'buitenland-
O UDEHS
„DE EEMLANDER"
Astrld Ehrencron-Mülier.
inuEimsnus sl?
Ons Onderwijs.
FEUILLETON.
16e Jaargang, No. 163
m po»t 100. P« «*,k 'm* S"3* "TlikCTm*
ofifdtikkcs) f 0.14. atoDtlmUlkt ii«*ud«
f OjQJ. Wikdyluch bjvotf»»! Weflïiwfct*»
Hafcrmv. (w.d« «dart» Thbèa H«~°)
po 3 suundM 90 «at. "VckdUkjch
%WtrtUkwu- 1* 3 m«o4Ua e0r«t
AMERSFOOMTSCK DAG3LA0
HOOFDREDACTEUR: Vi«. 0. J. VAK SCHAARDENBURG
UITGEVERS: VALK.HOFF A C.
BUREAUAKNHEMSCHE POORTWAL, Hoen utrbchtschkstk.
INTcRCOMM. TELEFOONNUMMER 513
Donderdag 7 Februari 1918
dienstaanbiedingen l-J tegela f (U0. gronte leitet»
naar plaatsruimte. Voor bande) en bedrijf besuaa
xeer voordeellge bepalingen tot hel herhaald adver»
teercn in dit Blad, bij abonnement Ecne circulaire,
bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
2e Serie.
VI.
Beroepsteel»*.
Vervolg.
SjPjS 'Na bet eerste artikel zal het den lezer wel
iénidelijk zijn, dat vrij liefst het kind zoo lang
mogelijk „kind" willen laten, d. w. z. laten
schoolgaan en, misschien in de eerste plaats...
«prien. Meen nu niet, dat we het kind geen
a m*bcid willen lftten verrichten! Integendeel,
/:ï?r^arbeid lijkt ons bij de opvoeding een onmis-
i ka re factor. "We staan in dezen volkomen aan
V/ de rijde van Pestafózzi, die reeds honderd
HB .vijf en twintig jaren geleden betoogde, dal
de arbeid als opvoedingsmiddel zulk een
groote waarde had. De beste Pestalozzi-ken-
jver, Professor Natorp, zei eens in een rede:
g^Iet is de onsterfelijke verdienste van P.;
aan het begrip van ontwikkeling door arbeid
en tot arbeid de passende plaats gegeven te
•hebben onder de grondbegrippen der
•opvoedingsleer."'
i rï°en we trouwens anders bij het frö-
'beien, bij het onderwijs in handenarbeid op
d< legere school, op de ambachtsschool? De
arbeidzaamheid kenmerkt zich door den in-
nerbjken, gelijkelijk zich ontwikkelenden en
onderling steunenden samenhang der zede
lijke, verstandelijke en lichamelijke inspan-
Hing. Zij dwingt de geestelijke vermogens tot
'een rusteloozé4 opmerkzaamheid. zorgvuldig
heid en bedachtzaamheid, de hoofdfactoren
li 4,.| van alle logisch denken. En waar het doel
der opvoeding is, de jeugd op te kweeken tot
zelfstandig zoekende en oordeelende men-
pfij schen daar wordt tóch nog le weinig de
waarde van den arbeid begrepen. Zeker, aan
de andere rijde wordt door den „kinder-
II arbeid", vooral in de industrie, zooveel leeds-
gebracht. zooveel jong leven bedorven, en
Hj zooveel moreel kwaads gesticht, daf wc bijna
onbewust vijandig zijn komen te slaan legcn-
H ©ver het idee van arbeid door kinderen; mis-
schien is dat ook de oorzaak, dat vele vol-
j wr.ssenen het noodlot voelen, dat den arbeid
dn onze samenleving maakte tot een vloek,
g gevoeld wordt als een dwang.
En zelfs de grootste pessimist zal moeten
toegeven, dat alle arbeid, vrije zoo goed als
gedwongen en omgekeerd, veel lichter valt,
naarmate men meer lust er in heeft. Als
ioglsch gevolg daarvan spreekt het vanzelf,
dat ieder jong mensch zooveel mogelijk dat
beroep mag kiezen, waarin hij of zij het
meeste ambitie heeft. Wc zeggen zooveel mo
gelijk. want helaas, zelfs ouders, die in dat
r- opzicht hun kinderen gaarne hun eigen (d. i.
dt-r kinderen) zin lieten volgen, zijn niet al
tijd finantiëel sterk genoeg, de wenschcn
hunner spruiten in te willigen. .Tuist daarom
wenschen we oen instituut, een instelling, die
we b.v. zouden kunnen noemen. Bureau voor
beroepskeuze. De werking er van denken wc
ons in groote lijnen ongeveer als volgt:
Het Bureau zal ressorteeren onder een
L «poedig in te stellen Ministerie van Onder-
wijs. Afgescheiden van elk idee van beroeps
keuze. zou zulk een ministerie toch geen
(overbodige) weelde zijn. In elke flinke ge-
ffi meente, b. v. de arrondissements plaatsen, is
een bureau gevestigd, met als leider in de
L M -eerste plaats iemand, die een goed onderlegd
- i1'' paedagoog (s. Niet een schoolmeester-achlige-
- boekenwurm de onderwijzers nemen me
deze uitdrukking zeker niet kwalijk maar
Iemand, die het leven in al zijn volheid kent
J- en ook... de menschen. Den leerplichtigen
li leeftijd denken we ons tot minstens veertien
jaar. omdat we dan toch eerder mogen ver-
wachten dat een kind ziin zinnen ergens op
&ezet heeft, dan op twaalfjarigen leeftijd. Op
school moet nauwkeurig een zoogenaamd
- - „stamboek" worden bijgehouden, terwijl op
een maandelijks te verstrekken rapport nauw
keurig aangetcekend worden niet alleen de
Ljf vorderingen in de leervakken lager onderwijs,
doch ook mededeelingen geschieden omtrent
aanleg, ijver en gedrag. Verlaat zoo'n leerling
de school en hij weet niet in welke richting
hij verder hel leven zal doorgaan, dan geeft
de „opvoedings-amblcnaar" van het bureau
raad. Men begrijpt direct, dat zulk een bureau
dus in hoofdzaak tc werken zal hebben voor
jdie jongelui, die nog geen keus van ambt ci
j vak hebber, gedaan o! welen te doen. En ook
moet in gevallen van rtuanÜMe onmacht der
ouders het bureau bemiddelend optreden,
door een weg aan te wijzen, hoe zonder zwnre
offers van ouders kant toch het doel bereikt
kan worden en desnoods helpt het bureau
met rijks-éinanciën. Er wordt wel minder
nuttig besteed geld gevoteerd! Zeker, misluk
kingen in beroepskeus zullen nog din bestaan,
maar niemand zal tegenspreken, of er wordt
op die wijze reeds veel geholpen, 't Is maar
de vraag: wie bindt de kat de bel aan?
K.
Politiek Overzicht
De Russisch-Rumeensche
strijd.
n. (siot).
De Sovjet-regeering te Petersburg heert
tegen Rumenië niets goeds in den zin.
Trotzki heeft een onverholen dreigenden
toon aangeslagen in zijne verklaring aan een
dagbladschrijver: „De oude Rumeensche re
geering zal zonder genade behandeld wor
den. Met de Rumeensche democraten in
Rusland sympathiseeren wij, maar de ver
tegenwoordigers van de Rumeensche bour
geoisie behandelen wij als gijzelaars, wan
neer de Rumeensche generaals verder te
gen ons laten oprukken."
Het dreigement klinkt ernstig, maar of het
ernstige gevolgen zal hebben is de vraag.
De strijd, die zonder oorlogsverklaring tus-
schen Rusland en Rumenië is uitgebroken
is reeds sints eenigen tijd aan den gong, en
tot heden is niet Rusland, maar veeleer Ru
menië aan de winnende hand.
Omstreeks half Januari werd bericht, dat
het Russische regiment no. 105 door Ru
meensche strijdkrachten omsingeld en ont
wapend was en dat ook door de burgerlijke
Rumeensche overheid daden van vijand
schap tegen Russische soldaten ondernomen
en transporten levensmiddelen verhinderd
waven. Het bleek al spoedig, dat dit geene
op zich zelf staande incidenten waren, maar
dat er methode zot in de Rumeensche han
delingen. De Agence Bulgare berichtte den
23en Januari: „De Russisch-Rumeensche be
trekkingen zijn uiterst gespannen. Na korte
gevechten tusschen kleinere Russische en
Rumeensche eenheden zijn de gevechten ook
tusschen grootere troepenafdeelingen be
gonnen. Op het huidige tijdstip*is-de v.reld
getuige van een nieuwen oorlog tusschen
de bondgenooten. Tengevolge van eene po
ging der Rumeniërs om zich van de wape
nen, de munitie en het wagenpark der troe
pen van het 4e Siberische korps, bestaande
uit de 9e en 10e Russische divisie, meester
te maken, wordt sedert drie dagen ten zuid
westen van Galatz tusschen de rivieren Se-
reth en Pruth met de grootste verbittering
een slag geleverd. De beide partijen strij
den met kanonnen en monitors. Om niet in
de handen van de Rumeniërs te vallen, heb
ben soldaten van eene Russische brigade
een toevlucht gezocht aan deze zijde van
de door het verdrag van wapenstilstand
vastgestelde demarcatielijn, waar zij hunne
wapenen, trein en verzorgingsmaterieel af
leverden. De rest van het Russische korps
zet den slag in afwachting van de toegezeg
de ondersteuningen voort."
Het tooneel van deze gevechten was de
landstrook tusschen de Pruth en de Sereth,
dus gebied van Moldavië, blijkbaar dicht
achter het front. Weinige dagen later werd
vernomen, dat de strijd werd voortgezet,
waarbij een Russische bevelhebber zelfs
verzocht, dat de Oostenrijksch-Hongaarsche
artillerie zou ingrijpen, hetgeen natuurlijk als
strijdig mei den wapenstilstand werd afge
wezen.
Sedert is de brand over de Pruth heen
overgeslagen naar Bessarabie. Berichten uit
BeSoarabie meldden, dat Rumeensche troe
pen hel Russische grensstation Ungheni be
zet, het garnizoen ontwapend en de plaatse
lijke Sovjet in hechtenis genomen hadden.
Rumeensche troepen hebben ook Kishinew
bezet na een verbitterden strijd, waarin aan
beide zijden groote verliezen geleden wer
den. Volgens een bericht van de Wetsjerni
Tsjas hebben de Rumeniërs twee Russische
regimenten ontwapend
Ungheni is het Russische grensstation-
20 K.M. ten oosten van Jassy aan den
spoorweg gelegen, die de hoofdstad van
Moldavië verbindt met Kishinew en verder
met Odessa. Kishinev .s de hoofdstad van
Bessarabie, het Russische gouvernement,
dat door de Zwarte zee, de Dnjestr en de
Pruth is ingesloten en welks bevolking voor
de helft uit Moldaviëts bestaat. In 1812
werd deze landstreek aan Turkije ontnomen
en bij Rusland gevoeg.1. In 1856 kwam het
zuidelijke gedeelte bij Moldavië, totdat in
1878 Rusland zich he gebied ten noorden
van de Donau weer toeeigende.
Zoo zijn de beide voormalige bondgenoo
ten ihet elkaar op oórlogsvoet gekomen.
Hoe deze strijd zich vérder zal ontwikkelen,
zal moeten blijken. Da. rop zal van invloed
zijn de binnenlandsche strijd in Rusland,
voor zoover do Ukraine daarbij betrokken
is, en ook de verdere Joop der onderhande
lingen over den vrede in Brest-Litowsk. Uit
de Duitsche persstemmen ziet men, dat men
aan de zijde van den vierbond leeft in de
verwachting, dat, als <ie centrale rada te
Kiew er in slaagt zich aan den invloed van
de Sovjetregeering te Petersburg te onttrek
ken, de vrede met de Ukrainische republiek
spoedig tot stand zal komen. In verband
daarmee zou zich het uitzicht openen om
met Rumenië lot eene schikking te komen,
die dit land zou bewegen zich van de En
tente -af te scheiden cn naar den vierbond
over te gaan. En die schikking zou op hare
beurt den weg banen.om zich te verstaan
over eene eindregeling, die op kosten van
Rusland de geschillen tusschen Rumenië en
Bulgarije uit den weg'-', i ruime-.die zoo
lang een element van onrust in c-n Balkan
geweest zijn. Daarop wijst een ar 'Vel in de
Vossische Ztg., waaruit het hier volgende
is aangehaald
„Op een landkaart van het Ukrainische
ideaal blijft de smalle landstrook tusschen
Pfuth--en Dnjesrr, d. t: Bessarabie met ue
hoofdstad Kishinew, buiten de Ukrainische
aanspraken. Door den in wording zijnden
staat Ukraine geheel van Rusland afgeschei
den, hangt dit*deel van het voormalige Rus
sische rijk als een soort Niemandsland voor-
loopig in de lucht. Wat moet er met dit in
springende stuk tusschen de Ukraine en
Rumenië gebeuren De Ukrainers maken
er geen aanspraak op. Misschien zal men
het ten slotte bij Rumenië voegen, wel is
waar niet bij Rumenië zooals.het tot dusver
bestond, maar bij een innerlijk geheel ver
vormd, van de oude machthebbenden en hun
wanbeheer verlost Rumenië. Zooals de
zaken nu staan, ziet het er naar uit, dat
Rumenië de Dobroedsja verliest, want de
Bulgaren leggen het er op aan, ofschoon bui
ten Bulgarije ernstige bezwaren daartegen
spreken, de geheele Rumeensche Dobroed
sja te behouden. Onder zulke omstandig
heden is het niet uitgesloten, dat de ruil van
1878, toen Rumenië de Dobroedsja kreeg
in een gedwongen ruil tegen Bessarabie,
weer ongedaan wordt gemaakt."
De oorlog.
Van de oorlogstooneelen niets nieuws.
Londen, 6 h e b r. (R.) De te Edinburg
verschijnende Scotsman zegt, dat het oor
deel over den roekeloozen Ubootveldtocht,
die nu een vol jaar heeft geduurd, is dat hij
voor de Duitschcrs een jammerlijke misluk
king is. Aon het einde van het jaar, waarin
Duitschland alles heeft gedaan wat In zijne
macht was om de vervloeking van den oor
log in de neutrale en in de oorlogvoerende
landen te verscherpen, is Duitschland ver
der verwijderd van het bereiken van het doel
van deze campagne dan aan het begin. De
verliezen ten gevolge van den arbeid der
duikbooten hebben In Januari het laagste
punt bereikt en zijn gedoeld tot beneden het
cijfer van Januari 1917.
In één opzicht Is de mislukking in het oog
vallend. De tijd, waarbinnen de overwinning
zou worden verzekerd door deze schending
van alle regelen van beschaafde oorlogvoe
ring, is lang verstreken. De tijd, die volgens
eene zorgvuldige berekening van deskundi
gen was te beschouwen als de termijn waar
in Groot-Brittennië 't zou kunnen uithouden
zonder om vrede te smeeken, was zes maan
den.
B e r 1 ij n 6 F e b r. (W. B De eerstvol
gende zitting van den rijksdag heeft plaats
den 19en Februari, des namiddags om 3
uur. Op de agenda staan interpellation en
rapporten over verzoekschriften.
Berlijn, 6 Febr. (W. B.) Tijdens het
verblijf van den minister van buitenlandsche
zaken graaf Czemin te Berlijn zijn in veel
vuldige gesprekken met de hoofden van de
Duitsche regeering alle hangende politieke
en economische zaken in behandeling ge
komen, in 't bijzonder de voedingskwestie.
Daarbij kon in ieder opzicht eene volkomen
overeenstemming geconstateerd worden.
Londen, 6 Febr. (R.) In het Kooger
huis heeft lord Newton medegedeeld, dat
zich op dit oogenblik 49.817 krijgsgevange
nen in het Vereênigd Koninkrijk bevinden,
waarvan 28.050 geëmployeerden en 3491
aangewezen voor verschillende bedrijven.
Het overzicht omvat officieren, onderoffi
cieren en manschappen, bovendien man
schappen in hospitalen, ongeschikt voor werk
en manschappen, aangewezen voor de uit
wisseling en terugzending, krachtens de te
genwoordige overeenkomst. De gevangenen
waren gebruikt in constructiewerkplaatsen en
voor anderen arbeid, zooals het maken van
wegen, in dienst van de admiraliteit en de
war office. Verder waren 4280 gebruikt in
den landbouw en 4000 andere werden voor
kort uit Frankrijk verwacht om eveneens in
den landbouw te werken. Bovendien zijn er
29.000 burgerlijke geïnterneerden, waarvan
1500 a 2000 verlof hadden voor verschil
lende firma's te werken, hoofdzakelijk in den
landbouw.
Washington, 6 Febr. (R.) De cre-
dieten aan de geallieerden zijn door een lee
ning van 155 millioen aan Frankrijk geste
gen tot 4.624.400.000 dollars.
De kiesrechthervorming in Engeland
heeft gister haar beslag gekregen. De even
redige vertegenwoordiging heeft in de
nieuwe regeling eene plaats gekregen, maar
slechts een zeer bescheidene. De lange
strijd daarover is geëindigd met de aanne
ming van een compromis-voorstel, inhou
dende dat met de evenredige vertegenwoor
diging een proef zal worden genomen naar
een plan, omvattende ->nderd kiesdistricten,
dat aan de goedkeuring an het parlement
zal worden onderworpen.
B e r 1 ij n, 6 Febr. (W. B.) De berichten
over het aftreden van Sir A. Yapp en over
de verplichte rantsoeneering van levens
middelen, waartoe het Engelsche oorlogs
kabinet heeft besloten, stellen helder in het
licht den toestand, waarin onze U-booten
Engeland gebracht hebben. De veldtocht,
die Ynpp heeft ondernomen tot bevordering
van de vrijwillige beperking in het gebrui
ken van levensmiddelen, is mislukt. Enge
land zal nu moeten bewijzen of en hoe lang
het met zijne verplichte rantsoeneering rien
druk van den Ubootoorlog kan doorstaan,
Budapest, 6 Febr. (HongaarscK
Corr.-bur.) Noor verluidt, zal binnen kort
eene vermindering van het meelrantsoen
plaats vinden. Hoe ver de vermindering goat^
zal eerstdacgs bekend gemaakt worden.
Warschau, 6 Febr. (W. B.) Het ta
Lublin verschijnende blad Glos Lubelski van
2 Febr. publiceert een mededceling van de
vereenigde club der oppositiekringen in Po*
len onder leiding der nationaol-democraten,
waarin o.a. geconstateerd wotdt:
De bewering van de Duitsche delegatie te
Brest-Litowsk, dal het Poolsche volk in zijn
streven naar vorming van een onafhonkelij-
ken Poolschen staat reeds beslist heeft en
zich algemeen voor afscheiding van het ko«
ninkrijk Polen van Rusland heeft verklaard,
komt met de waarheid volkomen overeen!
Deze feitelijke toestand is geheel onbetwist
De genoemde eischen kunnen ook door ds
voorloopig gevormde staatslichamen ge«
steund worden.
Het door de Sovjet-regeering als surrogaat
voor de ontbonden Constituante bijeenge
roepen hoofdcongres van de arbeiders-, sol
daten- en bocrenraden heeft met één penne-
streek het eigendomsrecht opgeheven, voor
zooveel het den particulieren grondeigen
dom betreft.
In den burgeroorlog, die in Rusland woedt,
doet ook het godsdienstige element zich gel
den. In de Moskousche bladen is een her
derlijke brief opgenomen van den patriarch'
Tichon, die alle geloovigen aanspoort op te
stqnn tegefi de bolshewiki, die als bestrijders
van het orthodoxe geloof worden gebrand
merkt. Op hare beurt heeft de Sovjet-i egee-
ring verklaard, dat zij de uitoefening van de
godsdienstige verrichtingen niet wil belem
meren, maar aan het volk wil teruggeven wat
de popen het sedert eeuwen hebben ont
nomen.
Stockholm, 6 Febr. (W. B.) In den
nacht van 4 Februari werd in Petersburg de
ruinkapel in het paleis van grootvorstin
Maria Paulowna geplunderd en van alle kost
baarheden beroofd. Een gewapende bende
van 500 menschen is in verschillende win
kels van het district Wosnessenski ingebro
ken. Er werden 14 juweliers winkels, J7 klee-
renwinkels en 4 apotheken geplunderd. Hel
geheele district werd door troepen met pant
serauto's en machinegeweren omsingeld. Df
verbitterde gevechten duurden den geheelen
nacht, waarbij 120 personen gedood en nog
een veel grooter aantal gewond werden.
Stockholm, 6 Febr. (W.-B.). Vol--
gens Aftonblodet waren de hulptroepen,
die de bolshewikiregeering gezonden heef!'
aan de Finsche opstandelingen, Zoterdag
sterk 7000 matrozen en 7000 soldaten.
B e r 1 ij n, 6 F e b r. (W. B.) De avondbla
den melden, dat de Finsche Witte Garde,
die door de Roode Garde uit de omgeving
van tyyborg naar het noorden teruggedreven
werd, zich daar weder verzamelde en op
nieuw een aanval deed, nadat belangrijke
versterkingen waren aangekomen. Nyborg
wordt ernstig bedreigd, het garnizoen neemt
maatregelen tot verdediging van de vesting.
De spoorwegverbindingen zijn verbroken. Do
trein, waarin Kamenew en Salkind reisden
om naar Frankrijk en Zwitserland te gaan,
kon van Tammerfors niet verder komen.
Washington, 5 Febr. (R.) De voor
zitter van de commissie van buitenlandsche
zaken van het huis van vertegenwoordigers
Soms wordt het iemand kwalijk genomen
Öat hij niet zoo dom is, als hij wel lijkt.
Uit het Deensch door
27
Betsy Bakker—Nort
Maar Geerlrui leerde niet veel. Den eersten
S. Ir,en moeder met eenifle restantjes van
•ilie" kwam en vroeg: „Waar is poes. Geer-
i vloog ze op en antwoordde: „op Catri-
nondal:' en I;eek toen verlegen, verward op,
i toen zc het giegelen der meisjes hoorde.
Armc Geertrui, ze had niet veel woorden tot
ar '"Schikking. Ze was haar eigen stillen
weg gegaan naar den keuken, om het eten voor
de oude vrouw te halen co weer terug. Zelden
t lemapd zich met haar opgehouden.
.e Gedachtenloos - of misschien vol gedach-
g WWJe„,kL?:° het welen - peinsde MaUiilde,
was ze altijd gereed geweest met haar ant-
SWtekieneeuige vraag, die menschen haar
f' gen Juli kwam ze vragen of ze weg mocht
gaan tnet de vrije week. Ze svilde naar huis,
naar haar oude tante.
„Och, ik kan niet by zulke levende menschen
zijn," zei zc, toen ze haar vroegen, „er zijn al
te veel nieuwigheden, die je moet leeren."
Dien zomer kreeg Mathilcle geen verlof,
ecmge feestelijkheid mee te maken op Kongs-
levgaard.
Dot vonden haar ouders niet passend.
Over hc.t geheel genomen, was er niet veel
laven op de hoeve dit, jaar.
.,'t Is een doode zomer." zei Ingeborg.
't Nichtje uit Kopenhagen had zich ver
loofd, en haar broei' kwam niet. Twee van de
cursuskameraadjes kwamen met haar aan
staande.
„Lieve hemel, dden weg moeten wij alle
maal," zei de bejaarde Bolette met haar paar
denharen pruik, die zoo lcelijk was. dat ze
niet kon sterven, zooals Paul Boyc beweerde.
Ze zwierven rond. meest twee' aan twee.
„Man over boord!" zei Ingeborg, en deed
een schop in hun richting, als een der ver
loofden voorbijsloop met haar „voorwerp".
»Nu is er niets meer aan je."
Toch maakten ze allemaal het hof aan Inge
borg, zoowel de verloofde, als de onvcrloofde
heeren.
„Dat mankeerde er ook nog maar aan," zei
ze, „men moest jelui zeker nog er voor dan
ken."
Wat moest het toch heerlijk zijn, zoo het hof
gemaakt te worden door allen,"en met ieder
een te schertsen, dacht Mathilde.
Met haar werden ze altijd ernstig. Nooit viel
het iemand in met haar te schertsen. Waar
aan zou dat toch liggen?
Ingeborg liep dien zomer heel veel met haar
moeder, ze slenterden arm in arm, en hadden
zoo veel dingen samen té bepraten. Öve was
begonnen op eigen han<l uit te gaan. Hij had
een duivenhok in den schapenstal, en een hok J
niét konijnen in den hoek tusschen dc schuur
en den koestal Ilij was op een bizonder goe
den voet met Petersen, cn was voor zijn maag
verliefd op juffrouw Mortensen, die hem zulke
zoete boterhammen gaf, dat het knarste tus
schen de tanden.
„Met November ga ik er uit!" zei Ingeborg.
„Mötterchen heeft mij verlof gegeven. Zulke
dingen moet men doen als men nog jong is;
dan krijgt men ontwikkeling en ervaring, Niels
is zoo heerlijk als ervaringen."
Mathilde was heel veel alleen. Dikwijls ont
moette ze irt de Plantage den kleinen Klem van
den molenaar. Daar liep hij bruin verbrand,
met zilver haar, dreef de koeien en sprak in
zich zelf. Als hij haar zag, schaamde hij zich
en zweeg, en vroeg haar hoe laat het was.
Altijd vroeg hij haar hoe laat het was.
„Want ik mag niet voor zeven uur thuis ko
men," zei hij.'
Mathilde gaf hem dikwijls een tien Öre, eiken
keer zag ze, dat hij een luciferdoosje uit den
zak haalde, waarin hij hel voorzichtig borg.
„Waarom doe je dat?" vroeg ze.
„Voor een horloge 1" zei de jongen. „Want
dan kan ik zelf zien hoe laat het is. Ik kan
in Holstebro geen gebruikt krijgen onder vier
kronen. Daar hoort een sleuteltje hij."
Mathilde vertelde het aan haar ouders. Ze
had zelf niet veel zakgeld maar of ze hem
die paar kronen, niet wilden geven, die hem
nog ontbraken 1
Moeder keek verschrikt op. J)rie kroon",
zei ze.
„Wat ben je toch kinderachtig voor je leef
tijd, Mathilde," berispte ze, drie kroon, voor
een nutteloos prul, als een horloge voor een
turf van een jongen. Ja, was het nog geweest
voor buskin voor een nteüwen broek, dien zou
hij meer dan noodïg hebben.''
„Ja, maar moeder, ais hjj nu zoo Jiever
een horlog
broek?"
wil hebben dan een nieuwen
„Ja, dan moeten wij vcrètandlgcr zijn dan
Klem," zei moedor en ging weer aan haar
werk.
Maar op een dag dat Mathilde weer in de
Plantage wandelde, kwam Klem bij haar.
„Weet u, hoe Iaat het is?"-vroeg liij met ge
spannen aandacht.
Nee, vandaag had Mathilde tot haar spijt
geen horloge bij zich.
„Ja, maar ik wël!"
En dc jongen trok triomfantelijk een mach
tige. ronde snuifdoos van een horloge te voor
schijn, en hield haar dat voor.
„Nee, maar Klem, waar heb je dat van
daan?"
Ja, dat mocht hij niet zeggen, nee dat mocht
hij niet, en dat deed hij ook niet.
Maar een week daarna trad Klem op in een
nieuwen broek.
En toen wist Mathilde dat haar oudere ip
stilte gegeven hadden, elk naar eigen opvat
ting. En ze dacht, dat er toch geen mensch
op de wereld was, zooals zij, niemand zoo
rechtvaardig, niemand zoo handelend naar
zijn overtuiging als zij.
„Ach, het waren Goden, die gehoorzaamd
moesten worden."
„Eer uw vader en moeder opdat het u wel
moge gaan."
In November vertrok Ingeborg.
Mathilde kreeg lange brieven van haar, ze
was in een groot huisgezin met een godde-
loozc massa familieleden; ouders, grootouders,
zoons en dochters die op scholen en conser
vatorium gingen, dienstboden die eten kook
ten, uit en ln liepc^i, met zilver rammelden in
de buffetladen, cn kleine kinderen, die op een
private schooi giogeu. liet was eeo weesehike
menage, dc hemel mocht weten, wat zc met
nog een er bij wilden!
Maar dit kreeg Ingeborg spoedig le welen*
Alles waarvoor dc dienstboden geen tijd had
den, de dochters geen zin, mevrouw geert
kracht, dat moest z ij doen.
Hel ontbijt ffroppen in dc monden der
kleintjes cn hen naar school brengen, 't huis
doorrennen om dc couranten, die verkreukeld
in dc verschillende bedden lagen, en zc aan
de oude grootmoeder voorlezen, die zoo wat
stokdoof was dc kleinigheden afstoffen 1
er waren manden vol op de étagères, cn da
fijnere boodschappen doen.
Ingeborg vloekte in haar brieven aart
Mathilde, maar ze hield het vol. Dat mankeer
de er nog maar aan, dat men zou zeggen, dat
zij het niet kon volhouden, zij zelf had het inw
mers gewild.
Maar God beware, wat zou ze het zalig vin*
den met Mei weer thuis tc komen.
Nee, zulk ccn heetcn zomer had men nog
nooit gehad, men kreeg letterlijk geen slaap,
want men moest het allerlaatst 's morgens ont
zes uur opstaan om een beetje frissche luchf
in te ademen, om acht uur was het al nicJ'
meer uit le houden.
En den heelen dag wachtte men sleehls ofl
den avond on op het eerste koele windje vam
de fjord, nadat de zon zoo genadig was haafl
zondig hoofd te dompelen in een bloedbad id
de golven.
(Wordt vervolgd.)