1^1 1 ^1 7 1 i ll 11 h'ii zij even later aan he .'^.-nd. Nation van haar ongehoorzaamheid eu het ver*wij-1
f^lOOt^ CIC <4\|vvl0(I« stilhielden, wenschte de heer haar goede reis. gen daarvan. En daarom herhaalt zij tegen
liet duurde heel lang. vóór er een trein haar dochtertjes steeds weer de woorden van
terugging- Dnro nam opnieuw een kaartje mijnheer Walters:
naar Hiillbnrough en hoorde, dat zij^ ruim i ..Wanneer je kwaad hebt gedaan, maak je
twee uur moest wachten. Zij nestelde zich in 'de raken werkelijk niet beter door ze te ver- i
een hoekje der wachtkamer en bleef daar 1 zwijgen, v.el echter door er eerlijk voor uit te
maar zitten. Een witkiel had beloofd haar fe J komen.'*
EINDE.
Kleine Tante Dora.
lu1 Engclsch van Jennie Chappell
Vrij bewerkt door C H.
HOOFDSTUK XI.
(Slot.)
V ni i s t c r. t e ru gge v on tl l u..
Moortje.
waarschuwt n, als de trein binnenkwam. Maar
helaas, toen de trein die door den heviger
sneeuwstorm een aanzienlijke vertraging had
ondervonden eindelijk binnenkwam, was er
Heel -vroeg werd Dora den volgenden mur-zoo n drukte en been-en-wcer geloop, dal de je,.,, nnjuei vrienden, de eigenaar van Hei
gen uit haar lichte sluimering wakker cn zoo- witkiel heelemaal zijn beVoltc vergat en Dora ,i j c], heeft niet minder dan vijl honden:
dra hel licht genoeg was, stond zij op. rustig in haar hoekje liet zillen. I Bollo. de waakhond, een brommende bull-dog
Toen zij Jullie naar beneden hoorde gaan, j Dora die den vorige» nachl bijna niet ge- eJ1 d|, oudste van ht[ hecle troepjei piul0 dte
iloop zij behoedzaam naar Baby's kamer. Het .slapen had - werd in dc warme wachlkaraer op de kippen past n de drie dashonden
1 IC. <-i I. !«n.d,.l Ta«« -»!! mnU I
.ventje sliep nog vast en werd zelfs niet wak
ker. toen Dora voorzichtig een lok van zijn
krullend haar afknipte en hem kuste. Zijn mol
lig handje lag op het dek.
Zij vouwde het fiaar in een stukje papier
ei' lak het vervolgens in haar beursje. Daar
na dople zij haar zak vol mei „kostbaarhe
den een broche, welke nog aan Mary toe
behoord had, een doosje, dat Evert eens voor
haar meegebracht had en dat gevuld geweest
was met flikjes, een kettinkje, haar- eerste
broche en nog enkele andere dingen, zoodat
haar zak propvol was en onder het loopen tel
kens tegen haar been bungelde. In haar
slaperig en was weldra ingedut. Toen zij wak-1 Fidvl Hcrtor en Moor,j6i di(. dicn naam Rc.
kcr werd en zich in de eerste ooger.blikken kreRen halj omda, hy 200 2war, als een Mp(jr
heelemaal niel herinneren kon. waar zij was, v;as Daar Moortje heel leelijlc was keek nle-
totdat langzamerhand de onlzetlendc waar- mn:,d eigenlijk naar hem om en hoewel hij <le
heid tot haar doordrong, bemerkte zij lol haar verstandigste van alle vijf was, vonden die
ontsteltenis, dot het al ,-t\ n uur was. Z') -dwaze mensehtn hem slechts goed genoeg om I
hoorde nu, dat er over een kwartier weer een I mct Frans, het zoqnlje van den eigenaar, te
trein naar Hullboroitgh verin spe'eiUen zich door den jongen te laten pla-
Zoo stapte Dora dus opnk-u m den trein gen.
Welk een eeuwigheid leek het haai* sinds zij j Zoo zat het arme, miskende Moortje op
van huis was gegaan. O, wat voelde zij zich 2l u rtn W€er treurig in zijn schuilhoekje,
eenzaam eu ongelukkig en nog was zij niet en (]ncht met hangende ooren over zijn ireu-
aan het eindt van haar reis. rig lot na. Hij kou 't toch niet helpen, dal hij
Di trein, die door den hevigen sneeuw-zoo Ieelijk Was! Altijd werd hij achtera! ge-
achooltasch, bij haar boeken en schriften in, storm Steeds langzamer reed, kon plotseling zet: dat had hij pas nog weer ondervonden,
pakte zij haar lievelingsboeken. Haar beursje j niet verder. Hij was ingesneeuwd en wel vlak toeu zijn baas te paard zijn landerijen had
bevatte behalve Baby's haar een dubbeltje cn bij een station vóór Hullborough. bezocht en zijn vier andere honden hem daar-
een stuiver. Maar zij wist, waar de sleutel van Toen Dom den torstand boe Re, barstte zij bij vergezelden.
haar spaarpot lag en de inhoud van haar j in tranen uil. Zijn meester had wel met vriendelijke slem 1
beursje werd met ruim vier gulden vermeer- j De statioftchef wilde haar troosten. ..liet geroepen: „Kom Moortje, ga meel" Maar toen
derd. vóór zij naar school ging. Eén gulden kon nog erger, kleintje," zei hi, „Als ik straks hij op eenigen afstand den stoet gevolgd was, i
liet zij echter in haar spaarpot cn zij krab- vrij. ben, zal ik je mee naar mijn huis nemen zag bet arme dier heel goed, hoe Hector en 1
helde haastig op een stukje papier: „De restcji aan mijn vrouw vragen een bed voor je tc Fidel hem telkens woedende blikken locwier- I
is voor Baby om wat moois voor hem te koo- spreiden. Maar eerst moeten wii je familie trie pen, omdat hij zoo brutaal was, de wandeling 1
pen Daarna stak zij het papiertje in de gleuf, i graieeren.'* mee te maken. Hector cn Fidel hadden bij
Dora at dien morgen aan het ontbijt heel Tevergeefs verzekerde Dora hem, dat nie- zoo n wandeltocht altijd de grootste pret en 1
weinig en keek erg bedrukt, toen zij Evert cn mand baar verwachtte en er dus ook niemand plaagden Moortje om het hardst, maar bij dc I
I
Baby goedendag zei. Haar keel was als toege- ongerust zou zijn. De goede man had zelf kin- vossenjacht was Moortje altijd de eerste ea
snoerd en zij kon geen woord over de lippen i deren en wist wel beter. Hij vroeg haar, waar daar hij
krijgen. Evert was echter zóó in gedachten zlj woonde en Dora gaf nu F.veris adres op. van eest
een zeer scherpen reuk had en klein
rij woonde en Dora gaf nu F.verts adres op van gestalte en daardoor zeer bruikbaar was,
•verzonken, dat hij er niet op lette. Onmiddellijk werd er een telegram naar hem werd hij dan dikwijls door zijn baas gepre-
fntusschcn kon zij haar dwaas, overijld plan ,vti zonden. zen en gestreeld,
niet dadelijk ten uitvoer brengen. Sausje Weer brak er een lange, eenzame tijd aan. Dc twee andere dashonden waren daarom
Syr- tt haalde haar, nog vóór zij op dea groo- De kamer bij den stationchef was lekker jaloersch op Moortje en namen elke gelegen
ten Iraatweg was, in cn daar zij geen kans 1 warm maar o. hoe diep ongelukkig voelde, heid'te baat om het arme dier te plagen. Zoo
zag haar vriendinnetje te onlloopen, ging Dora 1 Dora zich! De warme melk, die de vriende- maakten zij nu ook van het oogenblik gebruik,
dien morgen zooals eiken dag nnaj school. lïjko vrouw haar voorgezet had, verwarmde dat hun baas stilhield om met een boer te
Om twaalf uur zorgde zij echter vóór de j haar wel, maar nam het ellendige gevoel niet praten, om op Moortje af te vliegen. Moor was
anderen weg te komen: zij holde in de rich- j weg. De sneeuwstorm gierde om het kleine juist bezig een molshoop te doorsnuffelen en
ting van het station, totdat zij zich veilig stationsgebouwtje been! hal zijn kop diep in de losse aarde gedrukt,
ach Ie voor de blikken der andere meisjes. Welk een vrceselijke avond voor een klein Dat was een mooie gelegenheid om het arme
Dc meneer aan het loketje kevk eens naar meisje dat alléén op reis was! En dan nog dier aan tc vallen. Moortje slikte bijna onder
het kleine meisje, dat vuurrood en buiten i haar gewetenswroeging, die haar zoo onge- de losse aarde, en huilde en jankte erbarme-
udem roeg om ,.een kaartje naar Huil- lukkig maakte. lijk, toen zijn vijanden hem beten. De heer van
borough alstublieft!'' Hij kende haar echter Met was nu biina elf uur en Dora, die al een Ileidebosch riep, maar de beide deugnieten
jiiel on daar zij geld bij zich had om haar geleden door de vrouw van den chef naar begrepen, dat hij niet van zijn paard zou ko-
r.eis tc betalen lag het niet op zijn weg haar bed was gebracht, woelde onrustig heen en men om hen te straffen. Daarom gingen zij
te ondervragen. weer. Zij kon den slaap maar niet vatten. Hoe j voort met hun zwarten makker te bijten cn
Hei was ongeveer anderhalf uur sporen i jou het met Baby zijn en zou Evert nu alles te kwellen, en lieten daarbij een woedend gc- i
naar Hullborough. de stad waar Dora's oudste j weten? I blaf hooren, zoodat hun meester eindelijk het
2uster woonde. Zij was getrouwd en Dora w il- De storm was op zijn allerhevigst, toen Dora geduld verloor en met de rijzweep woedend op
de vragen bij haar in huis t? moger komen. plotseling opschrikte. Zij hoorde stemmen en hen insloeg. Moortje, die nog tri lijd met zijn'
Da> Evert niet van haar wilde schelden, kwam heen en weer geloop. Eensklaps stond Evert kon in de losse aarde zat. had niets van de
zelfs me! in haar op Ms de dokter dien mor- Yoor haar, Evert, die bijna zoo \Vit zag als de i nadering van zijn baas gemerkt, en terwijl de
gen Bahv onderzocht had én de waarheid sneeuwvlokken, welke nog op zijn jas en hoed i twee anderen maakten dat zij wegkwamen,
kwam aan het licht, meende ij niet anders,iagenl ving het arme dier alle slagen op. Hector en
of Evcrt zou de reden van haar vlucht negrij- Dotje! O Dotje, lieve kindl" zei hij; „waar- j Fidel wandelden voort, alsof zij van den prins
pen en blij rijn, dat hij haar kwijt was. Hoe 0m heb je ons dat aangedaan?" geen kwaad wisten, maar het arme Moortje
weinig echter kende zij nog dc groote goed- ^ls antwoord wierp Dora zich in /.ijo sloop treurig naar buis terug en kroop weg in
heid co vergevensgezindheid van haar broer! armen. Zij kuste zijn koude en natte mouwen zijn schuilhoekje.
Een vriendelijke witkiel wees haar, waar van dankbaarheid en vreugde, dat zij hem i „Waarom word ik toch altijd geslagen?"
de trein naar Hullborough afreed en vertelde 1 terugzag. dacht hij. „Ik deed toch geen kwaad en houd
V aak 1 a I - n a .1 m. a I«- .1 nrl!..n if'.n illi"
zooveel van den baas!" Moortje had het zoo
baar, dat zij nog ruim drie kwartier den tijd
had. En daar rij honger begon te krijgen, ..Evert," vroeg zij met een bevend stemme- goed kdnnen hebben op de wereld, als de twee
kocht ij cc; broodje aan het buffet. Zij dachl joen 2jj Wat tot kalmte was gekomen, „je andere honden er maar niet geweest waren!
«'v aan, 1 Bahv nu vóór het raam naar haar zou iccjj door den sneeuwstorm zijr ge- Zijn baas was zoo goed voor hem, al kwam hij
ui{ zou kijken en er kwamen tranen in uaar komen als als je alles wist?" niet altijd lusschenbeide, als Moortje door zijn
ooien, '/.i cc dal Juffie /.ich zou afvra- „Wat wist, kleine Zus?" .kwelgeesten geplaagd werd; ook waren er!
gen. vnnrom zij nog niet thuis kwam. Haar t \Vnt ik je nu allemaal verteld heb, - dat I nog wel anderen, die veel van Moortje hid-I
besluit slond echter vast. Vóór Evert zpu Baby gevallen is." den, zooals Frits, de achttienjarige neef van
merken, dal zij gevlycht was 'ou bij de reden ,]k ben wel erg teleurgesteld en bedroefd, den baas, en de tuinman cn de jager, die
al wok1: cn zij zouden el egriipen, dat zij Dotie, dat jij de oorzaak bent van dit ongeluk Moortje, altijd meenam op de jacht, waarbij
naar C !hn n gegaan v.ns co dus niet onge- cn n0g veej rneer dat je het zoo lang voor me het kleine dier zich boven alle andere hon-
rust zijn. In hel voorjaar, Baby geboren j ver/vegen hebt Maar niets ter wereld zou mij den onderscheidde en een geduchte vijand
werd. had -;i immers ook drie weken bij 00jt jicbben weerhouden mijn klein verdwaald was van alle dassen en vossen.
Cnlhrien gelogeerd! (lammetje op te sporen." Op de jacht! Bij het denken daaraan werd
Haar herinnering aan de reis naar Hull-j jj- dacht, dat je blij zou zijn, als je me Moortje steeds treuriger. Vroeger ging hij zoo
borough was dat 'ij aan verscheiden tus- j poolt terugzag!" snikle Dora h*t opnieuw uit. dikwijls mee op de jacht, maar in den 'aats'en
scher.stations stilhield Tnen de trein binuen-„Maalji dat je om mijdoor den tijd gebeurde dat bijna nooit meer. Men zei.
kwam cn de conducteur haar een coupé aan- i sneeuwstorm dat de oogst mislukt was en dn; zijn baas veel
gevc/cu had. ging zij in een boekje zitten en i „Daar is er Eén, die nog veelmeer voor ons zorgen had cn daarom geen lust had op de
berchv zich voor op een lange en vervelen- allen geleden heeft. Dotje." zei haar broer jach' tc gaan. Zijn arme baas! Moor!je had
«e reis. Beide raampjes waren gesloten, want ernS[jn terwijl hij het kind liefdevol tegen zich zich aangewend altijd op de uitdrukking van
hei was nilter koud cu het begon te sneeu- 'aandrukte het gezicht der menschcn te letten, als zij
was weldra heelemaal beslagen, j ,.En jij lijkt op Hem!' riep Dora uit, terwijl spraken en daardoor was hij meer te welen
gekomen dan één der andere honden.
Daar kwam Frans, zijn kleine plaaggeest,
met zijn geit thuis De jongen trok Moortje aan
zijn balsband uit den hoek. „Dood liggen!" be
val Frans Moor lag onbewegelijk, zooals hem
dat geleerd ,was, maar hij deed het niet mooi
genoeg naar den zin van den iongen cn deze
gaf hem een schop Die onrechtvaardige be-
200(1 nt zij niet kon uM-kijken. zij haar gezicht in zijn armen verborg. „Wil
„ls dit Hullborough?* vroeg zij eens, toenlje mij- merkelijk heelemaal vergeven?"
de trein stilhield. j „Van gansclier harte Dotje."
„O nee. POK lane niel." antwoordde een En - zal Baby1 zijn leven lang - lam
dame. die juist uitstante. „Je houdt ee st nog blijven?''
Verscheiden malen stil „Wij hopen van niet Het zat heel lang
De trein sfoomdc weer verder cn aan iedere misschien jaren - duren vóór hij goed ioo-
kaite luisterde zij, of het Hullborough soms I pen kan Dat komt omdat de inwendige kneu- -
was Mc ar telkens 'lonk de naam heel anders,zjn£, nict da(je|;jk na ]iel ongeluk behandeld handeling maakte Moorlic boos en hij liet de
vond zii D. reis vos nog langer dan zij zich is dokter Simmons hoopt, dat met veel tanden zien. Nu werd Frans bang: hij begon
Yoergi - hl had: en steeds werd het grauwer zorgen alles mettertijd nog terecht komt. te schreeuwen en toen zijn vader thuis kwam,
buiten co nam de sneeuwstorm in hevigheid fj?n en zuj je xanie Ellen niet vertellen, i ging hij dadelijk naar hem toe en zei:
*0f kunnen huilen var kou on hoc vroeselijk ondeugend ik geweest ben?" j ..Moortje heeft mij willen bijlen Vader, om-
Jinr ..heid .*Zïj zal er geen enkel woord over hooren, dal ik zei, d3t hij moest dood liggen!"
.Merci vroeg zij eindelijk aan een vricn- tenzij jij het haarzelf vertelt. Maar ga nu sla-1 „Wat is dat?" zei de baas. „Moortje kom
üelijk uitziend ouden heer, die in den hoek pen. Dotje, ik ga op de canapé liggen, die dc eens hierl"
tegenover haar zat, ..is het nog ver naar Hull-1 vriendelijke stationchef en zijn vrouw mij heb- Moortje kroop met hangenden staart naar
en likte hem medelijdend, waarvoor Moortje
zeer gevoelig was. Hector was hardvochtiger;
hij keek niet eens naar het gewonde dier om,
maar was naar de keuken gegaan om te zien,
oi hij niet een lekker hapje kon krijgen.
Moortje was "gelukkig gauw beter en heel
spoedig daarna kon hij weer eens mee op de
jacht gaan. Dat was een vreugdedag voor
Moortje, maar ook voor Hector en Fidel. De
zoogenaamde jachtwagen, een licht, mei twee
ponies bespannen rijtuigje, kwam vóór. De
honden werden er In gezet om ze bij de hand
tc hebben, als men zc noodig had, en ook om
te verhinderen, dat zij op hun eigen gelegen
heid gingen jagen. Frits en de landheer ston
den naast den wagen met hel geweer op den
schouder, eu de tuinman zat cr reeds in en
hield de teugels in de hand. Frits zette eerst
Hector in het rijtuig en daarop Fidel. De beide
honden vlogen elkaar woedend aan; zij wil
den ieder alleen meegaan, en toen nu Moortje
ook nog in het rijtuig kwam, ontstond cr weer
een algemeen gevecht, waarbij Moortje, die den
jacbllust reeds in zich voelde ontbranden,
dapper van 2ich afbeet.
Toen de heeren in het rijtuig zaten, nam
de baas Fidel bij zich; Frits hield Hector vast
en de tuinman nam de zorg van Moortje'op
zich.
Nu ging liet in gestrekten draf voorwaarts;
Frans en zijn moeder volgden in het tweede
rijtuig en Pluto draafde de rijtuigen na.
Eindelijk kwam men aan een heuvel, waarin
zich verscheiden holen bevonden. De drie
honden sprongen uit het rijtuig. Moortje ver
dween in één der holen. Hector in een ander
hol en Fidel in een derde. Pluto stond vlak
naast den baas, die plat op den grond was
gaan liggen om in één der holen te kijken.
Eindelijk hoorde men van uit de diepte een
dof geblaf, en Moortje kwam met hangenden
staart uit* het hol te voorschijn een zeker
teeken, dat zich daar geen vos bevond! Jfct
geblaf duurde echter voort.
„"Waarom blaft die domme hond toch zoo?"
riep de landheer uit.
,„Dat is zeker Fidel, die is blijven steken,
doordat hij zoo dik is!" zei Frits lachend.
„Zoek Moortje, zoek!" riep de baas en het
verstandige dier verdween onmiddellijk in
een ander hol. Spoedig daarop verschenen
alle drie de honden weer. Fidel en Hector luid
blaffend, maar Moortje stil en druipstaartend:
hem beviel de jacht niet, als er niets gevan
gen werd.
„Weer niets!" zei de landeigenaar verdrie
tig. Zij gingen verder; er werden nog meer
holen doorzocht, maar niets werd gevonden.
Het heelc gezelschap verzamelde zich nu
aan den 7.00m van het bosch, om wat uit te
rusten en iets te gebruiken. De honden lagen
rustig bij elkaar. Plotseling sprong Moortje
op en begon woedend te blaffen en tc graven.
Hij bedroog zich niet dat was het huilen
en blaffen van Hector. Fidel en Pluto spron
gen ook op en begonnen uit alle macht mee te
helpen. Moortje snuffelde zóó lang rond, tot
hij het gat gevonden had, waarin Hector ver
dwenen was en verdween insgelijks. De heer
van Ileidebosch en Frits gingen nu plat op
den grond liggen, terwijl de tuinman met
den meegenomen schop begon te graven op
de plek, waar de beide andere honden nog
steeds de aarde wegkrabden. Nu kon men
duidelijk het vroolijk blaffen van Moortje hoo
ren, tegelijk met het zachte janken van Hec
tor, terwijl zich daartusschen een blazend ge
luid liet hooren, als van een groote kat dat
was de vos.
Moortje had Hector in groot gevaar aange
troffen. Hij was nl. door zijn dikte blijven ste
ken, zoodat hij vóór- noch achteruit kon, en
toen was de vos hem aangevallen, en binnen
weinige oogenblikken bloedde Hector uit den
kop en den neus. Moortje haastte zich om
den moeden. steeds zwakker wordenden Hec
tor uit te graven, wat hem eindelijk mocht
gelukken. Ilector kroop met moeite naar bui
len, waar hij bloedend en uitgeput neerviel.
Moortje viel nu met woede den vos aan en
bracht hem zulk een geduchten beet toe, dat
hij zich terugtrok en juist op de plaats terecht
kwam, waar de schop van den tuinman in het
hol was doorgedrongen. Onze roode vriend
sprong door dc opening naar buiten; daar
klonk een schot en Reintje viel dood neer.
Ni. kwamen ook twee andere honden te
voorschijn; Moortje met een neus vol krabbels,
doch met schitterende oogen, Fidel met een
jaloerschen blik op den redder van Hector.
Deze werd in een wollen dock in het rijtuig
neergelegd, vanwaar hij Moortje een dank
baren blik toewierp, terwijl hij zich stellig
voornam, zijD redder deee edele daad ie veiji'
gelden.
L>e jagers prezen en streelden Moortje, li#
2 ch nu weer eens in al zijn kracht had doe#C
kennen. Hun jachtlust wa> opgewekt, en n#
kwamen zij op den inval om in den nabij
gelegen vijver op eenden te gaan jagen, c sus'
kreeg Pluto ook wat te doen.
Midden in den vijver bevonden zich «e*
paar kleine eilandjes, die met boog gras wa*
ren begroeid, en een geliefkoosde verblijf
plaats voor wilde eenden waren.
Pluto plaste reeds in het ondiep® water
rond, terwijl Moortje en Fidel achter de jager»
aansprongen. ..Kwek! kwek!" Dat waren twee,
eenden. Pluto vloog met groote sprongen op,
een der eilandjes toe, vanwaar de twee een#!
den ook werkelijk opvlogen. Daar knalden d»-
geweren. De heer van Hcidebosch had ééi*
der eenden getroffen; Pluto pakte het dier en
bracht het kwispelstaartend aan riin meester,'
die den hond over den kop streek cn de eend!
in de weitasch stak.
„K\vek-!:wekl" Daar zwom de andere eend
tussehen het hooge riet uit om haar vricndiP
te zoeken. Fidel begaf zich te water en zwom
naar de end, terwijl Pluto van den anderen
kar.t den vogel trachtte te naderer
Frits legde aan en schoot
Een klagend gehuil van Fidel klonk over
het water, en de eend vloog weg. Frits was
nog een zeer ongeoefend schutter; hij bad
Fidel getroffen en de eend gemist. Hulpeloos
spartelde de gewonde in het water rond. en
hij zou stellig verdronken zijn, als Moortje z:ch
niet te water had begeven en hem met groote
moeite aon land had gebracht, waar Frits, die
door zijn oom duchtig beknord werd wegen»
zijn onhandigheid, het gekwetste dier voor*
zicliHg naast Hector in het rijtuig legde
De jagers hadden nu genoeg van de jacht,
en de terugtocht werd aangevangen. Moortje
lag tussehen de twee gewonden in en likte ze
om beurten. De twee geredden schaamden
zich dat zij het arme dier altijd zoo geplaagd
hadden, en namen zich stellig voor in hef
vervolg goed voor Moortje te zijn.
Aan dit- voornemen zijn zij trouw gebleven.
Nu en dan werd er nog wel eens even gekib
beld. zooals dat in ieder hondenleven voor
komt. maar zij bleven goede vrienden, -eu
Moortje had nu voortaan een best leven!
De jeiigft van *!e vogels.
Geen diersoort heeft zich onder de
menschen meer vrienden verworven dan de
vogels. Wat den kenner van de vogelwereld
altijd bijzondeer voor zijn vrienden Inneemt
is het hartelijke familieleven, dat we van de
vogels kennen. In de liefde, die ze elkaa®
onderling betoon en, zal waarschijnlijk geen
andere diersoort ze overtreffen. De vogel*
ouders hebben aan hun jongen veel te on
derrichten en op te voeden en ze vervullen
hun taak met de uiterste nauwgezetheid. Zo
moeten leeren vliegen, leeren hoe het voed
sel opgepikt wordt, hoe n\en zich verbergt
voor katten en roofvogels, hoe bij gevaar
wordt gewaarschuwd en nog duizend andero
dingen.
Wanneer men niet op het standpunt staats
dat het dier alles doet, zonder eigen ooiw
deel, maar onbewust een innerlijken drang
volgend, doch van meening is, dat de kloof,
diee menschen en diereen scheidt tot op
zekere hoogte te overbruggen is, dus ook
dieren handelen naar hurt bewusten wfl, zal
men moeten toegeven, dat er hier inderdaad
sprake is van een werkelijke opvoeding.
Nemen we als voorbeeld kuikens. Het is
waar, kuikens, die men door een broedma
chine heeft laten uitbroeden, kunnen ook
zonder kloek worden grootgebrachtmaar
daarmee is een massa arbeid verbonden^,
die anders door het moederdier wordt over
genomen. Het kost een ontzettende moeite
de diertjes te leeren zelf kruimeltjes op te
pikken, wat de moederhen ze door vóórdoen
al heel spoedig bijbrengt. En ondanks alle
moeite en zorg is het resultaat nooit zoo
goed als wanneer een goede hen de zorg
ep de opvoeding op zich neemt
èorotfgh?"
I ben aangeboden. Morgenochtend gaan wij met zijn meester.
„Hullborough! Maar -lat zijn we al langjden eersten trein naar huis" j „Dood liggenl" beval deze cn Moortje deed
voorbij!" antwoordde hij Moest je daar uit- „O, wat ben je toch goed, dat je niet boos het dadelijk.
stappen? t!«-l beste is. dat je nu maar aan het op me bent," zei Dora, terwijl zij haar broer „Brave hond!" zei de baas, en hij streelde
volgend stal ion uitstapt en vraagt, wanneer onstuimig omhelsde. „Ik zal heel, heel erg het dier over zijn glimmcnd-zwarle huid.
rr weer een trein teruggaat naar Huil- mijn best doen." j Daar begreep Moor niets van lrij had lorh
borough* ..I net zoo gedaan als straks, toen Frans het hem
Ja mener stamelde Dora, terwijl er twee Hoe weinig Dora het zelf op dit oogenblik beval, en die had hem geschopt. Wat waren
groote tranen langs haar wangen biggelden. ook vermoedde, eer er een week verloopen de menschen toch verschillend!
„Je familie ?al ongerust zijn," ging baar was. had zij Tante Ellen de heele geschiedenis Hector en Fidel zagen juist, dat Moortje door
IEed«reiziger \oort ,,Je moet aan het voigen- verleid. Zij wist welk een'goeden dunk haar den baas gestreeld en geprezen werd. Dat
de sfalion maar telegrnfecren. dat je te ver tante van haar had en zij begreep maar al te konden zij niet velen, cn nauwelijks was de
bont noorgi rcisd cn dus later aankomt. best, dat zij dien niet verdiende. Zij wilde baas dan ook in huis verdwenen, of zij snel-
oia anlv. "Oi-ddc niet. j niet voor beter doorgaan dan zij in werkelijk- de onder woedend geblaf op hel arme Moortje
„hr zal toch -«.kcr wel iemand op jc wach- heid was. Bovendien was Tante Ellen heel toe en beten hem. waar zij hein maar tc pak-
len? vroeg dc vriendelijke heer nu. 'anders dan Stella haar beschreven had. Er ken konden krijgen. Op het rumoer kwamen
pe. ik ik denk van niet, lüidde het kwam een tijd, dat zij na Evert en Bab}' het Pluto en Bello aanzetten, en het werd een al-
antwoord, dat er stamelend uit kwam. ..Ik meest van Tante Ellen hield.- j gemeen gevecht;
Henk niet dat ze ongerust zullen zijn."* „Help. helpl de honden bijlen elkaar dood!"
/op'- klonk het nu en de reiziger sloeg; Theodoor Carstairs, nu niet langer Baby, ls riep Frans, en op zijn geschreeuw schoot neef
Dorr eens oplettend gade. Maar daar zij er een aardig jongrriensch geworden. Bij sport is Frits toe en deelde met zijn zweep eenigp goed
netjes gekleed uitzag, goede manieren had hij vooraan en niemand, die hem nu ziet, zou gemikte slagen onder den vechtenden troep
en ij ehand seheen te zijn, meende hij, dat zeggen, dat hij ten gevolge van een val als uit. De honden stoven uiteen. Het arme Moor-
e H^ClCn,2;U' Z£> ^ee(^' klein kind. tot fijn vijfde jaar niet loopen tje had echter een leelijken beet in één der
»- je gc d genoegvroeg hij na een kon, behalve de ééne maand voordat het on- acblcrpooten gekregen, en sloop zacht jan-
aak QiJkZe' zIiQ hand al in zijn geluk gebeurde. Een gevoel van zwakte, als kend naar zijn schuilhoekje. Frits ging naast
hij overmoé is, ls het eenige overblijfsel van zijn lieveling zitten en waschle de wond met
fijn gekwetste ruggegraat koud water uit, waarvoor Moortje hem dank-
Dora is nu getrouwd en heeft twee kleine kaar dc hen den likte- Fidel, die in den grond
meisjes, Nooit zal zil .de gevolgfia vergelen goedhartig was. kwam ook naar Moortje toe,
Eén, twee, drie.
•fik slak.
meneer, dank u wel," antwoordde Dora.
•tt 1 nb nog ruim rmdprhilven gulden.'
T?
Er werd niet verder oyer de zaak gesproken
Een kringetje,
een kringetje,
een kringetje van drk
zoo lacht de groote Rie;
ze kijkt eens om een hoekje
en vraagt: wie haalt een koekje
uit 't trommeltje van Rie,
voor 't kringetje van drie?
Een spannetje,
een spannetje,
een spannetje van twee;
Rie nam er eentje mee
die krijgt ginds In een hoekje
van Rie een bitterkoekje
en brengt ook lekkers mee
voor 't spannetje yaa twee.
Een kleutertje,
een kleutertje
een kleutertje alleen;
de and'ren gingen heen
t werd tijd om te gaan slaper
e deden niets dan gapen -
Rie ^laat haar armen heen
om t kleutertje alleen.
Hermann