Qoop cte iJeagd.
Oe Kerst-koekoek.
aar hel Engelsch van Frances Browne.
Vrij bewerkt door C. H.
Lang, heel lang geleden lag er op de een
zame hei een klein dorpje. De bewoners wa
ren allen arm, want de streek was onvmclit-
baar en handel werd er niet gedreven; maar
het allerarmst waren toch wel twee broers,
Tobberdje en Schraalhans. Het waren süioeu-
luppers en zij bewoonden samen een hutje, dat
van klei en stroo gebouwd was. De deur was
laag en stond over dag altijd open, want er
was geen raam in het vertrek. Het dak hield
den regen niet tegen en het eenige voorwerp,
dat nog wat xvaardr had, was een groote
rcld geen land, waar hoornen uitloopcu oi Bel oak der hul, doch hel viel iedereen op, 2i] li.iaklt hem sLil een eindje uit haar zak,
i,(lat hij nooit ontevreden of knorrig was. v nog een eindje verder, en keek toen telkens
Zij haaklt
bloemen bloeien, of ik zal er geroepen hebben,dat hij nooit ontevreden of knorrig was. v n<
eer cr een jaar om is.. Geef to ij alsjeblieft een Op eiken eersten April tikte de koekoek met°P zc ^CU1. n°S n*cl kwijt vras'
stukje brood mee op reis eu.zeg mij, wat ik z»jn snavel tegen de deur hij de twee broers; Marie was blij, dat ze Jo nu zoo veilig langs
voor jullie z::l meebrengen aan het ethtê der voor Tobberdje wacht bij een gouden blad alle speelgoedwinkels kreeg; ze stapte stevig
twaalf maanden." mee cn voor Schraalhans een groen. Gulden- door, want ze had zelf nog boodschappen te
Tubherdjê zou anders zeker boos zijn ge- veerké zette hem wittebrood met honing doen vervelende boodschappen, vond Jo
worden op zijn broer, omdat hij zoon groote voor, want zij koesterde een vage hoop, dat in een mandenwinkel, in een papierzaak voor
homp brood afsneed zij hadden nauwelijks de vogel nog eens twee gouden bladeren zou kastrandjes en toen nog in een winkeltje, waar
genoeg voor zichzelf maar hij was zóó )n meebrengen. De koekoek vloog' echter weg dweilen, bezems en klompea werden ver-
nadenken verzonken, wat hij wcnsclicn zou,om een stuk bruin brood te gaan eten bij kocht.
dat hij er niet op lette. Eindelijk had hij een Schraalhans, zeggende dat hij niet bij zulk i „Ziezoo, nu ben ik ldaar,zei Marie, die
fijn gezelschap paste en liever in de oude hut niets van Jo's gescharrel met den zakdoek
was, waar. hij eens zoo heerlijk van Kerstmis j had bemerkt. Hij zat nu nog maar met één
tot April geslapen had. puntje in Jo's zak; nog even helpen zie-
tTobberdje verkwanselde de gouden blade- j zoo )Jo zuchtte van pleizier daar lag hij
Als je in je snavel één groote voor o.ns mee-ren en Schraalhans bewaarde de groene, cn midden op straat.
brengt, zouden wij uit den nood zijn en je een ik weet niet. hoeveel jaren er op die manier Nu kreeg zij ook op eens verlangen om thuis
volgend keer iets beters kunnen aanbieden voorbijgingen, toen een voornaam edelman, j te komen en liep zoo hard, dat Marie haar
dan droog broad." aan wièn bet gcheele dorp toebehoorde, daar haast niet kon bijhouden. Jo werd Boe langer
c „Van pnarlen en diamanten weet ik niets in de buurt, kwam wonen. Zijn kasteel stond hoe vroolijker en toen ze in de buitenwijk,
haard waarvoor de bröcrs echter nooit gc- af»" Antwoordde dc koekoek. „Die zijn in de midden op de hei. Het was oud en verweerd,waar zij woonde, waren gekomen, begon zij
liocg hout konden sprokkelen of hakken om zee en diep in de aarde te vinden en ik ken met hooge torens cn dikke muren. Al hetzelfs haar versjes van school te zingen,
er een behiorüik vuur in aan te leggen. Hier alleen wal er o p de aarde. Maar cr land, zoover men vanuit de hoogste torens Ma kwam juist de deur uit, toen Marie den
werkten zij in dj
goeden inval.
„Lieve Koekoek," zei hij, ,.je bent zoo'n groot
reiziger, dat je stellig wel een plek zult we
ten, waar paarlen cn diamanten te vinden zijn.
n re ivxiieu nier -- - ode aarde. Maar cr land, zoover men vanuit de hoogste torens
zii 111 de m ooiste eendrachtdoch staan hvee hoornen vlak bij de bron aan het zien kon, behoorde aan dezen edelman, doch j sleutel in 't slot wilde steken,
veel schoenen on. leu, stellen ««ven dè' men-, der wereld. Eén daarvan wordt de gou- hij was daar zeker in geen Iwinti» jaar ge-„Wel Jo,- begon Ma. maar kon niet verder
sclicn hun niet den boom genoemd, omdat zijrillladcren van wcesl en zou misschien nog niet gekomen j komen, want Polly, die aldoor een eindje ach-
Dc bewoner-'van het duro droegen niet veel goud zijn Elk najaar vallen zij met een klct- z'jn. a,s hij er niet toe gedwongen was. ter was gebleven, kwam nu op een draf naar
Schoenen en -II tarnden licht betere sriioeu- 'fond geluid in de bron en ik weet niet, wat 1 Hij had een betrekking gehad, welke men Ma toe en bracht haar kwispelstaartend - -
lappers vinden dnij Tobberdje en Schraalhans er verder mot hen gebeurt. De andere is ailijd hot hest vergelijken kan met Minister van j Jo'i.zakdoekje!
waren Kun.1 nr. ink- mensohrn reiden dat Sr0Pn als dc laurierboom. Sommigen noemen Btnnenlandsche Zaken, cn zich mogen verheu- „Wat ts dat?' vroeg Ma ..Je zakdoek?
rr geen sclmencn -leclil genoeg waren o'f rij hem den wijzen ei? anderen den vrootijken >'n In de gunst van het Hof. totdat één. zijner Daar mag je Polly straks wel eens een lek-
waren .10" t -oed om door hen versteld te boum- Zijn bladeren vallen nooit at, maar de- vijanden tegen den Kroonprins gezegd had, ]jer hapje voor geven, Jo. Je hebt hem zeker
worden Tod 1 ,agd«tobberdje en Schraal- Bene. die er één krijgt, blijft onder alle om- <l!" de minister hem en den Koning rwarl laten vallen en toen heeft die trouwe Pol hem
hans er in handenarbeid en het bcbou- Handigheden wglgcmoed cn is vraoüik zoo- maakte, waarop hij uit zijn ambt ontheven en voor je opgeraapt."
wen van een sehra.il stuitje grond in het leven wcl in een hutje als in een palcis. -naar.zijn eigen goed verbannen werd. Door „Die goeie hond.' zei Marie; „nu Jo, je mag
I" Wijven, totdat 0,1 /eWi-11 dag een nieuwe' ..Lieve Koekoek, breng niij een blad van vertoefde hij sinds eenige weken; hij was van geluk preken dat je hem weer hebt. Ben
schoenlapper ziel. iu liet dorpje"vestigde, Hij dicu hoorn mee," riep Schraalhans uit. heel slecht geluimd en wèl de bedienden ook je niet blij?'
kwam uil de hoofdstad van het rijk c.v had „Nee. broeder, wees niet dwaas!" zei Tob- i deden, zij konden het hem maar niet naar Ma en Marie prezen Polly om beurten, maar
da.tr voor de Koningin en de Prinsessen ge- berdje. „Denk aan de gouden bladeren. Lieve den rin makc" °P zekeren dag cellier -- t J0 zej njets. Ze stond er met een kleur als
werkt Zijn elzen vnu-n scherp en zijn leesten Koekoek, wil je daarvan cén voor mij mee- «as in den oogsttijd kwam hij toevallig vuur bij cn toen de hond ook tegen haar op-
nieuw. Ilij helroU
ramen had.
De bewoner
gauw tol de onWi
lit i dórp kwafnéa al heel
!.m& dat één paar zolen
keurig hutje, dat 'wee brengen?'' Schraalhans tegen en maakte hij ten praatje i sprong, duwde ze hem boos weg.
Vóór zij er nog een woord aan konden toe- ,ncl den schoenlapper. „Foei Jo, is dat nu lief? Maar wat voel ik
voegen, was de koakoek uit de open deur ge-**oc am» WIst n'cmand tc ZL'Socn» jhier voor hards in dc punt?" vroeg Ma; ,,'t lijkt
vlogen cn hoorden de beide schoenlappersdoch vanaf dit oogenblik schudde de land-j wel geld."
van liem evenl;m„ duurde-als twee paar van i hein zijn voorjaarskreel over de hei roepen, heer alle boosheid en humeurigheid van zich j ,,0, dat is Jo's dubbeltje,' begon Marie,
de broers Om Ic gaan. Tobberdje en- Tobberdje en Schraalhans waren dot jaar af. Hij vergat heelemanl,-dat hij zijn post ver-Toen kon Jo haar tranen niet langer inhou-
Scliraalhans- - regen geen werk mger en alles armer dan ooit en niemand stuurde hun ook ^orcn Bad cn ging visschen en jagen. Boven- j den. Ze was boos op Pol. ze was verdrietig,
ging naar drn nieuwen schoenlapper. Het maar één schoen om te verstellen. De nieuwe dien werden vanaf dit tijdslip alle reizigers omdat re 't dubbeltje nu tóch weer terug had
weer was regenachtig cn guur, hun aaraap- schoenlapper zei spottend, dat^ze maar voor i vriendelijk ontvangen op zijn kasteel en wa- <»n ze schaamde zich ook voor Ma en
pelen waren mivlukl, hun gerst wilde niet rijp hem moesten werken. Tobberdje cn Schraal- j rcn de 9rmcn cr steeds welkom.
voor Marieen voor Pjollv er bij. Snik-
"Worden en hun kooien waren opgegeten door hans zouden wel elders heen willen trekken, gerucht dezer vreemde geschiedenis kend ging ze in huis met Ma. die 't ongeluk-
<lc rupsen. Dr'brocrs hadden hel dien winter doch zij lieten hun stukje grond liever niet in verspreidde zich weldra door het gcheele land ki.»e dubbeltje uit den zakdoek loskuooptc en
dus al bvc' arm en toen Kerstmis naderde, j den steek, evenmin als Guld?hveerke. een en cr kwamen van alle kanten menschen bij onderw ijl van Marie alles van dien boodschap-
hadden zij niets anders dan een bruin brood, meisje, van wie zij beiden hielden. den armen schoenlapper rijken, die hun middag hoorde.
een beschiriiij
brouwen hier
Maar het r
sneeuw licel hoog
ld -.tukje, spek cn wat zelf ge-
Soms scheen Guldeuveerke meer om Tob- geld verloren hadden, armen, die door hun „Zoo'n domme Jo en zoo'n slimme Pol,'* zei
berdje te geven, dan weer was zij vriende- vrienden in den steek gelaten waren allen Opa, die hartelijk moest lachen, toen Ma hem
'i alles was nog, dat cle lijker legen Schraalhans, maar dc twee broers kwamen met Schraalhans spreken cn welke inter ook de geschiedenis vertelde.
»g cn zij nergens hout kon- leefden altijd in dc grootste eendracht cn kib- Bun verdrietelijkheden ook mochten zijn, al- Of .To'tje toen ook met haar dubbeltje werd
den vinden om te branden. Ilun hutje vas het; beiden nooit om haar. Zij zaaiden hun gerst Brn keerden getroost en vroolijk huiswaarts, geplaagd!
laatste van h< dorp cn daarnaast, er voor en en plantten hun kool, nu zij geen lapwerk Dc rijke lieden gaven hem geschenken de
cr achter lag dc hei nu geheel wit cn zwij- meer hadden; ook werkten zij op de velden armen bedankten hem Dc klecren van Schraal-
v om
gend. Vroeger was die beid een bosch geweest j der minder arme dorpelingen Óm in Bun al- j Bans hingen nu niet langer aan flarden om
cn men kon er nog de wortels en süonken j lernoodzakclijkste levensbehoeften te voorzien. z»jn Bjf, liij at spgk bij zijn kool en de dorpe
lingen begonnen te begrijpen, dal hij toch
lang niet dom w as, al had hij dan ook d(/
gouden bladeren versmaad.
(Slot volgt.)
Hermanua.
van oude boomen vinden. Deze waren door Zoo gingen de verschillende jaargetijden
den regen en den wind losgeraakt en op ze- voorbij; lente, zomer, herfst en winter volg-
keren dag lag er \óór hun dour een ^gcootc j elkander op, zooals zij dit altijd gedaan
boomstronk, v.elke half boven de sneeuw uit- hebben. Op het einde van den winter waren
shak. J Tobberdje en Schraalhans wel zóór verarmd
Schranlhnr. y< togen zijn broer: „Ziiltfen j cn jn lompen gehuld, dat Guldenvcerke zich
wij liier met Kerstmis koude lijden, terwijl niet verwaardigde haar aandacht meer aan
die gi'oote boomstronk daar ligt? Laten wij i hen te schenken. De buren vergalen hen zelfs
hem in stukken hakken; het werk alleen zal 0p hun bruiloften uit te noodigen en zij dach-
©jis warm maken ten> koekoek hen vergeten had,
,,Ja, antwoordde 1 obherdje, „we zullen een joen op (jcn eersten April, bij het aanbrc-
vuür hebben Kom, laten wij aan den arbci<l J'ken van den dag, zijn snavel tegen de deur
ganu. Al zijn we arm. cr is misschien nie-hoorden tikken cn een stem, die riep:
mand in he hecle dorp, die zoo'n groot Kerst-
vuur ral hel,! ,-n als wij." '.hoekoekl Koekoek! Laat mij alsjeblieft bln-
7.00 logen .ie bei,Ie broers aan het we.k en i nc" ""1" 8^1,enken,
ra <le noodiR.' inspannin» laR de boomstronk Schraalhans haastte steh de deur open te
Sn groote slokken in hun haard. Al dadelijk de koekoek vloog naar binnen. Aan
begon het «vuur hoofi op le vlammen en ver- j ,^erÜÜ je oepoen wui; ,e auur
lichtte het de selinciilappers door rijn rossen 8 S. 1 [maar één keer uitgeven, hoorl"
gloed. De deur was dicht, want huilen was er fr|seh bl d Van een utte boom. i Jo Dach( nu^ dg( niet ,vist?
niets dan het maanlicht cn dc sneeuw, en dc „Hier," 7.ei hij, terwijl hij Tobberdje hel Zoo dom was Jo'tjc niet, dat re meende haar
Jiut, welke met dcunetakkén en hulst versierd j gouden cn Schraalhans liet groene blad gaf. dubbeltje een paar maal Ic kunnen uitgeven!
was, werd dooi hel vuur hel verlicht. Dit I ..Het is een heel eind. dat ik ze voor iullie gc- Ja. zoo dacht Jo nü, terwijl ze rustig thuis
stemde dc beide broeders heel dankbaar.^ dragen heb. Geef mij alsjeblieft -cn slukje aan haar twaalfuurtje zat, ver van winkels en j
„Een Jong leven cn veel geluk, broeder," zei j brood, want ik ga dadelijk weer op reis." I mooie dingen af. maar Ipcn ze 's middags mei
Schraalhans. Laten wij daar samen eens op Tobberdje zei niet, dat het 'stuk brood tc Maric, dc kindermeid, cn 'l hondje Poily mee
drinken. Ik hoop. dat wij nooit minder zullen gront was, hdcvel hel hun allerlaatste was. mocht om boodschappen in de sta.i te doen,
lichltcn met Kerstmis dan nu - maar. wat is Zooveel waarde had het schoenlappertje nog 1 0 HedoVi, toen scheen 't wel, alsof Jo niet meer
dal?" i nooit in zijn handen gehad en hij zei legen j teuen ](0n jot dublwltjc maar lien een- I
1 Schraalhans zotte zijn beker neer en de zijn liroer: ien> njcj mtcr en niet minder, 'waard L. Dit
Broers luisterden vol verbazing, wanl uil de, „Zie eens welk een goede keuze ik gedaan wf)u ze er v00r koopen en dat en dan dat
gloeiende stukken hout hoorden zij duidelijk: heb. Icrwi.il jouw blad heelcmaal geen waarde n0!,aijcs wa( ze jn^lc uitstalkasten der
KoekoekI Koekoek! roepen, zooals deze vo- heeft. speelgoedwinkels zag, leek haar even mooi cn
gel dat in dc maand Mei doet. „Tobberdje," riep dc koekoek nu. „wat je begeerlijk toe.
Dat is een slecht voorteeken," zei Tob-t?*,,r zegt. is niet heel vriendelijk, maar als je Marie had haast; ze vond t vervelend zoo
berdje angstig broer spijt heeft, moet hii het mij maar zeg- ian„ stii le moeten'staan, want Jo'tje was niet
Van een dotn, klein meisje
en haar dubbeltje.
Jo kreeg van Opa een dubbeltje; daarmee
mochi ze nu eens net do'en w it ze wou.
Jo blij* naar huis met het dubbeltje stevig in
haar hand geklemd,
„Kijk eens, Ma, van Opa! 't Bchoe|t niet in
mijn spaarpot, zegt Opa; ik raag er wat voor
koopen," a
„Best," zei Ma, „maar bedenk je dan eerst
goed wat je hebben wilt; je kunt je dubbeltje
..Misschien ni. meende Schraalhans.
Nu vloog er ui! een opening in liet hout,
aan den kant. \wir het nog niet brandde, een
grijze koekoe':. Hij ging op de tafel vóór hen
zitten en hun verbazing steeg ten top, loen
dc vogel begon le spreken.
het jaar hebben wij?" derde, alsof het uit
„"Welken, lijd van
vroeg de koekoek. zei:
,,'t Is Kerstmi-!antwoordde Schraalhans, j „Breng mij maar weer een blad van den
„Vier dan een gezegend Kerstfeest!" zei de vroolijkeii boom mee."
vogel. „Ik ben verleden 'najaar in een gat vanEn weg vloog de koekoek
gen. Ik onderneem dadelijk toch weer dozelf-1 gainv uitgekeken. Telkens ontdekte ze weer
de reis en kan voor ieder van jullie mecbren- i nieuwe dingen, juist als Marie wou doorloo-
gen wat je maar wenscht." peri
„Lieve Koekoek." zei Tobberdje nu. „Breng „Toe dan, koop wat voor je dubbeltje en.
mij weer een gouden blad mee." daarmee uit," zei Marie ongeduldig.
En Schraalhans, die zijn groene blad bcwon- J „pje pop?" vroeg Jo, terwijl ze naar een
•dien ouden boomstronk gekropen om cr mijn j
edelgesteenten bestond, beeldig juffertje in t roze wees.
„Och kind, die is veel te duur:'
„Dat badje dan?"
„Ook te duur."
„Laten wc dan eens naar binnen
Bij den poppendokter.
Dokter, 'k kom u even vragen
Om een drankje voor mijn pop;
Orh. mijn Lies je moet zoo b »cstcn,
't Houdt maar in 't geheel niet op.
Woensdag was 't kind reeds verkouden
En nu is *t al Zaterdag
Zou het niet het beste wezen,
Als u haar eens even zag?
Kijk, hier is ze, maar wat zie ik?
Ga je huilen, kleine meid,
En je 70U heel lief en zoet zijn,
Heb je strakjes nog gezeid.
Och Mevrouw, zegt nu dc dokter,
Trekt u zich daar niets van aan,
Zoo'n paar traantjes, wel, wat zou dat!
Straks zal 't stellig overgaan.
Kom, geef jij me maar een handje.
Mooilaat nu je tong eens tien;
Ja. die is wel wal beslagen,
Heb je veel gesnoept misschien?
Nu moet 'k nog eens even kijken
Je hoeft heusch niet bang te zijn
Met een lepel in je keeltje;
Zeg eens: A. 't Doet toch geen pijn?
Nog eens, zoo nu was 't heel duid'lijk,
Kijk. ze lacht, wegwis 't verdriet
't Kleine keeltj' is wat ontstoken,
Maar heel ernstig is het niet
Weet u, wat u doet," Mevrouwtje,
Wat u geven moet aan 't kind?
Klutst u haar een lekker eitje;
'k ^V'ed, dat zij dat heerlijk vind!
En wanneer u om 't k\\;»rïu;r d.m
Haar een slol>ic er van geeft,
Denk ik,, dat zij morgenochtend
Al haar pijn vergeten lidefl.
Dokter, dal 's een lekker drankje,
Tc Maak het daad'lijk voor haar Idanr.
't Zou voor m ij n keel ook niet kwnail zijn,
Want die doet soms ook zoo ran-*
'k Dank u wel' voor uw visite
En uw goeden, lekk'ren raad,
'k Kom u morgen eens vertellen,
Hoe het met ons beidjes gnu
„Wat "ben je toch een dwaas," zei Tob- j te vragen, wat er te koop is voor een dubbcl-
-u intcrslann tc houden en ik werd door dc berdje. „Wie Iaat nu ooit zoo'n mooie gele-tje." stelde Jo voor.
hitte van hot vuur wakker, 'k Dacht, dat Bet genheid om rijk le worden ./voorbijgaan!" „Dat moet dan maar," zei Marie,
n! volop zomer wns. Maar nu jullie mijn wo- j Schraalhans lachte echter heel vergenoegd zc gingen den winkel in. maar oeb. alles j
nliig verbrand hebt. mag ik zeker wel in je en Tobberdje werd ten slotte zóó boos, dat hij wat de juffrouw van dien prijs liet kijken;}
hutje blijven l" net voorjaar wójyh als ik verklaarde niet langer onder één dak te wil- \yerd afgekeurd. Jo vond niets aan al die woonlijk te drinken gegeven in wijde houten
maar een klein -aatje heb, waar :k kan sla- Jen wonen met een dwaas. Hii nam zijn clz.cn fcjeine prulletjes, nu ze dc mooie, groote din- troggen; en het is meestal een olifnnT, die den
*- 1- als ik' -
Een verstano:ao
In Indiê wordt aan tamme olifanten
ge
pen, ben ik nl meer dan tcvre.dep en
en leesten on en natuurlijk ook zijn gouden gen in de uitstalkast liad bewonderd.
eten volgenden zomer weer ga reizen, beloof blad, en verliet de lecmen hut om den dorpe
ik jullie wat mee tc brengen om je goedheid Kngen de hecle" geschiedenis le verhalen,
ïc heloonen j Dezen waren niet weinig verbaasd over wat
„Je bent nrs heel welkom en kunt gerust Zjj Schraalhans' domheid noemden en de
blijven," zei Schraalhans, terwijl Tobberdje j nieuwe schoenlapper man'- te Tobberdje on-
fcich afvroeg of hr! nu toch een slecht voor- j.middellijk- deelgenoot van zijn zaak. Gulden-
trog zelf volpompt. Eiken morgen verricht hij
Marie spoorde haar aan toch maar wat te geregeld ïleze taak. De correspondent van
nemen ze wou verder maar Jo kon niet zeker blad bekocht, toen hij in Tndië vertoef-
tot een' besluit komen. Toen liepen ze den de, een vriend, cn >ag bij die gelegenheid, hoe
winkel weer uit, zonder dat bel dubbeltje was een-olifant druk bezig was met zulk een trog
uitgegeven: Marie bromde, Jo schreide half vol te pompen. Hij. schrijft hierover liet vol-
en Polly alleen was vroolijk, omdat 't op gende:
feoken zou zijn nf niet. ,Ik zal een lekker j'veerke keek hem nu .©ok weer vriendelijk aan .straat zoo gezellig was. j In 't voorbijgaan bad ik opgemerkt, dat
Warm nestje voor je inaken in bet dak. Maar Cn 2jj trouwden in den loop van den zomer, j boodschappen doen was toch niet too heel één der twee stukken boomstam, die den trog
§o zuit wcl honge: hebben na je langen slaap. Het gèhcele dorn danste op hun bruiloft, he- prettig, vond Jo; ze wbu, dat ze haar dubbel- j aan beide zijden ondersteunden, van zijn
Hier is een stuk brood. Kom, vier met ons het .halve Schraalhans, die niet uilgeuoodigd was, tje maar gbed en wel kwijt was.
Kerstfeest!" aKv-. ;a fill 11 ti il tim i o c ..n flp n:J,1 minIrAl in a
Kerstfeest!''
De Koekoek a' het stuk brood, dronk wat
water uit een bruine kruik want hij hield
piot van bier en nestelde zich lij een lief
gaatje jn het dat- dat Schraalhans voor hem
Jn gereedheid had gebracht.
^Tobberdje zei. dat hij bang was, dal de
Togci onheil zou aanbrengen, maar 'oen hij
den volgenden morgen wakker werd en de
dagen zonder stoornis voorbijgingen, vergat
ihlj zijn angst. De sneeuw smolt langzamer-
-- .plaats was gerold, zoodat de bak, aan den
omdat dc bruid^zci, dat hij dom was. en de gjj den volgenden winkel was het precies eenen kant nog slechts opgelicht, zou lecg-
looj)cn. zoodra hel water den bovensten rand
van bet andere uiteinde, dat op den grond
stond, zou bereikt hebben. Ik bleef staan, om
tc zien, of de olifant zou ontdekken, dat cr iets"
niet in orde was. Weldra stroomde het water
over den niet ondersteunden kant. Het dier
gaf teekenen van bevreemding, toen hij dit
bruidegom hem een schande voor de familie 'i 7Clfde, behalve dat Marie nog ongeduldige
noemde. werd cn Jo nog meer verlegen was met haar
Iedereen, die dc geschiedenis hoorde, dacht dubbeltje, zoodal ze het eindelijk, toen ze de
dat Schraalhans niet goed bij zijn hoofd was deur uitging, stilletjes in 't kozijn \an hel
en bemoeide zich niet meer met hem. Tob- winkelraam neerlegde om l maar kwijt tc
berdie en Guldenvcerke gingen in een keurig j zijn.
hutje met twee ramen wónen. Hij had nu Natuurlijk zag Marie het; toeu kreeg Jo op
werk genoeg en zijn vrouw droeg altijd mooie den koop toe nog een vermaning over haar gewaar werd, doch daar aan de zijde, waar
kleeren. Toch waren zij geen van heiden te- slordigheid. hij stond, de trog nog lang niet vol w'as, ging
j vreden, want dc dingen, welke zij voor hel „Geef je zakdoek eeös hier,zei Marie en hij voort met pompen. Toen hij eindelijk zagv
hand weg, de wegen viel bij stroomen neer, gouden blad gekocht hadden, waren stuk na bond daarop 't dubbeltje stevig in een punt. dat het water bleef wegvloeien, liet hij den
Ibet werd zachter, de dagen lengden al aardig stuk gebroken en er was niets meer van over, „Ziezoo, nu kan je 't niet verliezen. Als je er slinger los en begon over het vreemde geval
en op een zonnigen morgen werden de broers lang vóórdat de koekoek een nieuw blad ge- niets voor wilt koopen, moet je T maar be- te peinzen. Hij begreep er blijkbaar niets van.
gewekt door den koekoek, die zijn eigen naam bracht had. j Wfl'reh." Driemaal begon hij opnieuw te pompen, en
rtep, als teeken, dat het voorjaar in het land Intusschen woonde Schraalhans nog steeds j0 moest Marie een hand geven. Met een driemaal bekeek hij den trogvai^&lle kan-
fll'. in het oude hutje en bebouwde hij zijn stukje vrecselijk ongelukkig gezicht stapte ze naast ten. Ik was heel nieuwsgierig, wat h!j doen
iczoo zei dc vogel nu vang ik mijn reis grond. haar voort, terwijl ze bedacht, of ze haar zak- zou. PlnSiüug begon hij levendig met zijn
'd e te 2aan verkondigen, Zijn kleeren waren met den dag erger ge- doek niet zou kunnen verliezen met dubbeltje <«oioa te flappen tm 'eek n, dat cr eenig licht
a; net voorjaar is. Er is 09 de gelieete yf^- scheurd en eiken dag regende het harder door en aL voor htm oDdaagdc. Al snuffelend ontdekte
hij den boomtronk, die een eindje was weg*
gerold. Ik dacht een oogenblik, dat hij hem
weer. op zijn plaats zou zetten. Maar al spoe*
dig werd het mij duidelijk, dat het niet d«
overloopende kant was. die hem verbijsterde^
maar juist het gedeelte, dat hij geen kans
zag te vullen. Hij lifchtte den trog een weinig
op, liet hem een oogenblik rusten op één zljne^
1 kolósalle voeten, duwde met zijn slurf het
tweede steunsel weg en zette daarna den bak
I weer neer, zoodat\leze nu met beide zijden
i op den grond kwam te staan. Daarna ging
hij weer aan 't pompen en bracht zijn dagor
lijksche taak ten einde."
Ganzen als wactders.
Het is bekend, dat de ganzen zeer waak-
zaam en voorzichtig zijn. Wilde ganzen zub
len niet op een land neêr strijken, voor dal
£en twee- of drietal zoogenaamde voortrek
kers hebben onderzocht ,of dit zonder ge
vaar kan geschieden. Gedarende het^gra*
I zen en zelfs gedurende den slaap, staan er
altijd eenige op schildwacht, die, zoodra zij
eenig onraad vermoeden, luid beginnen te
snateren. Ook bij de tamme ganzen is de
waakzaamheid buitengewoon. Zoodra zij iets
vreemds ontdekken, komen zij langzaam na
der en rekken de lange halzen uit, ondei
een luid en herhaald gesnater.
Ieder weet, welke rol de ganzen hebben
gespeeld bij den nochtelijken aanval dei
Galliërs op het Capitool te Rome, toen z>
door hun luid geroep de bezetting op de na*
dering van den vijand opmerkzaam maakten
Het is vreemd, dat er van die eigenschap
der ganzen niet meer gebruik wordt ge
maakt. Hoe goed zouden zij in verschillende
gevallen als wachters dienst kunnen doen,
om door hun geschreeuw de nabijheid van
inbrekers of dieven te verraden èn deze op
de vlucht te jagen.
Dat zij met vrucht daarvoor gebruikt kun
nen worden bewijst het volgende
In het Bois de Boulogne werden voorldu-
I rend 's nachts de daar rondzwemraend^rtrn»-
den gestolen, zonder dat men er in kon
I slagen de dieven op te sporen,
j Aan den opzichter werd toen de raad ge-
t geven, bij de eenden eenige ganzen te voe*
gen, die dan door hun geroep zouden aan-
i kondigen wanneer iemand 's nachts den
vijver naderde. De proef gelukte volkomen
en nu zijn er een dozijn ganzen als wachters
der eenden aangesteld, die beter dan meni
ge schildwacht steeds wakende op hun pos'
zijn.
Weefsels v»si
Wat voor enkele jaren onmogelijk en
voor alles onnoodig scheen, wordt thans mo
gelijk en bitter noodig. Wij hebben op het
oog de weefsels, van papierg'arens gemaakt,
welke, o wonder, gewasschen kunnen wor
den. Natuurlijk moet daarmede voorzichtig^
heid betracht worden en kan men het goed
niet wringen en knijpen, zooals men dat met
wollen- of katoenenstoffen gewoonlijk doet.
Deze papierstoffen worden o.a. gebruikt
voor gordijnstoffen ter vervanging van d«
tegenwoordig abnormaal dure wollen of ka
toenen stoffen.
Papier is stug, zal men zeggen; toch heeft
een fabriek in Twenthe het zoover gebracht,
dat zij inderdaad soupie papierweefsels le
vert, welke voor gordijnen geknipt zijn. Op
de Tweede Jaarbeurs inderdoad een
stel gordijnen, aan rinn schuivende op
een stok en op het eerste gezicht was hot
er niet aan te zien, dat de grondstof eigen
lijk inferieur was.
Nu valt papier erg mede, wot sterkte be
treft, als men het maar niet met prima wol
of katoen vergelijkt, b.v. draagt men in
i Duitschland (natuurlijk noodgedwongen) ex
I kleeding van, maakt men er postzakken van
zoowel als tentdoek vóór het leger. Ook
zonneschermen voor buiten aan de huizen.
In dezen tijd van duurte kan men toch nl
moeilijk voor een eenvoudig steletje half
wollen gordijnen voor de slaapkamer (aan
één raam) 120 betalen. Men zal dat ook
niet doen, wanneer men een zéér goed sur
rogaat, dot lange jaren meegaat (in all" ge
val zoolang medegaat totdat de wollen gor
dijnen weer zeer veel minder kosten) voor
nog geen 20 kan krijgen. Ziedaar het suc-
ces van de papieren gordijnen.
Zonder twijfel moet de Hoüandscbe huis
vrouw over veel heenstappen, went haar su-
perioriteit wat eischen betreft is niet spoe
dig aan het wankelen te brengen,
j Toch zal haar Verstand zegevieren, won-
j neer zij realiseert, dat het surrogaat onge
veer een zesde kost van den prijs van het
origineele.
Zoolang de wollenstoffennood heerscht,
en deze schaarschte zal nog wel erger wor
den, hoe meer schepen, die de kostelijke
wol van het groote wol produceerende we
relddeel Australië naar de Europeesclje fa
brieken vervoeren, getorpedeerd worden,
zal het papieren weefsel, van Nederlandsche
grondstoffen gemaakt, in Nederland gespon
nen en geweven, een welkom surrogaat zijn.
Ook op goedkoope katoen en katoenen stof
fen moeten wij niet meer rekenen, zoolang
Amerika resp. Engeland niets of zeer wei
nig doorlaat. Deze lenden toch hebben zelf
veel noodig en krijgen weinig aan vein Ame
rika (het katoen produceerend land bij uit
nemendheid), omdat weer de benoodigde
scheepsruimte oi^reekt. Dóorbij komt, del
Amerikaansche spinnerijen en weverijen, se
dert het uitbreken van den oorlog tusschen
Amerika en de Centralen, dag en nacht wer
ken en het op die manier plotseling ver
overd afzetgebied met alle macht zullen
trachten te handhaven.
Wij zullen hier dus voorloopig wel aan
papierweefsels moeten wennen en zullen wij
misschien nog blijde zijn, dat wij Bet -sur
rogaat tenminste hier in het land kunnen
krijgen voor gordijnen althans.
Wij gelooven niet, dat de komende twee
jaren een behoefte aan papieren kleeding
zullen brertgen.