3 W*. 83. Tweede 8' ,D E EEMLANDER". Zaterdag 27 October 1917. _fcSINN£NLAND. FEUBLLETON. 16"' Jaaroang 't Winkeltje. Hoofdredactie. MARIb VAN VKKSENPAAL Mr. O. VAN SCHAARDENBURG Uitgevers- VALKHQFP Co A BONN EMENT6PBÜ8 fez 6 oia^n-ieu tooi Atjiorsloort /I I«ieto frAnoo per poet2 OO. Poi week fmetgratie varzekerins tei?*D ong«lukk*Q) O. I 4. Afloii'lerlyke aumm«rt. O.Ö®. Weknll-ksch bijvoeg**! n» UollandhcK üuww' ">o4w rode-ti- tod Thérèw* Hoven) per 3 mnd. 50 el* "W*Veli'ksr*h hüvoegsel Wtrtldnvüt" per 8 mod- 52 t'le. Bureau: Arnbemscbe Poottwal, boek Uttecbtscbestr. Intercomm. Telefoonnummer f O.NO. M ii 0.15. O 50. P K IJS DER ADV EBT EN Tl EN VlD 1-4 Elke reaei meer Dien»(KAobieding«o 1—4 regel* Groot* letters naar plantar uwnte. Voor handel n bedt beetaan zeer voordeelige bepalni^«n tot bet herhaald advurtoeren in dit Blad, bq abonnement. Bene oiroulaire, beeottende de voorwaarden, wordt op aaoTiaag toegezonden. De Staatscourant van 26 October be vat o.a. ie volgende Kon. besluiten: tot leeraa; nan de R H. B. S. te Leeuwar den P. A. J. H. Gerversman, te Sittard. od verzoek eervol ontslagen mej. O. Jans sen .s ieerares aan de R. H. B. S. Ie Leeuwarden ber md tot Ieerares aan de R. H. B. S. te G onir ren mej. F. Z. Abrahams, te 's-Gra- venh: b- no: md rot surnumerair der Registratie en Du., inen A. H. Koomen te Hoorn, J. Waalwijk, \V. C. Jonker te Vrie zen veer P. R. Veen te Amersfoort, A. W. 'Boi i v-n Eindhoven, R. van der Meulen te •Hoorn, B., H. Vaags te Helder, J. H. de 'Ruit, te Veenendoal, J. G. Kaasjager te Zaltb mrr._\ W. S. Wijnarwls te Hoorn, S. 'J. J. Duijckx :e Amersfoort: benoemd bij de infanterie tot kapitein de 1ste-luiu-nènt J. G. Haremaker van den st; f oer infanterie, werkzaam bij de cadet- Ier.- ".ooi, L. D. Keus van het 16de regi me! J 1 Th. Hey, adjudant bij het 18de [reg'nr.entbij den staf van bet wapen tot bkap .f.in de 1ste luitenant *G. van Rossem 'ven bei regiment Grenadiers; verzoek eervol ontslagen, met dank, *nr. <i.. H. J. C. van Tienen te Amsterdam 'en i E. H. van Loon te 's-Gravenhoge, ah ..den van het hoofdcomité van het Ned. j'Roodt Kruis. be- emd bij het wapen der infanterie, tot mal- or de kapitein S. B. van Delden, van liet 16de regiment; tot kapitein de eerste- 1 luitenants J. G. Haremaker, van den staf der Hnfanterie. werkzaam bij de Cadettenschool; L. D. Keus, van het 16de regiment; J. J. T. 'Hey, adjudant bij het T8de regiment; bij den staf van_het wapen, tot kapitein, de eer- ste-luhenant G. van Rossem, van het regi- f'jnent grenadiers; overgeplaatst, in hunnen rang en ouder- 'dom van rang, bij den generalen staf, de ka piteins F. de Goeyen en H. G. Keppel Hes- selink, beiden van het 11de reg. inf.; en is met ingang van 1 November 1917 benoemd bij den plaatselijken staf, tot kolonel, plaatse lijk commandant te 's Gravenhage de luite nant-kolonel P. M. Vogelsang, commandant van het 18de regiment infanterie; benoemd bij den grooten staf, tot ordon nans-officier van H. M. de Koningin de eer ste luitenant jhr. J. P. de Savornfn Lohman, van het reg. grenadiers. Nederland en de Oorlog. l>e doorvoer van zaad en grint. Men schrijft ons uit Den Haag: In een onderhoud, dat wij gister met den •Bngelsohen gezant, Sir Walter Townley, over de zand- en grintquaestie hadden, ver klaarde deze aan de cijfers betreffende den In voer dier materialen, gisteren vanwege 'het üeparement van Buitenlandsche Zaken me degedeeld, weinig waarde te hechten, daar immers herhaaldelijk van Nederlandsche zijde is toegegeven, dat de Nederlandsche statistiek van den in-, uit- en doorvoer niet betrouwbaar is. Met het oog daarop heeft de Engelsche regeering reeds sedert gerui- men tijd zich genoodzaakt gezien voor eigen statistieken van den Nederlandschen in-, uit- en doorvoer zorg te dragen en de ge gevens omtrent den doorvoer van zand en grint komen maandelijks bij de Engelsche legatie in, zoodat desgewensoht ook gedetail leerde cijfers daaromtrent door den gezant zouden kunnen worden verstrekt. Wat de afsnijding van het handelstele grammen-verkeer over de Britsche kabels aangaat, herhaalde de gezant met nadruk, dat Nederland er niet op kan rekenen hieraan een eind zal komen, zoolang de Ne derlandsche Regeering den doorvoer van zand en grint niet stop zet. Op onze opmer king, dat het Nederlandschê volk door dezen maatregel getroffen wordt, welke heet ge richt te zijn tegen de politiek van onze Re geering in de bedoelde quaestie, antwoordde de gezant, die onderscheiding tusschen volk en regeering, welke hij reeds meermalen had hooren maken, belachelijk te vinden. Ten allen tijde heeft men, wanneer regeeringen doof bleven voor vertoogen, zijn toevlucht moeten nemen tot maatregelen van pressie tegen de volken, door hen geregeerd, ten einde de regeeringen zoodoende tot rede te brengen. Wij veroorloofden ons de opmerking, dat tooh ook President Wilson in zijn antwoord op de Vredesnota van den Paus een zeer scherpe onderscheiding maakt tusschen volk en regeering, waarop de gezant antwoordde, dat President Wilson geen politicus van pro fessie is. De gezant verzekerde voorts nogmaals, dat aan arbitrage ten deze door de Engelsche Regeering niet wordt gedacht. Deze zou trou wens gelijk in het communiqué der legatie reeds werd uiteengezet niet wel mogelijk zijn. Hij betoogde verder, dat gesteld al dat de Engelsche Regeering zou overwegen, ha eenigen tijd haar maatregel van pressie in te trekken, van Amerika in elk geval niet te verwachten viel, dat het een greintje levens middelen naar Nederland zou laten uitvoe ren, zoolang deze quaestie niet naar den wensch der Entente geregeld was. Deze zaak toch waardoor voortdurend rechtstreeks de levens der in België strijdende soldaten der Entente worden in gevaar gebracht achtte hij en hij was overtuigd dat dp Vereenigde Staten dit standpunt deelden veel ernstiger dan de uitvoer van levensmid delen naar Duitschland. De gezant erkende, dat Nederland in een moeilijke positie verkeert, tusschen de beide strijdende partijen, maar kon niet in zien dat Nederland de Rijnvaartakte zou overtreden door aan dezen doorvoer, welken 'hij in strijd ^ohtte met de Haagsche Con- ventie, een einde te maken. In elk geval kan de Entente niet toelaten dat Nederland de soldaten der Entente helpt dooden. ten •nderhonrt met I.or<l Cecil. De Londensche correspondent van liet Ilbld. seint een onderhoud van zeer vriend- schapelijken aard gehad te hebben met Lord Robert Cecil, den vice-minister van buiten landsche zaken. Daarbij kwam allereerst de blokkade-regeling ter sprake, naar aanleiding waarvan Lord Cecil o. a. zeide: Wij wcnschen hetgeen wij te "veel hebben te verkoopen aan onverschillig welken neutra len kooper, mits Duitschland daarvan slechts niet profileert. Wij zijn niet altijd zeker, dat de goederen, die Nederland wenscht te koo- pen, daar ook werkelijk noodig zijn. Wij heb ben bemerkt, dat Nederland groote hoeveel heden vleesch, aardappelen, groenten, zuivel producten. visch en fruit aan Duitschland heeft verkocht. Zekclijk badt gij hel recht cH» ie doen. wij echter hadden het recht te zeg gen: „Ilel is duidelijk, dat gij niet zooveel uit hel buitenland behoeft in te voeren, zoo lang gij nog zoo veel kunt uitvoeren, en daar van een aantal zaken die gij noodig hebt, bijv. graan, slechts een zeer beperkte hoeveelheid in de v ereld aanwezig is, zijn wij niet geneigd aan u te verkoopen, zoo lang gij aan onze vijanden verkoopt.'1 Op de opmerking van den correspondent dat het handhaven van Engeland's voor waarde zou beteekencn ons land uit te honge- rigen en op de vraag wat is er geworden van de overeenkomsten omtrent in- en uitvoer, die gedurende dezen oorlog tusschen Neder land en Engeland zijn gesloten, ontkende de Minister dat Engeland Nederland wil uithon geren. „De landbouw-overeenkomsten bestaan rog. Tn 1916. nadat uw land in 1915 bijna alles aan Duitschland had verkocht, verkregen wij bij overeenkomst een behoorlijk deel uwer uit voeren. Sedert de geallieerden edhter een parig samenwerken, kunnen wij een beteren prijs vragen, d. w. z. dat wij alleen dan aan u zullen verkoopen, wanneer wordt overeenge komen. dat gij riet aan Duitschland zult ver koopen Wij willen geen strijd met u, wij hebben steeds gepoogd vriendschappelijke betrekkin gen le handhaven, wij willen echter niet, dat Duitschland oök slechts een ons sterkte door uwe leveranties krijgt." „Denkt gij, dat overeenkomsten als die met de N. O. T. zullen afloopen?" „Zeker niet" antwoordde lord Robert. „Ik hoop, dat wij met Nederland tot overeenstemming zullen geraken en dan zullen de transacties voortge zei worden, in vertrouwen dat de goederen, die wij leveren, in geen opzicht aan Duitsch land ten voordeele strekken.'' De correspondent bracht ook de zand- en grindkwestie ter sprake, waaróver Lord Cecil's medcdeelingen geen niéuws opleverden. Deze verklaarde ten slotte dat Engeland geenszins beoogt Nederland in den oorlog te betrekken, zooals beweerd is. Klinkklaar onzin is een andere beschuldi ging. die in dc Duitsche pers voorkomt, als zoude Engeland wensch en dal een deel van hel Nederlandsche grondgebied na den oor log zal worden geannexeerd. „Wij wenschen niets anders dan vriendschap met Nederland en na den oorlog dezelfde vriendschappelijke commcrciëele en politieke betrekkingen, "die altijA -tusschen dé beide landen hebben be staan.1* PaaiMeimitvoer. Volgens een" bericht in „De Veehandel" zou een regeling kant en klaar zijn voor den uitvoer naar de Centralen van 17000 1Y»- jorigq ruins. Naar wij van de meest bevoeg de zijde vernemen is de regeling van dezen uitvoer nog geenszins gereed en, zoo zij tot stand komt, zal zoowel naar de Geallieerden als naar de Centrale mogendheden uitvoer plaats vinden en wel naar iedere zijde voor de helft. Itunriervleescli. Het Bureau voor Mededeelingen in zake de Voedselvoorziening bericht: Di vraag of er overgegaan behoort te worden tot distributie van rundvlcesch is in den laat- sten tijd een onderwerp geweest van ernstige overweging, zelfs was reeds een ontwerp-dis- tributiercgcling gereed gemuakt, dat vervolgens besproken is in een vergadering met de verte genwoordigers van de besturen der groote ge meenten en met die der Vereeniging van Ne derlandsche gemeenten. Vóór een zoodanige distributie scheen te pleiten, dat het gewenscht is eene voldoende j hoeveelheid vleesch tegen niet te hooge prijzen te blijven beschikbaar stellen. Nu is, ondanks de verlaging van het slachtgewicht tot 50 K.G., in den lantsten tijd het aantal aangeboden var kens dermate afgenomen, dat het niet mogelijk is aan alle aanvragen der gemeentebesturen te voldoen. Aanvulling met rundvleesch leek dus aanbevelenswaardig Er scheen bovendien aan leiding te bestaan daartoe thans over te gaan, omdat op dit oogenblik de boeren gaarne vee opruimen, vooral nu het straks gestald zal moe ten worden en er bijna geen krachtvoeder voor de beesten beschikbaar is. Tegenover deze overwegingen deed zich ech ter aanstonds deze andere gelden, dat op dit oogenblik het rundvleesch reeds goedkoop is, zoodat een distributie thans onnoodig zeer groote bedragen van de schatkist en de ge meenten zal vorderen. Inderdaad zijn op dit obgcnbUk de prijzen van het rundvleesch laag. Zoo is te Amsterdam in de volksbuurten de laagste prijs 35 cent, die van biefstuk 60 u 70 cent; te Arnhem wordt betaald 30 ii 45 cent; te Utrecht loopen de prijzen van 38 tot 65 cent voor vleesch van goede kwaliteit, biefstuk inbegrepen; te Amers foort betaalt men 45 cent; ook te Rotterdam zijn de vleeschprijzen laag. Het verbruik is dan ook in den laatsten tijd toegenomen. Te Am sterdam werden van 9 tot 14 October geslacht 1427 runderen tegen 844 in dezelfde week van 1916; ook wanneer men het lagere slachtge wicht in aanmerking neemt, is dit nog een ver meerdering van 27 Soortgelijke verschillen ziet men ook elders. Te Utrecht werden van 2—29 September bijna tweemaal zooveel run deren gesjacht als in 1916; te Arnhem was de verhouding over September 1259 tegen 459 in het vorige jaar. Gevreesd werd dat, wanneer op dit oogenblik de distributie van rundvleesch werd ingevoerd en het Rijk dus als gTOotkooper op de markt zou komen, de prijs omhoog zou gaan. Men nam daarbij in aanmerking, dat deze distributie niet slechts aan het Rijk, maar ook aan de gemeenten zeer veel zou kosten, zonder dat op dit oogenblik daartegenover een evenredig nut tig effect zou staan. De gemeentebesturen wa ren dan ook voor het overgroote deel van mee ning, dot het goed zou *ijn eene distributie van rundvleesch voor te bereiden om die, zoo noodig, spoedig in werking te kunnen do n ire- den, maar dat daartcfc thans nog niet behoclt te worden overgegaan. Weliswaar bestaat rte> mogelijkheid, dat de boeren later hun vee niet zoo goedkoop zullen afstaan, als het eenmaul i op stol staat en zij him pacht en rente hebbel* i betaald, maar tegenover die mogelijkheid staat de zekerheid, dat groote sommen worden be- spoard door niet reeds op dit oogenblik te gaan distribueeren, terwijl dc geldende vleeschpriizen het niet noodig maken. Ingevolge dit advies der gemeentebesturen zal dus voorloopig nog niet worden ovrge-j gaan tot eene distributie van rundvleesch Het nieuwe Rotterdam sche Raadhuis. Als geschenk voor ht t nieu we raadhuis te Rotterdam is door de fami lie Dutilh een der drie groote geschilderde ramen in de groote trnphnl aangeboden. Een ander werd reeds^door den heer J. Hifdig geschonken. Een carieuse prijsvraar De Christian Scientist H. G. Thieme, uit den Haag, heeft een prijsvraag uitgeloofd voor alle beoefenaren der Christian Science in Nederland. Hij is van plan jaarlijks 1000 ter be schikking te stellen van den Minister van Binnenlandsche Zaken ter belooning van beoefenaren der Christian Science voor het genezen van het grootst aantal ongene zen gebleven krankzinnigen in het korste tijds verloop. g\ Indijking van de %1'nildeii. Er zijn indertijd plannen ontworpen door I den bekenden ingenieur dr. L. Sanders tol inpoldering van de Amelandsche Wadden ontworpen op den grondslag van zijn stelle! van dijkaanleg met behulp van cementijzeren dammen en platen. Dr. Sanders diende daartoe destijds een concessie-aanvraag in. Thans is, naar de Uzer- en Staalkroniek meldt, een vereeniging tot stand gekomen, de vereeniging A. P. (Amelander Polder), van welke mr. Visse ring, president van de Nederlandsche Bonïd en van de Zuiderzeevereeniging, voorziUef is en waarvan nog een elftal andere heeren, o. w. natuurlijk dr. Sanders zelf en dan en» der o.a. de heeren Van Vollenhoven, Kr&U Ier en Colijn, deel uitmaken. j Zeldzame combinaties. Aart den burgemeester van Oude Pek^ja, .!r. R. van Wering is bij Kon. Besluit toestemming! verleend om naast de betrekking van bur gemeester de practijk van geneesheer, heel- en vroedmeester uit te oefenen. Tot directeur-administrateur van Üef electrisch bedrijf te Beemster is benoemd dr. R. Kuiper, doopsgezind predikant ab daar. Run* en Wetenschap Een bf ij spel van de O. W. Het Rotterdamsch Tooneél za! Zondag de eerste voorstelling geven van Homo Novus, een blijspel van de O. W., door Henri Dek* king en mr. C. P. van Rossem: Handig verborgen verlegenheid wordt Som- aangezien voor diepzinnigheid. Roman door Thérèse Hoven. 17 Zo. doel haar best om over haar wanhoop been te komen en herneemt zoo opgeruimd, als zij maar kan: „Nee, Gijs is niet. heusch •niii. Hij is een beste jongen cn hij meent 't ecb' met me.'' „Dan moet je ook niet huilen, Mieltjc." t. Ls ook niet om hem. Ocht en 't is ook hc< lemaal zoo erg niet. Ik had 't u eerst niet .willen vertellen, omdat ik wist dal 't u hinde ren zou, maar is misschien toch beter, anders stelt u 'l u erger voor dan 't is. 't Was loen met dien x er jaardag van Ma Gijs; ik wou heusch eens lief zijn en dacht er hem ook een pleizier mee te doen. ..Waarmee, kind? Dal heb ie er niet bij ver- tehl." „Wat ben ik toch een ezel!" Tnnetje," voegt tante Hes er bij, Innig ver heugd, dat 't kind niet meer huilt efl toch ook bang voor wat cr komen zal. „E/elinnetje," herhaalt Miel gedwee. „Nu 'dan, ik had zoo bedacht om Ma Gijs voor haar verpiardag een mooien bouquet te sturen of «en taart of zoo... en toen vertelde ik hem dat en vroeg hoe hij 't vond? In 't eerst scheen hij het ook leuk te vinden, maar den volgenden dag zei hij, zoo terloops, „och! Miel. ik zou 't toch maar niet doenmoeder houdt niet van attcqties!" „Nou. dat was apekool zeg nu eerlijk, tante Hes." „Kind, je hebt dat leelijke woord toch niet tegenover hem gebruikt?" vraagt tante, be straffend en... ontwijkend. Miel proest 't uitt „Wat bent u toch een eenvoudig zieltje!" „Ik ben een fatsoenlijke vrouw." „Nu, maar daar zal niemand aan twijfelen," verzekert Miel, met zulk een ondeugend spot lachje, dat 't oudje aanleiding geeft om te zeggen: „En altijd geweest, Goddank." „Ik toch ook?" klinkt 't benepen. „Ja. natuurlijk, daar zal ook niemand aan twijfelen." „Juist wel, die draak schijnt iels legen mij te hebben. Ze wil niet, dal Gijs mij mee brengt bij haar thuis en ze wil niets van mij aannemen en dat ma'akl me helsch! „Er is iets met me... en u wilt 't niet zeg gen... en o! God, ik weet wel, dal 't schande van mij is om met mijn verdriet bij u aan te komen, maar 4k kan 't niet helpen... En ze snikt cn snikt* alsof Jiaar hart zal breken. „Nieund heeft toch ook iets tegen je gezegd, kind?" vraagt tante Hes, verschrikt. „Nee., maar als ze het toonen, is 't net zoo erg... o? ik wou dat ik dood was... „Mieltje! Mieltje! Het is vTeeselijk, wat je zegt. Moet je mij, op mijn ouwen dag, nu nog zulk een verdriet aandoen?" „Ik meen 't niet," snikt Miel, „u bent een engel... en ik een ondankbare draak... •Nil. d m kom aoed hü Girs.'( kliukl l zóó leuk, dat Miel, met haar gezicht nat van tranen, loch even lachen moet, HOOFDSTUK XIX. Een uitstapje. 't Ts in den laatsten lijd al eens meer voor gekomen, dat Miel zoo was, dat ze vermoed de, dat er iets aan haperde, wat wist ze zelf niet. Hes weet 't wel, maar durft het niet te zeggen. Als Cor cr maar was, die zou er misschien wel wal op weten; of was die verkeering er maar niet tusschen gekomen. 'Als Miel niet zou trouwen, behoefde ze nooit te weten van die kleine ongeregeldheid met haar geboorte, zooals het heet. Ilestcr weet 't precies, ze heeft er laatst met een rechtgeleerde over gesproken, met een van 'haar oude klanten, Mr. Adriaan van de Velde. Het kwam zoo, op een ochtend wa ren zc. toevallig, met z'n beiden alleen in den winkel en toen vroeg hij naai" 't mooie nichtje. „Dat heb ik nu toch altijd ^>o'n aardig snoetje gevonden." „Foei, meneer, daar moest u niel naar kijken." En waarom niet, juffrouw Hester? Mij doet 't geen kwaad en juffrouw Miel evenmin. Daar heeft een man toch zijn oogèn voor en daar laat Onze Lieve Heer mooie meisjes voor groeien." „Iioud n nu niet zulke malle praatjes, meneer, daar ben ik niets op gesteld. U doet a altijd zoo raar voor... Een schaterlach breekt haar boetpredicatie af. Toen xxerd hij ernstig: „Ik meen 't ook' *oo erg niet, en u kent mc aenoea om niel te ten, dat 't maar gekheid is, maar vertel me eens, juffrouw Hester, heeft uw nichtje trouw plannen? Ze loopt, tegenwoordig, altijd met een jong menscli." „Ik vind 't heusch nog' al raar, dat u dat zoo vraagt, meneer, want Miel is er volstrekt niet 't meisje naar om zoo maar met een jong racnsch te loopen, als ze geen trouwplan nen heeft. Ze zijn allemaal geen meneer van de Velde's... „Loop ik dan met een jong mensch?" „Nou nee, u begrijpt me wel." „Maar zeg nu eens. Is 't al zoo ver? Want riet u, als uw nichtje trouwt, dan zou ik wel haar getuige willen zijn. zoo'n aardig meisje, dat ik, van kind af, gekend heb, en dan krijgt ze een mooi cadeau ook van oom Adriaan.' „Hè, dat vind ik nu weer allermachies lief van u." „Zoo, daarmee wilt u zeker zeggen, dat maakt weer heel wat goed. Ik ben ook zoo erg niet, als ik me voor doe. Waarempel, juffrouw Hesier, ik ben een ordentelijke jongen." „Een jongen!" heeft ze toen, lachend, uit geroepen, rnaarcr was zóó iets goedigs ln zijn oogen, dat zc hem toen maar eens heeft ge raadpleegd. „Nu, dat wij 't er toch over hebben, meneer van de Velde, wou ik uw raad wel eens inwin nen."' „Voor óén gulden tachtig krijgt u gratis advies van mc „Oj dat heb ik cr met liefde voor over," en ze ging al naar 't laadje. ,,'t Is maar gekheid hoor, ik zou 't niet eens mogen aannemen, ik ben sedert jaren niet meer ingeschreven bij de balie, maar daarom kan ik wel raad geven. Voor den dag er mee en de waarheid., dat is altijd 'k penvau<Raste ea T teitcu. 't Is zonde nog an toe, hij zal toch niet looven. dat Miel een dochter van Cor of van! mij is, kon ze niet nalaten bij zich zelf te dan* ken. En toen verleide ze 't liem maar ineens Üod 't was ei. hoe 't indertijd met Anne was go* loopen. „Ja, zoo iets komt meer voor," had hij toefll heel ernstig gezegd. En ziet u... ik heb zoo'n idee, dat mijn zusteii Cor daarover ook wel een beetje aan 't mafea is gegaan, dat kon je Wel zoo merken aan dd wartaal, die ze uitsloeg." „Nu, na zooveel jaren! Dat is toch nied waarschijnlijk." „Ja, maar u moet denken, 't is in verband met haar trouwerij. Kgn zoo'n meisje, dat geenl vader heelt, wel een huwelijk sluiten? „Wel, waarachtig, ik zou niet graag defl kost geven aan alle buiten-echtelijke kinderen* die wettig trouwen. Waarom niet?" „Wel om de papieren en zoo, ze moet tocfi een geboorte-akte hebben?" „Dat zal njet moeilijk zijn, per slot van ning is iedclr mensch geboren. Heeft die feeste* lijke plechtigheid van uw nichtje in den Haa£ plaats gehad?" „Ja, mijn zuster kwam kort te voren hie* uit Antwerpen, maar zc was doodziek enl ellendig, als we over haar huwelijk of ove* haar man begonnen, werd ze zóó zenuwachtig» dat wc er van zelf over heen praatten. Wij merkten natuurlijk wel, wat er aan 't handjd was, en dachten, zoodra die geschieden!* voorbij is, zal ze wel wat bijdraaien en roen* schelijker worden. Maar, 't heeft niet mogei* zijn; ze stierf den zelfden dag, dat Miel ge/ boren .werd... stumper."- CWordt «rrolfMl

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1917 | | pagina 5