OUDEFIS
DE EEMLANDER"
isiTiiiiz^^a
BUITENLAND
FEUILLETON.
Astrid Ehrencron-Müller.
te* Jaargang, Wo. »SS
"i,i ««ratinunr P* 5 'TOOr M*a"
iBaUHIliniuS foort f 1.50. franco
MC D~> JJ» P« *«k Ttr:ckcrin*
Uddw) 011 »ficnilcfl|ke nummer»
i^rflflr b^TO«g»el *D* HolhnAchê
(ujjgf itdêdk tan TKtxite Hoven)
a- J0 c*nt Wekclylcch b#voeg.el
i pif 3 maanden 60 cent-
AMERSTDORTSCH DAGBLAD
ft
HOOFDREDACTEUR: M,. D. J. VAN SCHAARDENBURG
UITGEVERS: VALKHOFF C»
BUREAU: ARNHEMSCHEPOORTWAL, KOBK utrcchtjchct».
1NTERCOMM. TELEFOONNUMMER 513
Woensdag 23 Januari 1918
dienstaanbiedingen 1—5 regels f 0J0, groote letter,
naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan
leer voordelige bepalingen tot het herhaald advcr»
teeren in dit Blad, bij abonnement. Eene circulaire,
bevattende de voorwaarden, wordt op unvreag
toe -cronden.
Godsdienst en Tooneel.
ki orthodoxe kringen begint meer wear
ing voor het Tooneel te ontstaon. Het
mp vooroordeel, dat het beroek van den
pchouwDurg verbood, zelfs bij voorstellingen
Boor de beste gezelschappen van onverdach
te reputatie, begint te wijken.
Als men het tooneel niet goddeloos of on
redelijk waande, dan noemde men het al
thans toch 'n zaak niet van ontwikkeling
'doch van weelde en vermaak, louter dus
•treeling der zinnen, geliik prof. Diepenhorst
angs nog beweerde.
h dit juist vraagt de heer Elfers in Berg-
aarts, het tijdschrift waar de orthodoxen
ruimeren kijk en breedere opvatting aan
het woord zijn en waarvan ds. Thomson re
dacteur is. „Is dit juist?"
In zijn algemeenheid zeker nietl
Dat vele schouwburgen zijn ontaard in
olaatsen, waar een zich-zelve eerend mensch
niet te verschijnen wenscht, zij aanstonds
toegegeven.
Dat er velen zijn wier schouwburgbezoek
•lechts geboren wordt uit zucht tot weelde
en genot en dus uit zinnen-lust is helaas al
te waar.
gw Maar noch het een noch het ander recht
vaardigt de boven geciteerde ^oorden.
Indien de schouwburg is wat zij behoort
^doalt te zijn en wat zij ondanks de ver-
rij- door de christenheid hoe langer hoe
meer belooft te worden, dan is zij een onont
beerlijke schakel in de opvoeding en zelf
opvoeding van den jongeren en den ouderen
j.lhensch.
Hoe zou het ons daarom Verheugd hebben,
indien prof. Diepenhorst in plaats van met
algemeenheden te bestrijden eens had heen
gewezen naar het hooge doel, dat de tooneel
kunst niet alleen in de oudheid bezat maar
ook in de nabije tijden van diepere levens
erkenning weder verwerkelijken zal.
Zelfs voor wie maar weinig weten van
hetgeen onder Christen-jongeren en
waarlijk niet onder de slechtsten hunner
woelt en werkt, moet het duidelijk zijn, dat
indien dan inderdaad algeheele negatie van
het tooneel noodzakelijk wordt geacht, men
eindelijk komen moet niet maar met betui
gingen, maar met bewijzen, dat de christen
zich onttrekken mag en moet aan een kunst,
welke zoozeer vermag de massa heen te lei
den naar het klare inzicht in eigen feilen en
daardoor tot belijdenis van zonde en schuld.
Wij jongeren kunnen dan ook niet anders
dan dankbaar zijn voor hetgeen een Roy-
aards en een Verkade thans reeds tot ver
heffing van het tooneel bewerkstelligen.
Een naar „weelde van vermaak" zoekend
mensch zal aan de door hen geboden op
voeringen veeltijds weinig bekoorlijks vin
den.
Wie niet vreemd is aan het wederbar^nde
werk in onze dagen -op tooneelgebied vol
bracht, zal met ons zich verheugen in het
aanlichten van den nieuwen dag, waarop ook
de kunst van het tooneel hernemen zal haar
plaats in het koor, dat hét loflied zingt op
den Eeuwige, die ook deze levensuiting uit
zijne volheid schonk.
Politiek Overwicht
De strijd over den vrede
in Duitschland.
I.
Al zijn de uitkomsten van de vredesonder
handelingen te Brest-Litowsk nog niet in
tastbaren vorm zichtbaar, er kan toch op
lichtpunten gewezen worden, die de hoop
wettigen, dat deze onderhandelingen niet
zonder vrucht zullen blijven. Een van deze
lichtpunten is de toelating van de vertegen
woordigers van de Ukrainische rada tot de
beraadslagingen van de vredesgevolmach-
tigden op gelijken voet als de gedelegeerden
van de regeering te Petersburg. Het kan
voor den goeden gang van de vredesonder
handelingen niet anders dan gunstig werken,
wanneer de vredesibehoefte van alle deelen
van het Russische volk zich in Brest-Litowsk
kan doen gelden.
De Ukrainische gevolmaohtigden hebben
zich handelbaarder getoond, dan die van de
regeerfng, die in Petersburg de feitelijke
macht uitoefent. Er is met hen overeen
stemming verkregen over de grondslagen
van een te sluiten vredesverdrag. Daarover
zijn zij nu in voeling getreden met de regee
ring, welker lasthebbers zij zijnzij zijn naar
huis gegaan om de toestemming van hunne
regeering voor het overeengekomene te ver
krijgen en zijn, zoo meldt de officieele be
richtgever uit Brest-Litowsk, besloten zoo
spoedig mogelijk terug te keeren en dan, in
het kader van de hun verleende machtiging,
het vredesverdrag te sluiten en te onder
teekenen. Als conclusie vermeldt deze be
richtgever hiermee is fret voor de eerste
maal in dezen de wereld schokkender\ oor
log gelukt, de grondslagen voor het herstel
van den vredestoesand te vinden."
Een ander liohtpunt is de eensgezindheid,
die steeds bleek te bestaan onder de verte
genwoordigers van de verschillende leden
van den vierbond. De Frankf. Ztg. toont te
recht zich ten zeerste daarmee ingenomen
zij schrijft„Voor ons is het een verheffend
gevoel wonneer wij zien hoe Vast aaneen
gesloten en vastberaden de centrale mo
gendheden in Brest-Litowsk samenwerken.
Er bestaat volkomen overeenstemming tus
schen de verklaringen der gevolmaohtigden
van Oostenrijk-Hongarije, Turkije, Bulgarije
en Duitschland. Zelfs niet de geringste af
wijking is te bespeuren. Zoo eensgezind de
oorlog is gevoerd, zoo eensgezind zullen de
vredesonderhandelingen zich afwikkelen. Bij
een coalitieoorlog dreigen allicht gevaren
voor het sluiten van den vrede, omdat dan
gemakkelijk de persoonlijke belangen boven
de algemeene belangen gesteld worden. Dat
dit in Brest-Litowsk niet zoo is, is een bewijs
voor de innerlijke stevigheid van den vier
bond. Deze aaneengeslotenheid en eensge
zindheid is echter slechts mogelijk omdat
de vierbond niet is eene op veroveringen
gebaseerde maatschap van winstbejag, zoo
als de Entente, maar een bondgenootschap,
waarbij de rechtvaardigheid het eenige maar
ook het beste verbindingsmiddel is."
Hier wordt den vierbond een getuigschrift
ven onbaatzuchtigheid gegeven, waarvan te
hopen is, dat de vrede, die in aantocht is,
er den stempel van zal dragen. Intusschen
kan men daarop niet geheel gerust zijn, al
thans niet zoolang er niet meer zekerheid
is verkregen hoe de voorwaarden er uitzien,
waaronder men bereid is vrede met Rusland
te sluiten. De meerderheid van den rijksdag
heeft daarvoor in zijn besluit van 19 Juli
1917, dat zich uitspreekt voor een vrede door
vergelijk en verzoening, een richtingslijn
aangegeven, die bij het optreden van graaf
Hertling als rijkskanselier ook door de re
geering is aanvaard. Maar of aan die rich
tingslijn onwrikbaar zal worden vastgehou
den tot aan het einde toe, is altijd nog de
vraag. Er is in Duitschland eene partij, wier
macht steunt minder op de groote massa van
hare aanhangers dan op de sociale positie,
van dezen en op den invloed dien hare
leiders bezitten in de hoogste kringen en in
het leger. Die partij, die, blijkens den naam
dien zij zich heeft gegeven, zich zelve het
monopolie van de vaderlandsliefde toeëigent,
verzuimt-geene'gelegenheid om,te doen uit
komen, dat de politiek, die in het besluit
van 19 Juli is uitgedrukt, door haar be
schouwd wordt als te zijn uit den booze,
en zij voert den strijd daartegen met eene
heftigheid, die een OostenrijkSch blad on
langs aanleiding gaf te gewogen"van „den
onvrede in Duitschland" in tegenstelling tot
de vredesonderhandelingen m Brest-Litowsk.
Welken vrede die partij zich voorstelt,
dat moet worden bereikt, blijkt hit de pro
paganda, die hare leiders voeren in woord
en schrift. Admiraal von Tripitz drukt de
hoop uit, dat de Duitsche belangen in het
oosten zullen worden zekergesteld.. Graaf
Westarp predikt, met een beroep op Hinden
burg en Ludendorff, eene politiek van an
nexatie in het oosten met het doel van mili
taire beveiliging. Dit wordt door een schrij
ven in de Deutsche T^geszeitung uitgewerkt
tot het denkbeeld, dat de natuurlijkste op
lossing zou zijn, dat Litauen en de Oostzee-
provinciën tot het Peipusmèer gemeen
schappelijk met het Duitsche rijk in betrek
king worden gebracht, waarop dan volgt:
„Wanneer echter het zoogenaamde recht
van zelfbestemming der volken in het oos
ten onder Duitsche auspices wbrdt uitge
voerd, dan kunnen deze volken in hun ge
bied ën met hunne instellingen onder geene
omstandigheden als een waarborg voor de
Duitsche grensbeveiliging beschouwd wor
den. Dientengevolge moet dan een bijzon
dere militaire grens getrokken worden tot
beveiliging van het Duitsche rijk in het oos
ten, een grens, die in tegenstelling tot de
vroegere feitelijke zekerheid geeft oan de
Duitsche Oostmarken. Deze noodzakelijk
heid komt ons als zoo onvoorwaardelijk noo-
dig voor, dat ook öngevief, zoools de inlij
ving van geheele bevolkingsdeelen, op den
koop toe moeten worden genomen."
In een blad, dat den naam voert Die Wahr-
heit, wordt medegedeeld, dot van militaire
zijde de beveiliging van de oostgrens wordt
geëischt door verlegging van de Duitsche
grens tot aan de Njemen (Kowno, Grodno)
en verder over Ossowiec in het zuiden van
Oost-Pruisen tot aan de Narew (Ostrolenka);
over de Weichsel heen zal dan de met de
Pruisische grens parallel loopend Warthe
verder de grens vormen. Bovendien wordt
het kolenbekken van Bendzin, dat zich aan
sluit bij het Opper-Silezische van Kattowitz,
aangeduid als voor Duitschland noodig.
Hierdoor zou een landsfrook van meer don
800 KM. lengte en eene onregelmatige
bieedte van dooffeen 65 rot 70 KM., met een
vlakte-inhoud van 52.000 56.000 KM-.,
bij Duitschland ingelijfd worden.
Wanneer deze mededeeling van Die
Wahrheit inderdaad raei de waarheid over
eenkomt, dan blijkt er uit, dat de wenschen
van de Duitsche annexionisten allerminst
als bescheiden zijn aan te merken.
Ds oorlog,
Brest-Litowsk, 21 Jan. (R.). De
Duitsche commissie voor economisohe aan
gelegenheden heeft de gisteren begonnen
besprekingen met de Russische vertegen
woordigers vandaag voortgezet. De voorbe
reiding der verdere economische onderhan
delingen werd aan een sirb-commissie opge
dragen, die reeds hedennamiddag een aan
vang met haar werk maakte.
Gisteren en heden hadden ook de eerste
officieele beraadslagingen van de Duitsch-
Russische rechtscommissie plaats. Afzpnder-
liik werden behandeld en geformuleerd de
beëindiging van den oorlogstoestand, het
herstel van de diplomatie en de consulaire
betrekkingen, de kwestie van de schadever
goeding en het herstel der verdragen. Thans
wordt over de hervating van het privaatrech
telijk verkeer onderhandeld.
C h r i s t i a n i a, 20 Jan. (W. B.) Morgen-
bladet schrijft over het te verwachten Duit
sche offensief aan het westelijke frant: De
mogelijkheid van doorbraak bestaat. Maar
zelfs wanneer het den Duitschers mocht ge
lukken den geallieerden een krachtig tegen
offensief voor geruimen tijd onmogelijk te
maken, zouden zij veel bereikt hebben. In
middels werkt de Ubootoorlog zonder op
houden verder. Zelfs wanneer de Duitschers
het landoffensief moesten opgeven, zouden
zij hun even gevaarlijk als afdoend offensief
ter zee kunnen voortzetten. Dat kunnen de
geallieerden niet, behalve als zij een vaban-
que-spel wilden wagen tegen de Duitsche
vlootbasis. De hoop van de Duitschers, dat
zij met de Ubooten, hun krachtigste en ze
kerste machtsmiddel in den aanval, den oor
log zullen winnen, schijnt door de gebeurte
nissen gerechtvaardigd.
In December 1917 zijn door de Duitsche
U-booten 702.000 bruto-registertonnen
scheepsruimte vernietigd. De sedert het be
gin van den verscherpten duikbootoorlog in
d<?n grond geboorde tonnage is 3.958.000
ton.
De vredessti en in Oostenrijk-Hon
garije, waarvan de berichten der laatste da
gen gewaagden, zijn weer geëindigd. Maar
als symptoom van de steeds meer in kracht
winnende stemming, dat het nu uit moet zijn
met oorlogvoeren en dat er een weg naar
den vrede moet worden gevonden, verdient
deze beweging alle aandacht.
In het besluit tot ontbinding van de Con
stituante in Rusland staat, dat de meerder
heid van die vergadering, die getoond heeft
openlijk strijd te willen voeren tegen de
macht der Sovjets, daardoor den band tus-
schen haar en de Sovjets-republiek verbro
ken heeft. Zij kan daarom niet als de uit
drukking van den wil der arbeiders en boe
ren erkend worden. Zoo is de eerste verga
dering van de Constituante tevens hare laat
ste geweest.
Londen, 22 Jan. (R.). Berichten uit
Palestina melden, dat de Joodsohe koloniën
rondom Jaffa en de stad Jaffa zelf nagenoeg
geheel ongedeerd zijn gebleven. De Turk-
sche aftocht was te vlug om hen toe te laten
de bewoners te verdrijven of de voorraden
weg te voeren. De Engelsche soldaten zijn
vol lof over de goed verzorgde wijngaar
den en boomgaarden van de Joodsche kolo
niën. Het verlies bestaat hoofdzakelijk in
vee; de Britsche autoriteiten trachten dat te
vervangen.
Londen, 22 Jan. (R.). Het Hoogerhuis
heeft met 132 tegen 42 stemmen een amen
dement op de kieswet aangenomen, dat het
beginsel van evenredige vertegenwoordiging
invoert.
Londen, 22Jan. (R.). In een schrijver^
aan den eersten minister zegt Sir Edward
Carson, dat zijn aftreden enkel steunt op
overwegingen in verband met de Iersche
conventie. Hij meent, dat het voor he oor
logskabinet een voordeel zal zijn de beslui
ten, die ter zake van Ierland zullen worden
genomen, te nemen buiten zijne tegenwoor
digheid, gelet op het aandeel dat hij vroeger
heeft gehad in den Homerule-strijd en de
verbintenissen, waaraan hij gebonden is
tegenover zijne vrienden in Ulster. Ook
wenscht hij geheel vrij te zijn in zijn oordeel
over den nieuwen toestand, die zal ontstaan,
rekening houdende met den plicht van allen
om te helpen bij de voortzetting van den
oorlog en zijne persoonlijke verplichtingen
als leider van de unionistische partij.
Lloyd George heeft leedwezen over Car-
sons besluit betuigd, maar erkent, dat het
in de gegeven omstandigheden een ver
standig besluit is, dat niet in partijdigen
geest genomen is, want sedert het begin
van den oorlog heeft Carson steeds de over
winning van het land bovenaan gesteld.
Londen, 22" Jan. (R.). De controleur
van de voeding heeft nieuwe verordeningen
uitgevaardigd tot beperking van het verbruik
van vleescb, brood, suiker en vetten. Hii
heeft o. a. voor hotels en eethuizen twee
vleeschlooze dagen per week uitgeschreven,
namelijk Dinsdag en Vrijdag te Londen,
Woensdag en Vrijdag in de provincie.
Londen, 22 Jan. (R.). In het Engel
sche Lagerhuis heeft Sir Richard Winfrey 0I9
vertegenwoordiger van den Board of Agri
culture op een vraag geantwoord, dat in het
Vereenigd Koninkrijk in 1916/17 op
2,106,000 acres graan is verbouwd. Over
den verbouw in dit jaar zijn geene betrouw
bare cijfers voorhanden, maar er bestaat
reden om te gelooven, dat er bevredigende
vorderingen rijn gemaakt.
Nottingham, 22 Jan. (R.). Het
Trade Union Congres en de Labour party
hebben heden beraadslaagd over eene stich
ting tot herinnering aan de daden van moed
en zelfopoffering van de leden der arbeiders-
organisotiën, die in den oorlog gedood of
voor werken ongeschikt geworden zijn. Hef
plan bestaat in Londen een groot centraal
tehuis voor de arbeidersbeweging tq stich
ten, een groote arbeidstempel, waar interna
tionale gevolmaohtigden in hun eigen huis
kunnen vergaderen.
Na verwerping van een amendement om
de zaak voor nadere overweging aan te hou
den,- werd het voorstel aangenomen.
N e w - y o r k 2 2 Jan. (R). De Associa
ted Press bericht van den 20en uit Peters
burg De oud-ministers in het kabinet-Ke
renski Shingarew en Kokoshkin zijn gister
avond vertnoord in hunne bedden in het
marinehospitaal, waarheen zij wegens ziekte
uit de Peter- en Paulvesting waren overge
bracht. Een dozijn gewapende mannen
drong en in 'het hospitaalzij vroegen .vaar
de beide oud-ministers lagen en scho hen
dood. Op Shingarew werden 6 schoten ge
lost, op Kokoshkin 2. De moordenaars ver
lieten daarop weer het hospitaal.
Gister is een poging tot moord gedaan op
Uritzky, den commissaris voor de verkiezin
gen van de Bolshewiki-regeering. Een kogel
raakte strijkelings het oor.
Washington, 22 Jan. (R.). Wilson
heeft eëne verklaring gepubliceerd, waarin
hij zich verzet tegen het voorstel tot oprich
ting van een oorlogskabinet. Hij zegt. dat
reeds afdoende maatregelen tot reorganisa
tie zijn genomen.
Verspreide Berichten
Trotrki al3 schaker. Bij het
uitbreken van den oorlog woonde Trotzki
in Weenen en was behalve strijder voor zijn
ideeën ook een ijverig schaker. Eiken Zater
dagavond kon men hem in café „ZentraP
aantreffen, waar hij dan met zijn kennissen
speelde. Hij was ook in zijn spel hartstoch
telijk en wist niet van ophouden. Vooral zijn
partijen tegen een fotograaf te Weenen
die nu maar wat trotsch is met zijn ouden
schaakvriend! konden uren duren. En ais
de eigenaar van „Zentra!" dan bij 't onver
biddelijk sluitingsuur spelbreker werd, zoc'nt
Trotzki met zijn makker een andere gele
genheid, een kleiner, minder aanzienlijk ca-
Fétje, om het spel voort te zetten. Maar dart
gebeurde 't wel, dat zij ook daar verdreven
werden; en Weener schaakvrienden weten
zich te herinneren, dat Trotzki ten slotte
's ochtends tegen vijf of zes uur in een zeer
frivool nachtcafé nog maar steeds tegenover
zijn tegenstander-fotograaf zat, zonder dat
hem de zwoele sfeer of de feestelijke uit
bundigheid van gelegenheden van dit alloc?
ook maar iets deerden.
(N. U. CL)
Met ware liefde is het als met geestver-
sdujningenvelen spreken er over maar
weinigen hebben ze gezien.
Uit het Deensch door
Betsy Bakke r—N o r t
17
„Er was niemand, die mij gevraagd heeft,"
antwoordt ze slechts.
Ze laat zich in den zadel helpen door den
jongen schilder, die zoo uit den slaap gehaald
is, en er uit ziet of hij niet weet, of hij waakt
of droomt.
De beide „Sens" lachen tegen elkaar, en
^.n wenkbrauwen op. Mathilde begrijpt
dadelijk, wat die glimlach beteekent, en be
gint zelf te lachen.
„Lamsgebraad de geheele volgende week,''
zegt die, „zij heeft goede invallen, die mooie
mevrouw Högh."
Maar daar komt Ingeborg uit den stal met
net laatste, gewraakte paard. En dan rijden
ze allemaal weg.
Ze schuiven langzaam tusschen elkaar door,
zonaal ze als gansjes achter elkaar aanko-
sst wt voorzichtig. De paarden over
hel gras, voorbij de schuren één paarden
hoef op de straalsleonen, en 't is fiasco.
Met den ouden Thanvmes, den stalknecht, is
nu eenmaal niets te beginnen. Hij heeft het
gezien, hij ziet alles. Dat weet Mathilde zoo
goed, precies als Paul Boye thuis. Maar. hij
heeft slechts met zijn roodgerande oogen ge
knipt en piet den mond gebeefd, die vuil is
van den bruinen tabak- Hij ziet dat er over
macht is. Hij staal nu in de staldeur boos
maar zwijgend.
Och, hoe jammer dat men nooit op is in
zulke wonderlijke uren, als de wereld een
sprookje gelijkt. Zie toch eens zie toch eens,
den tuin, ICongslevgaards tuin hel lijkt pre
cies op een betooverd land! De bloemen in de
lange perken zien er zoo onwerkelijk en zil-
verstralend uit, de kale plekken in het gras
perk lijken op vijvers, en daar in de diepe,
geheimzinnige struiken, daar dringen de'hel-
derste stralen van het maanlicht door, men
kan de spinnen zien zitten in hun web van
zilverdraden.
Aan den kant staan de hazelaars en riïTke-
len met groene nootjes, zoo groot als druive-
trossen, hoor het klinkt werkelijk alsof ze
er mee rinkelen of misschien loopen hun
geesten met sleutels, die rammelen, of liggen
hier kleine, ongedoopte kinderen begraven,
die geen rust kunnen krijgen, en met hun ram
melaars spelen
En is dat de specht die klopt Of zijn het
niet vele deurenver, heel ver weg, die
open en -dicht gaan voortdurend?
Anders is alles zoo onbewegelijk stil
0, zulk een zomernacht sst, sst, voorzich
tig pas op vooral voorzichtig over het
plaveisel.
Zoo, nu in hel lange gras, dat om de hoeven
zwiept, de hoeven blinken.
En nu vooruit in den maneschijn/een lange
linie. Als schaduwbeelden over den muur strij
ken de schimmen langzaam voorbij op den
witten weg.
Eerst komt mevrouw Högh op de witte
merrie, ze beweegt zich niet in den zadel; zoo
moet zeker een walkure er uitzien, als zij
daar zit, met de handen als een paar witte
schilden voor dè borst. Hot 'roodc haar dat
over dc borduursels van den kapmantel valt
-=*- zou men zoo goed kunnen aanzien voor
bloed uit wonden, die ze in den oorlog gekre
gen heeft, diepe wonden onder den helm. De
witte merrie schijnt in den maneschijn een
zilveren harnas te dragen.
Vlak achter haar rijden luitenant Brandt en
Ingeborg, even rechtop als mevrouw Högh,
op hun ongezadelde dieren. Achter hen. alle
anderen, ze wankelen, ze glijden, niet gewoon
op een paard te zitten, ofschoon de dieren
hun dagelijkschen, lan^zamen gang gaan. Ze
loopen alsof zc nog den ploeg trokken of mest
.reden over de velden.
Nu slaan de schaduwen van de lindelaan
samen over hen, de lange lindelaan die af-
hclt naar de fjord. En het wordt-stil onder
de hoeven, nu dc paarden op den zachten
grond loopen. En Mathilde voelt, hoe ze allen
verborgen zijn, alsof de schare in een open
graf was gereden. Maar een tijdje daarna
wordt opnieuw de roode haarstroom van me
vrouw Wibeke onder den witten helm zicht
baar. En een voor een glijden ze uit de scha
duw van de laan in de open vlakte.
Dan wendt mevrouw Högh zich plotseling
om.
„Nu willen we spelenroept ze.
..Ga in een rij staan, twee aan twee achter
mij. een man en een vrouw."
1 Dp hetzekde o ogenblik komen alle stommen
weer los." Ze vragen, roepen, lachen. Zc wiege
len, glijden en richten zich opnieuw op de
paardenruggen.
„Doe maar, zooals il; zeg," gebiedt mevrouw
Ilögh en twee aan twee sluit dc rij zich
achter haar.
„Zie zoo!" roept ze, „nu werp ik den rouw
af. Zie hoe ik blink!" En ze grijpt met belde
handen het haar en spreidt het uit over de
borduursels van den mantel, die over haar
borst golft. „In dezen nacht is het rouwjaar
om. Nu ben ik vrij Vie wil mij hebben? Twee
man voor een weduwe!"
Mevrouw Wibeke geeft een ruk aan de teu
gels, en voort vliegt de witte merrie door de
lichte nevelen, wit en vlug als een sneeuwhui
over een meer.
Op hetzelfde oogenblik vliegen twee paar
den uit de rij, een aan eiken kant, die- van Lui
tenant Brandt en student -Halck. Maar nauwe
lijks rijn ze in vaart gekomen, of Halck, die
oogenblikkelijk merkt, dat hij 't niet zal kun
nen houden maar toch moed vat, vliegt met
een buiteling over den kop van het paard en
blijft met een diepe buiging in het gras slaan.
En de heele schaar lacht en klapt in de
handen. Halck heeft de situatie gered.
Maar de andere twee vliegen over de weide
door de struiken, waar de dorre bladen onder
de hoeven der paarden kraken.
Nee hoe mevrouw Högh toch rijdt en
Brandt haar na.
„Pak haar pak haar!" roepen dc heeren
lachend.
Maar Mathilde en Ingeborg springen op.
„Het moeriis!" roepen" ze. „Het moeras!
Pas op!"
Ze schreeuwer! het door de holle handen.
T7Ze rijdea ais duivels!" zegt Julie. Jtfu moe
ten ze liet zelf maar weten. Zullen we de drlnlfc
waren voor den dag halen?"
En ze haalt don spanen korf voor den dag
met de vier wijnflesschcn. Haar paard heeft
dien aan een riem om den hals gedragen.
„Maar hier kunnen we niet liggen!" roept
ze opspringend, want haar japon is drijfnat
„Wacht even, dc paarden kunnen #1s tapïjl
dienen.''
Dan springen, ze allen op en dwingen d#
arme paarden met groote moeite om te gaaw
liggen.
Ze lokken eu lachen, zc schuiven en maken»
klokkenjde geluiden. De dieren weerstreven met
de achterpooten, steigeren en wrijven met da
groote bekken. Ten slotte geven rij zich ge
wonnen, goedmoedig, en strekken dc lichamcdl
rillend uit op de natte welde.
Nu klauteren ze er op, en gaan zitten.
De weide is zoo licht rondom hen, alles
heeft dezelfde kleur, bloemen en gras, de
zelfde blauwe, zachte lint. En 't is hun of za
in den maneschijn de dauw hooren vallen.
Maar voor Mathilde is de vreugde weg.
„Ik begrijp niet. waar zc blijven!" zegt zo
telkens, „als ze toch maar oppassen bij hel
moeras."
,.Och watt" Ingeborg strekt zich lang uit. ,,M
zijn immers met hun tweeën. Wc kunnen luitf
toch geen kindermeisje meegeven."
Toch worden ze- een oogenblik stil.
knalt een kurk. En dc wijn geurt zoo heerlijk*
zoo vreemd in den vochtigen nacht, als rijp»
perziken op een zonnigen muur buiten orf
dc fjord klinken vleugelslagen van wilde vo
gels, en er stijgt een enkele eenzame, angstig*
kreet naar boven tusschen het knallen de*
kurken en de met!schenstemmen.
c— dt yervolgdj