DE BALLERINA, „de eemlander" buitenland binnenland" Van week tot week. FEUILLETON. MATURE SFRAO 16a Jaargang, No. 207 ABONMEMEHTSPRIJS 7.f Z S pel pott f 1XXX per «eek (mei gratis verzekering tegen ongelukken) 0.14. ihonderiijke nummer» CL05 Wekelytaeb bijvoegsel .D. Hollandseht J fid» mil (onder redscHe van Thérbe Hoven) per 3 maanden 50 cent Wekelyloefc bUvoegatl tlTerefdrevuev pet 5 traanden 60 cent AMERSFDORTSCH D HOOFDREDACTEUR: M«. D. J. VAN SCHAARDENBURO UITGEVERS: VALKHOFF C. BUREAU: ARNHEMSCHE POORTVVAL, hock utrcchtschcst*. INTERCOMM. TELEFOONNUMMER 513 Maandag 25 Maart 1913 dienstaanbiedingen 1—5 tegels 0.50. 8roBte letieri naar plaatsruimte. V'ooi handel cn bedrijf bestaan rccr vootdecligc bepalingen tot liet herhaald adver» tecren In dit Blad, bij abonnement Eene circulairs, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegciondeu. Wij kunnen ons thans eenigszins inden ken in de gevoelens en gewaarwordingen der Belgen» toen zij den len Aug. 1914 het bericht vernamen van het Duitsche ultima tum en later van den Duitschen inval. Hun grondgebied werd veroverd en plat getreden, onze schepen worden geroofd en ten ondergang gedoemd. Zij konden trachten den overweldiger met wapenen te këeren, wij echter staan machteloos, weten onze schepen reeds in de havens van hen, die profiteeren van onze zwakheid en onzen honger. De materieele gevolgen zijn voor België oneindig treuriger geweest dan zij voor ons vooralsnog schijnen te zullen worden, maar het bewustzijn van schreeuwend onrecht te ondergaan, het gevoel van slachtoffer te zijn van het grofste misbruik van macht en van vertrouwen, was hetzelfde voor hen en voor ons en geen geld kan dat goed maken. Het krenkendst is wel de wijze, waarop deze schepenroof heeft plaats gehad. In hare overgroote bezorgdheid voor de voeding der bevolking, had de regeering de uiterste tegemoetkomendheid bêtracKt en was zelfs verder gegaan dan menigeen met onze nati onale eer toelaatbaar achtte. Het mocht niet boten, zij wilden met ons niet 'n overeen komst aangaan doch ons 'n overeen komst opleggen. Bij de „onderhandelingen" tusschen hen en ons mochten wij zelf niet meepraten. Onze regeering heeft in arrenmoede de overeenkomst aangenomen, maar zich ver stout er eenige bedingen aan te verbinden en waarborgen te vragen. Tóen is het onge hoorde gebeurd. Ons antwoord is gene geerd. Eerst heette het, dat het niet ontvan gen was, daarna werd verkondigd, dat wij het ultimatum verworpen hadden. En na deze leugens is de roof gepleegd. En met allerlei drogredenen wordt nog gepoogd de daad schoon te praten en goed te maken door allerlei beloften, welke nu als welda den van onze edelmoedige beschermers in de plaats treden van wat wij anders zouden gevorderd hebben als tegenpraestaties vol gens overeenkomst. Te pijnlijker moet het gebeurde ons tref- nu het ons aangedaan wordt door hen, die geen week lieten voorbijgaan zonder te ver kondigen dat zij het waren die streden voor 'n internationale orde, waarin „recht boven macht" zou gelden. Het eenige steekhoudende argument voor de schepenroöf zou kunnen liggen in een beroep op het zoog. an^arierecht, maar met hem die zich daarop beroept, moet het wel hopeloos staanimmers dit angarierecht staat slechts toe in den alleruitersten nood zich te vergrijpen aan de goederen van neu tralen. Door zich achter dit recht te ver schuilen zouden de geassocieerden erken nen in het laatste stadium van hun (militai ren of economischen) weerstand te zijn, doch ook dat is nog niet het geval. Intusschen, is het geen tragische humor, dat de groote mogendheden die ten oorlog trokken ter bescherming van de kleine na ties, thans zelf juist door die kleine naties beschermd en gered moeten worden? Dat de Geallieerden in enkele dagen tijds de diepgewortelde sympathie, welke de grootste helft van ons volk voor de Entente koesterde, verspeeld hebben, zal hun wel licht koud laten. Wat bekommeren zij zich om zoo'n klein landje Duitschland torpedeert 'n aantal onzer schepen, Engeland en Amerika rooven on ze geheele vloot. Misschicji krijgen wij de schepen terug, en 'f laatste is dus iets voor- deeliger voor onsmaar ook voor hen 1 En geland heeft vroeger ook onze koloniën voor ons „bewaard" I In elk geval 'n onrecht wordt nooit gerechtvaardigd door een nog grooter onrecht van 'n ander. Wij weten dat wij va® beide partijen wei nig goeds te verwachten hebben. In ons isolement zal onze kracht liggen. En onze kracht is in deze clogen grooter geworden, dan zij ooit was. Zelden hebben regeering en volk zich zóó eensgezind gevoeld gelijk thans, als bij 'n tooverslag. Er zijn er nog slechts enkelen in Neder land o, gelukkig zéér enkelen die de prachtige ontroering en de fiere veront waardiging, zich uitend in woord en ge schrift, in de volksvertegenwoordiging en in de pers „keffen" durven noemen en die in elke bittere uiting jegens de geweldena ren „Duitschgezindheid" speuren. Wie zoo spreekt of schrijft, kent slechts twee stand punten het Duitsche en het Entente-stand punt. 'n Nederlandsch standpunt schijnt er voor hen niet te bestaan. Het groote offensief in het Westen is eindelijk begonnen, de vreeselijkste men- schenslachting welke de geschiedenis kent, is losgebrand en dagelijks spelen zich af de helsche oorlogsverschrikkingen welke al les overtreffen wat de menschelijke verbeel ding zou kunnen fantaseèTen. Aanvankelijk schijnen de Duitschers eeni ge voordeelen behaald te hebben. Maar ten kóste van welke offers? Hoe lang zult gij het bloedbad nog aan zien, hoe lang zult gij de bloeddorst va'n uw fanatieke politici, die uw land en volk ten verderve voeren, nog dulden, volken van Europa De internationale toestand heeft de be langstelling voor de distributie-debatten in onze Kamer gedoofd en... min. Posthuma gered. Zijn meest hardnekkige bestrijders zijn thans afgedeinsd. De minister van financiën, Treub, heeft thans gesproken. Tot een directe botsing met min. Posthuma is het niet gekomen. Hij is begonnen'met aan te raden de gevraagde millioenen voor de distributie toe te staan maar hij heeft daaraan onmiddellijk toege voegd de uiteenzetting van 'n ander stelsel dat hij verdedigde boven het vigeerende distributie-systeem. Hij wilde meer individu- aliseering en goochelde met allerlei wel standssupposities, waarvoor geen sterveling* iets schijnt te gevoelen en waarvan de prac- tischg uitvoerbaarheid door iedereen sterk betwijfeld wordt. Min. Treub scheen er trouwens ook zelf van overtuigd te zijn, dat zifn denkbeelden in de Kamers weinig steun, laat staan 'n meerderheid zouden vinden. Ondanks de critiek op het beleid van min. Posthuma be grijpt iedereen dat van het bestaande stel sel niet afgeweken kan worden en dat men proefnemingen met andere systemen thans niet wagen mag. Het eind van het lange lied is nu, dat niet alleen min. Posthuma, maar ook min. Treub blijft. Deze had weliswaar op 'n uitspraak der Kamer aangedrongen en doen verwachten dat hij ten tweeden male uit het ministerie zou treden om al z'n krachten te wijden aan z'n jongste politieke kind, den Economi schen Bond (min. Treub is wispelturig in z'n politieke liefdes), maar ziet, op het laatste oogenblik heeft vadertje Cort den algemee- nen vrede in ons politieke wereldje tot stand gebracht en de eensgezindheid in zijn kabi net hersteld. Het distributiestelsel blijft be houden, maar de critiek is niet tevergeefs geweest; de regeering belooft opvoering der productie, bestrijding van den ketting- handel, zoo volledig mogelijke rantsoenee ring en omzetting van de veelbesproken commissies van bijstand in ambtelijke licha men. 'n Somber tafereel had min. Treub opge hangen van den finant. toestand des lands en den «onmiskenbaren achteruitgang van onze volkswelvaart ten gevolge van cle op zich zelf onproductieve uitgaven voor de distributie, tegen welke oorlogswinsten niet meer opwegen. De gevolgen van dien ach teruitgang zullen niet uitblijven en zich wel dra doen gevoelen in verminderde op brengst van 's rijks middelen. Tot 1 Jan. bedroegen de crisisuitgaven ongeveer 1000.000.000 gulden; danr ko men voor dit jaar nog bij ongeveer 600 millioen. Min. Treub teekende het finant. beeld vol strekt niet in tc sombere kleurendat ver mindering van volkswelvaart met olie ge volgen van dien te wachten staat, wie die den toestand nuchter beschouwt en be denkt dat er na het heden toch ook nog een toekomst is, zal dat ontkennen en onder schatten Maar, het is oorlogdat hebben wij al lang ondervonden en het wordt ons steeds duidelijker gemaakt. Is het wonder dat ook Nederland "iets van z'n volks welvaart zal moeten inboeten? En zou dat soms mogen verhinderd worden door ver zwakking van de volkskracht? Het voorstel tot herkeuring der afgekeur' den is aangenomen. Echter met eenige be perkingen. Zoo zal de herkeuring slechts tot de 25-jarigen gaan, terwijl mede uitgeslo ten zullen" worden zij die in dienst of ten ge volge van den dienst afgekeurd waren. Evenals in 1917 en 1916 zullen wij ook nu weer zomertijd krijgen, ditmaal van 1 April tot 1 October. De ervaringen zijn zoo gunstig dat de Tweede Kamer besloten heeft den zomertijd niet meer telkens voor een jaar doch voor alle jaren aan te nemen. Tegen midzomertijd, in Juni en Juli, be stonden echter te groote bezwaren, vooral ten plattelonde. Niet alleen als oorlogskabinet zal de roem van ons tegenwoordig ministerie blijven le ven. Duurzamer lauweren heeft het geplukt met z'n voorstel tot afsluiting en droogleg ging der 'Zuiderzee. De eer daarvan komt toe aan min. Lely en voor hem. zal de 2ïe Maart 1918, toen de Tweede Kamer una niem het gewichtige besluit nam, wel de glorierijkste in z'n leven zijnmaar even glorierijk zal (leze cl»«vvt\ blijven in onze nationale geschiedenis. Politiek Overzicht De wereldsirijd in het westen. De lang verwachte groote strijd aan het westelijke front is eindelijk begonnen. De eerste tijding er van bracht het in den voor middag van den 21en Maart door het Duitsche hoofdkwartier uitgegeven bulle tin, dat sprak van den artillerieslag, die met vollen nadruk ontbrand was. Den 22en brachten zoowel het Duitsche als het Engelsche bulletin het bericht van de eerste infanteriestormen op een breed front. De breedte van het front was in cijfers 80 K.M.; de plaats van den strijd was het frontgedeelte tusschen Atrecht en de Oise. Het resultaat van den strijd in de drie eer ste dagen vindt men samengevat in het Duit sche avondbericht van den 2^en, dat luidt „Wij hebben den slag bij Monchy— Kamerijk -Saint-QuentinLa Fère gewonnen. Een aanzienlijk deel van het Engelsche leger is: geslagen. Wij strijden ongeveer in de linie noordoostelijk van Bapaume Péronne Ham." Daarmee klopt wat in het Engelsche avondbericht van den 23en vermeldt staat, waar men leest„De strijd duurt voort met de grootste verwoedheid op het geheele front ten zuiden von de Scarpe. Ten zuiden en ten westen ven Saint-Quentin hebben onze troe pen hunne nieuwe stellingen ingenomen." Van beide zijden wordt dus overeenstem mend bericht, dat de uitkomst van den drie- daagschen strijd voor de Duitschers gunstig is geweest. Zij hebben in het stormgebièd tusschen Atrecht en La Fcrc den tegenstan der teruggedrongen, 25 u 30 KM. diep, tot de lijn, die wordt aangegeven door Bapau me, Péronne en Hom. Dat is het terrein, waarin een jaar geleden de vermaarde terug tocht van Hindenburg in de Siegfriedstel- lingen heeft plaats gehad. Dot terrein, dat toen werd prijsgegeven om het voor achter waarts gelegen nieuwe, met zorg voor de ver dediging ingerichte stellingen te verruilen, is nu weer in hel bezit van dc Duitschers. Maar het is geen nieuwe verdedigingsstclling, die zij hiermee hebben gewonnen; het is een mijlpaal in de begonnen aanvalsbeweging, een doorgangsstation tót verzameling van de krachten om het offensief verder voort te zet ten. Het Duitsche bericht vermeldt uitdruk- Jceüjk „liet eerste gedeelte van den grootcn slag in Frankrijk is geëindigd." Dat is dus nog maar het begin. De bedoeling is, dat er meer op zal volgen. En er zal meer op wal gen. De vierde dag heeft de verovering van Péxonnc gebracht. Daarmee'is een gewichtig punt von cle nieuwe Engelsche linie in han den van de Duitschers gekomen. Om Bapau me is een geweldige strijd aan den gang. Tusschen Péronne en Ham is de Somme op verschillende plaatsen overgetrokken. Tus schen de Oise rukten de Duitschers strijdende vooruit. Wat zullen de verdere dagen brengen? Ieder nieuw succes van de Duitschers doet de verwachtingen, die aan dit lang verbeide offensief worden vastge knoopt, hoogcr stijgen. Van Engelsche zijde wordt beweerd, dat de Duitschers hunne successen, die niet kun nen wordén betwist, behalen ten koste van, groote offers. De Duitschers ontkennen dit; zij zeggen, dat hunne verliezen integendeel bijzonder klein zijn. Bij een snel doorgevoerd offensief, zoools dit, zijn in den regel de ver liezen van den aanvaller minderdon die van den aangevallene. Die ondervinding maakt de Duitsche voorstelling aannemelij ker dan cle .Engelsche, die bovendien op geene zeer betrouwbare gegevens steunt; de correspondent van Reuter aan het Britschc front geeft de Duitsche verliezen op als 30 50 pet. van alle betrokken divisiën, maar hij verklaart er bij, dat hij voor de juistheid niet kan instaan, want de cijfers zijn waarschijn lijk gebaseerd op opgaven van gevangenen. In de cijfers van den door de overwinnende Duitschers behaalden buit is een aanhou dende climax; het aantal krijgsgevangenen was eerst 16,000, toen 25,000, nu reeds 30,000 man; dat van de veroverde kanon nen steeg nchterenvolgens van 200 tot 300 en 600. Ook deze cijfers leveren een maatstaf ter beoordeeling von -de beteekenis van den strijd, die nu aan den gang is. Die beteekzr.is valt hier dubbel in 't gewicht. De correspon dent \on Reuter aan het front seint, dat bij de Engelsche soldaten „terecht of fen on rechte het gevoel bestaat, dat zij nu slaan in den laatsten grooten slag van dezen oor-, log." Dat wil met andere woorden zeggen, dal van de beslissing, die in dezen strijd zal vallen, geen appèl meer zal zijn; zij zal den doorslag geven naar het oordeel van hen, die -aan Engtteche zijde den strijd hebben.te «meren. Do oorlog. Aon het einde van den derden dag van het groote Duitsche offensief in het westen was de linie AtrechtSaint-Quentin—Ls Fêre in handen van de Duitschers. De uit. komst van den strijd van gisteren, den vier den dag, is, dat de 25 h 30 K.M. verdei westelijk gelegen linie Bapaume—Péronne— Ham, waarop dc Engelschen waren terugge* gaan, zoo zwaar gehavend is, dat zij ook niel te houden zal zijn. Péronne is gevallentus schen Péronne en Ham werd de Somme op verschillende plaatsen door de Duitscher9 overgetrokkenom het bezit van Bapaume woedt een geweldige strijd. De strijd blijft tot dusver beperkt tol het Engelsche gedeelte van het front; verder is er niets te berichten buiten geschutstrijd bij Verdun en in de Vogeezen Een nader bericht meldtBapaume is gé vallen het aantal krijgsgevangenen steeg tot 45.000, het aantal buitgemaakte kanon nen tot rfteer dan 600 en duizenden machi negewei ciT. Parijs is Zoterdag weer uit de lucht gebom bardeerd door de Duitschers, waardoor scha de aan gebpuwen en ook persoonlijke ver liezen zijn toegebracht Behalve door bommen uit de lucht wordt Parijs nu ook nog geteisterd door vèr dra gend geschut, dot de Duitschers hebben op gesteld op een. afstand van iSo K.M», onge veer 12 K.M. achter het Fransche front. Litauen is dooi- het Duitsche lijk als zelf- stondige staat erkend. Bukarest, 23 Maart. B.) Talrijke officieren en mansohnppen van de Rumcen- sche divisiëmdie ingevolge de bepalingen van den voorloopigen vrede dadelijk moes ten demobiliseeren, zijn in Bukarest aange komen. De bevredigende toestanden, dia zij aantroffen in het bezette gebied, maak ten op hen een diepen indruk. L o n d e n, 2 3 Maart. (R.) Bij de verkie zing in Waterford tot vervulling van den door T\et overlijden van den nationalis'tischen lei der John Redmond vacant geworden zetel in het lagerhuis is zijn zoon kapitein Red mond gekozen met 1213 stemmen, zijnde eene meerderheid van 479 stemmen op den Sinn Feiner dr. White. Kapitein Redmond had zijn zetel voor Oost-Tyronne prijs ge geven om te candicleeren voor de plaats van zijn vader. L u x e m b u r g, 2 1 M a a r t. (W. B.) Het mjriisteiié-KaUfmann heeft wegens verschil van meening met de meerderheid der Kamer en den staatsraad ontslag gevraagd. De regeering wil hét algemeen kiesrecht invoeren. De liberalen en socialisten eischén bovendien herziening van cle grondwetsbe palingen betreffende de soevereiniteit. De staatsraad verzet zich tegen beidt maatregelen. Kameroverzicht Tweede Kamer Dc heer O t f o dient in de zitting van Za terdag een motie van afkeuring van het be leid van Minister Posthuma in, Deze motie wordt thans voldoende ondersteund. Minister Cort van der Linden deelt met volledige instemming van de re geering, ook van den Minister van Landbouw en Minister Treub mede, dat de regeering onder den indruk van de gebeurtenissen: der laatste dagen, overtuigd is dat cle pro ductie der levensmiddelen zoo hoog moge lijk dient te worden opgevoerd. Daarom Men lacht vooral dan om een mode-dwaas heid, wanneer zij reeds vervangen is door een andere. Uit het Ilaliaansch door Anna F*o lak. 7 S En In haar beperkt versland, deed dc dwe pende vereering voor Amina Boschetti Car- mcla Minino de grenzen overschrijden der kleine ziel van burgermeisje, en voerde haar op tot de hoogte der droomen. Die tempel, dat zilver, die bloemen, die wierook, die gebeden, die dienst van liefde en grootsche weelde die voortduurde lot over het einde der lijden, tol over den dood, verkondigde niet dat alles de macht die de tooverschoonc vrouw nog altijd oefende,- en oefenen zou tot in eeuwigheid? "Was niet Amina Boschetti onvergetelijk, on- vergeten, als een dichterlijke bóvenaardsche verschijning? Niemand had haar plaats inge nomen in de bewondering van het publick, cn oen gansche menschenmenigte betreurde haar, ieder maal dat een nieuwe danseres verscheen op het tooneel van San Carlo; niemand had baar plaats ingenomen in het hart van den man die haar had liefgehad. Niemand, nielsé noeli dc tijd noch de omstandigheden hadden haar plaats kunnen innemen in het vergelen leven van de balletdanseres Carinela Minino. Daar binnen, alleen, voor die graftombe, boog zij dc knie voor dien geliefden naam op den steen, cn bij den gloeienden stroom dien zij door de aderen voelde bruisen, beloofde Car mela Minino. zwoer zij aan hbar gestorven peeltante, altijd te zullen doen wol deze van haar petekind gcwenscht had; beloofde zij zwoer zij le zullen volharden in dat moeilijke, vermoeiende vak, vol van gevaren cn vol van droefheid, waarmede zij ternauwernood haar brood verdiende, dal haar soms maanden zon der werk liet. dat haar blootstelde aan dc be driegerijen, de bitterheid, den spot van heel die verschrikkelijke tooncelwereld; dat haar de keus liet tusschen schande cn gebrek, cn dat haar ten slotte brengen zou, wie weel, tot den bedelstaf, lot het hospitaal... wat deed dat alles er toe? Zij had liet zoo gewild; en nogmaals boog Camela zich neder, bedwelmd van deemoed, bedwelmd van toewijding en trouw, over het grof'heen, tol aan den dood en over den dood. In haar koortsachtige lief de en offerzucht, vergat Carmela geheel om le bidden Met die godsdienstige vertrouwe lijkheid der eenvoudige. Napolilaahschc har ten, met de naïeve goddeloosheid van harts tochtelijke zielen, was zij overtuigd, dat de Heer aan Amina Boschetti al haar zonden vergeven had. Carmela keerde legen 5 uur naar Napels terug. Het was bijna donker. Ditmaal ging zij om eerder thuis le zijn van hel station door het noordelijk gedeelte der stad. Via Ciriilo, Via Foria. Toen zij dicht hij het nationaal museum was, begon dc regen in dikke drup pels <te vallen. Bevreesd voor haar japon. voor haar hoed, voor haar schoenen,-ging /ij schuilen in dc galerij Principe (li Napoli. waar honderden anderen, zonder pnrapïuie of met een oude vcrslclenc, wachtten tot dc regen, gedaan zou zijn. Hel werd. al laat voor Carmela. Dc regen verminderde cn /ij daalde de trappen af uit de Galerij naar Via Toledo. Voor zich uitziende ontdekte zij een sier lijk coupëljc voor den grootcn rondboog der Galerij. Op de trottoir, naar hel portier ge bogen, zoodat hij dc ledige ruimte er van vul de, stoiul een heer levendig tc praten en aan dachtig te luisteren naar iémand die in het rijtuig zat. Niettegenstaande hij haar den rug loekéerdc en van klecding veranderd was, herkende Carmela dadelijk graaf Fcrdinando Tcrzi. Zij bleef een oogenblik op de trede staan, kijkende naar den. coupé, cn bcschci- denlijk-irachlend lc zien wie er in zat. O. zij wist het wel. Carmela: Fcrdinando Tcrzi ver borg, cn verborg onhandig, een gevaarlijke cn hartstochtelijke liaison met een jonge vrouw uit de hoogste kringen, waarvoor Linilia Tromba dienst deed als bliksemafleider; op het tooneel werd cr oyer gesproken, door de ballelteuscs onderling die babbelen over de liefde cn over dc zonden van dc groote we reld waarin ze dikwijls mededingsters heb ben, cn Camela. kende den naam cn het jeug dige gelaat, peinzend en zacht, van haar dij», naar men reide, Ferdinando Tcrzi hartstoch telijk liefhad. Maar nog regeude het, en in de vallende duisternis, door den ragfijnen nevel van den regen, bij <le» wijden omweg dien Carmela maakte om het kleine sierlijke voertuig heen, gelukte hel haar niet, iets tc onderscheiden. Langzaam verwijderde zij zich over de andere trottoir, in richting barer woning; alleen k k zij onder de pampluie ecu pgar malen om Het conpétjc stond nog altijd stil, Ferdinando Tcrzi, zoo scheen het haai toe, had zicli een weinig opgericht, wantrouwend om zich liccn ziende; daarna had hij zich weer vooroverge bogen om verder te praten. Maar op dit uur, in zulk een weer, ver van dc voornamere wij- ken^ar. Napels, in de duisternis van ck-n val lenden avond, in dezen stortregen, wie kon •daarin Ferdinando Tcrzi herkennen en den coupé der markiezin... wie anders da» liet nederig, maar scherpe oog van een arm meisje dat van het kerkhof terugkwam, tc voet van liet station, geheel doorweekt van den regen, zonder gegeten te hebben, hevig verlangend naar haar kamer en een hapje voedsel? Veel verder, op hel Daiilcplein, brak een vriendelijke slem Carmcla's wandeling af. Op den drempel van één der groote Engelsche magazijnen van GulterMge. sprak een jong- mcn^cli haar aan mót de woorden: „Wel, goeden avond, juffrouw Minino! Zegt ge mij nicL eens goeden dag?'' „Goeden.avond, goeden avond prevelde zij, verlegen, stil slaande cn dadelijk berouw ge voelend dal zij stil was blijven staan. ,.Kom even binnen, juffrouw.' vervolgde het jonge mcnsch, den doortocht vrij makend. „Neen, ik kan niet, mijnheer Gargiulo, ik licb haast." „Altijd hetzelfde! En waar komt ge van daan, lief als altijd, even lief als altijd, en even onvriendelijk, tegen mij? Van een repe titie?" „Op dii uur?" prevelde /ij. zonder acht tc slaan op dc complimentjes, „ik kom van hel kerkhof." „Vergeef me, zcide Gargiulo, bedremmeld. „Lu gaat ge naar huis? mag ik een eindje mei u meegaan?" „Neen, neen, flank u, denk om uw werk.* - O, het is al avond, er zal niemand meer komen, ik zeg even aart een kamerand dat hij op dc kas lel. Mag ik?" „Neen mijnheer, góeden avond, mijnheer Gargiulo,zr.-ide zij, en nam haastig afscheid* Dc jonge kashouder stond een oogenhlilc verblijft: maar zijn ietwat verwaande glimlneli bleef hem om de lippen zweven, terwijl hij hel meisje nakeek. Hij was lang cn mager, met een olijfgeel gelaat en een bruine snor waar hij zeer Irolseh op was cn die hij voort durend liefkoosde; hij had zwarte haren, van voren als ècn borstel geknipt, en niettegen staande zijn magerte had hij een zekere be valligheid. Hij had steeds ec-n grootcn woor denvloed, z.ooals alle winkelbedienden, met een zweem van zoogenaamd goede manieren, met lange goedverzorgde nagels, en een bril jant aan den pink; moeilijk rondkomend met zijn inkomen als kashouder, maar altijd goed gekleed, met dc gesoigncer-dhcid van jonga winkelbedienden, liefhebber Van den rok. en verzot óp schouwburg cn ballet Naar den schouwburg' ging hij kosteloos, door bemid deling van één zijner vrienden die aan eert dagblad werkzaam» was -- voorat naar San Carlo; eu meermalen had hij met dien vriend op de danseressen gewacht na devertooning» Daar had hij dikwijls Carmela Minino voorbijgaan, alleen; en hij had haar aange sproken om ook eens een balletdanseresje hel hof le maken. (Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1918 | | pagina 1