16"' Jaargang
„DE EEMLANDER".
Donderdag 1 November 1917.
N'. 87.
Nabetrachting over de
Raadsvergadering.
Hfe-Ülf'EN landT"
FEUILLETON.
't Winkeltje.
-ft
AMERSFOORTSCH DAGBLAD.
Hoofdredactie:
Mr. O. I. VAN SCHAARDENBORQ.
Uitgevers: VALKHOPf a Co,
A BONN EM ENT8PBÜ8:
Par 8 tt&anden toot Am«r»foori f 1.5(1.
Idam franco per poat fi.oo.
Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) O. I 4.
Aixonderljjke nummer»O.OS*
Wekeltjksob btyvoegsel „D* RoUandich* Huücroute" (onder
redactie ven Thértae Hoven) per 8 mnd. 50 ets*
Wekelvjkseb byvoegse) W*r*tdr*wU4" per 8 mod. 5# cU.
Bureau: Arnhemscbe Poortvval, hoek U(rechtschestr.
Intercomm. Telefoonnummer 5'J'
PBUJS DEB ADVEBTENTIËN
v.o I t ae H 0.80.
Elke regel meer n M 0.15.
Dienstaanbiedingen 1—regels 0.50.
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel eu bedrijl bestaan zeer voordoelige bepaliugon
tof het herhaald- advortoeren in dit Blad, bij abonuemsnt.
Eene oiroulaire, bovsttonde de voorwaarden, wordt op
aanv.aag toegezonden.
De vergadering voorafgaande aan den
fiegrootingsraad is gewoonlijk noch belang
rijk, noch langdurig.
Zoo ook Dinsdagavond. De 26 agenda
punten gleden bijna allen zonder de gèring-
ste hapering onder den hamer door.
Geen woord viel er over de aanwijzing van
hel excentrische terrein voor de nieuwe H.
B. S., geen woord ook over het voorstel tot
-oprichting van 'n cursus ten behoeve van
adspirant-leerlingen der Handelsschool, 'n
voorstel dat, denkelijk met het oog op de
ifrgentie, door den raad aanvaard werd
*onder eenige opgave van kosten.
De prijs van de petroleum voor lichtlooze
gezinnen werd vastgesteld op 22 cents per
Hter. Deze maatregel, welke trouwens ook in
tal ^an andere gemeenten genomen is, zal
het den van licht verstoken gezinnen mo
gelijk maken de lamp weer eens te vullen.
Limiteering tot zekere inkomengrens was
niet noodig, daar deze gezinnen schier zon
der uitzondering tot de minder gesitueerden
behooren.
Op heb L. Vrouwekerkhof zullen de hoo
rnen gerooid worden, 'n Groene oase min
den in de stad. Het pleintje was luguber en
2al zonder boomentooi er niet fraaier op
worden. We zijn benieuwd wat men er van
maken zal.
Bij het voorstel tot het verleenen van
machtiging voor exploitatie -van Centrale
Keuken schoot mr. Stadig uit de slof.
Eertsens had hij er bezwaar tegen dat die
2aak zoo geheel buiten den Raad om bedis
seld was. 'n Dergelijke opmerking had de
heer Hofland reeds in 'n vorige vergade
ring gemaakt.
Het komt ons voor dat al te drukke be
moeiingen van dèn Raad met de Centr. Keu
ken niet bevorderlijk zouden zijn voor den
gang van zaken. Er is 'n zeer uitgebreide
Commissie en 'n zeer ijverig Dagelijksch
Bestuur, die de zaak vlot en vlug in de goe
de richting sturen. Die commissie bestaat
voor het meerendeel uit personen, die in
dezen meer tot oordeelen en handelen aan
gewezen zijn dan de raadsleden. Wat nut
zou het hebben om alles wat door commissie
en dagel. bestuur bekeken, besproken en
voorbereid wordt, nbg eens in den Raad te
gaan herkauwen
De Raad stelle zich tevreden met het op
pertoezicht.
Het andere bezwaar van mr. Stadig was,
dat de portie-prijs gesteld zou worden op
den kostprijs der grondstoffen. Hij meende
dat eerste doel van de Centr. Keuken brand
stofbesparing was en dat met het oog daar
op gestreefd werd naar het ideaal om zoo
veel mogelijk afnemers te krijgen.
Wethouder Jorissen antwoordde zeer te-
reclvt dat verschaffing van goede maaltijden
eerste doel was en de brandstofbesparing
2n de tweede plaats genoemd was. Tot sta
ving las hij de desbetreffende passage over
deze zaak voor. Mt. Stadig bleef, zelfs te
genover dit officieel document, koppig zich
beroepen op een vage reminiscentie in den
anderen zin.
Maai- al had mr. Stadig gelijk gehad, dan
zou dat nog geen argument zijn j>rt\ den por
tie-prijs niet op kostprijs te bepalen, 'n Hoo-
gere prijs zou dan immers wel heel weinig
bevorderlijk zijn om „het ideaal" (zooveel
mogelijk afnemers) te bereiken. Hoe lager
prijs, hoe meer afnemers. Bii de opvatting
van mr. Stadig omtrent het doel der C. K.
ware er 'n reden te meer om den prijs laag
te stellen.
Weth. Jorissen hield 'n heel lange rede
en praatte het verzet van mr. Stadig dood en
den Raad zelf in slaap.
Bij de rondvraag diende de heer Van Kal
ken 'n door bijna alle raadsleden geteekend
voorstel in om Ged. St. te verzoeken de
jaarwedde van burgemeester en sècretaris
te verhoogen tot resp. 6000 en 5000.
Dit voorstel, dat in de volgende vergade
ring behandeld zal worden, kunnen wij zeer
goed begrijpen.
Elk arbeider is z'n loon waard, de leider
van 'n gemeentebestuur zelfs 'n zeer hoog
loon. En als men eenmaal goede leiders
heeft, mag men zich gerust eenige offers
getroosten om ze te behouden.
Nu vóelen wij er heel veel voor om met
salarisverbetering te beginnen bij de laag
ste en te eindigen bij de hoogste salarissen.
Maar de voorgestelde verhooging beschou
wen wij niet in de eerste plaats als 'n posi
tieverbetering terwille van de functionaris
sen, doch veeleer als 'n extra-offer om. er
kend goede krachten te behouden, juist ter
wille der gemeente.
Hoe anders*te verhinderen dat zij, zoodra
financial aanlokkelijker positie zich voor
hen opdoet, voor Amersfoort zouden verlo
ren gaan?
Weliswaar kleeft er één bezwaar aan het
voorstel. Voor de huidige functionarissen is
de verhooging zeer goed verdedigbaar.
Maar, al is hun nu de weg tot n serie andere
posities afgesneden, wij kunnen nu eenmaal
niet opbieden tegen de allergrootste ge
meenten of andere rijke betrekkingen, noch
hen tot in lengte van dagen moreel aati ons
binden of hun het eeuwige leven schenken.
Eenmaal zullen wij hen moeten missen,
doch.... de voor 'n provinciestad zeer hooge
jaarwedden blijven. Het is de vraag of ook
hun opvolgers dit extra-offer zullen waard
zijn. Ten slotte is elke benoeming 'n loterij
en bij de burgemeestersbenoeming komt er
zelfs ook nog zoo iets als politiek om den
hoek kijken. Het valt te betwijfelen of het
hoogere salaris den kring waaruit de keuze
dan geschieden kan, wel verruimen zalbur
gemeesters uit gTootere steden zullen ter
wille van enkele zilverlingen niet naar 'n
kleinere stad komen, secretarissen- evenmin,
'n Ambitieus man gaat niet tfan Haarlem of
Leiden naar Amersfoort. En als iemand van
groote bekwaamheden het al doet, dan zal
hij toch spoedig weer hoogerop willen. Zoo
dat bij een hopelijk nog verre vacature de
keuze feitelijk evenzeer als thans beperkt
blijft tot kleinere of even gioote steden en
de zekerheid van 'n gelukkige keuze niet veel
grooter wordt.
Hoe het zij, wij geloo.en dat wij ons niet
uit vrees voor toekomstige teleurstellingen
mogen laten weerhouden van maatregelen
welke ons in het heden ten goede komen.
Wij meenen wel bemerkt te hebben dat
niet ieder zich op dit Standpuntweet te
stellen. Wij zijn allen in dezen tijd min of
meer crisis-lijder, wij verkeeren in prikkel
bare stemming en oefenen gaarne critiek.
Velen onzer zijn zelve financieel in ongun-
stigen toestand geraakt en kunnen nu niet
goed zien dat anderen 'n huns inziens niet
strikt noodzakelijke verhooging krijgen.
Weer anderen vinden het niet tactvol om
met 'n dergelijk voorstel te komen nu het in
de gemeenteschatkist zoo laag water is en
het belastingbiljet telkens hóoger oploopt.
Het standpunt van al dezen is verklaarbaar.
Maar hebben zij zich ook afgevraagd of hun
bezwaren opwegen tegen het helang dat de
gemeente zelve heeft bij hej behoud van
goede leiders?
Politiek Overzicht
De Italiaansche krisis.
De illusiën, waarmee Italië in Mei 1915
in den oorlog is gegaan, hebben in de 29
maanden, die sedert zijn voorbijgegaan,
allen tijd gehad om te bekoelen. Tot elf
malen toe heeft de bloem van de Italiaan
sche strijdmacht voor het Isonzofront het
hoofd gestooten Nu is met den .twaalfden
Isonzoslag de tegenslag gekomen, die aan
alle verwachtingen voor goed een einde heeft
gemaakt. Wat is -oortgekomen uit de
toomelooze overspanning, die aan het Ita
liaansche volk eene uitbreiding van gebied
voorspiegelde, waardoor alle „onverloste"
broeders in de schoot van het moederland
zouden worden opgenomen? Vernietigde
legers, welker resten in volslagén verwarring
vluchten en het veld ruimen voor den vijand,
die nu den verderen strijd kan voeren op
Italiaansch gebied
Onder den eersten indruk van de Italiaan
sche nederlaag werd uit Londen en uit Po-
rijs bericht, dat maatregelen genomen wer
den om Italië te hulp te komen. Van de
uitvoering van di.e maatregelen is nog niet
vernomen, ofschoon in dit geval toch z^ker
mag gelden, dat spoedige hulp dubbele hulp
zou zijn. Maar als er hulp geboden wordt,
waarin zal die dan bestaan? Eene aanwij
zing daarvan is te vinden in het Parijsrhe
Petit Journal, dat schrijft: „Het terugwijken
de Italiaansche leger kan nog slechts door
snellen aanvoer van versohe krachten naar
nieuwe överwinningen gebracht worden.
Italië is ongesteund tot niets meer in staat.
De geallieerden moeten zoo spoedig moge
lijk de overbrenging van troepen van het
Grieksohe leger verlangen." Uit de rede
van den Franschen minister Barthou is op
te maken, dat het hulpbetoon van de wes-
tersche mogendheden voor Italië in hoofd
zaak in een Engelsch-Fransch ontlastings
offensief zal bestaan. Hij verklaarde, dot dit
offensief is begonnen. Ook aan het Mace
donische front is een ontlastingsoffensief
aan den g«ang. Op Rusland zal men niet kun
nen rekenen; maar Amerika heeft zijn hulp
betoon bespoedigd, zoodat zeer spoedig
reeds de eerste 100.000 Amerikanen in
Europa zullen strijden. Voor het Italiaansche
leger wordt thans een Grieksch hulpkorps
gereed gemaakt. Of het mogelijk zal zijn ook
Fransche troepen naar het Italiaansche front
te zenden, hangt van de sterkte der Engel-
schen af, die beloofd hebben het weste
lijke front voor twee derden voor hunne re
kening te nemen, opdat het Fransche leger
althans gedeeltelijk voor andere oorlogstoo-
neelen vrij kunne ^worden gemankt.
Dit programma van het hulpbetoon der
Entente is zeer opmerkelijk, want 't is meest
op verwachtingen voor de toekomst opge
bouwd. Ook de ondersteuning van Italië
door troepen is aan de toekomst voorbehou
den. Het schijnt dus wel, dat men in Italië
zich van den daadwerkelijken steun der
bondgenooten niet te veel moet voorstel
len. Met die verwachting zal het gaan,
zooals met de vroegere verwachtingen, die
van den qorlog gekoesterd werden. Zij zal
tot teleurstelling leiden. Italië zal zelf moe
ten zien hoe het zich redt uit den toestand,
waarin het is gebracht door zijn te kwader
ure genomen besluit om deel te nemen aan
den oorlog, waarin het tot 1 Juli van dit
jaar 1.600.000 man heeft opgeofferd en
die het tot heden 23 milliard lire heeft ge
kost.
Geen wonder, dat in de Italiaansche pers
zich thans pessimistische tonen doen hoo-
ren in verband ook met de juist nu uitge
broken regeeringskrisis. De Stampa
schrijft: „De openlijke krisis is juist nu op
het minst gewenschte moment gekomen,
want eene regeeringskrisis en een vijande
lijk offensief possen slecht bij elkaar. Het
historische noodlot wil, dat het nationale
ministerie valt op het oogenblik, waarop
Duitsche troepen aan het Oostenvijksche
offensief deelnemen. De verantwoordelijk
heid van het nationale ministerie en van
andere politieke personen is ontzettend.
Maar heden moet men slechts ééne ge
dachte hebben: het vaderland te verdedi
gen!"
Inderdaad is het er ver vandaan, dat de
door den val van het kabinet-Boselli ont
stane krisis zou zijn opgelost door het op
treden tot zijne vervanging van een nieuw
kabinet. De nieuwe regeering neemt van
hare voorgangers in het ambt een desolaten
boedel over, en hoe het dien zal beredderen
is eene vraag, welker beantwoording nog
iets meer eischt dan eene verandering van
regeering, die den indruk maakt, dot zij in
hoofdzaak is eene reconstructie van het
oude kabinet.
De oorlog,
In het westen wordt ditmaal slechts aiiaN
leriestrijd gemeld in afwisselende sterkte,
zoowel in Vlaanderen als aan den Chemïn
des Dames.
Pete rs burg, 31 Oct. (R.) De Duit-»
schers hebben het schiereiland Werder ge«
heel ontruimd, na verwoesting van het prij*
gegeven gebied.
De berichten van het Italiaansche oorlogs*
tooneel gewagen van gevechten in de laag
vlakte van den Tagliomento, die aan de vei*
bonden troepen succgs opleverden. Hel
Italiaansche hoofdkwartier prijst de doppera
houding van de beschermingsafdeelingen ert
van de cavallerie, die de andere troepen in
staat stelden hun terugtocht voort te zetten.
De opgave van het aantal Italiaansche ge
vangenen, die in honden van de cenralen
zijn gebleven, heeft het getal van 120.000
bereikt, die van de buitgemaakte kanonnen
1000.
B e r I ij n I Nov. (W. B.) Officieel.
M. de Keizer heeft voor heden voor
Pruisen en EIzas-Lotharingen het vlaggen en
vreugdeschieten bevolen. Bij de achtervol
ging in de laagvlakte van Friaul hebben gis
teren ten Oosten van den beneden Taglio
mento 60,000 Italianen, met verscheidene
honderden kanonnen, de wapens neergelegd.
De winst in den twaalfden Isonzoslag is
daarmede tot nu toe gestegen tot 1 8 0,0 0 0
gevangenen en meer dan 1500
kanonnen. Het Italiaansche 2e en 3e leger
heeft een zware nederlaag geleden.
Parijs, 31 Oct. (R.) Alle EngelscKe
batterijen aan het Italiaansche front zijn ge
red; maar de manschappen hebben op den;
terugtocht ernstig geleden door koude, re
gen en gebrek aan voedsel.
Het nieuwe Italiaansche kabinet is gereed
en is reeds beëedigd. Onder de uit het oude
kabinet overgenomen leden is de minister
van buitenlandsche zaken Sonnïno; onder
de nieuwe mannen is de oud-minister Nitti,
wiens optreden in de laatste debatten alf
bestrijder van het kabinet-Boselli nogal de
aandacht heeft getrokken.
De eerste daad van het hoofd der nieuwe
regeering is geweest het zenden van een
telegram aan den opperbevelhebber Codorna
om hem te verzekeren, dat ondanks den ge
leden tegenspoed, zijn vertrouwen in het
leger en in den chef, die er bevel over voert;
ongeschokt is.
Washington, 3IOct. (R.) De schat
kist heeft aan Italië 230 millioen dollars go.
leend, waarmee kolen en andere benoodigd-
heden zullen worden betaald.
Washington, 1 Nov. (R.) Lansiiyg
heeft met den Italiaansohen gezant geconfe
reerd over den toestand in Italië.
Londen, 31 Oct. (R.) In de afgeloo-
pen week zijn in de Engelsche havens aan
gekomen 2285 sohepen en uitgevaren 2321
schepen; 14 schepen boven de 1600 ton en
vier daarbeneden zijn tot zinken gebracht;
Kom bii
door
Thérèse Hoven.
51
„Daar kun je toch niet op trouwen," waagt
Cor.
Nee," dat kan ook niet/'
„En wil je moeder je niet een ordentelijk
salaris geveninformeert tante Hes.
Gijs schudt 't hoofd en zucht: „Het spijt me,
Slat ik 't zeggen moet, maar dat wil ze niet."
„Dan kun je ook niet trouwen," herbaalt
Cor, nu veel energieker dan den eersten keer.
Mie] kijkt haar vriend angstig aan. Eigen
lijk weet ze enkel dat hij met een plaa rond
loopt, maar wat het precies is, heeft hij haar
niet gezegd, 't I§ toch zoo gek, als je verliefd
bent; het is zalig om bij elkander te zijn, je
geniet van elke minuut en je praat voortdu
rend samen en... toch blijft er nog zooveel
ongezegd.
„Er is één middel," herneemt Gijs cordaat,
„en dat is... hij heeft weer precies 't zelfde ge-
'Vocl, als hij had op dien middag toen hij zijn
moeder wilde vertellen van zijn engagement
met Miel... net als iemand, die over een sloot
vil springen en... per slot van rekening niet
durft.
Maar hij moet... en hij suggereert zich dat
hij ook wel durft.
u eens," begint tfj, yoor den zooveel-
sten keer, maar nu toch heusch om er mee
door te gaan en, nadat hij zich zelf een geeste
lijken por heeft gegeven, lukt 't dan ook wel.
„Of ik me nu al voorstel, dat 't bij ons thuis
zal gaan, geeft niets. Mijn moeder is veel te
flink om een ander naast zich te dulden en om
nu te zeggen ik blijf in de zaak en Miel
wordt enkel mijn vrouw, zonder meer. dat
diept ook niet op. De zaak staat best, daar
niet van, maar of er nu nog een huishouden
van zou kunnen leven, durf ik niet ttr bewe
ren, Bovendien, ik vind 't gelukkiger als de
vrouw den man helpt, dan heb je één belang
en één geluk!''
Miel knikt hem even loc en, uil haar lieve
oogjes, put hij moed cn kracht em verder te
gaan, want nu komt hel allermoeielijksle.
„Daarom heb'ik gedacht,'' herneemt hij, „dat
het 't beste zou zijn, als Miel en ik bij u in dc
zaak kwamen, die marcheert nu kostelijk en
't is er een, die voor uitbreiding vatbaar is.
Met jonge krachten en wal kapitaal...
„Kapitaal!'' roepen dc drie dames tegelijk,
t Is zulk een ongewoon woord voor ze, dat
het een klank en nauwelijks een begrip voor
haar is.
„Ja, kapitaal," herbaalt Gijs, trotsch op de
gelukkig geplaatste uitdrukking, „want u be
grijpt wel, dat ik er de man niet naar ben om
er zoo maar uit te trekken. Ik zal tol mijn
moeder zeggen: „hoort u eens, ik ga er uit,
maar ik moet mijn aandeel hebben, minstens
tweeduizend gulden...
„Tweeduizend gulden,'' doet de drievoudige
echo zich op nieuw hooren.
„Ja zeker, dat komt me toe; ten eerste om
dat ik de zoon ben en dan omdat ik, van af
ik van de H. B. S. ben gekomen, altijd voor
en in de zaak werkzaam ben geweest."
„Tweeduizend gulden is egn heele pluk
geld, een heele pluk," zegt tante Cor, knik
kend.
„Twee mille! och! 't is geen millioen,"
hervat Gijs, „maar je kunt er toch wel wat
van doen; den winkel vergrooten, door er dc
huiskamer bij te nemen en dan later als
de oorlog voorbij is en alles is weer normaal,
dan verbouwen; de ramen la|^n bijronden,
zoo als ze bij Peek en Cloppenburg in de Spui
straat hebben en in de Korte Poten is er ook
een winkel, die zoo is. Je uitstalling komt dan
zooveel beter uit."
„Hei! wat," zoo sluit de praktische Hesier
zijn woordenvloed Je praat zoo van de huis
kamer 'cr bij nemen, waar moeten wc dan
huizen? Je kunt niel met zijn vieren in 't keu
kentje wonen of aan de toonbank eten. En
dan de slaapgelegenheid...
Gijs krabt eens even achter zijn ooren; zeker
om te voelen of ze wel droog zijn, denkt Ccr,
die een hevige woede in zich voelt op komen,
doch zich bedwingt.
„Ja, 'i zal spannen wezen... cn... ja, een
mensch moei overal op verdaclil zijn en aan
alles denken, als hij een plan maakt, en zoo
heb ik, drie manieren bedacht: Of we houden
'l zoo en Miel cn ik zoeken kamers in de
buurt, óf we nemen 't bovenhuis cr bij, daar
gaat u beidjes dan wonen cn wij nemen ka
mers bij u cn houden 't heele benedenhuis
voor de zaak... óf... als u er tegen opziet en
vooral met 't oog op tante Cor, dat zij zich
niet vermoeien mag en zoo... ja, dan zou ik
zeggen, laat u ons de zaak en gaat u met uw
tweeën buiten wonen...
„Well Goeie genade 1" roept tante Hes,
nuchter, uit, ,,'t komt er op neer, dat jij ons
er uit bonjourt I"
„Hè, wat een woord," begint Gijs.
„Er uit knikkert, als je dat heter jHollandsch
•vindt," zegt Cor, driftig... en zich nu niel meer
bedwingend. Ook Miel doet een duit in 't zakje
en dc familieraad is druk bezig in een familie
twist te ontaarden.
Gijs heeft 't hard te verantwoorden, één
mnrv tegenover drie vrouwen; heel bij zich
zelf noemt hij ze kijvende wijven, dan schaamt
hij zich over die interpretatie en, als om dc
onuitgesproken bcleediging goed te maken,
zegt hij, op allerhoffclijksten toon: „Lieve
dames.ik maak u wel mijn excuses, als ik
mij verkeerd heb uitgedrukt."
,,'t Is anders nog al duidelijk," zegt Ilester,
onvervaard.
„Hoe je 't ook keert cn draait, 't komt alles
daarop neer: jij der in en wij der uil Daar
voor hebben wij niet al die jaren gewerkt en
gesloofd en armoede geleden om er, nu dat
't beter gaat, nu dat de zaak opkomt, er nu
maar uit gegooid te worden."
„Wij zijn geen uitgeknepen citroenen," snikt
Cor.
En dat komt er toch zóó komiek uit, dat
Miel even moet lachen.
Cor is al half verzoend; als Miel maar lacht,
hoe en waarom dan ook, is zo verteederd.
Hes niet! IIcs kan lastig worden als ze
nijdig is. Haar loon is dan ook alles behalve
vriendelijk,-als ze zegt: „Jij lacht ons op den
koop toe, nog uit, blaag van een meid."
„Nee, dat is niet waar," protesteert Miel,
„ik lach u niet uit. Dat mag u niet zeggen,
tante Hes. Verbeeld-je! Nee, zoo gemeen ben
ik niet. Ik boud dol van Gijs, dat weet u; hij is
om te zeggen, mijn leven en mijn geluk, maar
ik zou hem, zonder één traan, zijn congé
geven, als hij leelijk tegenover u zou hande
len...
En Gijs, angstig: *Zou je^daar 't hart toe
hebben, MieltjeT*
Dan geeft ze hem gauw een zoen cn zegt
ze: „Nee, hoor, dat niet, ik zou geen afstand
meer van je kunnen doen, al ben-je nog zoo'n
nare jongen. Maar, je mag mijn schattebou
ten geen verdriet doen."
De schattebouten glunderen, 't kind is focK
zoo allemachtig lief.
Miel geneert zich heelcmaal niet en gaat
vlak naast Gijs zitten, cn hij neemt haar
handje, dat geeft hem moed, en vervolgt: „Dc
geloof eigenlijk, dat wrij allen een beetje van
dc wijs af raken. Mijn eerste plan was u er
in met onze hulp, en Miel en ik kamers in de
buurt. Wie blijven er dan in? De tantesl En
wie gaat er uit? Miel! En laten we nu tochi
eens volkomen oprecht met elkander zijn. Om
wie gaat hel hier? Om Miel, 't kind, dat ons
allen drie even lief is,"
De tantes knikken bevestigend, Mièl zegt
ondeugend: „o! zoo," cn Gijs vervolgt: „Wie
moet er trouwen, en gelukkig zijn? Miel! Dat
ik 't nu toevallig ben, met wicn ze trouwt, is
een bijkomende omstandigheid, meer niel."
Maar, dat wordt Miel te machtig: „Nee,
vent, zoo mag je niet spreken; verbeeld-je, jij
een bijkomende omstandigheid! Laat ik nu
eens iets zeggen. Wie heeft den winkel erboven
op geholpen, toen wij voor dc eene helft fail
liet cn voor de andere desperaat waren? Gijsl
Wie. heeft er zich voor ingespannen en aller
lei nieuwre dingen verzonnen? Al weer, Gijs.
Wie heeft er van mij gehouden, toen ik enkel
maar een arm schrijfstertje op het stadhuis
was, en niet, zooals nu, een nicht van een
bloeiende zaak? Nog eens Gijs...
„En... wie is mij trouw gebleven, ook toen
hij wist, dat ik eigenlijk een stumper ben-^
zonder naamX's
(Wordt ytrrolgd,!