BINNENLAND
Kameroverzicht
Eerste Kamer
Vergadering van Dinsdag 19 Maart,
avonds 8*4 uur.
Voorzitter: J. J. G. baron Van Voorst tot
Voorst.
Regeling van werkzaaYn-
Heden.
De Voorzitter deelt mede, dat de
CentTole Sectie besloten heeft Woensdag
en Donderdagmorgen in de af deelingen te
vergaderen.
Hij stelt voor. Vrijdagmorgen 11 uur in
openbare vergadering" bijeen te komen.
De heer B e r g s m a vraagt inlichtingen
omtrent het tijdstip van de verzending der
iVoorloopige Verslagen. Hij dringt op spoed
aan, omdat het van belang is, dat het ver
slag waarbij het recht van enquête der Eer
ste Kamer ter sprake is gekomen, zoo spoe-
cüg mogelijk publiek zal worden.
De Voorzitter deelt mede, dat nog
ideze week alle verslagen zullen worden ver
zonden.
Overeenkomstig het voorstel van den
Voorzitter wordt besloten.
Nederland en de Geasso
cieerden.
De heer Cremer wenscht van de gele
genheid, dat de tijdelijke voorzitter van den
ministerraad hier aanwezig is, gebruik te ma
ken om hem te wagen, of de regeering ook
in deze Kamer een verklaring nopens haar
beleid zal afleggen inzake de vordering, vnn
schepen door de gecssocieerde regecringen.
Ook de Eerste Kamer zal het op prijs stel
len, haar meening te doen kennen.
De Min. van Binnenl. Zaker., de
heer Cort van der Linden, verklaart, dat
niets de regeering aangenamer zal zijn dsn
ook de meening der Eerste Kamer te ver
nemen. De verdediging van het beleid be
rust °chter bij don min'ster van Buitenland-
sche Zeken. Dezr' zal zonder twijfel gaarne
de eerste gelegenheid aangrijpen om hier
aanwezig te zijn.
De heer Cremer en de Voorzitter
brengen dank aan den minister, waarna de
vergadering verdaagd wordt tot Vrijdag a.s.
II uur.
Tweede Kamer
Minister Treub zette Dinsdag zijn
pede voort ter uiteenzetting van het door
hem ontworpen stelsel van organisatie der
Levensmiddelenvoorziening.
De leiding moet berusten bij een generale
directie, onder verantwoordelijkheid van den
minister van landbouw. Bij uitvoering wordt
gebruik gemaakt van bestaande organen,
«net name Gedeputeerde Staten.
Verder dient het land verdeeld te worden
Jn 20 25 districten, in verband met de pro
ducten en den aard van den bodem; in ieder
district wordt een hoofdinspecteur benoemd
met 2 of 3 inspecteurs en 20 of 30 contro
leurs, te kiezen uit de vakvereenigingen en
arbeiders-coöperaties. Landbouworganisa
ties en dergelijke moeten in de regeling be
trokken worden als adviseurs. Evenwel dient
radicaal gebroken te worden met de verant
woordelijkheid van vereenigingen en com
missies.
Spr. wil de bijdragen van de gemeénten in
de kosten doen vervallen. Hij ontkent zeer
nadrukkelijk, dat het verschil tusschen hem
en min. Posthuma tot ondergrond zou heb
ben den naijver tusschen Amsterdam en
Rotterdam of voorliefde voor een der oor
logvoerende partijen. Beide ministers heb
ben getracht het evenwicht te bewaren tus-
fchen beiden in. Als dat niet gelukt is, is
«dat de schuld van een der belligerente par
itijen, die ons economisch in de armen van
Üe andere partij voert.
Minister Cort van der Linden
cleelt mede, dat geen dergenen met wie de
regeering overleg pleegde over de benoe
ming van een crisisminister, ook maar in
beginsel bereid was, die functie te aanvaar
den. De regeering heeft niet gezocht in het
[kabinet. De tegenstelling ten aanzien van
het buitenlandsch beleid tusschen de minis
ters van landbouw, en financiën, bestaat niet
iln het kabinet.
Spr. weet niet of de heer Kröiler Duitsche
sympathieën heeft. Doch al ^ou dit zoo zijn,
•dan is dit nog geen beletsel om gebruik'te
maken van zijn diensten. Krachtig protes
teert spr. tegen de voorstelling van den heer
Nierstrasz, alsof de Regeering zich door den
heer Kröiler zou laten drijven in de richting
van Duitschland. Nederland verpandt zijn
toekomst noch aan den een, noch aan den
'finder.
Na de rede van den heer Troelstra tegen
het beleid van het geheele kabinet, zal een
.votum tegen den minister van landbouw niet
galleen dezen minister treffen. Een compro
mis schijnt spreker echter niet onmogelijk.
,De Staat moet zorgen dat de inkomens toe
reikend zijn om in de noodzakelijke behocf-
Iten te voorzien. Daarbij moet de rantsoe-
neering^voor allen gelijk zijn. Een andere
organisatie is dringend noodig. De verant
woordelijkheid moet komen aan den minis
ter.
Wat de financieele zijde betreft: men is
oog niet zoover dat gekozen moet worden
tusschen ondervoeding of kapitaalvernieti
ging. Jn het belang van het volk moet ge-
socht worden naar voorloopige overeen
stemming.
Nederland en de geassocieerden.
Minister Loudon deelt mede, nog
geen antwoord van de geassocieerden te
hebben ontvangen. Hij wil echter de mede-
tteeling van gisteren nader toelichten.
De minister betoogt, dat de door onze re
geering voorgestelde schikking niet strijdig
Is met neutraliteit en volkenrecht. Zij ver
biedt niet aan neutrale schepen lading te
vervoeren voor oorlogvoerende landen. De
vaart van schepen door het spergebied heeft
met de neutraliteit niets te maken, wel is
versohil mogelijk als de vaart door het sper
gebied de eenige verbinding is voor een
oorlogvoerende mogendheid met de andere.
Spr. meent echter dat de neutraliteit dan niet
wordt geschonden als waarborgen worden
genomen tegen het verrichten van etappen-
dienst, zooals door onze voorwaarden aan
dc geassocieerden wordt gedaan. De minis
ter heeft nooit officleele mededeeling ervan
ontvangen, doch de bedoeling schijnt te zijn,
bij weigering onzerzijds onze buitengaat*
sche scheepsruimte te requireeren. Daarom
moest tot het uiterste worden gegaan.
De heer Lohman vraagt, hoe het met
elkaar te rijmen is, dat de buitenlandsche
bladen de voorstelling geven, dat de Geas
socieerden dwang oefenen, terwijl de minis
ter spreekt van voortgezette onderhandelin
gen. Hij wil verder weten waarom, nu we
graan genoeg hebben tot Juli, wellicht tor
Augustus, wij niet zijn ingegaan op de tege
moetkomende houding der Centralen in
zake de graanverschnffing, om de eischen
der Geassocieerden dan te kunnen afwijzen;
en of de Regeering zekerheid heeft, dat
'Duitschland de vaart door de vrije vaargeul
niet zal afsluiten. Hij verwijt de Regeering,
geen overleg te hebben gepleegd met de
Steten-Generaal.
De heer Pa tij n is pijnlijk getroffen door
de krenking van ons nationaal bewustzijn en
het grievende onrecht, ons door de partijen
aangedaan. De* eene vordert schepen, de an
dere boort die in den grond. Wil de Entente
ons in de armen der Centralen drijven, dan
heeft zij het beste middel thans gekozen.
Spr. wil echter nu geen critiek oefenen,
daar de leiding gehec-l en onvoorwaardelijk
aan de Regeering moet worden gelaten.
De heer KnobeIjverklaart, dat het ga-
beurde voor hem geen verrassing is.
De heer Troelstra verwijt eveneens
de regeering, dat zij geen overleg pleegde
met de Kamer. De indruk, dat wij bukken
voor geweld, is door de nadere toelichting
van den minister versterkt. De Regeering
heeft voor het eerst positieve medewerking
verleend aan eischen, die ons worden ge
steld, al wil spreker nog niet zeggen, dat de
Regeering de strikte neutraliteit heeft prijs
gegeven. Hij hoopt dat de regeering door na
dere verklaringen iederen twijfel daaraan zal
doen verdwijnen, doch gelooft echter, dat dit
moeilijk zal vallen.
Spr. vraagt wat de reden is van dezen plot-
selingen eisch betreffende het varen in de
gevaarlijke zone en vraagt nadere inlichtin
gen omtrent de onderhandelingen met
Duitschland over de graanverschaffing.
Heeft de regeering waarborgen, dat wij het
beloofde graan zullen krijgen? Spr. wijst op
de mogelijkheid, graan te verkrijgen uit de
Ukraine en meent, dat de Centralen ons
daarbij wel terwille zouden willen zijn. De
voorstelling, dat de geassocieerden het heil
van ons land zouden beoogen verdient al
leen spot en hoon.
De heer Van Raalte acht het eveneens
te betreuren, dat de Regeering de Kamer
niet raadpleegde.
De heer Visser van IJ zendoorn
merkt op, dat de gegevens voor een juist oor
deel over de houding der regeering hem
ontbreken en 's lands belang belet hem ver
dere vragen te stellen.
De heer Van der VoortvanZijp
hoopt, dat in het Amerikaansche volk nog
zooveel rechtvaardigheids-^bewustzijn leeft,
dat het zich niet zal laten overtuigen van
de rechtvaardigheid der eischen, aan ons
gesteld. Het besluit der Regeering is in strijd
met de eervolle traditiën van ons land. Spr.
stelt verschillende vragen, o.a., of de regee
ring soms tot de tegenwoordige meening is
gekomen onder den invloed eener reeders-
vergadering en welke waarborgen er be
staan voor de nakoming onzer voorwaarden.
De heer D e K a n t e r vraagt zich af, of de
inwilliging der eischen wel vereenigbaar is
met de eischen, aan een neutralen staat te
stellen. Hij wenscht nadere inlichtingen ter
geruststelling.
De heer Van Doorn wil zich onthou
den van elk oordeel. Hij vraagt echter, op
welke gronden de Regeering tot haar be
slissing is gekomen. Voldoet de Regeering
daaraan niet, dan kan hij haar niet langer
vertrouwen schenken.
De heer Nolens meent ook dat de Sta-
ten-Generaal had moeten geraadpleegd wor
den. Spr. kan het hoofdmotief voor de be
slissing der Regeering, het belang der
graanvoorziening, billijken. Dat de neutra
liteit niet in het nauw is gebracht vernam
spr. met genoegen.
De he er Marchant verwijt scherp het
niet raadplegen der Sta ten-Generaal. Nu de
zaak er echter toe ligt, mag de Kamer de
Regeering niet afvallen.
Avond-vergadering.
Bruinkoolontginrung.
Aan de orde is het wetsontwerp tot tijde
lijke ontginning van bruinkoolconce^sies.
De heer Ter Spill (V. L.) zal als advi
seur van een der belanghebbende grónd-
eigenaars niet aan de stemming deelnemen.
Hij ontwikkelt eenige bezwaren tegen een
mogelijke opvatting dat ontginning van
bruinkolen niet zou kunnen geschieden zon
der iachtneming van de voorschriften der
Mijnwet.
De heer Nolens (R.-K.) betoogt dat de
bezwaren van den heer Ter Spill ongegrond
zijn.
Minister Posthuma deelt het bezwaar
van den heer Ter Spill niet. Ontwerp heeft
bovendien geen interpretatieve beteekenis.
Het wetsontwerp wordt zonder hoofdelijke
stemming aangenomen.
Daarna wordt voortgegaan met de behan
deling van het wetsontwerp tot afsluiting en
droogmaking van de Zuiderzee.
Minister L e 1 y zet zijn Donderdag afge
broken rede voort. Hli betoogt dat opslib-
bing van Zuidrerzee een veel te langdurig
proces zou zijn.
Spr. betoogt voorts dat de hoogte der ont
worpen afsluitdijk voldoende moet worden
geacht.
Spr. heeft echter geen bezwaar tegen
de motie-de Muralt en Bongaerts inzake ver
hooging van de dijken van inpolderingen.
De Min. van Oorlog betoogt dat te
gen het plan bezwaren van militairen aard
bestaan. Het hart van Holland wordt voor
den vijand te aantrekkelijker; de Holland-
sche waterlinie zal niet meer aan de zee
aansluiten en de inundatie zal er onder lij
den. Daarom moeten militaire werken wor
den uitgevoerd in verband met de droogleg
ging.
Met de strekking van het amendement-
IJzerman om in ieder geval in 1921 met de
uitvoering te kunnen- beginnen, ook al zijn
de militaire werken dan niet vastgesteld, kan
spreker zich vereenigen.
Gerepliceerd wordt door de heeren A-l-
ba r d a, de Muralt en Bongaerts.
De Minister dupliceert.
De stemmingen over de motie zullen Don
derdag plaats hebben.
Te 11 uur 50 wordt de vergadering ge
sloten.
Berichten
Aan de Staatscourant van Maandagavond
ontleenen wij nog de volgende Kon. besluiten
als blijk van goedkeuring en tevredenheid
A. de zilveren eerepenning voor menschlie-
vend nulpbetoon en een loffelijk getuigschrift
toegekend aan
K Ketelaar, reserve-2e-luit. van het le regt.
infanterie, wegens het door hem met levensge
vaar wegwerpen van een brandende tijdhand-
g>anaat, die op de handgrairatenbaan te Hars
kamp op den grond was gevallen in de onmid
dellijke nabijheid van de personen die zich be
vonden achter de op die baan aanwezige dek-
king, op 15 Dec. 1917
R. P. Hoekstra, 4e-stuirrman in dienst bij de
Kon. Paketvaarl-Maatij., wegens de door hem
met levensgevaar verrichte redding van een
drenkeling uit zee, ter reede van Singapore, op
20 Oct. 1917
B. de bronzen eerepenning voor menschlie-
vond hulpbetoon en een loffelijk getuigschrift
toegekend aan
S. Bakker, 2e-stinirmon in dienst bij de Kon.
Paketvaart-Maatij., wegens de door hem met
levensgevaar verrichte redding van een drenke
ling uit zee, ter reede van Singapore op 20
Oct. 1917;
A. Hoeven, burger-corveeër in de kazerne te
Harderwijk, wegens de door hem met levensge
vaar verrichte redding van een drenkeling uit
het~water van de Bleekgracht, te Harderwijk, op
24 Juni 1917
J. J. Driessen, te 's-Gravenhage, wegens de
door hem met levensgevaar verrichte redding van
een drenkeling uit het water van de Veenkade,
te 's-Gravenhage, op II Aug. 1917
C. Steensma, agent van politie der gemeente
Amsterdam, wegens het door hem met levens
gevaar tot staan brengen van een hollend paard
met bespanning op de Weteringschans te Am-
terdam, op 3 Nov. 1917, onder zoodanige om
standigheden, dat daardoor levensgevaar voor
anderen is voorkomen
Atje Alida Boekelmon, dienstbode te Am
sterdam,'wegens de door haar met levensgevaar
verrichte redding van een drenkeling uit het
water van de Recht Boomssloot te Amsterdam,
op 26 Augustus 1917
C. P. F. van Veggel, kantoorbediende te
's-Hertogenbosch, wegens de door hem met
levensgevaar verrichte redding van een drenke
ling uit het water van de Binnen Dieze te 's-Her
togenbosch, op 27 Sept .1917
C. Bot, buitengewoon opziener der vissche-
rijen te Helder, wegens de door hem met levens
gevaar verrichte redding van eene drenkelinge
uit het water van de binnenhaven te Helder, op
14 Oct. 1917
De Staatscourant van 19 Maart bevat o. a.
de volgende besluiten:
benoemd tot directeur van het post- en tele
graafkantoor tc P.oelof Arendsveen A. J. van
Pesch, thans te Kerkdriel;
benoemd tot tijdelijk adjunct-accountant bij
de directe-belastingen te Amsterdam, 2e bureau
J. P, Croin, leeraar middelbaar boekhouden
aldaar;
op verzoek eervol ontslagen met dank mr. C.
Hijmans, als kantonrechter-plaatsvcrvanger in
het kanton Amsterdam.
met ingang van 1 April 1918, zijn bij het De
partement van Landbouw, Nijverheid en Handel:
benoemd tot adjunct-commies, mr. G. Jansen
en J. J. R. Schmal, beiden thans tijdelijk bij
voormeld Departement werkzaam
j bevorderd tot
I administrateur H. W. Nicolal, thans referen-
1 daris
hoofdcommies J. A. Th. A. van I!rp, thans
commies
commies E. G. Winckel en J. Bakker, beiden
thans adjunct-commies
adjunct-commiesE. C. A. Benthem en J. van
Vliet, belden thans klerk
nader me: één jaar verlengd, het verlengd
herstel in werkelijken dienst van den gepension-
neerden kapitein van het leger in Ned.-Indië C.
G. Meerburg, gerekend van 10 April 1918
bevorderd tot commies, met ingang van 1
April 1918 de adjunct-commies bij het Departe
ment van Koloniën J. W. Visée.
De huurdersbond op audiën
tie. De Koningin heeft gistermiddag
ten paleize te Den Haag een commissie uit
den Haagschen Huurdersbond ontvangen.
Deze commissie overhandigde H. M. een
adres met uitgebreide toelichting, waarin de
Bord Fr. Ms. tusschenkomst inroept.
In het adres'wordt de noodzakelijkheid van
directen aanbouw van woningen en van
steunverlening, door middel van het Kon.
Nationaal Steuncomité, betoogd. De voorzit
ter der commissie gaf H. M., die met zeer
groote belangstelling toeluisterde, een kort
exposé van den toestand.
1 De Koningin zegde nauwgezette overwe
ging toe en verklaarde den arbeid van den
bond met belangstelling te zullen volgen.
Het onderhoud duurde ruim 20 minuten.
-ar Audiënties. De gewone audiën
tie van den Minister van Koloniën-zal op
Vrijdag 22 Maart a.s. niet plaats hebben.
Hr. Ms. Zeeland. Blijkens bij het
Departeent van Marine ontvangen bericht
Is Hr. Ms. Zeeland, onder bevel van den ka
pitein ter zee P. L. Rambonnet 16 dezer van
New-York vertrokken ter voortzetting van de
iels naar Nederland.
De bij het wapen der infanterie benoem
de kolonel C. van 't Sant is bestemd tot
commandant van hét interneerings-depot te
Noordwijk.
De nieuwbenoemde majoor der cavale
rie G. J. TJssel de Schepper is ingedeeld bij
de cavaleriebrigade.
De to' kolonel bevorderde luitenant
kolonel C. F. Geij van Pittius, van het le
regiment vesting artillerie, is belast met de
functie van hoofd van het munitiebureau te
'b Gravenhege.
De nieuw benoemde luitenant-kolonel
der artillerie D. J. Meijer blijft voorloopig
ingedeeld als commandant van de lichte ge-
schutsreserve.
De tot majoor bevorderde kapitein der
ertHlerie G. Vogelaar is toegevoegd aan den
inspecteur der bereden artllelrie tc 's Gra-
venhage.
Majoor jhr. A. G. Sidcinghe, adjudant
van de Koningin, gedetacheerd bij het wa
pen der artillerie, wordt binnenkort bevor
derd tot luitenant-kolonel.
(N. R. Ct.)
De heer M. C. P. Barbe wiens
overlijden wij reeds meldden, was In de
hoofdstad een in vele kringen zeer geziene
en bekende persoonlijkheid. Hij behoorde
tot de oprichters der \Vester-Suikerr8ffina-
derij, aan welker hoofd hij 35 jaar gestaan
heeft en welke hij tot grooten bloei heeft
gebracht.
Voorts is de heer Berbe lid geweest van
de Permanente Commissie voor de Suiker-
conventie te Brussel, commissaris van
eenige financieele ondernemingen.
In 1903 behoorde hij tot de oprichters
der Nationale Vereeniging tot steun aan
miliciens.
De Regeering erkende zijne verdiensten
door hem te benoemen tot ridder van den
Nederlandschen Leeuw.
Nederland en de oorlog
Nederland en de geassocieerde
regeeringen.
Reuter seint ons uit Londen d.d. 19 de
zer:
Wij vernemen dat tot vanmiddag door de
Britsche regeering geen antwoord werd ont
vangen van de Nederlandsche regeering op
de nota der geallieerden van verleden week,
met betrekking tot de Nederlandsche
scheepsruimte.
Er is geen bevestiging gegeven door den
Britschen gezant in Den Haag, noch door
den Nederlandschen gezant te Londen* dat
de Nederlandsche regeering heeft toege
stemd in de gestelde voorwaarden".
Diensvolgens is een nieuwe mededeeling
naai* Den Haag verzonden, dat de geallieer
den, bij gebreke van een ondubbelzinnige
aanvaarding van de nota, dadelijk moeten
overgaan tot de requisitie der schepen.
Daar telegrammen uit Nederland schij
nen aan te geven dat de Nederlandsche re
geering de nota der geallieerden heeft aan
genomen, moet er nog eens op worden ge
wezen dat een poging om de aarzelende
aanvaarding door Nederland van den mo
dus vivendi van den laatsten Januari aan te
duiden, in dit geval niet voldoende zal zijn,
daar de toestand sindsdien geheel is ver
anderd
Dat de Britsche regeering gisteren nog
geen antwoord zou hebben gehad op den
geassocieerden-eisch, mag werkelijk onver
klaarbaar, zoo niet onaannemelijk, geacht
worden.
Immers De Telegraaf van heden
morgen wist al mede te deelen dat de jong
ste verklaring van minister Loudon in ge
associeerde kringen geen onbevr^'genden
indruk heeft gemaakt! Er bestaat echter
zoo gaat hei blad voort nog geen reder»
tot optimisme over het tot stand komen van
een definiliei eccoord.
„Van beide zijden blijft de wil voorzitten,
om op de basis der Londensche besprekin
gen tot overeenstemming te gereken. De
voorwaarden, die onze regeering echter aan
de vaart cloor de gevaarlijke zone heeft
verbonden, zuiler. nog een onderwerp var.
ernstige geöachtenvrisseïmg moeten uit
maken."
Reuter seint uit Washington:
De opvordering van de Nederlandsche
schepen in Amerikaansche havens wacht
nog op bericht uit Londen.
De autoriteiten deelen mee, dat met de
opvordering niet zal worden begonnen voor
dat het antwoord van Nederland is ontvan
gen.
Reuter seint nader uit Washington:
De voorbereidende maatregelen om met
de opvordering van de Nederlandsche sche
pen te beginnen, zijn voltooid. Wilson heeft
gisteren een proclamatie geteekend, waarin
van de opvordering en dé redenen daar
voor wordt kennis gegeven. De proclama
tie ligt gereed om uitgevaardigd te wor
den.
Ileutcr seint ons uil Londen:
Aan de Times wordt uit New-York gemeld
d.d. 18 dezer: De overheid heeft de inbeslag
neming van 700 000 ton Nederlandsche
scheepsruimte in Amerikaansche haven* uit
gesteld tol den 19en. Dit besluit tol uitstel li
een daad van heuschhcid jegens de Néder*
jlandsche regeering die ten doel heeft hoar
I tijdsruimte te verschaffen voor de ondvrtrc-
kening vOa den overeenkomst betreffende hot
I gebruik der Nederlandsche schepen door do
j geallieerden.
j Reuter seint ons uil Londen:
De Daily News schrijft: Dc regecrinjrcver-»
klaring van den Nederlandschen minLstar van
buitenlandsche zaken Is niet onredelijk. Het is
eerlijk om tegenover Nederland te herismereJi
aan dc buitengewone moeilijke positie waar
in het zich tcrcrover ons bevindt; hc«i boj
I vindt zich tusschen liamcr en aambeeld dotf
1 oorlogvoerenden. Zijn gedragslijn is in sorn-
'migc opzichten ingegeven door het feit dat
jdc DuiUclie regcèring zich in de onmogeiifk-
heid verklaarde Nederland binnen twee maan*
I don van 100.091) ton graan te voorzien. Onder
deze omstandigheden stemt de Nederlandsche
j regeering er in toe om op bepaalde voorwaar
den tot eene overeenkomst met de geallieer
den over te gaau. Deze voorwaarden zullen'
het voorwerp zijn van 2ecr voor dc hand.lig-'
genden. aanmerkingen doch ze mogen eefi
vriendschappelijke regeling niet bemoeilijken.
"Wolff seint ons uit Berlijn:
De Deutsche Tageszeitung zegt dat bij allo
erkenning van den voor Nederland inderdaad
I moeilijk geworden toestand, van de Duitsche
regeering niettemin mag verwacht worden
j dat ze met onvoorwaardelijke beslistheid met*
het oog op de Duitsche levensbelangen de
j voor dc hand liggende conclusies zal trekken
uit Ncderland's houding, die feitelijk de nau-
j tralitcit schendt
De "WirtschaftHchc Presystolic in Deo
Haag schrijft:
Alle zeelieden nnn boord van de in Noord-
Amcrikaansche havens liggende Nederland*
schc en andere neutrale schepen worden door
de Amerikaansche regeering voor de keuzo
gesteld, dienst le nemen op schepen in do
Amerikaansche koopvaart of in Amerikaan
sche fabrieken te gcan werken. Wie dit wei
gert wordt na zekeren tijd. ongeveer nn drie
maanden, het verblijf in dc Vcrcenigdc Staten
ontzegd, of ingedeeld in een soort van vrccm-
dclingcn-Ukgiocn.
Zij, die rich hcreld rarklarott, voor* de Aroe«»
rikaanseh* vheeprftart aan te rr.oo#tercn»
mocte 2ich schnfteijfk verplachten:
lo op ncutr»ie of Aroerikaanwohe «gUmsT*!
te blijven tol na het divde van dc-r. cörlotf;
2o. zich te onderwerpen aan óe Amcrlk-Mi--
sche scheepvaartwclteu:
3o. tegen een gage van 85 dollar voor ma
trozen (de andere gages konden wij niet te
weten komen) cn 50 (.Amerikaansche) cents
voor overwerk aan boord dienst te nemen;
4o. slechts in een Nqord-Amerikaansche ha
ven af te memsteren en, mocht dit geschieden
voor het sluiten van den vrede, afstand té
doen van de helft van de gage;
5o. bij vaarten naar de oorlogszöne wordt
een toeslag van 10 dollar per maand toege
kend.
Bovendien zijn in de contracten nog para
grafen over landverraad enz. opgenomen.
Het contract is onafscheidelijk aan het zee-
mnnsboekje of den nas verbonden; op het con
tract zijn fotografieën, die iedere drie maan
den vernieuwd moeten worden, en vingeraf
drukken aangebracht.
De N. Rott. Ct. meldt;
De order dat de in onze havens liggende
Engelsche schepen stoom op moeten houden
teneinde op het eerste ^ein te vertrekken, is
weer van kracht geworden.
Sedert gistermiddag is het uitvaarverbod:
voor binnenschepen naar Duitschland en Bel
gië van kracht geworden.
De Duitsche regeering geeft aan de in
Duitschland en België liggende Nederland
sche binnenschepen géén vergunning naar
Nederland tc vertrekken.
j Aan een brief van den correspondent to
I Zurich over de terugroeping der Nederland-
'sche Rijnsrhepen in Duitschland, in ver-
Sand met het onderzoek naar de vraag, of
deze schepen in strijd met de Schepenvor-
I deringswet zijn verkochj, ontleent de N. Ct.
dat in sommige Zvriisersche kringen een
I Duitsche represaille tegen'ons gevreesd
wordt. Men zou, als onze regeering de
I scheepsruimteeischen der geallieerden in-
"illigde voor het vervoeren van producten
uit de Ukraine Nederlandsche schepen aan
den Rijn in beslag nemen.
Naar de N. R. Ct. verneemt, heeft de Duit-
sche regeering, om de voorziening van Ne-
dcrland met levensmiddelen en grondstof
fen in de hand te werken, zich er mee ver-
eenigd, dat de Nederlandsche in Nederland
i liggende scheepsruimte onder de volgende
voorwaarden in de vaart komt:
De Duitsche regeering geeft den uitvaren*»
j den schepen vrijgeleide. Om hiermee dade-
lijk een practisch begin te maken, zullen
binnen kort 15.CVX) ton scheepsruimte, ia
I Nederland liegende, uitvaren. Daartegen-
i over moet Ncd-rlencsche scheepsiuimt^
die nu in niet-Pnroncesche havens Hgt, in
1 do vaart gebracht worden.
1 Duitschland stemi er in toe, det d<*ze uH»
j wisseling op den grondslag van vederzijd»
I sche final clearance plaats heeft, d.w.z. van
j Duitsche zijde wordt er r.iet op gestaan, d*t
1 ce Nederlandsche schepen uit de haveni
van dc entente eerst in Nederland moeten
1 zijn aangekomen, voordat een Nederlsndsfch
schip vrijgeleide krijgt, uit een Nederland»»
sche haven in de vaart te komen.
De Duitsche regeering waarborgt, dat d®
final clearance dc vrije vaart van deze sche*
pen tot de haven van de 'feind-hestemming
verzekert.
Dezelfde waarborgen voor de final clea-*
rance moeten ook de geassocieerde regéé*
ringen geven.
De, als goed Ingelicht en officieus t®
boek staande, Bcrlijnsche berichtgever de*
Köln. Ztg. laat aan dat blad melden:
De dUiTvifievé «Uic.eele verklaring ovc?