Swingt ze om in te gaan.
„DE EEMLANDER"
«ttuwBianfiizUSJS
BUITENLAND
FEUILLETON.
16» Jaargang, No. I9S
IBMatUfUTCDQIIC P®* «««oden voor Ameiv
SBSJntilt" I orlilJU foort 1 1.50. Idem banco
jxt fmtl f 2JX. per week Imct gratis «rrckering
owgeWkken) f 0.1t ataoaderlljke nummers
OAS. WeAcUkichbijvoegsel »D« Holbmdsch*
TMn im (onder redactie «an rhCrfaa Hoven)
pv S m««ncUn SO cent Wefcelllksds bijvoegsel
ifmiiliwia' per 3 maanden 60 cent
AMERSFÖORTSCH DASBLAD
HOOFDREDACTEUR: M». D. J. VAN SCHAARDENBURG
UITGEVERS: VALKHOFF C,
BUREAU: ARNHEMSCHE POORTWAL. Hora UTHECHT.CKMT».
INTERCOMM. TELEFOONNUMMER 513
Maandag 11 Maart 1918
dienstaanbiedingen 1-S regels f 0.50. groote letten
naar plaatsruimte Vooi handel en bedrijf bestaan
ïeer roordeelige bepalingen tot bel herhaald advet»
teeren In dit Blad, bij abonnement Eene drculalre.
bevattende de voorwaarden, wordi op .anvraa.
toegezonden.
Yan wsek tot v/eek.
In de tweede week van het offensief is het
er voor minister Posthuma veel bedenkelijker
gaan uitzien. De toon wordt dreigender, en
van meer dan een zijde wordt nu onomwon
den het hoofd van den minister gcëischt
Voor de verwachting dat men, uit vrees voor
'n regime-TreubK Posthuma ten slotte zou spa
ren, begint alle grond weg te zinken. Men
is niet meer tevreden met het oefenen van
«cherpe critiek en pressie op den minister,
men wil zijn val, er kome van wat het wil
Een van de socialistische woordvoerders
heeft het gezegd: Wij vechten nog liever tegen
den reaclionnair-Treub, dan tegen den welis
waar goedwillenden doch onmachtigen
Posthuma.
Terwijl eenerzijds krachtig aangestuurd
wordt op uitbreiding van de distributie, voort
zetting dus van de politiek van minister
Posthuma. wicn echter verweten wordt dal
hij niet sterk genoeg is, den toestand niet
meer overziet en te veel geld door allerlei
distributie potentaten laat verspillen, is cr
anderzijds 'n streven, dat juist de distributie
beperken en liet publick langzamerhand wen
nen wil aan de hoo_gerc prijzen, welke toch
nimmer geheel verdwijnen zullen. Wie op dit
standpunt staat, wil Posthuma weg liebbcn
juist om hem te doen vervangen door Treub.
Zij zoeken geen heil voor de minder draag-
krnchtigcn bij den Slaat, welke ten koste van
millioencn en millioenen de prijzen dor eerste
behoeften beneden zeker peil gehouden
heeft, doch veeleer gouden zij de duurte wil
len weerstaan door nlgemecne loonsvcrhoo-
ging af te dwingen.
Het dfstribulicsys'. -m werkt over de ge
heele linie, helpt "allen gelijkelijk, bij bet
loonsverhóogingssvstecm zullen er verscheidc-
nen zijn, die kunnen toezien hoe de prijzen
en dc loonen in de hoogte gaan, zonder zelf
eenige hulp te erlangen. Dat zal het geval zijn
met allen die niet -in loondienst zijn en van
'n bescheiden inkomen moeten rondkomen.
'n Proefneming met 'n dergelijk systeem
zou noodlottig zijn; maar gelukkig schijnt er
nog niet veel kans te bestaan, dat het die
richting zal uitgaan. Vooralsnog verlangt men
voor alles hel heengaan van Posthuma, zon
der er zich om te bekommeren of er wel
iemand is die de geweldige laak van zijn
schouders zal kunnen overnemen.
Toch zal de minister zich niet zoo maar aan
"den kant laten zetten. Hij heeft nu wel in al
die jaren van felle bestrijding en zeer veel
miskenning" getoond, dat hij zich niet laat
„weg pesten". Daarvoor zijn te groot zijn
"werkkracht en plichtsbesef, welke dan ook
door de eerlijke onder z'n talrijke tegenstan
ders volmondig geroemd worden. Ieder ander
met minder plichtsbesef en minder stalen
zenuwen. 011 reeds lang het bijltje er bij neer
gelegd hebben.
Twee weken zijn cr nu reeds met de behan
deling van het Levensmiddelcnontvcrp heen
gegaan en nog zijn wij niet aan het einde
der sprekerslijst. Als de ministers dan nog
iederen spreker uitvoerig beantwoorden moe
ten en de replieken loskomen en wie weet
welke verrassingen nog, zal het zeker wel
Paschen worden voor men aan het eind is.
De vraag rijst of, als deze minister toch
afgemaakt moet worden, er niet wat al te
veel nationale tijd vermorst is, waarin meer
opbouwende arbeid verricht had kunnen zijn.
Gelukkig is thans 'n aanvang gemaakt met
waarlijk-opbouwenden, echt-nationalen ar
beid, het ontwerp tot drooglegging van de
Zuiderzee.
Intusschen zal het wegzenden van minister
Posthuma niet de geringste uitkomst geven
voor den voedsclnood. Komen er geen nieuwe
voorraden, dan zal er eind Mei geen korrel
graan meer aanwezig ziin. En wat dan? Dat
er nog aanvoer uit Amerika zal komen, is
lang niet zeker. Nu weer heet het dat ten
opzichte van de bunkerkolen Amerika voor
waarden gesteld had, welke voor onze regee
ring onaannemelijk waren. Hoewel, honger
Js 'n scherp zwaard! En intusschen komt uit
Duitschland het onrustbarende bericht dat
het afstaan van neutrale scheepsruimte aan
Amerika niet toegelaten kan worden.
Ook de rantsoenen van de geïnterneerden
moesten verminderd worden, hetgeen tot
eenige opstootjes in dè kampen, vooral te
Harderwijk aanleiding gaf.
De lichting 1919 zal vervroegd opgeroepen
worden, de eerste ploeg in Juli. de tweede in
October, dc derde in Januari. Dientengevolge
zullen dc andere afgekeurden, die thans na
herkeuring voor den dienst geschikt bevon
den zijn, eerst later behoeven op te komen, en
van hen dan nog slechts^zij die hoogstens 25
jaar zijn.
De zand- en grinldoobvoer, welke weer aan
de orde zou komen, is geëlimineerd door
Duitschland's verklaring voorloopig van ver
dere doorvoer af te zien. 'n Gelukkige oplos
sing.
De afgeloopen weck is 'n vredesweek ge
weest. Gevochten is er weinig, daarentegen
veel vrede gesloten. Op het groote Duitsche
offensief in het Westen is reeds zoo lang te
vergeefs gewacht, dat men begint te twijfe
len of het wel ooit komen zal, temeer daar te
bezien staat of de positieve resultaten tegen de
geweldige offers zullen opwegen.
Duitschlanjj heeft thans in het Oosten de
banden geheel vrij gekregen, nu dc vrede ge
sloten is met de Ockraine. met Rusland, met
Roemenië en Finland. Alleen worden nog
voortgezet de expedities in Oekraine en naar
Finland om de regeeringen tc helpen'den op
stand te onderdrukken. T^uitschland heeft
daartoe de veel omtwiste Alandseilanden be
zet en daardoor aanvankelijk Zweden zeer aan
hel schrikken gebracht.
Niet door Duitsch wapengeweld is Rusland
als groote mogendheid vernietigd en gedwon
gen 'n smadelijken vrede te teekenen. Maar
veeleer door de fatale jusqu'au bout politiek
der onverzoenlijken die in de landen der ge
allieerden de lijdelijke machthebbers zijn cn
het gunstige oogenblik voor de vrede lieten
voorbij gaan; èn door dc, dank zij die voor
gansch Europa zoo noodlottige politiek ver
haaste Russische revolutie, welke, ontijdig uit
gebroken of onhandig aangestookt, geleid
heeft tot dc gruweldaden en heerschappij der
Bolsjewiki en hun aller ongelukkigste diplo
matie, welke Rusland reeds zoo duur tc staan
kwam cn de Duitsche annexionisten met zoete
hoop vervult. Trots hij, de bewerker van dit
onheil, is reeds moéten heengaan en de andere
Bolsjewiki zullen wel volgen maar hun wer
ken zijn niet ongedaan tc maken. Dat is dc
vloek van dergelijke proefnemingen, zij mogen
anarchistisch of socialistisch zijn, Lessen, nut
tige lessen geven ze. maar ze zijn te kosüjaar,
de menschen gaan heen maar dc noodlottige
gevolgen laten ze achter.
Ook Roemenië is thans den Vrede deelach
tig geworden.
Toch Is 'l rampzalige land er nog genadig
offtolcomen, clachtofler o©k weer van «liezelfdo
politiek der geallieerden. Wie zal er het vol
gende slachtoffer van zijn? Zij zelve of nog
anderen?
Men herinnert zich nog het enthousiasme
waarmee het meedoen van Roemenië begroet
werd. En toch is het gebleken een dor grootste
fouten van de jammerlijk mislukte 'Balkan-
politiek der geallieerden geweest te zijn, toen
zij Roemenië tot den oorlog overhaalden.
Zonder dat toch ware Duitschland niet in de
gelegenheid geweest deze rijke voorraad
schuur te veroveren den dreigenden hon
gersnood in eigen land tc bezweren.
Van harte hopen wij dat deze oorlog 'n ein
de zal maken aan het Pruisisch militairisme,
waarmee thans trouwens vrijwel de geheele
wereld besmet is, en dal 'n Duitsch overwicht
in de wereldpolitiek de ïncnschlicid bespaard
blijft. Tot dusver echter heeft dc politiek der
geallieerden deze beide schrikbeelden eerder
naderbij dan verderaf gebracht en Rusland
en de Balkan er reeds aan ten offer (Loen val
len.
Er lieerscht 'n zekere geheimzinnigheid
over Japan's plannen in Siberië. Zooveel is
zeker, dat velen in Engeland dit optreden met
leède oogen zien en Amerika z'n handen in
onschuld wil blijven wassehen en slechts stil
zwijgend, noodgedrongen, de machtsuitbrei
ding van den concurrent zal dulden.
'n Verbluffende onthulling van den Duit-
schen overmoed bij den aanvang des oorlogs
wordt thans openbaar gemaakt. Aan den
vooravond is Duitschland Yennelel genoeg ge
weest z'n gezant te Parijs op te drogen Frank
rijk 'ii vernederende neutraliteit voor te stel
len: de Frnnsche vestingen Toul en Verdun
zouden tijdelijk 'n Duitsche bezetting moeten
ontvangen. Het is zoover niet gekomen, Frank
rijk dacht niet aan neutraliteit cp behoefde
de voorstellen dus niet eens aan te hooren.
Maar we hebben—bier toch weer '11 staaltje
van Duitschland's grcnzcloozen overmoed in
1914. liet zingt nu reeds 'n toontjtrlager.
Politiek Overzicht
Nieuwe oorlcgscredieten.
Het Bngelsche lagerhuis heeft weer 600
millioen, overeenkomende met 12 milliard
Duitsche marken, voor het voeren van den
oorlog beschikbaar gesteld, het grootste be
drag in eens, dat voor dit doel in handen
van de regeering is gesteld. Op denzelfden
dag heeft het Oostenrijksche huis van "af
gevaardigden een oorlogscrediet van zes
milliard kronen gevoteerd. Zoo gaat men
voort aan beide zijden met het brengen van
offers op het altaar van den nooit te verzadi
gen oorlogsgod. Men schijnt onder de oor
logvoerenden er nog niet vatbaar voor te zijn
om zich de vraag té stellen, die de buiten den
oorlog staanden in stijgende mate benauwt,
waarop»het moet uitloopen, als men steeds
blindelings v\)ort gaal met het wanhoops-
werk van 't vullen van dezen zinkput.
Lord Lansdowne, thans een ambteloos
burger, wiens woorden niemand verbinden,
maar misschien de toekomstige eerste mi
nister van het Britsche rijk, heeft onlangs
eene waarschuwing laten hooren, dat men
niet tot in het oneindige dien weg zou kun
nen bewandelen. Hij gaf in overweging te
bedenken tot welk een ontzettende hoogte
de "schuldenlast zou moeten stijgen als de
oorlog nog twee jaren werd verlengd. Aon
dat oor houden de mannen, die nu aan het
bewind zijn, zich doof. Zij zouden anders
aanleiding genoeg hebben om nu reeds ge
hoor te geven aan de stem van het gezond
verstond. Dat zou waarlijk niet te vroeg zijn.
Men kan hun dat met hunne eigen woorden
bewijzen.
Wat de kanselier der schatkist Bonar Law
in het lagerhuis heeft gezegd bij de verde
diging van het nieuwe oorlogscrediet, klinkt
els één langgerekte cmhoopskreet. Hij
heeft sympathie uitgedrukt voor Rumentir,
dat zich genoodzaakt heeft gezien een voor
loopig vredesverdrag te sluiten en nu bezig
is, op den grondslag daarvan, over den de=
finitieven vrede te onderhandelen, en heeft
daarbij aan de Entente een brevet van on
vermogen gegeven, door zijn leedwezen uit
te drukken, dat „omstandigheden geheel bui
ten hare schuld 't haar onmogelijk hebben
gemaakt haren bondgenoot te hulp te ko
men." Hij heeft verder verkondigd, dat in
het vorige jaar de oorlog in het voordeel
van de Entente geëindigd zou zijn zonder
het gebeurde in Rusland. Hij had daarbij
kunnen voegen, dat het vooY de Entente een
ernstige reden tot zelfverwijt is, dat zij met
een zoo zwakken broeder als Rusland eene
zoo gewaagde onderneming, waarbij voor
haar zoo veel op het spel stond, is begonnen.
Nu is de slag gevallen, waarvan ieder, die
op de hoogte was van wat er in Rusland om
ging kon weten, dat hij komen moest. Wan
neer Rusland's bondgenooten dat niet heb
ben voorzien, of er de oogen. voor hebben
gesloten, dan dragen zij zelf daarvan de
schuld.
Bonar Law erkent, dat hetgeen in Rusland
is voorgevallen, een verschrikkelijke slag is
voor de geallieerden. Maar hij troost zich er
mee, dat Duitschland daardoor geen stap
dichter gekomen is bij de overwinning.
Die troost staat echter op zwakke voe
ten. Wat Rusland aan graan kan producee-
ren, zal volgens hem slechts voldoende zijn
om de Russische bevolking te voeden. Hij
wil niet beweren, dat 'de centrale mogend
heden in 't geheel geene voedingsmiddelen
uit Rusland zullen krijgen; maar wat zij krij
gen zal aan Rusland onthouden worden en
dat zal de stemming van de bevolking ver
bitteren. Daar staat tegenover, dat van de
andere zijde verkondigd-wordt, dat in Rus
land, speciaal In de Ukraine, groote voor
raden voedingsmidelen opgestapeld liggen.
Alle maatregelen worden genomen om die
voorraden naar hunne bestemming te bren
gen. Wat Rusland van zijn overvloed af
slaat, krijgt het terug in den vorm van hulp
middelen om zijne geknakte welvaart te her
stellen, en het graan, dot aan de centrale mo
gendheden uit Rusland toevloeit, verschaft
hen het onschatbare voordeel, dat het met
den hongerkrijg, waardoor de Entente hen
op de knieën dacht te brengen, voor goed
uit zal zijn. Deze twee voorstellingen staan
tegenover elkaar. De toekomst zal uitwij
zen welke van de twee de juiste is. Voor
zoover wij er nu over kunnen oordeelen,
schijnt die, welke het laatst is vermeld, de
meest aannemelijke.
Uit militair oogpunt levert het herstel van
den vrede in het oosten aan de centrale
mogendheden het gewichtige voordeel, dat
de oorlog verder niet meer op twee fronten
behoeft te worden gevoerd. De aandacht
kan geheel geconcentreerd worden op het
front in het westen, dat van nu af onbetwist
het hoofdtooneel van den strijd is. Bonar
Law is optimistisch gestemd over de kan
sen voor de Entente in den strijd op dat
front. Hij is overtuigd van de superioriteit
der strijdmiddelen van de Entente en wijst
op de beteekenis van den factor Amerika.
Maar hij zegt, dat de waarde van dien fqetor
afhangt van de operatiën op zee. Die zullen
moeten uitwerken, dat de Amerikaansche
hulpbronnen ten nutte van de geallieerden
kunnen worden gebruikt. Hij erkent dus, dat
er eèn onzekere factor is in zijne bereke
ning.
'Ook hier staat tegenover de opvatting,
die Bonar Law verkondigt, de meening van
de tegenpartij, die Hindenburg heeft uitge
drukt in zijne verklaring, dat de oorlog voor
de centrale mogendheden niet zal eindigen
met eene remis-partij maar met de overwin
ning. Vlet is eene vraag van de toekomst
hoe de beslissing zal ttitrolkii». ^ïuor u
neer men let op de uitkomsten, die de
strijd tot dusver heeft opgeleverd, dan kan
men zich niet onttrekken aan den indruk,
dat de drijfveer, die de Entente beweegt tot
oortzetting van den strijd, minder is de
hoop op de overwinning dan de vrees voor
de nederlaag. Kenschetsend hiervoor is het
woord van Bonar Law aan het einde van
zijne rede, waarin hij ontkent, dat de geest
van het land zwakker wordt in den oorlog,
en daaraan toevoegde: Het is natuurlijk waar,
dat dit land den oorlog moede is; maar in
't eind weet het land en het volk wat de
nederlaag zou beteekenen in de geheele ge
schiedenis van dit land en dit rijk.
De oorlog,
Duitsche vliegtuigen hebben weer, als ver
gelding voor Fransche luchtraids op niet ver
van de grens gelegen Duitsche steden, een
tocht ondernomen tegen Parijs en den naas
ten omtrek, die niet zonder gevolgen is ge
bleven.
De Turksche regeering heeft gevolmach
tigden gezonden naar Trebizonde, om on
derhandelingen over den vrede aan te knoo-
pen met de regeerin^ van de nieuw opgOv
richte Kaukazische republiek.
Berlijn, O Maart. (W. B.) In een
draadloos telegram is hij de Russische r<^
geering een protest ingediend tegen hel
feit, dat de wegvoering van Duitsche vluch
telingen uit Estland en Livland voortgezet
wordt, hetgeen in strijd is met de bepalin
gen van het vredesverdrag.
De Pransche Kamer heelt weei aan liet
kobinet-Clemer.ceau haar vertrouwen gevo
teerd met 400 tegerf 75 stemmen, na ecna
rede van den premier, waarvan de geest ge^
kenschetst wordt door dezen volzin: „Ik af
den oorlog voortzetten tot h^t laatste oogerv
blik (jusqu'au dernier quart d'heure).
Ondanks het vtvrood van Rusland ei\
de onderwerping ven Rumenië, zullen wij
het loalst aan het bod zijn." Het telegram
van Havas geeït bij dezen volzin de ann-
teel eningAlgemeene instemmir<.r.
W e e n e n, 10 Maart. (Corr.-bureau).
Het Heerenhurs heeft de viermaandsche cre-
dietwet en het oorlog- rediet van zes mil
liard aangenomen.
In den loop der d< >atten 1 f-rhaolde minis
ter-president von Se'dler de kort geleden in
het Huis van Afgevaardigden afgelegde ver
klaring over de noodzakelijk beid van een
grondwetsherziening
Londen, 10 Maart. (R.) De kanse
lier der schatkist Bonar Law heeft een tele
gram gezonden aan den lord mayor in Lon
den *han het einde van de in de afgeloo
pen week gevoerde campagne pm 100 mil
lioen te leenen voor oorlogsdoeleinden. Hij
zegt daarin, dat, ol ziin de cijfers van het
geheele land nog niet ontvangen, het toch
reeds zeker is, dat voor veel meer clan de
gevraagde 100 millioen is ingeschreven,
hetgeen een nieuw bewijs is, dut het volk
besloten is vol te uden totdat de doelein
den, waarvoor men in den oorlog is gegaan,
verzekerd zijn.
Londen, O Maart. (R.) De regctring
heeft besloten 50.000 ongehuwde kolen
mijnwerkers voor den dienst bij het leger te
recruteeren. Een daartoe strekkende mede-
deeling is gedaan aan den secretaris van
den mijnwerkersbond. De tot dusver gegol
den hebbende verklaringen von vrijsielling
zijn ingetrokken.
W a s h i n g t on, 7 Muort. (R.) Dc secre
taris van de schatkist Mc Adoo bericht, dat
de uitgifte van schatkistbiljetten, 4'* pet. in
terest dragende, met 500 millioen dollars
overteékend is. De inschrijving is gi stèren
gesloten.
Men verwacht, dat de derde oorlogslee-
ning den 6en April zal worden uitgegeven.
B e r l ij n, 9 M a a r t. (W. B.) In verbond
met een artikel in de Westminster Gazette*
waarin naar aanleiding van het Duitsch-Rus-
sische vredesverdrag over Spitsbergen ge
sproken wordt, verneemt het WolffbureaiL
dat het hierop betrekking hebbende artikel
van het verdrag als volgt luidt:
De contracteerende partijen zullen l 1 naar
streven, dat de op de Spitsbergen-conferen
tie in 1914 in uitzicht genomen internatio-
nole organisatie van den Spitsbergen-archi
pel, onder gelijkstelling van beide partijen
doorgevoerd wordt.
Tot dit doel zullen de regeeringen van beU
de partijen de koninklijke Noorsche regee
ring verzoeken, zoo spoedig mogelijk, nt
het sluiten von den algemoenen vrede d«
'voortzetting van de conferentie uit te lok
ken.
Stockholm, 9 M a a r t. (W. B.) Afton*
bladet yerneemt uit Wasa, dat het leger doé
Roode Gardisten op verscheidene punte*7
van het front in ontbinding verkeert.
Het bericht over het naderen van de Duit*
sche vloot, in de Finsche Golf wekt grooté
Een misslag bekennen strekt niet tot
schande doch tot eer; het bewijst, dat wij
"heden wijzer zijn dan gister.
"Novelle „Uit het Zeedorp",
door
J, Eigenhuis,
Als sneeuvhoeken gaapten de onbegroeide
ètuifzand-kuilen, naast de mollige helm-don
kerheid. 't Leken rauwe, uitgevreten en kaal-
geschuurae plekken in het fluweelige ronden
de duinkleed. Streelend zeeg het maanlicht
neer, uitdruipend over het ruime terrein als
zilveren mist. De melaatsch vervreten won
den, de zwart dreigende bazalthoopen en de
hurkende keeten smolten samen in een gol-
Ying van weelderig bleek-blinkend licht De
maan weende recht boven de haven haar
weeken lichtglans. Ze spiegelde neer in het
klare water met de heele lichtzee, waarin ze
zwom. In de verte woikten als krullige, elkaar
napluizende watten-balen de adem op van de
machine's, die in diepen zandkuil bezig wa-
avn overtollig water weg te pompen. Steeds
pulten de grijze dampkronkels omhoog, kalme
s€f£ goo uitbarstend uit de aard,
Met gierend heesch gekwebker gelijk aan
'n rauwen moordroep kwam een heele troep
wilde ganzen aanzetten door de lichtzee, als
schrikkend boven het dorp van <de zwartheid
der huizenmassa.
Mink staarde zc na, de ooren wrijvend van
vorst-tinfeling. Uit donkere slagschaduw van
den massieven school-klömp, die uittartend
dreigde in het fluislerlichi, kwamen bedaard
twee agenten stappen, .lange gestalten in ka-
potjassen, de nikkelen zwaard greep en schee-
punt met witte vlam spiegelend bij eiken stap.
Jonge, rubuste kerels, die Mink wel kende.
Hij groette ze joviaal en wëes naar dc in
V-vlucht weg-gakkende ganzen.
.Jongen, Korver," kwam de grootste, een
vent met nog amper een snorveeg onder den
neus, maar met brutale oogen en een onver
zettelijkheid van uitdrukking, die den reus
intimideerde, ,,'t Is gebeurd, man.' Je het de
boeten van die jongen van je niet betaald. En
nou moeten we je meenemen."
Aan eiken pols knelden al twee fianden van
de agenten, die als jongens naast hem tot
zijn schouders reikten. Een golf bloed gulpte
hem naar den kop en duizelde rond in zijn
hersens, of hij neerzwijmen zou. Dadelijk
woedden schaamte en haat in hem op en tril
de hem elke vezel van armen en beenen, ol
hij die dwergen aan zijn zij te pletter trap-„
pen wou, zich losrukken en ze keilen tegen
dat vervloekte zwarte muurbrok, waar ze op
den loer hadden gestaan. Het reutelde in zijn
keel en voor zijn bloed-beloopen oogen schrok
zelfs de brutaalste agent „En as 't niet goed
schiks gaat," rammelde de ander met de
boeien, „dan zal je an de ijzers motten ge-
looven."
Machteloos voelde Mink zich ineens. Ai hel
bloed zeeg uit zijn kop en klein en moedeloos
stond hij tussehen de. agenten in. Hij, een fal-
socnlijk-aers kind tussehen de dienders iu
weggebracht, de boeien aan zijn klauwen. Zijn
haat was week en benauwde hem. Die ver
vloekte school, die gfauw stond te donkeren
en te dreigen daar. Hij kromp er voor weg
als 'n afgeranselde hond, zijn hoofd naar de
andere zij. over de lichtende haven, waar de
machines puften en aldoor witte damp-kroe-
sige wolken opbliezen als stoom uit dc aarde.
De bewustheid van zijn reuzen-krachten viel
van hem af. Hij zag zich niet grooter en ster
ker dan de agenten aan zijn zij. Iiun rustige
zekerheid overblufte hem én de rammelende
boeien maakten hein nog kleiner. Angst woel
de in zijn borst, of hij zoo wou schreeuwen,
en een brok worgde op in zijn keel. Ilij moest
zich niet wild slikken vermannen om tranen
te verbergen, die presten in dc ooghoeken.
Schuw zag hij rond, of er ook warén, die zijn
vernedering bemerkten. En links en rechts
loerend, of er op de erfjes ook haastige kop
pen om een dcurhoek schoten, die hem daar
zagen gaan, trachtte hij zich een vrijmoedige
houding te geven. Hij hoorde zonder wrok de
agenten praten over het Politieblad, waarin
ie al lang had gesignaleerd gestaan, en voor
zoo'n rakker van 'u jongen, die z'n vader zoo
trakteerde, als hij aan wal kwam. Een klein
heid van kinderachtige verlegenheid maakte
hem zoetsappig en hij trachtte te glimlachen
en ongedwongen te doen, vooral toen er lui
hem tegenkwamen in het solje. Hij slipte aan
de builenzij van zijn bewakers, die hem stil
lieten hegaan, zijn bedoeling vermoedend. Ze
lieten hem wal vrijheid, rechtuit starend cn
toch te gelijk op zij loerend, als maats op een
rij loopend cn toch elke spier gespannen van
aandacht, cn gereed mol een enkelen sprong
hem weer in hun midden te hebben, 't Was
een spelen met hun machls-bewustzijn, dat ze
hem zoo frank naast zich lieten loopen, zoo
als in een toevalligheid denzelfden kant uit-
slenlcrcnd. En druk trachtte Mink ovur zijn
neerslachtige schaamachtigheid heen tc pra
len; wat had zoo'n schoolmeester er hem op
aan tc zien: hij was toch op zee geweest cn
hoe kon ie <lan zoo'n rekel naar school jagen.
Maar nou zou ic wel zorgen, dat ie niet meer
sclialcs liep, al zou ie '111 naar school trappen.
Ilij kon zelf niet lezen, en zou ie dan z'n jon
gen het niet laten leeren! Maar ze moesfen
niet leggen te malen en hem er voor nemen.
Of ie niet op zee was, 't heele jaar. lot Sin
terklaas toe. Laten ze zoo'n vullisbrok van 'n
jongen 'r voor nemen. Ze konnen voor zijn
part '111 cr voor nemen, al was 't voor een jaar.
En in zijn schaamachtige kleinheid begon
hij met de agenten mee te pralen, 't Was zeker
goed, dat de kinderen moesten schoolgaan en
wat was het diep ongelukkig, als je niet eens
lezen kon. Maar doe er nou 'ris wal an, als je
op zee bent en zoo'n jongen gaat op strand
jarren, as t'ie naar school moet.
In dc Keizerstraat was het al druk. De han
den in dc zakken onder dc blauwe kielen sjok
ten de drogerskneebts wijd-stappend en on
verschillig heup-draaiend naar hun werk.
Hun klompen knarsten bij elke stap in een
•dwarswringing over dc straat, het achterlijf
schokte massief achteruit, en het heele
lichaam bewoog zich in hoekerige onverschil
ligheid, die ook in de ruwe, bijtcrigc trekken
lag. Kuipers en haringpakkers, de hooge wol
len kousen over de broek als middelecuwschc
hoozen, de olie-linnen morsmouwen als me
talen harnas-stukken blinkend over de arm®,
kwamen uit de 'n el nauwe zij-slopjes schlar
ten, dwars-uit soms als juist iemand het slopj#
in moe$t. In nijdigen, vechilerigen sjokganjf
gingen ook zij naar hun werk en een enkeliy'
die Mink herkende, had er nauwelijks erj
in, dal hij met dc dienders ging. „Allo, matjo*
praaiden zc hem eventjes met een opgeslokc^
hand cn kwattend vervolgden ze hun weg
zonder argwaan.
Yisschers, die op de erven werkten, iu
paarse trui en Engclsch leeren werkbroek, be*
wogen zich daar door been, deftig met bree^
den slap, de bccnen loom en schoor als zo©v
kond naar evenwicht. Massief scliovcn hu*|
welgedane lijven, op zee gemest met goedeif
kost bij weinig beweging, rentenierachtij
voort, goedmoedig waggelend, zwaar-loom W
de plankerige baaien onderkleeding. Op de
breede facies loerde even onder de kin om
het stijve schippcrsbaardje, en de gladde
ken sche petjes deukten de koppen nog vier*
kanter. Als welgedane baasjes zwaaiden zm
zelfbewust de dikke, stijve beenen uil, scharj
reiend door de tengerder, slankere landkerclS
heen, die de zijden pofpet achter in den ne*
rumoerig ruzieden tegen hun gemoedeujke»
kuier-gang.
vervolgd.)