O UDERS
Uns Onderwijs.
FEUILLETON.
16e Jaargang, Wo. 143
iBONIHISPRIIS Ton rLt Z
per post 2.00. per week (met gratis verrekering
tegen ongelukken) f 0.14. afzonderlijke nummers
f OM. Wekelijkseb bijvoegsel «De Holkndsche
Hotivroav (onder redactie van Thérise Hoven)
3 maanden 50 cent. Wekelgksch byvoegsel
S»
DE EEMLANDER"
»Xp0r*ldrcYue« per 3 msanden 60 cent.
2e Serie.
De taak Tan den Schoolarts.
(Slot,)
Boor M. Tan der Hoeve, schoojarls te
Amersfoort.
De combinatie van eischen, nu die aau dit
Schooltoezicht moeten worden gesteld, n.l. be
kendheid met bouwhygiène, ondcrwijshygiènc
en daarnaast medische bevoegdheid, maken
bet ambt van schoolarls tot een speciaal vak,
dat nergens als zoodanig onderwezen wordt,
«oodat zijne beoefenaars moeten worden ge-
recruteerd uit hel corps van artsen, waarvan
ieder zich geheel moet inwerken in het nieu-
jce ambt.
Het ontbreken an speciaal opgeleide school
artsen heeft dan ook de gemeentebesturen
voor de groote mocielijklieid gesteld, welke
arst als schoolarts moet gekozen worden: al-
gemeene medici of specialiteiten cn indien
men aan specialiteiten de voorkeur geeft of
•dan een oogarts, een keel-, neus- oorarls. een
.zenuwarts of huidarts de meest geschikte is.
Deze moeiclijkheld is vrij groot cn in verschil
lende gemeenten is men dan ook lot verschil
lende oplossing gekomen.
Daarnaast doen zich twee andere vraagpun
ten voor: vooreerst de finanticele, ten tweede
of de schoolarts alle contact met liet ziekbed
mag verliezen. Voor vele gemeenten zijn bij
het oplossen dezer quaesties beide tegelijk* be
handeld. Hei aanstellen van een schoolarts
met verbod van practijk toch. is voor vele
kleinere gemeenten een vrij kostbare zaak, ter
wijl een zeer laag salaris, zonder bijver
diensten het ambt weinig aanlokkelijk zou
maken. Belangrijker-echter is de moeielijk te
beantwoorden vraag in hoeverre het ge-
iwenscht is, dat de schoolarts geheel ambte
naar is cn zijn contact met het ziekbed geheel
verliest, evenwel wordt in de meeste gemeen
ten deze hoogst belangrijke quaostie geheel af-
hanklijk gemaakt van de finantiëelc.
De oplossing intusschcn, en hiermede hel
ambt van schoolarls, is in verschillende ge
meenten gehoed en al verschillend. Naast de
gemeenb-u die ambtenaar schoolartsen heb
ben, zooals den Haag en Groningen, staan er
die schoolartsen aanstellen z. g. n in hoofd
ambt met vergunning van beperkte practijk,
izooals hier in Amersfoort, en daarnevens vindt
men andere waar de practijk hoofdzaak is en
het schoolartsschap als bijzaak wordt be
schouwd en nog andere waar de armendok-
ter tegelijk als schoolarts functioneert.
Dc menigvuldigheid der wethouders bewijst
wel. dat het ideaal nog niet gévonden is, ter
wijl bij het zoeken naar één goede, uniforme
oplossing de vraag hoeveel kinderen één
schoolarts voor zijne rekening mag hebben,
ook nog de aandacht komt vragen, hoewel ook
voor deze vraag door de gemeentebesturen de
oplossing wordt gegeven, rekening houdend
met de beide vorige meer dan met de vraag
zelf.
Hoe verschillend ook in de verschillende
plaatsen het ambt van schoolarts is* hoe uit-
cenloopend het aantal der aan hen toever
trouwde kinderen, hoe verschillend de spe
ciale voorstudie der verschillende beklceders
van bet ambt ook is, hunne taaie is en blijft
in de eersteplaats bescherming van het
schoolkind tegen de gevaren der school.
"Welke andere arbeid, 't zij sociaal, 't zij
statistisch daarnaast ook worden verricht,
deze taak is de voornaamste.
Van belang is het dus te welen in welk op
zicht de school, het onderwijs schade kan
doen en in groote trekken kan gezegd wor
den, dal dit mogelijk is:
lo. door het overbrengen van besmclterij
in de school;
2o. door foutqn in de inrichting of hel ge
bruik van school en leerbehoeften en In het
onderwijs:
3o. door fouten en houding van het kind;
4o.-door aandoeningen of lichaamsgebreken
van het kind, die door het schoolgaan wor
sen verergerd.
Het beletten, dat de school overbrenger van
HOOFDREDACTEUR: M«. D. J. VAN SCHAARDENBURG
UITGEVERS: VALKHOFF Co
BUREAUARNHEMSCHE POORTWAL, HOEK utrechtschest*.
INTERCOMM. TELEFOONNUMMER 513
Dinsdag IS Januari 1918
dienstaanbiedingen 1-5 regels f 0.50. groote letters
naar plaatsruimte. Voor handel cn bedrijf best. lQ
rcer voordcelige bepalingen tot het herhaald adwr.
teeren in dit Blad, bij abonnement. Eene circulaire,
bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
besmeltingskicmeu wordt, door het consla-
teeren van deze kiemen bij andere kinderen
enz., door het doen behandelen en zoo noo-
dig verwijderen van besmette kinderen of
onderwijzers is natuurlijk van groot belang
Evenzeer is het van belang te controlceren
de verlichting, ventilatie, banken, verwarming,
het stof opjagen, het reinigen van gebouw,
lokalen, gangen en privaten; de watervoorzie
ning cn zooveel meer. Daarnaast kan de in
richting van leerboeken hnndwerkbenoodigd-
lieden enz., schadelijk zijn en niet mindcY be
dreigen hel kind gevarem door vcrdeeling der
leerstof enz. enz.
Het kind zelf kan foute houdingen aanne
men, scheefzillen, kromzitten enz. en aldus
'schade lijden vooral als ruggegraals- of oog
afwijkingen de mogelijkheid daarvan nog ver-
hoogen.
En ten slotte kan het kind lichamelijk of
geesteiijk ziek zijn en daardoor tengevolge van
het schoolgaan verergeren.
Om nu hel kind te hulp te komen, wordt
elk kind van hot eerste leerjaar geheel onder
zocht maar alleen indiende ouders
zich niet daartegen verzetten, liet
'denkbeeld van recht op bescherming wordt
aldus met behoud der autoriteit der ouders
doorgevoerd. In de tweede plaats worden de
scholen geregeld door den schoolarls bTToehl
cn dc kinderen die daarvoor in aanmerking
komen nagezien, terv ijl dan tevens gebouwen
enz. worden gecontroleerd. Dc school
arts zelf behandelt dc kinderen
niet, hij verwijst degenen die hij abnormaal
„yindt nï«or hun eigen dokter.
Naast deze belangrijkste opdracht van den
schoolarts, staat hulp bij allerlei werk van
sociaal hygicnischen aard waaraan hij hulp
kan verleepcn, maar die niet in onmiddellijke,
en onverbreekbare samenhang met zijn taak
behoeven te staan, o. a. schoolbaden, school-
vocding, vacanliekolonics, oprichten van scho
len voor buitengewoon onderwijs, dus voor
Achterlijken, voor prae-luberculeusen, voor
spraakgebrekkigen enz. Toch eischen ook deze
onderwerpen zijn aandacht en zeer lijkt het
mij voor Amersfoort gewenscht te onderzoe
ken, in hoeverre hét mogelijk zal blijken, dal
de nu reeds schoolgaande achterlijke kinderen
in ééne klasse of school vcreenigd worden,
zoowel ter wille van hen zelve als lerwille van
de normalen wier vorderingen zij belemme
ren.
Met deze, misschien onvolledige, beschrij
ving van het werk van den schoolarts, meen
ik te kunnen volstaan, men ziét, scherp om
lijnd is de werkking«niet maar zeer duidelijk
omschreven is de hoofdtaak: het aanbieden
van bescherming van elk kind individueel
tegen het risico, dat het voldoen aan de leer
plicht doei loopen.
BüffËNLANP"
Politiek Overzicht
De boodschap vaft Lansing.
I.
Wij hebben in de laatste dagen vele ver
klaringen van bewindslieden der Entente ge
hoord, die ons hebben geleerd v,*at het oor
logsdoel is, waarvoor de Entente na, den af
val van Rusland, die door een deel van het
vroeger verkondigde programma een streep
heeft gehaald, nog strijdt. President Wilson
heeft in veertien punten een volledig pro
gramma gegeven voor eene vredesconfe
rentie, waarvan 't alleen maar jammer is, dat
er de uitnoodigingen tot het zenden van
gevolmachtigden naar zulk eene conferentie
aan ontbraken. Was men maar zoo ver, dat
zulke uitnoodigingen konden worden uitge
zonden! Wanneer de wederzijdsche gevol
machtigden zich samen aan de conferentie
tafel zetten, zou men de vredesprogranxcim's
kunnen toetsen aan wat bereikbaar is. Er
zou dan dadelijk heelwat afvallen en men zou
kunnen trachten een grondslag te vinden om
tot elkaar te komen wat de andere punten
betreft. Maar voorshands ontbreekt daarvoor
nog de stemming. Men- verlangt de zijde
van de Entente nog, dat de regeeringen nen
de volken den weg zuilen wijzen, die voert
naar de overwinning.
Die stemming vindt men uitgedrukt in de
motte, waarmee de Fransthe Kamer in het
laatst van de vorige week een debat over
het buitenlandsche regeeringsbeleid beslo
ten heeft. Daarin wordt c-ezegd, dat de Ka
mer op de regeering vertrouwt „tot krach
tige voortzetting van den oorlog voor .het
verkrijgen van volledig herstel voor de ge
pleegde machtsmisbruiken en de vestiging
van de heerschappij der gerechtigheid in de
internationale betrekkin; en en de overwin
ning van de democratie.'
Men wil dus volharden in den strijd, die
reeds zooveel heeft gekost. Het Journal heeft
in zijn nummer von -1 Januari berekend, dat
op 31 December 1917 de Fronsche staats-,
schuld bedroeg 112 milliardth francs en dat
de belastingdruk sedert 1 Am-ustus 1914 is
toegenomen met 3 milliard. Met 1 Jan. 1918
zijn er bijgekomen aan nieuwe belastingen
1266 millioen francs, waarbij met 1 April nog
504 millioen meer zullen komen; maar de
dienst van rente en aflossing der staats
schuld is daarmee op yerreno niet gedekt.
Toch predikt n\en volhouden id den strijd,
want het gaat nu werkelijk om de laatste
loodjes. Kenschetsend voor de stemming,
die in het Fransche volk heerscht, is een
artikel in de Progrès de Lyon. een links
repuhiikeinsch blad, dat or.der het op
schrik: „Beslissende urén" den toestand van
Frankrijk bij het begin van hel nieuwe oor
logsjaar aldus beschrijf
„Het jaar 1917 heeft de verwachtingen
van de geallieerden niet vervuld. Het begon
onder gelukkige auspic-, van het treden van
Amerika in den oorlog. Maar reeds spoedig
daarna heeft het vruchtelooze en moord
dadige offensief, dat den 16en April aan
ving, de geestdrift bekoeld van hen, die in
de overmacht van onze leger-effectiefs de
zekerheid van een snelle en beslissende
overwinning zagen. Vervolgens heeft de
Russische omwenteling de geesten in ver
warring gebracht. Bij de ongerustheid, die
zij deed ontstaan, kwam spoedig de bezorgd
heid wegens de economische moeilijkhe
den, dre ziin voortgekomen uit den Uboot-
oorlog en den ongunsngen oogst. Eindelijk
bracht het einde van het jaar den afval van
de maximalisten, het terugwijken van de
Italianen en eene weinig goeds belovende,
door schandaalzaken van smartelijk en aard
teweeg gc-brachte be*oering in het eigen
land. Dit is een 'fretJHge balans cn iodh
moeten wij zonder zwakheid de waarheid
onder de oogen zien. Het oogenblik zou
bijzonder slecht gekozen zijn zich aan klach-
ten over te geven, want zeker zijn wij het uur
der beslissing nabij gekomen. Van de ge
beurtenissen, die zich in de eerste maanden
van het jaar 1918 zullen afwikkelen, hangt
het lot van den oorlog en misschien liet lo»
van de vrijheid in de wereld af. Het uur is
uit een militair oogpunt beslissend Van
iedere ernstige zorg naar den kant van Rus-_
land bevrijd, kunnen de centrale mogendhe
den een grooten slag in het w-esten beproe
ven voordat de groote Amerikaansche con
tingenten kunnen ingrijpen; zij bereiden z:ich
voor hunne geheele gewapende macht en al
hun militair genie in actie te brengen. De
strijd dreigt verschrikkelijk en van voorbeel-
delooze hevigheid te worden. Zal zijne uit
komst beslissend zijn Het is geoorloofd dit
te gelooven. Wat zouden onze vijanden rog
kunnen hopen, wanneer ondanks hunne
hoogste krachtsinspanning de pogingen mis
lukten 4oor het stalen pantser te breken, dat
zich van de Noordzee tot de Vogeezen uit
strekt
Zoo vertolkt deze stem de verwachtingen,
die in het begin van dit oorlogsjaar de ge
moederen in Frankrijk vervullen. Ondanks
den toon van hoop, die aan het slot wordt
aangeslagen, is er duidelijk een ondertoon
van groote bezorgdheid in te herkennen.
Dubbel welkom moet daarom de boodschap
klinken, die uit New-York is gekomen van
staatssecretaris Lansing, waarin het hoofd
van het departement van buitenlandsche
zaken cl er regeering van dc Vereenigde Sta
ten heeft verkondigd: „Wij'^oan voort met
dezen oorlog. Wij moeten overwinnen ter
wille van de menschheid cn wij zullen over
winnen."
uf oorfog,
B r e s t-L i t c v. - 13 Jan. (W.-B.).
Den llen con-'i'.r erdé zich de Duitsch-
O.-H.-Russier' missie tot behandeling
van d>e ten' -stiën. Zij hield den
llen en 12er. .tge zittingen, die den
volgenden loop rtnëïï:
Na eene korte inleidende discussie over
formeele kwestiën werd in de beraadslagin
gen allereerst vastgesteld, dut in de eerste
plaats in het te sluiten vredesverdrag de be
ëindiging van den oorlogstoestand tusschen
de oorlogvoerende partijen moest worden
uitgesproken. Daarentegen weigerde Trotzki,
in aansluiting hieraan uit te spreken, dat de
het verdrag sluitende partijen besloten zijn
voortaan in vrede en vriendschap te leven.
Hij vond, dat dit een decoratieve fraze was,
die niet den aard der betrekkingen kentee-
kende, welke in de toekomst tusschen het
Russisohe volk en de volken van Duitscn-
land en Oostenrijk-Hongarije zouden be
staan. Hij hoopte, dat geheel andere dingen
de betrekkingen tussohen de volken zouden
beïnvloeden.
Na discussie over dit punt werd besloten
op dit onderwerp op een later tijdstip nog
maals terug te komen.
In den verderen loop der besprekingen
werd vastgesteld, dat er overeenstemming
over bestond de ontruiming van de door
beide oorlogvoerende partijen bezette ge
bieden principieel op den grondslag van
voile wederkeerighcid te stellen in dier voe
ge, dal de ontruiming van de bezette Rus
sische gebieden moest worden vastge
knoopt aan de ontruiming van de door Rus-
lend bezette gebieden van Oostenrijk-Hon-
garije, Turkije en Perzië. In een later sta
dium der besprekigen werd Perzië uit dit
verband geschrapt omdat het geen oorlog
voerende partij was.
Trotzki stelde voor aan het slot de zinsne
de op te némen: „Rusland verbindt zich zoo
spoeJrg manlijk xijnc - Loepen. -uit het-fje-
bied van het bezette neutrale Perzië te ver
wijderen"; hij zeide, dat hij geen andere re
den tot deze verandering had dan den
wensch het schreeuwende onrecht "te doen
uitkomen, dat door de vroegere Russische
regeering tegenover een neutraal land is be
gaan.
Hierover merkte staatssecretaris von
Kühlmann op, dat hij deze verklaring des te
meer begroette, omdat aan de zijde van de
centrale mogendheden voor het oude kui
tuurvolk der Perzen, de levendigste sympa
thie bestond en zij niets liever wenschten
dan dal de Perzen in de toekomst vrij van
onderdrukking hunne nationale kuituur zou
den kunnen beoefenen.
Daarna kwam de vraag aan de orde, op
welk tijdstip de ontruiming van het bezette
gebied zou moeten geschieden. Het Duitsche
voorstel strekte, dat de ontruiming zou wor
den vastgeknoopt a r. hei tijdstip waarop
Rusland na het sluiten an den vrede zijne
strijdkrachten zou hebben gedemobiliseerd.
De ontruiming van de bezette gebieden aan
de verrichte demobilisatie te binden is hier
om noodig, omdat er gevaar bestaat, dat
Rusland, voordat zijne strijdkrachten gede
mobiliseerd zijn, ten gevolge van verande
ringen in zijn regeeringsslolsel van zijne
plannen in de gelegenheid zou zijn weer of
fensieve operaties uit te voeren
Trotzki drukte daartegenover den wensch
uit, dat de ontruiming van de bezette ge
bieden parallel met den loop van de demo
bilisatie moeten verloopen, waarover een
nadere regeling zou zijn te treffen.
Kühlmann wees er nog op, dat volgens
het Russische voorstel de ontruiming van
het bezette gebied tot het sluiten van den
algemeenen vrede zou moeten worden uit
gesteld, waarna de beraadslagingen over dit
punt werd afgebroken.
Nu kwam de vraag aan de orde over welke
deelen van het bezette gebied de ontruiming
zich zou moeten uitstrekken. Kühlmann ver
klaarde hierover, dat uit de definitieve „onN
ruiming" blijkt, dat zii zich slechts uitstrekt
tot die bezette gebieden, die nog deelen zijn
van het gebied van den staats, waarmee
vrede gesloten wordt. Tot de gebieden, die
bij het intreden van den vrede niet meer
deel uitmaken van dit staatsgebied, strekt zij
zich niet uit.
Kühlmann vcrkloarde vérder, dat moet
•worden onderzocht of en welke deelen van
het voormalige Russische gebied bij het tre
den m den vrede nog kunnen worden be
schouwd als tot het Russisch gebied behoo-
rend. De Russische regeering heeft overeen
komstig hare beginselen voor alle in Rusland
levende volken zonder uitzondering en tot
hunne volledige afscheiding gaand recht
van zelfbepaling geproclameerd. Wij bewe
ren, dot in de uitoefening van dit recht van
zelfbepaling in een deel van de door ons
bezette gebieden de tot vertegenwoordiging
van de betrokken volken feitelijk gevolmach
tigde lichamen hun zelfbepnlin';srech( in den
zin van afscheiding van Rusland zoodanig
hebben uitgeoefend, dat naar onze opvatting
deze gebieden heden ni«t meer kunnen wor
den beschouwd als behoorende tot het Rus
sische rijk in ziin vroegeren omvang.
Hierop verklaarde Trotzky: Wij handhaven
onze verklaring in haar vollen mvang, dat dc
volken, die het Russische gebied bewonen,
zonder invloed von buiten recht op zelfbe
paling hebben en wel tot de afscheiding van
Rusland toe. Wij kunnen echter de toepas
sing van dit beginsel niet anders erkennen
dan tegenover de volken zelf en niet tc en-
over zekere bevoorrechte gedeelten er van.
Wij moeten de opvatting van den voorzitter
der Duitsche delegatie afwijzen, die hiertoe
strekt, dat de wil in de bezette gebieden
zich door feitelijk gevolmachtigde organen
heeft j*eujt want die organen kunnen zich
niet beroepen op de door ons geprocla
meerde beginselen.
In aansluiting aan deze principieele ver-
toogen ontwikkelde zich een lang theore
tisch debat over de vraag onder welke om
standigheden en op welk tijdstip een nieuwe
staat ontstaat door afscheiding van een be
standdeel van een bestaanden staat. Staats
secretaris von Kühlmann vat het standpunt
der centrale mogendheden in deze kwestie
aldus samen: Onze opvatting is, dat er
stantspersoonlijkheid ontstaat en in staat is
rechtsverbindende verklaringen over do
grondslagen van haar bestaan af te leggen,
zoodra een als orgaan geschikt vertegen
woordigend lichaam als uitdrukking van den
niet twijfelachtigen wil der meerderheid van
het betrokken volk het besluit tot zelfstan
digheid kenbaar maakt. Hij 'herinnert hierbij
aan de voorbeelden van Finland en de
Ukraine, die zich in den zin van de van
Duitsche zijde ontwikkelde beginselen go
constitueerd hebben.
Trotzki houdt hiertegenover vast nan hef
door hem voorgestane standpunt en zegtl
Wat Finland betreft, dat is niet bezet doof
vreemde troepen en de wil van het Finsch<
Men kan de menschen beoordeelen naar
ée dingen waarom zij lachen.
Astrld Ehrencron-Müller.
het i'I l'ieb door
Betsy Bakke r—N o r t.
Men kon er dwars door heen zien.
Buiten in dc vestibule stonden beide deuren
open, aan de zijde van den tuin en van den
hof, en er lagen altijd massa's overschoenen,
schoenen en lage schoentjes, die in een vaart
uitgeworpen waren, terwijl de voeten nog in
beweging -vyaren.
En als men de deur van de woonkamer
slechts opendeed, dan gebruikten dc witte gor
dijnen dadelijk de gelegenheid om uit dc ver
gulde ketenen te springen en zich op tc bla
zen, precies alsof er een paar danslustige
meisjesbeenen hi staken.
En Ingeborg's moeder, wat was ze toch jong
ön vroolijk, niettegenstaande die geschiedenis
met haar man.
Ze droeg altijd lichte, ruimgeptooide japon-
aken die rondom baar wapperden, als ze liep.
Ze liep trouwens nooit, ze had zulk een won
derlijke manier o© door de kamer te vliegen
door de wapperende tocht, kleine Ove achter
haar, al dansende, met de krullen rondom het
hoofd.
Ze had dezelfde bruine oogen als Ingeborg
en hetzelfde wat dunne', glanzende haar, maar
zij was veel donkerder van teint. En Inge
borg stak wel een half hoofd boven haar uit.
Zij wilde zoo graag logee's op hel landgoed
hebben in de vacanlic, maar Petersen zei
nee.
Petersen leek precies op een boer, hij stond
altijd vlak voor dc deur, met de pet in de
hand en met een dichtgeknepen mond, als om
bevelen te ontvangen. Maar alles geschiedde
zooals Petersen het wilde.
„Hij heeft er immers meer verstand van,"
zei mevrouw Norup. Maar zc wilde toch zoo
graag gasten hebben in dc vacantie. Mathiide
bad haar er over hooren spreken met Peter
sen.
„Nee," zei hij. i Is al mooi genoeg zoo.
Slechter goed hébben wc nooit gezien." Hij
sprak altüi' van „wij", als bij van zich zelf
sprak. „Nu moeten - de varkenshokken op
knappen. Ze worden bijna opgegeten door de
ratten en door het vuil."
„Ja, maar Petersen,"' zei Mevrouw Norup
met hangend hoofd; ze had zulk een kinder
lijke wijze de oogen weer op te slaan onder
haar krulletjes, precies zooals Ingeborg.
„Maar dan dansen wc van 't jaar in. 't ge
heel niet."
„Nee/' zong Petersen; hij sprak erg braaf;
„dat kan ook gemist wrordcn." Toen ging hij
heen.
Mevrouw Norup zuchtte.
„Maar u is altijd welkom hier. zoovaak u
komt," zei ze tegen Matbildc.
„Misschien hebben uw ouders ook zin eens
een avond te komenfi
Maar meest liep hel uit op groote wandelin
gen met Mathiide en Ingeborg. IIcl was zoo
mooi door de laan van Voldslrup, over dc
weide naar de fjord van Lijcrsbaerg.
Daar kon me:dv u over hel water naar
Iljorbaek zién, dal daar feestelijk in dc
zon lag tc blinken met zijn pannendtUcen. De
vissclicysnctten hingen als een gouden net tus
schen de stokken aan hel strand, de schubben
van de haring kleefden aan de louwen, en
door de mazen heen zag men de zee*
En in den schuimrand lagen de blauwe
leege mosselschelpen, cn de kwallen stonden
als sterren in het witte zand.
Maan Ingeborg gaf niets om den nnluur. ze
wilde altijd maar praten.
„Laten wc nu eens een poosje bob1 L it." zei
ze, terwijl zc liaar arm onder dien van Mathii
de slak, zoodra ze buiten waren.
„Vertel me nu eens, gingen jekii nooit om
met de menschen, die vóór ons op Kougslev-
gaard woonden," vroeg ze eens.
„Nee, ik geloof, dal vader en móeder von
den, dat ze zoozoo vreemd waren."
„Nou dan wil ik er mijn zaligheid wel om
verwedden dat ze ons nog veel vreemder zul
len vinden." zei Ingeborg lachend. „Zoo als
mama is, cn dat ze gescheiden is van vader,
en alles. Ze wieten immers niet hoe lief klein
moedertje is. Ze komt trouwens gauw eens een
deftige visite maken, met grootmoeders erepe
sjaal cu handschoenen aan, natuurlijk in een
rijtuig, en speelt dan voor de deftige dame."
Eu op een dag in den zomer daar kwam
Mevrouw Norup aanrijden.
Maar Mftthiide's ouders hielden niet Yan
haar.
„Zc is mei van de onzen." zeiden ze hoofd
schuddend tegen elkaar 's avonds, toen ze
aan tafel zaten, en vader zijn patiencekaarlen
voor den dag had gehaald.
Lieve hemel, deugde dan niets op de wereld
dat niet op hen geleek? Kon er niets goeds
buiten hen zijn, of ook slechts bijna goed, zelfs
al zag hel cr anders uit? Of hadden ze mis
schien gelijk? Dan tyeleekcnde het immers
niets, als zc zoo iets zeiden, als zc lock volko
men overtuigd waren, dat dc menschen
moesten zijn zooals zij waren. En zij waren nu
eenmaal ook zoo voorbeeldig cn rechtvaardig
in alles.
Maar kleine Ove was mee geweest. En liij
had met zijn blonde krullen lusschen al die
oude, donkere meubelen rondgevlogen als-^cn
vlinder, en met open mond had hij naar de
platen gekeken; hij was^op en neer van het
laddertje geklauterd met de koperen leuning,k
en hij was van de bovenste trede gesprongen
en had geschreeuwd van plciziér.
Mathiide was zoo bang geweest voor haar
ouders, en ze had-den gehcelcn lijd van den
kleinen' jongen naar hen gekeken.
Maar vader had zoo veel schik gehad in den
kleinen jongen. Hij mocht „langs de goot" glij
den. over de lange, in huis geweven loopers in
de eetkamer en hij mocht den porseleinen man
met de bierkruik op zijn buik, van de plaats
tillen en een oogenblikje zelf in de hand hou
den.
En hij kwam gauw terug. In '1 begin met
Ingeborg, later sloop hij weg als hij maar
kans zag; dan holde hij over de velden, zoo
dat zijn gele schoentjes zwaar van klei wa
ren, en ze met eeu mes sckodngekrabt moésten
worden.
En altijd vroeg hij naar „den ouden man'
Dat is grootvader, had liij den eersten keer
gezegd, toen hij hem zag, cn lalcr noemde hij
hem aKijd zoo.
Dan moest er een boodschap naar ICongGi
levgaard dat dc jongen cr was, en de bod*
kwam terug met de boodschap, dat mevrouw
Norup hoopte dat Ove niet lot last was; tcgeü
den avond zouden ze hom komen halen. Maai!
liet kon gebeuren dat het negen, tien uur wcixh
cu nog niemand kwam er.
„Wat een regel is er !n die huishouding.'
zeide de oude heer, en ze hadden medelijden
met Ove.
Maar Ove amuseerde zich buitensporig. Hi|
zal op de treden van het trapje en bekeek dé
oude prentenboeken mot de sterke»»stralend#
kleuren.
En 's avonds zat hij, met zijn stoel dichft
legen de tafel, met bewondering nanr grooU'
vaders patience tc kijken.
Daar zat dan de oude heer als een koning
in zijn stoel, klopte grondig rijn pijp uit, ier«
wijl hij zich bedacht Hij had een machtigen
lok over zijn linker oog, dat leek zoo moöb
Als hij dan dc kaart gevonden had, die ver»
legd moest worden, nam hij de pijp uit zijni
mond, cn wees er naar met den stoel. En dan
nam Ove die met voorzichtige vingertjes op
en legde haar op de plaats.
„Als ik oud word," zei de jongen, „dan wï
ik ook zoo zitten met een wilton lok in het
haar, cn dan rook ik mijn pijp, en ben dc aller^
oudste in huis. En dan wil ik ook kaart
len en met mijn pijp wijzen, en mijn kleinor
jongen de kaarten laten verleggen."
Midden In het spel hoorde hij hoe Mathildej
moeder op het houten bankje klom, om d*
Bornholmcr klok op te trekken.
(Wordt ssryolg&l