STADSNIEUWS
UIT DEN QMTREK
▼oor het eerst ingeschrevenen ongov. --r 10 ,".o-
ccnt komt de heer Vollevens in hcï „Vv *v -
blad voor gymn. en m. onderwijs"" er tegm op
dezen „verongelukten" te noemen. Hi; schrijft:
„Er komen jaarlijks zooveel jongelui in Delft
aan. die absoluut niet weten wat studie cn tech
niek is cn wat doorvoor geêischt wordt vun den
student; zoovelen zijn er bij, die meenden icch-
nischen aanleg te bezitten, omdat zc als jongen
graag met ccn locomotief je speelden, of omdat
re 't leuk vonden met een Rithmkorflie te prut
sen. of thuis wel eens een rlectrisrh belletje oun-
pelêed hebben en derpelijke. meer die eenmaal
in Delft aangekomen, bemerken dut ze zich ver
bisten in hun unnleu en dat ze niet geschikt
voor do techniek zijn. Men mag gerust toege
ven, dat het voor deze studenten eerder een
verongelukken zou zijn, indien ze toch de studie
te Delft zouden voortzetten don dat ze nog hu-
tiids terugkceren en een ander vnk kiezen. De
vneesten von der. lnntsteh komen nog wel te
recht, soms b-ler zelfs dan n-enig niet veronge
lukte, dio zijn ingenieurs-diploma wel haalt.
Zoo is mij het geval bekend von iemand, die
ra in Delft „verongelukt" te zijn. O-I omhte-
nonr werd cn het nu tot de toch niet onnor-
digc positie von resident gebracht heeft.
N e d. Her v. K e r k.
In het afgeloopen janr hebben bij de Ned.
Herv. kerk de navolgende veranderingen in de
provincie Utrecht plaats gehad:
Ring Utrecht: de vacature te De Meern werd
vervuld door ds. B. Oringo, van Kiundert; de
vacature te Utrecht werd vervuld door ds. \V.
Bicshaar, van Zetten.
Ring IJssclstein: Jutfaas werd vacant door
bet vertrek van ds. J. de Jong naar Steen wijk;
Lopik werd vacant door het vertrek van ds. J.
II. van der Wal naar Woubruggc er. weder ver
vuld door ds. F. Anker van Brakef; de vacatJic
te Polsbroek weid vervuld.door ds. Ah H. Ver
kerk van Oude-Tonge.
Ring Mijdrecht: Mijdrecht werd vacant door
het vertrek van ds. J. G. Woelderink naar
Randwijk de vacature te Ter Aa werd weder
vervuld door den heer B. N. B. Bouthoorn,
"cand. te Dordrecht; Zegveld werd vacant door
het vertrek van ds. A. H. J G. van Vcorthuizen
naar Doornspijk.
Ring Tienhoven: de vacature te Zuilen werd
weder vervuld door ds. Jac. J. H. Pop van
s Graveland.
Ring Rhenen Doorn wordt vacant «ioor aan
neming van beroep van ds. B. J. C. Rijnders
naar Rotterdam; de vacature te Rhenen werd
vervuld door ds. J. G. Hooijer van Ar keveen.
Thans zijn 7 gemeenten in de provincie
Utrecht vacant, t. w.: Benschop, Jutfaas, Mont-
foort, Mijdrecht, Zegveld, Blauwkapel en Doorn.
Doopsgez. Gemeenten.
Ds. Menno Huizenga, predikant te Schager-
brug, heeft eervol ontslag aangevraagd tegen T
Februari a.s., wegens aanvaarding van eene be
trekking bij de N. U. M. Ned. Uitgever-Maat
schappij te 's Gravenhage.
Begrafenis ds. S. K. Bukke r. On
der enorme belangstelling is Zaterdag tc Zwolle
het stoffelijk overschot ven ds. S. K. Bakker
Ier aarde besteld.
Op verzoek van den overledene moest de
uitvaart van uit de Bethlehemkerk geschieden.
Tal van delegaties ven "een groot aantal in
stellingen en vereenigingen vulden het kerkge
bouw. o. van het hoofdbestuur der S. D. A.
P., de Protestantenbond, Bond van Spoor- en
Tramwegpersoneel, het Ned. Herv. Weeshuis,
de Blijde Wereldgroep, de Verecniging tot Af
schaffing van Alcoholhoudende Dranken, kerke
lijke corporaties enz. enz.
Een tiental sprekers traden naar voren, die
ellen in het kort hulde brachten aan de nage
dachtenis van den nobelcn strijder voor mis-
deelden en verdrukten.
Generaal Burger, commandant der tweede di
visie van het veldleger, herdacht in ds. Bakker
den nobelen veldprediker, van wien allen veel
hielden en wiens eenvoudig woord veel kwaad
heeft voorkomen.
Ds. van den Hoeven, Franelcer, zwager van
den overledene, dankte namens de familie voor
de eer den afgestorvene bewezen.
Instiillalle en bevestiging
tapper-rabbijn Justus Tal.
Tn de vergaderzaal van de ïsraëlietische i
gemeente te Utrecht had Maandagmiddag
de plechtige installatie plaats van den wel-
eenvaarde heer Justus Tal, den nieuw be
noemden opperrabbijn in de rèssorten
Utrecht en Drente, als opperrabbijn van het
ressort der synagoge aldaar.
De plechtigheid werd bijgewoond door
Z.Exc. den Commissaris der Koningin graaf
van Lijnden van Sandenburg, den burge
meester mr. Fockema Andreae, den com
mandant van de Nieuwe Hollandsche Water
linie generaal d'Hamecourf. de opperrab
bijnen uit Amsterdam, den Haag, Zwolle en
Leeuwarden, en vertegenwoordigers van
verschillende ïsraëlietische instellingen.
De installatierede werd uitgesproken door
den voorzitter van het Synagogaal ressort
mr. J. Homburger.
Na verwelkoming van de aanwezigen,
vraagt spreker de aandacht voor eenige be
langrijke momenten uit het leven der Israe-
fietische gemeente.
Allereerst herinnert spreker aan den in
Ï875 benoemden opperrabbijn Jacob
Hoofien, die door zijn karakter en kennis
rich geliefd heeft gemaakt bij alle leden der
gemeente.
Vervolgens brengt spreker een woord van
'dankbare hulde aan de nagedachtenis van
bijlen den vorigen opperrabbijn M. Mo-
nasch. Dank zij ook gebracht aan den heer
L. Wagenaar, opperrabbijn in het ressort
Arnhem, die de functie voor het ressort
Utrecht ad interim heeft willen waarnemen.
Ware het niet diens uitdrukkelijke wil ge
weest dat deze tijdelijke toestand werd ver
anderd door een vaste voorziening, dan zou
dezen toestand waarschijnlijk nog langen
Hjd zijn bestendigd.
Bij de verwelkoming van opperrabbijn
Tal denkt spreker onwillekeurig aan de
groote figuur van diens overleden vader.
Spr. hoopt dat het opperrabbijn Tal gege
ten mogen zijn met zachte hand te kunnen
leiden en de te bewaarheden de woorden:
«Mijn huis zij een huize des Gebeds voor
«He volken."
Moge het u gegeven zijn, eindigt spreker,
lal ven jaren in* embt. te kunnen waarne
men tot zegen van hei jodendom in geheel
Nederland.
De heer Tal liet woord verkrijgende, kan
op het hartelijk sjolem ngaleichem (de vre
de zij op U) niet antwoorden dan met een
ngaleichem sjolcrn (op U zij de vrede).
Spr. hoopt dat cr steeds harmonie en vre
de in den meest uitgebveiden zin moge zijn
in den gezamenlijken arbeid.
Bij dit gezamenlijk werk zal hij trachten
tn gaan in de voetsporen zijns vaders, op
dat uit dit gezamenlijke werk iets groots kan
ontstaan cn het schoone Joodsche geloof
ook hier herreize.
Sjolcrn ngaleichem moge God geven, dat
de vrede huize in de levens von de jood
sche mannen en vrouwen in deze gemeente.
Nog sprak de heer L. Wagenaar, die de
gemeente dank betuigde voor de heerlijke
harmonie, waarmede zijn intermediaire
functie gezegend werd. Spr. heeft zich moe
ten beperken tot het hoogstnoodige, maar
heeft zich toch kunnen overtuigen dat het
godsdienstig leven der gemeente eene in
nige samenwerking tusschen leeraar en ge
meente mogelijk maakt. Spi® is er dankbaar
voor dat de opengevallen plaats zoo spoe
dig vervuld wordt. Dit is een. uitmuntend
voorbeeld voor alle ressortabele gemeenten
in ons vaderland. Hij hoopt dat dezen dag
een begin zij van een grootsche en heerlijke
ontwikkeling van het religieuze leven en de
sociale ontwikkeling van dit ressort en tot
heil van het Ncd ndsche Jodendom in
het algemeen.
Na deze installatie had in den met groen
en Oosfersche tapijten prachtig versierde
synagoge de bevestiging van den nieuwen
opperrabbijn plaats.
Na eene begroetingszang (psalm 118 vrs.
26—29) cn een feestzang (psalm 100)
door het koor, onder leiding van den heer
Louis Polak uit Amsterdam, en den opper
voorzanger de eerw. heer M. Salomons Jr.,
sprak de weleerw. heer L. Wagenaar de be
vestigingsrede uit.
Na een korte inleiding, waarin 2.WelEerw.
wees op den twijfel en wanhoop door alle
tijden en in alle geslachten uitgesproken
door hen die kwamen als leider van het jood
sche volk wanneer de hitte schroeiende zon
nestralen kwamen van het menschelijke ver
nuft, schetst spreker hoe ook zelfs Mozes de
grootste onder de profeten dezen twijfel en
wanhoop heeft gekend. Het is verre van mij
u te vergelijken met deze grootste aller pro
feten, aldus wendt spreker zich tot den nieu
wen opperrabbijn, maar toch vind ik menig
punt van overeenkomst.
Ook gij, die nu optreedt als heider, zijt
daartoe bestemd uit den oorsprong van uw
bestaan.
Gij waart het in uw prilste jeugd. Niet al
leen omdat gij opgevoed zijt in het warme
joodsche huis van innig beleden warm jo
dendom, niet omdat gij geleid zijt aan de
hand van uw onvergetelijken vader en uw
godvruchtige moeder, maar omdat gij steeds
uwe vreugde nergens anders in gevonden
hebt dan te leven voor God en het joden
dom. Het leven dat ge mede bracht was be
stemd eenmaal aan de spits te treden van het
joodsche leven. Gij hadt het voorrecht ge
leid te worden door een zeldzaam vroom en
Godvruchtig echtpaar, dat u leidde naar
onze kostelijke school van de joodsche we
tenschap
Daar op den bodem van die school en
geleid door de vaderhand van onzen on-
sterfelijken meester, zaagt gij de goddelijke
roeping van het jodendom. Daar werd de
trots uwer zie! opgewekt voor uw volk, dage
lijks dieper, ernstiger, wetenschappelijker en
warmer, naarmate gij het mocht toetsen aan
de filosofische stelsels der wereld. Daar
zocht ge en daar vondt ge het antwoord op
het groote wereldraadsel van het joodsche
volk, dat gaande over den weg van doornen
en distels, alles overleeft en wiens beginse
len en waarheid eeuwig blijven de hoop en
de zegen van het menschdom. In het verder
verloop van zijn rede wees zijn WelEerw.
op bet droevige verligs voor het Nederland-
sche jodendom bij bet sterven van den vader
van opperrabbijn Tal en bracht naar voren
hoe deze zich er. steeds op zou beroemen
te trachten te gaan in de voetsporen zijns
vaders, overal waar God u riep, en waar gij
optradt voor Gods geloof z%det gij met toe
wijding en zelfverloocheningHier ben ik.
Overal waar ik kan zal ik optreden in woord
en geschrift om te strijden voor het geloof
dat voor mij in het bijzonder is een koste
lijke nalatenschap van een zoo geëerden
vader.
Heden, nu God u geroepen heeft op de
officieele plaats die u stempelt tot leeraar
van uw volk, wilt gij toch nog steeds voor
waarts. Wil echter niet denken aan autoriteit
en droomen van gezag of majesteit. Van de
twéé kronen die het jodendom kent krijgt
ge niet den koningskroon, maar den kroon
der priesteVliike bediening. De kroon van die
heerlijke roeping om wat er leeft in ons bin
nenste in dienst te stellen eeniglijk en alleen
voor de ii£tandhouding en verheffing van
het oude traditioneele jodendom.
Mijn zoon, eindigt spreker ten slotte, het
lang verbeide o ogenblik is genaderd waarop
gij optreden zult. Blijf tot het einde uwer
levensjaren hooren naar de woorden van uw
onvergetelijken vader en moeder, dan zal
ten slotte aan u bewaarheid worden het jo
dendom in al het nobele van zijn humaan
leven, het jodendom onze trots en ons
eenigste kleinste kleinood redat het joden
dom blijven de roep van uw leven en uw
toekomst, dan zal de almachtige God uwe
hulpe zijn.
Na begroeting van den opperrabbijn dooi
voorzanger en koor en het zingen van een
jubelzang hield opperrabbijn Tal zijn intree
rede.
7 Spreker geroepen als leider van een ver-
eeniging van gemeenten, heeft ;n dit kleine
•tukje menschheid's historie de bijzondere
rol te vervullen het joodsche leven le lei
den. Op dit moment dringen verschillende
gedachten en herinneringen zich aan hem
op, juist omdat zijn gemoed cr toe dringt,
wil ik U zeggen wat zijn gemoed zegt, wat
mijn hart zingt. Spr. denkt dan hoe Jeremfa
geroepen door God om profeet te worden
van het joodsche volk, tegen deze grootsche
taak opzag en zeide dat hij nog zoo jong
was.
Spr. ging het omgekeerd, hoe meer hij de
gedachte van zijn leiderschap zag oprijzen,
hoe meer hii zich afvroeg; zal ik' leider kun
nen zijn zoools God het van mij vraagt. Doch
hoe meer hij de grootheid van het ideaal
zag, des te grooter werd zijn verlangen om
het leiderschap te bekomen. Niet om een
heerscher te zijn, maar gedrongen door den
ijzeren kracht van zijn joodsche gevoelen.
Spreker zag de moei lelijkheden, de mis
kenning.en teleurstelling, die ook zeker zijn
deel zouden zijn en toch heeft hij uitgezien
naar de stem, die hem zou roepen aan het
hoofd van een ressort. Hij heeft er naar uit
gezien omdat het groot is te kunnen leiden
op den goeden weg, omdat het grot is in
joodschen geest op te brengen en een leider
te zijn in ioodschen zin.
Ook Jeremia putte uit God den moed zijn
leiderschap te aanvaarden, terwijl hij zich
bewust was nog een knaap te zijn. Bij zijn
optreden in de gemeente zal ook Spr.'s richt
snoer ziin slechts wat God hem gebiedt.
Evenels Jeremia is hij een bode van God
en als hij spreekt zal het niet zijn woord maar
Gods woord zijn. Er zullen wellicht dagen
komen, dat we samen zullen nadenken en
overleggen hoe wij het goede voor het Joden
dom zullen tot stand brengen. Doch in deze
gemeente zal het niet noodig zijn te staan
als een ijzeren muur of een bronzen zuil. We
zullen elkander nog wel eens woorden te
zeggen hebben, maar het zal Gods wil zijn
die mij deze woorden zal doen zeggen. Wan
neer strijd gevoerd zal moeten worden, dan
zal Spr. bidden dat daarin niets van hem
zelf zal zijn. De strijd voor het joodsche ge
loof is nu anders dan in vroeger tijden. In
dezen tijd van straatfilosofie moet het joden
dom vaak van onder af opgebouwd worden.
We hebben in het leven te gaan, de zwakken
te roepen en de lauwen weder warm te ma
ken.
De jeugd aan te vuren, opdat zij iets gaat
gevoelen voor het prachtige jodendom. Als
leeraar zal spreker in aanraking komen met
alles wat met het joodsche leven in verband
staat.
De kracht en de insponning er toe vraagt
spreker van God, opdat zijn leven lang, sterk
en gezond moge blijven en hij zijn taak kan
vervullen.
In het verder verloop zijner rede wekt spre
ker op, samen te werken, zoo het moet in
wrijving van gedachten, maar steeds tot ver
heffing van het jodendom.
In gevoelvolle woorden gedenkt spreker
den arbeid van zijn vader, wiens laatste
arbeid gewijd was aan het leven van dit res
sort. Met diens voorbeeld voor oogen zal
sprekert rachten te arbeiden in deze ge
meente.
Spr. eindigt met de hoop uit te spreken,
dat de gezamenlijke arbeid van hem en de
gemeenteleden, zij het slechts een klein
deel, moge bijdragen in de geschiedenis van
het Joodsche volk.
Na het zingen van het dankgebed door
de gemeente werd de plechtigheid gesloten.
In de vergaderzaal hield de opperr ibbijn
receptie, waarvan door verscheidene aan
wezigen werd gebruik gemaakt. Nog zij ver
meld dat het geschiedkundig overzicht van
de Joden in het synagogaal ressort Utrecht
en het keurig uitgevoerde programma der
plechtigheid, werd geschreven door den
heer Jac. Zwarts.
Hoogland. Met ingang van 1 Jan. Is
benoemd tot gemeente-veldwachter de mi
licien-wachtmeester der cavalerie Koenders.
Bunschoten. Gelukkig zijn de gaten
in den Slaagschen dijk gedicht. De firma
Dekker nam den dijk flink onder_handen.
Zoo spoedig mogelijk werd het werk aange
vangen en met den meesten ijver werd het
voortgezet tot het gereed was. Met inge-
i heide palen en planken is een dam gemaakt
van \oldoende sterkte om het water te kee-
ren.
Electrificatie van hetGool.
Het lid van den gemeenteraad van Bussum,
de heer C. D. Nagtglas Versteeg, heeft bij
het bestuur dezer gemeente een uitgebreide
nota ingediend, waarin de wenschelijkheid
wordt uitgesproken, om te geraken tot de
oprichting eener naamlooze vennootschap,
welke zich zou kunnen belasten met het
beheer van de gecombineerde electrische
stroom-distributie-bedrijven der Gooische
gemeenten. Hierdoor toch zou het mogelijk
zijn de beschikking te verkrijgen over goed
onderlegd personeelvolkomen berekend
voor de commercieele en technische leiding
der zaak, iets wat elke gemeente afzonder
lijk bezwaarlijk in dezelfde mate kan doen,
omdat de kosten, daaraan verbonden, dan
te hoog zouden zijn.
Ook zou de winst op den inkoop van ma
teriaal belangrijk- kunnen worden verhoogd.
De gemeenten Hilversum, Naarden en
Bussum hebben reeds besloten aan de op
richting der naamlooze vennootschap, welke
genoemd zal worden „N.V. Eelectriciteits-
Mij. 't Gooi", mede te werken, terwijl ook
Laren en Blaricum zich in beginsel voor
de oprichting hebben verklaard.
B. en W. van Bussum stellen den Raad
voor, deel te nemen met een bedrag van
10.000 in het maatschappelijk kapitaal.
Loenen a. d. Vecht. Zondagochtend
is ontdekt, dot de groote antieke, koperen
lichtkronen in de Ned. Herv. Kerk te Loenen
a. d. Vecht spoorloos verdwenen veren. De
politie stelt een onderzoek in. Tot dusver zijn
de kronen nog niet terecht
De overname der H. B. S.
De Tijd maakt melding van het bekende
odres der ouders in zake de solarieering en
voegt er het volgende zure onderschrift aen
toe, dat kant noch wal raakt:
„Nu wete men dat eerst in T jongste be-
grootingsjaar de gemeentelijke h. b. s. door
het Rijk is overgenomen. En dat op sterken
aandrang van de Amersfoortsche heeren.
„Men vraagt zich af waarom adressanten
de school maar niet aan zich hebben ge
houden. Dan hadden zij uil hun gemeente
lijke penningen hun wenschen kunnen vol
doen.
„Thans doen zij 't best hun eigen uitge
spaarde centen te besteden aan het goede
werk der salorieering.
„De uitsparing bestaat o.a. in het betalen
van verlaagd schoolgeld."
E. Wever, t
Te Finsterwolde overleed op 5 Januari
1.1. de heer E. Wever, tot September 1912
onderwijzer aan de klassen voor M. U. L. O.
van de toenmalige Jongensschool in de Hee
renstraat.
De overledene, die zich tijdens zijn werk
zaamheid alhier weinig op den voorgrond
plaatste, wist ondanks zijn wankele gezond
heid en de ongunstige omstandigheden,
waaronder hij, tengevolge van de toenmaals
geheel onvoldoende inrichting van het
M. U. L. O., moest werken, gunstige resul
taten te bereiken. Zijn oud-leerlingen zullen
dan ook het bericht van zijn overlijden met
leedwezen vernemen.
De heer Wever, die sedert kort lid van
den gemeenteraad zijner geboorteplaats was
bereikte den leeftijd van 52 jaar.
The Bonnie Song.
Geer trui da van Vlade racken.
Wij hebben het gisteren weer opnieuw
betreurd, dat er niet in Amicitia nog 'n klei
nere zaal is voor meer intieme avonden, ge
lijk het concert van mevr. Van Vladeracken.
De holheid van de groote zaal, die bij der
gelijke kleine concerten zelden half vol is,
moest wel eenige afbreuk doen aan de
warme stemming welke de kunstenares wist
te tooveren.
Tooveren is wel het woord. Want
mevr. Van Vladeracken oefent 'n mystieke
macht door stem en gebaar, door gratie en
costuum. Hoe weet zij haar auditorium te
boeien, welk een expressie gaat er uit van
al wat zij voordraagt, en tegelijkertijd hoe
ongekunsteld, hoe sober, hoe ingehouden,
wars van doorzichtig effectbejag, bereikt zij
toch het hoogste effect. Vaak is het geen
gebaar doch slechts de schets van een ge
baar, het is haar houding, haar prachtige
standen, het is 'n shawl, 'n Schotsche hoofd
doek, ja 'n bloem in het haar, welke het pu
bliek brengt en houdt in den stijl en de stem
ming van het lied. Zij bezit de geheime
kracht die slechts van ware kunst uitstraalt.
En in haar gaan gepaard talent en fijne
smaak.
Het program vermeldde meest oud-Schot-
sche en Engelsche volksliederen, enkele
oud-Fransche en Nederlandsche. En het
zou ons wel heel moeilijk vallen te verkla
ren in welke zij het beste gaf. Zij doet de
liederen niet hooren, doch ook zien. Wij
hooren den zang en zien het gebeuren; het
lied wordt tevens 'n tafereel. Reeds bij het
eerste. God bless you, merry gentlemen,
bracht zij de aanwezigen diep onder den in
druk, en elk volgend lied gaf n nieuwe ont
roering. We konden ze alle wel noemen:
Hoe leit dit Kindeken, Jesus' Dood, Coma
lasses and lads. The Laird of Cockpen, en
vooral O Charlie is my Darlin', Le roi a fait.
battre tambour en het welbekende Chanson
Lorraine, dat gebisseerd moest worden. Van
woord en klank, van de melodie en den zin
van het lied ging niets verloren.
Het was 'n avond van schoonheid en
kunstgenot.
De kuntenaresse werd begeleid door Jan
Poortenaar, die zich zeer verdienstelijk van
die taak kweet, evenals bij zijn accompagne
ment van den jongen talentvollen fluitist
Paul Lower, die voor afwisseling en aan
vulling der entr'actes zorgde.
Onze handelsvertegenwoordi
ging in het buitenland.
De heer J. F. Lankamp heeft gisteren een
voordracht gehouden voor de Algemeene
Nederlandsche Exporteurs Vereeniging van
Wild, Gevogelte en Tamme Konijnen.
Wij ontvangen het volgende verslag
Spr. heeft onlangs gesproken over den
grooten economischen strijd die ons allen
na den oorlog te wachten staat en opgewekt
uwe organisatie zoo sterk mogelijk te ma
ken teneinde gereed te zijn wanneer streks
de wedloop der volken weder wordt voort
gezet in den strijd voor het bestaan. De oor
log heeft reeds zoo goed als alles omverge
worpen en de relaties welke wij met andere
landen hadden verbroken. Een geheel nieu
we tijd zal met den vTede worden ingeluid,
een tijd van groote krachtsinspanning van
elk bedrijf om niet uit het wereldverkeer te
worden verdrongen. Hoe de toestanden zul
len zijn na den oorlog in de gebieden waar
in onze belangen liggen kan nog niet bij
benadering worden voorzien, doch dit is
zeker, wanneer wij na het sluiten van den
vrede, mede zullen gaan wedijveren, om
markten in het buitenland te herwinnen of
te veroveren, wij alles moeten doen om het
buitenland weder vertrouwen In te boeze
men. Er kan niet genoeg worden gewezen
op de sluwe en slinksche practijken, de hen-
deistrucs van vele firma's en personen, de
consentenzwtndel en knoeierijen, weke van
een doortrapte vindingrijkheid geéuigea
gedurende dezen oorlog aan den dag go'
legd, waardoor de reputatie van onzen han
delsstand in het buitenland is gedaald u>'
schade van den eerlijken handel en van onz4
nationale industrie, landbouu en tuinbouw
Wij moeten niet uit het oog verliezen, da
het crediet van den koopman, het vertrouA
wen op zijn beuTs, staat of volt met het g»
loof aan zijn goede trouw en betrouwbaa*
heidmet krocht moet er noar worden got
streefd 't oude en grootelijks verbeurde ver
trouwen in onze oude stiptheid en degelijk/
heid op zokengebied weder in het buitenland
te herstellen. Er moet zooals van ouds -7
tusschen kooplieden een groot wederzijdsch'
vertrouwen heerschen. Wij Hollanders mna
ten ons kenmerken door oprechtheid, door
betrouwboarheid ten aanzien van verbinte
nissen, trouw aan het eens gegeven woord
en aan nauwgezetheid in het vervullen van
een gegeven belofte.
Dit is de allereerste voorwaarde om goe-<
de relaties te winnen en met kans op sue*
ces een duurzaam plaatsje op de groote we*
reldmarkt te verwerven.
Spr. verklaart, dat onze handelsvertegen-
woordiging in het buitenland niet In ord«
is. dat het hiermede zelfs zeer treurig ie
gesteld. De Nederlandsche consulaire dienst
die onze economische belangen heet te be
hartigen, doet zoo goed als nietshij is vol
leemten en gebreken en bovendien zeer lui.
Wij hebben te veel honoraire en te weinig
beroeps-consulaire ambtenoren waaronder
er vele zijn van vreemde nationaliteit aan
wie niet eens in het Hollondsch kon worden
geschreven. En de beroepsconsuls hebben
meestal hunne positie oon protectie te dan
ken, niet aan hun aanleg, hetgeen toch een
eerste vereischte is om te weten of zij voor
het beroep eenige geschiktheid bezitten.
Grondige, actueele kennis van onze econo
mische belangen moeten wij bij hen niet
zoeken.
Van hunne werkzaamheid krijgen wij nie(
veel meer te zien dan een rapport of ver*
slag van de plaats gehad hebbende in- en
uitvoeren van het land waar zij ziin gevestigd
en dat wordt nog meestal aan de zorg van
klerken overgelaten. In Indië kreeg spr. den
indruk dat een grooten staat voeren en par
tijtjes geven den Hollandschen consuls b®<
ter zou zijn toevertrouwd dan het aanknoo-
pen van relaties, terwijl, wanneer het om
commercieele voordeelen ging, de hono
raire consuls hunne familie of vrienden
daarvan lieten profiteeren. Hoe geheel ai*
ders wordt er in Indië door de consuls van
Amerika, Japan en Duitschland gewerkt, oi*
danks den oorlog! Zij léggen de hand op,
alles wat maar geacht kan worden hun land
vooruit te brengen.
Onder deze omstandigheden zijn door hel
actieve optreden van de handelsagenten van
andere landen reeds voor den oorlog afzet
gebieden voor ons verloren gegaan cn za
gen wij een deel onzer Indische product®®
via Hamburg en Bremen naar de landen van
bestemming gaan. Het scheelde niet veel
of onze productenhandel zou in vreemd®
handen gekomen zijn en wij hobben het aan
het energieke optreden der Nederlandsche
Handcl-Maatschappij te danken, dat nog een
goed deel voor onze nationale markt behou
den bleef, terwijl ondernemende industri-
eelen reizigers uitzonden en zoodoende de
inlichtingen verkregen welke zij noodig had
den om de met zooveel moeite veroverde
afzetgebieden te behouden.
De oorlog heeft ons wakker geschud en
er zijn aanwijzingen dat -krachtige mannen
op handelsgebied zich met deze aangelegen
heid gaan bemoeien, zoodat een algeheel®
reorganisatie van het consulaatwezen en
herziening van het instituut der Kamers van
Koophandel niet lang meer op zich zal laten
wachten. De indiening van het ontwerp van
wet tot de instelling van een handelsregis
ter is de eerste stap in de goede richting.
Bij een goed georganiseerde handelsver
tegenwoordiging, liefst met monsterkamer,
hebt gij allen, die exporteurs fijt, veel be
lang, en wil spr. u gaarne opwekken om Hj
de aanstaande verkiezing van leden voor
de Tweede Kamer uwe stem uil te brengen
op personen van wie gij overtuigd zijt, dat
rij een open oog voor onze economische be
langen hebben, van wie stuwkracht uitgaat^
die mannen zijn van de daad.
Het consulaat mag een eervolle post Wij
ven, maar er moet hord worden gewerkt ter
bevordering van den afzet onzer producten,
de consul moet evenals de koopman hierin
slagen. Bij koop en verkoop sla-u de koop
man zijn aandacht op de omstandigheden en
toestanden, stelt zich op de hoogte van de
eischen der markt om daaruit te besluiten op
welke wijze het voordeeligst zaken kunnen'
worden gedaan en juist deze omstandighe
den en toestonden moet hij door de werk
zaamheid onzer consulaire ambtenaren in
het buitenland leeren kennen. Deze moeten
als handelsagenten van hun land geheel on
partijdig en onafhankelijk ziinzij moeten
zijn een vraagbaak voor onzen handel en op
diligente wijze alle mogelijke inlichtingen
verstrekken en tot het afsluiten van trans
acties m spoedeischende gevallen zelfs hun
tusschenkomst verleenen. Het moeten ener
gieke ondervindingrijke personen zijn, van
wie kan worden verwacht dat zij de markten,
haar eigenaardigheden en capaciteiten
spoedig leeren kennen tn het land waarheen
rii worden gezonden, want naast zaken en
productenkennis wordt een beproefde erva
ring vereischt om aan de inlichtingen en
adviezen oveT zulke belangrijke zaken eenige
waarde toe te kennen. Proefnemingen mei
personen die nog bewijzen moeten of zij
voor het beroep geschikt rijn, zouden tot
groote teleurstellingen en verliezen aanlei- i
ding kunnen geven. Onze handelsvertegen
woordigers moeten zich ook vrijelijk be
wegen kunnen en derhalve niet beslist aan
hun standphMiU gehouden behoeven te ^j*i