DE EEMLANDER" BUITENLAND FEUILLETON. „IK HEB JE LIEF". 16e Jaargang, NoJZI innuyrurUTCODIIO P" J —unden Wr Amerv ADURnLIRLnlOrKUO foort f 1.50, idem franco per post f 2.00. per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) f 0.14. afzonderlijke nummers f 0.05. Wekelijksch bijvoegsel »De Holbndsche Huisvrouw (onder redactie van Thérèse Hoven) per 3 maanden 50 cent Wekelijksch byvoegse) sWercldrtvue* per 3 maanden 52 cent. AMERSFOORTSCH DAGBLAD fi HOOFDREDACTEUR: M«. O. J. VAN SCHAARDENBURG UITGEVERS: VALKHOFF A C« BUREAU: ARNHEMSCHE POORTWAL, »or INTERCOMM. TELEFOONNUMMER 513 Dinsdag 11 December 1917 PMWtllEIIIIlllZ'.i^JS dienstaanbiedingen 1—5 regels f 0.50, groote lettel» naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaam zeer voordcelige bepalingen tot het herhaald advci» tecren in dit Blad, bij abonnement, li ene drculaixt^ bevattende de voorwaarden, wordt toegezonden. op aanvraag Het ambalantisme. welke is het 'Onder de onderwijs-vraagpunten, tegenwoordig de aandacht vragen, ffcmbulantisme zeker een van de belangrijkste. £jWat hebben avc er onder te verstaan? Ambu- plantisme het Hoofdschap eencr lagere school, Waaraan alleen werkzaamheden verbonden lijn van administratieven en controleerenden aard. Het woord zelf duidt dit zeer juist aan, immers ambuleeren beteekent wandelen. De grootste oppositie tegen het ambuïantisme :3cwam en kómt nog van de menschen van de praktijk, n.l. de klasse-onderwijzers. En het mag den Bond van Nedcrlandsche Onderwij zers als een eer aangerekend worden, dat 'door zijn actie reeds in verschillende plaatsen het ambuïantisme is afgeschaft of op hel punt staat, dit te worden. Ook in Amersfoort is de strijd er tegen niet jong meer. Reeds in 1901 werd door de Bonds- afdeeling aan den Gemeenteraad gevraagd, het ambuïantisme af te schaffen. Men vroeg dat toen heel voorzichtig: de autoriteiten zouden bij het vervullen van een vacature als Hoofd der School, den benoemden functionaris het onderwijs in een klas opdragen. Dc. hoofden der meeste scholen waren toen, ook volgens de raeening der onderwijzers, al tè oud, om hun allemaal een klas tc geven. Doch ook dc onderwijzers hebben zich niet kunnen onttrek ken aan de evolutie des lijds. Ze hebben ge zien, dat persoonlijk belang der hoofden van scholen geen hinderpaal mag en kan zijn bij het streven naar verbetering van het onder wijs. Het komt in geen enkelen tak van dienst voor, dat de chef gespeend moet blijven van het essentiëele werk, en allerminst lijkt ons 'dit bij het lager onderwijs wenschclijk, omdat daar, tot verkrijgen"van resultaten, samenwer king noodig is van allen tofyruchtdragcndcn arbeid in slaat zijnden. Eri al is in ons tegen woordig onderwijsstelsel met z'n 12-lclassige scholen langzaam aan komt men daarvan terug de administratie van cenigszins groo- ten omvang, en al wordt juist die administra tie als een gewichtig argument vóór het am buïantisme aangevoerd, toch vraagt men Onwillekeurig, of dat wel de taak is van het hoofd gedurende den schooltijd. Ambte lijke autoriteiten, zooals inspecteur Fallus en dc bekende' districtsschoolopziener dv. Gun ning beweren, dat elk hoofd, zelfs van de 'grootste school, alle administratie met een half uurtje per dag ruimschoots af kan. Boven dien is ons niet bekend, dat bij de benoeming van een hoofd wel eens op administratieve kennis gelet is. Men gelooft en terecht in den regel,, 'dal iemand, die lot hoofil eencr school be noemd is, een bekwaam onderwijsman is, die men in staat acht, in overleg met de klasse- onderwijzers, door middel der schoolverga deringen de school te maken tot een organ 1- Batie die er wezen mag. En moet het niet als een bespotting klinken van het hoofdenanlbt, als men juist denvman, van wien men over tuigd is, dat hij de beste is in de school, immers daarom werd hij hoofd dat men hem juist niet laat meedoen aan hel eigen lijke schoolwerk, maar hem allerlei kleine karweitjes opdraagt, zijn ambt en per- loon onwaardig. Dc veelgeroemde en -ge doemde „leiding", die een hoofd volgens de meening van velen, zou moeten geven aan de onderwijzers, is zoo'n paskwril, dat men moeite heeft, er ernstig bij te blijven. Hoe kan men verwachten, dat iemand, die zelf niet voor een klas staat, dus leeft buiten de dagelijksche sfeer van het onderwijs, dat zoo iemand lei ding zou kunnen geven aan de klasse-onder wijzers, waarbij er zijn, die in leeftijd en erva ring hun Jioofd de baas zijn? Maar laten wc even aannemen, dat hel ambuleerende hoofd in de klasse „leiding" komt geven. Dat veronderstelt dan, dat hij het de(n) onderwijzer(es) moet verbeteren. Daar uit zou moeten volgen, dat het hoofd werke lijk beter onderwijzer is en wie maar eenig$- zins op de hoogte is van de kunst van onder- wijsgeven, die weet, dat men in dc eerste plaats de klas zelf d. w. z de leerlingen goed moet kennen. En bovendien, wat het prestige van den klasse-onderwijzer door* dat „voordoen" heeft tc lijden, valt gemakkelijk te begrijpen. Een komisch staaltje wil ik even memoreeren voor de echtheid sta ik in om aan te toonen, hoe goed soms een hoofd z'n eigen school „kent". In Amsterdam, waar de eerstvolgende Raadsvergadering een voor stel tot afschaffing van het ambuïantisme zeer zeker zal worden aangenomen, kwam eens een vader wc-zullen hem Jansen noemen bij het ambulante hoofd eener school informec- ren over zijn zoontje's vorderingen. Het hoofd was nogal tevreden, maar in den loop van het gesprek bleek, dat Jansen bij het verkeerde hoofd was aangeland, want z'n zoontje ging op een andere school in dezelfde buurt» Zoo goed kende dat hoofd zijn eigen school, waar in hij den gebeden dag rondliep, leiding gaf, controleerde en administreerde. En al verwachten we dergelijke enormitei ten niet hier van de Amersfóortsche ambulee- renden, toch hebben de heeren en heeft daar mee hun functie als zoodanig geen reden van bestaan. Toen we onze lectuur over het ambu ïantisme - dat volgens inspecteur Fabius meer is ingeslopen dan ingevoerd" dóór bladerden cn doorlazen, werd het ons bang te moede. Er was zóóveel tegen geschreven, niet alleen door klasse-onderwijzers, maar ook door schoolopzieners cn vooral niet te vergeten door hoofden van scholen zelf, dat citccrcn totaal onmogelijk bleek, om herhalin gen te voorkomen en om niet tè veel ruimte te gebruiken. Wat we niet in onze lectuur vonden en dat kan ook niet dat was de praktijk zelf. Reeds in vele gemeen ten, waarvan wc slechts Utrecht en Baarn noemen om in de omgeving te blijven, is het ambuïantisme afgeschaft, of men necrat daarmee proeven. Maar men ziet zulke gunstige resultaten in de praktijk, dat men nog nergens van z'n besluit tot afschaffing is teruggekomen. De finanticelc kwestie laten, we met opzet buiten beschouwing. De klasse-onderwijzers hebben zich nooit van een maatregel, die zij in het belang van het onderwijs achten, laten terughouden, uit finantiëele overwegingen. Welnu, evenmin willen wc de afschaffing van het ambuïantisme verdedigen, omdat het mis schien een of twee duizend guldens voordeel zou geven.' Wc vragen afschaffing van het stel sel der ambuleerende hoofden in het belang van den goeden gang van zaken in de lagere school, om conflicten te voorkomen, om het prestige van den klasse-onderwijzer niet naar beneden te halen; in het belang dus van bet onderwijs, en als gevolg daarvan in het belang Van het kind. En al zal daarmee het ambt van hoofd eener lagere school wórden neergehaald van het reeds veel te lang en kunstmatig op gevijzeld voetstuk, worden neergehaald op den vasten bodem der werkelijkheid, we zullen daarom niet den strijd opgeven, maar di*n blijven voeren tol ons doel is bereikt. Het kan r.ïet anders, of het onderwijs zal er wel bij varen. P. Kortland. Politiek Overzicht Het schrikbeeld van het Russische staatsbankroet. Een zucht van verlichting is gisteren op gegaan, toen het bericht van het Peters- burgsche telegraafagentschap bekend werd, dat er geen besluit door de Russische regee ring genomen is tot vernietiging van de ten name van kusJand in het buitenland geslo ten leen^ngen en tot staking van de betalin gen voor rente en aflossing van die leenin gen. Zulk een besluit bestaat niet. Wel is er een "artikel in de Pravda, een persorgaan van de partij die nu de macht in Rusland in handen heeft; maar hoeveel gezag men ook aan dat dagbladartikel mocht willen toe kennen, het heeft toch niet de waarde van een regeeringsbesluit. Sedert hebben wij een uittreksel van dat artikel onder de oogen ge kregen. Men ziet daaruit, dat het niet aan dringt op vernietiging van de buitenlandsche schuld van Rusland door eene eigenmachtige daad van de regeering; er wordt slechts de wensch uitgedrukt, dof deze zaal: onder de oogen zal worden gezien bij de toekomstige vredesonderhandelingen. De schrapping van de posten voor rente en aflossing van deze leeningen wordt een der rechtmatigste Rus sische vredesvoorwaarden genoemd. Het artikel ziet er dus nog niet eens zoo boos uit. Het brengt het denkbeeld slechts ter sprake als eene mogelijkheid, die bij de nog niet eens begonnen vredesonderhande lingen ter sprake kan worden gebracht. Hoe komt het dan, dat mrtn uit dit artikel heeft gedistilleerd, dat de regeering het besluit had genomen om door alle Russische lee- ningsverbintenissen een streep te halen? Wij .gelooven, dat de verklaring hierin is te zoe ken, dat de angst, dat het met de Russische leeningen spaak zou loopen, als een nacht merrie allen, die Russische obligation be zitten, drukt. Jaren achtereen is leuning op leening gestapeld. Sedert het Frnnsch-Rus- sische bondgenootschap tot stand is geko men, heeft Rusland telkens opnieuw geld ge vraagd en men is altijd door geld blijven geven, gedreven door de gedachte om Rus land tot een krachtigen bondgenoot te ma ken in den strijd tegen Duitschland, dien men voorzag en waarnaar men verlangde. Toen de oorlog met Japan aan Rusland een stoot toebracht, die den kolos deed wanke len op zijne voeten, heeft men vrijgevig de milliarden beschikbaar gesteld, die noodig waren om Ruslands strijdmacht te land en ter zee van den grond af weer op te bou wen. En toen de wereldstrijd was uitgebro ken, waarin men verwachtte dat de Russische stoomwals zich in beweging zou stellen voor den alles op zijn weg verpletterenden tocht naar Berlijn, werd het geld gegeven met eene mildheid, die alles wat te voren was gedaan, in de schaduw stelde. De zegetocht naar Berlijn, waarop was gehoopt, bleef uit; neder laag na nederlaag dwongen de Russische legers steeds meer gebied prijs te geven. Maar Ruslands bondgenooten gingen steeds voort met nieuwe milliarden in den zinkput te werpen, die gelijk de vroegeren sp5orloos en zonder eenig nut af te werpen verdwenen. Men is daarmee voortgegaan, toldat einde lijk het Russische volk zelf in verzet is ge komen. Het heeft zijn verlangen naar vrede ondubbelzinnig doen blijken en de macht in handen gegeven van de uiterste revolutio naire elementen, die zich aanhang en invloed wisten te verschaffen door als eerste cisch op hun programma te zetten, dat de vrede maat worJon K«rclo^J. Zoo komt het, dat nu fn Rusland aan het roer is eene -regeering, die op het stuk van trouw aan de geldelijke verplichtingen, die door hare voorgangers in het ambt zijn aan gegaan, begrippen huldigt geheel afwijkende van die, welke tot dusver gangbaar waren. Trotzki, die aan het hoofd staat van het ge wichtige departement van buitenlnndsche zaken, heeft in het begin van den oorlog eene brochure uitgegeven, waarin hij een revolutionair program van regeeringsbeleid verdedigde, waarop als een der-hoofdpunten voorkomt de vernietiging van de staats schuld. Geen wonder dus, dat men de nu heerschende partij in staat acht aan dit punt van haar programma uitvoering te geven en eigenlijk dat van haar verwacht. Zoo laat het zich verklaren, dat het bericht, dat in Peters burg een besluit tot annirlleering van de ge- heele buitenlandsche schuld van Rusland was verschenen, algemeen geloof vond en als een feit werd vermeld. Dat bericht is nu onjuist geblekenhet telegraafagentschap te Petersburg, dat in de macht van de regeering is, meldt, dat ten onrechte een dagbladartikel met een regee ringsbesluit is verward. Dit heeft velen in ons land een steen van het hart genomen. Men kan den omvang van de ramp, waar door het Nederlandsche volk zou zijn getrof fen, als men hier w kelijk te doen had met een besluit, beseffen uit de berekening, die is gemaakt, dat Russische "obligatiën tot een be^ drag van anderhalf milliard in handen zijn van Nederlandsche bezitters en dat de sta king van de Russische rentebetaling zou neerkomen op een derving van jaarlijksche inkomsten van 70 millioen. Maar dat de vrees voor een Russisch staatsban kroet nu voor goed Is weggenomen, zou den wij niet durven verzekeren. Veeleer is het te verwachten, dat de vrees voor deze ramp een nachtmerrie zal blijven totdat er weer geordende toestanden in Rusland zul len zijn gekomen, en wanneer dat het geval "zal zijn, is op verre na niet te voorzien. De oorlog, Jeruzalem heeft zich aan de Engelschen overgegeven, nadat de Turksche troepen zich oostwaarts van de stad hadden terug getrokken. Het strategische .succes, dat hiermee behaald is in den veldtocht in Palertina tegen de Turken wérd reeds sints eenigen tijd verwacht. Van n»eer gewicht nog it het moreele succes, dnt verbonden is aan het feit, dat Jeruzalem, de heil'ge stad voor christenen, zoowel als voor joden en mohammedanen, nu niet meer in het be zit van de Turken is. In mohammedaansch bezit is Jeruzalem gekomen in 637, toen kalif Omar het in lijfde bij het door hem gestichte Arabische wereldrijk en het den Arabischen naam El Kuds (het heiligdom) gaf. In den tijd der kruistochten is Jeruzalem na de verovering $p 15 Juli 1090 door Godfried van Bouil lon gedurende een kleine eeuw de hoofdstad geweest van een zelfstandig christelijk ko ninkrijk, dat heeft bestaan tot 1187, .toen de Saracenen-sultan Salodin de stad weer aan de christenen ontnam. Nog eenmaal, in 1229, veroverde Keizer Frederik II Jeruza lem voor de christenen, die zich toen echter slechts 15 jaren in haar bezit hebben kun nen handhaven. Sedert 1244 heeft Jeruza lem onafgebroken onder de heerschappij van den islam gestaan. De nazaten van Sa- ladin hebben haar bezeten tot 1382, toen zij haar verloren aan do mamelukken-sul- tans van Egypte. In 1517 hebben de Tur ken Jeruzalem in hunne macht gekregen; de Osmanen-sultan Selim I plantte in dat jaar de vaan van den profeet op de plek van den ouden tempel, waar nu de moskee van Omar staat. De Turken zijn dus juist 400 j'aar in het bezit geweest van de stad, die zij nu aan de Engelschen hebben verloren. B e r 1 ij n, 10 Dec. (W. B.) Voormiddag- bericht uit het groote hoofdkwartier. De verbonden legers sloten een wapenstil stand met de Russische en Rumeensche legers op het Rumeensche front tusschen de Dnjestr en den Donaumond. Londen, 10 Dec. (R.) Het lagerhuis heeft goedgekeurd, dat nog 50 000 man schappen en jongens meer zullen worden opgeroepen boven het reeds toegestane cijfer. Weenen, 10 Dec. (Corr.-bur.) De mi nister van buitenlandsche zaken graaf Czer- nin, die door een lichte ongesteldheid het plan voor zijne reis naar Berlijn heeft moe ten opgeven, moet op raacTvan den dokter voorloopig het bed houden. De op morgen bepaalde zitting van de commissie voor buitenlandsche zaken van de Oostenrijksche delegatie is wegens de ongesteldheid van graaf Czernin uitgesteld. Londen, lODec. (R.) Lord Robert Ce cil heeft aan een vertegenwoordiger van Reuter verklaard, dat de brief van lord Lans- downe niet mocht worden misverstaan. De meening is uitgedrukt, dat de brief een oart( wijzing was van een verzwakking van he^ besluit van dit land en den indruk wekta van eene verondering van houding. Dot il echter een volkomen misvatting. De Engel* sche regering en ook het Engclsche volk in zijn geheel, Lansdowne er onder begrepen zijn meer dan ooit besloten den oorlog tol een zegevierend einde te brengen. Lord Buckmaster, die onlangs de aandacM op zich heeft gevestigd door zijn rede oveij een volkerenbond op 21 November, heeft op 29 November naar aanleiding \an denf brief van Lord Lansdowne het volgende in gezonden stuk in jle ..Drfily News" geschre ven „De brief van Lord Lansdowne opent een nieuw tijdperk in de geschiedenis van den oorlog. Tot nu toe zijn al onze krachten ge-, concentreerd geweest enkel en alleen op het doel den oorlog voort te zetten, zonder de middelen te overwegen, waardoor aan den oorlog een einde zou kunnen worden ge*,' maakt. Wij staan nu voor het heugelijk feil dat een staatsman van ongeëvenaarde erva- ring aangeeft, hoe de oorlog voor ons zou moeten eindigen en hoe dit einde bereik^ zal kunnen worden. Ongetwijfeld zal dé brief tegenspraak uitlokkeif, maar ik hoop dat de brief ook zal doen denken en han delen. De brief zou de gemeenschappelijke grondslag moeten zijn, waarop alle verstan dige menschen zich kunnen plaatsen, daar hij datgene aangeeft waarmede allen zich' kunnen vereenigen. Er mag de aandacht op gevestigd worden dat zoolang de tegenwoordige wettelijke be palingen blijven bestaan, niemand, zonder dit eerst nan het persbureau te onderwer pen, een blaadje, waarop afschrift van dezen brief, kan verspreiden, zonder gevaar te loo pen in de gevangenis te komen. Niettemin hoop ik, dat deze brief over de geheels wereld zal verspreid worden en wanneer een of andere vereeniging gevormd zou kunnen worden met het doel voor deze verspreiding te zorgen, dan zou ik met groot genoegen een financieelen steun aan deze vereeniging willen geven. Zeker is de tijd gekomen waar op vaderlandslievende personei^ die de red ding en niet de vernietiging van hun vader land willen, zich zouden moeten verzetten tegen bevelen van de pers. Onze legers overwinnen op alle plaatsen van den strijd en als er niet een oogenblik is geweest, waarop wij naar Het einde van den oorlog zouden mogen uitzien, dan is dit oogenblik nu gekomen. Lord Lansdowne wijst erop dat de Duitschers hebben getracht tot vredesonderhandelingen te komen. Om te weigeren hen aan te moedigen is niet een teeken van moed maar van dwaasheid. Iedere weg waardoor het mogelijk is toegang te verkfijgen tot de Duitsche meening zou open gelaten moeten wordenmaar deze wegen schijnen absoluut gesloten te zijn. Ieder na denkend mensch zou zich bij voortduring moeten bezig houden met de vraag, hoe deze oorlog op eervolle wijze te eindigen en hos er voor altijd een einde aan te maken. Ik ver oorloof mij, tegenover Lord Lansdowne mijn diep gevoel van dankbaarheid uit te spreken voor zijn wijze en moedige woorden.'' Christionio, 9 Dec. (W. B.) Het Noorweegsche telegraafbureau bericht, dat de Engelsche regeering lot dusver 93 Noor weegsche schepen, meerendeels van kleinere tonnenmaat, met een gezamenlijken inhoud van 130.000 ton, heeft gei ekwireerd. Aan de bemannjngen werd gelegenheid gegeven den dienst onder zeer gunstige voorwaarden voort te zetten onder Engelsche vlag; maar geen enkele bemanning heeft daarvan ge bruik gemaakt. Alle verkozen liever zich to laten afmonsteren, in welk geval Engeland de kosten van de reis naar huis en eetr maand gage uitbetaalt. Men mag wel iemand ruineeren doch niet Iemand beleedigen. Naar het Deensch van ELITH REUMERT door i& L o g e m a n—V an der Willigen. 26 Madam Rönnow kon de vreeselljkste dingen zeggen, als zij vond dat er iets gezegd moest "worden waar niemand anders den moed toe bad. En als zij boos werd, geneerde zij zich met óm eens flink te vloeken, wat haar zoon na tuurlijk veel pijn deed. Bij zekere gelegenheid had hij haar toch jtens onderhanden genomen en had zijn moe- Jfler beloofd zich te beheerschen en den naam iVan God en van den duivel te vermijden. Dit gebeurde toen Hans Rönnow in tegen woordigheid van zijn moeder een van de Icleine grondbezitters hevig berispt had, om- Öat de man een mooien, drogen Zondag ge bruikt had om wat koren naar de schuur te brengen. De predikant vond dit een groote zonde étt l«n schending van den heiligen nutans, Zoolang de boe-^aanwezig was. had Madam Rönnow zich eenigszins kalm gehouden. Maar zoodra hij weg was gaf Madam Rön now haar zoon de volle laag. Niet omdat hij vond dat men op Zondag niet werken mocht, als dat nu eenmaal tegen zijn geweten streed, maar wel omdat hij den armen boer onnoodig hard had toegesproken. En in haar rechtmatige woede vloekte zij, wal haar zoon innig leed deed. Toen was hij haar naar haar kamer gevolgd en had haar met tranen in de oogen gesmeekt zich niet meer zóó te vergeten. Madam Rönnow beloofde toen haar best te doen. De verhouding tusschen Mevrouw Lüders en Madam Rönnow was zeer komiek. Zij hielden van elkander en respecteerden elkaar natuurlijk, maar zij waren zoo hemels breed verschillend in denkwijze en gewoonten en stelden in zulke zeer uit elkaar loopende dingen belang, dat het vanzelf sprak dat zij elkaar alleen bij de maaltijden en in de kerk ontmoetten. V Aandoenlijk was de liefde, die Ida aan haar verstandige schoonmoeder bond. Bij haar vond zij veel meer dan bij haar eigen moeder sympathie en troost als zij droef gestemd was. En Agnes hing grootje Rönnow ook vol kinderlijke trouw en teeder- heid aan. "Wel beschouwd verleende grootje Rönnow wat levensvreugde en gezelligheid aan de pastorie. Zij was de eenige, die de don kere schaduwen verdrijven kon, die zich uit Hans Rönnow's studeerkamer over het heel* huis verspreidden. •Toch was het een groot gejuk YSor &gnes djA pon .Vilhelm bestond. XVIII. Toen Vilhelm Rönnow student werd, volgde hij den drang van zijn hart en ging in de bouwkunde studeeren. Zoodra hij zijn -diploma in zijn zak had, kreeg hij veel te doen en na verloop van tijd had hij zich de reputatie we ten te veroveren van een kundig bouwrmcester zoowel voor scholen als kerken. Hij was het evenbeeld van zijn moeder en verwierf zich door zijn uiterlijk zoowel als door zijn innerlijk spoedig vele vrienden. Hij hield oprecht van zijn broeder, maar kon hem niet volgen op den nauwen weg, die volgens Hans Rönnow dc eenige was die naar het aardsche geluk en de hemelsche zaligheid van den mensch voerde. Zij vermeden langzamerhand alle gods dienstige vraagstukken, omdat hel toch tot niets kon leiden. Vilhelm Rönnow leefde het lichte, zorge- looze, vrije leven van*een kunstenaar. Toen zijn vader nog in goeden doen was, liet hij Vilhelm verschillende studiereizen naar het buitenland maken. En Vilhelm zelf was zoo gelukkig geweest een aardig sommetje uit de loterij te trekken, dat zijn jaarlijksch inkomen lang niet gering vergrootte. Het kapita'al zou hij zoolang mogelijk niet aanraken, daar wilde hij, als de tijd daar was, op een bepaalde wijze over disponeeren. Hoewel niemand het met zekerheid wist, geloofde men langzamerhand algemeen dat Vilhelm Rönnow niet trouwen zou. Zijn vrienden meenden te welen dat hij op een van zijn reizen doodelljk verliefd geraakt was op een voorname, jonge, Italiaansche vrouw, die aijn liefde zeker wel beantwoord had maar gebonden .was. "Wat hier ook van aan is, hij had in ieder geval zijn geloof in de waarde van het leven niet verloren, al werd hij ook teleurgesteld in zijn eerste en eenige liefde. Ilij had een te gezonde en te energieke na tuur om daardoor het hoofd te verliezen. Toen liet hij zijn liefderijk, warm en trouw hart anderen ten goede komen. Hij voelde zich nog inniger dan te voren aan zijn moeder verbonden. En in Agnes Rön now, het eenige kind van zijn broer, vond hij een taak die wel verdiende dat hij er al zijn krachten aan besteedde. Bovendien had hij zijn kunst en de natuur om zich over te verheugen. Agnes Rönnow had gemakkelijk een bedor ven kind kunnen worden. Dat zc het niet werd had zij in de eerste plaats aan oom Vilhelm te danken. In de pastorie stond zij onder invloeden van zóó verschillenden aard, dal het gevaar voor de hand lag dat haar persoonlijkheid zich niet rank en vrij ontwikkelde. Haar vader was treurig en somber. Zelden zag zij hem glimlachen cn als hij tegen haar sprak was het*bijna nooit over wat haar kindergedachten vervulde. haar kleine genoegens en kleine verdrietelijkheden, die voor haar het leven zelf waren cn waardoor hij het gemakkelijkst den weg naar haar ziel gevonden zou hebben. Het was altijd zoo ernstig wat hij haar te vertellen liud over werk en plicht, over God en Zijn lielde voor kinderen zoowel als voor volwassenen: lederen avond bad hij met haar hel D'ize Vader aan haar bed, en' iederen mórgen zal zij onder den lofzang naast hem in dc huis kamer. Zij hield van hem en begreep ook wel d.ai. hel Onze Vader zoowel als de lofzang iels goeds was, en zij zou. hel niet hebben willetf missen beide waren een deel van haar dagelijksch leven geworden maar een kind is nu eenmaal een kind en dat vergat Hans Rönnow. Haar moeder was allijd zacht cn lief, maa: in haar gezelschap was men nooit echl vroolijk. Moeder hielp haar met haar lessen cn haar piano, maar móeder kon niet met haar spe len. of grapjes maken cn «dikwijls zag zij cr zoo treurig uit en was zij niet wcL Grootmoeder Lüders was wrel heel aardig, maar allijd zoo wonderlijk ver af neen, 't was niet erg gezellig bij grootje Lüders al had zij ook nog zooveel snuisterijen, mooi* schilderijen en prachtige, oude meubelen. Hel prettigst en gezelligst was het bij grootje Rücnow die lieve, goede grootje Rönnowl Zij kon uren bij haar zitten praten of lezen, of katoen voor haar opwinden voor kousen*! Grootje breide zulk een ontelbaar aantal kou*, sen dat Agnes nooit begreep wat er mee ge« beurde. Toch was het geen gezond milieu voor e.cn kind.om in op tc groeien, daarom ging oom Vilhelm er zich eens mee bemoeien. Ilij kwam dikwijls op dc pastorie als hij iU Denemarken was. Voor alle zekerheid zet té hij zich in Aarhus neer dan was hij altijd in de nabijheid. (Wordt vervolgd.!

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1917 | | pagina 1