91'. 86. „DE EEMLANDER". Woensdag 31 October 1917. "BUITENLAN PT 't Winkeltje. 16d' Jaargang 1 "binnenland." FEUILLETON. AMERSFOORT Hoofdredactie! MARIE VAN VERSENDAAL. Mr. O. VAN SCHAARDENBURG., DAGRLAD. Uitgevers: VALKHOFF O Co, A BONN EM ENTSPBUa- 1 er 8 cLktuindeu tooi Amersfoort f 1-80# Idem franco por poot -#■ 8.00® Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) O. I 4* Afzonderlijke nummers 0.05. Wekelyksob bijvoegsel -D$ BoQatuUchê Huiivfu*" (onder redactie van ThérAae Hoven) per 8 mud. 50 ets. Wekel^jkseb bijvoegsel Tirvtótiito" per 8 mod. 88 otn. Bureaux Arnbemsche Poortwal, boek Utrecbtscbestr. Intercomm. Telefoonnummer t- PRUS DER ADVERTENTIÉN ViD 16 ff ll.SU. Elko rogei meer 0.15* Dienstman biedingen 1—8 regels 0.50. Grooto letters naar plaatsruimte^ Voor handel en bodrjjf beataan zeer voordealige bopalmgoa tot het herha/üd advertoeren in dit Blad, bij abonnement. Eeoe ciroulaire, bevattend# de voorwaarden, wordt op aanvt-aag toegezonden. ging besproken werden, verklaarde een spres ker van de linkerzijde, de sociaal-revolutio nair Steinberg Careliins: De strijdvaardig heid van het leger kan sleohts dan vermeer derd worden, wanneer leger en volk 2ullert weten waarvoor zij strijden. De eerste voor waarde om de verdediging en de strijd vaardigheid van het leger te veritoogen, ia eene volkomen verandering in de buiten- landscbe politiek. In een voorstel aan oHe oorlogvoerende stoten om een wapenstil stand te sluiten, zien wij niets wat aan do eer en de waardigheid van Rusland afbreuk zou kiyinen doen. Parijs, 30 Oct (R-) De Kamer hceft^ na eene mededeling von Loucheur over de steenkolenverzorging, eene motie tot goed keuring van de verklaringen der regeering aangenomen en zioh doarfta verdaagd tot 6 November. Londen, 20 Oct. (R.) De levensmid- delcontroieur lord R-hondda, die heden het woord voerde in eene vergadering van Man sion House, deelde mede, dat men het ge brek aan thee spoedig te boven zou zijn ge komen, en gewaagde daarna in de volgende bewoordingen van den grooten aardappel oogst: In het geval van de aardappelen is het mijne zorg, <181 wij een groot surplus heb ben. Gij ziet een man voor u, die niet wor stelt met tegenspoed maar met voorspoed. (Gelaoh). Wij hebben een surplus van twee millioen ton aardappelen, die gegroeid zijn onder de reeds vele maanden geleden door de regeering gegeven aanwijzingen. Te zeg gen hoe wij voornemens zijn met dit over- sahot te handelen, daarvoor is hier niet dé plaats voor mij. Kam e ro verzi ch t. Tweede Kamer. De vergadering van Dinsdag. Aangevangen werd met een Comité-Ge- rtcraul voor de benoeming van een adjunct- commies bij de bibliotheek der Kamer en voor het verieenen van een subsidie voor de uitgave van het jaarboekje „Parlement en Kiezer". Regeling der werkzaamheden. Daarna besluit de Kamer tegen Donder dag een aantal wetsontwerpen en de inter- pellatie-Snoeck Henkemans betreffende de aardappelvoorziening voor de gemeenten aan de orde te stellen en voorts op 7 No vember het ontwerp betreffende een geld- leening van 500 millioen in de afdeelingen te doen onderzoeken. Het ontwerp tot wijziging der I n d i s c h o Comptabiliteitswet wordt zonder stemming aangenomen na verwerping met 54 tegen 7 stemmen van het amendement* Visser van IJzendoorn, om inzake schade vergoeding door ambtenaren steeds den rechter en niet dezen of de administratie to doen beslissen. Daarna wordt voortgegaan met de behan- Afscheid. Slechts één keer is het een redacteur ver oorloofd niet in den wij-vorm, maar in den Ik-vorm, welke op den duur iets aanmati gends zou kriigen, tot z'n lezers het woord te richten. Dat is bij z'n heengaan. En van idat voorrecht wil ik gaarne gebruik maken, om een woord van dank te spreken voor de welwillendheid en belangstelling, welke ik mocht ondervinden, zoowel van den kant der autoriteiten hier ter plaatse, als van de burgerij, gedurende die anderhalf jaar dat tk aan de redactie van het Amersfoortsch Dagblad verbonden was. De mensch weet het best z'n aangename herinneringen te bewaren en deze zijn voor mij zoovele, dat ik altijd gaarne aan dien tijd zal terugdenken. Ook m'n werkkring zelf was aangenaam en dankbaar en dat vond zeker niet het minst z'n oorzaak in de goede verstandhouding, die er steeds heerschte tusschen de twee partijen, die zoo dikwijls tegenpartijen zijn directie en redactie. „Meneer de Directeur" (wil nu eens niet lachen om dien officieelen titel, want 't is voor 't laatst, dat ik u er mee aanspreek) „ik voel mij gedrongen U hier nog eens openlijk te zeggen, hoezeer ik* altijd de aangename samenwerking op uw bureaux neb gewaar deerd en zoo dikwijls m'n voordeel gedaan met uw voorlichting en groot-ere ervaring. JWe hadden niet altijd precies dezelfde mee- tning dat zou onmogelijk zijn geweest maar er was altijd mogelijkheid om onze op vattingen te harmoniseeren Ook de leden der redactie onderling kon- Hen steeds uitnemend samenwerkenen dat wil iets leggen bij een krant, een phenomeen Hat tegelijk een eenheid en een veelheid is. Veel droegen hiertoe ook bij de journa listieke bekwaamheden van mr. Van Schaardenburg, m'n hooggeachte vriend, voorganger, medewerker en opvolger, die mij hééft ingewijd in het gebied der dag bladpers. Ik kan dan ook rustig mijn taak hier neer leggen, nu ander werk mij wacht, overtuigd als ik ben, dat de Hoofdredacteur, die van 't Dagblad maakte wat 't nu is, onverpoosd de opwaartsche lijn zal vervolgen. Een scheidend redactielid, dat niet meer pro domo spreekt, mag 't wel zeggen, dat voor 't dagblad een schoone toekomst gloort, wanneer men eindelijk eens niet me^r zal te kampen' hebben met tegenspoeden als scliaarschte en ongekende duurte van het materiaal, besparing op het gebruik van be weegkracht, terwille waarvan de omvang van de courant soms ingekrompen en de inhoud op allerlei wijzen besnoeid moest worden. Maar dat niettegenstaande dit alles en One nks de verhoogingen der tarieven het a 1 abonné's steeds stijgend was, dat is beste argument voor mijn meening "'M de toekomst dezer courant. ersfoortsch Dagblad zal in stad en on. "n onder bekwame leiding en met de medewerking van flinke voor hun taak perekende verslaggevers en reporters nieu we glorierijke tijden tegemoet gaan, als ve teraan in dienst der jonge vrijzinnigheid. 31—X'17. M. v. V. Politiek Overzicht De wereldstrijd in het westen. ffl. (Slot.) De dank van de natie aan leger en vloot voor hunne verrichtingen gedurende de 39 oorlogsmaanden, die tot dusver zijn doorge maakt, is eergisteren op waardige wijze tot uiting gebracht Bij de woorden van hulde die de eerste minister in het lagerhuis sprak, sloten de leider van Z. M.'s getrouwe op positie en de woordvoerder van de ar- beidspartij en van de Ieren zich aan en ook het hoogerhuis nam eene gelijkluidende re solutie aan. Het was dus de stem van het geheele parlement, die werd gehoord, en geen wanklank stoorde den indruk van een stemmigheid, die met deze betooging was bedoeld. Maar al bleef eergisteren de stem der kritiek zwijgen, daarmee is niet gezegd, dat het beleid, dat de richting aangeeft voor de taktiek, die in den strijd wordt gevolgd, al- gemeene instemming vindt. In waardeering voor den moed en de zelfverloochening, die leger en vloot in al hunne geledingen aan den dag leggen, stemmen allen overeen. Een andere vraag is echter of voor het be leid van de aanvoerders hetzelfde-kan gel den. De algemeene karaktertrek van dat be leid is thans, dat vloot en leger worden geïmmobiliseerd. De "vloot wordt geheel dienstbaar gemaakt aan de uithongeringspo- litiek, die sedert jaar en dag tegen den vij and word* toegepast en die meer en meer ook tot de onzijdigen wordt uitgebreid. In den löndoorlog concentreert de aandacht van de verbonden Engelsche en Fransche strijdmacht zich bijna geheel op het weste lijke front, waar nu reeds gedurende drie jaren de beide partijen elkaar in evenwicht houden. Wat het doel is, dat men in het westen op het oog heeft, wordt in de Man chester Guardian aldus uitgedrukt: „Het doel van ons beperkt offensief in het westen is de verovering van het hoog gelegen gebied in Vlaanderen met inbegrip van den hoogtenrug tusschen Thourout en Thielt. Wij zijn er zeker van ons doel te be reiken. Het is alleen de vraag of dit reeds nu of pas in net aanstaande voorjaar zal gebeu ren. De snelle opeenvolging van onze aan vallen bewijst, dat Hoig het niet voor uitge sloten houdt het doel 'nog voor den winter te bereiken, waartoe intusschen een mooie maand October gevorderd wordt De hooglenrug tusschen de twee genoem de plaatsen vertoont op de kaart eene gemid delde verheffing van 50 Meter èn vormt dus eene afsluiting tegen het 20 30'Meter hooge naburige terrein. Thourout ligt ten zuidwesten, Thielt zuidoostelijk van Brugge. De afstanden zijn aldus: Thourout is van Poelcapelle eenerziids en vnn Brugge an-'| derzijds 30 K.M. verwijderd; Thielt ligt op 30 K.M. afstand van Poelcapelle en op 25 K.M. van Brugge. Het is den Engelscher* blijkbaar er om te doen eene linie (Thou rout—Thielt) te bereiken, vanwaar zij den omtrek van Brugge- onder geschutvuur kun nen nemen. Eenmaal in het bezit van deze basis, hopen zij in den verderen loop van den strijd de stad te veroveren, waarmee den Duitschers de basis voor hunne Ubooten op de Vlaamsche kust ontnomen zal zijn. Daarom wordt nu sedert maanden gestre den. De mooie October-maand, waarop w erd gehoopt, is uitgebleven. Het zal nu wel uit gesloten zijn, dat de Engelschen in dit jaar hun doel zullen kunnen bereiken. Of zij in het volgende jaar beter zullen slagen? Er doen zich aan de zijde der Entente stemmen hooren, die dit in twijfel trekken. Zoo heeft de militaire medewerker van de Sunday Timesr majoor David Danes geschreven: „Wat wordt er van de theorie, dat het westelijke front het alleen beslissende is? De ondervinding bewijst de onmogelijkheid om door het vijandelijke verdedigingsstelsel te breken. Wanneer Haig in Februari heeft gezegd: „Ik geloof, dat het tegenwoordige jaar beslissend zal worden; er kan geen twij fel over bestaan, dot wij het Duitsche front zullen doorbreken'dan was zijn oordeel verkeerd. De dwaling, die onze westelijke school steeds heeft begaan, is dat zij de ge wichtigheid van het westelijke front tot aan de uitsliiiting van alle andere fronten over dreven heeft, terwijl in werkelijk! id het be reiken van onze ooriogsoogmerken onver brekelijk met ons succes niet slechts in Frankrijk, maar ook in den Balkan verbon den is. Telkens weer zijn de voorspellingen van onze militairen over het westelijke front onjuist gebleken, en onze staatslieden heb ben zich onttrokken aar» de verantwoorde lijkheid om de strategie te leiden Men ziet het geloof in het alles overwe gende gewicht van het westelijk front is aan het wankelen. De ervaringen der laatste we ken, eerst aan de Rigasche golf en nu aen het Italioansche front, waar de tegenpartij zich van gewichtige voordeelen heeft verze kerd, die bij de eind-afrekening hare stel ling aanzienlijk zullen verbeteren, zuilen daarop ook niet zonder invloed blijven. De» oorlog. Aan het strijdfront in Vlaanderen hebben de Engelschen een aanval gedaan op Pas- schendaele, die door een tegenaanval weer ongedaan is gemaakt. Aanvallen bij Ghelu- velt mislukten. Aan 'het Fransohe front artil- leriestrijd. Aan het Italiaansohe front blijft de vlucht naar het westen van het geslagei) Italiaan- sche leger aanhouden. Wat men van Italiaan sohe zijde doet, bepaalt zich lot pogingen om den vooruitgang van den vijand te vertragen. De verbonden legers hebben Udine, waar tot voor korte dagen het Italiaansche hoofd kwartier gevestigd was, reeds een goed eind achter zich. Grz, 2$ Oct. (Corr.-bur.) De keizer is heden binnengetrokken in het weer be vrijde Görz. De tegenstander heeft de stad grootendeels verwoest en geplunderd en de bevolking weggevoerd. Londen, 3 0 Oct. (R.) Wij vernemen uit de hoogste Italiaansche militaire kringen, dat de grootste voldoening wordt uitgedrukt over Reuter's mededeeling, dat reeds stap pen zijn gedaan doör de geallieerden om volledige hulp aan de Italianen te zenden. Ofschoon de militaire toestand ernstig is, zal het feit van deze mededeeling de grootste uitwerking hebben op den geest van het Italiaansche volk Deze hulp zal niet alleen het negatieve voordeel hebben een zeer ern stig gevaar voor het geheele verbond weg te nemen, maar zal de geallieerden in staat stellen partij te trekken van de groote ge legenheid, die zich mi voordoet om een be- slissenden slag te slaan tegen het Oosten- rij ksoh-Duitsc he leger, dat voor het eerst voor den dag is gekomen. Het is niet alleen eene vraag om hulp te brengen aan Italië, maar om eene beslissende overwinning te behalen in den slag, die zeer waarschijnlijk den geheelen loop van den oorlog zal be slissen. \V e e n e n, 2 9 Oct. (W. B.) Heden mid dag is de Turksche prins Osman Fuad hier aangekomen. Hij vertoefde als gast van den keizer hier eenige uren en reisde des avonds verder om den keizer eene hooge orde te overhandigen, die hem door den sultan is verleend. B e r 1 ij n, 3 0 O c t. (W. B.) Graaf Hertling heeft gisteravond reeds de besprekingen met parlementsleden opgevat.. Heden zullen zij worden voortgezet. Hij is met de leiders van alle partijen in verbinding getreden. De Zentrums Parlaments-korrespondenz schrijftVoor zoover men den toestand nu kan overzien, staat men in de parlementaire kringen met sympathie tegenover het kan selierschap van Hertling. Intusschen zijn er nog eenige bezwaren, die buiten zijn persoon liggen. Van het uit den weg ruimen van die bezwaren zal Hertling het afhankelijk maken of hij het ambt definitief aanvaardt. Orlando, de minister van binnenlandsche zaken in het kabinet-Bosel.li, is door den ko ning belast met de samenstelling van het nieuwe Italiaansche kabinet en heeft alvast den eed als minister-president afgelegd. De Engelsche regêering heeft weer een nieuw oorlogscrediet van 400 millioen 8000 millioen mark) gevraagd en van het lagerhuis verkregen. Met dit bedrag zal men tot begin Januari 1918 de uitgaven voor den oorlog kunnen bestrijden. De kanselier der schatkist erkende, dat deze inspanning niet kan worden gedragen gedurende een onbe- paolden tijd; maar Engeland zal haar langer kunnen doorstaan dan zijne vijanden en geld gebrek zal het dus niet be'.vr* vn <den oorlog te winnen. Stockholm, 2 9 Oct. (W. B.) In de zitting van het voorparlemenl van 25 Octo ber, waarin kwestiën van de landsverdedi- Korfian door Thérèsc Hoven. Hij -zoekt haar frisschen Ynond met de lip pen. als om krachl tc putten voor wat zijn lip pen haar moeten aankondigen. laat het Ice... eerst passief, dan wordt ze door zijn hartstocht meegesleept en kust ze hem terug... inniger drukt hij haar tegen zich aan... trn ij wederslreeft hem niet... lot een vaag geluid hen beiden doet opschrikken en zij zich los maakt met een verlegen: „O! Gijs, als iemand ons eens zoo zagl" „Jou, onschuld, dal is immers niets. Je weet toch Miel. dat er nog heel andere licfkoozin- $en zijn tusschen gelieven?*' Zo knikt beschaamd... ze weet 't niel, want ze is etn rein kind, door reine vrouwen groot gebracht maar ze vermoedt. En dan plotse-* ling, zonder eenige voorbereiding, fluistert 3ii.i Miel, jc vader en je moeder hebben elkan der zóó liefgehad en zóó geliefkoosd... daar »xvas geen kwaad in. Maar ze waren niet ge trouwd... dat is het eenige verschil. Ze hielden mogelijk even innig van elkander als jij van mij en ik van jou, maar ik wil je niet zóó lief- fcoozen, vóór je mijn yrouwtjé ben^ Dat i* jo iüèim Ze voelt dat er meer is, maar 't doet toch niet zoo heel erg pijn. omdat zijn han^ den slag zoo voorzichtig toebrengt. HOOFDSTUK XX. Familieraad. Miel komt met Gijs uit het bosch terug, met roodc wangen en schitterende oogen... maar toch kalm. Ze ziet er heel gelukkig uit, doch wel beza digd. Ze is niet meer 't onbezorgde kind van vroe ger en ze zal het nooit meer worden. Vat Gijs haai- in 'l boscïi heeft verteld, schijnt haar ouder te hebben gemaakt, 't is een openbaring voor haar geweest en al heeft hij haar die nog zoo teer en voorzichtig gedaan, toch was 't een schok. En dan... Gijs is zacht en eerbiedig met haar geweest, zc zou bijna zeggen ridderlijk, maar toch... zc begrijpt nu wel, dat ze minder is dan gewone meisjes en dat de meeste menschen een vooroordeel hebben tegen dezulken als zij. Ze vermoedt ook wel, dat er mannen zijn, die niet met haar zouden trouwen... en Gijs, goede, eerlijke jongen, heeft 't zoo gezegd, dat hij er anders over denkt. Dat is heel mooi van hem en ze is ei; hem grenzeloos dankbaar voor, maar ze voelt tevens, dat die dankbaarheid een last zal zijn, die altijd op haar zal drukken, een schuld, die ze nooit zal kunnen afdoen. En dat bezwaart haar; ze vindt het zoo ver nederend om alles, alles van hem te moeten krijgen en niets, heelemaal niets, 6e kunnen geven; ze heeft geen geld... ze heeft niet eens een naam. Magr als ze, even yóór ze ja de kleine yilla, waar tante Cor logeert, het hem bekent, lacht hij en zegt hij: „Je weit toch mijn plan, kind. Daarmee is alle schuld vereffend." „Dus, vind-je toch ook?'' „Nee, ik niet, maar jij, omdat je een dwaas kindje bent: den dag, waarop Mieltjc Maar- tens mijn vrouwtje wordt, zal ik voor dcai allergelukkigste van mijn leven houden. Jou persoontje is meer waard dna geld en góed en dan den meest luidklinkenaen naam. Bo vendien, ik geef jc mijn naam. Kom, geef er mij vast een zoen voor, op afrekening.'* En daarom zijn Miel's wangen rood, als zij bij dc tantetjes terug komt, en' daarom schitte ren haar oogen. Ze wil nu maar aan niets akeligs denken. Dc geestelijke operatic, waartegen ze heel lang reeds, met onbestemden angst, heeft op gezien, is nu gebeurd: de wonde is gemaakt ze zal hpt verband er nog maar om laten... en later constalecren in hoeverre er een littec- ken is. Tante Cor is verfrisebt na haar dutje; zc zit gezellig achter 'i theeblad. Tante Hes glundertj l is zoo iels ongewoons, dal de dames Maartcns afternoonen zoo als Coot je "Wouters "1 noemt. Gijs zou, eerlijk gezegd, liever een glas port of boerenjongns hebben, maar in het herstel lingsoord van zuster de Grecve wordt geen,, alcohol verstrekt, zelfs worden er geen'likeur bonbons toegelaten. Maar 't is ei toch wel knus en 't is werke lijk een genot om de twee oudjes te zien eli te hooren. Cor is weer heelemaal bij, ze moet alles van 't Winkeltje' weten. Van de verschillen de klanten heeft Hes haar al 't een en ander verteld, nu moet Gijs haar 4 finantiëele en zoo jijtjeggen op dat is om yan te duizelen. Zulke sommen ontvangen en alles afbetaald; geen cent schuld. De manie voor 't Wink e i tje is ccr toe dan afgenomen in Duinoord cn strekt zich tot omliggende buurten uit. Waar ze vroeger nog geen kleinjcistje pra lines of geen klein blik beschuitjes of koekjes in dc maand op maakten,.bestelt Hester er nu elke week ccn stuk of zes van ieder cn dan flinke kisten cn groote blikken. En de geconserveerde grpenten cn vruchten cn jamsv en soepen en de verschillende fles- sclién én pakjes en blikjes en doozen, alles naar venanti ,,'t Is gerust waar," bluft Hester in-gclukkig, „als fk temet een duizendpoot was, zou er werk genoeg zijn voor al mijn p handen laat ze cr gauw op volgen. 't Is zonde nog aap toe, haast zou ze iels ordinairs gezegd .hebben en dat is haar nog nooit overkomen. Ze hebben, altijd haar onschuldige grapjes gehad, dat houdt er den moed in. maar ze kan eerlijk betuigen, dal noch zij, noch Coirclje, ooit een onfatsoenlijkheid hebben gezegd. Ze hoopt maar dat niemand er op gelet heeft, doch daar vergist ze zich in. Miel schatert 't ui? en zegt: ,,Ol tante Hes, mijn dierbaar duizendpootje met je duizend handen! Dat i« nu toch eens iets nieuws!" En Gijs, dol blij, dat Mieltje weer zoo vroo- lijk is, laat er snel op volgen: „Tante lies, je wordt nog in Arlis opgezet!*' Cor brengt even dc hand aan 't hoofd; 't is haar wel wat druk. Hester geeft de anderen een wenk en alle drie kijken ze weer sober, dan zegt Cor, hoofdschuddend: „Zoo druk; jongen.hoe moet dat gaan, want ik mag nog zooveel niet doen. Ik help hier wel met de vluchtelingen en zoo, maar ik word toch gauw .doezelig», IIoc moet dat nu?,'; En dan... komt *t groote moment, waar GIJ* al dagen. nee. weken, bijkans maanden, op( geloerd heeft. Dan ontvouwt hij het plan, dat in zijn brein ontstaan en gerijpt is. In 't eerst vlot 't niet best, iels bedenken voor je zelf of het aai* anderen uitleggen is nog heel iets anders. Maar 't moet nu maar: „Kijkt u eens," bc« gint hij... in den Ilaag heb ik u... ik racet* tante Hester, al zoo ter loops verteld, dat iia een plan had en... Miel weet 't ook, niet waar, schal?" Miel hapt in een Apeldoornsehe mop en doet haar host om neutraal te kijken. Inwendig beeft ze. ..Ziet u, Miel en ik zouden dol graag Irom wen cn «lat zoo spoedig mogelijk." „Verdien je dan zooveel bij jc moeder in de zaak?" informeert Hes op den man af. Gijs krijgt een kleur en voelt zich schuchter, klein en onbeholpen. 't Liefst zou hij nog maar '^rug krabbelen, maar dat kon niet. Ilij antwoordt dus grif: „Dat is 't 'm nu j*Vst. Toen ik voor 't eerst bij u kwam, toen sprak u ook al over mijn voor-* uitzichten cn tone vertelde ik u, dat mijn moeder mij altijd nog als een kleinen jongen) behandelt en... om 't nu maar eens ronduit t<5 zeggen, ook als een kleinen jongen salariccrt..« Ik krijg maar vijf-cn-twintig gulden in dé maand, cn verder alles vrij, natuurlijk." „Je zoudl er ooft mociclijk je kost, inwoning en kleercn van kunnen betalen," merkt Ilesteiv schamper, op, fWordt rerrolga.1

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1917 | | pagina 1