„DE EEMLANDER"
EERSTE BLAD
BUITENLAND
~BÏNMFNLAKD
16e Jaargang, No. i/o
IBnUINIttUTCDOIIC P" 5 mMnt,en voor Amers.
AuUnlLmtnlurnlJO faort f l-50. Idem franco
pet post t 2.00. per week (met gratis verzekering
tegen ongelukken) f 0.14. afzonderlijke nummers
f 0.05 Wekelijkscb bijvoegsel »D# Hollandsch*
JfefWiuu» (ondet redactie van Tbérése Hoven)
pet 3 maanden 50 cent Wekelijkscb bijvoegsel
%Wectldt€ru#* per 3 maanden 60 cent
AMEBSFDORTSGH
HOOFDREDACTEUR: M-. D. J. VAN SCHAARDENBURG
UITGEVERS: VALKHOFF C.
BUREAUARNHEMSCH E POORT WAL, HOEK utecchtecheste
INTERCOMM. TELEFOONNUMMER 513
Zaterdag 16 Februari 1918
d.cnsuanbiedingen 1-5 regtU f 0.50. groote lellen
naar plutsrulmlt Voor handel en bedrijf beataar»
;ecr voordeel ige bepalingen tot het herhaald ad, er.
tecren in dil Blad, bij abonnemenr. Eene drcnlaim.
bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraan
'«meezonden,
Het herhalingsonderwijs.
IT.
WIJ meenden een stukje geschiedenis en dc
algemeene oorzaak van den ficringen groei
van het herhalingsonderwijs te moeien laten
voorafgaan. In 'l volgende zullen we Irachtcu
in grove lijnen het doel van het lierii&Iifgs-
onderwijs (Tan te geven. In de AmcrsfooYlsche
verordening tol regeling van het Ilerluilings,-
onderwijs wordt «als doel gesteld, om met in
achtneming yan art. 17 der wet. op lu-t O.,
zooals dat wordt gelezen volgens art. 31 dor
Leerplichtwet, aan hen, die het gewoon lager
onderwijs genoten hebben, dc gelegenheid 1c
geven tot bevestiging en voortzetting van het
onderwijs in de vakken, die in de eerste plaats
voor het maatschappelijk leven van grootc
waarde zijn. Het doel is dus tweeledig, niet
alleen bevestiging, herhaling van hel reeds
geleerde, maar levens voortzelling cn uitbrei
ding er van, terwijl in dc eerste plants reke
ning wordl gehouden met de eischen van hel
praktische leven. Ilel onderwijs moet z"-'h na
tuurlijk aansluiten bij dat van de lagere school
en zal. daar -vele leerlingen het geleerde voor
een goed deel al weer vergeten-zijn ook veel
moeten herhalen, wat reeds op de lagere
school gegeven i^. Maar getracht wordl zooveel
mogelijk tc geven; wal nieuw is voor de leer
lingen. opdnl het onderwijs dc noödige belang
stelling bij hen weet te wekken. H(;t onder
wijs is dus zoo ingericht, dat het door leer
lingen die de lagere school hebben doorloo-
pen kan gevolgd worden Hel lager onderwijs
moet worden vastgesteld cn uitgebreid Zon
der vakonderwijs le zijn worden die kundig
heden aangebracht welke den leerlingen bij
hun dagelijkschen arbeid tc pas komen. Het
herhalings onderwijs is zoo feitelijk meer een
voorbereiding voor het eigenlijke vakonder
wijs. Eu daarnaast is dc herhalingsschool een
kweekplaats voor meer algemeene ontwikke
ling. Meer algemeene ontwikkeling! Dc öisch
daarvan treedt steeds meer en meer uaar
voren en gelukkig wordt hel nut er van ook
steeds meer en meer ingezien. Niet^ alleen
trouwens dat de voortschrijdende bedrijfs
ontwikkeling veeleischender wordl voor den
werkman, ook als staatsburger cn als lid
zijner vakorganisatie wordt voortduren'! meer
van hem gevraagd. En niet alleen is dit mol
den arbeider het geval, maar ook met de
arbeidster, zoodat het uict alleen voor de jon
gens noodzakelijk is zich meerdere kennis te
vergaren, maar evengoed voor dc meisjes.
Bovendien biedt de Herhalingsschool voor
onze meisjes een goede gelegenheid, om zich
verder in de nuttige handwerken te bekwa
men, waardoor zij vele dingen lccrcn, die voor
de latera huisvrouw van groot belang zijn.
Daarbij komt dan nog het onderwijs in
koken en voedingsleer, waarvan het nut zeker
ook niet nader betoogd behoeft te worden
Maar.... is het nu noodig, dat de jongens en
meisjes voor een en ander nog, na het vol
brengen van den leerplichtigen leeftijd, een
herhalingsschool gaan bezoeken? Hebben zij
niet genoeg aan het gewone schoolonderwijs?
"Wij wezen ov reeds op, dal het geleerde op
de lagere school spoedig vervliegt, als de leer
lingen 'M het verlaten daarvan geheel van
onderwijs verstoken blijven. Maar al was dat
r-'et het geval, dan nog zou dc noodzakclijk-
h :d van het herhalingsonderwijs riet ont-
nd kunnen worden: De lag^-c school toch
Km den kinderen niet die ontwikkeling geven,
v.;elke zij voor de uitoefening van een beroep
bedriif noodig hebben. Jongens en meisjes,
ook al doorlooncn -zij met nog zooveel vrucht
i d.: lagere school, kunnen op 12 jarigen leef
tijd niet geacht worden, voldoende gewapend
le zijn voor den strijd, die hun wachL Zij be-
j' schikken dan slechts over een zekere elemen
taire kennis, waarop kan worden voortge-
r bo'.iwd, maar die voor het praktische leven
van weinig direct nut is. En dan zij, die niet
v n het gewone schoolonderwijs hebben ge
profiteerd als wel mogelijk was? Zij moeten
in zooveel nadccliger conditie hel leven in-
gaan en geen wonder dan ook. dat vooral zij
maar al te vaak in het leger der ongeschoolde
f. arbeiders terecht komen. Vooral hun biedt
het herhalingsonderwijs 'de kans, zich die
I plaats nog te verwerven in de maatschappij,
waaróp zij krachtens hun aanleg recht heb
ben.
Men late echter vooral dc gedachte varen,
'dat men bij het verlaten der lagere school
„uitgeleerd" i>
Reeds in 1875 toch schreef een commissie
i uil het schoolverbond: „Aangezien de onder
vinding heeft geleerd, dal de keunis tot op
dien leeftij<cH(13 jaar) verkregen, spoedig ver
vloeit en niet voldoende kan beschouwd wor
den voor de eenvoudigste maatschappelijke
betrekking; zal hel onderwijs door hen, die
;gcen uitgebreid lager, middelbaar of hooger
onderwijs genieten, gedurende dc winter
maanden als Iierhalihgsondcrwijs tot den leef-
tijd van minstens 16 jaren moeten worden
voortgezet Iloewel dit onderwijs zich nog
hoofdzakelijk zal moeten bepalen tot de vak-
ken van gewoon lager onderwijs, zal het ech
ter zoodanig geregeld kunnen worden, dat het
In verband vordè gebracht met het «anleeren
van kundigheden, vereischt voor de betrek-
Ifiiig. die de leerling zich heeft gekozen."
Waar dit reeds" in 1875 naar voren 'rad,
iJdc-mt dit thans, zoo we boven reeds hebben
uiteengezet, te meer. Te weinig wordt dit ech
ter nog ingezien cn maar al te vaak wordt te
laat ingezien, dat men voor de uitoefening
van een ambacht of bedrijf, wat de algemeene
'ontwikkeling betreft, niet genoeg heeft aan
vhci gewone lager onderwijs. Te laat ziet men
dat in, d1. dan wanneer men schade gaat on
dervinden van zijn tekort aan kennis en men
ervaart achter te staan 4» ij hen, die hun leer
tijd niet nutteloos hebben laten voorbijgaan.
En dan worden soms pogingen aangewend
bm zich nog wat ie Jbekwamen in een of ander
Vak van onderwijs, maar meestal ervaart men
Ban, hoeveel meer moeite men zich moe* ge-
fren om heel eenvoudige zaken te leeren, welke
men zich in zijn jeugd zoo gemakkelijk bad
eigen kunnen maken. Wanneer dat door de
ouders wat beter werd ingezien, zouden zij er
zeker sterker op staan, dal hun jongens en
meisjes het herhalingsonderwijs volgden, om
althans nog zooveel kennis op le doen, als
mogelijk is.
Aan hen wordl ernstig "ter overweging aan
geboden, wat A II. Gerhard in „Opvoeding
en Moraal"' schrijft:
„Laat je kind zooveel cn 200 lang leeren
als mogelijk is. Moet het vroeg aan t werk,
vroeg mecvcrdiencn, welnu si uur hel dan nog
naar avondscholen of herhalingsscholen. Kunt
1 ge 't, houd het dan zoolang mogelijk op een
voortgezette dagschool. Heeft liet kind reeds
een keuze gedaan voor een bepaalde beroeps
opleiding verzuim dan niet het tevens nog Ie
doen profitccren van inrichtingen voor alge
meene ontwikkeling, cursussen of leeszaal,
avondschool of lezingen; want dan schenkt
gij uw kind de zekerste kans om naast tlkcn
beroepsarbeid ook een bevredigende levens
taak te vinden."
W. C O Ó-s l 0 r m a n.
Politiek Overzicht
De ooriogs'wi! van de
Fntente.
vn. (siot).
Overeenkomstig den wil van dé Entente
zal nu weldra de strijd weer ontbranden.
Gedurende de winle^naandei^ieeft op do
oorlogstoon*? el en een toestand geheerscht,
die van wapenrust niet veel verschilde.
Maar met die rust zal liet nu spoedig gedaan
zijn; de strijd zal worden hervat met verdub
belde energie en het doel. dat de Entente
daarbij voor oogen staat, is „aan het Duit-
sche militarisme den vrede van gerechtig
heid en vrijheid op te leggen, die in de
laatste rede"van den rijkskanselier is afge
wezen."
Over de plaats, waar zal worden gestre
den, bestaat geene onzekerheid. Men is het
er aan beide zijden over eens, dat de hoofd-
strijd zal plaats hebben op het westelijke
front. Het zwaartepunt van den oorlog is
thans voor goed uit het oosten naar het wes
ten verlegd. De andere fronten zijn van bij
komstig gewicht. Dat drukt de militaire
medewerker van de Nordd. Allg. Ztg. uit in
de woorden: .„Het 'Russische gevaar is afge
daan. Daarmee is het zwaartepunt van den j
oorlog voor het westen vrij geworden. Het
behoeft niet meer tusschen het oosten en
het westen heen en weer te schuiven. Dat
is de voor 1918 en de voortzetting van den
oorlog duidelijk geteekende toestand. Op
Frankrijks grond en op de legers, die daar
staan, drukt het zwaartepunt van den oorlog
als een monsterachtige kogel, die ten allen
tijde aan het rollen kan komen."
Daarmee stemt geheel overeen wat de En-
gelsche éerste minister Lloyd George in het
lagerhuis heeft gezegd. Ook hij heeft ge
wezen op de groote verandering, die is ge
komen sedert Pusland uit den oorlog is ge
gaan. Sintsdièn hebben een aanzienlijk aan
tal Duitsche divisiën het oostelijke front ver
laten en zijn naar het westen gebracfTt. Daar
door is de toestand veèl dreigender gewor
den dan hij ooit was. Tot dusver hadden de
geallieerden eene grooTe overmacht van
troepen aan het westelijke front. Nu is dat
anders geworden; vooral in de Taaiste weken
is dié overmacht snel verminderd, en de taak
van den oppersten oorlogsraad in ziine laat
ste zitting is geweest de beste middelen te
beramen om aan dat dreigende gevaar het
hoofd te bieden.
De Engelsche militaire schrijvers laten
zich hierover nog veel pessimistischer uit
Kolonel Repingtfen heeft berekend, dat
Duitschland thans 50 divisiën overwicht aan
het westelijke front moet hebben. Hij richt
tegen den eerster, minister ernstige verwijten
omdat deze in gebreke gebleven is het le<rer
op volle sterkte te houden, en zegt: „De
gunstigste beoordeeling, die ik van de wer
keloosheid van den eersten minister kan
geven, komt hierop neer, dat hij ziine hoop
o*esteld had op den vTede tegen Kerstmis.
Maar ondanks ziine talrijke redevoeringen,
kwam de vrede niet." Over de plannen van
het kabinet tot vermeerdering van het mem-
schappenmateriaal zevt Repington: „Zij zijn
volkomen onvoldoende, want zij berekenen
500,000 man voor wegneming van het ge
brek en 1,200,000 man tot aanvulling van
de verliezen. Hij berekent, dat de schifting
van Sir Auckland Geddes r'echts 100,000
man ter beschikking van het leger zal stel
len. De jonge manschappen van 19 jaar
zullen 240,000 man leveren. in het land
nog beschikbare krachten 50.000 man en
de bij den troep terugkeerende gezonden
240,000 man, hetgeen te zamen slechts
630,000 man beteekent tegenover eene
behoefte van 1,500,000.
Ook een artikel van den bekenden schrij
ver Lovat Fraser levert het duidelijke bewijs,
welk een manschappennood nu reeds in En
geland heerscht, en welke bezwaren het in
heeft voor aanvulling van de gelederen te
zorgen. Deze schrijver valt den generalen
staf heftig aan wegens de reusachtige ver
liezen aan strijdenden, die met de nuttelooze
aanvallen van het vorige jaar verbonden zijn
geweest. Hij schrijft: „De arbe^-s weten
bot, en ik weet het, en de gansche natie
weti het, dat dit land reeds dicht bij het wit-
bloeden is geweest Ik ken de ;d. Ik
ben voor de „man power"-wet van Sir
Auckland Geddes, omdat ik geloof, dat die
wet het uiterste is wat wij. nog kunnen leve
ren als reserve van voor den dienst te velde
geschikte manschappen. Aan deze verster
kingen is dringend behoefte; zij zijn wei
niet voldoende, maar zij zijn alles wat wij
kunnen doen. Als wij vroeger niet onze mi
litaire dwalingen hadden begaan, zouden wij
nu niefTh dezen treurigen toestond zijn."
Wonneer men in Engeland klaagt over
den manschappennood, in Frankrijk is die
nog vee! erger. Daar werd in het voor
jaar van 1917 reeds gezegd, dat men aan
het witbloeden toe was. Men kan dus niet
zeggen, dat het vooruitzicht bemoedigend
is voft de Entente in den strijd, die nu
staat te beginnen en waarin het, volgens een
teekenachtig gezegde van Lloyd George,
gaat om „go on. or go under" (voortgaan of
ondergaan). Men vertrouwt op de hulp van
Amerika. Die hulp moet alles aanvullen wat
men zelf kort komt en nog veel meer er
bij, in eén woord alles om de eindover
winning, die tot dusver uitbleef, aan de En
tente te verzekeren. En als ook op die
verwachting, zooals op zoo vele vroeg eren,
teleurstelling volgt? Die gedachte zet men
van zich af: men handelt naar het gezegde
van Louis XV „Après moi le délugef'
Dfi oorlog.
Aan het westelijke' front begint het iets
levendiger te worden. Men bespeurt teeke
nen, die aanduiden, dat de wmterrust voorbij
is, en den grooten strijd, die te wachten is,
aankondigen.
Jn de straat van Dover hebben patrouif-
leerende Engelsche strijdkrachten blootge
staan aan een raid> di? door een flottille
Duitsche torpedojagers werd ondernomen.
Een treiler en zeven kleinere vaartuigen
werden in den grond geboord door de Duit-
schers, die weer verdwenen voordat een En-
gelsch oórlogs^chip ten tooneele verscheen.
W e e n e n, '1 4 F e b r. (CoiT.-bur.) Uit het
oorlo^sperskwaitier wordt bericht: Overeen
komstig art. 2 van het mei de Ukrainische
republiek gesloten Vredesverdrag, dat den
Status quo ante'van de geheele grens tus
schen Oostenvijk-Hongarije en de Ukraine
hérstelt, zijn onze troepen gisteren Brody
binnengetrokken. Daardoor is dè laatste der
groolere steden in Oost-Galicie weer in han
den van Oostenrijk-Hongarije gekomen.
Brody is sedert de laatste Julidagen van
1916 onder Russische heerschappij geweest.
W e c n e n 15 F c b r. (Corr.-bur.) Dc kei
zer heeft, naar aanleiding van de Russische
verklaring ovc, dc beëindiging van den oor-
logs! .ad, een legerorder uitgevaardigd,
waarin in groote trekken de verrichtingen
van hel leger in dc afgelocrpen oorlogsjaren
herdenkt, die voor alle tijden lot de schitte
rendste traditiên van dc vaderlandsche ge
schiedenis zullen behooren, cn ton slptte zegt:
Nog is het uur niet gekomen waarop ik mijne
krijgers aan den huisêlijken haard kan terug
roepen. Maar de lijd van de thuiskoms' zal
komen. Moge dan mijn volk uit de verheffen
de herinneringen aan de roemrijke daden van
zijne zonen de kracht putten tot weder op
bouwen en nieuw gedijen. God zij met ons.
B e r 1 ij n, 14 F e b r. (\Y. B.) De Russische
opperbevelhebber van het westelijk en zuid
westelijk front Njamikow heeft het volgende
beveh uitgevaardigd:
1. de demobilisatie van hel leger zal vlug
geschieden; daarbij moeten rust en orde vol
ledig bewaard worden. Dc toestand van onze
spoorwegen cischt dat wij daarmee spaarzaam
omgaan;
2. lot uilvoering van Tic demobilisatie moe
ten bij dc trocpenafdeelingen bijzondere orga
nen met eomilé-radcn aan hel hoofd gevormd
worden. Het is noodig in de ruimste mate be
taalde krachten daarvoor te gebruiken;
3. parallel met de demobilisatie moet de
organisatie, van het roode leger gaan;
4. de comité-roden en de bestuursorganen
en de troepcndeelen moeten tot de laatste
minuut op hun post blijven.
Kameraden! De vervulling van deze voor
waarden zal ons in staat stellen de gevolgen
van den oorlog ten volle te likwideeren en tot
een gezonden vorm van bescherming van het
volk, het land en de revolutie tegen hunne
vijanden over te gaan
Petersburg, 12 Febr. ("W. B.) De
'Prawda begroet het roode leger als het goede
wapen onvdc overwinning van de socialisti
sche wereldrevolutie en den ondergang van bel
kapitalisme*te verzekeren. De organisatie van
het roode leger wordt aan de plaatselijke
raden opgedragen. Eene commissie in het
leger stelt bijzondere staven samei voor het
roode leger.
De Duitsche commissie, die na het tot
stand komen van den wapenstilstand in het
oosten naar Petersburg is gezonden tot re
geling van verschillende uit den nieuwen
toestand voortkomende zaken, klaagt over de
bemoeielijking van haar werk van Russische
zijde, waardoor de vraag is gerezen of het
nog van nut kan zijn dat zij in Petersburg
blijft.
B e r 1 ij n, 15 Febr. (\V. B.) Het in de
buitenlandsche blader, verspreide bericht,
dat staatssecretaris Von Kiihlmann Zaterdag
naar Bukarest vertrekt, is onjuist.
Bern,15Febr. (Zwitsersch tel.-ag.) De
regeeringen der geallieerden hebben bij den
bondsraad aangedrongen op herzienning
van de bestaande bepalingen, ten einde den
uitvoer van katoen naar het gebied van de
centrale mogendheden verder te beperken.
Er wordt thans te Bern over de opgeworpen
kwestiën onderhandeld.
B e r 1 ij n 15 Febr. (W. B.) De Noidd.
All#. Zeitun# schrüft over de kiesrecht-her-"
vorming: Na de verklaringen van de staats-
regeering is het van zelf sprekend, dat zij
tot de toepassing $an de bijzondere midde
len, die de grondwet aan de hand doet, zal
overgaan wanneer dat onvermijdelijk noodig
is om haar doel te bereiken. Maar even van
zelf sprekend is het, dat zij zulke middelen
niet overweegt of zich laat dringen om ze
toe te passen, zoolang er kans bestaat de
kiesrechtvoordrncht te doen aannemen door
eene beraadslaging en een besluit van de
beide wetgevende lichamen van Pruisen,
niet beïnvloed door strijdmiddelen.
Londen, 15 Febr. (R.) De Daily Mail
bericht, dat de regeering een plan heeft
goedgekeurd tot verschaffing van kapitaal
om de kleurstoffenindustrie in net land te
ontwikkelen. Men hoopt door dit plan, dat
verscheidene millioenen ponden sterling
eischt, te slagen in bet breken van een groot
Duitsch monopolie. -
Lo n d e n, 15 Febr. (R.) De Daily Ex
press schrijft: „Het is bekend, dat van het
eerste oogen blik af, waarop het Levensmid
delen-Departement in werking nerd gesteld,
koning George en koningin Mary vrijwillig
en loyaal de zelfbeperking hebben toegepast,
die door de eischen van dèn oorlog aan hun
onderdanen werd opgelegd.
Gisteravond deelde sir Keppel, do opper
hofmeester, het volgende aan een correspon
dent van de Daily Express mede: „De ko
ning en de koningin onderwerpen zich met
blijmoedigheid aan de beperkingen en
scheppen er, behagen in te deelen in de
moeilijkheden der levensmiddelen-voorzie
ning. Voordot de rantsoeneering werd inge
voerd, hebben de koning en de koningin
zich verschillen/de dingen ontzegd. In de
eerste dogen van den oorlog reeds heeft de
koning de onthouding van alle alcoholische
dranken aanbevolen. Slechts ongeveer een
maand na het ongeval, dat den koning in
Frankrijk is overkomen, gebruikte hij op
dringend advies van den dokter dagelijks een
kleine hoeveelheid wijn."
W a s h i n g t O iv 1 4 F e b (Rjf- se
cretaris van de schatkist Mac -Kaoo heeft
wederom een bedrag ter beschikking van
Italië gesteld, waardoor het totaal van de
leeningen aan dat land wordt 550 millioen
dollars.
In 't geheel heeft Amerika öèri de geal
lieerden geleend 4.734,000 dollars.
Stockholm, 15 Febr. (Zweedsch
tel.-bur.) Op verzoek van de Zweedsche re
geering vertrekt heden de vertegenwoordi
ger van de boishewild-regeering b-ïarowöky
op een Zweedsch oorlogsschip naar de
Alandeilanden, om de Russische soldaten
aldaar te bewegen zich van daden van ge
weld te onthouden en Aland op eene ge
schikte wijze eventueel op Zweedsche 'sche
pen te verlaten.
De tweede expeditie van Zweedsche sche
pen naar Finland heeft Maenlyluste op de
terugreis naar Zweden in den namiddag van
den 14en met 639 passagiers verlaten.
De chef van de reddingsexpeditie naar
Aland seint, dat de geheele expeditie is aan
gekomen op Koherö, een van de grootsten
der Aland-eiianden, en dat daar alles goed
is. Het stoomschip Runeberg heeft 29 bewo
ners van Koherö meegenomen.
Washington, 15 Febr. (R.) Wilson
heeft eene proclamatie uitgevaardigd, waar
bij alle invoeren naar én uitvoeren van alle
landen onderworpen worden aan eene ver
gunning van de War Trade Board na den
16en Februari. De geheele handel van de
Vereenigde Staten is dus oncTer dat lick am
geplaatst.
Kameroverzicht
Tweede Kamer
In de zitting van. 15 Februari trekt de -heer
Schaper zijn interpellatie betreffende de le
vensmiddelenvoorziening in, na aankondi
ging van het voorstel van den Voorzitter dat
men bij behandeling van het levensmidde-
lenontwerp niet gebonden zal worden aan
een spreektermijn.
Indische Begrooting.
De heer Si b inga Mulder wij^t op de
groote beteekenis van een goed corps be
stuursambtenaren en goed volks-ondenvijs.
Spr. vraagt stichting van eenvoudige am
bachtsscholen en acht eenvoudig landbouw
onderwijs zeer noodig.
De. heer M e n d e 1 s bepleit krachtige ver
betering der hygiënische toestanden onder
de inlandsche bevolking.
Spr. komt op tegen de belemmering van
het recht van vereeniging en vergadering
door het optreden van den politieken in
lichtingendienst waaromtrent hij inlichtin
gen vraagt. Hij dringt aan op meer open
baarheid van de rapporten met name om
trent dé Djambionlusten.
De heer Bogaardt is het met den mi
nister eens dat de financieele toestand van
Indië niet ongustig is.
De heer Boog aardt constateert ver
der, dat de kiezers die in 1913 tegen het
christelijk bewind in Indië werden opgezet,
op een dwaalspoor werden gebracht. Als de
minister hem een onbevredigend antwoord
geeft ten aanzien van verbetering van de
salarissen der ambtenaren, zal. spr. een uit
spraak van de Kamer uitlokken. Hij wenscht
insteUin# van een. commissie voor de sala-
isherziening, hij pleit vooj' ruimer steun
aan het bijzonder onderwijs en aan*Ie zen
ding en voor verschillende maatregelen in
het belang van de economische wéerbnar-
making van Indië.
De heer Scheurer betoogt dat de re-
geering op initiatief van gouverneur-gene
raal Idenburg er goed aan deed om de
Snrekat Islam met welwillendheid tegemoet
te tieden. Spr. dringt aan op spoed mot de
decentralisotie van het hinnenlandsch be-
stuur cn op spoedige totstandkoming van
een scherp omlijnd plan voor de defensie van
Indië. Voor dit laatste vraagt hij dc benoe
ming eener commissie. Hij bepleit voorts
vervanging van de opiumregie door een
opiumverbod.
De heer Ki\obd verwijt den minis: de
credietwaardigheid van Indië niet zooveel
mogelijk te hebben bevorderd. Hij bepleit
bevordering van de particuliere mijnexploi-
tatie en pensioensvèrbeterfng voor officie
ren.
Om half 6 werden de beraadslagingen
verdaagd tot Dinsdag half één.
Verbod van luiissluchten.
Bij het Voorloopig Versing over het wotsonf*
werp, houdende bepalingen betreffende het
slachten von paarden, runderen, schapen cn var
kens, beklaagden verscheidene leden zich met de
tc lnte indiening von het wetsontwerp. Reeds in
den zomer is. naar men meende te weten, in da
Rijkscommissie van Toezicht op de Vleesch*
vereeniging op maatregelen tot wering van ab
normale huisslaohting von varkens aangedron
gen. Men begreep niet, waarom de minister ge
durende zoo lapgen tijd de gelegenheid heeft
opengelaten om op ruime schunl tot proktijkon
over to .gaan, die eene behoorlijke levensmiddc-
lenvoorziening moesten benadeelèn*"cn eerst
thans, nu een nantol van de meer kapitaalkrach
tige personen, die zulks vroeger niet deden, tot
aankoop en huisslachting van varkens zijr. over
gegaan en zich van groote voorraden V. i kens-
vlcesch hebben kunnen vóórzien, de mogelijk
heid van een verbod van slachting in het leven
wil roepen.
Eenige andere leden liaddcn bezwaar legen
spoedige behandeling van het wetsontwerp. Aan
belanghebbenden behoort h. i. de gelegenheid
(rebiten te worden om tegen dit voorstel op ie
komen en non de leden dor Kamer om ter zake
een plaotseJijk onderzoek in te stellen.
Sommige leden konden zich met h«?t wetsont
werp niet vereenigen, zij if\eL-nden, dat de voor
gestelde bepalingen zullen leiden tot gevolgen,
tegenovergesteld aun hetgeen de regeering be
oogt. Het gvolg zal zijn, dat zij die hoofdzake
lijk voor eigen gebruik, een of twee varkens hou-
den, voortaan dit niet meer zullen doen; omdat
zij niet verzekerd zijn, dnt zij die varkens voor
eigen gébruik zullen mogen slachten.
Wórdt het wetsontwerp in de Tweede Kamer
aangenomen, dan zullen alle varkens, die er nog
zijn, geslacht worden en geen jongedieren
rneer gekocht cn gemest worden. De varkens-
fokkerij zal zoo niet geheel' stop gezet, toch ten
zeerste worden ingekrompen.
Aangevoerd werd verder, dat in Duitschland
von een verbod ven slachtingen geen sprake is
geweest, maar dat men daar enkel maatregelen
genomen heeft om te zorgen, dat het vleesck
niet aan de distributie werd onttrokken. Eenige
leden hadden den indruk, dat bij dit voorstel
evenals bij verschillende andrre muatregelcn der
rcgecring meer gelet is op de belangen dér ur-
beiders in de stad dan op die der arbeiders1 ten
platten lande.
Andere leden konden zich op de door den
minister aangevoerde gronden met het wetsont
werp vereemgen. Intusschen wenschten som
migen nader te vernemen, welke de bedoeling is
van het wetsóhtwerp. Naar zij veronderstelden,
kan het niet de bedoeling der regeering zijn lion
te treffen, die gewoon zijn I of 2 varkens voor
eigen gebruik tc fokken. Ging men dit verbie
den, dan zou h. 1'. inderdaad' het gevolg zijn, dut
cr geen vqjkens meer werden gefokt en dat de
vleeschschnarschte nog grooter werd. Ecnigö
lednn wenschten in het wetsontwerp uitdrukko*
lijk bepaald te zien, dat het slachten van voor
eigen gebruik gehouden varib-ns niet zal worde»
verboden.
Voorts worden in het verslag nog verschillens
de wenken gegeven en vragen gesteldo. ti. be
treurde mon, dat met' gezouten varkensvleesch,
ook groote hoeveelheden vet zijn uitgevoerd-
Had de minister niet kunnen zorgen, dat dit vet
in het land bleef?
Uit de Pers.
;ie /.«nd- Sn grindquaeslle.
Ht scheen bij het vernemen van het aan
gename bericht, dat de Engelsche regeering
het embargo op onze handelstelegrammeni
uit eigen beweging en zonder daaraan
eenige voorwaarde te verbinden had opge
heven, een zeer natuurlijke zaak, schrijft
de Nieuwe Ct. dat onze Regeering "thans
onverwijld gevolg zou geven aanhaar bij
monde van minister Loudon aan de Tweed©
Kamer te kennen gegeven voornemen om
aan de beide betrokken regeeringen voor te
stellen de doorvoerquaestie van zand, grind,
en metalen naar België aan de uitspraak:
van scheidsrechters te onderwerpen.
Uit de nadere mededeelingen van den
minister van Buitenlandsche Zaken bhjkf
thans echter, dat dit onmogelijk is. Een def
partijen, de Britsche regeering, heeft bij
voorbaat bekend gemaakt, dat zij bet go
schil voor oplossing door arbitrage niet ge
schikt acht en wel op dezen grond dat zij
juistheid van den rechtsregel, door onze
Regeering in de doorvoerquaestie gehui.
digd, niet betvvist.
„Het is eenigszins verrassend Uit te vcw
nemen na de. scherpe briefwisseling van
zijde der Engelsche regcering, die m ona
Witboek van 1 December werd gepubliceerd
en waarbij deze zich wel niet steeds op eefl
gelijk, maar wel steeds op een ander rechts*
standpunt bleef stellen dan dat waaraai