91'. 86.
„DE EEMLANDER".
Woensdag 31 October 1917.
"BUITENLAN PT
't Winkeltje.
16d' Jaargang
1
"binnenland."
FEUILLETON.
AMERSFOORT
Hoofdredactie!
MARIE VAN VERSENDAAL.
Mr. O. VAN SCHAARDENBURG.,
DAGRLAD.
Uitgevers: VALKHOFF O Co,
A BONN EM ENTSPBUa-
1 er 8 cLktuindeu tooi Amersfoort f 1-80#
Idem franco por poot -#■ 8.00®
Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) O. I 4*
Afzonderlijke nummers 0.05.
Wekelyksob bijvoegsel -D$ BoQatuUchê Huiivfu*" (onder
redactie van ThérAae Hoven) per 8 mud. 50 ets.
Wekel^jkseb bijvoegsel Tirvtótiito" per 8 mod. 88 otn.
Bureaux Arnbemsche Poortwal, boek Utrecbtscbestr.
Intercomm. Telefoonnummer t-
PRUS DER ADVERTENTIÉN
ViD 16 ff ll.SU.
Elko rogei meer 0.15*
Dienstman biedingen 1—8 regels 0.50.
Grooto letters naar plaatsruimte^
Voor handel en bodrjjf beataan zeer voordealige bopalmgoa
tot het herha/üd advertoeren in dit Blad, bij abonnement.
Eeoe ciroulaire, bevattend# de voorwaarden, wordt op
aanvt-aag toegezonden.
ging besproken werden, verklaarde een spres
ker van de linkerzijde, de sociaal-revolutio
nair Steinberg Careliins: De strijdvaardig
heid van het leger kan sleohts dan vermeer
derd worden, wanneer leger en volk 2ullert
weten waarvoor zij strijden. De eerste voor
waarde om de verdediging en de strijd
vaardigheid van het leger te veritoogen, ia
eene volkomen verandering in de buiten-
landscbe politiek. In een voorstel aan oHe
oorlogvoerende stoten om een wapenstil
stand te sluiten, zien wij niets wat aan do
eer en de waardigheid van Rusland afbreuk
zou kiyinen doen.
Parijs, 30 Oct (R-) De Kamer hceft^
na eene mededeling von Loucheur over de
steenkolenverzorging, eene motie tot goed
keuring van de verklaringen der regeering
aangenomen en zioh doarfta verdaagd tot 6
November.
Londen, 20 Oct. (R.) De levensmid-
delcontroieur lord R-hondda, die heden het
woord voerde in eene vergadering van Man
sion House, deelde mede, dat men het ge
brek aan thee spoedig te boven zou zijn ge
komen, en gewaagde daarna in de volgende
bewoordingen van den grooten aardappel
oogst: In het geval van de aardappelen is
het mijne zorg, <181 wij een groot surplus heb
ben. Gij ziet een man voor u, die niet wor
stelt met tegenspoed maar met voorspoed.
(Gelaoh). Wij hebben een surplus van twee
millioen ton aardappelen, die gegroeid zijn
onder de reeds vele maanden geleden door
de regeering gegeven aanwijzingen. Te zeg
gen hoe wij voornemens zijn met dit over-
sahot te handelen, daarvoor is hier niet dé
plaats voor mij.
Kam e ro verzi ch t.
Tweede Kamer.
De vergadering van Dinsdag.
Aangevangen werd met een Comité-Ge-
rtcraul voor de benoeming van een adjunct-
commies bij de bibliotheek der Kamer en
voor het verieenen van een subsidie voor
de uitgave van het jaarboekje „Parlement en
Kiezer".
Regeling der werkzaamheden.
Daarna besluit de Kamer tegen Donder
dag een aantal wetsontwerpen en de inter-
pellatie-Snoeck Henkemans betreffende de
aardappelvoorziening voor de gemeenten
aan de orde te stellen en voorts op 7 No
vember het ontwerp betreffende een geld-
leening van 500 millioen in de afdeelingen
te doen onderzoeken.
Het ontwerp tot wijziging der I n d i s c h o
Comptabiliteitswet wordt zonder
stemming aangenomen na verwerping met
54 tegen 7 stemmen van het amendement*
Visser van IJzendoorn, om inzake schade
vergoeding door ambtenaren steeds den
rechter en niet dezen of de administratie to
doen beslissen.
Daarna wordt voortgegaan met de behan-
Afscheid.
Slechts één keer is het een redacteur ver
oorloofd niet in den wij-vorm, maar in den
Ik-vorm, welke op den duur iets aanmati
gends zou kriigen, tot z'n lezers het woord
te richten. Dat is bij z'n heengaan. En van
idat voorrecht wil ik gaarne gebruik maken,
om een woord van dank te spreken voor de
welwillendheid en belangstelling, welke ik
mocht ondervinden, zoowel van den kant
der autoriteiten hier ter plaatse, als van de
burgerij, gedurende die anderhalf jaar dat
tk aan de redactie van het Amersfoortsch
Dagblad verbonden was.
De mensch weet het best z'n aangename
herinneringen te bewaren en deze zijn voor
mij zoovele, dat ik altijd gaarne aan dien
tijd zal terugdenken. Ook m'n werkkring zelf
was aangenaam en dankbaar en dat vond
zeker niet het minst z'n oorzaak in de goede
verstandhouding, die er steeds heerschte
tusschen de twee partijen, die zoo dikwijls
tegenpartijen zijn directie en redactie.
„Meneer de Directeur" (wil nu eens niet
lachen om dien officieelen titel, want 't is
voor 't laatst, dat ik u er mee aanspreek) „ik
voel mij gedrongen U hier nog eens openlijk
te zeggen, hoezeer ik* altijd de aangename
samenwerking op uw bureaux neb gewaar
deerd en zoo dikwijls m'n voordeel gedaan
met uw voorlichting en groot-ere ervaring.
JWe hadden niet altijd precies dezelfde mee-
tning dat zou onmogelijk zijn geweest
maar er was altijd mogelijkheid om onze op
vattingen te harmoniseeren
Ook de leden der redactie onderling kon-
Hen steeds uitnemend samenwerkenen dat
wil iets leggen bij een krant, een phenomeen
Hat tegelijk een eenheid en een veelheid is.
Veel droegen hiertoe ook bij de journa
listieke bekwaamheden van mr. Van
Schaardenburg, m'n hooggeachte vriend,
voorganger, medewerker en opvolger, die
mij hééft ingewijd in het gebied der dag
bladpers.
Ik kan dan ook rustig mijn taak hier neer
leggen, nu ander werk mij wacht, overtuigd
als ik ben, dat de Hoofdredacteur, die van 't
Dagblad maakte wat 't nu is, onverpoosd de
opwaartsche lijn zal vervolgen.
Een scheidend redactielid, dat niet meer
pro domo spreekt, mag 't wel zeggen, dat
voor 't dagblad een schoone toekomst gloort,
wanneer men eindelijk eens niet me^r zal te
kampen' hebben met tegenspoeden als
scliaarschte en ongekende duurte van het
materiaal, besparing op het gebruik van be
weegkracht, terwille waarvan de omvang van
de courant soms ingekrompen en de inhoud
op allerlei wijzen besnoeid moest worden.
Maar dat niettegenstaande dit alles en
One nks de verhoogingen der tarieven het
a 1 abonné's steeds stijgend was, dat is
beste argument voor mijn meening
"'M de toekomst dezer courant.
ersfoortsch Dagblad zal in stad en
on. "n onder bekwame leiding en met
de medewerking van flinke voor hun taak
perekende verslaggevers en reporters nieu
we glorierijke tijden tegemoet gaan, als ve
teraan in dienst der jonge vrijzinnigheid.
31—X'17. M. v. V.
Politiek Overzicht
De wereldstrijd in het
westen.
ffl. (Slot.)
De dank van de natie aan leger en vloot
voor hunne verrichtingen gedurende de 39
oorlogsmaanden, die tot dusver zijn doorge
maakt, is eergisteren op waardige wijze tot
uiting gebracht Bij de woorden van hulde
die de eerste minister in het lagerhuis sprak,
sloten de leider van Z. M.'s getrouwe op
positie en de woordvoerder van de ar-
beidspartij en van de Ieren zich aan en ook
het hoogerhuis nam eene gelijkluidende re
solutie aan. Het was dus de stem van het
geheele parlement, die werd gehoord, en
geen wanklank stoorde den indruk van een
stemmigheid, die met deze betooging was
bedoeld.
Maar al bleef eergisteren de stem der
kritiek zwijgen, daarmee is niet gezegd, dat
het beleid, dat de richting aangeeft voor de
taktiek, die in den strijd wordt gevolgd, al-
gemeene instemming vindt. In waardeering
voor den moed en de zelfverloochening, die
leger en vloot in al hunne geledingen aan
den dag leggen, stemmen allen overeen.
Een andere vraag is echter of voor het be
leid van de aanvoerders hetzelfde-kan gel
den. De algemeene karaktertrek van dat be
leid is thans, dat vloot en leger worden
geïmmobiliseerd. De "vloot wordt geheel
dienstbaar gemaakt aan de uithongeringspo-
litiek, die sedert jaar en dag tegen den vij
and word* toegepast en die meer en meer
ook tot de onzijdigen wordt uitgebreid. In
den löndoorlog concentreert de aandacht
van de verbonden Engelsche en Fransche
strijdmacht zich bijna geheel op het weste
lijke front, waar nu reeds gedurende drie
jaren de beide partijen elkaar in evenwicht
houden. Wat het doel is, dat men in het
westen op het oog heeft, wordt in de Man
chester Guardian aldus uitgedrukt:
„Het doel van ons beperkt offensief in
het westen is de verovering van het hoog
gelegen gebied in Vlaanderen met inbegrip
van den hoogtenrug tusschen Thourout en
Thielt. Wij zijn er zeker van ons doel te be
reiken. Het is alleen de vraag of dit reeds nu
of pas in net aanstaande voorjaar zal gebeu
ren. De snelle opeenvolging van onze aan
vallen bewijst, dat Hoig het niet voor uitge
sloten houdt het doel 'nog voor den winter
te bereiken, waartoe intusschen een mooie
maand October gevorderd wordt
De hooglenrug tusschen de twee genoem
de plaatsen vertoont op de kaart eene gemid
delde verheffing van 50 Meter èn vormt dus
eene afsluiting tegen het 20 30'Meter
hooge naburige terrein. Thourout ligt ten
zuidwesten, Thielt zuidoostelijk van Brugge.
De afstanden zijn aldus: Thourout is van
Poelcapelle eenerziids en vnn Brugge an-'|
derzijds 30 K.M. verwijderd; Thielt ligt op
30 K.M. afstand van Poelcapelle en op 25
K.M. van Brugge. Het is den Engelscher*
blijkbaar er om te doen eene linie (Thou
rout—Thielt) te bereiken, vanwaar zij den
omtrek van Brugge- onder geschutvuur kun
nen nemen. Eenmaal in het bezit van deze
basis, hopen zij in den verderen loop van
den strijd de stad te veroveren, waarmee den
Duitschers de basis voor hunne Ubooten op
de Vlaamsche kust ontnomen zal zijn.
Daarom wordt nu sedert maanden gestre
den. De mooie October-maand, waarop w erd
gehoopt, is uitgebleven. Het zal nu wel uit
gesloten zijn, dat de Engelschen in dit jaar
hun doel zullen kunnen bereiken. Of zij in
het volgende jaar beter zullen slagen? Er
doen zich aan de zijde der Entente stemmen
hooren, die dit in twijfel trekken. Zoo heeft
de militaire medewerker van de Sunday
Timesr majoor David Danes geschreven:
„Wat wordt er van de theorie, dat het
westelijke front het alleen beslissende is?
De ondervinding bewijst de onmogelijkheid
om door het vijandelijke verdedigingsstelsel
te breken. Wanneer Haig in Februari heeft
gezegd: „Ik geloof, dat het tegenwoordige
jaar beslissend zal worden; er kan geen twij
fel over bestaan, dot wij het Duitsche front
zullen doorbreken'dan was zijn oordeel
verkeerd. De dwaling, die onze westelijke
school steeds heeft begaan, is dat zij de ge
wichtigheid van het westelijke front tot aan
de uitsliiiting van alle andere fronten over
dreven heeft, terwijl in werkelijk! id het be
reiken van onze ooriogsoogmerken onver
brekelijk met ons succes niet slechts in
Frankrijk, maar ook in den Balkan verbon
den is. Telkens weer zijn de voorspellingen
van onze militairen over het westelijke front
onjuist gebleken, en onze staatslieden heb
ben zich onttrokken aar» de verantwoorde
lijkheid om de strategie te leiden
Men ziet het geloof in het alles overwe
gende gewicht van het westelijk front is aan
het wankelen. De ervaringen der laatste we
ken, eerst aan de Rigasche golf en nu aen
het Italioansche front, waar de tegenpartij
zich van gewichtige voordeelen heeft verze
kerd, die bij de eind-afrekening hare stel
ling aanzienlijk zullen verbeteren, zuilen
daarop ook niet zonder invloed blijven.
De» oorlog.
Aan het strijdfront in Vlaanderen hebben
de Engelschen een aanval gedaan op Pas-
schendaele, die door een tegenaanval weer
ongedaan is gemaakt. Aanvallen bij Ghelu-
velt mislukten. Aan 'het Fransohe front artil-
leriestrijd.
Aan het Italiaansohe front blijft de vlucht
naar het westen van het geslagei) Italiaan-
sche leger aanhouden. Wat men van Italiaan
sohe zijde doet, bepaalt zich lot pogingen om
den vooruitgang van den vijand te vertragen.
De verbonden legers hebben Udine, waar
tot voor korte dagen het Italiaansche hoofd
kwartier gevestigd was, reeds een goed eind
achter zich.
Grz, 2$ Oct. (Corr.-bur.) De keizer
is heden binnengetrokken in het weer be
vrijde Görz. De tegenstander heeft de stad
grootendeels verwoest en geplunderd en de
bevolking weggevoerd.
Londen, 3 0 Oct. (R.) Wij vernemen
uit de hoogste Italiaansche militaire kringen,
dat de grootste voldoening wordt uitgedrukt
over Reuter's mededeeling, dat reeds stap
pen zijn gedaan doör de geallieerden om
volledige hulp aan de Italianen te zenden.
Ofschoon de militaire toestand ernstig is,
zal het feit van deze mededeeling de grootste
uitwerking hebben op den geest van het
Italiaansche volk Deze hulp zal niet alleen
het negatieve voordeel hebben een zeer ern
stig gevaar voor het geheele verbond weg
te nemen, maar zal de geallieerden in staat
stellen partij te trekken van de groote ge
legenheid, die zich mi voordoet om een be-
slissenden slag te slaan tegen het Oosten-
rij ksoh-Duitsc he leger, dat voor het eerst
voor den dag is gekomen. Het is niet alleen
eene vraag om hulp te brengen aan Italië,
maar om eene beslissende overwinning te
behalen in den slag, die zeer waarschijnlijk
den geheelen loop van den oorlog zal be
slissen.
\V e e n e n, 2 9 Oct. (W. B.) Heden mid
dag is de Turksche prins Osman Fuad hier
aangekomen. Hij vertoefde als gast van den
keizer hier eenige uren en reisde des avonds
verder om den keizer eene hooge orde te
overhandigen, die hem door den sultan is
verleend.
B e r 1 ij n, 3 0 O c t. (W. B.) Graaf Hertling
heeft gisteravond reeds de besprekingen met
parlementsleden opgevat.. Heden zullen zij
worden voortgezet. Hij is met de leiders van
alle partijen in verbinding getreden.
De Zentrums Parlaments-korrespondenz
schrijftVoor zoover men den toestand nu
kan overzien, staat men in de parlementaire
kringen met sympathie tegenover het kan
selierschap van Hertling. Intusschen zijn er
nog eenige bezwaren, die buiten zijn persoon
liggen. Van het uit den weg ruimen van
die bezwaren zal Hertling het afhankelijk
maken of hij het ambt definitief aanvaardt.
Orlando, de minister van binnenlandsche
zaken in het kabinet-Bosel.li, is door den ko
ning belast met de samenstelling van het
nieuwe Italiaansche kabinet en heeft alvast
den eed als minister-president afgelegd.
De Engelsche regêering heeft weer een
nieuw oorlogscrediet van 400 millioen
8000 millioen mark) gevraagd en van het
lagerhuis verkregen. Met dit bedrag zal men
tot begin Januari 1918 de uitgaven voor den
oorlog kunnen bestrijden. De kanselier der
schatkist erkende, dat deze inspanning niet
kan worden gedragen gedurende een onbe-
paolden tijd; maar Engeland zal haar langer
kunnen doorstaan dan zijne vijanden en geld
gebrek zal het dus niet be'.vr* vn <den oorlog
te winnen.
Stockholm, 2 9 Oct. (W. B.) In de
zitting van het voorparlemenl van 25 Octo
ber, waarin kwestiën van de landsverdedi-
Korfian
door
Thérèsc Hoven.
Hij -zoekt haar frisschen Ynond met de lip
pen. als om krachl tc putten voor wat zijn lip
pen haar moeten aankondigen.
laat het Ice... eerst passief, dan wordt ze
door zijn hartstocht meegesleept en kust ze
hem terug...
inniger drukt hij haar tegen zich aan...
trn ij wederslreeft hem niet... lot een vaag
geluid hen beiden doet opschrikken en zij zich
los maakt met een verlegen: „O! Gijs, als
iemand ons eens zoo zagl"
„Jou, onschuld, dal is immers niets. Je weet
toch Miel. dat er nog heel andere licfkoozin-
$en zijn tusschen gelieven?*'
Zo knikt beschaamd... ze weet 't niel, want
ze is etn rein kind, door reine vrouwen groot
gebracht maar ze vermoedt. En dan plotse-*
ling, zonder eenige voorbereiding, fluistert
3ii.i
Miel, jc vader en je moeder hebben elkan
der zóó liefgehad en zóó geliefkoosd... daar
»xvas geen kwaad in. Maar ze waren niet ge
trouwd... dat is het eenige verschil. Ze hielden
mogelijk even innig van elkander als jij van
mij en ik van jou, maar ik wil je niet zóó lief-
fcoozen, vóór je mijn yrouwtjé ben^ Dat i*
jo iüèim
Ze voelt dat er meer is, maar 't doet toch
niet zoo heel erg pijn. omdat zijn han^ den
slag zoo voorzichtig toebrengt.
HOOFDSTUK XX.
Familieraad.
Miel komt met Gijs uit het bosch terug, met
roodc wangen en schitterende oogen... maar
toch kalm.
Ze ziet er heel gelukkig uit, doch wel beza
digd.
Ze is niet meer 't onbezorgde kind van vroe
ger en ze zal het nooit meer worden.
Vat Gijs haai- in 'l boscïi heeft verteld,
schijnt haar ouder te hebben gemaakt, 't is een
openbaring voor haar geweest en al heeft hij
haar die nog zoo teer en voorzichtig gedaan,
toch was 't een schok.
En dan... Gijs is zacht en eerbiedig met haar
geweest, zc zou bijna zeggen ridderlijk, maar
toch... zc begrijpt nu wel, dat ze minder is dan
gewone meisjes en dat de meeste menschen
een vooroordeel hebben tegen dezulken als zij.
Ze vermoedt ook wel, dat er mannen zijn,
die niet met haar zouden trouwen... en Gijs,
goede, eerlijke jongen, heeft 't zoo gezegd, dat
hij er anders over denkt.
Dat is heel mooi van hem en ze is ei; hem
grenzeloos dankbaar voor, maar ze voelt
tevens, dat die dankbaarheid een last zal zijn,
die altijd op haar zal drukken, een schuld, die
ze nooit zal kunnen afdoen.
En dat bezwaart haar; ze vindt het zoo ver
nederend om alles, alles van hem te moeten
krijgen en niets, heelemaal niets, 6e kunnen
geven; ze heeft geen geld... ze heeft niet eens
een naam.
Magr als ze, even yóór ze ja de kleine yilla,
waar tante Cor logeert, het hem bekent, lacht
hij en zegt hij: „Je weit toch mijn plan, kind.
Daarmee is alle schuld vereffend."
„Dus, vind-je toch ook?''
„Nee, ik niet, maar jij, omdat je een dwaas
kindje bent: den dag, waarop Mieltjc Maar-
tens mijn vrouwtje wordt, zal ik voor dcai
allergelukkigste van mijn leven houden. Jou
persoontje is meer waard dna geld en góed
en dan den meest luidklinkenaen naam. Bo
vendien, ik geef jc mijn naam. Kom, geef er
mij vast een zoen voor, op afrekening.'*
En daarom zijn Miel's wangen rood, als zij
bij dc tantetjes terug komt, en' daarom schitte
ren haar oogen.
Ze wil nu maar aan niets akeligs denken.
Dc geestelijke operatic, waartegen ze heel
lang reeds, met onbestemden angst, heeft op
gezien, is nu gebeurd: de wonde is gemaakt
ze zal hpt verband er nog maar om laten... en
later constalecren in hoeverre er een littec-
ken is.
Tante Cor is verfrisebt na haar dutje; zc
zit gezellig achter 'i theeblad.
Tante Hes glundertj l is zoo iels ongewoons,
dal de dames Maartcns afternoonen zoo
als Coot je "Wouters "1 noemt.
Gijs zou, eerlijk gezegd, liever een glas port
of boerenjongns hebben, maar in het herstel
lingsoord van zuster de Grecve wordt geen,,
alcohol verstrekt, zelfs worden er geen'likeur
bonbons toegelaten.
Maar 't is ei toch wel knus en 't is werke
lijk een genot om de twee oudjes te zien eli
te hooren.
Cor is weer heelemaal bij, ze moet alles van
't Winkeltje' weten. Van de verschillen
de klanten heeft Hes haar al 't een en ander
verteld, nu moet Gijs haar 4 finantiëele en zoo
jijtjeggen op dat is om yan te duizelen.
Zulke sommen ontvangen en alles afbetaald;
geen cent schuld. De manie voor 't Wink e i
tje is ccr toe dan afgenomen in Duinoord cn
strekt zich tot omliggende buurten uit.
Waar ze vroeger nog geen kleinjcistje pra
lines of geen klein blik beschuitjes of koekjes
in dc maand op maakten,.bestelt Hester er nu
elke week ccn stuk of zes van ieder cn dan
flinke kisten cn groote blikken.
En de geconserveerde grpenten cn vruchten
cn jamsv en soepen en de verschillende fles-
sclién én pakjes en blikjes en doozen, alles
naar venanti
,,'t Is gerust waar," bluft Hester in-gclukkig,
„als fk temet een duizendpoot was, zou er
werk genoeg zijn voor al mijn p handen
laat ze cr gauw op volgen.
't Is zonde nog aap toe, haast zou ze iels
ordinairs gezegd .hebben en dat is haar nog
nooit overkomen.
Ze hebben, altijd haar onschuldige grapjes
gehad, dat houdt er den moed in. maar ze kan
eerlijk betuigen, dal noch zij, noch Coirclje,
ooit een onfatsoenlijkheid hebben gezegd.
Ze hoopt maar dat niemand er op gelet
heeft, doch daar vergist ze zich in.
Miel schatert 't ui? en zegt: ,,Ol tante Hes,
mijn dierbaar duizendpootje met je duizend
handen! Dat i« nu toch eens iets nieuws!"
En Gijs, dol blij, dat Mieltje weer zoo vroo-
lijk is, laat er snel op volgen: „Tante lies, je
wordt nog in Arlis opgezet!*'
Cor brengt even dc hand aan 't hoofd; 't is
haar wel wat druk. Hester geeft de anderen
een wenk en alle drie kijken ze weer sober,
dan zegt Cor, hoofdschuddend: „Zoo druk;
jongen.hoe moet dat gaan, want ik mag nog
zooveel niet doen. Ik help hier wel met de
vluchtelingen en zoo, maar ik word toch gauw
.doezelig», IIoc moet dat nu?,';
En dan... komt *t groote moment, waar GIJ*
al dagen. nee. weken, bijkans maanden, op(
geloerd heeft.
Dan ontvouwt hij het plan, dat in zijn brein
ontstaan en gerijpt is. In 't eerst vlot 't niet
best, iels bedenken voor je zelf of het aai*
anderen uitleggen is nog heel iets anders.
Maar 't moet nu maar: „Kijkt u eens," bc«
gint hij... in den Ilaag heb ik u... ik racet*
tante Hester, al zoo ter loops verteld, dat iia
een plan had en... Miel weet 't ook, niet waar,
schal?"
Miel hapt in een Apeldoornsehe mop en doet
haar host om neutraal te kijken. Inwendig
beeft ze.
..Ziet u, Miel en ik zouden dol graag Irom
wen cn «lat zoo spoedig mogelijk."
„Verdien je dan zooveel bij jc moeder in de
zaak?" informeert Hes op den man af.
Gijs krijgt een kleur en voelt zich schuchter,
klein en onbeholpen.
't Liefst zou hij nog maar '^rug krabbelen,
maar dat kon niet. Ilij antwoordt dus grif:
„Dat is 't 'm nu j*Vst. Toen ik voor 't eerst bij
u kwam, toen sprak u ook al over mijn voor-*
uitzichten cn tone vertelde ik u, dat mijn
moeder mij altijd nog als een kleinen jongen)
behandelt en... om 't nu maar eens ronduit t<5
zeggen, ook als een kleinen jongen salariccrt..«
Ik krijg maar vijf-cn-twintig gulden in dé
maand, cn verder alles vrij, natuurlijk."
„Je zoudl er ooft mociclijk je kost, inwoning
en kleercn van kunnen betalen," merkt Ilesteiv
schamper, op,
fWordt rerrolga.1