(3oof de Deugd-
Koudkleum.
J*
Kleine Tanie Dora.
Jfaar bet Engelsch van Jennie Chappell.
Vrij bewerkt door C. H.
HOOFDSTUK VIII.
„Arme kleine To m."
In December wcrd Dora bij Sara en Hans
fcobey uitgenoodigd op een Kerstpartijtje.
Zij had bet vorige paar con dergelijk feest
Jbij hen meegemaakt en er zooveel plezier ge
lhad, dat zij vol verlangen de dagen telde,
.welke nog moesten verloopen vóór den 17den.
Bij een .partijtje in dc Kerstvacantie hoort
een Kerstboom. De familie Gobey had altijd
een grooten boom, die rijk getooid was met
allerlei geschenken voor de jeugdige bezoe-
jkers en bezoeksters, en er werden allerlei
•polletjes gedaan.
„Verleden jaar was bet zoo heerlijk 1" zei
•Dora, terwijl ze haar best deed geen leelijke
gezichten te trekken, toen Juffie haar weer
barstige krullen uitkamde. „Het was zoo leuk!
kWat zou het aardig zijn, als Baby mee kon!"
„Hij is nog veel tc klein," antwoordde juf
frouw Hopkins, „en zou misschien bang wor
den tusscben zooveel grootc kinderen." J steeds in de ooren gedurende den ellendigen
,In ieder geval,ging Dora voort, „hoop nacht, die op het partijtje volgde. Gedeeltelijk
eau^de-coiognc en ecu beelderig beursje van tv doen, had zij wel eens geprobeerd rustig! tien keer las Bobby den brief over. Zij
groene kraien, dat met rose zij gevoerd was. tc zitten handwerken, maar heel lang had zij had eigenlijk een verlanglijstje verwacht, maar
Zij trof licL du* bijzonder, want nis zij had j dat toch nooit volgehouden. als Sint Niklaas het nu zoo graag wilde, dan
mogen kiezen, was haar keuze stellig op dit i Robby had een gouden hartje. Zij hield veel zou zii haar tegenzin in hand aerken wel over-
beursje gevallen. Maar zij had nu niets voor pan mensehen en dieren en als zij iemand cen winnen en hem helpen. Prettig, dat zij nu
Baby. plezier kon doen, vond zij dat heerlijk. Al j eens wat voor Sint Niklaas mocht doen.
Kijk wal ik heb gekregen' fluisterde Lucy was zij een eenig kind die kunnen dikwijls j Zoodra zij uil school kwam, schreef zij:
Walters haar eenigszins teleurgesteld in het i zoo slecht wat aan een ander meegeven, is
oor: „een doosje postpapier en een bal van het niet? zij had veel voor een ander over Lieve Sint Niklaas,
chocola O. is dat vai^ jou, dal suoezigc J en zou niet nalaten iemand plezier te doen. wil u graag helpen. Stuurt u dus maa» vif[
beursje? i Nu denk ik, dat de meeste van mijn lezers en wat. Doel u het alstublieft zoo gauw mogelijk
„Zou je het graag willen ruilen?" vroeg i lezeresjes ook wel eens een brief aan den goc- dan kan ik vast beginnen. Dag lieve Sin'
Dora. „Geef mij dan je chocola-bal. Wat zal j den Sint geschreven hebben. Maar toch wil- Niklaas. Vriendelijke groeten van Vader en
Baby daar blij mee zijn!'' Ien wij even over Bobby 'Schouder heenkijken Moeder en een^;usje van
Lucy nam het aanbod gretig aan en Dora om te zien, wat ze wel aan den grijzen bis-1 Uwe U liefhebbend
-
ai haar vrije oogenblikkcn aan gewerkt éti.
was beelderig geworden. Nog juist voor 'tetew
werd alles ingepakt, van een adres voorzie»*
en naar hel postkantoor gebracht. O. wat ver6
langde Bobby er vrceselijk naar, dat Sinf
Niklaas komen zou en wat was zij nieuwsgie*
lig wal hij wel van haar handwerkjes zo®,
zeggen, t Zou nog ruim tien dagen dureöS
vóór hij incl.- "tad 1 nm had Ajoeder haat
deed al was hel dan ook even met een ge- schop schreef. Zij had erg haar best op dien Bobby van Sloofrt
voel van spijt afstand van hel mooie brief gedaan en er zoo weinig mogelijk fou-
beursje. Maar was hel nicl hel minste wat zij ten in gemaakt en ik geloof, dat zij het erg'. ,r •u6ett er ee,uÉ>e dagen1 voorbij, maai
doen kon: iels voor Baby meebrengen? naar zou vinden, ais jullie er loch nog een '°c'', .kwV" cr eon pn ,e ml Sl>an'e nlet
Zij had nooil geweien, dal iemand zich 7.60 J enkele fout uit haalde. Daarom iaat ik je hem S a s cr op
diep ongelukkig kon voelen, als zij deed gedu- zonder fouten lezen.
Op het adres stond:
rende het verdere gedeelte van den avond
HOOFDSTUK IX.
Een verandering.
„Zijn rug niet in orde geen macht over
zijn beenen van de tafel gevallen nooit
meer kunnen loopen."
Deze vreeselijke woorden klonken Dora
fik, dat ik wat moois voor hem van den Kerst
boom kan meebrengen. Wat zou hij het liefst
willen.hebbon? Ik wou. dat er van die lieve
door de opwinding van den avond, maar veel
meer nog, geloof Ik, door den schok, dien zij
gekregen had, lag het kind uren aan één stuk
vv ollen lammetjes aan den boom hingen; maar Toen zij eindelijk in een onrusligcn
Hnn yrtii iIr rlir» wnnr^rhiinliik tvirh nnrr nipt i ,1
"dan zou ik die waarschijnlijk toch nog niet
krijgen. Misschien zijn er van die verguldt»
ballen aan een elastiek die zou hij leuk
vinden. Zal Dotje een mooicn bal voor Baby
meebrengen?"
Bal!" herhaalde het kleine baasje vroolijk.
„Jieve Dot. Jieve Dot. Toene toenel"
En de kleine armpjes, die naar haar uitge
stoken werden, waren zoo onweerstaanbaar,
dal Dora al naar hem toeliep, terwijl Juffie
nog bezig was met haar ceintuur vast te
Strikken.
Er waren dien avond heel wat meisjes uit
Dora's klas bij de fanfllie Gobey. Suusje Syrett
zag er precies uit als een kleine fee in haar
wil netcldoekschen jurk; Lucy Walters was in
he: lichtblauw en Stella Pearson had een
genen fluweeTcn jurk aan, die met wit satijn
{gegarneerd was. Zij droeg zelfs echte gouden
armbanden, doch men kon haar aanzien, dat
«ij zich zelf veel mooier vond dan de anderen
*.n de verwaande uitdrukking op haar gezicht
zou het smaakvolste toiletje bedorven hebben.
Dora Carstairs in haar eenvoudige witte jurk
met lila ceintuur en haar opgewekt, stralend
gezichtje, zag er echter veel landelijker en
aantrekkelijker uit. Bovendien kon hfar jurk
gewasschen worden, als zij vuil werd, terwijl
de arme Stella zich bijna niet durfde bewegen
uit angst haar klceren te bederven. Maar al
te spoedig kreeg zij een limonadevlek op het
wille satijn van haar jurk, waardoor haar
plezier half bedorven was.
De Kerstboom, die op een tafel stond, reikte
bijna tot aan de zoldering en schitterde en
flikkerde uit alle macht; zilveren-ijskegels en
slingers hingen er bij massa's aan de takken
en bovenin prijkte een grootc ster. Ook hin
gen er allerlei geschenken en versnaperingen
iu <len boom.
O. hoe glinsterden al die kinderoogen, terwijl
tij opkeken naar den prachtigen boom! De
kinderen zaten in rijen en zagen op eens een
mijnheer met een groote doos in de hand
binnenkomen. Zij sloegen hem aandachtig
gade cn zagen, dat hij een wit laken langs den
muur spande. Juist hadden zij een versnape
ring gekregen, doch nu waren'zij één-en-al
oplettendheid. „O, een tooverlantaarnt Een
tpoverlantaarn!*' riepen zij uit.
Bijna met ingehouden adem keken zij naar
de toebereidselen. Daarna werden de kleinsten
op de voorste rijen gezet en de grootstcn ach
teraan.
„Ik wou, dat Baby hier ook was," zei Dora
tegen Suusje Syrett. „Hij begrijpt alles zoo
goed en zou zeker graag de platen willen
rien.'
„We zitten nu allemaal goed. Waarom be
gint mijnheer Green niet?" vroeg Sara Gobey.
,.De arme, kleine Tom is nog niet binnen
gebracht," antwoordde haar ouder zusje. We
moeten hog op hem wachten."
„Wie is .de arme, kleine Tom?"' vroeg Dora.
„Een lam jongentje, dat naast ons woont.
Hij is heel gauw moe, maar Moeder vroeg, of
hij tegen acht uur mocht komen om de too-
veriantaarn te zien. En het is nog niet heele-
maal acht uur. O. daar is hij!"
Op dit oogenbük kwam er een verpleegster
binnen, die een kleinen jongen droeg Hij
scheen een jaar of zeven, acht te zijn, maar
hij lag zóó hulpeloos in de armen der ver
pleegster, alsof hij pas een maand oud was.
Zijn groote, donkere oogen hadden een treu
rige uitdrukking en zijn gezichtje was bleek.
„Wal scheelt hem?" vroeg Dora fluisterend.
Haar moederlijk hartje werd van medelijden
verv uld.
„Zijn rug is niet in orde," fluisterde Sara
terug. „Ik weet niet precies, wat hem eigen
lijk scheelt, maar hij heeft geen macht over
zijn beenen. Toen hij heel klein was, is hij van
'de tafel gevallen en na dien lijd is hij.nooit meer
goed geweest. Ze zeggen, dat hij nooit zal
kunnen loopen, al wordt hij ook nog zoo oud."
Een ontzettend gevoel bekroop Dora, toén
zij dat hoorde; zij werd plotseling heel
draaierig en vreemd in haar maag. Maar het
was geen gewone maagpijn. Eenmaal in haar
leven had zij hetzelfde gevoel gehad; dat was
toen zij bijkwam na haar flauwte op dien on
gelukkiger dag en toen zij vernam, dat cr om
Evert gestuurd was. Het was alsof de woor
den. waarnaar zij luisterde, een diepere be-
teekenis hadden, veel dieper en vreeselijkcr
dan zij klonken.
„Was !v i gebeurde het werd hij dade
lijk zoo? vroeg zij met een stem, die niet
var haar scheen te zijn.
„Ne, <iat geloof ik ten minste niet. Ik meen,
s. d3t ik Moeder
Aan Sint Nicolaas
in
Spanj
En de brief luidde:
Lieve Sint Niklaas,
Moeder heeft gezegd, dat tk u een brief met
„Hoera, dc handwerkjes van Sint Niklaas!"
I riep zij uit en ze was nog nooit zoo blij ge
weest bij het vooruitzicht van een handwerkje.
Maar 't was immers ook om dien Heven Sint
Niklaas tc helpen!
Zij gunde zich bijna den lijd niet het pakje
j uit te pakken, doch eindelijk zag zij drie din
gen: een inktlap met kruisjes en gaatjes, om
doorheen te steken, een naaldenboekje en een
kleedje, die zij op dezelfde manier bewerken
moest. Keurig in een vloeipapiertje was de
I HIWVOl. HLUJ 1H IJl VL II
in mag sc rijven en dat vind ik heel pret- beelderige rose zij, die zij er voor gebruiken
tig en groot, want, lieve Sint Niklaas, ik zit kon
op school al in de derde klas. Ik heb u een
slaap viel, werd zij voortdurend opgeschrikt
door de treurige oogen en hel bleeke gezichtje
van kleinen Tom. Alleen waren het Baby's
oogen en zijn gezichtje, die haar zoo bedroefd
aankeken.
Ook droomde zij. dat zij Baby weer in de
hoogte zwaaide cn dat hij. toen zij hem niet
meer kon vasthouden, al dieper en dieper in
een put viel, zoodat zij hem nooit zou terug
zien! Tegen den morgen werd zij wakker met
hoofdpijn en donkere kringen onder haar
oogen, zoodat juffrouw Hopkins zei. dat zij
maar niet meer naar partijtjes moest gaan.
Baby kuste cn pakte haar. toen zij hem den
chocola-bai gaf; hij liet eens even zijn tonge
tje er langs gaan.
„Dat is nog eens een Heve tante!" zei Juffie
vriendelijk.
Maar ieder woord, iedere kus scheen Dora
een steek in haar hart.
Was er iels noodig geweest om haar gevoel
van schuld nog drukkender en haar ellende
nog grooter te maken, dan was het een ge
sprek tusschcn juffrouw Hopkins en jMina. dat
zij toevallig een paar dagen later hoorde.
Zij zat in de breede vensterbank en keek
naar een paar jongens buiten, die elkaar met
sneeuwballen gooiden. Juffie en Mina waren
In de aangrenzende kamer, terwijl Baby in het
zelfde vertrek was.
„Eieren, melk, noch eenig ander ver
sterkend middel knapt hem op," zei juffrouw
Hopkins. ,Jn zijn rechterbeen heeft hij heele-
maal geen' kracht. Kijk maar, hij sleept het
voort. Zie je wel? F.n het lijkt mij ook ma
gerder dan het andere."
„Er moet maar eens een dokter bij komen,"
vond Mina.
„Ja, dat moet zeker gebeuren. En hoe eerder
hoe beter. Maar ik kan je wel zeggen, Mina,
dat ik liever vijftig gulden dadelijk zou beta
len dan zijn vader te moeten zeggen, dat er
iets niet in orde is met hem. Meneer is dol
op het kind. De uitdrukking in zijn oogen,
waarmee hij het aankijkt, als het op zijn
knie zit, is werkelijk aandoenlijk. Ik durf
er niet aan denken, wat hij doen zou, als het
kind iets overkwam."
„Misschien zijn het kiezen/' zei Mina nu.
„Dat dacht ik eerst ook, maar ik twijfel er
toch ernstig aan. Hij wordt erger in plaats
van beter en wat ziet hij er slecht uit! Als hij
niet om zoo te zeggen dag en nacht onder
mijn oogen opgroeide, sinds hij geboren is,
zou ik zeggen, dat hij langer of korter tijd
geleden gc^ allen was."
„En zou dat dan zulke gevolgen kunnen
hebben?" vroeg Mina verbaasd.
„Ik heb meer dan één dergelijk geval ge
kend," antwoordde juffrouw Hopkins. „Ik
weet zelfs van een kind, dat zijn leven lang
lam bleef."
„Maar hij is toch niet gevallen, cr is hem
niets overkomen, als hij bij% mij was," zei
Mina. „Dat kan ik u eerlijk verzekeren."
„Ik ben bang, dat het een heupziekte is en
dat is leelijk genoeg," zei juffrouw Hopkins
nu. „Maar daar ts de slager, Mina, geef hem
het boekje even. Ik heb biefstuk opgeschre
ven."
Mina kwam door de kamer, waar Dora in
de vensterbank zat. Zij zag het kleine, ip elkan
der gedoken figuurtje en zei:
„Ik zou daar niet blijven zitten, als ik jou
was, Dora. Je ziet wit van de kou."
(Wordt vervolgd.)
De Handwerkjes,
Een Sint Nicolaas-vertelling.
door C. II.
Robby van Slooten zat ijverig te schrijven.
Voor een klein meisje van zeven jaar is een
brief schrijven vooral als dit met inkt ge
beurt een heele inspanning. En als je nu
weet, dat die brief aan niemand anders ge
richt was dan aan Sint Nicolaas, zul je zeker
wel begrijpen, dat het geen kleinigheid voor
Robby was. Ze had er een kleur van. Zullen
we haar nu maar rustig laten schrijven, ter
wijl ik je een en ander over haar vertel?
Natuurlijk heel zachtjes; we zullen fluisteren
om haar niet tc storen.
Om te beginnen wil jk je zeggen, hoe zij
aan haar naam kwam. Je hebt dien misschien
massa te vertellen van mijn vriendinnetje,
Loesje Verbeek, die u nog wel van verleden
jaar kent. Ik hoop, dat u dit jaar weer bij ons
komt. U lijkt wel een klein beetje op Groot
vader, die heeft ook zoo n langen, witten
baard. Maar ik zou u van Loesje Verbeek ver
tellen. Die is heel ziek geweest en in een lan
gen tijd mocht'ik niet bij haar komen, maar
nu is zij gelukkig weer beter en mogen wij
weer samen spelen. Onze poes, lieve Sint
Niklaas, heeft twee kindertjes gekregen, zulke
schatjes cn hun Mammie likte ze in het begin
altijd schoon, it dat niet aardig? Maar nu zijn
ze alweer groot
Moeder zegt, dat ik u een paar cadeautjes
mag wagen, lieve Sint Niklaas. Dat is prettig!
Ik zal dus maar een lijstje maken.
Een poppen-eetservies.
Een levende hond.
Een mooie pennenhouder met een kijk-
glaasje er in.
Een nieuwe mantel voor Roosje, dat is mijn
pop, die ik verleden jnar van u gekregen heb,
want zij heeft het zonder mantel zoo koud.
Zooveel prentenboeken, als u maar missen
kunt.
Een wollen doek voor Mina, onze werk
vrouw. Zij woont in dc Kcukenstraat. Ik ge
loof niet, dat u haar adres weet, want verle
den jaar heeft zij niets van u gekregen.
En verder alles wat u maar mooi en lekker
vindt
Maar weel u, lieve Sint Niklaas, wat ik
eigenlijk ook heel graag heb? Dat u mij eens
schrijft, wat it w wenschen zijn. geeft aan
zooveel mensehen en kinderen wat en ik ge
loof toch, dat u nooit wat van een ander
krijgt. Vindt u dat niet naar? Ik zou u zoo
graag wat willen geven. Maakt u maar eens
een lange 'lijst, want ik heb een heelebocl in
mijn spaarpot. Die rammelt erg, als ik hem
schud. Gelukkig past er een sleuteltje op en
hoeft hij dus niet stukgeslagen te worden,
zooals het groene varken, dat ik vroeger had.
Dat was wel erg jammer.
Maar nu weet ik niets meer, lieve Sint
Niklaas. Hebt u wel eens meer zoo'n langen
brief gekregen? Ik heb nog nooit zoo'n groote
geschreven. Mijn hand doet er pijn van. Dag
lieve Sint Niklaas. Vader cn Moeder laten u
groeten. Een kusje van
Uwe U liefhebbende
Robby van Slooten.
Ocli, oclï, wat was Robby's handje moe en
nu dc brief af was, begreep zij zelf niet, hoe
zij zóó lang achter elkaar stil had kunnen zit
ten. Als ook niet voor den Heven Sint ge
weest was
Daar kwam Moeder binnen, Moeder, die ge
kleed was om uit te gaan. Zij kwam haar
kleine meisje nog even goedendag zeggen en
vroeg, of zij haar brief klaar had, dan zou
zij er een postzegel, een buitenlandschen na
tuurlijk, op plakken en hem voor Robby op
dc bus doen.
Moeder las den brief en vond hem keurig.
Even later nSTn zij hem mee naar de bus.
Er waren een paar dagen verloopen sinds
Robby haar brief geschreven had, want uit
Spanje kun je natuurlijk niet dadelijk ant
woord hebben.
Doch eindelijk, op het einde der week kreeg
Robbv een brief terug, stel je eens even voor,
een brief van Sint Niklaas, 't "Was bijna te
heerHjk om waar te kunnen zijn en Robby
begreep in het eerste oogenblik niet. wat dat
groote couvert naast haar bord betcckende,
toen zij aan het ontbijt kwam.
Duidelijk stond er op:
Aan Jongejuffrouw Robby van Slooten
Biltstraat
Utrecht.
En op den achterkant:
afgezonden door Sint Nicolaas
Spanje.
Eerbiedig maakte zij den brief open en met
een stralend gezichtje las zij:
Lieve Robbv.
Dat vond ik nu eens aardig, een brief van j
je te krijgen, waarin je me vraagt, wat ik
graag wil hebben Ik heb natuurlijk een massa
wenschen, maar één daarvan heb ik wel hon
derdmaal zoo graag als al de andere samen
en daarom* schrijf ik hem maar alleen op mijn
'l Was^gelukkig juist Zaterdag en vol ijver
trok Robby dien middag aan het werk. De
eerste steken gingen best, maar al gauw be
gon het haar te vervelen. Eerst had zij het
prettig gevonden, dat het vandaag juist regen
de. maar nu verlangde zij er naar. dat het
droog werd. zoodat zij kon uitgaan. Eens even
moest zij kijken, of de poesjes nog wel in het
mandje lagen. Robby knielde er bij en speelde
met hen.
Daar kwam Moeder binnen.
„Zoo Robby, vorder je goed?" vroeg Móe
der.
't Handwerk voor Sint Niklaas! 't Was waar
ookl Beschaamd nam Robby het weer op en
tegen etenstijd was de inktlap werkelijk klaar
gekomen. Moeder vond hem keurig en Robby
zelf moest er telkens vol bewondering naar
kijken, 't Verbaasde haar eigenlijk, dat zij hem
en nog wel zonder hulp gemaakt had.
Morgen zou "zij aan hel naaldenboekje begin
nen. Dat kwam Zondag af en de Zaterdag
daarop was oqk 't kleedje klaar. Robby had er
Maai eindelijk brak de 5de December da®
toch aan en tegen schemerdonker kwam <W
goede, oude Sint. die door dc reis wat verr
moeid scheen, bij de familie van Slooten biBfe
nen. Met een kleur van plezier gaf Robbv heaf
een hand. Sint Nico!anc
..Kindlief, wel bede- oo goed
geholpen hebl. '1: VK' i lat netje#
handwerken kon eh vooral ]>cl kleedje was eert
heel werk. Je hebt er mij veel plezier mee ge*J
daan en weet je, waarom wel het meest? Oim
dat jc nu geloond hebt, dat jc toch wel rustig
kunt blijven zitten en niet meer zoo'n wip-varf^
't-stoeltje bent. die alleen maar iets graag
doet, als zij er bij hollen of springen kan. Nui
je. dus niet meer zoo wilt ben, durf ik je dif
mooie serviesje wel te geven. Verleden jaa*
was daar nog geen sprake van, maar nu den*
!k er anders over. Tiat heb je nu verdiende
Yin-jc het niet mooi?"
„O, lieve Sint Niklaas!'s alDs wat Kobb'^f
zeggen kon. terwijl zij hem om den hals viel!
„Wat beelderig)"'
En 't w a s ook een mooi serviesje, wit me#
gouden randjes, een soepterrine en eett
vlecschsühotel, alles hoorde cr bij. Nog nooi#
was Robbv met ccn cadeau zóó in haar schil#
geweest. Sint Niklaas deelde nog veel mee»
geschenken uit, ook aan Vader en Moeder etf
zelfs de warme wollen doek voor Mina onf^
brak niet.
Dien avond duurde het lang, voordat RobbjA
in slaap viel. Zij had ook zooveel gekregen!,
waar zij telkens weer aan denken moest! Etf'
steeds klonken haar de woorden van den goe»'
den Sint in de ooren: j]
„Dat heb je nu vevdiend!"
Zij zou het vertrouwen van Sint NlklaaJ>
niet beschamen cn als zij weer eens niet rustig
aan haar werk kon blijven, zou zij aan hel
serviesje en de handwerkjes denken. Dat zou
zeker helpen.
En met die gedachte viel Robby den 5de®
December in slaap
Een kleine, dikke jongen
stond met een boterham,
te schreien bij zijn sleedje,
toen Da de deur uit kwam.
Ze droeg een boodschapmandje
en keek zoo wijs en groot;
wel jongetje, wat scheelt je?
je oogen zijn heel rood.
Zeg. ben je soms gevallen?
heb jij je pijn gedaan?
n-neen, maar mijn vingers tï-
ik heb geen wanten aan.
Ook heb ik koude voeten;
o, 'k wou, dat 't zomer was,
dan lag ik lekker buiten
in 't zonnetje ,op 't gras.
Zoo snikt de dikke jongen,
de koudkleum Daatje lacht:
de zomer zal wel komen,
blijf jij daar maar op wacht!
Maar als ze straks haar boodschap
voor moeder heeft gedaan,
ziet zij den dikken jongen
niet meer bij 't sleedje staan.
Het wachten op den zomer
heeft hem toeh gauw verveeld;
'k geloof, dat hij, warempel,
ginds met een sneeuwbal spceltj
Hermann®.
Van alles wat.
Driesprongraadsel-
Hier hebben jullie weer eens eon driesprongraadsel. Je begint met: Wat (3d* v*kj®(
2<lo regel) en dan spring je maar verder. Goede reist
nog nooit gehoord. Eigenlijk was het een
afkorting van Roberline en was zij naar haar lijstje. Ik zou zoo graag willep, dat je mij een
Grootmoeder genoemd. Robertine is een veel handje hielp. Kijk, ik ben een oude man en .'k I
tc deftige naam voor een klein meisje en bij kan natuurlijk niet handwerken, en daar heel
onze Robby paste hij al heclemaal niet. Weet veel mensehen altijd graag een handwerkjicb- j
heb hooren zeggen, dat het jc hoe zij wel eens door Vader en Moeder j ben. zit ik wel eens vreemd te kijken. Dat be- 1
langzamerhand gekomen is. Kijk! Daar gaat genoemd? Robbedoes, omdat ze o zoo'n wild-grijp je zeker wel? Maar gelukkig heb ik ccn j
zang was en nooit eens rustig kon blijven zit- j massa groote en kleine vriendinnen, die me
ten. Altijd vloog ze weer op, een echt wip- daarbij vlijtig helpen. Anders kwam ik stellig
van-'t-sloeltje. Om bij Moeder eens een ge- - nooit klaar. Zou jij daar nu ook toe willen j
Oo.slcn. de Herders in het Veld, het Kindeke makkelijk handwerkje te zitten maken, ging j behooren? Schrijf mij dat maar eens nan
in i e Kribbe en nog veel meer. Maar Dora haar al heel slecht af, maar vroeg je Robbv stuur ik je een paar handwerkjes, die je best
I ek er nauwelijks naar en zij maakten niet j even wat van boven te halen, dan holde zij zult kunnen maken, ik zal geen moeilijke uil-
den minsten indruk op haar. Haar gedachten 1 de trappen op en af. Zooiets deed zij graag. kiezen.
waren bij den armen, kleinen Tom 'Eigenlijk had ze een jongen moeten zijn, zei- Met vriendelijke groeten ook aan je Ouders
Daarna werden de geschenken uitgedeeld, den haar ouders wel eens, want daar ieek zij Jc Je Jjefhebbendc
Elk kind kreeg er twee, Dora een flescbje vaak maar al te veel op. Om Moeder plezier 1 ^,nt Nicolaas.
het gas uit! Nu begint meneer Green."
Er werden mooie platen vertoond, in het
zwart en 't gekleurd: De Wijzen uit het
is
ge-
in
daar
in
En
schuur
ken
Fluks
sto-
Wat
vult
zijn
el-
den
uit,
met
dat
"v.
mak;
len
zwind
hij
zak
bergt
ge-
waar
ge-
buur-
on-
gaat
ker
mond.
toch
draagt
diep
Waar
heelt
mans
bij
Dien
vrij
zijn
ken
huis
op
der
ak-
zak-
voor
hij
Die
grond.
scha-
hij
el*
dan
i
ligt
Zyn
een
naar
kaar.
den
ruit?