AMERSFDQRTSCH DAGBLAD
1B0NIEMEKTSP8IJS Tm Z 'ZZ
DE EEMLANDER
fKHBiitaranittx":;;»
BUITENLAND
FEUILLETON.
Astrid Ehrencron-lVlüller.
OUDBHS
16e Jaargang, Wo. 179
pa pa* 200. po wok (mei gratis atrrektring
tegta ongelukken) f 0.14. >ltonderll|ke nummert
t 005 WekelykKh bgvoegjel HolUndtcht
(onder rtdactt» wn rhertje Horen)
po 5 mtinden 50 eeni Wekeigkxfc bijvoegsel
jPeriUrmii* per munden 40 cent.
Woensdag 20 Februari 1918
ff
HOOFDREDACTEUR: Mt D. J. VAN SCHAARDENBURG
UITGEVERS: VALKHOFF t C.
BUREAU: ARNHEMSCHE POORTWAL. hok uieeoortcMerr.
INTERCOMM. TELEFOONNUMMER 513
dieiuuinbiedingcD 1-5 regels f 0T0. groote letten
nut plaatsruimte Voor handel en bedrijf bestaan
teer roordcelige bepalingen tol hel herhaald tdvct»
teeren In dit Blad, bij abonnement Eene drcnlairo.
bevattende da voorwaarden, woedt op tanvraao
toegezonden-
Politiek Overzicht
De herleefde strijd in het
Oosten.
Onder den eersten indruk van de in de
laatste zitting x3er vredesgevolmachligden te
Brest-Litowsk door den Russischen hoofdge
delegeerde afgelegde verklaring, dat Rus
land zich uit den oorlog terugtrok en, al
moest het afzien van de onderteekening van
een vredesverdrag, den oorlogstoestand
met de staten van den vierbond geëindigd
verklaarde, schreef het Fremdenblatt, het
orgaan van het Oostenrijksche departement
van buitenlandsche zaken: „Wij kunnen met
deze oplossing tevreden zijn". Het blad ver
wachtte, dat door partieele overeenkomsten
feitelijk een geregeld vredesverkeer zou wor
den verkregen, dat ten slotte tot den formee-
Jen vrede zou leiden.
Minder optimistisch toonde zich het Duit-
sche officieuse orgaan, de Nordd. Allg. Zei-
tung, dat schreef: „De raadselachtige heer
Trotzki geeft aan de wereld een #ieuw raad
sel op. Hij verklaart, dat Rusland, afziende
van de onderteekening van een formeel
vredesverdrag, den oorlogstoestand met
Duitschland, Oostenrijk-Hongarije, Turkije
en Bulgarije als geëindigd verklaart en ge
lijktijdig bevel tot volledige demobilisatie
van de Russische strijdkrachten aan alle
fronten heeft gegeven. Wel te verstaan: dot
verklaart de heer Trotzki; van de andere
zijde is nog geen meeningsuiting, zoodat
men niet van eene overeenkomst kan spre
ken en ook voorloopig geen nieuwe toe
stand gegeven is. Wat Trotzki thans mis
schien onder den indruk van het sluiten van
den vred^ met de Ukraine, misschien echter
om geheel bijzondere redenen voor
nieuws brengt, dat is iets zoo volstrekt
nieuws, wat zoo weinig overeen is te bren
gen met de tot dusver toegepaste methodes
om den oorlog ten einde te brengen, dat een
zorgvuldig onderzoek van den toestand de
hoogste plicht is. Rusland en de centrale
mogendheden zullen vijanden blijven; er
wordt tusschen hen niet overeengekomen,
dat zij voortaan in vrede en vriendschap met
elkaar zullen leven, maar de oorlogstoestand
zal als geëindigd verklaard worden. Men
voelt, dat daarin eene tegenstrijdigheid be
staat. Dit vraagstuk heeft vele kanten en
elk daarvan wil afzonderlijk beschouwd wor
den. Welke gevolgtrekkingen uit den tegen-
woordigen toestand zijn te maken, moet dus
voorbehouden blijven."
Daarover zijn in de vorige wèek beraad
slagingen gevoerd en de uitkomst daarvan
is medegedeeld in de verleden Zon
dag bekend gemaakte Duitsche regee-
ringsverklaring, waarin wordt gezegd,
dat door de eenzijdige verklaring van
Rusland de oorlogstoestand niet opge
heven en niet door den vredestoestand ver
vangen is. Veeleer heeft de weigering om
het vredesverdrag te onde-feekenen, het tot
stand komen van den vrede onmogelijk ge
maakt. Het wapenstilstandsverdrag vah 15
December 7QJ7 was echter juist rcsloten
om tot den vrede te komen, en door van
den vrede af te zien, heeft ^Rusland ook af
gezien van het voortduren van den wapen
stilstand, hetTeen moet worden eeliikgesteld
met opzegging. De Duitsche regeering con
stateerde derhalve, dat de re^eering te Pe
tersburg door hare houdnv* den wapenstil
stand feitelijk heeft opgezegd. Zij beschouwt
die-opzegging als te zijn geschied den lOen
Februari, den dag toen f-nMH zijne verkla
ring in Brest-Litowsk heeft afgelegd.
Na het verstrijken van den termijn, die
fn het verdrag van 75 December voor het
hervatten der vijandelijkheden is gesteld.
heeft Duitschland terstond zijne vrijheid van
handelen hernomen. Toen den 18en Februari
het middaguur verstreken was, hebben in
het gebied der Oostzee-provinciën Duitsche
troepen zich in beweging gesteld naar Du-
naburg en deze vesting bezet. Tegelijk heb
ben zij zich' van Kowel uit op marsch be
geven met de bedoeling aan de Ukrainers
hulp te brengen in hun strijd tegen de ge
wapende macht, die de Sovjet-regeering te
Petersburg heeft uitgezonden tot onder-
steuning van de elementen, die daar in ha
ren geest de revolutie willen doen zege
vieren.
Eenigszins anders is het standpunt, dat
Oostenrijk-Hongarije inneemt tegenover den
door de Russische verklaring van 10 Fe
bruari in 't leven geroepen toestand. Daar
legt men er nadruk op, dat door het tot
stand komen van den vrede met de Ukrai-
nische republiek men geen grens meer ge
meen heeft met Groot-Rusland. Er bestaan
dus geene rechtstreeksche aanrakingspun
ten meer met Groot-Rusland en aanleiding
om den oorlog 'weer te beginnen, zou alleen
dan aanwezig zijn, wanneer het noodig was
tot bescherming van de Ukraine tusschen
beide te komen. Die bescherming zou ook,
als zij noodig was, meer het karakter moe
ten dragen van een veiligheidsmaatregel,
met het doel de Ukraine in staat te stellen
tot de aflevering van het gTaan, dat voor de
centrale mogendheden bestemd is.
Men moet afwachten hoe dit verschil van
standpunt in de praktijk aan den dag zal
komen. In ieder geval is het een feit, dat,
voor zooveel Grcot-Rusland betreft, de vre
desonderhandelingen in Bresf-Litowsk niet
hebben geleid tot de uitkomst, die er van
werd verwacht en gehoopt. De strijdbijl, dien
men dacht te kunnen begraven, is opnieuw
te voorschijn gehaakJ.
Het bovenstaande past op den toestand
van gisteren, niet meer op dien van heden.
Wij hebben thans vernomen, dat de raad
van volkscommissarissen, vap den nood een
deugd makende, zich bereid heeft verklaard
den vrede te onderteekenen op de door de
gevolmachtigde^ van den vierbond te Brest-
Litowsk gestelde voorwaarden, en dat Lenin
en Trotzki zich gehaast hebben dit aan de
Duitsche regeering mede te deelen.
De vele verrassingen, die ons van die
zijde zijn bereid, kunnen ons eenigszins
skeptisch maken over wat van daar tot ons
komt. Men is geneigd te vragen of deze
draai, die de Sovjet-regeering heeft geno
men, de laatste zal zijn en of zij daardoor
voor goed bij den vrede is aangeland.
Maar er mag althans worden geconstateerd,
dat de weg, die nu door Duitschland is ge
kozen, tegenover deze tegenstanders de
eenige juiste was. Tegenover hen was lank
moedigheid uit den booze. Zoodra zij den
sterken arm weer voelden, zijn Lenin en
Trotzki weer in hun schulp gekropen en
hebben zij de gedachte aan tegenstand laten
varen.
De oorlog,
Berlijn, 19 Febr. (W. B.) Avond-be
richt uit den grooten generalen staf.
Van Riga tot ten zuiden van Luzk zijn de
Duitsche legers in opmarsch naar het oos
ten.
Van de andere oorlogstooneelen niets
nieuws.
De Sovjet-regeering te Petersburg heeft
de Duitsche regeering laten weten, dat zij
zich door c!e omstandigheden genoopt voelt
uitdrukkelijk te verklaren, dat zij bereid is
den vrede te onderteekenen op de door -den
vierbond gestelde voorwaarden.
De regeering van Rumenië heeft den
wensch uitgedrukt om met vertegenwoordi
gers van den vierbond voorbereidende be
sprekingen aan te knoopen over het even
tueel sluiten van den vTede.
Het vredesverdrag met de Ukraine is door
de Duitsche bondsraad goedgekeurd. Heden
wordt het wetsontwerp tot goedkeuring van
dit verdrag bij den rijksdag ingediend en
in eerste lezing behandeld; Vrijdag worden
de tweede en derde lezing en de eindstem
ming gehouden.
B e r 1 ij n, 19 Febr. (W. B.) De rijks
dag is heden weer bijeengekomen. De on
dervoorzitter Paasche herdacht den met de
Ukrainegesloten vrede, die van groot be
lang is voor onze toekomstige economische
ontwikekling. Deze vrede toont, dat het ons
en onze bondgenooten ernst is met het kei-
zerwoord: „Wij voeren geen veroverings
oorlog". De vrede met de Ukraine is geslo
ten zonder schadevergoedingen en gebieds-
afstand, voor beide partijen eervol en tot
wederzijdsch voordeel. Wanneer onze diplo
matie tot heden er niet in geslaagd is ook
met Groot-Rusland tot een verstandigen vre
de te komen en de oorlogstoestand, na
een maandeolangen wapenstilstand weer.
moet worden verkondigd, dan ligt de schuld
zeker niet aan de zijde van de centrale mo
gendheden.
Even oprecht als wij het volk en de we-
red den vrede toewenschen, zoo vast zijn
wij besloten met echte Duitsche trouw vol
te houden tot eerv vrede is verkregen, die
ons vrije lapd, omspoeld door een vrije zee,
waarborgen geeft voor <ien ongestoorde ver-
'dere ontwikkeling. (Levendige instemming.)
Na een korte zitting werd de zitting tot
Woensdag evrdaagd.
Londen, 19 Febr. (R.) Bij de behan
deling van de legerbegrooting legde Lloyd
George er den nadruk op, dat de besluiten,
welke te Versailles genomen waren, de
goedkeuring van alle mogendheden hadden
gekregen en dat het Huis heden de regee-
ringspolitiek moest goedkeuren door deze
besluiten te steunen of een andere regee
ring moest vinden, die de verantwoordelijk
heid op zich zou nemen, niet die besluiten
te aanvaarden, welke, naai de minister
meende, noodig zijn voor de veiligheid van
het land. (Toejuichingen).
Asquith, die critiek uitoefende op het mi
litair bestuur, verzette zich niet er tegen,
dat de werkkring van den oorlogsraad zou
worden uitgebreid, opdat aan de besluiten
van Versailles kracht zou worden bijgezet.
De discussie was zeer kalm en er kwamen
geene incidenten voor.
Tweede telegram. Lloyd George,
die met luid gejuich ontvangen werd, sprak
in den loop cflft- debatten over de legerbe
grooting met betrekking tot het aftreden van
Sir William Robertson als chef van den ge
neralen staf, de hotfp uit, dat deze kwestie
behandeld zou worden als een politieke, niet
als een persoonlijke aangelegenheid. De re
geering verlanvde ten zeerste zich van de
diensten van Robertson als chef van den
staf te verzekeren, zoolang dit in overeen
stemming gebracht kon worden met de o-
litiek, waartoe gemeenschappelijk met de
verbonden regeeringen na lange beraadsla
gingen te Versailles besloten was, en het
veroorzaakte de regeering het diepste leed-
-wezen, dat het met deze politiek niet ver-
eenipbaar was de diensten van een zoo ver
dienstelijk soldaat te blijven behouden. In
dien de politiek juist was, mochten geene
personen hare uitvoering in den weg staan,
(toejuichingen), hoe hooggeplaatst en ver
dienstelijk zij ook zijn mochten. Indiela de
politiek- onjuist was, mochten geene perso
nen en geene regeeringen haar onmiddel
lijke opheffing in den weg slaan. Deze po
litiek was niet slechts de politiek van deze
regeering, doch de gemeenschappelijke po
litiek der verbonden regeeringen. Er was
volstrekt geen verschil tusschen onze poli
tiek en die van Frankrijk, Italië en Amerika
in dit opzicht. Inderdaad waren eenigen der
besluiten waartoe men te Versailles geko
men is, het gevolg van de zeer krachtige
vertoogen der vertegenwoordigérs van an
dere regeeringen, in 'f bijzonder van de
Amerikaansche.
De politiek was gebaseerd op de overtui
ging, dat de geallieerden tot riu toe schade
hadden geleden door gebrek aan een vol
komen overeenkomstig streven en dat onze
doeleinden en onze portiek moesten geleid
worden in het pad van de innigste samen
werking en eenheid. Men behoefde slechts
op 1917 te letten, om volmaakt dezelfde aan
eenschakeling van omstandigheden te zien
waardoor de innerlijke kracht verminderd
werd. welke het anders mogelijk zou ge
maakt hebben de door de Duitschers aange
wende Inspanning te verlammen en het in
eenstorten van het Russische front te voor
komen.
Ieder die nauwkeurig de gebeurtenissen
van 1917 en 1918 heeft gadegeslagen, zal
tal van argumenten vinden* ten gunste van
een veranderde machinerie, ten einde groo-
ter concentratie te verkrijgen dan tot dus
ver het geval was ten aaneen van de leiding
van de hulpbronnen der geallieerden. Daar
om zagen de geallieerde regeeringen na de
nederlaag van Italië in, dat het noodig was
een centraal gezag in het leven te roepen,
om de strategie der geallieerden in één hand
te brengen.
In de laatste conferentie te Versailles
werd besloten de bevoegdheid van dat
lichaam uit te breiden. Hij was natuurlijk
niet in staat de actie van Versailles te bet
spreken, ten gevolge van een besluit, dat het
ongewenscht was eenige inlichting te ver
strekken betreffende het opgemaakte alge-
meene plan. (Toejuichingen). Hij was ech
ter van meening, dot hij duidelijk kon aan-
toonen, waar het geschil is ontstaan, en het
oordeel van het Huis kon vragen'over het
optreden der regeering met betrekking tot
het vóór en het tegen van het geschil.
Het algemeen beginsel der conferentie
van Versailles was doör ieder aanvaard. Br
bestond geen verschil betreffende de vast
gestelde tactiek, maar alleen wat de metho
de betreft, die voor de toepassing zou wor
den gebezigd. Wat het plan betreft, was er
de grootst mogelijke eenstemmigheid. Er
was eenstemmigheid ten aanzien der tactiek
en allen waren het er over eens, dat er. een
centraal gezag moest 2ijn, om de opperste
leiding in honden te hebben. Alle waren
het er over eens, dat dit gezaghebbend
lichaam een intergeallieerd lichaam moest
zijn en er heerschte volmaakte eenstemmig-
moest bezitten. De eenige vraag was, hoe
dit centrale gezaghebbende lichaam zou
worden ingericht. Dit was het eenige ge
schilpunt.
Zóó stond de zaak en volgens zijn oordeel
was op de conferentie zelf ten aanzien daar
van eenstemmigheid bereikt.
Lloyd George gaf vervolgens een over
zicht ven de verschillende stadia der op de
conferentie gevoerde discussiën. Verschei
dene voorstellen werden ter tafel gebracht
en zeer nauwkeurig behandeld. Ieder ging
naar de conferentie met het ernstig verlon
gen, de beste methode te vinden en niet
om een bepaald voorstel te bepleiten. Alle
andere onderscheidene voorstellen werden
het een na het ander verworpen, totdat het
laatste aa.i de orde kwam.
Lloyd George-gaf bijzonderheden over de
verschillende voorstellen en de argumenten,
dte er vóór en er legen waren aangevoerd.
Van het eerste waren in eerste in
stantie de Fransche en Britsche genera!#
staf voorstanders. Hij dacht niet, dat d#
Amerikaansche en Italiaansche staf dezelfd»
opvatting huldigden. De eerste was voo*
stander van een voorstel, dat bepaalde, dol
dit centrale lichaam de raad van de chef#
der generale staven moest zijn. Het argi»
ment, dot hiervoor werd bijgebracht, was^
dat het noodzakelijk was dat ieder der ver*
tegenwoorJigers in nauwe aanraking moest
zijn met zijn eigen ministerie van Oorlog,
Hij moet op de hoogte tijn van het legen»
effectief, van den medischen dienst en va*
de aangelegenheden, betreffende de Scheep
vaart- en Oorlog9-deportementen. Men wa#
ook van gevoelen, dat er ernstige consliiu»
tioneele bezwaren waren tegen een inter
geallieerd lichaam, dat besluiten nam, dia
het Britsche leger raakten.
De rand onderzocht dit voorstel me#
nauwgezetheid» en voerde er een breedc dis
cussie over cn er moet aan herinnerd wor
den, dat alle verschillende vertegenwoordi
gers, zoowel civiele als militaire, daarbij aan»
wezig waren, met uitzondering -van clea
Italiaanschen opperbevelhebber. Bij onder*
zoek werd het voorstel als onuitvoerbaar ver
worpen. De redenen voor dit besluit wareiv
dat men gevoelde, dat dit nieuwe uitvoeren
de lichaam niet alleen op de hoogte moest
zijn van de zaken van de eigen legers en do
eigen fronten, maar ook met alle verhoudin
gen en toestanden aan alle fronten en bij
alle legers van alle natiën.
Lloyd George wees er op, dat Versailles
was geworden de centrale inlichtingsdienst
van alle fronten, alle legers, alle nationali
teiten, alle staven, alle departementen van
buitenlandsche zaken en dat deze inlichtin
gen werden bijeengebracht door zeer be
kwame staven en inlichtingen verschaften,
die geen enkel ministerie van Oorlog bezat
Een andere reden, waarom dit voorstel on
uitvoerbaar werd geacht, was, dat dit uitvoe
rend lichaam met het oog op de groote ge
varen, waarvoor wij zouden worden ge
plaatst, Voortdurend zittingen moet houden*
om onmiddellijk besluiten te kunnen nemen,
indien zulks vereischt is.
Een raad van chefs van de generale sla
ven bracht de oprichting mee van een ander
lichaam, dat in botsing kon komen met den
raad te Versailles. Het werd in de discussie*
duidelijk, dat dit niet uitvoerbaar was, en
dit denkbeeld werd daarom eenstemmig ver
worpen.
Toen werd door den voorzitter Clemen»
ceau aan de hand gedaan, dat ieder voor
zich zelf zijne gedachten, zou laten gaan over
den weg die moest worden gevolgd. Met is
zeer opmerkelijk, dat deze afzonderlijk®
overwegingen ons allen brachten tot hetzelf
de voorstel, het voorstel dat ten slotte i9
aangenomen.
heid, dat dit lichaam uitvoerende machte De eenige reden waarom ik van dit voor
stel geen mededeeling doe aan deze ver
gadering, is dat het vermengd is met een
plan voor de operatiën. Er is eene discussie
van eenige uren over gevoerd. Het voorstel
is hier en daar gewijzigd. Maarschalk Haig
heeft onze aandacht gevestigd op een twee*
tal zwakke punten en wij hebben den tijd
genomen om die punten recht te zetten.
Derde telegram. Nadat de discussie
nog- eenigen tijd had geloopen over den
road te Versailles, ging het debat over op
erschillende zaken, het leger rakende. Do
kwestie van vertrouwen kwam niet ter
sprake.
Londen, 79 Febr. (R.) De minister
.an oorlog lord Derby heeft in het hooger-
huis eene gelijkluidende verklaring afgelegd
als Lloyd George. Met het oog op den vroe
ger door hem aan generaal Robertson ver
leenden steun, heeft hij zijn verzoek om ont
slag aan Lloyd George ter hand gesteld;
maar de premier heeft hem verzocht in
Wie zoekt, die vindt doorgaans iets anders
dan wat hij zoekt.
Uit het Deenscb donr
Betsy Bakker-NorL
36
Ze had er over nagedacht cn nagedacht, wal
tijj toch meende met dat vraagteeken, na dat
lange bindteeken. Want hij moest toch
schertsen, hij wist toch wel, dat ze niet haar
«offer kon pakken, en naar hem toe reizen
hot graag, hoe dol graag ze bok wilde
Ze had de letters met een loupe bekeken, die
aan met het poststempel bedekt wareu. maar
er^stonden toch steeds diezelfde paar woor-
T 7 !!0n dan Rcen ernst «eweest
njn? Was het m.sschien zijn bedoeling, dal
ÏL wa" 7°U anlwoordcn? Als dat nu eens
*00 was, en ze verzuimde te antwoorden -
Ze kon trnmers schrijven en vragen. „Is dat
je^bedoehng, Rolf, is dat werkelijk je bedoe-
Ja. dat wilde ze doen.
mn.!t°en dcn vol«enden daK opkwam,
had moeder een aanval van haar oude ischias,
ta kon met opstaan.
lig zoo gerust, Mathilde, nu jy volwassen
bent,had ze gezegd, „ik weel, dat jij alles
buiten en binnen nakijkt. Toen jij klein was.
moest ik hinken op mijn pijnlijke beenen, of
ik kon of niet."
O, nee, nu kon ze toch niet aan Rolt schrij
ven dat hij moest komen om haar te halen,
als hel hen: ernst wasnu moeder hef
loon moest hebben voor al haar zorgen en
moeite voor haar, toen zij klein en hulpeloos
was. K
O. nee, ze wilde liever wachten tot hij weer
schreef. Slechts wachten en zien.
En toen was ze begonnen te wachten op een
brief, of op nog een kaart. Dag na dag had
ze gewacht, slechts nog een enkel woord van
hem, dan durfde ze antwoorden. Antwoorden
e» vragen wat hij bedoeld had.
„Hier is het merkwaardig mooi," wat zag
bij toch nu, en wilde hij het graag zien met
haar? -
Het was een drukte geweest met pak
ken en bedekken van de meubels en hang
lampen, het huis moest geheel in orde zijn. en
dat grondig, vóór ze vertrókken.
Mathilde was van 's morgens vroeg tot
s avonds Iaat op de been, en ze vloog rond
volgens moeder's bevelen.
„Ik .moet toch even naar Kongslevgaard om
afscheid te nemen," had ze gezegd „ze ver
moeden immers niets."
Maar moeder had het afgewimpeld. „Och
kom, dat is niet noodig, hier i9 genoeg voor
je te doen. En mevrouw Norup weet het al
boyendien. Ik trof haar gisteren bij den win
kelier In het dorp. Ik heb haar van je gegroet, j
als je zelf geen tijd had van haar afscheid te
nemen."
Het was een heerlijke reis geweest, maar
toch lang zoo prettig niet als laatst, natuur-
Mik. Ze hadden gelogeerd in zoo'a vervelen cl1
volksschoolhotel in een van de aller donkerste
straten Met slechte bedden en slecht eten,
veel minder dan ze thuis gewoon waren. En
met zulke vervelende pensionnaires, n^eest
seminaristen en onderwijzers, die een.betrek
king zochten of den Rijks-zomercursus voor
slöjd volgden. Ze waren harig, verlegen en
stonden op als ze gegeten hadden.
Maar één enkeien keer hadden haar ouders
in een restauratie gegeten; dat was een dag
op Langelinie. Daar had ze hen overgehaald
den geheelen avond te blijven.
Het was zulk verrukkelijk weer geweest met
wat wind. het water kookte als in een schelp,
fn de haven lagen de pleizierbootjes, slieten
tegen elkaar aan, klonken en klokten. Kleine
kinderen kraaiden en schreeuwden op de ban
ken. luid van vreugde over het water en de
lucht. Toch had ze er niet volkomen van kun
nen genieten, omdat ze den geheelen tijd als
op naalden zat, dat haar ouders op zouden
staan. Moeder was verscheiden malen op bel
punt, het tochtte in den nek, er waren te veel
menschen die voorbij dwarrelden, en het stoof
van de trams en de auto's van den rijweg.
Bovendien werd ze altijd nerveus, wanneer ze
zoo lang zonder bezigheden zat, nutteloos,
zooals zij het noemde. Dan begon ze altijd on
rustig de handen in den schoot te verschik
ken, en met de voeten te trippelen. N
Dan wist Mathilde boe laat het was.
Maar Mathilde had yader op haar hand.
„Och, nu zitten we zoo goed, laten we bier
ilu wat rustig blijven, 't Is bier immers zoo
mooi bij het water. We kunnen voor een en
kele maal bier thee drinken."
Ze had eigenlijk gedacht dat haar ouders
geïmponeerd en gedrukt zouden zijn door de
drukte van dc hoofdstad. Maar er was niets,
aan hen te merken geweest. Ze hadden rond
geloopen in de straten van Kopenhagen, moe
der met haar ouderwetsche capothoed met
breede zijden linten onder de kin, en vader
in zijn dikke duffeljas en met zijn veedrijver's
stok, precies zooals ze de winkels in Holstebro
in cn uit liepen. Alleen hielden elkaar
voortdurend vast.
liet was toch werkelijk onbegrijpelijk dat
ze bijna anderhalve maand weg geweest wa
ren. Meer dan zes weken. Maar ze waren ook
een paar weken geweest bij den neef in Strel-
strör, en in Kingsled bij den ouden oom Hen
drik, dl<» gepensioneerd leeraar was. en voor
zitter van openbare vermakelijkheden in de
kleine.^handelsstad. Een vroolijke, jeugdige
oude heer, die zeer bemind was, en zijn gele
genheidsgedichten schreef, terwijl hij zijn
bretels aandeed of zijn tanden borstelde, en
de woorden in meer of minder gearticuleerde
geluiden tegen zijn betere helft uithoestte. De
ongelukkige vrouw moest dan papier halen en
het neerschrijven, terwijl ze de schoenen dicKt
knoopte, en haar meer dan volle boezem in
het corset en binnen de grenzen van he* fat
soen perste.
Maar nu verlangde ze ook naar huis. Die
lange wandelingen op kerkhoven, om naar
haar geheel onbekende graven le zien, tc wie
den en planten, cn te rennen achter jongens
met gieters, cn dan grafbanken koopen, die
midden op de straat geprobeerd moesten wor
den. buiten voor den winkel van den ijzer
handelaar, en dan dat dingen op alles wat ze
kochten -> dat was allemaal vervelend en
hinderlijk.
Den ouden kapitein had ze bezocht, hij liep
altijd wat scheef na die gebroken rib, en dat
maakte zijn gebrek in den rug niet minder
zichtbaar, als hij nu op den blauwen rand van
hol Irotioir iiep, dan, leek liet precies alsof
bij op een koord liep. En wanneer hij zijn
blauw zijden parapluic open maakte, dan leelé
hij op de blauwe pauw thuis, als <lie op da
schutting balanceerde. Maar hij was cvou hof
felijk als altijd en had haar en haar ouders
geïnviteerd op een avond in Tivoli. Maar zo
hadden daarvoor natuurlijk bedankt.
„liet zijn immers jouw kennissen," zeiden
ze. „we zouden ons al tc verplicht voelen."
Nee, nu was het heerlijk weer thuis te ko
men. Zelfs in dezen hopcloozen, grauwen
regenavond sprong het in haar van vreugde,
hoe dichter ze bij Volstrup kwamen, bi) '*lk#
druppelende wilgenheg die ze voorbij reden,'
klopte haar hart heftiger en nog was hef
volle zomer, hel loof was dicht, cn de fjord
in beweging, hoewel de dagen veel korter wer«
den.
En op Kongslevgaard waren natuurlijld
logé's zooals gewoonlijk, ze had niet9 van
Ingeborg gehoord, sedert ze op reis was. hoo
wonderlijk dat ze nu slechts eerv kwart mijl van
haar af was. Morgen kon ze daar weer zooal*
gewoonlijk zijn, met haar armen vol van alle#
wat ze gezien cn gehoord had.
En misschien misschien lag er een brlej
op haar te wachten, als ze nu thuis kwam-
O ja, dat was-unmers zoo heerlijk om naa*
te verlangen, hoewel ze in der» wagen zal
o was de weg dien ze moeten* rijden maa»
dubbel zoo lang, dan was de hoop ook dub
bel zoo lang. Want er was zeker niets als rM
thuis kwam.
(Wordt vervolgd.)