3
W*. 83. Tweede 8'
,D E EEMLANDER".
Zaterdag 27 October 1917.
_fcSINN£NLAND.
FEUBLLETON.
16"' Jaaroang
't Winkeltje.
Hoofdredactie.
MARIb VAN VKKSENPAAL
Mr. O. VAN SCHAARDENBURG
Uitgevers- VALKHQFP Co
A BONN EMENT6PBÜ8
fez 6 oia^n-ieu tooi Atjiorsloort /I
I«ieto frAnoo per poet2 OO.
Poi week fmetgratie varzekerins tei?*D ong«lukk*Q) O. I 4.
Afloii'lerlyke aumm«rt. O.Ö®.
Weknll-ksch bijvoeg**! n» UollandhcK üuww' ">o4w
rode-ti- tod Thérèw* Hoven) per 3 mnd. 50 el*
"W*Veli'ksr*h hüvoegsel Wtrtldnvüt" per 8 mod- 52 t'le.
Bureau: Arnbemscbe Poottwal, boek Uttecbtscbestr.
Intercomm. Telefoonnummer
f O.NO.
M ii 0.15.
O 50.
P K IJS DER ADV EBT EN Tl EN
VlD 1-4
Elke reaei meer
Dien»(KAobieding«o 1—4 regel*
Groot* letters naar plantar uwnte.
Voor handel n bedt beetaan zeer voordeelige bepalni^«n
tot bet herhaald advurtoeren in dit Blad, bq abonnement.
Bene oiroulaire, beeottende de voorwaarden, wordt op
aaoTiaag toegezonden.
De Staatscourant van 26 October be
vat o.a. ie volgende Kon. besluiten:
tot leeraa; nan de R H. B. S. te Leeuwar
den P. A. J. H. Gerversman, te Sittard.
od verzoek eervol ontslagen mej. O. Jans
sen .s ieerares aan de R. H. B. S. Ie
Leeuwarden
ber md tot Ieerares aan de R. H. B. S.
te G onir ren mej. F. Z. Abrahams, te 's-Gra-
venh:
b- no: md rot surnumerair der Registratie
en Du., inen A. H. Koomen te Hoorn, J.
Waalwijk, \V. C. Jonker te Vrie
zen veer P. R. Veen te Amersfoort, A. W.
'Boi i v-n Eindhoven, R. van der Meulen te
•Hoorn, B., H. Vaags te Helder, J. H. de
'Ruit, te Veenendoal, J. G. Kaasjager te
Zaltb mrr._\ W. S. Wijnarwls te Hoorn, S.
'J. J. Duijckx :e Amersfoort:
benoemd bij de infanterie tot kapitein de
1ste-luiu-nènt J. G. Haremaker van den
st; f oer infanterie, werkzaam bij de cadet-
Ier.- ".ooi, L. D. Keus van het 16de regi
me! J 1 Th. Hey, adjudant bij het 18de
[reg'nr.entbij den staf van bet wapen tot
bkap .f.in de 1ste luitenant *G. van Rossem
'ven bei regiment Grenadiers;
verzoek eervol ontslagen, met dank,
*nr. <i.. H. J. C. van Tienen te Amsterdam
'en i E. H. van Loon te 's-Gravenhoge,
ah ..den van het hoofdcomité van het Ned.
j'Roodt Kruis.
be- emd bij het wapen der infanterie, tot
mal- or de kapitein S. B. van Delden, van
liet 16de regiment; tot kapitein de eerste-
1 luitenants J. G. Haremaker, van den staf der
Hnfanterie. werkzaam bij de Cadettenschool;
L. D. Keus, van het 16de regiment; J. J. T.
'Hey, adjudant bij het T8de regiment; bij
den staf van_het wapen, tot kapitein, de eer-
ste-luhenant G. van Rossem, van het regi-
f'jnent grenadiers;
overgeplaatst, in hunnen rang en ouder-
'dom van rang, bij den generalen staf, de ka
piteins F. de Goeyen en H. G. Keppel Hes-
selink, beiden van het 11de reg. inf.; en is
met ingang van 1 November 1917 benoemd
bij den plaatselijken staf, tot kolonel, plaatse
lijk commandant te 's Gravenhage de luite
nant-kolonel P. M. Vogelsang, commandant
van het 18de regiment infanterie;
benoemd bij den grooten staf, tot ordon
nans-officier van H. M. de Koningin de eer
ste luitenant jhr. J. P. de Savornfn Lohman,
van het reg. grenadiers.
Nederland en de Oorlog.
l>e doorvoer van zaad en grint.
Men schrijft ons uit Den Haag:
In een onderhoud, dat wij gister met den
•Bngelsohen gezant, Sir Walter Townley,
over de zand- en grintquaestie hadden, ver
klaarde deze aan de cijfers betreffende den
In voer dier materialen, gisteren vanwege 'het
üeparement van Buitenlandsche Zaken me
degedeeld, weinig waarde te hechten, daar
immers herhaaldelijk van Nederlandsche
zijde is toegegeven, dat de Nederlandsche
statistiek van den in-, uit- en doorvoer niet
betrouwbaar is. Met het oog daarop heeft
de Engelsche regeering reeds sedert gerui-
men tijd zich genoodzaakt gezien voor eigen
statistieken van den Nederlandschen in-,
uit- en doorvoer zorg te dragen en de ge
gevens omtrent den doorvoer van zand en
grint komen maandelijks bij de Engelsche
legatie in, zoodat desgewensoht ook gedetail
leerde cijfers daaromtrent door den gezant
zouden kunnen worden verstrekt.
Wat de afsnijding van het handelstele
grammen-verkeer over de Britsche kabels
aangaat, herhaalde de gezant met nadruk,
dat Nederland er niet op kan rekenen
hieraan een eind zal komen, zoolang de Ne
derlandsche Regeering den doorvoer van
zand en grint niet stop zet. Op onze opmer
king, dat het Nederlandschê volk door dezen
maatregel getroffen wordt, welke heet ge
richt te zijn tegen de politiek van onze Re
geering in de bedoelde quaestie, antwoordde
de gezant, die onderscheiding tusschen volk
en regeering, welke hij reeds meermalen had
hooren maken, belachelijk te vinden. Ten
allen tijde heeft men, wanneer regeeringen
doof bleven voor vertoogen, zijn toevlucht
moeten nemen tot maatregelen van pressie
tegen de volken, door hen geregeerd, ten
einde de regeeringen zoodoende tot rede te
brengen.
Wij veroorloofden ons de opmerking, dat
tooh ook President Wilson in zijn antwoord
op de Vredesnota van den Paus een zeer
scherpe onderscheiding maakt tusschen volk
en regeering, waarop de gezant antwoordde,
dat President Wilson geen politicus van pro
fessie is.
De gezant verzekerde voorts nogmaals, dat
aan arbitrage ten deze door de Engelsche
Regeering niet wordt gedacht. Deze zou trou
wens gelijk in het communiqué der legatie
reeds werd uiteengezet niet wel mogelijk
zijn.
Hij betoogde verder, dat gesteld al dat de
Engelsche Regeering zou overwegen, ha
eenigen tijd haar maatregel van pressie in
te trekken, van Amerika in elk geval niet te
verwachten viel, dat het een greintje levens
middelen naar Nederland zou laten uitvoe
ren, zoolang deze quaestie niet naar den
wensch der Entente geregeld was. Deze zaak
toch waardoor voortdurend rechtstreeks
de levens der in België strijdende soldaten
der Entente worden in gevaar gebracht
achtte hij en hij was overtuigd dat dp
Vereenigde Staten dit standpunt deelden
veel ernstiger dan de uitvoer van levensmid
delen naar Duitschland.
De gezant erkende, dat Nederland in een
moeilijke positie verkeert, tusschen de
beide strijdende partijen, maar kon niet in
zien dat Nederland de Rijnvaartakte zou
overtreden door aan dezen doorvoer, welken
'hij in strijd ^ohtte met de Haagsche Con-
ventie, een einde te maken. In elk geval kan
de Entente niet toelaten dat Nederland de
soldaten der Entente helpt dooden.
ten •nderhonrt met I.or<l Cecil.
De Londensche correspondent van liet
Ilbld. seint een onderhoud van zeer vriend-
schapelijken aard gehad te hebben met Lord
Robert Cecil, den vice-minister van buiten
landsche zaken. Daarbij kwam allereerst de
blokkade-regeling ter sprake, naar aanleiding
waarvan Lord Cecil o. a. zeide:
Wij wcnschen hetgeen wij te "veel hebben
te verkoopen aan onverschillig welken neutra
len kooper, mits Duitschland daarvan slechts
niet profileert. Wij zijn niet altijd zeker, dat
de goederen, die Nederland wenscht te koo-
pen, daar ook werkelijk noodig zijn. Wij heb
ben bemerkt, dat Nederland groote hoeveel
heden vleesch, aardappelen, groenten, zuivel
producten. visch en fruit aan Duitschland
heeft verkocht. Zekclijk badt gij hel recht cH»
ie doen. wij echter hadden het recht te zeg
gen: „Ilel is duidelijk, dat gij niet zooveel uit
hel buitenland behoeft in te voeren, zoo lang
gij nog zoo veel kunt uitvoeren, en daar van
een aantal zaken die gij noodig hebt, bijv.
graan, slechts een zeer beperkte hoeveelheid
in de v ereld aanwezig is, zijn wij niet geneigd
aan u te verkoopen, zoo lang gij aan onze
vijanden verkoopt.'1
Op de opmerking van den correspondent
dat het handhaven van Engeland's voor
waarde zou beteekencn ons land uit te honge-
rigen en op de vraag wat is er geworden van
de overeenkomsten omtrent in- en uitvoer,
die gedurende dezen oorlog tusschen Neder
land en Engeland zijn gesloten, ontkende de
Minister dat Engeland Nederland wil uithon
geren.
„De landbouw-overeenkomsten bestaan rog.
Tn 1916. nadat uw land in 1915 bijna alles aan
Duitschland had verkocht, verkregen wij bij
overeenkomst een behoorlijk deel uwer uit
voeren. Sedert de geallieerden edhter een
parig samenwerken, kunnen wij een beteren
prijs vragen, d. w. z. dat wij alleen dan aan u
zullen verkoopen, wanneer wordt overeenge
komen. dat gij riet aan Duitschland zult ver
koopen
Wij willen geen strijd met u, wij hebben
steeds gepoogd vriendschappelijke betrekkin
gen le handhaven, wij willen echter niet, dat
Duitschland oök slechts een ons sterkte door
uwe leveranties krijgt."
„Denkt gij, dat overeenkomsten als die met
de N. O. T. zullen afloopen?" „Zeker niet"
antwoordde lord Robert. „Ik hoop, dat wij
met Nederland tot overeenstemming zullen
geraken en dan zullen de transacties voortge
zei worden, in vertrouwen dat de goederen,
die wij leveren, in geen opzicht aan Duitsch
land ten voordeele strekken.''
De correspondent bracht ook de zand- en
grindkwestie ter sprake, waaróver Lord Cecil's
medcdeelingen geen niéuws opleverden. Deze
verklaarde ten slotte dat Engeland geenszins
beoogt Nederland in den oorlog te betrekken,
zooals beweerd is.
Klinkklaar onzin is een andere beschuldi
ging. die in dc Duitsche pers voorkomt, als
zoude Engeland wensch en dal een deel van
hel Nederlandsche grondgebied na den oor
log zal worden geannexeerd. „Wij wenschen
niets anders dan vriendschap met Nederland
en na den oorlog dezelfde vriendschappelijke
commcrciëele en politieke betrekkingen, "die
altijA -tusschen dé beide landen hebben be
staan.1*
PaaiMeimitvoer.
Volgens een" bericht in „De Veehandel"
zou een regeling kant en klaar zijn voor den
uitvoer naar de Centralen van 17000 1Y»-
jorigq ruins. Naar wij van de meest bevoeg
de zijde vernemen is de regeling van dezen
uitvoer nog geenszins gereed en, zoo zij tot
stand komt, zal zoowel naar de Geallieerden
als naar de Centrale mogendheden uitvoer
plaats vinden en wel naar iedere zijde voor
de helft.
Itunriervleescli.
Het Bureau voor Mededeelingen in zake de
Voedselvoorziening bericht:
Di vraag of er overgegaan behoort te worden
tot distributie van rundvlcesch is in den laat-
sten tijd een onderwerp geweest van ernstige
overweging, zelfs was reeds een ontwerp-dis-
tributiercgcling gereed gemuakt, dat vervolgens
besproken is in een vergadering met de verte
genwoordigers van de besturen der groote ge
meenten en met die der Vereeniging van Ne
derlandsche gemeenten.
Vóór een zoodanige distributie scheen te
pleiten, dat het gewenscht is eene voldoende
j hoeveelheid vleesch tegen niet te hooge prijzen
te blijven beschikbaar stellen. Nu is, ondanks
de verlaging van het slachtgewicht tot 50 K.G.,
in den lantsten tijd het aantal aangeboden var
kens dermate afgenomen, dat het niet mogelijk
is aan alle aanvragen der gemeentebesturen te
voldoen. Aanvulling met rundvleesch leek dus
aanbevelenswaardig Er scheen bovendien aan
leiding te bestaan daartoe thans over te gaan,
omdat op dit oogenblik de boeren gaarne vee
opruimen, vooral nu het straks gestald zal moe
ten worden en er bijna geen krachtvoeder voor
de beesten beschikbaar is.
Tegenover deze overwegingen deed zich ech
ter aanstonds deze andere gelden, dat op dit
oogenblik het rundvleesch reeds goedkoop is,
zoodat een distributie thans onnoodig zeer
groote bedragen van de schatkist en de ge
meenten zal vorderen.
Inderdaad zijn op dit obgcnbUk de prijzen
van het rundvleesch laag. Zoo is te Amsterdam
in de volksbuurten de laagste prijs 35 cent,
die van biefstuk 60 u 70 cent; te Arnhem wordt
betaald 30 ii 45 cent; te Utrecht loopen de
prijzen van 38 tot 65 cent voor vleesch van
goede kwaliteit, biefstuk inbegrepen; te Amers
foort betaalt men 45 cent; ook te Rotterdam
zijn de vleeschprijzen laag. Het verbruik is dan
ook in den laatsten tijd toegenomen. Te Am
sterdam werden van 9 tot 14 October geslacht
1427 runderen tegen 844 in dezelfde week van
1916; ook wanneer men het lagere slachtge
wicht in aanmerking neemt, is dit nog een ver
meerdering van 27 Soortgelijke verschillen
ziet men ook elders. Te Utrecht werden van
2—29 September bijna tweemaal zooveel run
deren gesjacht als in 1916; te Arnhem was de
verhouding over September 1259 tegen 459
in het vorige jaar.
Gevreesd werd dat, wanneer op dit oogenblik
de distributie van rundvleesch werd ingevoerd
en het Rijk dus als gTOotkooper op de markt
zou komen, de prijs omhoog zou gaan. Men
nam daarbij in aanmerking, dat deze distributie
niet slechts aan het Rijk, maar ook aan de
gemeenten zeer veel zou kosten, zonder dat op
dit oogenblik daartegenover een evenredig nut
tig effect zou staan. De gemeentebesturen wa
ren dan ook voor het overgroote deel van mee
ning, dot het goed zou *ijn eene distributie
van rundvleesch voor te bereiden om die, zoo
noodig, spoedig in werking te kunnen do n ire-
den, maar dat daartcfc thans nog niet behoclt
te worden overgegaan. Weliswaar bestaat rte>
mogelijkheid, dat de boeren later hun vee niet
zoo goedkoop zullen afstaan, als het eenmaul i
op stol staat en zij him pacht en rente hebbel* i
betaald, maar tegenover die mogelijkheid staat
de zekerheid, dat groote sommen worden be-
spoard door niet reeds op dit oogenblik te gaan
distribueeren, terwijl dc geldende vleeschpriizen
het niet noodig maken.
Ingevolge dit advies der gemeentebesturen
zal dus voorloopig nog niet worden ovrge-j
gaan tot eene distributie van rundvleesch
Het nieuwe Rotterdam sche
Raadhuis. Als geschenk voor ht t nieu
we raadhuis te Rotterdam is door de fami
lie Dutilh een der drie groote geschilderde
ramen in de groote trnphnl aangeboden.
Een ander werd reeds^door den heer J.
Hifdig geschonken.
Een carieuse prijsvraar
De Christian Scientist H. G. Thieme, uit
den Haag, heeft een prijsvraag uitgeloofd
voor alle beoefenaren der Christian Science
in Nederland.
Hij is van plan jaarlijks 1000 ter be
schikking te stellen van den Minister van
Binnenlandsche Zaken ter belooning van
beoefenaren der Christian Science voor het
genezen van het grootst aantal ongene zen
gebleven krankzinnigen in het korste tijds
verloop. g\
Indijking van de %1'nildeii.
Er zijn indertijd plannen ontworpen door
I den bekenden ingenieur dr. L. Sanders tol
inpoldering van de Amelandsche Wadden
ontworpen op den grondslag van zijn stelle!
van dijkaanleg met behulp van cementijzeren
dammen en platen.
Dr. Sanders diende daartoe destijds een
concessie-aanvraag in. Thans is, naar de
Uzer- en Staalkroniek meldt, een vereeniging
tot stand gekomen, de vereeniging A. P.
(Amelander Polder), van welke mr. Visse
ring, president van de Nederlandsche Bonïd
en van de Zuiderzeevereeniging, voorziUef
is en waarvan nog een elftal andere heeren,
o. w. natuurlijk dr. Sanders zelf en dan en»
der o.a. de heeren Van Vollenhoven, Kr&U
Ier en Colijn, deel uitmaken. j
Zeldzame combinaties. Aart
den burgemeester van Oude Pek^ja, .!r. R.
van Wering is bij Kon. Besluit toestemming!
verleend om naast de betrekking van bur
gemeester de practijk van geneesheer, heel-
en vroedmeester uit te oefenen.
Tot directeur-administrateur van Üef
electrisch bedrijf te Beemster is benoemd
dr. R. Kuiper, doopsgezind predikant ab
daar.
Run* en Wetenschap
Een bf ij spel van de O. W.
Het Rotterdamsch Tooneél za! Zondag de
eerste voorstelling geven van Homo Novus,
een blijspel van de O. W., door Henri Dek*
king en mr. C. P. van Rossem:
Handig verborgen verlegenheid wordt
Som- aangezien voor diepzinnigheid.
Roman
door
Thérèse Hoven.
17
Zo. doel haar best om over haar wanhoop
been te komen en herneemt zoo opgeruimd,
als zij maar kan: „Nee, Gijs is niet. heusch
•niii. Hij is een beste jongen cn hij meent 't
ecb' met me.''
„Dan moet je ook niet huilen, Mieltjc."
t. Ls ook niet om hem. Ocht en 't is ook
hc< lemaal zoo erg niet. Ik had 't u eerst niet
.willen vertellen, omdat ik wist dal 't u hinde
ren zou, maar is misschien toch beter,
anders stelt u 'l u erger voor dan 't is. 't Was
loen met dien x er jaardag van Ma Gijs; ik wou
heusch eens lief zijn en dacht er hem ook een
pleizier mee te doen.
..Waarmee, kind? Dal heb ie er niet bij ver-
tehl."
„Wat ben ik toch een ezel!"
Tnnetje," voegt tante Hes er bij, Innig ver
heugd, dat 't kind niet meer huilt efl toch ook
bang voor wat cr komen zal.
„E/elinnetje," herhaalt Miel gedwee. „Nu
'dan, ik had zoo bedacht om Ma Gijs voor haar
verpiardag een mooien bouquet te sturen of
«en taart of zoo... en toen vertelde ik hem dat
en vroeg hoe hij 't vond? In 't eerst scheen hij
het ook leuk te vinden, maar den volgenden
dag zei hij, zoo terloops, „och! Miel. ik zou 't
toch maar niet doenmoeder houdt niet van
attcqties!"
„Nou. dat was apekool zeg nu eerlijk,
tante Hes."
„Kind, je hebt dat leelijke woord toch niet
tegenover hem gebruikt?" vraagt tante, be
straffend en... ontwijkend.
Miel proest 't uitt
„Wat bent u toch een eenvoudig zieltje!"
„Ik ben een fatsoenlijke vrouw."
„Nu, maar daar zal niemand aan twijfelen,"
verzekert Miel, met zulk een ondeugend spot
lachje, dat 't oudje aanleiding geeft om te
zeggen: „En altijd geweest, Goddank."
„Ik toch ook?" klinkt 't benepen.
„Ja. natuurlijk, daar zal ook niemand aan
twijfelen."
„Juist wel, die draak schijnt iels legen mij
te hebben. Ze wil niet, dal Gijs mij mee
brengt bij haar thuis en ze wil niets van mij
aannemen en dat ma'akl me helsch!
„Er is iets met me... en u wilt 't niet zeg
gen... en o! God, ik weet wel, dal 't schande
van mij is om met mijn verdriet bij u aan te
komen, maar 4k kan 't niet helpen...
En ze snikt cn snikt* alsof Jiaar hart zal
breken.
„Nieund heeft toch ook iets tegen je gezegd,
kind?" vraagt tante Hes, verschrikt.
„Nee., maar als ze het toonen, is 't net zoo
erg... o? ik wou dat ik dood was...
„Mieltje! Mieltje! Het is vTeeselijk, wat je
zegt. Moet je mij, op mijn ouwen dag, nu nog
zulk een verdriet aandoen?"
„Ik meen 't niet," snikt Miel, „u bent een
engel... en ik een ondankbare draak...
•Nil. d m kom aoed hü Girs.'( kliukl
l zóó leuk, dat Miel, met haar gezicht nat
van tranen, loch even lachen moet,
HOOFDSTUK XIX.
Een uitstapje.
't Ts in den laatsten lijd al eens meer voor
gekomen, dat Miel zoo was, dat ze vermoed
de, dat er iets aan haperde, wat wist ze zelf
niet.
Hes weet 't wel, maar durft het niet te
zeggen.
Als Cor cr maar was, die zou er misschien
wel wal op weten; of was die verkeering er
maar niet tusschen gekomen. 'Als Miel niet
zou trouwen, behoefde ze nooit te weten van
die kleine ongeregeldheid met haar geboorte,
zooals het heet.
Ilestcr weet 't precies, ze heeft er laatst met
een rechtgeleerde over gesproken, met een
van 'haar oude klanten, Mr. Adriaan van de
Velde. Het kwam zoo, op een ochtend wa
ren zc. toevallig, met z'n beiden alleen in den
winkel en toen vroeg hij naai" 't mooie nichtje.
„Dat heb ik nu toch altijd ^>o'n aardig
snoetje gevonden."
„Foei, meneer, daar moest u niel naar
kijken."
En waarom niet, juffrouw Hester? Mij
doet 't geen kwaad en juffrouw Miel evenmin.
Daar heeft een man toch zijn oogèn voor en
daar laat Onze Lieve Heer mooie meisjes voor
groeien."
„Iioud n nu niet zulke malle praatjes,
meneer, daar ben ik niets op gesteld. U doet
a altijd zoo raar voor... Een schaterlach breekt
haar boetpredicatie af.
Toen xxerd hij ernstig: „Ik meen 't ook' *oo
erg niet, en u kent mc aenoea om niel te
ten, dat 't maar gekheid is, maar vertel me
eens, juffrouw Hester, heeft uw nichtje trouw
plannen? Ze loopt, tegenwoordig, altijd met
een jong menscli."
„Ik vind 't heusch nog' al raar, dat u dat
zoo vraagt, meneer, want Miel is er volstrekt
niet 't meisje naar om zoo maar met een
jong racnsch te loopen, als ze geen trouwplan
nen heeft. Ze zijn allemaal geen meneer van de
Velde's...
„Loop ik dan met een jong mensch?"
„Nou nee, u begrijpt me wel."
„Maar zeg nu eens. Is 't al zoo ver? Want
riet u, als uw nichtje trouwt, dan zou ik wel
haar getuige willen zijn. zoo'n aardig meisje,
dat ik, van kind af, gekend heb, en dan krijgt
ze een mooi cadeau ook van oom Adriaan.'
„Hè, dat vind ik nu weer allermachies lief
van u."
„Zoo, daarmee wilt u zeker zeggen, dat
maakt weer heel wat goed. Ik ben ook zoo erg
niet, als ik me voor doe. Waarempel, juffrouw
Hesier, ik ben een ordentelijke jongen."
„Een jongen!" heeft ze toen, lachend, uit
geroepen, rnaarcr was zóó iets goedigs ln zijn
oogen, dat zc hem toen maar eens heeft ge
raadpleegd.
„Nu, dat wij 't er toch over hebben, meneer
van de Velde, wou ik uw raad wel eens inwin
nen."'
„Voor óén gulden tachtig krijgt u gratis
advies van mc
„Oj dat heb ik cr met liefde voor over," en
ze ging al naar 't laadje.
,,'t Is maar gekheid hoor, ik zou 't niet eens
mogen aannemen, ik ben sedert jaren niet
meer ingeschreven bij de balie, maar daarom
kan ik wel raad geven. Voor den dag er mee
en de waarheid., dat is altijd 'k penvau<Raste
ea T teitcu.
't Is zonde nog an toe, hij zal toch niet
looven. dat Miel een dochter van Cor of van!
mij is, kon ze niet nalaten bij zich zelf te dan*
ken.
En toen verleide ze 't liem maar ineens Üod
't was ei. hoe 't indertijd met Anne was go*
loopen.
„Ja, zoo iets komt meer voor," had hij toefll
heel ernstig gezegd.
En ziet u... ik heb zoo'n idee, dat mijn zusteii
Cor daarover ook wel een beetje aan 't mafea
is gegaan, dat kon je Wel zoo merken aan dd
wartaal, die ze uitsloeg."
„Nu, na zooveel jaren! Dat is toch nied
waarschijnlijk."
„Ja, maar u moet denken, 't is in verband
met haar trouwerij. Kgn zoo'n meisje, dat geenl
vader heelt, wel een huwelijk sluiten?
„Wel, waarachtig, ik zou niet graag defl
kost geven aan alle buiten-echtelijke kinderen*
die wettig trouwen. Waarom niet?"
„Wel om de papieren en zoo, ze moet tocfi
een geboorte-akte hebben?"
„Dat zal njet moeilijk zijn, per slot van
ning is iedclr mensch geboren. Heeft die feeste*
lijke plechtigheid van uw nichtje in den Haa£
plaats gehad?"
„Ja, mijn zuster kwam kort te voren hie*
uit Antwerpen, maar zc was doodziek enl
ellendig, als we over haar huwelijk of ove*
haar man begonnen, werd ze zóó zenuwachtig»
dat wc er van zelf over heen praatten. Wij
merkten natuurlijk wel, wat er aan 't handjd
was, en dachten, zoodra die geschieden!*
voorbij is, zal ze wel wat bijdraaien en roen*
schelijker worden. Maar, 't heeft niet mogei*
zijn; ze stierf den zelfden dag, dat Miel ge/
boren .werd... stumper."-
CWordt «rrolfMl