uauoL mm „DE EEMLANDER" BUITENLAND O UDEHS «OfUDMlMllZS'S^a FEUtLLFTCm Astrid Ehrencron-fiüülier. w 16e Jaargang, No. 141 IDfltlUCUCUTCDDIIC Per 5 mMnden voor Amen' ADUnnimtlU UI KIJu foort f 1.50, Idem franco per post f 2jOO, per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) f 0.14, afzonderlijke nummer» f 0.05. Wekelijksch by voegsel *Dt HolUndsch* Huisvrouw* (onder redactie van Thérèse Hoven) per 5 maanden 50 cent Wekelijksch by voegsel *Wcreldrevue* per 3 maanden 60 cent AMERSFOOBTSÜH Wf?nndag 7 Januari 1918 HOOFDREDACTEUR: M«. D. J. VAN SCHAARDENBURG UITGEVERS: VALKHOFF Co BUREAU: ARNHEMSCHE POORTWAL, hosk utrechtschestr. INTERCOMM. TELEFOONNUMMER 513 dienstaanbiedingen 1—5 regels f 0.50, groote letters naar plaatsruimte Voor handel en bedrijf besten aeer voordeelise bepalingen tot het herhaald advar. teeren In dit Blad. bij abonnement Ecne circulaire; bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegeaonden. Politiek Overzicht In afwachting van nieuwen strijd. Aan de oorlogsfronten is het sedert eenige ♦reken reeds, ook buiten het oostelijke front Ivaarvoor de wapenstilstand officieel is afge kondigd, merkwaardig stil. De strijdactie is tot een minimum beperkt; de 'ütelijke toe stand verschilt niet veel van eene wapen rust. Maar tenzij uit de nu te Brest-Litowsk In gang zijnde onderhandelingen algemeene irredesbesprekingen mochten voortvloeien, «al dat slechts van korten duur zijn. Reeds worden de toebereidselen gemaakt td>t her vatting van den strijd op de beide oorlogs- fooneelen, die van oudsher bekend staan als de groote slagvelden van Europa. In de Pransche Kamer is die strijd door de regeering aangekondigd; zij heeft zich daarop beroepen als een argument voor het oproepen van de jongste lichting, die van 1919, onder de wapenen. De onderstaats- staatssecretoris Abrami heeft verklaard, dat men staat aan den vooravond van geweldige operation, gelijk aan die van Verdun in 1916. Om daaraan het hoofd te.kunnen bie den, is versterking van het effectief eene ge biedende noodzakelijkheid. Niet anders spreekt de Engelsche regeering, die vóór het Kerstreces heeft aangekondigd, dat aan het parlement bij de hervatting van de zittingen omstreeks 'nalf Januari voorstellen zullen worden ingediend tot verkrijging van nieuwe manschappen voor het front. De militaire deskundige van de Times, kolonel Repington, heeft uitgerekend, dat de geallieerden ten spoedigste een half millioen versche strijd krachten noodig hebben, voorts een groot aantal kanonnen en vooral vele voor den aanval geschikte vliegtuigen. Men neemt algemeen aan, dat de nieuwe strijd, die in het westen is te verwachten, zich in andere banen zal bewegen dan die, welken wij uit de afgeloopen oorlogsjaren kennen Kolonel Repington verkondigt in de Times, dat de Duitsche defensieve taktiek in het westen, die van 1914 af heeft geduurd, nu ten einde loopt; hij vermaant tot het ne men van tegenmaatregelen, die de nieuwe toestand vordert. De deskundige medewer ker vap de Neue Freie^Presse beschrijft den toestand, zooals hij zich nu vertoont, aldus: ..Sints de dagen van den Marneslag be vonden de legers van de westersche mo gendheden, dank zij den elementairen storm- ioop van de onuitputtelijke Russische mil- üoenenlegers, in den zeer voordeeligen toe stand van den strategischen aanvaller. De Duitschers schenen voor goed tot de rol van tien verdediger veroordeeld te zijn en moes ten, in getalsterkte de minderen, r> zich la ten homeren, wanneer en waar uat het En- gelsch-Fransche Ie^erbevel beliefde. Dit had geern andere taak, dan de beste me thodes uit te denken om de Duitsche liniën door te breken.'Dat het daarin niet is ge slaagd, lijkt bijna een tTagische schuld, die op de oplossing van het werelddrama een beslissenden invloed kan uitoefenen. Zoo min Joffre als French en Haig, ook Nivelle en Pétain niet, hebben nut getrokken uit den ti^d en de omstandigheden. Geen scheppen de gedachte heeft hunne operatiën bezield, die zij op de basis van eene gebrekkig aan gewende mechaniek hadden geplaatst. Maar v hup he misslagen waren zij zich niet geheel bewust geworden, omdat die hun nooit het geruststellendexgevoel der zeker heid ontnamen, dat zij tegen te* eriondeme- mmgen van den vijand gevrijwaard waren. De groote tegenstoot bij Verdun in Fe bruari 1916 toonde de klauw van de leeuw; maar de houw was spoedig vergeten, toen het Engelsche leger zijne kracht ten volle ontplooide. Dit mooie gevoel van zekerheid er steeds op los te kunnen slaan en slag op slag te kunnen leveren, zonder daarbij ooit voor ernstig gevaar te moeten vreezen, heeft nu zijn einde bereikt. De gebeurtenissen aan het oostelijke front hebben den strategischen toestand volkomen veranderd. Het Duitsche leger in het westen kan rekenen op de ver sterking door hel leger in het oosten, mis schien ook door Oostenrijksch-Hongaarsche krachten, en wordt door deze aanzienlijke versterkingen in staat gesteld tot het strate gische offensief. Het gevoel van zekerheid is nu voorbij. Het gemoed wordt gedrukt door de zorg De kritieke maanden f Te hulp Amerika f De Entente heeft reeds precies uitgere kend hoeveel soldaten Duitschland nu meer zal hebben aan het westelijke front en haalt alle zakken uit om te zien, of er niet nog eenige soldaten in verborgen zijn. De En tente wendt gaarne de rekenkunst aan, of schoon zij eigenlijk moest begrijpen, dat de cijfers slechts in de hand van het genie! ma- giche kracht krijgen. Het militaire genië ver andert onvoorziens een één in een drie, of plaatst voor den tegenstander daar, waar hij een één vermoedt, plotseling een drie, of omgekeerd. Dpt is militaire rekenkunst maar die verstaan de Ententes-generaals niet Omdat zij echter weten, dat Hindenburg van deze kunst wel iets verstaat, wordt hunne bangheid verhoogd. Nu is het merkwaardig, dat de bezorgdheid van de Entente voor een Duitsch offensief, die naar hare gedachte de verschrikkelijkste van den wereldstriid zal zijn, haar niet tot den vrede raadt. Óm de vraag, of de Engelsch-Fransche legers met succes weerstand kunnen bieden aan een Duitsch offensief, draait zich het groote vraagstuk van de eindoverwinning. Dat be staat weer in het vraagstuk van den door braak. Volgens de ervaringen van den siel- lingstrijd behoort een werkelijke doorbraak tot de grootste zeldzaamheden, en daar hij tot dusver slechts aan de andere fronten is gelukt, trekken de westersche mogendheden daaruit de conclusie, dat hij voor de Duit- schers aan het westelijke front onmogelijk zal zijn. Blijicbaar is hunne meening hierop gebaseerd, dat de stellingen daar van bui tengewone stevigheid zijn en dat de kwaliteit van hunne troepen en de artillerie-uitrusting niets te wenschen laat. Dit alles kan juist zijn. Maar toch is, zooals de krijgsgeschie denis leert, ieder vraagstuk oplosbaar, wan neer de voorwaarden'vóór de oplossing aan wezig zijn of in 't leven geroepen worden. Wel schijnt de stellingstrijd zich ook verder in de oude banen te bewegen, maar de ware veldheerskunst heeft zich in de oude aan- valsvormen nog niet uitgeput. Van Hinden burg kan worden verwacht, dat hij de uifge- brande lessen van den stellingtrijd tot nieuw vuur weet te ontsteken" De oorlog, In Brest-Litowsk zullen de gevolmachtig den voor de vredesonderhandelingen he den allen weer bijeen zijn; de Rus sische hebben zich gisteravond uit Pe tersburg op reis begeven. De Russen hopen nu op de conferentie te verkrij gen, dat voldaan wordt aan hun wensch om het voeren van de verdere onderhandelinjen van Brest-Litowsk te verplaatsen naar een stad in het neutrale buitenland; waarvoor Stockholm in overweging werd gegeven. Trotzki, het hoofd van het departement van buitenlandsche zaken in Petersburgr is zelf meegekomen met de voor het voeren van de onderhandelingen aangewezen gevolmachtig den. De voorzitters van de delegatiën van den vietbond hebben aan de Russische delegatie een kennisgeving gezonden, waarin zij con- stateeren, dat de termijn van tien dagen, waarin voor de andere oorlogsvoerenden de gelegenheid openstond om te verklaren of zij willen deelnemen aan de vredesonderhande lingen, verstreken is zonder dat er gebruik van is gemaakt. Zweden en Duitschland hebben de onaf hankelijkheid van Finland erkend. Volgens berichten van de Matin en van de Temps heeft Frankrijk dit ook gi-daan. Londen, 5 Jan. (R) De Engelsche premier, Lloyd George, heeft heden, over eenkomstig zijn belofte om zich tegenover de afgevaardigden der vakvereenigingen, die thans overleg plegen met den minister van den nationalen dienst over de kwestie van de levende strijdkrachten uit te spreken over het oorlogsdoel, n^.- ens de regeering de volgende officieele «cklaring afgelegd: „Wanneer de regeering de georganiseer de arbeiders van dit land uitnoodigt om haar bij te staan, ten einde hef leger te velde te versterken, dan hebben hunne af gevaardigden het recht, le eischen, dat ver keerde opvattingen omtrent het doel daar van absoluut onmogelijk ziin Wat geldt voor de georganiseerde arbeiders, geldt ook voor alle andere burgers van dit land, zon der verschil van beroep of stand. Het is de meest duidelijke, grootste en rechtvaardigste zank, die het kan rechtvaar digen, dat deze ontzettende volkenstiijd wordt voortgezet. Wij moeten duidelijk de beginselen uiteenzetten waarvoor wij strij den, maar eveneens de bepaalde toepassing Maarvan op de wereldkaart Wij zijn gekomen aan het meest crifïeke moment van dit vreeselijke conflict en voor dat eenige regeering de gewichtige be slissing neemt omtrent het voortzetten of het beëindigen van den oorlog, is het noo dig, dat zij de overtuiging heeft, dat de ge- heele natie achter haar staat, want alleen daardoor kan zij de kracht ontwikkelen, die noodig is om te komen aan het rechtmatige einde van dezen oorlog. Om deze reden heb ik mij in de laatste dagen veel moeite gegeven om mij op de hoogte te stellen van de meènirg en de houding van hen. die alle klassen in het land vertegenwoordigen. Ik had in de afgeloopen week het voor recht om niet alleen met de verklaring der Labour-Party de oorlogsdoeleinden nauw keurig te^bestudeerén, "uoch ik had ook een onderhoud met de bestuurders over hun be doeling met die verklaring. Ook had ik ge legenheid deze belangrijke kwestie te be spreken met Asquith en Grey. Ten slotte confereerde ik nog met eenige vertegen woordigers van sommige groote koloniën. Welnu, het doet mii genoegen te kunnen verklaren, dat, hoewel de regeering alleen verantwoordelijk is, er toch een nationale overeenstemming bestaat omtrent het karak ter van onze oorlogsdoeleinden en vredes voorwaarden en over wat ik hier tol u en de j eheele wereld zeg. Ik beweer, dat ik vandaag niet enkej de meening der regee ring weergeef, doch die van het geheele Britsche rijk Wij voeren geen aanvallenden oorlog te gen het Duitsche volk. De leiders van dat volk geven de voorstelling, dat zij den oor log voeren om zich te verdedigen tegen een bond van vijandige natiën, die van plan zijn Duitschland te vernietigen. De vernietiging van Duitschland of het Duitsche volk lag nimmer in onze bedoeling. Met grooten weerzin en geheel onvoorbereid werden wij gedwongen aan dezen oorlog deel te nemen, ter verdediging van onszelf en het verkrachte publieke recht in Europa, en om op te ko men voor de plechtigste verdragen, waar op de orde in Europa berust en die door Duitschland roekeloos met voeten getreden werden door den inval in België. Wij moes- tpn aan den oorlog deelnemen, of lijdelijk toezien, dat Europa onder zou gaan, dat het ruwe geweld zou zegevieren over het pu blieke recht en de internationale rechtvaar digheid Het bewustzijn van deze ontzettende keuze dwong het Engelsche volk tot den oorlog en van dat standpunt is het nimmer afgeweken: het heeft nooit gedacht aan de verplettering van het Duitsche volk of de vernietiging van zijn staat of land. Duitschland bezet een groote stelling in de wereld. Het is niet onze wensch of be doeling deze positie voor de toekomst onze ker te maken of te vernietigen, maar haar af te leiden van plannen of verwachtingen van militaire overheersching en te bewegen zich met alle krocht te wijden aan de groote zegenrijke werken der wereld. Evenmin strij den wij om Oostenrijk-Hongarije te vernie tigen of Turkije van zijn hoofdstad te beroo- ven of van zijne wijd vermaarde landen in Klein-Azië en Thracië, die overwegend door Turken worden bewoond. Evenmin gingen wij in dezen oorlog alleen om d< „keizer lijke constitutie" van Duitschland tc wijzigen of te vernietigen, hoezeer wij ook de mili taire, autocratische constitutie als een ge vaarlijke anacronisme beschouwen in de twintigste eeuw. Onze opvatting is, dat het aanvaarden van een waarlijk democratisch stelsel door Duitschland het meest overtuigende bewijs zou zijn, dat de oude geest van militaristische overheersching in dezen oorlog was verdwe nen. Dit zou het ons gemakkelijker maken een op breeden dejnocratischen grondslag gevestigden vrede met Duitschland te sluiten. Intusschen is dit een vraag, waarover 't Duitsche volk zelf moet beslissen. Het is meer dan een jaar geleden, dat de president der Vereenigde Staten, die toen onzijdig was, een voorstel richtte tot de oor logvoerende landen, dat ieder van hen dui delijk zijn oorlogsdoel zou mededeelen. Wij en onze bondgenooten zonden een antwoord bij nota van 20 Januari 1917. De centralen beantwoordden den oproep van president Wilson niet en ondanks de vele dringende verzoeken, zoowel van hunne fpgénstanders als van de neutralen, bewaar den zij een hardnekkig stilzwijgen over hun oorlogsdoel. Zelfs over een kritieke kwestie van zoo doorslaand gewicht als hunne be doeling ten opzichte van België, bleven zij eenparig weigeren eenige betrouwbare aan wijzing te geven. Den 25en December 1917 deed graaf Czernin, sprekende namens Oostenrijk-Hon garije en zijne bondgenooten, een soort uit spraak. Die was jammerlijk vaag. Men. heeft ons gezegd, dat de centrale mogendheden niet van plan zijn zich met geweld meester te maken van eenig door hen bezet gebied, of eenige natie te berooven van hare poli tieke onafhankelijkheid. Het is duidelijk, dat bijna elk plan van verovering en annexatie kan worden uitgevoerd naar een letterlijke uitlegging van zoo'n belofte. Beteekent het, dat België en Servië, Montenegro en Ru- menië even onafhankelijk en vrij zullen zijn in het bepalen van hun eigen lot als Duitsch land of een andere natie? Of beteekent het. dat elke bemoeiing of beperking, politiek of economisch, onvereenigbaor met de waar- disheid van een vrij, zichzelf respecteerend volk zal worden opgelegd. Beteekent het, dat er een zekere soort onafhankelijkheid be staat voor groote naties en een lagere soort onafhankelijkheid voor kleine naties? Wij moeten dat weten, want gelijkberechtigdheid onder de natiën, kleine zoowel als groote, is een der fundamenteele belangen, waar voor Engeland en zijne bondgenooten strij den in dezen oorlog. Herstel vap moedwillige schade, welke ia toegebracht aan de Belgische steden en dorpen, alsmede aan de bewoners, is na- drtikkelij! verworpen. En de rest van het zoogenaamde aanbod der centrale mogend heden is een bijna volkomen weigering van Mie concessiën. Alle uanwijzingen omtrent de autonomie onder vreemd gezag staande nationaliteiten worden geheel uit de vreds- voorwaarden geweerd. De vraag of er eenige vorm van zelfbestuur aan de Arabieren, Ar meniërs en Syriërs zal worden gegeven, v-ordt 'verklaard tot een zaak, die alleen do Turkschc regeering aangaa De-wensch naar bescherming der minder* heden, voor zoover deze practisch tc ver wezenlijken is, is dé eenige slap in de rich ting van de vrijheid, dien de staatsliedeni der centralen doen. Op één punt slechts zijn zij geheel duidelijk en .fdoende: onder geen voorwaarde wil Duitschland afstand doen van zijn eisch tot herstel van al zun koloniën. Alle beginselen omtrent de zelf beschikking, of zooals onze vroegere term luidde - - zelfrcgeering worden in dit opzicht niet voeten getreden. Het is onmogelijk aan te nemen, dot eenig gebouw van blijvenden vrede op zulk een grondslag zou kunnen worden opgetrokken. Alleen met de lippen de formules geen annexatie of schadever goeding" of „het zelfbeschikkingsrecht" to aanvaarden, heeft geen zin. Alvorens vredesonderhandelingen kun nen worden geopend, moeten dc centralen zich ten volle bewust zijn van de essentiecle eischen van den toestand. Wij kunnen niet langer de toekomst van de Europeesche be schaving onderwerpen can willekeurige be slissingen van eenige onderhandelaars, die er naar streven de belangen van deze of gene dynastie of van dit of dat vólk door chicanes of dooi overreding te behartigen. Het nieuwe Europa moet worden opge bouwd op grondslagen van rede en gerech tigheid, die stabiliteit' beloven. Daarom ge voelen wij, dat het bestuur met toestem ming van de bestuurders de basis moet vor men van elke territoriale regeling in dezen oorlog. Daarom ook is het duidelijk, dat, tenzij verdragen worden nageleefd, tenzij" iedere natie bereid is de nationale handtce- kening te honoreeren, geen vredesverdrag het papier waarop het is geschreven, waard kan zijn. De eerste eisch,, die speeds door de Engel sche regeering en hnre bondgenooten is ge- steid is dan ook het volledig herstel van België en zoodanige schadevergoeding als aangegeven kan worden voor zijne verwoes te steden en provinciën. Dit is geen eisch! tot oorlogsschadeloostelling, zooals aan Frankrijk in 1871 door Duitschland werd opgelegd. Het is geen poging, om de kos ten der krijgsoperatiën van de eene oor logvoerende partij op de andere of te wen telen. Het is niet meer en niets minder d«m het verlangen, dat, alvorens er eenige hoop op ecn^ bliivenden vrede kan bestaan, de groote schending van het publieke recht in Europa moet zijn te niet gedaan en zooveel mogelijk hersteld. Herstel beteekent erkenning. Tenzij het internationale recht erkend wordt, door te staan op betaling van de schade aangericht met schending van zijne voorschriften, kan het nooit eene werkelijkheid zijn. Dan komt het herstel van Servië, Monte negro en de bezette gedeelten van Frank rijk, Italië en Rumenië. Het volledige terug trekken van de vreemde legers en vergoe ding voor ongerechtigheid zijn de fundamen teele voorwaarden voor"* een duinzomen vrede. Wij zullen de Fransche democratie tot Als het dreigend gevaar werkelijkheid is geworden is de toestand vaak dragelijker don toen het gevaar nog dreigde. Uit liet Üeensch door Betsy Bakke r—N orL 0 zoo! Dat kan je denken, de huisbaas zal je Ieeren, welke dag verhuisdag is."' Harvey glimlachte traag. „Dat zal hem wei nig helpen zei hij. „Want ik moet maken dat ik naar Amerika ga, vóórdat ik weer een jaar ouder ben. Anders kan ik nooit president worden." De meisjes gilden het uit van t lachen; de twee nieuwelingen gaapten met den mond "wijd open. Else Marie sloeg met het raes tegen de tafel. „O. wat ben jij een gekke jongen,'' zei ze, *zal jij dan president worden?" Ze sloeg met de handen op haar heupen, haar lach trilde. „O, net zoo goed als ieder ander." Harvey schoof de bank achteruit om plaats Voor de beenen te krijgen. „Ik ben een Amerikaansch burger, ik heb dezelfde kans als ieder ander. Meer is niet noodig.''. Mathilde rekte den hals uit van uit haar donker hoekje Wat vertelde hij daar toch!' Zou hel mogelijk zijn hij. de zoon van den dronken metselaar? Zijn vader moest, naar Amerika gereisd zijn, «samen mei de dochter van den vorigen school meesier, had ze ge hoord omdat hij hier nergens voor deugde, en hij had ïn Alaska goud gegraven en krui wagens met stecnen gekruid door de straten van San Franzisco. Harvey was daar geboren, maar toen hij zes jaar oud was, had zijn moe der het niet langer kunnen uithouden van heimwee, ze was met hem teruggekomen, later had zijn vader toch geregeld elke maand een weinig geld gezonden. Xu had Hartcy twee jaar op de boerderij/gediend, ordelijk en flink, en hij had gespit en gemest, precies zooals dc andere knechten, in vuile kleëren en klompen, en hij was niet verder gekomen dan de vier hoeken van de boerderij, en dan het kleine stukje grond, verder reikte zijn lering niet dan die van de paarden en schapen en van Matliildc zelf en nu opeens Nee, maar zou het mogelijk zijn, zou hij nu alles te zien krijgen, en misschien eens pre sident worden o, als hij haar toch meenam. „Kan je niet iets zingen op zijn Ameri kaansch?" zei de corpulente stille Kirsten Marie, het kamermeisje. Haar donker bruin, in het midden gescheiden haai' lag olicglad om haar ronde, roode wangen. Mathilde had altijd gevonden dal ze veel leek op een Ilali- aanschc matrone, zooals die stonden op Marstrand's schilderijen. „'t Is precies hetzelfde wat het is; je weet wel, dat liedje dat klinkt zoo mooi.'5 En Harvey begon met een plechtige bas. Else Marie sloeg de maat met een mes op. de For his heart is like the sea Ever open, brave and free And the girls must lonely be Till the ship comes back." Mathilde glimlachte Wat paste zijn gezicht bij die woorden. Dan dacht men toch aan een vluggen zeeman met een geweldige das Cn dc armen om hel middel van twee meisjes! En dan Harvcv's streng, lang gezicht, met zijn dunne oudemannenbaard „Herinner jc*je niets meer daarvan, beste Ilarvey?" vroeg El«e Marie, „maar liet moet leis nieuws zijn. Niet weer hetzelfde, dat je gisteren ook al verteld, hebt. Ik wil jets nieuws hebben." -• En Harvey knikte ernstig, en herinnerde zich telkens weer. Alles wal hi; wel al twin tig maal had moeten ver lellen, en altijd zon der dat er een woord nieuw bij was. Maar daaraan kon men juist zien, dat alles waar was, zei Kirsten Marie allijd. •Ia, wat hij zich het best kon herinneren, was dat de huizen daar ginds zoo vreesdij!- hoog waren, dat hij altijd zijn hoofd in den nek had moeten leggen, onr dc daken cn schoorstcenen te zien. Hij voelde nog zijn nek cn hoe "n pijn hel dan deed. En hij kon zich herinneren; dal dc stralen vol menschen waren, die allen even vlug lie pen als in de bioscope in Holsbrö. En hij moest vlak bij zijn moeder blijven, om haar niet kwijt tc raken. Maar ?t allerbest herinnerde hij zich een grooten tuin midden in de stad, met bloem perken, en hooge hoornen en groote roode vogels met lange halsvecren..En je ging door een verguld hek naar binnen, als naar liet hof van het paradijs. En hij mochl alleen naar binnen gaan als hij zijn moeder bij dc hand hield. En tusschen alle gewone menschen met jas en hoed, wandelden gele Chineézen met kalotjes op en met lange zwarte vlechtjes, zoo dun als muizenslaar-ten. Hij herinnerde zich ook, «ia. zijn vader al tijd wasehtc, en opgeslagen hemdsmouwen had. Altijd wasehtc hij in een grooten uitgc- liolden kuil /.and met zulke kleine stukjes goud cr in, niet grooter dan stofjes. Hel zand spoelde hij weg, maar de goudstofjes bk-ven achter. Dagenlang stond hij op het vierkante plaatsje met bet hooge :ile hek er omheen cn wasehle en wroette in hel bezinksel, dat nij in een lecreti zak naar huis bracht En hij was nooit dronken, en had ook nooit een kameraad bij zich, hij wasehle en wasehle slechts Hij herinnerde zich zijn vader sléchts met de opgeslagen hemdsmouwen, cn de naakte harige armen. Maar het mooist*dat hij van daarginds le vertellen had,.was, dat het daar altijd groene zomer was, je had er nooit sneeuw cn gezwol len winterhanden. Sinaasappelen het heele i .h >or voor een cent het stuk. ja. zc kon den ze ook zoo maar voor niets plukken, zijn moeder cn liij, als zc de groene heuvels be klommen, die zoo slcil waren, dat zijn moe der den gcheelen tijd op haar rok trapte. En daar moest hij ook voortdurend naar boven kijken tot zijn nek pijn deed. Else Marie klopte hem op de wang met een leverworst. „Ja, je bent altijd flink geweest om ons over het hoofd le kijken," zei zc, „dat heb je zeker van je geboorte. Soms zou men den ken, dal jc Krisloffel Columbus zelf was. Kirsten Marie slond op. ze streek /ich o\< de zware heupen. „Ik moet uu zeker gaan,' zei ze, zwaar weg stappend, ..Nu zat ilc je iets zeggen, Ilarvey," zei Else Marie. ..Je kan Kisscmie m< u men M je weg gaat, zij gaal ook weg met den verhuisdag. Dan kan ze presidentsvrouw worden, en dart heb jelui dadelijk een kroonprins om mee lu beginnen." Harvey smeet zijn eindje sigaar op deit grond, en rolde dat met den voet in het zan«L „Wal is dat?" zei hij. „Kirsten Marie, ze moet toch niet...?" „Ja, ja toch. Dat is nu dc derde meid, die er slecht afkomt, door Sören's schuld." Ilarvey trok een bedenkelijk gezicht. „Dio meiden, ze moesten liever Sórcn wegzenden!" zei hij Jpngzaam. ..Dat dieni toch werkelijk nergens voor. dat we de blaren van een plant afsnijden, en dc worm blijft onder de wortels knagen." Else Marie trok haar lippen op. Dc bcidö nieuwelingen keken elkaar aan cn giechelden, „Neen. ze moesten doen als ginds op Katri* nedal, bij Mevrouw's broer, zei Else Marie* „Die laat ze daar kinderen krijgen en blijven, li dc kinderen hangen aan de rokken van hnn moeder, tot zc net zoo groot zijn als /.ij zelf. Er moeten nel zoo veel families op de boer derij zijn. als in heel Rind te zaïnen. En sommigen van hen, die lijken nog meer op den baas dan op hun moeder, omdat z« hem van hun geboorte af al gekend hebben Else Marie sliet Ilarvey aan. cn lachte. Har* vcv schudde het hoofd. „Ja, dat is een wonderlijke huishouding," zd hij en ond op. (Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1918 | | pagina 1