O UDERS Uns Onderwijs. FEUILLETON. 16e Jaargang, Wo. 143 iBONIHISPRIIS Ton rLt Z per post 2.00. per week (met gratis verrekering tegen ongelukken) f 0.14. afzonderlijke nummers f OM. Wekelijkseb bijvoegsel «De Holkndsche Hotivroav (onder redactie van Thérise Hoven) 3 maanden 50 cent. Wekelgksch byvoegsel S» DE EEMLANDER" »Xp0r*ldrcYue« per 3 msanden 60 cent. 2e Serie. De taak Tan den Schoolarts. (Slot,) Boor M. Tan der Hoeve, schoojarls te Amersfoort. De combinatie van eischen, nu die aau dit Schooltoezicht moeten worden gesteld, n.l. be kendheid met bouwhygiène, ondcrwijshygiènc en daarnaast medische bevoegdheid, maken bet ambt van schoolarls tot een speciaal vak, dat nergens als zoodanig onderwezen wordt, «oodat zijne beoefenaars moeten worden ge- recruteerd uit hel corps van artsen, waarvan ieder zich geheel moet inwerken in het nieu- jce ambt. Het ontbreken an speciaal opgeleide school artsen heeft dan ook de gemeentebesturen voor de groote mocielijklieid gesteld, welke arst als schoolarts moet gekozen worden: al- gemeene medici of specialiteiten cn indien men aan specialiteiten de voorkeur geeft of •dan een oogarts, een keel-, neus- oorarls. een .zenuwarts of huidarts de meest geschikte is. Deze moeiclijkheld is vrij groot cn in verschil lende gemeenten is men dan ook lot verschil lende oplossing gekomen. Daarnaast doen zich twee andere vraagpun ten voor: vooreerst de finanticele, ten tweede of de schoolarts alle contact met liet ziekbed mag verliezen. Voor vele gemeenten zijn bij het oplossen dezer quaesties beide tegelijk* be handeld. Hei aanstellen van een schoolarts met verbod van practijk toch. is voor vele kleinere gemeenten een vrij kostbare zaak, ter wijl een zeer laag salaris, zonder bijver diensten het ambt weinig aanlokkelijk zou maken. Belangrijker-echter is de moeielijk te beantwoorden vraag in hoeverre het ge- iwenscht is, dat de schoolarts geheel ambte naar is cn zijn contact met het ziekbed geheel verliest, evenwel wordt in de meeste gemeen ten deze hoogst belangrijke quaostie geheel af- hanklijk gemaakt van de finantiëelc. De oplossing intusschcn, en hiermede hel ambt van schoolarls, is in verschillende ge meenten gehoed en al verschillend. Naast de gemeenb-u die ambtenaar schoolartsen heb ben, zooals den Haag en Groningen, staan er die schoolartsen aanstellen z. g. n in hoofd ambt met vergunning van beperkte practijk, izooals hier in Amersfoort, en daarnevens vindt men andere waar de practijk hoofdzaak is en het schoolartsschap als bijzaak wordt be schouwd en nog andere waar de armendok- ter tegelijk als schoolarts functioneert. Dc menigvuldigheid der wethouders bewijst wel. dat het ideaal nog niet gévonden is, ter wijl bij het zoeken naar één goede, uniforme oplossing de vraag hoeveel kinderen één schoolarts voor zijne rekening mag hebben, ook nog de aandacht komt vragen, hoewel ook voor deze vraag door de gemeentebesturen de oplossing wordt gegeven, rekening houdend met de beide vorige meer dan met de vraag zelf. Hoe verschillend ook in de verschillende plaatsen het ambt van schoolarts is* hoe uit- cenloopend het aantal der aan hen toever trouwde kinderen, hoe verschillend de spe ciale voorstudie der verschillende beklceders van bet ambt ook is, hunne taaie is en blijft in de eersteplaats bescherming van het schoolkind tegen de gevaren der school. "Welke andere arbeid, 't zij sociaal, 't zij statistisch daarnaast ook worden verricht, deze taak is de voornaamste. Van belang is het dus te welen in welk op zicht de school, het onderwijs schade kan doen en in groote trekken kan gezegd wor den, dal dit mogelijk is: lo. door het overbrengen van besmclterij in de school; 2o. door foutqn in de inrichting of hel ge bruik van school en leerbehoeften en In het onderwijs: 3o. door fouten en houding van het kind; 4o.-door aandoeningen of lichaamsgebreken van het kind, die door het schoolgaan wor sen verergerd. Het beletten, dat de school overbrenger van HOOFDREDACTEUR: M«. D. J. VAN SCHAARDENBURG UITGEVERS: VALKHOFF Co BUREAUARNHEMSCHE POORTWAL, HOEK utrechtschest*. INTERCOMM. TELEFOONNUMMER 513 Dinsdag IS Januari 1918 dienstaanbiedingen 1-5 regels f 0.50. groote letters naar plaatsruimte. Voor handel cn bedrijf best. lQ rcer voordcelige bepalingen tot het herhaald adwr. teeren in dit Blad, bij abonnement. Eene circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. besmeltingskicmeu wordt, door het consla- teeren van deze kiemen bij andere kinderen enz., door het doen behandelen en zoo noo- dig verwijderen van besmette kinderen of onderwijzers is natuurlijk van groot belang Evenzeer is het van belang te controlceren de verlichting, ventilatie, banken, verwarming, het stof opjagen, het reinigen van gebouw, lokalen, gangen en privaten; de watervoorzie ning cn zooveel meer. Daarnaast kan de in richting van leerboeken hnndwerkbenoodigd- lieden enz., schadelijk zijn en niet mindcY be dreigen hel kind gevarem door vcrdeeling der leerstof enz. enz. Het kind zelf kan foute houdingen aanne men, scheefzillen, kromzitten enz. en aldus 'schade lijden vooral als ruggegraals- of oog afwijkingen de mogelijkheid daarvan nog ver- hoogen. En ten slotte kan het kind lichamelijk of geesteiijk ziek zijn en daardoor tengevolge van het schoolgaan verergeren. Om nu hel kind te hulp te komen, wordt elk kind van hot eerste leerjaar geheel onder zocht maar alleen indiende ouders zich niet daartegen verzetten, liet 'denkbeeld van recht op bescherming wordt aldus met behoud der autoriteit der ouders doorgevoerd. In de tweede plaats worden de scholen geregeld door den schoolarls bTToehl cn dc kinderen die daarvoor in aanmerking komen nagezien, terv ijl dan tevens gebouwen enz. worden gecontroleerd. Dc school arts zelf behandelt dc kinderen niet, hij verwijst degenen die hij abnormaal „yindt nï«or hun eigen dokter. Naast deze belangrijkste opdracht van den schoolarts, staat hulp bij allerlei werk van sociaal hygicnischen aard waaraan hij hulp kan verleepcn, maar die niet in onmiddellijke, en onverbreekbare samenhang met zijn taak behoeven te staan, o. a. schoolbaden, school- vocding, vacanliekolonics, oprichten van scho len voor buitengewoon onderwijs, dus voor Achterlijken, voor prae-luberculeusen, voor spraakgebrekkigen enz. Toch eischen ook deze onderwerpen zijn aandacht en zeer lijkt het mij voor Amersfoort gewenscht te onderzoe ken, in hoeverre hét mogelijk zal blijken, dal de nu reeds schoolgaande achterlijke kinderen in ééne klasse of school vcreenigd worden, zoowel ter wille van hen zelve als lerwille van de normalen wier vorderingen zij belemme ren. Met deze, misschien onvolledige, beschrij ving van het werk van den schoolarts, meen ik te kunnen volstaan, men ziét, scherp om lijnd is de werkking«niet maar zeer duidelijk omschreven is de hoofdtaak: het aanbieden van bescherming van elk kind individueel tegen het risico, dat het voldoen aan de leer plicht doei loopen. BüffËNLANP" Politiek Overzicht De boodschap vaft Lansing. I. Wij hebben in de laatste dagen vele ver klaringen van bewindslieden der Entente ge hoord, die ons hebben geleerd v,*at het oor logsdoel is, waarvoor de Entente na, den af val van Rusland, die door een deel van het vroeger verkondigde programma een streep heeft gehaald, nog strijdt. President Wilson heeft in veertien punten een volledig pro gramma gegeven voor eene vredesconfe rentie, waarvan 't alleen maar jammer is, dat er de uitnoodigingen tot het zenden van gevolmachtigden naar zulk eene conferentie aan ontbraken. Was men maar zoo ver, dat zulke uitnoodigingen konden worden uitge zonden! Wanneer de wederzijdsche gevol machtigden zich samen aan de conferentie tafel zetten, zou men de vredesprogranxcim's kunnen toetsen aan wat bereikbaar is. Er zou dan dadelijk heelwat afvallen en men zou kunnen trachten een grondslag te vinden om tot elkaar te komen wat de andere punten betreft. Maar voorshands ontbreekt daarvoor nog de stemming. Men- verlangt de zijde van de Entente nog, dat de regeeringen nen de volken den weg zuilen wijzen, die voert naar de overwinning. Die stemming vindt men uitgedrukt in de motte, waarmee de Fransthe Kamer in het laatst van de vorige week een debat over het buitenlandsche regeeringsbeleid beslo ten heeft. Daarin wordt c-ezegd, dat de Ka mer op de regeering vertrouwt „tot krach tige voortzetting van den oorlog voor .het verkrijgen van volledig herstel voor de ge pleegde machtsmisbruiken en de vestiging van de heerschappij der gerechtigheid in de internationale betrekkin; en en de overwin ning van de democratie.' Men wil dus volharden in den strijd, die reeds zooveel heeft gekost. Het Journal heeft in zijn nummer von -1 Januari berekend, dat op 31 December 1917 de Fronsche staats-, schuld bedroeg 112 milliardth francs en dat de belastingdruk sedert 1 Am-ustus 1914 is toegenomen met 3 milliard. Met 1 Jan. 1918 zijn er bijgekomen aan nieuwe belastingen 1266 millioen francs, waarbij met 1 April nog 504 millioen meer zullen komen; maar de dienst van rente en aflossing der staats schuld is daarmee op yerreno niet gedekt. Toch predikt n\en volhouden id den strijd, want het gaat nu werkelijk om de laatste loodjes. Kenschetsend voor de stemming, die in het Fransche volk heerscht, is een artikel in de Progrès de Lyon. een links repuhiikeinsch blad, dat or.der het op schrik: „Beslissende urén" den toestand van Frankrijk bij het begin van hel nieuwe oor logsjaar aldus beschrijf „Het jaar 1917 heeft de verwachtingen van de geallieerden niet vervuld. Het begon onder gelukkige auspic-, van het treden van Amerika in den oorlog. Maar reeds spoedig daarna heeft het vruchtelooze en moord dadige offensief, dat den 16en April aan ving, de geestdrift bekoeld van hen, die in de overmacht van onze leger-effectiefs de zekerheid van een snelle en beslissende overwinning zagen. Vervolgens heeft de Russische omwenteling de geesten in ver warring gebracht. Bij de ongerustheid, die zij deed ontstaan, kwam spoedig de bezorgd heid wegens de economische moeilijkhe den, dre ziin voortgekomen uit den Uboot- oorlog en den ongunsngen oogst. Eindelijk bracht het einde van het jaar den afval van de maximalisten, het terugwijken van de Italianen en eene weinig goeds belovende, door schandaalzaken van smartelijk en aard teweeg gc-brachte be*oering in het eigen land. Dit is een 'fretJHge balans cn iodh moeten wij zonder zwakheid de waarheid onder de oogen zien. Het oogenblik zou bijzonder slecht gekozen zijn zich aan klach- ten over te geven, want zeker zijn wij het uur der beslissing nabij gekomen. Van de ge beurtenissen, die zich in de eerste maanden van het jaar 1918 zullen afwikkelen, hangt het lot van den oorlog en misschien liet lo» van de vrijheid in de wereld af. Het uur is uit een militair oogpunt beslissend Van iedere ernstige zorg naar den kant van Rus-_ land bevrijd, kunnen de centrale mogendhe den een grooten slag in het w-esten beproe ven voordat de groote Amerikaansche con tingenten kunnen ingrijpen; zij bereiden z:ich voor hunne geheele gewapende macht en al hun militair genie in actie te brengen. De strijd dreigt verschrikkelijk en van voorbeel- delooze hevigheid te worden. Zal zijne uit komst beslissend zijn Het is geoorloofd dit te gelooven. Wat zouden onze vijanden rog kunnen hopen, wanneer ondanks hunne hoogste krachtsinspanning de pogingen mis lukten 4oor het stalen pantser te breken, dat zich van de Noordzee tot de Vogeezen uit strekt Zoo vertolkt deze stem de verwachtingen, die in het begin van dit oorlogsjaar de ge moederen in Frankrijk vervullen. Ondanks den toon van hoop, die aan het slot wordt aangeslagen, is er duidelijk een ondertoon van groote bezorgdheid in te herkennen. Dubbel welkom moet daarom de boodschap klinken, die uit New-York is gekomen van staatssecretaris Lansing, waarin het hoofd van het departement van buitenlandsche zaken cl er regeering van dc Vereenigde Sta ten heeft verkondigd: „Wij'^oan voort met dezen oorlog. Wij moeten overwinnen ter wille van de menschheid cn wij zullen over winnen." uf oorfog, B r e s t-L i t c v. - 13 Jan. (W.-B.). Den llen con-'i'.r erdé zich de Duitsch- O.-H.-Russier' missie tot behandeling van d>e ten' -stiën. Zij hield den llen en 12er. .tge zittingen, die den volgenden loop rtnëïï: Na eene korte inleidende discussie over formeele kwestiën werd in de beraadslagin gen allereerst vastgesteld, dut in de eerste plaats in het te sluiten vredesverdrag de be ëindiging van den oorlogstoestand tusschen de oorlogvoerende partijen moest worden uitgesproken. Daarentegen weigerde Trotzki, in aansluiting hieraan uit te spreken, dat de het verdrag sluitende partijen besloten zijn voortaan in vrede en vriendschap te leven. Hij vond, dat dit een decoratieve fraze was, die niet den aard der betrekkingen kentee- kende, welke in de toekomst tusschen het Russisohe volk en de volken van Duitscn- land en Oostenrijk-Hongarije zouden be staan. Hij hoopte, dat geheel andere dingen de betrekkingen tussohen de volken zouden beïnvloeden. Na discussie over dit punt werd besloten op dit onderwerp op een later tijdstip nog maals terug te komen. In den verderen loop der besprekingen werd vastgesteld, dat er overeenstemming over bestond de ontruiming van de door beide oorlogvoerende partijen bezette ge bieden principieel op den grondslag van voile wederkeerighcid te stellen in dier voe ge, dal de ontruiming van de bezette Rus sische gebieden moest worden vastge knoopt aan de ontruiming van de door Rus- lend bezette gebieden van Oostenrijk-Hon- garije, Turkije en Perzië. In een later sta dium der besprekigen werd Perzië uit dit verband geschrapt omdat het geen oorlog voerende partij was. Trotzki stelde voor aan het slot de zinsne de op te némen: „Rusland verbindt zich zoo spoeJrg manlijk xijnc - Loepen. -uit het-fje- bied van het bezette neutrale Perzië te ver wijderen"; hij zeide, dat hij geen andere re den tot deze verandering had dan den wensch het schreeuwende onrecht "te doen uitkomen, dat door de vroegere Russische regeering tegenover een neutraal land is be gaan. Hierover merkte staatssecretaris von Kühlmann op, dat hij deze verklaring des te meer begroette, omdat aan de zijde van de centrale mogendheden voor het oude kui tuurvolk der Perzen, de levendigste sympa thie bestond en zij niets liever wenschten dan dal de Perzen in de toekomst vrij van onderdrukking hunne nationale kuituur zou den kunnen beoefenen. Daarna kwam de vraag aan de orde, op welk tijdstip de ontruiming van het bezette gebied zou moeten geschieden. Het Duitsche voorstel strekte, dat de ontruiming zou wor den vastgeknoopt a r. hei tijdstip waarop Rusland na het sluiten an den vrede zijne strijdkrachten zou hebben gedemobiliseerd. De ontruiming van de bezette gebieden aan de verrichte demobilisatie te binden is hier om noodig, omdat er gevaar bestaat, dat Rusland, voordat zijne strijdkrachten gede mobiliseerd zijn, ten gevolge van verande ringen in zijn regeeringsslolsel van zijne plannen in de gelegenheid zou zijn weer of fensieve operaties uit te voeren Trotzki drukte daartegenover den wensch uit, dat de ontruiming van de bezette ge bieden parallel met den loop van de demo bilisatie moeten verloopen, waarover een nadere regeling zou zijn te treffen. Kühlmann wees er nog op, dat volgens het Russische voorstel de ontruiming van het bezette gebied tot het sluiten van den algemeenen vrede zou moeten worden uit gesteld, waarna de beraadslagingen over dit punt werd afgebroken. Nu kwam de vraag aan de orde over welke deelen van het bezette gebied de ontruiming zich zou moeten uitstrekken. Kühlmann ver klaarde hierover, dat uit de definitieve „onN ruiming" blijkt, dat zii zich slechts uitstrekt tot die bezette gebieden, die nog deelen zijn van het gebied van den staats, waarmee vrede gesloten wordt. Tot de gebieden, die bij het intreden van den vrede niet meer deel uitmaken van dit staatsgebied, strekt zij zich niet uit. Kühlmann vcrkloarde vérder, dat moet •worden onderzocht of en welke deelen van het voormalige Russische gebied bij het tre den m den vrede nog kunnen worden be schouwd als tot het Russisch gebied behoo- rend. De Russische regeering heeft overeen komstig hare beginselen voor alle in Rusland levende volken zonder uitzondering en tot hunne volledige afscheiding gaand recht van zelfbepaling geproclameerd. Wij bewe ren, dot in de uitoefening van dit recht van zelfbepaling in een deel van de door ons bezette gebieden de tot vertegenwoordiging van de betrokken volken feitelijk gevolmach tigde lichamen hun zelfbepnlin';srech( in den zin van afscheiding van Rusland zoodanig hebben uitgeoefend, dat naar onze opvatting deze gebieden heden ni«t meer kunnen wor den beschouwd als behoorende tot het Rus sische rijk in ziin vroegeren omvang. Hierop verklaarde Trotzky: Wij handhaven onze verklaring in haar vollen mvang, dat dc volken, die het Russische gebied bewonen, zonder invloed von buiten recht op zelfbe paling hebben en wel tot de afscheiding van Rusland toe. Wij kunnen echter de toepas sing van dit beginsel niet anders erkennen dan tegenover de volken zelf en niet tc en- over zekere bevoorrechte gedeelten er van. Wij moeten de opvatting van den voorzitter der Duitsche delegatie afwijzen, die hiertoe strekt, dat de wil in de bezette gebieden zich door feitelijk gevolmachtigde organen heeft j*eujt want die organen kunnen zich niet beroepen op de door ons geprocla meerde beginselen. In aansluiting aan deze principieele ver- toogen ontwikkelde zich een lang theore tisch debat over de vraag onder welke om standigheden en op welk tijdstip een nieuwe staat ontstaat door afscheiding van een be standdeel van een bestaanden staat. Staats secretaris von Kühlmann vat het standpunt der centrale mogendheden in deze kwestie aldus samen: Onze opvatting is, dat er stantspersoonlijkheid ontstaat en in staat is rechtsverbindende verklaringen over do grondslagen van haar bestaan af te leggen, zoodra een als orgaan geschikt vertegen woordigend lichaam als uitdrukking van den niet twijfelachtigen wil der meerderheid van het betrokken volk het besluit tot zelfstan digheid kenbaar maakt. Hij 'herinnert hierbij aan de voorbeelden van Finland en de Ukraine, die zich in den zin van de van Duitsche zijde ontwikkelde beginselen go constitueerd hebben. Trotzki houdt hiertegenover vast nan hef door hem voorgestane standpunt en zegtl Wat Finland betreft, dat is niet bezet doof vreemde troepen en de wil van het Finsch< Men kan de menschen beoordeelen naar ée dingen waarom zij lachen. Astrld Ehrencron-Müller. het i'I l'ieb door Betsy Bakke r—N o r t. Men kon er dwars door heen zien. Buiten in dc vestibule stonden beide deuren open, aan de zijde van den tuin en van den hof, en er lagen altijd massa's overschoenen, schoenen en lage schoentjes, die in een vaart uitgeworpen waren, terwijl de voeten nog in beweging -vyaren. En als men de deur van de woonkamer slechts opendeed, dan gebruikten dc witte gor dijnen dadelijk de gelegenheid om uit dc ver gulde ketenen te springen en zich op tc bla zen, precies alsof er een paar danslustige meisjesbeenen hi staken. En Ingeborg's moeder, wat was ze toch jong ön vroolijk, niettegenstaande die geschiedenis met haar man. Ze droeg altijd lichte, ruimgeptooide japon- aken die rondom baar wapperden, als ze liep. Ze liep trouwens nooit, ze had zulk een won derlijke manier o© door de kamer te vliegen door de wapperende tocht, kleine Ove achter haar, al dansende, met de krullen rondom het hoofd. Ze had dezelfde bruine oogen als Ingeborg en hetzelfde wat dunne', glanzende haar, maar zij was veel donkerder van teint. En Inge borg stak wel een half hoofd boven haar uit. Zij wilde zoo graag logee's op hel landgoed hebben in de vacanlic, maar Petersen zei nee. Petersen leek precies op een boer, hij stond altijd vlak voor dc deur, met de pet in de hand en met een dichtgeknepen mond, als om bevelen te ontvangen. Maar alles geschiedde zooals Petersen het wilde. „Hij heeft er immers meer verstand van," zei mevrouw Norup. Maar zc wilde toch zoo graag gasten hebben in dc vacantie. Mathiide bad haar er over hooren spreken met Peter sen. „Nee," zei hij. i Is al mooi genoeg zoo. Slechter goed hébben wc nooit gezien." Hij sprak altüi' van „wij", als bij van zich zelf sprak. „Nu moeten - de varkenshokken op knappen. Ze worden bijna opgegeten door de ratten en door het vuil." „Ja, maar Petersen,"' zei Mevrouw Norup met hangend hoofd; ze had zulk een kinder lijke wijze de oogen weer op te slaan onder haar krulletjes, precies zooals Ingeborg. „Maar dan dansen wc van 't jaar in. 't ge heel niet." „Nee/' zong Petersen; hij sprak erg braaf; „dat kan ook gemist wrordcn." Toen ging hij heen. Mevrouw Norup zuchtte. „Maar u is altijd welkom hier. zoovaak u komt," zei ze tegen Matbildc. „Misschien hebben uw ouders ook zin eens een avond te komenfi Maar meest liep hel uit op groote wandelin gen met Mathiide en Ingeborg. IIcl was zoo mooi door de laan van Voldslrup, over dc weide naar de fjord van Lijcrsbaerg. Daar kon me:dv u over hel water naar Iljorbaek zién, dal daar feestelijk in dc zon lag tc blinken met zijn pannendtUcen. De vissclicysnctten hingen als een gouden net tus schen de stokken aan hel strand, de schubben van de haring kleefden aan de louwen, en door de mazen heen zag men de zee* En in den schuimrand lagen de blauwe leege mosselschelpen, cn de kwallen stonden als sterren in het witte zand. Maan Ingeborg gaf niets om den nnluur. ze wilde altijd maar praten. „Laten wc nu eens een poosje bob1 L it." zei ze, terwijl zc liaar arm onder dien van Mathii de slak, zoodra ze buiten waren. „Vertel me nu eens, gingen jekii nooit om met de menschen, die vóór ons op Kougslev- gaard woonden," vroeg ze eens. „Nee, ik geloof, dal vader en móeder von den, dat ze zoozoo vreemd waren." „Nou dan wil ik er mijn zaligheid wel om verwedden dat ze ons nog veel vreemder zul len vinden." zei Ingeborg lachend. „Zoo als mama is, cn dat ze gescheiden is van vader, en alles. Ze wieten immers niet hoe lief klein moedertje is. Ze komt trouwens gauw eens een deftige visite maken, met grootmoeders erepe sjaal cu handschoenen aan, natuurlijk in een rijtuig, en speelt dan voor de deftige dame." Eu op een dag in den zomer daar kwam Mevrouw Norup aanrijden. Maar Mftthiide's ouders hielden niet Yan haar. „Zc is mei van de onzen." zeiden ze hoofd schuddend tegen elkaar 's avonds, toen ze aan tafel zaten, en vader zijn patiencekaarlen voor den dag had gehaald. Lieve hemel, deugde dan niets op de wereld dat niet op hen geleek? Kon er niets goeds buiten hen zijn, of ook slechts bijna goed, zelfs al zag hel cr anders uit? Of hadden ze mis schien gelijk? Dan tyeleekcnde het immers niets, als zc zoo iets zeiden, als zc lock volko men overtuigd waren, dat dc menschen moesten zijn zooals zij waren. En zij waren nu eenmaal ook zoo voorbeeldig cn rechtvaardig in alles. Maar kleine Ove was mee geweest. En liij had met zijn blonde krullen lusschen al die oude, donkere meubelen rondgevlogen als-^cn vlinder, en met open mond had hij naar de platen gekeken; hij was^op en neer van het laddertje geklauterd met de koperen leuning,k en hij was van de bovenste trede gesprongen en had geschreeuwd van plciziér. Mathiide was zoo bang geweest voor haar ouders, en ze had-den gehcelcn lijd van den kleinen' jongen naar hen gekeken. Maar vader had zoo veel schik gehad in den kleinen jongen. Hij mocht „langs de goot" glij den. over de lange, in huis geweven loopers in de eetkamer en hij mocht den porseleinen man met de bierkruik op zijn buik, van de plaats tillen en een oogenblikje zelf in de hand hou den. En hij kwam gauw terug. In '1 begin met Ingeborg, later sloop hij weg als hij maar kans zag; dan holde hij over de velden, zoo dat zijn gele schoentjes zwaar van klei wa ren, en ze met eeu mes sckodngekrabt moésten worden. En altijd vroeg hij naar „den ouden man' Dat is grootvader, had liij den eersten keer gezegd, toen hij hem zag, cn lalcr noemde hij hem aKijd zoo. Dan moest er een boodschap naar ICongGi levgaard dat dc jongen cr was, en de bod* kwam terug met de boodschap, dat mevrouw Norup hoopte dat Ove niet lot last was; tcgeü den avond zouden ze hom komen halen. Maai! liet kon gebeuren dat het negen, tien uur wcixh cu nog niemand kwam er. „Wat een regel is er !n die huishouding.' zeide de oude heer, en ze hadden medelijden met Ove. Maar Ove amuseerde zich buitensporig. Hi| zal op de treden van het trapje en bekeek dé oude prentenboeken mot de sterke»»stralend# kleuren. En 's avonds zat hij, met zijn stoel dichft legen de tafel, met bewondering nanr grooU' vaders patience tc kijken. Daar zat dan de oude heer als een koning in zijn stoel, klopte grondig rijn pijp uit, ier« wijl hij zich bedacht Hij had een machtigen lok over zijn linker oog, dat leek zoo moöb Als hij dan dc kaart gevonden had, die ver» legd moest worden, nam hij de pijp uit zijni mond, cn wees er naar met den stoel. En dan nam Ove die met voorzichtige vingertjes op en legde haar op de plaats. „Als ik oud word," zei de jongen, „dan wï ik ook zoo zitten met een wilton lok in het haar, cn dan rook ik mijn pijp, en ben dc aller^ oudste in huis. En dan wil ik ook kaart len en met mijn pijp wijzen, en mijn kleinor jongen de kaarten laten verleggen." Midden In het spel hoorde hij hoe Mathildej moeder op het houten bankje klom, om d* Bornholmcr klok op te trekken. (Wordt ssryolg&l

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1918 | | pagina 1