daartoe geleid heeft. En don kunnen vrij
jriat anders zeggen, dan dat onze Neder-
jfcndsche regeering Juist en onpartijdig en
Irechtig er naar heeft gestreefd zich aan
de internationale rechtsregelen te houden,
dat zij zich in haar handelingen niet heeft
laten influenceeren door den wensch van
welke mogendheid ook om welke groep van
mogendheden ook ter wille te zijn, dat geen
overweging van onmiddellijk materieel of
mochtsvoordeel gewicht in de schaal heeft
gelegd bii de beoordeelfng van de vraag,
hor dc in vredestijd vastgestelde Rechts
regelen moesten worden uitgelegd. Wij wen-
schen ons strikt onzijdig te houden en laten
ons door geen enkele mogendheid intimi-
deeren om af te wijken van de regelen, die
wii ons zelf hebben voorgeschreven.
Engeland tracht met ons te doen wat in
lijn eigen taal zoo krachtig en juist wordt
uitgedrukt door het woord „to bullyrHet
«al daarvan niet veel ander resultaat ver-
wachteh, dan dat het vijandschap en haat
in ons land verwekt. Zijn ministers, die
200 fraai kunnen praten over scheidsgerech
ten. die zij in de toekomst wenschcn,
zouden nu eens een fraaie gelegenheid heb
ben, om over de juistheid van onze opvat
ting der internationale rechtsregelen en
scheidsgerecht en dan een werkelijk on
zijdig scheidsgerecht te doen oordeelen.
Maar dc Engelsche regeering schijnt thans
uitsluitend te letten op wat haar m den oor
log tegen de Centrale Mogendheden het
voordccligst is en het beste uitkomt. En
dan pleegt zij dadelijk een onvriendschap
pelijke daad, past zij een maatregel van
economische uitsluiting on boycot toe.
Zij kent ons volk blijkbaar zeer weinig.
„Bullying" is een Engelsch woord wij
meenden steeds omdat juist de Angel-Sak-
seis zulk een afschuw er van hadden. In
Nedeiland is dat niet anders. Ons geheele
volk zal om onze regeering staan en goed
keuren, dat, hoe ernstig de gevolgen van
Engelnnd's machtsmisbruik mogen zijn, de
Regeering doe wat zij, en met haar het ge
heele volk, recht en plicht acht.
En tenvijl Engeland zijn economische
machtsmiddelen gebruikt door te trachten
ons in eigen land de wet te stellen en onze
vrijheid in eigen land aan banden te leg
gen, schijnt het alsof Amerika ook dien-
zeifder weg uit wil. Amerika's dwangmid
delen zijn de bunkerkolen, zonder welke
onze schepen niet varen kunnen. Waren dc
zoo vaak gehoorde betuigingen van den
Amerikaanschen President omtrent zijn
eerbied voor de rechter, van den mensch
en nog zoo veel meer, dan slechts phrases,
onware phrases en dus laffe phrases?
Het feitelijke recht om tc weigeren kolen
aan onze schepen te laten verkoopen heeft
de President der Vercenigde Staten naiitur-
Uik. Maar die weigering geschiedt niet, om
dat kolen voor eigen gebruik noodig zijn,
maar uitsluitend om weer dwangmaatrege
len op ons toe te passen. De bedoeling ervan
fs een onvriendschappelijke daad te plegen.
Een dergelijke weigering van ons, in een
overeenkomstig geval stel b.v. de weige
ring om rubber aan Amerika te verkoopen,
als Nederlandsch-fndië de eenige rubber
producent was zou door Amerika als een
Vijandige daad beschouwd worden.
Die Nederlandsche schepen hebben gast
vrijheid m Amerikaansche havens gezocht,
rekenende op de ongeschreven wetten vol
gens welke de internationale scheepvaart
alleen mogelijk is. Het weigeren van die
bunkerkolen is dus niet alleen een onvriend
schappelijke daad, maar ook een daad van
kwade trouw.
Nu wordt er over gesproken dat Amerika
nog verder wil gaan en de hand op schepen
of lading zou willen leggen, aldus niet al
leen een onvriendschappelijke, maar ook
een volkomen onrechtmatige daad verrich
tende, een daad, die, krachtens wet en recht,
aanleiding zou kunnen zijn voor een oor
logsverklaring. Amerika wil immers arbi
trage? Welnu, als Amerika nog een stapje
verder zou willen gaan, zou er dan niet
een schoone gelegenheid zijn voor de Ame
rikaansche regeering om haar schoone denk
beelden over recht en rechtspraak in prak
tijk te brengen?
De N. R. C t. wijst op de ongewone wijze,
waarop het bestaan van het geschil met En-
jgeland ons onthuld is. Sinds 1 October staat
;ket telegrafische verkeer al stil en eerst Hen
Hagen later komt een mededeeling van Reu-
ter's bijzonderen vertegenwoordiger te Am-
Sterdam de reden melden, en nu komt ach**
ieraf het officieele communiqué onzer eigen
regeering.
„Ontveinsd kan niet worden, dat de tegen
ons land ingeluide politiek van oeconomi-
schen dwang zeer ernstig is. Ook in Enge
land ziet men dit, blijkens een artikel in de
Daily News, in. Dit blad noemt den getrof
fen maatregel in verband met dien van Ame
rika omtrent de bunkerkolen „iets dat bijna
met eene commercieele en oeconomische
vernietiging gelijk staat", en het zal, indien
vrij van het telegrafische handelsverkeer en
het overzeesche verkeer afgesneden gehou
den worden, gelijtc wij nu feitelijk zijn, daar*
van zeker niet ver af blijven."
De N. R. Ct. wijst- er vervolgens op hoe
toist dezer dagen de Engelsche minister Sir
£dward Carson zich prijzend over Neder
land uitliet, dat volgens hem den plicht der
pteutraliteit bewonderenswaardig
*ervulcle.
„Tot deze verzekering achtte een lid van
hei Engelsche oorlogsiabinet zich gerech
tigd wij herhalen het eenige dagen
no dat de represaille-maatregel, waarvan
dc heer Carson niet onkundig kan gweest
zijn, in werking getreden was. Dit brengt
Sir Edwards houding onder een zonderling
licht, cn men raait geneigd thans naar een
andere bedoeling van zijn woorden te gis
sen, dan men eerst daaraan meende te kun
nen hechten. Heeft hij ermee willen te ken
nen geven, dat de voor ons land zeer bittere
maatregel zoo kwaad niet bedoeld was? Dan
vraagt men echter, of bij de bewondering,
er in Engeland is, voor de wijze, waarop
Nederland zijne neutrabteitsplichten nakomt,
deze maatregel niet achterwege had kunnen
Wijven? Men stQat hier voor «en raadsel.
De zaak van den doorvoer van zand en
grint is door den Engelschen maatregel ne-
éalig geworden. De Daily Ncwa, schoon van
•eening, dat men over da gerezen strijdvraag
niei zonder meer Hchi kon oordeeler, acht
«icii desondanks gerechtigd tot de alarmee-
send^ doch teven# eenigsrihs sphjjafichtigo
uitspraak het eenige, dat, naar het blad
meent, kan worden gezegd „dat alles wijst
pp de nadering van een nieuw dramatisch
©ogenblik in het ernstige oorlogstreurspel,
want Nederland kan op zulke voorwaarden
ternauwernood het leven houden." Nu be
hoeft men deze opvatting van het Londen-
■che blad niet dadelijk al te dramatisch op
te vatten; maar er moet toch met nadruk
op worden gewezen, dat zulke punten van
wrijving, als er nu een tusschen ons land en
Engeland naar voren getreden is, niet alleen
maar zeer onaangenaam doch ook hoogst
gevaarlijk kunnen worden. Belang en rocht
loopen in zulke zaken niet altijd aan den
hand, en indien dan de belanghebbende de
machtigste is, kon de rechthebbende wel
eens in verdrukking geraken. In den oorlog
spreekt men soms meer van recht, dan dot
men er naar handelt.
Wij zeggen niet, dot Engeland het daar
op toegelegd heeft, of daarop toeleggen zal.
Ons ontbreken voldoende gegevens, om dat
te beoordeclen Al wat vaststaat is, 'dat onze
Regeering, indien zij de Rijnvaartakte niet
wil breken wat zij natuurlijk niet wi!
den doorvoer van zand en grint niet mag
verhinderen, zoolang.de doorgevoerde hoe
veelheid blijft binnen de grenzen van het
geen voor onderhoud van wegen en voor bur
gerlijke werken in België noodig is, er> ook
daarvoor wordt gebruikt."
Houdt Engeland aan zijn met alle recht en
billijkheid spottenden eisch vast zoo con
cludeert het blad dat wij onze bewonderde
neutraliteitspolitiek te rijnen bate zullen ver
loten, en zet het te dien einde rijn represail
le-maatregelen voort, dan rijn er donkere
dagen in aantocht, voor ons land, maör in
zedelijk opzicht nog veel erger voor het land,
dat van recht en rechtvaardigheid den mond
vol heeft, doch er zich niet naar gedraagt.
Manlakia»
De Staatscourant van 13 October be
vat o m. de volgende Koninklijke besluiten:
benoemd tot plantkundige aan het Insti
tuut voor veredeling van landbouwgewas
sen, verbonden aan de Rijks Hoogere Land-,
Tuin- en Boschbouwschool te Wagenii\gen
dr. M. J. Sirks te Bunnik;
benoemd tot notaris ter standplaats
Rotterdam-C. Pot, candidaat-notaris aldaar;
idem ter standplaats Vlaardingen J. H.
Verheus, candidaat-notaris te Beverwijk;
op verzoek eervol ontslagen N. H. Lam
bert, opperboekhouder met den rang van
hoofdcommies bij de Grootboeken der Na
tionale schuld;
met afwijking in zooverre van de bestaan
de organisatiën, in zijnen rang en ouder
dom van rang overgeplaatst bij het wapen
der Kon. Marechaussee en wel bij den staf
van het wapen, de eerste-luitenant jhr. A. D.
Laman Trip, van het regiment grenadiers;
de kapitein M. J. H. F. A. Schieffer, van
het 13de regiment infanterie, ter zake van
tijdeliike ongesteldheid op non-activiteit ge
steld.
als blijk van goedkeuring en tevredenheid
A. de zilveren eerepenning voor menschlie-
vend hulpbetoon en een loffelijk getuigschrift
toegekend aan
G. J. H. E. Hillinga, le-luit.-adjudant van het
"15e regt. infanterie, wegens d^ door hem met
levensgevaar verrichte redding "van een drenke
ling uit het water van de Noordzee te Katwijk,
op 6 Juli 1017
B. de bronzen eerepenning voor menschlie-
vend hulpbetoon en een loffelijk getuigschrift
toegekend aan
D. van Duyn, badondernemer te Katwijk aan
Zee, wegens de door hem met levensgevaar ver
richte poging tot redding van een drenkeling uit
het water van de Noordzee te Katwijk, op 6
Juli 1017
J. V7 F. L. Niels, Europeesch sergeant van
het Indische leger te Pampanoea, wegens de
door hem met levensgevaar verrichte redding
van drenkelingen ter reede van Palima (Zuid-
Celebes), op 2 Augustus 1012
A. van Veen, landstormplichtige bij het Iste
cavalerie-recruten-depót te Amersfoort, wegens
het door hem met levensgevaar tot staan bren
gen van een span hollende paarden met bespan
ning in de groote Nachtegaalsteeg te Amers
foort, op 25 Juni 1017, onder zoodanige om
standigheden, dat daardoor levensgevaar voor
andere personen is voorkomen
J. Roedema, zeemilicien-torpedist, te Willems
oord, wegens de door hem met levensgevear ver
richte redding van een drenkeling uit het waler
van de Binnenhaven te Helder, op 16 Juni 1017;
T. de Boer, visscher, te Helder, wegens de
door hem met levensgevaar verrichte poging tot
redding van een drenkeling uit het water van de
Binnenhaven te Helder, op 16 Jtmi 1017
C. Teeling. landstormplichtige van het depot
genietroepen, wegens de door hem met levens
gevaar verrichte poging om een hollend paard
tot staan te brengen op den straatweg Zeist-de
Bildt, op 4 Juli 1017
J. van Gunst, landstormplichtige bij het 32e
bataljon landweer-grenadiers, wegens de door
hem met levensgevaar verrichte redding van een
drenkelinge uit het water van de Bekkerskil te
Werkendam, op 20 Juli 1017
A. J. Rijnders, sergeant, en A. de Carpentier,
korporaal, beiden bij den vrijwiUigen landstorm,
wegens het door hen met levensgevaar tot staan
brengen van een span hollende paarden met be
spanning in het Stadion te Amsterdam, op 10
Mei 1017, onder zoodanige omstandigheden, dat
daardoor levensgevaar voor andere personen is
voorkomen
B. Htiisenga, landstormplichtig-kustwachter,
wegens de door hem met levensgevaar verrichte
redding van een drenkeling uit het water bij het
Havenhoofd te Willemsoord, gemeente Helder,
op 0 Juli 1017.
Audiënties. De gewone audiën
tie van den Minister van Oorlog zal op Don
derdag 18 October 1017 niet plaats heb-
Jten.
De gewone audiëntie van den minister
van Landbouw, Nijverheid en Handel zal op
Woensdag den 17en October 1917 niet
plaats hebben.
Bij beschikking van den minister van
Marine is de luitenant ter zee der le klasse
R. J. Brakema met 16 dezer geplaatst aan
boord Hr. Ms, wachtschip te Willemsoord.
Onderhoudt de geweren.' De
opperbevelhebber van land- en zeemacht
heeft de bijzondere aandacht van de autori
teiten der landmacht gevestigd op het hou
den van toezicht op het met zorg onder
houden der geweren, vooral ook van het
inwendige van den loop. Eene veelvoudige
inspectie is gewenscht, ook over de geweren
van de geëmployeerden en van de grens-
wachtdetachementen.
De burgemeester van Zaan
dam, de heer Ter Laan, heeft onlangs in
den raad dier gemeente een krachtig waar
schuwend woord doen hooren naar aanlei-
ddng van allerlei uitgaven, die door de so
ciaal-democratische meerderheid werden ge
vraagd in verband met de economische cri
sis, waardoor de gemeente aan den rand van
het financieel bankroet zal raken, iets
waarop de rechtsche pers met begrijpelijke
Schadenfreude de aandacht gevestigd heeft.
Thans gaat de correspondent der (anti-rev.)
Rotterdammer al zoover te beweren, dat er
in Zaandam hardnekkige geruchten loopen
als zoude de heer Ter Laan de verantwoor
delijkheid niet langer meer willen dragen en
zijn ontslag als burgemeester gevraagd heb
ben.
Men zal goed doen dit met het noodige
voorbehoud te aanvaarden.
Bij eschikking van den minister van
Staat, minister van Binnenlandsche zaken
is met ingang van 16 October 1917 op zijn
verzoek eervol ontslag verleend aan dr. W.
Beijerman, arts te Medemblik, als assistent
voor de psychiatrie buiten bezwaar van
's Rijks schatkist aan de Rijks Universiteit
te Leiden.
Bij beschikking van den Minister van
Binnenlandsche Zaken, zijn in de commis
sie tot het examineeren van hen die een
diploma van geëxamineerd en beeëdigd
landmeter verlangen, voor 't jaar 1917 be
noemd: tot iid en voorzitter: H. J. Heuve-
link c.ihoogleeraar aan de Technische
Hoogeschcol te Delft; tot leden: W. H. L.
Janssen van Raay, w.ihoogleeraar aan de
Technische Hoogeschool te Delft; M. S. van
Dunné, bewaarder van de hypotheken en
het kadaster te Utrecht, en Th. L. Kwisthout,
landmeter van het kadaster te Rotterdam.
F. L. H. Royaards. t In den
ouderdom van 57 jaren is te Heemstede
overleden de heer F. C. H. Royaards, oud
burgemeester der gemeente Loosdrecht.
W. G a a d e. t Te Heemstede is op
51-jarigen leeftijd overleden de heer W.
Gaade, tot 1914 uitgever der Delftsche Cou
rant, daarvoor (nl. tot 1898) zeeofficier.
Ataftortarftd «o d# oorlog.
Uct geschil met Kngelaiul.
Verschillende Engelsche bladen wijden
besprekingen ?on den Engelschen dwang
maatregel in "verband met de kwestie ven
den zand- en grintdoorvoer naai België,
een maafregel die, blijkens een artikel in de
Daily Telegraph, ook in Engeland ve
len onaangenaam heeft getroffen, daar be
langrijke telegrammen zijn opgehouden,
zonder dat de afzenders er iets van ver
moedden.
De Manchester Guardian schrijft
in een hoofdartikel
„De geallieerden dienen hun politiek je
gens Nederland te verklaren. Zij wenschen
een volledige blokkade met zoo min moge
lijk ontberingen voor de neufralen, met
name voor Nederland, dat bijzondere aan
spraak op hun consideratie heeft."
Het blad hoopt, dat Cecil de eerste gele
genheid de beste zal aangrijpen, om de
blokkade-politiek van Engeland aan het par
lement voor te leggen.
Een speciale correspondent van de D a i-
1 y Mail zegt, blijkens een Londensch te
legram aan het Hbld., dat het Britsche veto
op de overbrenging van Nederlandsche te
legrammen za! worden gehandhaafd, totdat
Nederland toegeeft en dat de Engelsche
regeering slechts „met weerzin" tot dezen
scherpen vorm van pressie is overgegaan,
nadat „alle gewone methoden van argu
menteering en overreding waren uitgeput".
Voorts dat het geschil al dateert van het
beleg van Antwerpen, toen Nederland wei
gerde doortocht over de Schelde te geven
voor een aantal door Groot-Brittannië prijs-
verklaarde Duitsche schepen, omdat Neder
land dit onvereenigbaar achtte met de neiK
traliteit. Groot-Brittannië heeft in de kwestie
van den doorvoer van zand en grint er op
gewezen, d8t dit militaire behoeften waren
en dus onderworpen aan denzelfden regel
waaronder Nederland weigerde prijssche-
pen over de Schelde door te laten.
De correspondent geeft dan de volgende
cijfers, van welke onze regeering, naar men
mag hopen, wel eene rechtzetting zal geyen:
Het cijfer door de Nederlandsche regee
ring vastgesteld als voldoende aan de nor
male jaerlijksche behoeften van België aan
zand en grint, noodig voor „vredelievende
doeleinden", is rond 1.600.000 ton. Als
dit cijfer juist is kan de normale behoefte
van België worden gedekt door de Belgi
sche groeven zelf. In vredestijd was de pro
ductie dezer groeven 5.310.000 ton per
jaar. Een derde zou zijn 1.770.000 ton. De
tegenwoordige productie van de Belgische
groeven echter slechts te stellen op een
derde ven de normale, zou een te lage
schatting zijn, in aanmerking genomen de
hulpmiddelen der Duitschers wat betreft den
gedwongen arbeid van Belgen en van krijgs
gevangenen.
Volgens betrouwbare gegevens is het cij
fer van 1.600.000 ton klein in vergelijking
met de feitelijke hoeveelheid zand en grint
en cement, n.I. 3.400.000 ton, die over de
Nederlandsche grens naar België ging tus
schen 1 Januari en 15 Augustus 1.1. Het
wordt dus waarschijnlijk geacht dat die
3.400.000 ton een aanzienlijke hoeveelheid
zand, grint en ander materiaal van Neder
landsche herkomst omvatten van Nederland
naar België uitgevoerd. Blijkbaar hebben de
Nederlandsche autoriteiten door een tran
sito-limiet van 1.600.000* ton vast te stel
len, geen rekening er mee gehouden, dat
geen beperking was opgelegd aan den uit
voer van zand en grint van Nederlandsche
herkomst naar België.
De Daily News merkt op in .een kort
artikeltje, dat er misschien meer achter
deze zaak zit dan nu wel schijnt en dat,
indien dit het geval is, de- gebeurtenissen
der komende dagen wel licht zullen geven
over het mysterie.
De lieer van Aalst «ver «lea
teeslaid.
Een vertegenwoordiger van het Hbld.
heeft een onderhoud met den heer C. J. K.
van Aalst gehad, in verband met de vele,
voor onze* economische verhoudingen wei
nig goeds voorspellende berichten van de
laatste dagen.
De heer Van Aalst deelde in het onder
houd het allereerst Iets mede over de onder
handelingen betreffende den aanvoer van
steenkolen uit Duitschland en Oostenrijk-
Hongarije, waarbij een aangename toon
heerschte.
De bijvoorwaarden ter zijde latend, was
men tot sluiting van een beperkt officieel kre
diet gekomen en had men zich daarvoor den
maandelijkschen aanvoer van tenminste
250.000 ton steenkool en 20.000 ton ijzer
en staal tot 31 Masrt 1918 verzekerd, waar
door de industrie en duizenden daarbij be
trokkenen den arbeid zullen kunnen voort
zetten.
Met Oostenrijk-Hongarije heeft een bank-
groep een beperkt krediet afgesloten, dat
ons den aanvoer verzekert van talrijke hier
le lande benoodïgde artik^en, waaronder
bijvoorbeeld smeerolie, dat tot nu toe voor
namelijk uit Noord-Amerika werd betrokken.
'Nieuws heeft de heer Van Aalst in den
loop van het gevoerde gesprek verder niet
verteld; hij wenschte zijn opinie omtrent den
zand- en grintdoorvoer niet te uiten, doch
noemde den maatregel van Engeland beden
kelijk, nooit zal ons volk daarvoor bukken.
Waar grint en zand volgens de officieele
berichten in België alleen voor vreedzame
doeleinden worden gebruikt, daar acht de
heer Van Aalst het zeer wel mogelijk, dat de
Duitsche regeering de verbetering der wegen
enz. in België zal willen doen ophouden, om
Nederland in de gelegenheid te stellen de
handelstelegrammen voornamelijk met het
oog op Nederlandsch-Indië weder te kunnen
zenden en ontvangen.
Verder gaf de heer Van Aalst als zijn
meening te kennen dat Amerika thans hoog
spel speelt, al wilde hij op deze uitspraak
geen nadere toelichting geven.
De interviewer kreeg den indruk, dat de
heer Van Aalst den toestand, waarin ons
land verkeert, weliswaar netelig acht, zonder
dat zulks evenwel aanleiding mag geven tot
al te groote ongerustheid.
Onze scheepvaart.
Volgens een bij de Stoomvaart-Mij. „Ne
derland" ingekomen telegram, is het stoom
schip „KraJeatau" den len October te Naga
saki gearriveerd.
Export-Centrale.
De inschrijving op het kapitaal der Ex
port Centrale door en door bemiddeling van
de Vereeniging van Nederlandsche Werk
gevers. welke, blijkens de vorige opgave
een bedrag van 450.000 had bereikt is
thans op 510.500 gestegen.
BeKlariesgiiiï op voorraden.
In verband met de circulaire van den mi
nister van Landbouw van 10 October, waar
bij het opkoopen en tegen abnormale prijzen
weder van de hand doen van verschillende
artikelen als bovengenoemde, verboden is,
heeft de directeur van het Levensmiddelen
bureau te Haarlem bij een particulier in be
slag genomen 50 KG. blanke stroop, 70 zak
ken diverse soorten meel, 70 kisten maïzena,
250 kisten vermicelli, alsmede 2 zakken
tarwe.
Te Rotterdam zijn voor een waarde van
duizenden guldens goederen voor de regee
ring in bezit genomen in pakhuizen aan de
CronjéstTaat, Breede HiMestraat en Paul Kru-
gerstraat, alles daar opgeslagen door een
expediteur. Het zijn 350 kisten stijfsel, 300
kisten maïzena, 700 kisten harde zeep, 170
kisten gecondenseerde melk, 95 kisten met
slaolie, 400 vaten en kisten .met cacao, 5
manden met jam, 200 balen peperkorrels, 4
kisten schoenen, 10 pakken cacaoboter en
85 vaten met lijn-, katoen- en andere oliën
Verder zijn in een pakhuis, in het weste
lijk deel van Rotterdam gelegen, in bezit ge
nomen 300 kisten puddingpoeder, 55 kisten
gecondenseerde melk, 500 kilogram thee,
11 vaten jam, 3 veten olie, 1 baal cacaoboter
en 900 kilogram hard vet.
Bij. eenige ingezetenen van Leeuwarden
zijn, op last van den minister van Landbouw,
in bezit genomen 400 kisten stijfsel a 25
KG-, 8400 stukjes Kwatta-chocolade, 10.000
pakjes lucifers 10 doosjes per pak, 3000
reepjes Sickesz-chocolade, 10 vaten poeder-
cacao 100 KG. per vat, 4000 pakjes maï
zena KG. per pakje, 10 kisten gecon
denseerde melk, 25 h 30 pond gebrande kof
fieboon en, 199 kisten harde zeep, 100 dub
bele stukken per kist, 13 pakjes cacao en
7 kisten cacao.
Deze goederen zullen onder de winkeliers
daar ter stede, die in deze goederen hande
len, worden verkocht.
D« rerbenw van sraau.
Naar aanleiding van critiek welke is uit
geoefend op de aatregelen door de regee
ring genomen om den verbouw van gmon
in ons land te vermeerderen, min-juiste kri
tiek, ook uitgaande van personen, die zelf
aan de getroffen regelingen hadden kunnei^
medewerken, maar daartoe niet geneigd ble-q
ken, geeft het Bureau voor MededeelingervJ
Inzake de Voedselvoorziening een korte uit-'
eenzetting van hetgeen prectisch wèl en
niet bereikbaar.
Deze begint, in verband met daarvan uit
gesproken twijfel met voorop te stellen dat
de raadslieden der regeering n.L de leden
der Commissie van Advies voor de uitvoe--
ring van art. 7 der distributie wet, en der;
provinciale cultuurcommissies alle mannervi
van de practijk zijn, over het geheele land
verspreid en bekend met de verschillende
toestanden in den landbouw. Aan hen, doch'
alleen met adviseerende stem zijn de land
en tuinbouwraden toegewezen.
Niettemin wordt door sommigen volge»
houden, dat veel meer gedaan zou kunnen
worden om den verbouw ven granen en
voedergewassen te bevorderen dan tot nu
geschiedt. Zoo wil men, dat de bouw in de
bouwstreken zouden gedwongen worden een
deel van hun land met tarwe of rogge te be
zaaien. En dat terwijl nu reeds bij de bouw
een sterk verzet bestaat tegen si wat zij als
dwang beschouwen. Voortdurend hoort men
uit de kringen der landbouwers, dat zij gaar-.
ne willen medewerken, maarmen moeL
hen niet dwingen! Men kon dus gemakkeliitë
nagaan, wat er van dezen zaaidwang terecht',
zou komen. Wie zou vele tienduizenden boe*
renbedrijven^edurende den ganschen groei-
tijd behoorlijk kunnen controleeren. En hoe
zou men den boer kunnen nopen niet slechts
uit te zaaien want daarmede is men er
niet maar ook zijn akker en zijn gewa9
naar den eisch te bezorgen? Bovendien, wie
zal voor een zoo groot aantal bedrijven kun
nen uitmaken, welk gedeelte aan ieder be
drijf er met graan zou moeten worden be
zaaid? Een percentage dat in het eene be
drijf mogelijk zou zijn, is elders niet moge
lijk. Een percentage dat hier nog de gele
genheid kan laten om handelsgewassen te
telen, zou in een kleiner bedrijf vrijwel ge
lijk staan mei een verbod daaraan. Een
algemeen percentage zou er ook toe leiden,
dat op vele gronden minder giaan dan tot
nu toe zou worden verbouwd, waartegen de
meerdere verbouw elders niet zou opwegen,
i Men heeft er zich dan ook steeds wijzelijk
van onthouden een dergelijke percentage te
nemen.
Feitelijk zou dus aan ieder bedrijf de ver
bouwing individueel moeten worden vastge
steld, en zelfs een leek kan gemakkelijk be
grijpen, dat dat zooveel arbeid en zooveel
tijd zou kosten, dat waarschijnlijk de zaai
tijd reeds voorbij zou zijn. En men zou zoo
vele uiteenloopende beslissingen krijgen,
dat een groote ontevredenheid zou ont
staan.
Na rijpe overweging der verschillende
moeilijkheden is dan ook slechts één metho
de bruikbaar gebleken, n.I. die waarbij mert
uitgaande van de cultuur in vroegere jaren,
de landbouwers er toe tracht te bewegen,
meer voeding voor mensth en dier en min
der handelsgewassen te telen. Het eerste
tracht men te bereiken door vooraf vast te
stellen een loonenden prijs, waarvoor de re
geering tarwe, rogge, haver enz. zal overne
men, terwijl tegelijk met gebruikmaking van
art. 7 der Distributiewet, de verbouw van
andere gewassen teruggebracht wordt tof
het strikt noodige. Zoo wordt aan sommige
gewassen slechts 80, 70, 50 zelfs 40 per
cent toegelaten, berekend naar de teelt van
1913, '14 en '15.
Een tweede maatregel is de bevordering
van het bestemmen van weiland voor den
verbouw van veevoeder en als het kan ook
van broodkoren door het geven van een
premie per H. A. gescheurden weidegrond.
Ook voor veevoeder is dit gewenscht. Door
een krachtige propaganda zal getracht wor
den, de boeren er wel van te doordringen,
dat in den winter van 1918'19 de eenige
mogelijkheid om voeder van het -vee te heb
ben wellicht hierin bestaat, dat men zelf vee
voeder heeft verbouwd. Daarbij dient ook
bedacht te worden, dat een hectare koolra
pen, knollen of mangelwortels meer voeder-
waarde opbrengt dan een hectare hooiland.
Indirect profiteert ook de menschelijke voe
ding van -dezen verbouw, omdat die leidt tot
een hoogere melkproductie en tot besparing
van peulvruchten, granen en aardappelen,
die anders, met of zonder verlof, allicht aani
het vee zouden worden gevoederd.
Al zal dus de verbouw van veevoeder,
gewassen op gescheurd weiland ongehin
derd worden toegestaan, aan den anderen
kant zal niet worden gedoogd, dat in dfl
bouwstreken de verbouw van broodgraan oF
van aardappelen wordt ingekrompen ten ba
te van veevoeder. Op een en ander is con
trole noodig, die ook met de medewerking
der landbouworganisaties, zoo scherp mo
gelijk zal worden uitgeoefend. Men beden
ke echter dat ons land niet minder dart
200.000 landbouwbedrijven telt.
De vraag is ook gerezen of het niet mo
gelijk zou zijn te dwingen tot het omploe
gen van weiland? Eene vergadering van
landbouwbureaux, die in Juni werd gehou
den, kwam echter tot de eenparige conclu
sie dat dit niet uitvoerbaar was. Lang niet
alle weigrond is ook geschikt voor bezaai*'
ing, met name niet de lager gelegen, water-"
rijke gronden. Voor zooverre zij daarvoor J
wel geschikt zijn, komen allereerst veevoe-^
der en aardappelen in aanmerking. Door
gaans is zulke grond eerst in hei tweede
jaar voor graan geschikt. Dat nochtans
reeds nu, behalve veevoeder, haver en aard-
appelen, ook hier en daar broodkoren wordt
uitgezaaid, lochenstreft de herhaaldelijk ge
uite bewering, dat het In geen geval zou ge*
schieden.
T«eT«eder.
Het Bureau voor Mededeeiingen in
zake de voedselvoorziening is in staat hel
volgende mede te declen:
Voor varkens is geen voedsel in dezeij^
wintfC te wachten, voor zoover dat uit KtT