O UDEHS PRIJS DER ADVERÏENÏIEK DE EEMLANDER" BUITENLAND KOLONIËN. Astritf Ehrencron-S/lüller. 16e Jaargang, Wo. 162 innuatucHTCDDiic per 5 ""ndei1 ï00t Amen» IDUnlltMtHlafKI]!) foort f i.5o. idem taa fet post I 2.00. per weel (met grjti, verzekering legen ongelukken) f 0.11 ifaonderlljkc nummer» f 0.D5 Wekelijks eb bijvoegsel .De Holbndscht Jjnwnewt tonder redactie van rhérèse Hoven) per 3 maanden 50 cent. Wekelykscb bijvoegsel *XPtr*ldrevae+ pet 3 maanden 60 cent. AMERSTDORTSCH DAGBLAD HOOFDREDACTEUR: M.. D. J. VAN SCHAARDENBURG UITGEVERS: VALKHOFF 4 Co BUREAUARNHEMSCHE POORTWAL, hobk UTReCHTfCHSSTR. INTERCOMM. TELEFOONNUMMER 513 Donderdag 31 Januari 1918 I van I—» regels f 0.SQ, elke regel meee f 0.21X dienstaanbiedingen 1-5 regels f 050. groote letter» naar plaatsruimte. Voor handel eo bedrijf bestaan leer voordeelige bepalingen tot het herhaald adve» teeren in dit Blad, bij abonnement Eene circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Nabutracmiau over de raads vergadering. Evenals vorige jaren heeft de burgemeester weder In de eerste raadsvergadering des |aars eigenlijk was het reeds de tweede, maar men deed maar net alsof 'n nieuw jaarsrede uitgesproken, welke wij belangwek kend genoeg geacht hebben om haar 'uit het> .{Verslag te lichten en in haar geheel op de i&ereplaats van ons vorig nummer op te|pe- ÏDen. Zij geeft 'n volledig overzicht van de voor naamste feiten en gebeurtenissen van Amers- foort's geschiedenis in 1917, hier en daar met schouwingen en ook wel gepaste vermanin gen doorvlochten, en zal met hare voorgang eters 'n waardevol document blijven in de rchievcn onzer stad. Wij stellen ons voor dat over tientallen jaren, eeuwen misschien, deze a. chieven juist voor de droeve tijden welke 'wij thans beleven meermalen nog nageslagen «uilen worden. En men zal er dan lot eeuwige schande van het thans levende geslacht, lezen van de zedenverwildering waarover ook de •burgemeester in duidelijke woorden zich uit sprak. Wij zien inderdaad om ons heen 'n ïoreele inzinking, van de laagste tot de oogst e kringen. De menschkeid is overstuur, de scheiding tussehen goed en kwaad wordt verlegd, het gemeenschapsgevoel wordt «enerzijds afgebrokkeld door individueel, an 'Öerzijds door klasse-egoisme. Zeer juist hoeft de burgemeester opgemerkt ■dal de grondige verbetering van dc maat schappij en het einde van dc hecrschende alaise slechts mogelijk is als begonnen wordt iet de verbetering, dc moreele opheffing van den mensch zelf. Maar zoolang de oorlogstoe- and duurt, zal dit onbegonnen werk zijn Als oudste lid heeft de heer v. Kalken de hurgemeesterlijkc redevoering beantwoord snel 'n speech, welke minder plechtig dan ge Vwoonlijk doch even goed bedoeld was, maar *ij klonk als 'n stem uit liet verleden, 't Is "vreemd maar waar: het klinkt tegenwoordig ouder wet.sch wanneer men in 'n openbaar lichaam ■zuinigheid hoort prediken. Zuinig heid schijnt thans geen overheidsdeugd méér ie *ijn. Vandaar dal de heer v Kalken die al maai* op zuinigheid aandrong zoo'n ouder- wetschén indruk maakte 'n Overheid die zui nig is, wordt thans schriel genoemd. Vaak niet zonder reden, want wat zuinigheid heet is gewoonlijk niet anders dan conservatisme, gemis aan voortvarendheid, ontstentenis van 'n vooruitziende politiek. Er is 'n zuinigheid die de wijsheid bedriegt, en 'n overheid, welke in dezè dagen al te angstvallig de por- •teraonnaies der belastingbetalers zou ontzien, zou aldus hun... brandkasten wel eens in 'n zeer ernstig gevaar kunnen brengen. Na dezen plcrhtigen aanvang, kon de agenda afgerold worden. En dnt cing bijna zonder haperen. 'n Eigenaardig intermezzo bij punt 10. B. en !W. stelden voor aan den heer .T. v. Keulen toe le staan in zijn te bouwen woonhuis lichtra men aan te brengen naar de zijde van bet plantsoen, mits zoodanige raamconslructie gemaakt wordt dat de ramen aan de buiten zijde van binnenuit kunnen worden schoon gemaakt, zoodat het komen cn gaan over ge meentegrond vermeden wordt. De heer Kroes meende dat dit beding niet mogelijk was. daar deze gemeentegrond, i c. plantsoen, openbaar terrein was, voor ieder een dus toegankelijk voorzoover bij politie verordening geen toegangsverbod gelegd is. Er werd onnoodig veel over deze quaestie gepraat. Maar dit beding was immers geen beding, het was slechts 'n welgemeende raad |aan den heer v. Keulen. I-Iet verbod om bui tten de paden in de plantsoenen te loopen 'geldt immers evengoed voor ieder ander als voor hem en het is dus zijn belang om de Kramen zoo te construeeren dat ze van binnen- 1 uil te reinigen zijn, daar hij er anders niet hij kan zonder op' verboden grond te komen. Eenige punten der agenda betroffen de volkshuisvesting, 'n Aantal pcrceelen werd aangekocht en hei huis van de dames Lein- weber, Muurhuizen 113, zal met het oog op den woningnood als woning voor 5 gezinnen - Ingericht worden. De verordening in zake dc beperking van herbergbezoek door jeugdige personen werd lang niet met onverdeelde instemming begroet. Mr. Stadig is geen vriend van verordeningen, maar deze achtte hij al geheel overbodig, wijl 'n euvel als waartegen zij gericht was hier gelukkig niet aangetroffen werd. Anderen had den bezwaar tegen de toepassing van deze verordening ook op melksalons waar tal van kinderen immers genoodzaakt zijn hun twaalf uurtje te gebruiken. Zij wilden slechts toe passing voor herbergen, „etterkroegen" gelijk de heer Kroes verduidelijkte, 't Mocht niet baten. Het is wel duidelijk dat hot niet in het voornemen zal liggen om *s middags tussehen de schooltijden 'n razzia te ondernemen in de melksalons, maar toch vilde de meerderheid van uitsluiting dier inrichtingen niets weten, Men scheen te verkeeren onder den indruk van 'n geval, dat kort geleden juist in 'n nielk- solon 'n jongniensch al te goede sier gemaakt had van niet al te zuivere guldens. Ten slotte 'n keukenpraatje. Natuurlijk, waar praal men thans in Amersfoort anders over dan over de Centrale Keuken en het zure eten. Dat is inderdaad 'n ongelukkige en on begrijpelijke zaak. Alles marcheerde zoo goed, de C. I\. burgerde zich in cn ziel, daar proeft men plotseling, twee, drie keer in de week, dat het eten zuur is. Men kan dc menschen niet gevoeliger tref fen dan in hun maag. Met 'n leegc beurs kan men nog leven, maar niet met 'n leegc maag. En wie 2, 3 keer het voedsel der C. IC. in het kippenhok of varkenskot in plaats van in z'n bcgccrig keelgat heeft zien verdwijnen, zal zich niet al te vriendelijk over dc C. IC. uitla- ten. f Toch is het geenszins de bedoeling der C. IC. om den menschen voortaan zuur eten voor tc zetten. Integendeel, men zit cr genoeg mee in cn doet al het mogelijke om dc oude repu tatie le herstellen. Iedereen weet wat dc oor zaak is, iedereen geeft raadgevingen, alsof men in de C. IC. slechts daarop zat tc wach ten. In werkelijkheid echter is men er daar reeds veel eerder bij geweest, allerlei deskun digen zijn er bijgehaald, allerlei maatregelen zijn in het werk gesteld en men zal daarmee niet eindigen voordat Oc spijzen weer even smakelijk zijn als voorheen. Niet alleen op het voedsel, ook op dc keu- kenkaarten heeft de heer Lcinwebér critiek geoefend. En terecht, want die kaarten schij nen zeer zonderling gedistribueerd Le zijn. Werd niet gezegd, dat 'n majoor kaarten voor... 7 centen ontving? Hier wreekt zich dus alweer het verkeerde, papiervcrslindcndc systeem om maar ongevraagd aan Jan en alleman kaarten toe te zenden. Waarom niet veeleer de kaarten door de aspirant-verbrui kers laten aanvragen? De heer v. -Kalken drong aan op zuinigheid; dal men er mee be ginne daar waar geheel nutteloos cn noodc- loos uitgegeven vordt! Politiek Overzicht De Russische vredes- qezir>Hheld. In hunne verklaringen over den stand van de vredesonderhandelingen met Rusland hebben zoowel de Duitsche staatssecretaris als de Oostenrijksche minister van buiten- landsche zaken er geen geheim van ge maakt, dat zij voor de tegenwoordige regee ring in Petersburg hoegenaamd niets voe len. Graaf Czernin heeft eene scherpe onder scheiding gemaakt tussehen die regeering en die van de Ukraine; hij heeft gezegd: „Ik werk aan den vrede met de Ukraine en met Pe tersburg. De vrede met Petersburg verandert aan onzen definitieven toestand volstrekt niets. Nergens staan Oostenrijksch-Hongaar- sche troepen tegen die van de Petersburg- sche regeering wij hebben de Ukraihische troepen tegen Ons en uitvoeren kan men van Petersburg ook niets, omdat het zelf niets heeft dan de revolutie en de anarchie, een exportartikel, dat de bolshewiki misschien gaarne zouden willen exporteeren, maar dat ik beleefdelijk weiger aan te nemen. Niette min wil ik een vrede met Petersburg, om dat die ons dichter brengt bij den algemee- nen vrede, zooals het sluiten van iederen vrede. Anders staat de zaak met de Ukraine. Want de Ukraine heeft voorraden aan levens middelen, die zij zal uitvoeren, als wij het over den vrede eens worden." De beide bewindslieden gewagen in woor den van de allerscherpste afkeuring van de methodes, waarvan de regeering te Peters burg zich bedient bij de uitoefening van hare macht. Graaf Czernin heeft het ver schil, dat bestaat tussehen hem en den Rus- sischen hoofdgevolmachtigde bij 4^ onder handelingen in Brest-Litowsk, aldus aange wezen: „Wij zijn beiden naar huis gegaan om een votum van vertrouwen te verkrijgen. Dat is aan Trotzki mislukt en hij heeft als antwoord machinegeweren laten aanrukken en de Constituante uiteengejaagd. Wanneer gij mij hetzelfde aandoet, laat ik geene ma trozen komen maar neem mijn ontslag. Wat democratischer en vrijzinniger is, laat ik aan u over te beoordeelen." Von Kühlmcni} drukt zijn oordeel over de regeering, met wie hij de onderhandelingen moet voeren, aldus uit: „De bolshewiki steu nen eenvoudig op de brutale macht, hunne argumenten zijn kanonnen en machinege weren, en wanneer de afgevaardigde Nau- mann zachtjes van eene bedreiging van het persoonlijke bestaan gesproken heeft, dan zou ik hem met Wilhelm Busch willen ant woorden: Denn seinem Dasein als Subjekt wird alsobald ein Ziel gesleckt. De meenïngsverschiilen worden door uit roeiing van den tegenstander op radicale en bevredigende wijze bijgelegd. De bolshewiki preeken heel mooi, maar in de praktijk ziet het er anders uit" De Duitsche staatssecretaris heeft ook niet onduidelijk te kennen gegeven, dat bij hem geene abolute zekerheid bestaat, dat Trotzki bepaald tot den vrede geneigd is. Al zou hij diens vredeswil niet bepaald wil len ontkennen, hij is niet overtuigd of de heer Trotzki zelf eene absoluut zekere lijn reeds heef! getrokken, en wijst er op, dal diens gezegden althans de mogelijkheid openlaten, dat bij Trotzki en de zijnen „nog eene andere politiek gevoerd wordj: dan die van het open en eerlijk sluiten van den vrede met de door hen als de zonde en het vergif gehate „bourgeois-regeeringen van de centrale mogendheden." Met deze opvatting staat von Kühlmann niet alleen. Zij vindt voedsel in de woorden, die door Trotzki gesproken zijn in het alge meen congres van de arbeiders- en soldaten- raden, toen hij daar verslag uitbracht over den stand van de vredesonderhandelingen. Hij heeft bij die gelegenheid twijfel uitge drukt aan de mogelijkheid om het eens te worden, omdat de gedelegeerden van de centrale mogendheden zuiver kapitalistische belangen voorstaan en aan de eischen -van de maximalistische gedelegeerden slechts schijnbare concession hebben gedaan. De Rusische delegatie in Brest-Litowsk zal, zoo verklaart hij, onvoorwaardelijk blijven staan op haar standpunt en den strijd tegen het internationale kapitalistenblok volhardend en onvervaard voortzetten. Het verdient de aandacht, dat de Nowaja Shisn, 't orgaan van Maxim Gorki, naar aan leiding hiervan tegen Trotzki het verwijt richt, dat hij eene zoo hoogernstige en voor de toekomst der wereld zoo gewichtige zaak als het sluiten van den vrede, misbruikt tot een agitatiemiddel voor oogmerken van partijpolitiek. Dit bewijst, dat ook in Rus land zelf de indruk levendig is. dat Trotzki speelt met de mogelijkheid om de onderhan delingen over den vrede te doen mislukken, teneinde daardoor andere belangen te die nen. Het zal uit den loop van de onderhan delingen in de nu begonnen derde periode moeten blijken of die indruk juist is. De oorlog, In den strijd op het AsijBgoplateau hebben de Italiaansche aanvallers de tegenpartij ge dwongen tot de ontruiming van de stellingen op de beide bergen Val di Bella en Col dei Rósso. In het gebied van den Monte Sise- mol is de aanval mislukt. De luchtaanval tegen Londen in den laten avond van 28 Januari is na 24 uren door een tweeden aanval gevolgd. Te oordeelen naar de opgave van het aantal slachtoffers, is die van minder beteekenis geweest. Londen, 30 Jan. (R.) De secretaris van oorlog Baker heeft aan de commissie van den Senaat over de uitzending van Ameri- kaunsche troepen nog gezegd: Wij hadden ons staend leger kunnen overbrengen, zoo als Engeland heeft gedaan, het na eene korte voorbereiding in actie brengen en ver liezen geleden hebben zooals Engeland. Maar met de vernietiging van het Ameri- fcaansche leger zou er geen kern geweest zijn, waaruit een nieuw leger kon worden opgebouwd. Wij besloten daarom niet het geheHe leger te zenden maar division van het staande leger en van de landweer naar mate zij gereed kwamen en hiei* een ge deelte van onze geoefende strijdmacht ach ter te houden, om haren geest en geoefend heid over te planten in de nieuwe lichtingen, die in öplfpnmg zijn. Er is thans in Frank rijk een strijdleger, dat in de beginselen van militaire tucht en praktijk is opgeleid. In plaats van 150,000 man zullen wij vroeg in 1Q18 meer dan een half millioen in Frankrijk, hebben. Als er faciliteiten te krij gen zijn voor het transport, waai voor de vooruitzichten niet ongunstig zijn, kunnen wij in dit jaar anderhalf millioen naar Frank rijk brengen. B e r 1 ij n3 0 Jan. (W. B.) De stakings beweging is van gisteren tot heden slechts onbelangrijk toegenomen. In "Berlijn wordt het aantal stakers slechts op omstreeks 120.000 geschat. De dagbladen zijn heden met zeer geringe uitzonderingen versche nen. Op straat is nergens iets van de sta king te bespeuren. Het verkeer gaat overal ongestoord zijn gang en rustverstoringen zijn in het geheele rijk niet voorgekomen. Wee rvc n, 30 Jan. (Corr.-bur.) Het huis von afgevaardigden heeft de oorlogswinstbe- losting aangenomen in den vorm, dien het wetsontwerp in het heerenhuis had gekre gen. Londen, 30 Jan. (R.) Wij vernemen, dat Balfour aan de Finsche missie, die zich thans in Engeland bevindt, heeft medege deeld, dat Groot-Brittannië volkomen in stemt met de redenen van Finland's onaf hankelijkheid en de voormalige Russische politiek van onderdrukking afkeurt. De Britsche regeering heeft Finland's on afhankelijkheid reeds de facto erkend, door in directe verbinding met het land te tre den en door de benoeming van een consul- generaal te Helsingfors. De aanwezigheid van Russische soldaten in Finland wordt beschouwdo als in strijd met dé erkenning door de Bolshewiki van Finland's onafhankelijkheid, aangezien vreemde troepen een souverein land niet kunnen bezetten. De Britsche regeering hoopt spoedig in staat te zijn Finland's onafhankelijkheid ook de jure te erkennen. Dit hangt er van af, of eenp gunstig vooruitzicht op consolidatie van de Russische politieke macht bestaat dan wel of de chaos zal voortduren. Balfour verzekerde eveneens Je missie, dat hijger van overtuigd is, dat Finland spoo. dig zijn plaats zou innemen onder de sou« vereine natiën. De Finsche missie, die thans in Engeland verblijft, was onder den indruk van de synv* pathieke ontvangst die haar ten deel is ge* vallen. Stockholm, 30 Jan. (Zweedsch tel.- bur.) Dc koning, die sedert eenige dagen in Schonen verblijf hield, heeft met hot oog op den toestand in Finland besloten naar Stock holm terug te keeren. Stockholm, 30 Jan. (W. B.) Naar aanleiding van den toestand in Finland heeft de Zweedsche regeering voorbereidende maatregelen genomen om, als dat noodig blijkt, onverwijld schepen daar heen te zen den, die de Zweedsche onderdanen naar hun vaderland moeten terugzenden. Stockholm, 3 0 Jan. (W.-B.). De dag bladen berichten, dat uit Stockholm eene uit vijf leden bestaande deputatie van de Alandseilanden is aangekomen, die tot taak heeft den wench van de Alanders naar ver* eeniging met Zweden uit te drukken. Christiania, 3 0 J o.n (W. B.) Het to* legTam van Reuter over het aanbod van Amerika om goederen naar Noorwegen te zenden, wordt door de pers, naarmate van de partijrichting verschillend beoordeeld. Terwijl de Tidns Tegn en de-Sjöfarts Tiden- de opkomen voor onvoorwaardelijke aan neming van de voorstellen, omdat deze con- cessiën van beteekenis inhouden en boven- dien vaststaat, dat eene evenlueele afwij zing den economischen toestand van Noor wegen met ernstig gevaar zou bedreigen, ne- men andere bladen beslist stelling tegen het aanbod. Washington, 30 Jan. (R.) De secre taris van de schatkist Mc Adoo bericht, dat de wisseltransactiën voortaan onder steng toezicht staan van het bonds reservebureau. Het doel van dezen maatregel is zich zeken» heid te verschaffen, dat geene credieten den vijand steunen en tevens een overzicht te krijgen van den wisselhandel op het buiten land. Verspreide Berichten Brisbane, 25 Jon. (R.) De haven* meester van Mackay heeft een draadloos telegram gezonden aan het departement van marine, berichtende dat eqp cycloon en een vloedgolf de haven hebben getroffen. Er zijn 14 personen omgekomen. De stad is slechts voor tien dagen van voedsel voor- zien. Alle werven en suikerpakhuizen zijn vernield. Naar schatting waren 800.000 ponden suiker opgeslagen in Mackay. De stad staat geheel onder water. Drie schepen zijn verloren crecraan, anderen beschadigd. Oost-lndlë I>e verk.(V/,iii»eu voor den Volksraad. Uit Batavia wordt geseind dat in den Volksraad de volgende tien inlanders tot leden gekozen zijn: dr. Radjiman, lijfarts van den soesoechoenan van Solo; raden mas toemenggoeng Ario Koesoemo Octoyo, ro gent van Japara; raden adipati Aria Ach- mad Djajadiningrat, regent van Serang; ra den mas toemenggoeng Ario Koesoemo Joedo Soemiodo, regent van Ponorogo; mas Aboekassan Atmodirono, architect bij den waterstaat te Semarang; Abdoel Moeis, jour nalist te Batavia; Sastrowidjojo, trnnsloteur voor de Javaansche taal te Socrakorta; Wa- woroentoe, oud districtshoofd in de residen tie Menado; dr. Abdoel Rivai, geneesheer Aan een groot karakter doen kleine fou ten geen afbreuk. FEUILLETON. Uit het Deensch door Betsy Bakke r—N ort Ingeborg stak een sigaret op, toen ze koffie hadden gedronken. ,Dat moest je hier todi niet doen, Inge borg, zei, Mo (bilde. „Onzin I" zei Ingeborg, den lucifer in 't wa ter werpend, dat mankeerde er noff maar aan." Ia, wat merkwaardig loch, dat ze nu heele- '»aal haar eigen meester was. Dat ze kon gaan en zitten, precies zooals ze zelf lust bad. er was niemand die haar riep, niemand die eischen stelde. Ingeborg stelde werkelijk nooit eenige vorderingen, en ze zou waarschijnlijk niets verbaasd zijn, als ze Mathilde plotseling Btasuf" hoo''d op de commandobrug had zien Ja misschien toch wel, omdat zij het was, ie t deed, haar gingen dergelijke buiten- E^èt en "iel Allen andercn wel. »0, wat is het verrukkelijk, Ingeborg, om zoo op eigen hand uit te zijn, en wat geld op zak te hebben.'' Ingeborg lachte. „Maar dat wil ik je wel zeggen, met die tien kronen kom je niet heel ver in Kopen hagen. Maar ten slotte ben jij het ook niet, die het feest zal betalen 1" O, wat vlogen die dagen toch. Ofschoon Mathilde ellcen avond zoo moe was, alsof ze in een jaar niet naar bed was geweest. Ingeborg wist niet van maat houden. Nau welijks was ze 's morgens in de ldecren ge komen, of ze trok Mathilde mee de straat op. ..Hoor eens, nu moet je mij niet altijd zoo bij den arm vast houden!" zei ze en trok haar arm terug. „Dat is zoo echt provinciaal. En t is nu juist niet noodzakelijk, voor de heele stad te demonslreeren, dat ik rondsjouw met een Jutlandsche Trien, dde den eersten keer in de hoofdstad is.'' Ingeborgs grootvader was een vlotte oude heer, die in een pelsjas cn lioogen hoed liep, en hun rijkelijk geld gaf voor schouwburg- biljetten en taartjes. Toch voelde Mathilde zich onbehagelijk te moede, als ze alleen met hem was. Hij hield er van zijn vingers door de hare te vlechten ais hij met haar sprak, en dan had hij zoo'n kleinen rooden mond onder een witten snor, dien hij den geheelen tijd vochtig maakte, als of hij op postzegels spuwde. En hij proefde altijd zijn eigen woorden, en het scheen, dat ze hem goed smaakten. En dan sprak hij altijd zoo dringend, en zoo vlak bij baar gezicht, zelfs als hij sprak over de meest alledaagsche dingen. En dan eindig de hij altijd; „Niet waar, wat belieft? Ileb ik geen gelijk-?" Hij noemde zich zelf altijd „een oude cava lier", als hij zich eenige vrijheid wilde veroor loven, die hij niet had kunnen nemen als hij jonger was geweest „Zulk een oude cavalier mag immers wel," zei hij tegen Mathilde, als hij haar op den wang kuste. Maar anders wilde hij zeker dol graag jong zijn. Ingeborg bod geen greintje respect voor hem. Ze sloeg hem op de schouders en zei: „Je bent een oude don Juan, grootvader 1" Maar hij was daarover in het go.heeL niet boos, hij lachte slechts en vroeg Mathilde, wat ze dacht van die beschuldiging. „Mag ik vragen, of u óók vindt dat ik een oude don Juan ben, juffrouw Muhlweyden?" zei hij. „Nee," zei Mathilde, dood verlegen. „Dal vind ik niet." „Wat ben ik dan?" vroeg hij, zijn handen wrijvend, en zijn woorden proevend, terwijl hij zijn gezicht vlak bij het hare bracht. Mathilde voelde hoe rood ze werd. O, waar moest ze toch heen kijken. „Ik vind u een nette, oude heer," zei ze zacht. Maar toen lachten ze beiden nog meer, hij en Ingeborg. Ja, de oude heer lachte tot hij hoesten moest, en hij ldopte Mathilde op een heel andere wijze dan te voren op den schouder en zei, dat ze zeker een goed meisje was. Soms ging hij met hen uit wandelen in zijn sierlijke verlakte schoenen en met zijn dun nen wandelstok; hij liep altijd op den blauwen rand en balanceerde wat als om de rechte lijn te houden. „Hij heeft een klein mankement in den rug." zei Ingeborg. „Dat komt er van." „Waarvan?" vroeg Mathilde, „Is het iets ergs?/i „Zonden van de jeugd," zei Ingeborg,'haar schouders optrekkend. Die woorden bleven Mathilde haar heele leven lang een raadsel. Maar gewoonlijk liepen ze alleen, of met neef Johannes Witlrup en zijn zuster. „Dat wil ik u dadelijk zoggen, grootvader!" zei Ingeborg den eersten dag, „we willen niet voortdurend door u gevolgd worden. We zul len ons zelf wel redden." En loon vloog Ingeborg met haar weg. Hier was werkelijk geen lijd om in de sche mering te zitten. Waren ze eindelijk thuis, moe na een hce- len dag uit geweest te zijn, tegen den lijd dat dc duisternis viel, dan had Ingeborg nog geen rust „Laten we toch de lamp opsteken, groot vader," zei ze. „Ik weet niets vervélender* dan in de duisternis te zitten." Maar gewoonlijk waren ze ook dien tijd uit. Als ze gedurende den maaltijd uitrustten, vond Ingeborg dat meer dan genoeg. Wat waren hier toch overal veel menschen; waar ze ook kwamen, overal waren menschen: op de straten, in de winkels, op dc markten en pleinen. Ja, zelfs op de meren; ze stroom den er heen, zoodra het ijs kon houden, alsof ze op den grond geen plaats genoeg konden vinden. Ze zagen er zoo wonderlijk uil, zooals ze daar in de duisternis liepen; ze deden voort durend denken aan Brueghel's plaat boven grootmoederis stoel: „Winden, die in een af grond storten." Nooit was de stad in rust, zelfs hoog in de luclu sprongen met korte pauzen de electri- schc reclames op de daken, als een diamanten diadeem op het in den nacht verborgen hoofd yan do stad. Ze gloeiden en doofden en gloeiden opnieuw. Volle orche Honen slortleö naar buiten als gulzige honden,-telkens als do groote deuren der restaurants open cn dicht gingen. Een blauwe damp van sigaren dreef met hen naar buiten cn bleef een oogenblik in dc blanke voorjaarslucht hangen. Dc eleclri- schc tram sneed den eeuwig trekkend en men* schcnstroom doormidden, zonder le waan schuwen; elke, nog zoo kleine schoenmakers* jongen met zijn groene zak aan zijn arm ben gelend. had in zijn lichaam de lenigheid om onmiddellijk ter zijde te springen. De auto's raasden krankzinnig toeterend over den weg, als dolle stieren met mechaniek, dc fietsen kenden geen medelijden, 't was als een spelletje van stuivertje verwisselen omi over de straat le steken, maar een spel ijn vreeselijkcn ernst. Daar stond geen kameraadje in hel midden, en greep je lachend bij jc haar, daar stond de dood zelf om de panden in ont* vangst tc nemen. Het was een heele kaart van rails ze kwamen bij elkaar, zc kruisten elkaar en liepen weer uiteen. Waarheen moest men gaan, waar mocht men staan? Was er slechts een veilige plaats bij den lantaarnpaal waar de schoenpoetsen met zijn kistje zat, cn zich voor een halve stui ver op, de hand .liet trappen? Mathilde was voor de eerste maal In haaa leven in den schoiAvburg. „Ja, als je er nog nooit eerder geweest ben* dan moet je eerst Elvenheuvel zien!" zei Inge* borg, toen dit den derden avond dat ze ln dn hoofdstad waren, gegeven werd, „hoewel het mij natuurlijk de keel uithangt, maar het net iets voor jou, dan kan men zoo echt men* ken dat men in een schouwburg Is. En da* nemen we de Wlümpg mee." (Wordt vervoln<U

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1918 | | pagina 1