AMERSFDQRTSCH DAGBLAD 1B0NIEMEKTSP8IJS Tm Z 'ZZ DE EEMLANDER fKHBiitaranittx":;;» BUITENLAND FEUILLETON. Astrid Ehrencron-lVlüller. OUDBHS 16e Jaargang, Wo. 179 pa pa* 200. po wok (mei gratis atrrektring tegta ongelukken) f 0.14. >ltonderll|ke nummert t 005 WekelykKh bgvoegjel HolUndtcht (onder rtdactt» wn rhertje Horen) po 5 mtinden 50 eeni Wekeigkxfc bijvoegsel jPeriUrmii* per munden 40 cent. Woensdag 20 Februari 1918 ff HOOFDREDACTEUR: Mt D. J. VAN SCHAARDENBURG UITGEVERS: VALKHOFF t C. BUREAU: ARNHEMSCHE POORTWAL. hok uieeoortcMerr. INTERCOMM. TELEFOONNUMMER 513 dieiuuinbiedingcD 1-5 regels f 0T0. groote letten nut plaatsruimte Voor handel en bedrijf bestaan teer roordcelige bepalingen tol hel herhaald tdvct» teeren In dit Blad, bij abonnement Eene drcnlairo. bevattende da voorwaarden, woedt op tanvraao toegezonden- Politiek Overzicht De herleefde strijd in het Oosten. Onder den eersten indruk van de in de laatste zitting x3er vredesgevolmachligden te Brest-Litowsk door den Russischen hoofdge delegeerde afgelegde verklaring, dat Rus land zich uit den oorlog terugtrok en, al moest het afzien van de onderteekening van een vredesverdrag, den oorlogstoestand met de staten van den vierbond geëindigd verklaarde, schreef het Fremdenblatt, het orgaan van het Oostenrijksche departement van buitenlandsche zaken: „Wij kunnen met deze oplossing tevreden zijn". Het blad ver wachtte, dat door partieele overeenkomsten feitelijk een geregeld vredesverkeer zou wor den verkregen, dat ten slotte tot den formee- Jen vrede zou leiden. Minder optimistisch toonde zich het Duit- sche officieuse orgaan, de Nordd. Allg. Zei- tung, dat schreef: „De raadselachtige heer Trotzki geeft aan de wereld een #ieuw raad sel op. Hij verklaart, dat Rusland, afziende van de onderteekening van een formeel vredesverdrag, den oorlogstoestand met Duitschland, Oostenrijk-Hongarije, Turkije en Bulgarije als geëindigd verklaart en ge lijktijdig bevel tot volledige demobilisatie van de Russische strijdkrachten aan alle fronten heeft gegeven. Wel te verstaan: dot verklaart de heer Trotzki; van de andere zijde is nog geen meeningsuiting, zoodat men niet van eene overeenkomst kan spre ken en ook voorloopig geen nieuwe toe stand gegeven is. Wat Trotzki thans mis schien onder den indruk van het sluiten van den vred^ met de Ukraine, misschien echter om geheel bijzondere redenen voor nieuws brengt, dat is iets zoo volstrekt nieuws, wat zoo weinig overeen is te bren gen met de tot dusver toegepaste methodes om den oorlog ten einde te brengen, dat een zorgvuldig onderzoek van den toestand de hoogste plicht is. Rusland en de centrale mogendheden zullen vijanden blijven; er wordt tusschen hen niet overeengekomen, dat zij voortaan in vrede en vriendschap met elkaar zullen leven, maar de oorlogstoestand zal als geëindigd verklaard worden. Men voelt, dat daarin eene tegenstrijdigheid be staat. Dit vraagstuk heeft vele kanten en elk daarvan wil afzonderlijk beschouwd wor den. Welke gevolgtrekkingen uit den tegen- woordigen toestand zijn te maken, moet dus voorbehouden blijven." Daarover zijn in de vorige wèek beraad slagingen gevoerd en de uitkomst daarvan is medegedeeld in de verleden Zon dag bekend gemaakte Duitsche regee- ringsverklaring, waarin wordt gezegd, dat door de eenzijdige verklaring van Rusland de oorlogstoestand niet opge heven en niet door den vredestoestand ver vangen is. Veeleer heeft de weigering om het vredesverdrag te onde-feekenen, het tot stand komen van den vrede onmogelijk ge maakt. Het wapenstilstandsverdrag vah 15 December 7QJ7 was echter juist rcsloten om tot den vrede te komen, en door van den vrede af te zien, heeft ^Rusland ook af gezien van het voortduren van den wapen stilstand, hetTeen moet worden eeliikgesteld met opzegging. De Duitsche regeering con stateerde derhalve, dat de re^eering te Pe tersburg door hare houdnv* den wapenstil stand feitelijk heeft opgezegd. Zij beschouwt die-opzegging als te zijn geschied den lOen Februari, den dag toen f-nMH zijne verkla ring in Brest-Litowsk heeft afgelegd. Na het verstrijken van den termijn, die fn het verdrag van 75 December voor het hervatten der vijandelijkheden is gesteld. heeft Duitschland terstond zijne vrijheid van handelen hernomen. Toen den 18en Februari het middaguur verstreken was, hebben in het gebied der Oostzee-provinciën Duitsche troepen zich in beweging gesteld naar Du- naburg en deze vesting bezet. Tegelijk heb ben zij zich' van Kowel uit op marsch be geven met de bedoeling aan de Ukrainers hulp te brengen in hun strijd tegen de ge wapende macht, die de Sovjet-regeering te Petersburg heeft uitgezonden tot onder- steuning van de elementen, die daar in ha ren geest de revolutie willen doen zege vieren. Eenigszins anders is het standpunt, dat Oostenrijk-Hongarije inneemt tegenover den door de Russische verklaring van 10 Fe bruari in 't leven geroepen toestand. Daar legt men er nadruk op, dat door het tot stand komen van den vrede met de Ukrai- nische republiek men geen grens meer ge meen heeft met Groot-Rusland. Er bestaan dus geene rechtstreeksche aanrakingspun ten meer met Groot-Rusland en aanleiding om den oorlog 'weer te beginnen, zou alleen dan aanwezig zijn, wanneer het noodig was tot bescherming van de Ukraine tusschen beide te komen. Die bescherming zou ook, als zij noodig was, meer het karakter moe ten dragen van een veiligheidsmaatregel, met het doel de Ukraine in staat te stellen tot de aflevering van het gTaan, dat voor de centrale mogendheden bestemd is. Men moet afwachten hoe dit verschil van standpunt in de praktijk aan den dag zal komen. In ieder geval is het een feit, dat, voor zooveel Grcot-Rusland betreft, de vre desonderhandelingen in Bresf-Litowsk niet hebben geleid tot de uitkomst, die er van werd verwacht en gehoopt. De strijdbijl, dien men dacht te kunnen begraven, is opnieuw te voorschijn gehaakJ. Het bovenstaande past op den toestand van gisteren, niet meer op dien van heden. Wij hebben thans vernomen, dat de raad van volkscommissarissen, vap den nood een deugd makende, zich bereid heeft verklaard den vrede te onderteekenen op de door de gevolmachtigde^ van den vierbond te Brest- Litowsk gestelde voorwaarden, en dat Lenin en Trotzki zich gehaast hebben dit aan de Duitsche regeering mede te deelen. De vele verrassingen, die ons van die zijde zijn bereid, kunnen ons eenigszins skeptisch maken over wat van daar tot ons komt. Men is geneigd te vragen of deze draai, die de Sovjet-regeering heeft geno men, de laatste zal zijn en of zij daardoor voor goed bij den vrede is aangeland. Maar er mag althans worden geconstateerd, dat de weg, die nu door Duitschland is ge kozen, tegenover deze tegenstanders de eenige juiste was. Tegenover hen was lank moedigheid uit den booze. Zoodra zij den sterken arm weer voelden, zijn Lenin en Trotzki weer in hun schulp gekropen en hebben zij de gedachte aan tegenstand laten varen. De oorlog, Berlijn, 19 Febr. (W. B.) Avond-be richt uit den grooten generalen staf. Van Riga tot ten zuiden van Luzk zijn de Duitsche legers in opmarsch naar het oos ten. Van de andere oorlogstooneelen niets nieuws. De Sovjet-regeering te Petersburg heeft de Duitsche regeering laten weten, dat zij zich door c!e omstandigheden genoopt voelt uitdrukkelijk te verklaren, dat zij bereid is den vrede te onderteekenen op de door -den vierbond gestelde voorwaarden. De regeering van Rumenië heeft den wensch uitgedrukt om met vertegenwoordi gers van den vierbond voorbereidende be sprekingen aan te knoopen over het even tueel sluiten van den vTede. Het vredesverdrag met de Ukraine is door de Duitsche bondsraad goedgekeurd. Heden wordt het wetsontwerp tot goedkeuring van dit verdrag bij den rijksdag ingediend en in eerste lezing behandeld; Vrijdag worden de tweede en derde lezing en de eindstem ming gehouden. B e r 1 ij n, 19 Febr. (W. B.) De rijks dag is heden weer bijeengekomen. De on dervoorzitter Paasche herdacht den met de Ukrainegesloten vrede, die van groot be lang is voor onze toekomstige economische ontwikekling. Deze vrede toont, dat het ons en onze bondgenooten ernst is met het kei- zerwoord: „Wij voeren geen veroverings oorlog". De vrede met de Ukraine is geslo ten zonder schadevergoedingen en gebieds- afstand, voor beide partijen eervol en tot wederzijdsch voordeel. Wanneer onze diplo matie tot heden er niet in geslaagd is ook met Groot-Rusland tot een verstandigen vre de te komen en de oorlogstoestand, na een maandeolangen wapenstilstand weer. moet worden verkondigd, dan ligt de schuld zeker niet aan de zijde van de centrale mo gendheden. Even oprecht als wij het volk en de we- red den vrede toewenschen, zoo vast zijn wij besloten met echte Duitsche trouw vol te houden tot eerv vrede is verkregen, die ons vrije lapd, omspoeld door een vrije zee, waarborgen geeft voor <ien ongestoorde ver- 'dere ontwikkeling. (Levendige instemming.) Na een korte zitting werd de zitting tot Woensdag evrdaagd. Londen, 19 Febr. (R.) Bij de behan deling van de legerbegrooting legde Lloyd George er den nadruk op, dat de besluiten, welke te Versailles genomen waren, de goedkeuring van alle mogendheden hadden gekregen en dat het Huis heden de regee- ringspolitiek moest goedkeuren door deze besluiten te steunen of een andere regee ring moest vinden, die de verantwoordelijk heid op zich zou nemen, niet die besluiten te aanvaarden, welke, naai de minister meende, noodig zijn voor de veiligheid van het land. (Toejuichingen). Asquith, die critiek uitoefende op het mi litair bestuur, verzette zich niet er tegen, dat de werkkring van den oorlogsraad zou worden uitgebreid, opdat aan de besluiten van Versailles kracht zou worden bijgezet. De discussie was zeer kalm en er kwamen geene incidenten voor. Tweede telegram. Lloyd George, die met luid gejuich ontvangen werd, sprak in den loop cflft- debatten over de legerbe grooting met betrekking tot het aftreden van Sir William Robertson als chef van den ge neralen staf, de hotfp uit, dat deze kwestie behandeld zou worden als een politieke, niet als een persoonlijke aangelegenheid. De re geering verlanvde ten zeerste zich van de diensten van Robertson als chef van den staf te verzekeren, zoolang dit in overeen stemming gebracht kon worden met de o- litiek, waartoe gemeenschappelijk met de verbonden regeeringen na lange beraadsla gingen te Versailles besloten was, en het veroorzaakte de regeering het diepste leed- -wezen, dat het met deze politiek niet ver- eenipbaar was de diensten van een zoo ver dienstelijk soldaat te blijven behouden. In dien de politiek juist was, mochten geene personen hare uitvoering in den weg staan, (toejuichingen), hoe hooggeplaatst en ver dienstelijk zij ook zijn mochten. Indiela de politiek- onjuist was, mochten geene perso nen en geene regeeringen haar onmiddel lijke opheffing in den weg slaan. Deze po litiek was niet slechts de politiek van deze regeering, doch de gemeenschappelijke po litiek der verbonden regeeringen. Er was volstrekt geen verschil tusschen onze poli tiek en die van Frankrijk, Italië en Amerika in dit opzicht. Inderdaad waren eenigen der besluiten waartoe men te Versailles geko men is, het gevolg van de zeer krachtige vertoogen der vertegenwoordigérs van an dere regeeringen, in 'f bijzonder van de Amerikaansche. De politiek was gebaseerd op de overtui ging, dat de geallieerden tot riu toe schade hadden geleden door gebrek aan een vol komen overeenkomstig streven en dat onze doeleinden en onze portiek moesten geleid worden in het pad van de innigste samen werking en eenheid. Men behoefde slechts op 1917 te letten, om volmaakt dezelfde aan eenschakeling van omstandigheden te zien waardoor de innerlijke kracht verminderd werd. welke het anders mogelijk zou ge maakt hebben de door de Duitschers aange wende Inspanning te verlammen en het in eenstorten van het Russische front te voor komen. Ieder die nauwkeurig de gebeurtenissen van 1917 en 1918 heeft gadegeslagen, zal tal van argumenten vinden* ten gunste van een veranderde machinerie, ten einde groo- ter concentratie te verkrijgen dan tot dus ver het geval was ten aaneen van de leiding van de hulpbronnen der geallieerden. Daar om zagen de geallieerde regeeringen na de nederlaag van Italië in, dat het noodig was een centraal gezag in het leven te roepen, om de strategie der geallieerden in één hand te brengen. In de laatste conferentie te Versailles werd besloten de bevoegdheid van dat lichaam uit te breiden. Hij was natuurlijk niet in staat de actie van Versailles te bet spreken, ten gevolge van een besluit, dat het ongewenscht was eenige inlichting te ver strekken betreffende het opgemaakte alge- meene plan. (Toejuichingen). Hij was ech ter van meening, dot hij duidelijk kon aan- toonen, waar het geschil is ontstaan, en het oordeel van het Huis kon vragen'over het optreden der regeering met betrekking tot het vóór en het tegen van het geschil. Het algemeen beginsel der conferentie van Versailles was doör ieder aanvaard. Br bestond geen verschil betreffende de vast gestelde tactiek, maar alleen wat de metho de betreft, die voor de toepassing zou wor den gebezigd. Wat het plan betreft, was er de grootst mogelijke eenstemmigheid. Er was eenstemmigheid ten aanzien der tactiek en allen waren het er over eens, dat er. een centraal gezag moest 2ijn, om de opperste leiding in honden te hebben. Alle waren het er over eens, dat dit gezaghebbend lichaam een intergeallieerd lichaam moest zijn en er heerschte volmaakte eenstemmig- moest bezitten. De eenige vraag was, hoe dit centrale gezaghebbende lichaam zou worden ingericht. Dit was het eenige ge schilpunt. Zóó stond de zaak en volgens zijn oordeel was op de conferentie zelf ten aanzien daar van eenstemmigheid bereikt. Lloyd George gaf vervolgens een over zicht ven de verschillende stadia der op de conferentie gevoerde discussiën. Verschei dene voorstellen werden ter tafel gebracht en zeer nauwkeurig behandeld. Ieder ging naar de conferentie met het ernstig verlon gen, de beste methode te vinden en niet om een bepaald voorstel te bepleiten. Alle andere onderscheidene voorstellen werden het een na het ander verworpen, totdat het laatste aa.i de orde kwam. Lloyd George-gaf bijzonderheden over de verschillende voorstellen en de argumenten, dte er vóór en er legen waren aangevoerd. Van het eerste waren in eerste in stantie de Fransche en Britsche genera!# staf voorstanders. Hij dacht niet, dat d# Amerikaansche en Italiaansche staf dezelfd» opvatting huldigden. De eerste was voo* stander van een voorstel, dat bepaalde, dol dit centrale lichaam de raad van de chef# der generale staven moest zijn. Het argi» ment, dot hiervoor werd bijgebracht, was^ dat het noodzakelijk was dat ieder der ver* tegenwoorJigers in nauwe aanraking moest zijn met zijn eigen ministerie van Oorlog, Hij moet op de hoogte tijn van het legen» effectief, van den medischen dienst en va* de aangelegenheden, betreffende de Scheep vaart- en Oorlog9-deportementen. Men wa# ook van gevoelen, dat er ernstige consliiu» tioneele bezwaren waren tegen een inter geallieerd lichaam, dat besluiten nam, dia het Britsche leger raakten. De rand onderzocht dit voorstel me# nauwgezetheid» en voerde er een breedc dis cussie over cn er moet aan herinnerd wor den, dat alle verschillende vertegenwoordi gers, zoowel civiele als militaire, daarbij aan» wezig waren, met uitzondering -van clea Italiaanschen opperbevelhebber. Bij onder* zoek werd het voorstel als onuitvoerbaar ver worpen. De redenen voor dit besluit wareiv dat men gevoelde, dat dit nieuwe uitvoeren de lichaam niet alleen op de hoogte moest zijn van de zaken van de eigen legers en do eigen fronten, maar ook met alle verhoudin gen en toestanden aan alle fronten en bij alle legers van alle natiën. Lloyd George wees er op, dat Versailles was geworden de centrale inlichtingsdienst van alle fronten, alle legers, alle nationali teiten, alle staven, alle departementen van buitenlandsche zaken en dat deze inlichtin gen werden bijeengebracht door zeer be kwame staven en inlichtingen verschaften, die geen enkel ministerie van Oorlog bezat Een andere reden, waarom dit voorstel on uitvoerbaar werd geacht, was, dat dit uitvoe rend lichaam met het oog op de groote ge varen, waarvoor wij zouden worden ge plaatst, Voortdurend zittingen moet houden* om onmiddellijk besluiten te kunnen nemen, indien zulks vereischt is. Een raad van chefs van de generale sla ven bracht de oprichting mee van een ander lichaam, dat in botsing kon komen met den raad te Versailles. Het werd in de discussie* duidelijk, dat dit niet uitvoerbaar was, en dit denkbeeld werd daarom eenstemmig ver worpen. Toen werd door den voorzitter Clemen» ceau aan de hand gedaan, dat ieder voor zich zelf zijne gedachten, zou laten gaan over den weg die moest worden gevolgd. Met is zeer opmerkelijk, dat deze afzonderlijk® overwegingen ons allen brachten tot hetzelf de voorstel, het voorstel dat ten slotte i9 aangenomen. heid, dat dit lichaam uitvoerende machte De eenige reden waarom ik van dit voor stel geen mededeeling doe aan deze ver gadering, is dat het vermengd is met een plan voor de operatiën. Er is eene discussie van eenige uren over gevoerd. Het voorstel is hier en daar gewijzigd. Maarschalk Haig heeft onze aandacht gevestigd op een twee* tal zwakke punten en wij hebben den tijd genomen om die punten recht te zetten. Derde telegram. Nadat de discussie nog- eenigen tijd had geloopen over den road te Versailles, ging het debat over op erschillende zaken, het leger rakende. Do kwestie van vertrouwen kwam niet ter sprake. Londen, 79 Febr. (R.) De minister .an oorlog lord Derby heeft in het hooger- huis eene gelijkluidende verklaring afgelegd als Lloyd George. Met het oog op den vroe ger door hem aan generaal Robertson ver leenden steun, heeft hij zijn verzoek om ont slag aan Lloyd George ter hand gesteld; maar de premier heeft hem verzocht in Wie zoekt, die vindt doorgaans iets anders dan wat hij zoekt. Uit het Deenscb donr Betsy Bakker-NorL 36 Ze had er over nagedacht cn nagedacht, wal tijj toch meende met dat vraagteeken, na dat lange bindteeken. Want hij moest toch schertsen, hij wist toch wel, dat ze niet haar «offer kon pakken, en naar hem toe reizen hot graag, hoe dol graag ze bok wilde Ze had de letters met een loupe bekeken, die aan met het poststempel bedekt wareu. maar er^stonden toch steeds diezelfde paar woor- T 7 !!0n dan Rcen ernst «eweest njn? Was het m.sschien zijn bedoeling, dal ÏL wa" 7°U anlwoordcn? Als dat nu eens *00 was, en ze verzuimde te antwoorden - Ze kon trnmers schrijven en vragen. „Is dat je^bedoehng, Rolf, is dat werkelijk je bedoe- Ja. dat wilde ze doen. mn.!t°en dcn vol«enden daK opkwam, had moeder een aanval van haar oude ischias, ta kon met opstaan. lig zoo gerust, Mathilde, nu jy volwassen bent,had ze gezegd, „ik weel, dat jij alles buiten en binnen nakijkt. Toen jij klein was. moest ik hinken op mijn pijnlijke beenen, of ik kon of niet." O, nee, nu kon ze toch niet aan Rolt schrij ven dat hij moest komen om haar te halen, als hel hen: ernst wasnu moeder hef loon moest hebben voor al haar zorgen en moeite voor haar, toen zij klein en hulpeloos was. K O. nee, ze wilde liever wachten tot hij weer schreef. Slechts wachten en zien. En toen was ze begonnen te wachten op een brief, of op nog een kaart. Dag na dag had ze gewacht, slechts nog een enkel woord van hem, dan durfde ze antwoorden. Antwoorden e» vragen wat hij bedoeld had. „Hier is het merkwaardig mooi," wat zag bij toch nu, en wilde hij het graag zien met haar? - Het was een drukte geweest met pak ken en bedekken van de meubels en hang lampen, het huis moest geheel in orde zijn. en dat grondig, vóór ze vertrókken. Mathilde was van 's morgens vroeg tot s avonds Iaat op de been, en ze vloog rond volgens moeder's bevelen. „Ik .moet toch even naar Kongslevgaard om afscheid te nemen," had ze gezegd „ze ver moeden immers niets." Maar moeder had het afgewimpeld. „Och kom, dat is niet noodig, hier i9 genoeg voor je te doen. En mevrouw Norup weet het al boyendien. Ik trof haar gisteren bij den win kelier In het dorp. Ik heb haar van je gegroet, j als je zelf geen tijd had van haar afscheid te nemen." Het was een heerlijke reis geweest, maar toch lang zoo prettig niet als laatst, natuur- Mik. Ze hadden gelogeerd in zoo'a vervelen cl1 volksschoolhotel in een van de aller donkerste straten Met slechte bedden en slecht eten, veel minder dan ze thuis gewoon waren. En met zulke vervelende pensionnaires, n^eest seminaristen en onderwijzers, die een.betrek king zochten of den Rijks-zomercursus voor slöjd volgden. Ze waren harig, verlegen en stonden op als ze gegeten hadden. Maar één enkeien keer hadden haar ouders in een restauratie gegeten; dat was een dag op Langelinie. Daar had ze hen overgehaald den geheelen avond te blijven. Het was zulk verrukkelijk weer geweest met wat wind. het water kookte als in een schelp, fn de haven lagen de pleizierbootjes, slieten tegen elkaar aan, klonken en klokten. Kleine kinderen kraaiden en schreeuwden op de ban ken. luid van vreugde over het water en de lucht. Toch had ze er niet volkomen van kun nen genieten, omdat ze den geheelen tijd als op naalden zat, dat haar ouders op zouden staan. Moeder was verscheiden malen op bel punt, het tochtte in den nek, er waren te veel menschen die voorbij dwarrelden, en het stoof van de trams en de auto's van den rijweg. Bovendien werd ze altijd nerveus, wanneer ze zoo lang zonder bezigheden zat, nutteloos, zooals zij het noemde. Dan begon ze altijd on rustig de handen in den schoot te verschik ken, en met de voeten te trippelen. N Dan wist Mathilde boe laat het was. Maar Mathilde had yader op haar hand. „Och, nu zitten we zoo goed, laten we bier ilu wat rustig blijven, 't Is bier immers zoo mooi bij het water. We kunnen voor een en kele maal bier thee drinken." Ze had eigenlijk gedacht dat haar ouders geïmponeerd en gedrukt zouden zijn door de drukte van dc hoofdstad. Maar er was niets, aan hen te merken geweest. Ze hadden rond geloopen in de straten van Kopenhagen, moe der met haar ouderwetsche capothoed met breede zijden linten onder de kin, en vader in zijn dikke duffeljas en met zijn veedrijver's stok, precies zooals ze de winkels in Holstebro in cn uit liepen. Alleen hielden elkaar voortdurend vast. liet was toch werkelijk onbegrijpelijk dat ze bijna anderhalve maand weg geweest wa ren. Meer dan zes weken. Maar ze waren ook een paar weken geweest bij den neef in Strel- strör, en in Kingsled bij den ouden oom Hen drik, dl<» gepensioneerd leeraar was. en voor zitter van openbare vermakelijkheden in de kleine.^handelsstad. Een vroolijke, jeugdige oude heer, die zeer bemind was, en zijn gele genheidsgedichten schreef, terwijl hij zijn bretels aandeed of zijn tanden borstelde, en de woorden in meer of minder gearticuleerde geluiden tegen zijn betere helft uithoestte. De ongelukkige vrouw moest dan papier halen en het neerschrijven, terwijl ze de schoenen dicKt knoopte, en haar meer dan volle boezem in het corset en binnen de grenzen van he* fat soen perste. Maar nu verlangde ze ook naar huis. Die lange wandelingen op kerkhoven, om naar haar geheel onbekende graven le zien, tc wie den en planten, cn te rennen achter jongens met gieters, cn dan grafbanken koopen, die midden op de straat geprobeerd moesten wor den. buiten voor den winkel van den ijzer handelaar, en dan dat dingen op alles wat ze kochten -> dat was allemaal vervelend en hinderlijk. Den ouden kapitein had ze bezocht, hij liep altijd wat scheef na die gebroken rib, en dat maakte zijn gebrek in den rug niet minder zichtbaar, als hij nu op den blauwen rand van hol Irotioir iiep, dan, leek liet precies alsof bij op een koord liep. En wanneer hij zijn blauw zijden parapluic open maakte, dan leelé hij op de blauwe pauw thuis, als <lie op da schutting balanceerde. Maar hij was cvou hof felijk als altijd en had haar en haar ouders geïnviteerd op een avond in Tivoli. Maar zo hadden daarvoor natuurlijk bedankt. „liet zijn immers jouw kennissen," zeiden ze. „we zouden ons al tc verplicht voelen." Nee, nu was het heerlijk weer thuis te ko men. Zelfs in dezen hopcloozen, grauwen regenavond sprong het in haar van vreugde, hoe dichter ze bij Volstrup kwamen, bi) '*lk# druppelende wilgenheg die ze voorbij reden,' klopte haar hart heftiger en nog was hef volle zomer, hel loof was dicht, cn de fjord in beweging, hoewel de dagen veel korter wer« den. En op Kongslevgaard waren natuurlijld logé's zooals gewoonlijk, ze had niet9 van Ingeborg gehoord, sedert ze op reis was. hoo wonderlijk dat ze nu slechts eerv kwart mijl van haar af was. Morgen kon ze daar weer zooal* gewoonlijk zijn, met haar armen vol van alle# wat ze gezien cn gehoord had. En misschien misschien lag er een brlej op haar te wachten, als ze nu thuis kwam- O ja, dat was-unmers zoo heerlijk om naa* te verlangen, hoewel ze in der» wagen zal o was de weg dien ze moeten* rijden maa» dubbel zoo lang, dan was de hoop ook dub bel zoo lang. Want er was zeker niets als rM thuis kwam. (Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1918 | | pagina 1