„DE EEMLANDER" EERSTE BLAD BUITENLAND ~BÏNMFNLAKD 16e Jaargang, No. i/o IBnUINIttUTCDOIIC P" 5 mMnt,en voor Amers. AuUnlLmtnlurnlJO faort f l-50. Idem franco pet post t 2.00. per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) f 0.14. afzonderlijke nummers f 0.05 Wekelijkscb bijvoegsel »D# Hollandsch* JfefWiuu» (ondet redactie van Tbérése Hoven) pet 3 maanden 50 cent Wekelijkscb bijvoegsel %Wectldt€ru#* per 3 maanden 60 cent AMEBSFDORTSGH HOOFDREDACTEUR: M-. D. J. VAN SCHAARDENBURG UITGEVERS: VALKHOFF C. BUREAUARNHEMSCH E POORT WAL, HOEK utecchtecheste INTERCOMM. TELEFOONNUMMER 513 Zaterdag 16 Februari 1918 d.cnsuanbiedingen 1-5 regtU f 0.50. groote lellen naar plutsrulmlt Voor handel en bedrijf beataar» ;ecr voordeel ige bepalingen tot het herhaald ad, er. tecren in dil Blad, bij abonnemenr. Eene drcnlaim. bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraan '«meezonden, Het herhalingsonderwijs. IT. WIJ meenden een stukje geschiedenis en dc algemeene oorzaak van den ficringen groei van het herhalingsonderwijs te moeien laten voorafgaan. In 'l volgende zullen we Irachtcu in grove lijnen het doel van het lierii&Iifgs- onderwijs (Tan te geven. In de AmcrsfooYlsche verordening tol regeling van het Ilerluilings,- onderwijs wordt «als doel gesteld, om met in achtneming yan art. 17 der wet. op lu-t O., zooals dat wordt gelezen volgens art. 31 dor Leerplichtwet, aan hen, die het gewoon lager onderwijs genoten hebben, dc gelegenheid 1c geven tot bevestiging en voortzetting van het onderwijs in de vakken, die in de eerste plaats voor het maatschappelijk leven van grootc waarde zijn. Het doel is dus tweeledig, niet alleen bevestiging, herhaling van hel reeds geleerde, maar levens voortzelling cn uitbrei ding er van, terwijl in dc eerste plants reke ning wordl gehouden met de eischen van hel praktische leven. Ilel onderwijs moet z"-'h na tuurlijk aansluiten bij dat van de lagere school en zal. daar -vele leerlingen het geleerde voor een goed deel al weer vergeten-zijn ook veel moeten herhalen, wat reeds op de lagere school gegeven i^. Maar getracht wordl zooveel mogelijk tc geven; wal nieuw is voor de leer lingen. opdnl het onderwijs dc noödige belang stelling bij hen weet te wekken. H(;t onder wijs is dus zoo ingericht, dat het door leer lingen die de lagere school hebben doorloo- pen kan gevolgd worden Hel lager onderwijs moet worden vastgesteld cn uitgebreid Zon der vakonderwijs le zijn worden die kundig heden aangebracht welke den leerlingen bij hun dagelijkschen arbeid tc pas komen. Het herhalings onderwijs is zoo feitelijk meer een voorbereiding voor het eigenlijke vakonder wijs. Eu daarnaast is dc herhalingsschool een kweekplaats voor meer algemeene ontwikke ling. Meer algemeene ontwikkeling! Dc öisch daarvan treedt steeds meer en meer uaar voren en gelukkig wordt hel nut er van ook steeds meer en meer ingezien. Niet^ alleen trouwens dat de voortschrijdende bedrijfs ontwikkeling veeleischender wordl voor den werkman, ook als staatsburger cn als lid zijner vakorganisatie wordt voortduren'! meer van hem gevraagd. En niet alleen is dit mol den arbeider het geval, maar ook met de arbeidster, zoodat het uict alleen voor de jon gens noodzakelijk is zich meerdere kennis te vergaren, maar evengoed voor dc meisjes. Bovendien biedt de Herhalingsschool voor onze meisjes een goede gelegenheid, om zich verder in de nuttige handwerken te bekwa men, waardoor zij vele dingen lccrcn, die voor de latera huisvrouw van groot belang zijn. Daarbij komt dan nog het onderwijs in koken en voedingsleer, waarvan het nut zeker ook niet nader betoogd behoeft te worden Maar.... is het nu noodig, dat de jongens en meisjes voor een en ander nog, na het vol brengen van den leerplichtigen leeftijd, een herhalingsschool gaan bezoeken? Hebben zij niet genoeg aan het gewone schoolonderwijs? "Wij wezen ov reeds op, dal het geleerde op de lagere school spoedig vervliegt, als de leer lingen 'M het verlaten daarvan geheel van onderwijs verstoken blijven. Maar al was dat r-'et het geval, dan nog zou dc noodzakclijk- h :d van het herhalingsonderwijs riet ont- nd kunnen worden: De lag^-c school toch Km den kinderen niet die ontwikkeling geven, v.;elke zij voor de uitoefening van een beroep bedriif noodig hebben. Jongens en meisjes, ook al doorlooncn -zij met nog zooveel vrucht i d.: lagere school, kunnen op 12 jarigen leef tijd niet geacht worden, voldoende gewapend le zijn voor den strijd, die hun wachL Zij be- j' schikken dan slechts over een zekere elemen taire kennis, waarop kan worden voortge- r bo'.iwd, maar die voor het praktische leven van weinig direct nut is. En dan zij, die niet v n het gewone schoolonderwijs hebben ge profiteerd als wel mogelijk was? Zij moeten in zooveel nadccliger conditie hel leven in- gaan en geen wonder dan ook. dat vooral zij maar al te vaak in het leger der ongeschoolde f. arbeiders terecht komen. Vooral hun biedt het herhalingsonderwijs 'de kans, zich die I plaats nog te verwerven in de maatschappij, waaróp zij krachtens hun aanleg recht heb ben. Men late echter vooral dc gedachte varen, 'dat men bij het verlaten der lagere school „uitgeleerd" i> Reeds in 1875 toch schreef een commissie i uil het schoolverbond: „Aangezien de onder vinding heeft geleerd, dal de keunis tot op dien leeftij<cH(13 jaar) verkregen, spoedig ver vloeit en niet voldoende kan beschouwd wor den voor de eenvoudigste maatschappelijke betrekking; zal hel onderwijs door hen, die ;gcen uitgebreid lager, middelbaar of hooger onderwijs genieten, gedurende dc winter maanden als Iierhalihgsondcrwijs tot den leef- tijd van minstens 16 jaren moeten worden voortgezet Iloewel dit onderwijs zich nog hoofdzakelijk zal moeten bepalen tot de vak- ken van gewoon lager onderwijs, zal het ech ter zoodanig geregeld kunnen worden, dat het In verband vordè gebracht met het «anleeren van kundigheden, vereischt voor de betrek- Ifiiig. die de leerling zich heeft gekozen." Waar dit reeds" in 1875 naar voren 'rad, iJdc-mt dit thans, zoo we boven reeds hebben uiteengezet, te meer. Te weinig wordt dit ech ter nog ingezien cn maar al te vaak wordt te laat ingezien, dat men voor de uitoefening van een ambacht of bedrijf, wat de algemeene 'ontwikkeling betreft, niet genoeg heeft aan vhci gewone lager onderwijs. Te laat ziet men dat in, d1. dan wanneer men schade gaat on dervinden van zijn tekort aan kennis en men ervaart achter te staan 4» ij hen, die hun leer tijd niet nutteloos hebben laten voorbijgaan. En dan worden soms pogingen aangewend bm zich nog wat ie Jbekwamen in een of ander Vak van onderwijs, maar meestal ervaart men Ban, hoeveel meer moeite men zich moe* ge- fren om heel eenvoudige zaken te leeren, welke men zich in zijn jeugd zoo gemakkelijk bad eigen kunnen maken. Wanneer dat door de ouders wat beter werd ingezien, zouden zij er zeker sterker op staan, dal hun jongens en meisjes het herhalingsonderwijs volgden, om althans nog zooveel kennis op le doen, als mogelijk is. Aan hen wordl ernstig "ter overweging aan geboden, wat A II. Gerhard in „Opvoeding en Moraal"' schrijft: „Laat je kind zooveel cn 200 lang leeren als mogelijk is. Moet het vroeg aan t werk, vroeg mecvcrdiencn, welnu si uur hel dan nog naar avondscholen of herhalingsscholen. Kunt 1 ge 't, houd het dan zoolang mogelijk op een voortgezette dagschool. Heeft liet kind reeds een keuze gedaan voor een bepaalde beroeps opleiding verzuim dan niet het tevens nog Ie doen profitccren van inrichtingen voor alge meene ontwikkeling, cursussen of leeszaal, avondschool of lezingen; want dan schenkt gij uw kind de zekerste kans om naast tlkcn beroepsarbeid ook een bevredigende levens taak te vinden." W. C O Ó-s l 0 r m a n. Politiek Overzicht De ooriogs'wi! van de Fntente. vn. (siot). Overeenkomstig den wil van dé Entente zal nu weldra de strijd weer ontbranden. Gedurende de winle^naandei^ieeft op do oorlogstoon*? el en een toestand geheerscht, die van wapenrust niet veel verschilde. Maar met die rust zal liet nu spoedig gedaan zijn; de strijd zal worden hervat met verdub belde energie en het doel. dat de Entente daarbij voor oogen staat, is „aan het Duit- sche militarisme den vrede van gerechtig heid en vrijheid op te leggen, die in de laatste rede"van den rijkskanselier is afge wezen." Over de plaats, waar zal worden gestre den, bestaat geene onzekerheid. Men is het er aan beide zijden over eens, dat de hoofd- strijd zal plaats hebben op het westelijke front. Het zwaartepunt van den oorlog is thans voor goed uit het oosten naar het wes ten verlegd. De andere fronten zijn van bij komstig gewicht. Dat drukt de militaire medewerker van de Nordd. Allg. Ztg. uit in de woorden: .„Het 'Russische gevaar is afge daan. Daarmee is het zwaartepunt van den j oorlog voor het westen vrij geworden. Het behoeft niet meer tusschen het oosten en het westen heen en weer te schuiven. Dat is de voor 1918 en de voortzetting van den oorlog duidelijk geteekende toestand. Op Frankrijks grond en op de legers, die daar staan, drukt het zwaartepunt van den oorlog als een monsterachtige kogel, die ten allen tijde aan het rollen kan komen." Daarmee stemt geheel overeen wat de En- gelsche éerste minister Lloyd George in het lagerhuis heeft gezegd. Ook hij heeft ge wezen op de groote verandering, die is ge komen sedert Pusland uit den oorlog is ge gaan. Sintsdièn hebben een aanzienlijk aan tal Duitsche divisiën het oostelijke front ver laten en zijn naar het westen gebracfTt. Daar door is de toestand veèl dreigender gewor den dan hij ooit was. Tot dusver hadden de geallieerden eene grooTe overmacht van troepen aan het westelijke front. Nu is dat anders geworden; vooral in de Taaiste weken is dié overmacht snel verminderd, en de taak van den oppersten oorlogsraad in ziine laat ste zitting is geweest de beste middelen te beramen om aan dat dreigende gevaar het hoofd te bieden. De Engelsche militaire schrijvers laten zich hierover nog veel pessimistischer uit Kolonel Repingtfen heeft berekend, dat Duitschland thans 50 divisiën overwicht aan het westelijke front moet hebben. Hij richt tegen den eerster, minister ernstige verwijten omdat deze in gebreke gebleven is het le<rer op volle sterkte te houden, en zegt: „De gunstigste beoordeeling, die ik van de wer keloosheid van den eersten minister kan geven, komt hierop neer, dat hij ziine hoop o*esteld had op den vTede tegen Kerstmis. Maar ondanks ziine talrijke redevoeringen, kwam de vrede niet." Over de plannen van het kabinet tot vermeerdering van het mem- schappenmateriaal zevt Repington: „Zij zijn volkomen onvoldoende, want zij berekenen 500,000 man voor wegneming van het ge brek en 1,200,000 man tot aanvulling van de verliezen. Hij berekent, dat de schifting van Sir Auckland Geddes r'echts 100,000 man ter beschikking van het leger zal stel len. De jonge manschappen van 19 jaar zullen 240,000 man leveren. in het land nog beschikbare krachten 50.000 man en de bij den troep terugkeerende gezonden 240,000 man, hetgeen te zamen slechts 630,000 man beteekent tegenover eene behoefte van 1,500,000. Ook een artikel van den bekenden schrij ver Lovat Fraser levert het duidelijke bewijs, welk een manschappennood nu reeds in En geland heerscht, en welke bezwaren het in heeft voor aanvulling van de gelederen te zorgen. Deze schrijver valt den generalen staf heftig aan wegens de reusachtige ver liezen aan strijdenden, die met de nuttelooze aanvallen van het vorige jaar verbonden zijn geweest. Hij schrijft: „De arbe^-s weten bot, en ik weet het, en de gansche natie weti het, dat dit land reeds dicht bij het wit- bloeden is geweest Ik ken de ;d. Ik ben voor de „man power"-wet van Sir Auckland Geddes, omdat ik geloof, dat die wet het uiterste is wat wij. nog kunnen leve ren als reserve van voor den dienst te velde geschikte manschappen. Aan deze verster kingen is dringend behoefte; zij zijn wei niet voldoende, maar zij zijn alles wat wij kunnen doen. Als wij vroeger niet onze mi litaire dwalingen hadden begaan, zouden wij nu niefTh dezen treurigen toestond zijn." Wonneer men in Engeland klaagt over den manschappennood, in Frankrijk is die nog vee! erger. Daar werd in het voor jaar van 1917 reeds gezegd, dat men aan het witbloeden toe was. Men kan dus niet zeggen, dat het vooruitzicht bemoedigend is voft de Entente in den strijd, die nu staat te beginnen en waarin het, volgens een teekenachtig gezegde van Lloyd George, gaat om „go on. or go under" (voortgaan of ondergaan). Men vertrouwt op de hulp van Amerika. Die hulp moet alles aanvullen wat men zelf kort komt en nog veel meer er bij, in eén woord alles om de eindover winning, die tot dusver uitbleef, aan de En tente te verzekeren. En als ook op die verwachting, zooals op zoo vele vroeg eren, teleurstelling volgt? Die gedachte zet men van zich af: men handelt naar het gezegde van Louis XV „Après moi le délugef' Dfi oorlog. Aan het westelijke' front begint het iets levendiger te worden. Men bespeurt teeke nen, die aanduiden, dat de wmterrust voorbij is, en den grooten strijd, die te wachten is, aankondigen. Jn de straat van Dover hebben patrouif- leerende Engelsche strijdkrachten blootge staan aan een raid> di? door een flottille Duitsche torpedojagers werd ondernomen. Een treiler en zeven kleinere vaartuigen werden in den grond geboord door de Duit- schers, die weer verdwenen voordat een En- gelsch oórlogs^chip ten tooneele verscheen. W e e n e n, '1 4 F e b r. (CoiT.-bur.) Uit het oorlo^sperskwaitier wordt bericht: Overeen komstig art. 2 van het mei de Ukrainische republiek gesloten Vredesverdrag, dat den Status quo ante'van de geheele grens tus schen Oostenvijk-Hongarije en de Ukraine hérstelt, zijn onze troepen gisteren Brody binnengetrokken. Daardoor is dè laatste der groolere steden in Oost-Galicie weer in han den van Oostenrijk-Hongarije gekomen. Brody is sedert de laatste Julidagen van 1916 onder Russische heerschappij geweest. W e c n e n 15 F c b r. (Corr.-bur.) Dc kei zer heeft, naar aanleiding van de Russische verklaring ovc, dc beëindiging van den oor- logs! .ad, een legerorder uitgevaardigd, waarin in groote trekken de verrichtingen van hel leger in dc afgelocrpen oorlogsjaren herdenkt, die voor alle tijden lot de schitte rendste traditiên van dc vaderlandsche ge schiedenis zullen behooren, cn ton slptte zegt: Nog is het uur niet gekomen waarop ik mijne krijgers aan den huisêlijken haard kan terug roepen. Maar de lijd van de thuiskoms' zal komen. Moge dan mijn volk uit de verheffen de herinneringen aan de roemrijke daden van zijne zonen de kracht putten tot weder op bouwen en nieuw gedijen. God zij met ons. B e r 1 ij n, 14 F e b r. (\Y. B.) De Russische opperbevelhebber van het westelijk en zuid westelijk front Njamikow heeft het volgende beveh uitgevaardigd: 1. de demobilisatie van hel leger zal vlug geschieden; daarbij moeten rust en orde vol ledig bewaard worden. Dc toestand van onze spoorwegen cischt dat wij daarmee spaarzaam omgaan; 2. lot uilvoering van Tic demobilisatie moe ten bij dc trocpenafdeelingen bijzondere orga nen met eomilé-radcn aan hel hoofd gevormd worden. Het is noodig in de ruimste mate be taalde krachten daarvoor te gebruiken; 3. parallel met de demobilisatie moet de organisatie, van het roode leger gaan; 4. de comité-roden en de bestuursorganen en de troepcndeelen moeten tot de laatste minuut op hun post blijven. Kameraden! De vervulling van deze voor waarden zal ons in staat stellen de gevolgen van den oorlog ten volle te likwideeren en tot een gezonden vorm van bescherming van het volk, het land en de revolutie tegen hunne vijanden over te gaan Petersburg, 12 Febr. ("W. B.) De 'Prawda begroet het roode leger als het goede wapen onvdc overwinning van de socialisti sche wereldrevolutie en den ondergang van bel kapitalisme*te verzekeren. De organisatie van het roode leger wordt aan de plaatselijke raden opgedragen. Eene commissie in het leger stelt bijzondere staven samei voor het roode leger. De Duitsche commissie, die na het tot stand komen van den wapenstilstand in het oosten naar Petersburg is gezonden tot re geling van verschillende uit den nieuwen toestand voortkomende zaken, klaagt over de bemoeielijking van haar werk van Russische zijde, waardoor de vraag is gerezen of het nog van nut kan zijn dat zij in Petersburg blijft. B e r 1 ij n, 15 Febr. (\V. B.) Het in de buitenlandsche blader, verspreide bericht, dat staatssecretaris Von Kiihlmann Zaterdag naar Bukarest vertrekt, is onjuist. Bern,15Febr. (Zwitsersch tel.-ag.) De regeeringen der geallieerden hebben bij den bondsraad aangedrongen op herzienning van de bestaande bepalingen, ten einde den uitvoer van katoen naar het gebied van de centrale mogendheden verder te beperken. Er wordt thans te Bern over de opgeworpen kwestiën onderhandeld. B e r 1 ij n 15 Febr. (W. B.) De Noidd. All#. Zeitun# schrüft over de kiesrecht-her-" vorming: Na de verklaringen van de staats- regeering is het van zelf sprekend, dat zij tot de toepassing $an de bijzondere midde len, die de grondwet aan de hand doet, zal overgaan wanneer dat onvermijdelijk noodig is om haar doel te bereiken. Maar even van zelf sprekend is het, dat zij zulke middelen niet overweegt of zich laat dringen om ze toe te passen, zoolang er kans bestaat de kiesrechtvoordrncht te doen aannemen door eene beraadslaging en een besluit van de beide wetgevende lichamen van Pruisen, niet beïnvloed door strijdmiddelen. Londen, 15 Febr. (R.) De Daily Mail bericht, dat de regeering een plan heeft goedgekeurd tot verschaffing van kapitaal om de kleurstoffenindustrie in net land te ontwikkelen. Men hoopt door dit plan, dat verscheidene millioenen ponden sterling eischt, te slagen in bet breken van een groot Duitsch monopolie. - Lo n d e n, 15 Febr. (R.) De Daily Ex press schrijft: „Het is bekend, dat van het eerste oogen blik af, waarop het Levensmid delen-Departement in werking nerd gesteld, koning George en koningin Mary vrijwillig en loyaal de zelfbeperking hebben toegepast, die door de eischen van dèn oorlog aan hun onderdanen werd opgelegd. Gisteravond deelde sir Keppel, do opper hofmeester, het volgende aan een correspon dent van de Daily Express mede: „De ko ning en de koningin onderwerpen zich met blijmoedigheid aan de beperkingen en scheppen er, behagen in te deelen in de moeilijkheden der levensmiddelen-voorzie ning. Voordot de rantsoeneering werd inge voerd, hebben de koning en de koningin zich verschillen/de dingen ontzegd. In de eerste dogen van den oorlog reeds heeft de koning de onthouding van alle alcoholische dranken aanbevolen. Slechts ongeveer een maand na het ongeval, dat den koning in Frankrijk is overkomen, gebruikte hij op dringend advies van den dokter dagelijks een kleine hoeveelheid wijn." W a s h i n g t O iv 1 4 F e b (Rjf- se cretaris van de schatkist Mac -Kaoo heeft wederom een bedrag ter beschikking van Italië gesteld, waardoor het totaal van de leeningen aan dat land wordt 550 millioen dollars. In 't geheel heeft Amerika öèri de geal lieerden geleend 4.734,000 dollars. Stockholm, 15 Febr. (Zweedsch tel.-bur.) Op verzoek van de Zweedsche re geering vertrekt heden de vertegenwoordi ger van de boishewild-regeering b-ïarowöky op een Zweedsch oorlogsschip naar de Alandeilanden, om de Russische soldaten aldaar te bewegen zich van daden van ge weld te onthouden en Aland op eene ge schikte wijze eventueel op Zweedsche 'sche pen te verlaten. De tweede expeditie van Zweedsche sche pen naar Finland heeft Maenlyluste op de terugreis naar Zweden in den namiddag van den 14en met 639 passagiers verlaten. De chef van de reddingsexpeditie naar Aland seint, dat de geheele expeditie is aan gekomen op Koherö, een van de grootsten der Aland-eiianden, en dat daar alles goed is. Het stoomschip Runeberg heeft 29 bewo ners van Koherö meegenomen. Washington, 15 Febr. (R.) Wilson heeft eene proclamatie uitgevaardigd, waar bij alle invoeren naar én uitvoeren van alle landen onderworpen worden aan eene ver gunning van de War Trade Board na den 16en Februari. De geheele handel van de Vereenigde Staten is dus oncTer dat lick am geplaatst. Kameroverzicht Tweede Kamer In de zitting van. 15 Februari trekt de -heer Schaper zijn interpellatie betreffende de le vensmiddelenvoorziening in, na aankondi ging van het voorstel van den Voorzitter dat men bij behandeling van het levensmidde- lenontwerp niet gebonden zal worden aan een spreektermijn. Indische Begrooting. De heer Si b inga Mulder wij^t op de groote beteekenis van een goed corps be stuursambtenaren en goed volks-ondenvijs. Spr. vraagt stichting van eenvoudige am bachtsscholen en acht eenvoudig landbouw onderwijs zeer noodig. De. heer M e n d e 1 s bepleit krachtige ver betering der hygiënische toestanden onder de inlandsche bevolking. Spr. komt op tegen de belemmering van het recht van vereeniging en vergadering door het optreden van den politieken in lichtingendienst waaromtrent hij inlichtin gen vraagt. Hij dringt aan op meer open baarheid van de rapporten met name om trent dé Djambionlusten. De heer Bogaardt is het met den mi nister eens dat de financieele toestand van Indië niet ongustig is. De heer Boog aardt constateert ver der, dat de kiezers die in 1913 tegen het christelijk bewind in Indië werden opgezet, op een dwaalspoor werden gebracht. Als de minister hem een onbevredigend antwoord geeft ten aanzien van verbetering van de salarissen der ambtenaren, zal. spr. een uit spraak van de Kamer uitlokken. Hij wenscht insteUin# van een. commissie voor de sala- isherziening, hij pleit vooj' ruimer steun aan het bijzonder onderwijs en aan*Ie zen ding en voor verschillende maatregelen in het belang van de economische wéerbnar- making van Indië. De heer Scheurer betoogt dat de re- geering op initiatief van gouverneur-gene raal Idenburg er goed aan deed om de Snrekat Islam met welwillendheid tegemoet te tieden. Spr. dringt aan op spoed mot de decentralisotie van het hinnenlandsch be- stuur cn op spoedige totstandkoming van een scherp omlijnd plan voor de defensie van Indië. Voor dit laatste vraagt hij dc benoe ming eener commissie. Hij bepleit voorts vervanging van de opiumregie door een opiumverbod. De heer Ki\obd verwijt den minis: de credietwaardigheid van Indië niet zooveel mogelijk te hebben bevorderd. Hij bepleit bevordering van de particuliere mijnexploi- tatie en pensioensvèrbeterfng voor officie ren. Om half 6 werden de beraadslagingen verdaagd tot Dinsdag half één. Verbod van luiissluchten. Bij het Voorloopig Versing over het wotsonf* werp, houdende bepalingen betreffende het slachten von paarden, runderen, schapen cn var kens, beklaagden verscheidene leden zich met de tc lnte indiening von het wetsontwerp. Reeds in den zomer is. naar men meende te weten, in da Rijkscommissie van Toezicht op de Vleesch* vereeniging op maatregelen tot wering van ab normale huisslaohting von varkens aangedron gen. Men begreep niet, waarom de minister ge durende zoo lapgen tijd de gelegenheid heeft opengelaten om op ruime schunl tot proktijkon over to .gaan, die eene behoorlijke levensmiddc- lenvoorziening moesten benadeelèn*"cn eerst thans, nu een nantol van de meer kapitaalkrach tige personen, die zulks vroeger niet deden, tot aankoop en huisslachting van varkens zijr. over gegaan en zich van groote voorraden V. i kens- vlcesch hebben kunnen vóórzien, de mogelijk heid van een verbod van slachting in het leven wil roepen. Eenige andere leden liaddcn bezwaar legen spoedige behandeling van het wetsontwerp. Aan belanghebbenden behoort h. i. de gelegenheid (rebiten te worden om tegen dit voorstel op ie komen en non de leden dor Kamer om ter zake een plaotseJijk onderzoek in te stellen. Sommige leden konden zich met h«?t wetsont werp niet vereenigen, zij if\eL-nden, dat de voor gestelde bepalingen zullen leiden tot gevolgen, tegenovergesteld aun hetgeen de regeering be oogt. Het gvolg zal zijn, dat zij die hoofdzake lijk voor eigen gebruik, een of twee varkens hou- den, voortaan dit niet meer zullen doen; omdat zij niet verzekerd zijn, dnt zij die varkens voor eigen gébruik zullen mogen slachten. Wórdt het wetsontwerp in de Tweede Kamer aangenomen, dan zullen alle varkens, die er nog zijn, geslacht worden en geen jongedieren rneer gekocht cn gemest worden. De varkens- fokkerij zal zoo niet geheel' stop gezet, toch ten zeerste worden ingekrompen. Aangevoerd werd verder, dat in Duitschland von een verbod ven slachtingen geen sprake is geweest, maar dat men daar enkel maatregelen genomen heeft om te zorgen, dat het vleesck niet aan de distributie werd onttrokken. Eenige leden hadden den indruk, dat bij dit voorstel evenals bij verschillende andrre muatregelcn der rcgecring meer gelet is op de belangen dér ur- beiders in de stad dan op die der arbeiders1 ten platten lande. Andere leden konden zich op de door den minister aangevoerde gronden met het wetsont werp vereemgen. Intusschen wenschten som migen nader te vernemen, welke de bedoeling is van het wetsóhtwerp. Naar zij veronderstelden, kan het niet de bedoeling der regeering zijn lion te treffen, die gewoon zijn I of 2 varkens voor eigen gebruik tc fokken. Ging men dit verbie den, dan zou h. 1'. inderdaad' het gevolg zijn, dut cr geen vqjkens meer werden gefokt en dat de vleeschschnarschte nog grooter werd. Ecnigö lednn wenschten in het wetsontwerp uitdrukko* lijk bepaald te zien, dat het slachten van voor eigen gebruik gehouden varib-ns niet zal worde» verboden. Voorts worden in het verslag nog verschillens de wenken gegeven en vragen gesteldo. ti. be treurde mon, dat met' gezouten varkensvleesch, ook groote hoeveelheden vet zijn uitgevoerd- Had de minister niet kunnen zorgen, dat dit vet in het land bleef? Uit de Pers. ;ie /.«nd- Sn grindquaeslle. Ht scheen bij het vernemen van het aan gename bericht, dat de Engelsche regeering het embargo op onze handelstelegrammeni uit eigen beweging en zonder daaraan eenige voorwaarde te verbinden had opge heven, een zeer natuurlijke zaak, schrijft de Nieuwe Ct. dat onze Regeering "thans onverwijld gevolg zou geven aanhaar bij monde van minister Loudon aan de Tweed© Kamer te kennen gegeven voornemen om aan de beide betrokken regeeringen voor te stellen de doorvoerquaestie van zand, grind, en metalen naar België aan de uitspraak: van scheidsrechters te onderwerpen. Uit de nadere mededeelingen van den minister van Buitenlandsche Zaken bhjkf thans echter, dat dit onmogelijk is. Een def partijen, de Britsche regeering, heeft bij voorbaat bekend gemaakt, dat zij bet go schil voor oplossing door arbitrage niet ge schikt acht en wel op dezen grond dat zij juistheid van den rechtsregel, door onze Regeering in de doorvoerquaestie gehui. digd, niet betvvist. „Het is eenigszins verrassend Uit te vcw nemen na de. scherpe briefwisseling van zijde der Engelsche regcering, die m ona Witboek van 1 December werd gepubliceerd en waarbij deze zich wel niet steeds op eefl gelijk, maar wel steeds op een ander rechts* standpunt bleef stellen dan dat waaraai

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1918 | | pagina 1