16"' Jaargang „DE EEMLANDER". Donderdag 1 November 1917. N'. 87. Nabetrachting over de Raadsvergadering. Hfe-Ülf'EN landT" FEUILLETON. 't Winkeltje. -ft AMERSFOORTSCH DAGBLAD. Hoofdredactie: Mr. O. I. VAN SCHAARDENBORQ. Uitgevers: VALKHOPf a Co, A BONN EM ENT8PBÜ8: Par 8 tt&anden toot Am«r»foori f 1.5(1. Idam franco per poat fi.oo. Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) O. I 4. Aixonderljjke nummer»O.OS* Wekeltjksob btyvoegsel „D* RoUandich* Huücroute" (onder redactie ven Thértae Hoven) per 8 mnd. 50 ets* Wekelvjkseb byvoegse) W*r*tdr*wU4" per 8 mod. 5# cU. Bureau: Arnhemscbe Poortvval, hoek U(rechtschestr. Intercomm. Telefoonnummer 5'J' PBUJS DEB ADVEBTENTIËN v.o I t ae H 0.80. Elke regel meer n M 0.15. Dienstaanbiedingen 1—regels 0.50. Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel eu bedrijl bestaan zeer voordoelige bepaliugon tof het herhaald- advortoeren in dit Blad, bij abonuemsnt. Eene oiroulaire, bovsttonde de voorwaarden, wordt op aanv.aag toegezonden. De vergadering voorafgaande aan den fiegrootingsraad is gewoonlijk noch belang rijk, noch langdurig. Zoo ook Dinsdagavond. De 26 agenda punten gleden bijna allen zonder de gèring- ste hapering onder den hamer door. Geen woord viel er over de aanwijzing van hel excentrische terrein voor de nieuwe H. B. S., geen woord ook over het voorstel tot -oprichting van 'n cursus ten behoeve van adspirant-leerlingen der Handelsschool, 'n voorstel dat, denkelijk met het oog op de ifrgentie, door den raad aanvaard werd *onder eenige opgave van kosten. De prijs van de petroleum voor lichtlooze gezinnen werd vastgesteld op 22 cents per Hter. Deze maatregel, welke trouwens ook in tal ^an andere gemeenten genomen is, zal het den van licht verstoken gezinnen mo gelijk maken de lamp weer eens te vullen. Limiteering tot zekere inkomengrens was niet noodig, daar deze gezinnen schier zon der uitzondering tot de minder gesitueerden behooren. Op heb L. Vrouwekerkhof zullen de hoo rnen gerooid worden, 'n Groene oase min den in de stad. Het pleintje was luguber en 2al zonder boomentooi er niet fraaier op worden. We zijn benieuwd wat men er van maken zal. Bij het voorstel tot het verleenen van machtiging voor exploitatie -van Centrale Keuken schoot mr. Stadig uit de slof. Eertsens had hij er bezwaar tegen dat die 2aak zoo geheel buiten den Raad om bedis seld was. 'n Dergelijke opmerking had de heer Hofland reeds in 'n vorige vergade ring gemaakt. Het komt ons voor dat al te drukke be moeiingen van dèn Raad met de Centr. Keu ken niet bevorderlijk zouden zijn voor den gang van zaken. Er is 'n zeer uitgebreide Commissie en 'n zeer ijverig Dagelijksch Bestuur, die de zaak vlot en vlug in de goe de richting sturen. Die commissie bestaat voor het meerendeel uit personen, die in dezen meer tot oordeelen en handelen aan gewezen zijn dan de raadsleden. Wat nut zou het hebben om alles wat door commissie en dagel. bestuur bekeken, besproken en voorbereid wordt, nbg eens in den Raad te gaan herkauwen De Raad stelle zich tevreden met het op pertoezicht. Het andere bezwaar van mr. Stadig was, dat de portie-prijs gesteld zou worden op den kostprijs der grondstoffen. Hij meende dat eerste doel van de Centr. Keuken brand stofbesparing was en dat met het oog daar op gestreefd werd naar het ideaal om zoo veel mogelijk afnemers te krijgen. Wethouder Jorissen antwoordde zeer te- reclvt dat verschaffing van goede maaltijden eerste doel was en de brandstofbesparing 2n de tweede plaats genoemd was. Tot sta ving las hij de desbetreffende passage over deze zaak voor. Mt. Stadig bleef, zelfs te genover dit officieel document, koppig zich beroepen op een vage reminiscentie in den anderen zin. Maai- al had mr. Stadig gelijk gehad, dan zou dat nog geen argument zijn j>rt\ den por tie-prijs niet op kostprijs te bepalen, 'n Hoo- gere prijs zou dan immers wel heel weinig bevorderlijk zijn om „het ideaal" (zooveel mogelijk afnemers) te bereiken. Hoe lager prijs, hoe meer afnemers. Bii de opvatting van mr. Stadig omtrent het doel der C. K. ware er 'n reden te meer om den prijs laag te stellen. Weth. Jorissen hield 'n heel lange rede en praatte het verzet van mr. Stadig dood en den Raad zelf in slaap. Bij de rondvraag diende de heer Van Kal ken 'n door bijna alle raadsleden geteekend voorstel in om Ged. St. te verzoeken de jaarwedde van burgemeester en sècretaris te verhoogen tot resp. 6000 en 5000. Dit voorstel, dat in de volgende vergade ring behandeld zal worden, kunnen wij zeer goed begrijpen. Elk arbeider is z'n loon waard, de leider van 'n gemeentebestuur zelfs 'n zeer hoog loon. En als men eenmaal goede leiders heeft, mag men zich gerust eenige offers getroosten om ze te behouden. Nu vóelen wij er heel veel voor om met salarisverbetering te beginnen bij de laag ste en te eindigen bij de hoogste salarissen. Maar de voorgestelde verhooging beschou wen wij niet in de eerste plaats als 'n posi tieverbetering terwille van de functionaris sen, doch veeleer als 'n extra-offer om. er kend goede krachten te behouden, juist ter wille der gemeente. Hoe anders*te verhinderen dat zij, zoodra financial aanlokkelijker positie zich voor hen opdoet, voor Amersfoort zouden verlo ren gaan? Weliswaar kleeft er één bezwaar aan het voorstel. Voor de huidige functionarissen is de verhooging zeer goed verdedigbaar. Maar, al is hun nu de weg tot n serie andere posities afgesneden, wij kunnen nu eenmaal niet opbieden tegen de allergrootste ge meenten of andere rijke betrekkingen, noch hen tot in lengte van dagen moreel aati ons binden of hun het eeuwige leven schenken. Eenmaal zullen wij hen moeten missen, doch.... de voor 'n provinciestad zeer hooge jaarwedden blijven. Het is de vraag of ook hun opvolgers dit extra-offer zullen waard zijn. Ten slotte is elke benoeming 'n loterij en bij de burgemeestersbenoeming komt er zelfs ook nog zoo iets als politiek om den hoek kijken. Het valt te betwijfelen of het hoogere salaris den kring waaruit de keuze dan geschieden kan, wel verruimen zalbur gemeesters uit gTootere steden zullen ter wille van enkele zilverlingen niet naar 'n kleinere stad komen, secretarissen- evenmin, 'n Ambitieus man gaat niet tfan Haarlem of Leiden naar Amersfoort. En als iemand van groote bekwaamheden het al doet, dan zal hij toch spoedig weer hoogerop willen. Zoo dat bij een hopelijk nog verre vacature de keuze feitelijk evenzeer als thans beperkt blijft tot kleinere of even gioote steden en de zekerheid van 'n gelukkige keuze niet veel grooter wordt. Hoe het zij, wij geloo.en dat wij ons niet uit vrees voor toekomstige teleurstellingen mogen laten weerhouden van maatregelen welke ons in het heden ten goede komen. Wij meenen wel bemerkt te hebben dat niet ieder zich op dit Standpuntweet te stellen. Wij zijn allen in dezen tijd min of meer crisis-lijder, wij verkeeren in prikkel bare stemming en oefenen gaarne critiek. Velen onzer zijn zelve financieel in ongun- stigen toestand geraakt en kunnen nu niet goed zien dat anderen 'n huns inziens niet strikt noodzakelijke verhooging krijgen. Weer anderen vinden het niet tactvol om met 'n dergelijk voorstel te komen nu het in de gemeenteschatkist zoo laag water is en het belastingbiljet telkens hóoger oploopt. Het standpunt van al dezen is verklaarbaar. Maar hebben zij zich ook afgevraagd of hun bezwaren opwegen tegen het helang dat de gemeente zelve heeft bij hej behoud van goede leiders? Politiek Overzicht De Italiaansche krisis. De illusiën, waarmee Italië in Mei 1915 in den oorlog is gegaan, hebben in de 29 maanden, die sedert zijn voorbijgegaan, allen tijd gehad om te bekoelen. Tot elf malen toe heeft de bloem van de Italiaan sche strijdmacht voor het Isonzofront het hoofd gestooten Nu is met den .twaalfden Isonzoslag de tegenslag gekomen, die aan alle verwachtingen voor goed een einde heeft gemaakt. Wat is -oortgekomen uit de toomelooze overspanning, die aan het Ita liaansche volk eene uitbreiding van gebied voorspiegelde, waardoor alle „onverloste" broeders in de schoot van het moederland zouden worden opgenomen? Vernietigde legers, welker resten in volslagén verwarring vluchten en het veld ruimen voor den vijand, die nu den verderen strijd kan voeren op Italiaansch gebied Onder den eersten indruk van de Italiaan sche nederlaag werd uit Londen en uit Po- rijs bericht, dat maatregelen genomen wer den om Italië te hulp te komen. Van de uitvoering van di.e maatregelen is nog niet vernomen, ofschoon in dit geval toch z^ker mag gelden, dat spoedige hulp dubbele hulp zou zijn. Maar als er hulp geboden wordt, waarin zal die dan bestaan? Eene aanwij zing daarvan is te vinden in het Parijsrhe Petit Journal, dat schrijft: „Het terugwijken de Italiaansche leger kan nog slechts door snellen aanvoer van versohe krachten naar nieuwe överwinningen gebracht worden. Italië is ongesteund tot niets meer in staat. De geallieerden moeten zoo spoedig moge lijk de overbrenging van troepen van het Grieksohe leger verlangen." Uit de rede van den Franschen minister Barthou is op te maken, dat het hulpbetoon van de wes- tersche mogendheden voor Italië in hoofd zaak in een Engelsch-Fransch ontlastings offensief zal bestaan. Hij verklaarde, dot dit offensief is begonnen. Ook aan het Mace donische front is een ontlastingsoffensief aan den g«ang. Op Rusland zal men niet kun nen rekenen; maar Amerika heeft zijn hulp betoon bespoedigd, zoodat zeer spoedig reeds de eerste 100.000 Amerikanen in Europa zullen strijden. Voor het Italiaansche leger wordt thans een Grieksch hulpkorps gereed gemaakt. Of het mogelijk zal zijn ook Fransche troepen naar het Italiaansche front te zenden, hangt van de sterkte der Engel- schen af, die beloofd hebben het weste lijke front voor twee derden voor hunne re kening te nemen, opdat het Fransche leger althans gedeeltelijk voor andere oorlogstoo- neelen vrij kunne ^worden gemankt. Dit programma van het hulpbetoon der Entente is zeer opmerkelijk, want 't is meest op verwachtingen voor de toekomst opge bouwd. Ook de ondersteuning van Italië door troepen is aan de toekomst voorbehou den. Het schijnt dus wel, dat men in Italië zich van den daadwerkelijken steun der bondgenooten niet te veel moet voorstel len. Met die verwachting zal het gaan, zooals met de vroegere verwachtingen, die van den qorlog gekoesterd werden. Zij zal tot teleurstelling leiden. Italië zal zelf moe ten zien hoe het zich redt uit den toestand, waarin het is gebracht door zijn te kwader ure genomen besluit om deel te nemen aan den oorlog, waarin het tot 1 Juli van dit jaar 1.600.000 man heeft opgeofferd en die het tot heden 23 milliard lire heeft ge kost. Geen wonder, dat in de Italiaansche pers zich thans pessimistische tonen doen hoo- ren in verband ook met de juist nu uitge broken regeeringskrisis. De Stampa schrijft: „De openlijke krisis is juist nu op het minst gewenschte moment gekomen, want eene regeeringskrisis en een vijande lijk offensief possen slecht bij elkaar. Het historische noodlot wil, dat het nationale ministerie valt op het oogenblik, waarop Duitsche troepen aan het Oostenvijksche offensief deelnemen. De verantwoordelijk heid van het nationale ministerie en van andere politieke personen is ontzettend. Maar heden moet men slechts ééne ge dachte hebben: het vaderland te verdedi gen!" Inderdaad is het er ver vandaan, dat de door den val van het kabinet-Boselli ont stane krisis zou zijn opgelost door het op treden tot zijne vervanging van een nieuw kabinet. De nieuwe regeering neemt van hare voorgangers in het ambt een desolaten boedel over, en hoe het dien zal beredderen is eene vraag, welker beantwoording nog iets meer eischt dan eene verandering van regeering, die den indruk maakt, dot zij in hoofdzaak is eene reconstructie van het oude kabinet. De oorlog, In het westen wordt ditmaal slechts aiiaN leriestrijd gemeld in afwisselende sterkte, zoowel in Vlaanderen als aan den Chemïn des Dames. Pete rs burg, 31 Oct. (R.) De Duit-» schers hebben het schiereiland Werder ge« heel ontruimd, na verwoesting van het prij* gegeven gebied. De berichten van het Italiaansche oorlogs* tooneel gewagen van gevechten in de laag vlakte van den Tagliomento, die aan de vei* bonden troepen succgs opleverden. Hel Italiaansche hoofdkwartier prijst de doppera houding van de beschermingsafdeelingen ert van de cavallerie, die de andere troepen in staat stelden hun terugtocht voort te zetten. De opgave van het aantal Italiaansche ge vangenen, die in honden van de cenralen zijn gebleven, heeft het getal van 120.000 bereikt, die van de buitgemaakte kanonnen 1000. B e r I ij n I Nov. (W. B.) Officieel. M. de Keizer heeft voor heden voor Pruisen en EIzas-Lotharingen het vlaggen en vreugdeschieten bevolen. Bij de achtervol ging in de laagvlakte van Friaul hebben gis teren ten Oosten van den beneden Taglio mento 60,000 Italianen, met verscheidene honderden kanonnen, de wapens neergelegd. De winst in den twaalfden Isonzoslag is daarmede tot nu toe gestegen tot 1 8 0,0 0 0 gevangenen en meer dan 1500 kanonnen. Het Italiaansche 2e en 3e leger heeft een zware nederlaag geleden. Parijs, 31 Oct. (R.) Alle EngelscKe batterijen aan het Italiaansche front zijn ge red; maar de manschappen hebben op den; terugtocht ernstig geleden door koude, re gen en gebrek aan voedsel. Het nieuwe Italiaansche kabinet is gereed en is reeds beëedigd. Onder de uit het oude kabinet overgenomen leden is de minister van buitenlandsche zaken Sonnïno; onder de nieuwe mannen is de oud-minister Nitti, wiens optreden in de laatste debatten alf bestrijder van het kabinet-Boselli nogal de aandacht heeft getrokken. De eerste daad van het hoofd der nieuwe regeering is geweest het zenden van een telegram aan den opperbevelhebber Codorna om hem te verzekeren, dat ondanks den ge leden tegenspoed, zijn vertrouwen in het leger en in den chef, die er bevel over voert; ongeschokt is. Washington, 3IOct. (R.) De schat kist heeft aan Italië 230 millioen dollars go. leend, waarmee kolen en andere benoodigd- heden zullen worden betaald. Washington, 1 Nov. (R.) Lansiiyg heeft met den Italiaansohen gezant geconfe reerd over den toestand in Italië. Londen, 31 Oct. (R.) In de afgeloo- pen week zijn in de Engelsche havens aan gekomen 2285 sohepen en uitgevaren 2321 schepen; 14 schepen boven de 1600 ton en vier daarbeneden zijn tot zinken gebracht; Kom bii door Thérèse Hoven. 51 „Daar kun je toch niet op trouwen," waagt Cor. Nee," dat kan ook niet/' „En wil je moeder je niet een ordentelijk salaris geveninformeert tante Hes. Gijs schudt 't hoofd en zucht: „Het spijt me, Slat ik 't zeggen moet, maar dat wil ze niet." „Dan kun je ook niet trouwen," herbaalt Cor, nu veel energieker dan den eersten keer. Mie] kijkt haar vriend angstig aan. Eigen lijk weet ze enkel dat hij met een plaa rond loopt, maar wat het precies is, heeft hij haar niet gezegd, 't I§ toch zoo gek, als je verliefd bent; het is zalig om bij elkander te zijn, je geniet van elke minuut en je praat voortdu rend samen en... toch blijft er nog zooveel ongezegd. „Er is één middel," herneemt Gijs cordaat, „en dat is... hij heeft weer precies 't zelfde ge- 'Vocl, als hij had op dien middag toen hij zijn moeder wilde vertellen van zijn engagement met Miel... net als iemand, die over een sloot vil springen en... per slot van rekening niet durft. Maar hij moet... en hij suggereert zich dat hij ook wel durft. u eens," begint tfj, yoor den zooveel- sten keer, maar nu toch heusch om er mee door te gaan en, nadat hij zich zelf een geeste lijken por heeft gegeven, lukt 't dan ook wel. „Of ik me nu al voorstel, dat 't bij ons thuis zal gaan, geeft niets. Mijn moeder is veel te flink om een ander naast zich te dulden en om nu te zeggen ik blijf in de zaak en Miel wordt enkel mijn vrouw, zonder meer. dat diept ook niet op. De zaak staat best, daar niet van, maar of er nu nog een huishouden van zou kunnen leven, durf ik niet ttr bewe ren, Bovendien, ik vind 't gelukkiger als de vrouw den man helpt, dan heb je één belang en één geluk!'' Miel knikt hem even loc en, uil haar lieve oogjes, put hij moed cn kracht em verder te gaan, want nu komt hel allermoeielijksle. „Daarom heb'ik gedacht,'' herneemt hij, „dat het 't beste zou zijn, als Miel en ik bij u in dc zaak kwamen, die marcheert nu kostelijk en 't is er een, die voor uitbreiding vatbaar is. Met jonge krachten en wal kapitaal... „Kapitaal!'' roepen dc drie dames tegelijk, t Is zulk een ongewoon woord voor ze, dat het een klank en nauwelijks een begrip voor haar is. „Ja, kapitaal," herbaalt Gijs, trotsch op de gelukkig geplaatste uitdrukking, „want u be grijpt wel, dat ik er de man niet naar ben om er zoo maar uit te trekken. Ik zal tol mijn moeder zeggen: „hoort u eens, ik ga er uit, maar ik moet mijn aandeel hebben, minstens tweeduizend gulden... „Tweeduizend gulden,'' doet de drievoudige echo zich op nieuw hooren. „Ja zeker, dat komt me toe; ten eerste om dat ik de zoon ben en dan omdat ik, van af ik van de H. B. S. ben gekomen, altijd voor en in de zaak werkzaam ben geweest." „Tweeduizend gulden is egn heele pluk geld, een heele pluk," zegt tante Cor, knik kend. „Twee mille! och! 't is geen millioen," hervat Gijs, „maar je kunt er toch wel wat van doen; den winkel vergrooten, door er dc huiskamer bij te nemen en dan later als de oorlog voorbij is en alles is weer normaal, dan verbouwen; de ramen la|^n bijronden, zoo als ze bij Peek en Cloppenburg in de Spui straat hebben en in de Korte Poten is er ook een winkel, die zoo is. Je uitstalling komt dan zooveel beter uit." „Hei! wat," zoo sluit de praktische Hesier zijn woordenvloed Je praat zoo van de huis kamer 'cr bij nemen, waar moeten wc dan huizen? Je kunt niel met zijn vieren in 't keu kentje wonen of aan de toonbank eten. En dan de slaapgelegenheid... Gijs krabt eens even achter zijn ooren; zeker om te voelen of ze wel droog zijn, denkt Ccr, die een hevige woede in zich voelt op komen, doch zich bedwingt. „Ja, 'i zal spannen wezen... cn... ja, een mensch moei overal op verdaclil zijn en aan alles denken, als hij een plan maakt, en zoo heb ik, drie manieren bedacht: Of we houden 'l zoo en Miel cn ik zoeken kamers in de buurt, óf we nemen 't bovenhuis cr bij, daar gaat u beidjes dan wonen cn wij nemen ka mers bij u cn houden 't heele benedenhuis voor de zaak... óf... als u er tegen opziet en vooral met 't oog op tante Cor, dat zij zich niet vermoeien mag en zoo... ja, dan zou ik zeggen, laat u ons de zaak en gaat u met uw tweeën buiten wonen... „Well Goeie genade 1" roept tante Hes, nuchter, uit, ,,'t komt er op neer, dat jij ons er uit bonjourt I" „Hè, wat een woord," begint Gijs. „Er uit knikkert, als je dat heter jHollandsch •vindt," zegt Cor, driftig... en zich nu niel meer bedwingend. Ook Miel doet een duit in 't zakje en dc familieraad is druk bezig in een familie twist te ontaarden. Gijs heeft 't hard te verantwoorden, één mnrv tegenover drie vrouwen; heel bij zich zelf noemt hij ze kijvende wijven, dan schaamt hij zich over die interpretatie en, als om dc onuitgesproken bcleediging goed te maken, zegt hij, op allerhoffclijksten toon: „Lieve dames.ik maak u wel mijn excuses, als ik mij verkeerd heb uitgedrukt." ,,'t Is anders nog al duidelijk," zegt Ilester, onvervaard. „Hoe je 't ook keert cn draait, 't komt alles daarop neer: jij der in en wij der uil Daar voor hebben wij niet al die jaren gewerkt en gesloofd en armoede geleden om er, nu dat 't beter gaat, nu dat de zaak opkomt, er nu maar uit gegooid te worden." „Wij zijn geen uitgeknepen citroenen," snikt Cor. En dat komt er toch zóó komiek uit, dat Miel even moet lachen. Cor is al half verzoend; als Miel maar lacht, hoe en waarom dan ook, is zo verteederd. Hes niet! IIcs kan lastig worden als ze nijdig is. Haar loon is dan ook alles behalve vriendelijk,-als ze zegt: „Jij lacht ons op den koop toe, nog uit, blaag van een meid." „Nee, dat is niet waar," protesteert Miel, „ik lach u niet uit. Dat mag u niet zeggen, tante Hes. Verbeeld-je! Nee, zoo gemeen ben ik niet. Ik boud dol van Gijs, dat weet u; hij is om te zeggen, mijn leven en mijn geluk, maar ik zou hem, zonder één traan, zijn congé geven, als hij leelijk tegenover u zou hande len... En Gijs, angstig: *Zou je^daar 't hart toe hebben, MieltjeT* Dan geeft ze hem gauw een zoen cn zegt ze: „Nee, hoor, dat niet, ik zou geen afstand meer van je kunnen doen, al ben-je nog zoo'n nare jongen. Maar, je mag mijn schattebou ten geen verdriet doen." De schattebouten glunderen, 't kind is focK zoo allemachtig lief. Miel geneert zich heelcmaal niet en gaat vlak naast Gijs zitten, cn hij neemt haar handje, dat geeft hem moed, en vervolgt: „Dc geloof eigenlijk, dat wrij allen een beetje van dc wijs af raken. Mijn eerste plan was u er in met onze hulp, en Miel en ik kamers in de buurt. Wie blijven er dan in? De tantesl En wie gaat er uit? Miel! En laten we nu tochi eens volkomen oprecht met elkander zijn. Om wie gaat hel hier? Om Miel, 't kind, dat ons allen drie even lief is," De tantes knikken bevestigend, Mièl zegt ondeugend: „o! zoo," cn Gijs vervolgt: „Wie moet er trouwen, en gelukkig zijn? Miel! Dat ik 't nu toevallig ben, met wicn ze trouwt, is een bijkomende omstandigheid, meer niel." Maar, dat wordt Miel te machtig: „Nee, vent, zoo mag je niet spreken; verbeeld-je, jij een bijkomende omstandigheid! Laat ik nu eens iets zeggen. Wie heeft den winkel erboven op geholpen, toen wij voor dc eene helft fail liet cn voor de andere desperaat waren? Gijsl Wie. heeft er zich voor ingespannen en aller lei nieuwre dingen verzonnen? Al weer, Gijs. Wie heeft er van mij gehouden, toen ik enkel maar een arm schrijfstertje op het stadhuis was, en niet, zooals nu, een nicht van een bloeiende zaak? Nog eens Gijs... „En... wie is mij trouw gebleven, ook toen hij wist, dat ik eigenlijk een stumper ben-^ zonder naamX's (Wordt ytrrolgd,!

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1917 | | pagina 1