Al-Duitsche agitatie, omdat er eensge zindheid noodig is. Het volk mag niet door wilden haat uiteengescheurd worden. Wat een nadeel hebben de Al-Duitschers ons in het buitenland toegebracht! Er was ter we reld geen vredelievender volk dan het Duit sche Niemand wilde zijne buren lastig val len. Het buitenland denkt echter anders over ons, ingevolge het beuzelachtig geklets van de Al-Duitschers. Daarbuiten staat de ge meenschappelijke vijand. Wij hebben vrede in het binnenland noodig, die ons onover winnelijk maakt, maar die kan bij deze teu- gellooze agitatie niet ontstaan. Van Haase (onafh. socialist) is een voor stel ingekomen"om te besluiten: „dat de behandeling van deze zaak door den kanselier niet overeenkomst met de zienswij- ze van den Rijksd ag." Weinergiessen (Duitsche fractie). De Al- Duitschers behoeven geen berouw te hebben over hun optreden voor den oorlog. Hunne voorspellingen zijn uitgekomen. Leverden de Al-Duitschers bouwstof voor Wilson's nota? De oorlog werd juist door de vredesresolu tie yerlengd. Wilson wil ons de sch*ijn-de- mocratie van het Westen aanpraten. Wij bedanken daarvoor. Duitschland heeft een werkelij k gewaarborgden vrede noodig. Ik moet tegenspreken de bewering, dat de Voterlands-Partei een Al-Duitsche stichting is. De voortzetting van deze debatten is op Maandag bepaald. B er 1 ij n, 6 Oct. (W. B.) De Rijksdag leden Boehle (socialist), Dittmann (onafh. so cialist), Hauss (Elzasser), Fehrenbach (Cen trum), Peirotes (socialist), Waldstein (vrijz. volkspartij), en Wendel (socialist) hadden met kolonel von Wrisberg en andere verte genwoordigers van het ministerie van Oor log uitvoerige besprekingen over de zaken in Elzas-Lotharingen, de toepassing van dD „Schutzhaft", de militaire rechtspraak, het gebruik van de Fransche taal en verlofza ken. Petersburg, 7 Oct. (R.) D^ leden der regeering hebben onder voorzitterschap van Kerenski van Vrijdagnamiddag 5 uur tot 3 uur Zaterdagmorgen geconfereerd met af gevaardigden van dè Moskousche indus- trieelen en van de democratische conferen- ten en van de cadetten. Er is overeenstem ming verkregen over de vorming van eene coalitie-regeering. Washington, 5 Oct. (R.) De Senaat heeft een wetsontwerp aangenomen, waar bij vreemde schepen gemachtigd worden kustvaart te verrichten op de kust der Ver- eenigde Staten gedurende den oorlog en 120 dagen daarna. Deze wet is nu aan Wil son voorgelegd ter onderteekening. Het Amerikann<che congres keelt zijne zit tingen verdaagd, j - Washington, 6 Oct. (Havas). Het lanceeren van de tweede oorlogsleening is een volledig succes. Het aantal inschrijvers is veel grooter dan bij de uitgifte van de eerste leening, de ingeschreven sommen zijn veel aanzienlijker. Het congres van Peru heeft besloten de diplomatieke betrekkingen met Duitschland af te breken. P a rij s, 6 Oct. (R.) De afgevaardigde Tur' mei is heden morgen gevangen genomen. De Staatscourant van i October bevat o. m. het volgende Kon. besluit: op verzoek eervol ontheven van het beheer van het post- en telegraafkantoor te Grave, de directeur P. J. Kraft, en hij benoemd tot commies der posterijen le klasse. De Nederlandsche gezant e Petersburg, aron Sweerts de Landas Wyborgh, die thans met verlof te Rotterdam vertoeft, was Zaterdag te 's Gravenhage en maakte zijn opwachting bij den Min. van Buitenland- sche zaken jhr. dr. Loudon, in diens depar tement. De S t a a t s b e g r o o t i n g voor 1918. Men schrijft ons dit Den Haag: Overeenkomstig de verwachting, die daar omtrent in parlementaire kringen bestond, is het afdeelmgsonderzoek der Staatsbegroo- ting 1918 enz. door de secties der Tweede Kamer Vrijdag j.l. geheel beëindigd. Dinsdag 16 October komt, naar men weet, de Kamer weder in openbare vergadering bijeen. Of zij dan, na afhandeling van de vrij uit gebreide agenda, dadelijk zal overgaan tot de behandeling der Staatsbegrooting, dan wel nog voor korten tijd uiteen zal gaan, staat nog niet geheel vast. Dit zal voorname lijk afhangen van de omstandigheid of het ontwerp betreffende het verstrekken van gTond aan landarbeiders, dat aan het einde der agenda is geplaatst, het inderdaad thans tot behandeling zal brenger. .Schoolgeldkwitanties vrij van zegel. Het departement van Finan ciën heeft bevestigd, dat schoolgeldkwitan ties zoowel voor bijzonder als voor open baar onderwijs volgens de nieuwe zegelwet vrij van zegel zijn. A. v a n H o o f f. Te Twello is in den ouderdom van 79 jaar overleden de heer A. van Hooff, ouddioofdingenieur van de di rectie van 's Rijks watterstaa, ridder in de orde van den Ned. Leeuw en in de Leopold* orde Begrafenismr. W. Thorbecke. Bij de begrafenis van wijlen den landsadvo caat mr. W. ïho«-becka, Jie Zaterdagmiddag op de Algemeene Begraafplaats te Den Haag eschiedde, werd groote deelneming be- I toond. De regeering was vertegenwoordigd door de ministers van Binnenlandsche Za ken, van Justitie en Buitenlandsche Zaken. Voorts werden er een aantal leden van den Hoogen Raad en andere hooge rechtscolle ges opgemerkt. Vele kransen dekten de lijk baar. Op weg naar het graf werd de stoet voor afgegaan door drie boden en den concierge van den Hoogen Raad. Aan de groeve werd niet gesproken. Ka pitein Thorbecke, zoop van den oerledene, dankte. Begrafenis J. H. de Bussy. In tegenwoordigheid van tal van vrienden en vakgenooten, personen uit uitgevers-, boek handelaars- en drukkerskringen, vertegen woordigers der Doopsgezinde Gemeente, Anthony van Leeuwenhoekhuis, enz. is Za terdag op „Zorgvlied" bij Amsterdam het stoffelijk overschot van wijlen den heer J. H. le Cocquino de Bussy ter aarde besteld. De kist was onder bloemen bedolven. Aan de groeve werd het woord gevoerd door den heer F. W. Craandijk, die sprak als vriend en compagnon, door mr. G. Vissering, die de Bussy huldigde "als nobele figuur, die, na zijn zaak tot een sieraad in het land te hebben gemaakt, zich bovendien nog interesseerde voor welenschappel ike doeleinden. Namens het Kankerinstituut bracht Spr. dank voor al hetgeen de Bussy gedaan had. Daarna werd gesproken door dr. J. E. Kuyper namens het Anthony van Leeuwenhoekhuis, door den heer J. C. Tadema namens de Vereen, tot bevord. van de belangen des boekhandels, door dr. H. C. Prinsen Geerlings namens de redactie van de Indische Mercuur en door dr. A. K. Kuiper namens de doopsgezinde gemeente. Een zoon dankte voor de treffende bewij zen van deelneming o**Bog. Het zeesrevcelïi S»ij Bergeu eu onze neutraliteit. Het Ministerie van Buitenlandsche Za ken deelt.het volgende mede: Gelijk reeds werd bericht heeft de Neder landsche Regeering door tusschenkomst van Hr. Ms. gezant te Londen aan de Britsche Regeering mededeeling gedaan van het op treden van Britsche oorlogsschepen op 16 Juli j.l. tegenover Duitsche koopvaardijsche pen, die zich in de Nederlandsche temtoriale wateren bevonden. De gezant had in op dracht volledige genoegdoening voor dit ge beurde te vragen overeenkomstig het vol kenrecht, in het bijzonder art. 3 van het Ver drag nopens de rechten en verplichtingen der onzijdige mogendheden in geval van zee oorlog. Nadat de gezant herhaaldelijk op bespoe diging van het antwoord der Britsche Rege^* ring had aangedrongen, deelde deze bij nota van 4 Augustus mede, dat naar het door de qutoritejteP fogeftelde ppderzoek had uitgemaakt, dc prijsmaking van de vier schepen, welke de Britsche zeestrijdkrachten hadden medegevoerd, buiten de Nederland sche territoriale wateren was geschied. In dien de Nederlandsche Regeering hare mee ning handhaafde dat de buitmaking dezer schepen met schending van de Nederland sche onzijdigheid was gepaard gegaaiv, dan zou zij een vordering tot teruggave der vaar tuigen voor het Britsche Prijzenhof kunnen indienen. Wat de beide schepen betreft, die na stranding waren beschoten, te weten de ,-Renate Leonhardt" en de Lavima" deden de ingekomen rapporten vermoeden, dat hier inderdaad een neutraliteitsscher.ding had plaats gehad. De Britsche regeering betuigde hierover haar oprecht leedwezen en zegde een nadere mededeeling toe zoodra zij over alle noodige gegevens zou beschikken. De regeering heeft Hr. Ms. gezant te Lon den terstond opgedragen ter kennis van de Britsche regeering te brengen, dat zij het antwoord inzake de vier buitgemaakte sche- .pen volkomen onbevredigend achtte. Zij ver klaarde het in strijd met het volkenrecht te oordeelen dat zij op straffe van hare souve- reine rechten miskend te zien, gedwongen zou worden voor het Britsche Prijzenhof te verschijnen, en zij beriep zich, ten bewijze dat de prijsmakende staat zich niet kan ont trekken aan zijne verplichting op verlangen van de "onzijdige mogendheid een aangele genheid als de onderhavige langs den diplo- matieken weg te behandelen, op art. 3 sub 2b der Xlle Conventie van 1907, alsmede op het rapport waarbij prof. Louis Renault dat Ver drag voor de Tweede Vredesconferentie toe lichtte. Ten slotte bood zij aan een'Neder- landsch zeeofficier naar Londen te zenden ten einde gemeenschappelijk met de Brit sche marine-autoriteiten de wederzijdsche rapporten aan een onderzoek te onderwer pen. De Britsche regeering antwoordde hierop met een uitvoerig memorandum, waarin zij aan de hand van verscheidene uitspraken van prijsrechters en aanhalingen van schrijd vers over volkenrecht betoogde dat het reeds gedurende meer dan een eeuw de vaste practijk der onzijdigen was geweest om in de gevallen waarin naar hun oordeel sche pen der oorlogvoerenden in de territoriale wateren waren buitgemaakt; de teruggave van deze schepen voor het Prijzenhof aan den staat waartoe de nemer behoorde, te vorderen. De Britsche Regeering was van oordeel dat deze wijze van onderzoek ook te verkfezen was boven die langs den diplo- matieken weg,, op grond döt een prijzenhof, gewoon om soortgelijke aangelegenheden te "behandelen, daartoe beter n staat was dan eenig ander. Het antwoord der Britsche regeering over tuigde de Nederlandsche regeering geens zins van de juistheid der daarin verdedigde zienswijze. Evenwel niets willende verzui men teneinde herstel harer geschonden rech' ten te bekomen, en in aanmerking nemen de, dat inderdaad ook nog in den tegen- woordigen oorlog verschillende onzijdige mogendheden in soortgelijke gevallen bij de prijsgerechten der oorlogvoerenden eischen indienden tot teruggave van naar haar oor deel binnen hare territoriale wateren prijs- gemaakte schepen der belligerenten, was de Regeering van meening, hare bezwaren te gen deze wijze van handelen ter zijde te moeten stellen. Zij deelde derhalve aan de Britsche regeering mede, dat zij gezien de weigering dezer laatste om de aangelegen heid langs den diplomatieken weg te behan delen voor het-Britsche Prijzenhof een eiscK tot teruggave der buitgemaakte schepen met gelijk van zelf spreekt de officieren ert bemanningen, en vergoeding der toege brachte schade zou indienen, zij het oolc onder protest en met voorbehoud van al ha re rechten voor het geval de uitspraak van het Britsche prijsgerecht haar niet bevredi gend zóu voorkomen. Zij sprak daarbij het vertrouwen uit, dat de zaak met* den meest ~mogelijken spoed door het Prijzenhof zou worden behandeld. Ten aanzien van de gestrande schepen „Renate Leonhardt" en „Lavinia" deelde de Britsche Regeering als resultaat van het na der door haar ingestelde onderzoek mede, dat de vervolging der schépen was begon nen, terwijl zij zich buiten de territoriale wa teren bevonden. Nadat zij binnen de terri toriale wateren waren gevlucht, waren zij door een Britsch oorlogsschip beschoten. De Britsche regeering betreurde het optre den van dit oorlogsvaartuig en bood hare verontschuldigingen aan voor de begane schending der Nederlandsche onzijdigheid. De Nederlandsche regeering heeft hierop geantwoord, dat zij de door de Britsche Re geering gegeven voorstelling van bet ge beurde niet kon aanvaarden en dat zij staan de moest houden dat de beide Duitsche schepen zich reeds bij het begin der ver volging in de Nederlandsche territoriale wa teren bevonden. Zij verklaarde evenwel daf zij het niet noodig achtte nader op de ver schilpunten in de beide lezingen in te gaan, aangezien de Britsche Regeering *tie on rechtmatigheid van het optreden van hare zeestrijdkrachten ten aanzien van deze sche pen had erkend. Zij sprak de verwachting uit dat de Britsche Regeering zich bereid zou verklaren een schadevergoeding aan de Nederlandsche Regeering te betalen, tot het bedrag van het veroorzaakte nadeel. Ten slotte vestigde" de Nederlandsche Re geering 'nog de aandacht der Britsche Re geering op het uitblijven van eenig anb- woord op haar protest ter zake van het feit dat bij den aanval op de Duitsche schepen talrijke projectielen op Nederlandsch grond gebied waren gevallen, verscheidene zelff eenige kilometers landswaarts in. 1>« steenkolen-voorzien (Officiéél.) De tusschen Nederland* sche en Duitsche onderhandelaars gevoeraïf frfrepppiffoggfl oyer den invoer san steêukoïeis

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1917 | | pagina 2