DE BALLERINA,
„de eemlander"
buitenland
binnenland"
Van week tot week.
FEUILLETON.
MATURE SFRAO
16a Jaargang, No. 207
ABONMEMEHTSPRIJS 7.f Z S
pel pott f 1XXX per «eek (mei gratis verzekering
tegen ongelukken) 0.14. ihonderiijke nummer»
CL05 Wekelytaeb bijvoegsel .D. Hollandseht
J fid» mil (onder redscHe van Thérbe Hoven)
per 3 maanden 50 cent Wekelyloefc bUvoegatl
tlTerefdrevuev pet 5 traanden 60 cent
AMERSFDORTSCH D
HOOFDREDACTEUR: M«. D. J. VAN SCHAARDENBURO
UITGEVERS: VALKHOFF C.
BUREAU: ARNHEMSCHE POORTVVAL, hock utrcchtschcst*.
INTERCOMM. TELEFOONNUMMER 513
Maandag 25 Maart 1913
dienstaanbiedingen 1—5 tegels 0.50. 8roBte letieri
naar plaatsruimte. V'ooi handel cn bedrijf bestaan
rccr vootdecligc bepalingen tot liet herhaald adver»
tecren In dit Blad, bij abonnement Eene circulairs,
bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegciondeu.
Wij kunnen ons thans eenigszins inden
ken in de gevoelens en gewaarwordingen
der Belgen» toen zij den len Aug. 1914 het
bericht vernamen van het Duitsche ultima
tum en later van den Duitschen inval.
Hun grondgebied werd veroverd en plat
getreden, onze schepen worden geroofd en
ten ondergang gedoemd. Zij konden trachten
den overweldiger met wapenen te këeren,
wij echter staan machteloos, weten onze
schepen reeds in de havens van hen, die
profiteeren van onze zwakheid en onzen
honger.
De materieele gevolgen zijn voor België
oneindig treuriger geweest dan zij voor ons
vooralsnog schijnen te zullen worden, maar
het bewustzijn van schreeuwend onrecht te
ondergaan, het gevoel van slachtoffer te
zijn van het grofste misbruik van macht en
van vertrouwen, was hetzelfde voor hen en
voor ons en geen geld kan dat goed maken.
Het krenkendst is wel de wijze, waarop
deze schepenroof heeft plaats gehad. In hare
overgroote bezorgdheid voor de voeding
der bevolking, had de regeering de uiterste
tegemoetkomendheid bêtracKt en was zelfs
verder gegaan dan menigeen met onze nati
onale eer toelaatbaar achtte. Het mocht niet
boten, zij wilden met ons niet 'n overeen
komst aangaan doch ons 'n overeen
komst opleggen. Bij de „onderhandelingen"
tusschen hen en ons mochten wij zelf niet
meepraten.
Onze regeering heeft in arrenmoede de
overeenkomst aangenomen, maar zich ver
stout er eenige bedingen aan te verbinden
en waarborgen te vragen. Tóen is het onge
hoorde gebeurd. Ons antwoord is gene
geerd. Eerst heette het, dat het niet ontvan
gen was, daarna werd verkondigd, dat wij
het ultimatum verworpen hadden. En na
deze leugens is de roof gepleegd. En met
allerlei drogredenen wordt nog gepoogd de
daad schoon te praten en goed te maken
door allerlei beloften, welke nu als welda
den van onze edelmoedige beschermers in
de plaats treden van wat wij anders zouden
gevorderd hebben als tegenpraestaties vol
gens overeenkomst.
Te pijnlijker moet het gebeurde ons tref-
nu het ons aangedaan wordt door hen, die
geen week lieten voorbijgaan zonder te ver
kondigen dat zij het waren die streden voor
'n internationale orde, waarin „recht boven
macht" zou gelden.
Het eenige steekhoudende argument voor
de schepenroöf zou kunnen liggen in een
beroep op het zoog. an^arierecht, maar met
hem die zich daarop beroept, moet het wel
hopeloos staanimmers dit angarierecht
staat slechts toe in den alleruitersten nood
zich te vergrijpen aan de goederen van neu
tralen. Door zich achter dit recht te ver
schuilen zouden de geassocieerden erken
nen in het laatste stadium van hun (militai
ren of economischen) weerstand te zijn,
doch ook dat is nog niet het geval.
Intusschen, is het geen tragische humor,
dat de groote mogendheden die ten oorlog
trokken ter bescherming van de kleine na
ties, thans zelf juist door die kleine naties
beschermd en gered moeten worden?
Dat de Geallieerden in enkele dagen tijds
de diepgewortelde sympathie, welke de
grootste helft van ons volk voor de Entente
koesterde, verspeeld hebben, zal hun wel
licht koud laten. Wat bekommeren zij zich
om zoo'n klein landje
Duitschland torpedeert 'n aantal onzer
schepen, Engeland en Amerika rooven on
ze geheele vloot. Misschicji krijgen wij de
schepen terug, en 'f laatste is dus iets voor-
deeliger voor onsmaar ook voor hen 1 En
geland heeft vroeger ook onze koloniën voor
ons „bewaard" I In elk geval 'n onrecht
wordt nooit gerechtvaardigd door een nog
grooter onrecht van 'n ander.
Wij weten dat wij va® beide partijen wei
nig goeds te verwachten hebben. In ons
isolement zal onze kracht liggen. En onze
kracht is in deze clogen grooter geworden,
dan zij ooit was. Zelden hebben regeering
en volk zich zóó eensgezind gevoeld gelijk
thans, als bij 'n tooverslag.
Er zijn er nog slechts enkelen in Neder
land o, gelukkig zéér enkelen die de
prachtige ontroering en de fiere veront
waardiging, zich uitend in woord en ge
schrift, in de volksvertegenwoordiging en
in de pers „keffen" durven noemen en die
in elke bittere uiting jegens de geweldena
ren „Duitschgezindheid" speuren. Wie zoo
spreekt of schrijft, kent slechts twee stand
punten het Duitsche en het Entente-stand
punt. 'n Nederlandsch standpunt schijnt er
voor hen niet te bestaan.
Het groote offensief in het Westen is
eindelijk begonnen, de vreeselijkste men-
schenslachting welke de geschiedenis kent,
is losgebrand en dagelijks spelen zich af
de helsche oorlogsverschrikkingen welke al
les overtreffen wat de menschelijke verbeel
ding zou kunnen fantaseèTen.
Aanvankelijk schijnen de Duitschers eeni
ge voordeelen behaald te hebben. Maar ten
kóste van welke offers?
Hoe lang zult gij het bloedbad nog aan
zien, hoe lang zult gij de bloeddorst va'n uw
fanatieke politici, die uw land en volk ten
verderve voeren, nog dulden, volken van
Europa
De internationale toestand heeft de be
langstelling voor de distributie-debatten in
onze Kamer gedoofd en... min. Posthuma
gered. Zijn meest hardnekkige bestrijders
zijn thans afgedeinsd.
De minister van financiën, Treub, heeft
thans gesproken. Tot een directe botsing
met min. Posthuma is het niet gekomen. Hij
is begonnen'met aan te raden de gevraagde
millioenen voor de distributie toe te staan
maar hij heeft daaraan onmiddellijk toege
voegd de uiteenzetting van 'n ander stelsel
dat hij verdedigde boven het vigeerende
distributie-systeem. Hij wilde meer individu-
aliseering en goochelde met allerlei wel
standssupposities, waarvoor geen sterveling*
iets schijnt te gevoelen en waarvan de prac-
tischg uitvoerbaarheid door iedereen sterk
betwijfeld wordt.
Min. Treub scheen er trouwens ook zelf
van overtuigd te zijn, dat zifn denkbeelden
in de Kamers weinig steun, laat staan 'n
meerderheid zouden vinden. Ondanks de
critiek op het beleid van min. Posthuma be
grijpt iedereen dat van het bestaande stel
sel niet afgeweken kan worden en dat men
proefnemingen met andere systemen thans
niet wagen mag.
Het eind van het lange lied is nu, dat niet
alleen min. Posthuma, maar ook min. Treub
blijft. Deze had weliswaar op 'n uitspraak der
Kamer aangedrongen en doen verwachten
dat hij ten tweeden male uit het ministerie
zou treden om al z'n krachten te wijden aan
z'n jongste politieke kind, den Economi
schen Bond (min. Treub is wispelturig in z'n
politieke liefdes), maar ziet, op het laatste
oogenblik heeft vadertje Cort den algemee-
nen vrede in ons politieke wereldje tot stand
gebracht en de eensgezindheid in zijn kabi
net hersteld. Het distributiestelsel blijft be
houden, maar de critiek is niet tevergeefs
geweest; de regeering belooft opvoering
der productie, bestrijding van den ketting-
handel, zoo volledig mogelijke rantsoenee
ring en omzetting van de veelbesproken
commissies van bijstand in ambtelijke licha
men.
'n Somber tafereel had min. Treub opge
hangen van den finant. toestand des
lands en den «onmiskenbaren achteruitgang
van onze volkswelvaart ten gevolge van cle
op zich zelf onproductieve uitgaven voor de
distributie, tegen welke oorlogswinsten niet
meer opwegen. De gevolgen van dien ach
teruitgang zullen niet uitblijven en zich wel
dra doen gevoelen in verminderde op
brengst van 's rijks middelen.
Tot 1 Jan. bedroegen de crisisuitgaven
ongeveer 1000.000.000 gulden; danr ko
men voor dit jaar nog bij ongeveer 600
millioen.
Min. Treub teekende het finant. beeld vol
strekt niet in tc sombere kleurendat ver
mindering van volkswelvaart met olie ge
volgen van dien te wachten staat, wie die
den toestand nuchter beschouwt en be
denkt dat er na het heden toch ook nog een
toekomst is, zal dat ontkennen en onder
schatten Maar, het is oorlogdat hebben
wij al lang ondervonden en het wordt ons
steeds duidelijker gemaakt. Is het wonder
dat ook Nederland "iets van z'n volks
welvaart zal moeten inboeten? En zou dat
soms mogen verhinderd worden door ver
zwakking van de volkskracht?
Het voorstel tot herkeuring der afgekeur'
den is aangenomen. Echter met eenige be
perkingen. Zoo zal de herkeuring slechts tot
de 25-jarigen gaan, terwijl mede uitgeslo
ten zullen" worden zij die in dienst of ten ge
volge van den dienst afgekeurd waren.
Evenals in 1917 en 1916 zullen wij ook
nu weer zomertijd krijgen, ditmaal van 1
April tot 1 October. De ervaringen zijn zoo
gunstig dat de Tweede Kamer besloten heeft
den zomertijd niet meer telkens voor een
jaar doch voor alle jaren aan te nemen.
Tegen midzomertijd, in Juni en Juli, be
stonden echter te groote bezwaren, vooral
ten plattelonde.
Niet alleen als oorlogskabinet zal de roem
van ons tegenwoordig ministerie blijven le
ven. Duurzamer lauweren heeft het geplukt
met z'n voorstel tot afsluiting en droogleg
ging der 'Zuiderzee. De eer daarvan komt
toe aan min. Lely en voor hem. zal de 2ïe
Maart 1918, toen de Tweede Kamer una
niem het gewichtige besluit nam, wel de
glorierijkste in z'n leven zijnmaar even
glorierijk zal (leze cl»«vvt\ blijven in onze
nationale geschiedenis.
Politiek Overzicht
De wereldsirijd in het
westen.
De lang verwachte groote strijd aan het
westelijke front is eindelijk begonnen. De
eerste tijding er van bracht het in den voor
middag van den 21en Maart door het
Duitsche hoofdkwartier uitgegeven bulle
tin, dat sprak van den artillerieslag, die
met vollen nadruk ontbrand was. Den
22en brachten zoowel het Duitsche als
het Engelsche bulletin het bericht van
de eerste infanteriestormen op een breed
front. De breedte van het front was in cijfers
80 K.M.; de plaats van den strijd was het
frontgedeelte tusschen Atrecht en de Oise.
Het resultaat van den strijd in de drie eer
ste dagen vindt men samengevat in het Duit
sche avondbericht van den 2^en, dat luidt
„Wij hebben den slag bij Monchy— Kamerijk
-Saint-QuentinLa Fère gewonnen. Een
aanzienlijk deel van het Engelsche leger is:
geslagen. Wij strijden ongeveer in de linie
noordoostelijk van Bapaume Péronne
Ham." Daarmee klopt wat in het Engelsche
avondbericht van den 23en vermeldt staat,
waar men leest„De strijd duurt voort met
de grootste verwoedheid op het geheele front
ten zuiden von de Scarpe. Ten zuiden en ten
westen ven Saint-Quentin hebben onze troe
pen hunne nieuwe stellingen ingenomen."
Van beide zijden wordt dus overeenstem
mend bericht, dat de uitkomst van den drie-
daagschen strijd voor de Duitschers gunstig
is geweest. Zij hebben in het stormgebièd
tusschen Atrecht en La Fcrc den tegenstan
der teruggedrongen, 25 u 30 KM. diep, tot
de lijn, die wordt aangegeven door Bapau
me, Péronne en Hom. Dat is het terrein,
waarin een jaar geleden de vermaarde terug
tocht van Hindenburg in de Siegfriedstel-
lingen heeft plaats gehad. Dot terrein, dat
toen werd prijsgegeven om het voor achter
waarts gelegen nieuwe, met zorg voor de ver
dediging ingerichte stellingen te verruilen, is
nu weer in hel bezit van dc Duitschers. Maar
het is geen nieuwe verdedigingsstclling, die
zij hiermee hebben gewonnen; het is een
mijlpaal in de begonnen aanvalsbeweging,
een doorgangsstation tót verzameling van de
krachten om het offensief verder voort te zet
ten. Het Duitsche bericht vermeldt uitdruk-
Jceüjk „liet eerste gedeelte van den grootcn
slag in Frankrijk is geëindigd." Dat is dus
nog maar het begin. De bedoeling is, dat er
meer op zal volgen. En er zal meer op wal
gen. De vierde dag heeft de verovering van
Péxonnc gebracht. Daarmee'is een gewichtig
punt von cle nieuwe Engelsche linie in han
den van de Duitschers gekomen. Om Bapau
me is een geweldige strijd aan den gang.
Tusschen Péronne en Ham is de Somme op
verschillende plaatsen overgetrokken. Tus
schen de Oise rukten de Duitschers
strijdende vooruit. Wat zullen de verdere
dagen brengen? Ieder nieuw succes van de
Duitschers doet de verwachtingen, die aan
dit lang verbeide offensief worden vastge
knoopt, hoogcr stijgen.
Van Engelsche zijde wordt beweerd, dat de
Duitschers hunne successen, die niet kun
nen wordén betwist, behalen ten koste van,
groote offers. De Duitschers ontkennen dit;
zij zeggen, dat hunne verliezen integendeel
bijzonder klein zijn. Bij een snel doorgevoerd
offensief, zoools dit, zijn in den regel de ver
liezen van den aanvaller minderdon die
van den aangevallene. Die ondervinding
maakt de Duitsche voorstelling aannemelij
ker dan cle .Engelsche, die bovendien op
geene zeer betrouwbare gegevens steunt; de
correspondent van Reuter aan het Britschc
front geeft de Duitsche verliezen op als 30
50 pet. van alle betrokken divisiën, maar hij
verklaart er bij, dat hij voor de juistheid niet
kan instaan, want de cijfers zijn waarschijn
lijk gebaseerd op opgaven van gevangenen.
In de cijfers van den door de overwinnende
Duitschers behaalden buit is een aanhou
dende climax; het aantal krijgsgevangenen
was eerst 16,000, toen 25,000, nu reeds
30,000 man; dat van de veroverde kanon
nen steeg nchterenvolgens van 200 tot 300
en 600.
Ook deze cijfers leveren een maatstaf ter
beoordeeling von -de beteekenis van den
strijd, die nu aan den gang is. Die beteekzr.is
valt hier dubbel in 't gewicht. De correspon
dent \on Reuter aan het front seint, dat bij
de Engelsche soldaten „terecht of fen on
rechte het gevoel bestaat, dat zij nu slaan
in den laatsten grooten slag van dezen oor-,
log." Dat wil met andere woorden zeggen,
dal van de beslissing, die in dezen strijd zal
vallen, geen appèl meer zal zijn; zij zal den
doorslag geven naar het oordeel van hen, die
-aan Engtteche zijde den strijd hebben.te
«meren.
Do oorlog.
Aon het einde van den derden dag van
het groote Duitsche offensief in het westen
was de linie AtrechtSaint-Quentin—Ls
Fêre in handen van de Duitschers. De uit.
komst van den strijd van gisteren, den vier
den dag, is, dat de 25 h 30 K.M. verdei
westelijk gelegen linie Bapaume—Péronne—
Ham, waarop dc Engelschen waren terugge*
gaan, zoo zwaar gehavend is, dat zij ook niel
te houden zal zijn. Péronne is gevallentus
schen Péronne en Ham werd de Somme op
verschillende plaatsen door de Duitscher9
overgetrokkenom het bezit van Bapaume
woedt een geweldige strijd.
De strijd blijft tot dusver beperkt tol het
Engelsche gedeelte van het front; verder is
er niets te berichten buiten geschutstrijd bij
Verdun en in de Vogeezen
Een nader bericht meldtBapaume is gé
vallen het aantal krijgsgevangenen steeg
tot 45.000, het aantal buitgemaakte kanon
nen tot rfteer dan 600 en duizenden machi
negewei ciT.
Parijs is Zoterdag weer uit de lucht gebom
bardeerd door de Duitschers, waardoor scha
de aan gebpuwen en ook persoonlijke ver
liezen zijn toegebracht
Behalve door bommen uit de lucht wordt
Parijs nu ook nog geteisterd door vèr dra
gend geschut, dot de Duitschers hebben op
gesteld op een. afstand van iSo K.M», onge
veer 12 K.M. achter het Fransche front.
Litauen is dooi- het Duitsche lijk als zelf-
stondige staat erkend.
Bukarest, 23 Maart. B.) Talrijke
officieren en mansohnppen van de Rumcen-
sche divisiëmdie ingevolge de bepalingen
van den voorloopigen vrede dadelijk moes
ten demobiliseeren, zijn in Bukarest aange
komen. De bevredigende toestanden, dia
zij aantroffen in het bezette gebied, maak
ten op hen een diepen indruk.
L o n d e n, 2 3 Maart. (R.) Bij de verkie
zing in Waterford tot vervulling van den door
T\et overlijden van den nationalis'tischen lei
der John Redmond vacant geworden zetel
in het lagerhuis is zijn zoon kapitein Red
mond gekozen met 1213 stemmen, zijnde
eene meerderheid van 479 stemmen op den
Sinn Feiner dr. White. Kapitein Redmond
had zijn zetel voor Oost-Tyronne prijs ge
geven om te candicleeren voor de plaats van
zijn vader.
L u x e m b u r g, 2 1 M a a r t. (W. B.) Het
mjriisteiié-KaUfmann heeft wegens verschil
van meening met de meerderheid der Kamer
en den staatsraad ontslag gevraagd.
De regeering wil hét algemeen kiesrecht
invoeren. De liberalen en socialisten eischén
bovendien herziening van cle grondwetsbe
palingen betreffende de soevereiniteit.
De staatsraad verzet zich tegen beidt
maatregelen.
Kameroverzicht
Tweede Kamer
Dc heer O t f o dient in de zitting van Za
terdag een motie van afkeuring van het be
leid van Minister Posthuma in, Deze motie
wordt thans voldoende ondersteund.
Minister Cort van der Linden
deelt met volledige instemming van de re
geering, ook van den Minister van Landbouw
en Minister Treub mede, dat de regeering
onder den indruk van de gebeurtenissen:
der laatste dagen, overtuigd is dat cle pro
ductie der levensmiddelen zoo hoog moge
lijk dient te worden opgevoerd. Daarom
Men lacht vooral dan om een mode-dwaas
heid, wanneer zij reeds vervangen is door
een andere.
Uit het Ilaliaansch
door
Anna F*o lak.
7 S
En In haar beperkt versland, deed dc dwe
pende vereering voor Amina Boschetti Car-
mcla Minino de grenzen overschrijden der
kleine ziel van burgermeisje, en voerde haar
op tot de hoogte der droomen. Die tempel, dat
zilver, die bloemen, die wierook, die gebeden,
die dienst van liefde en grootsche weelde die
voortduurde lot over het einde der lijden, tol
over den dood, verkondigde niet dat alles de
macht die de tooverschoonc vrouw nog altijd
oefende,- en oefenen zou tot in eeuwigheid?
"Was niet Amina Boschetti onvergetelijk, on-
vergeten, als een dichterlijke bóvenaardsche
verschijning? Niemand had haar plaats inge
nomen in de bewondering van het publick, cn
oen gansche menschenmenigte betreurde haar,
ieder maal dat een nieuwe danseres verscheen
op het tooneel van San Carlo; niemand had
baar plaats ingenomen in het hart van den
man die haar had liefgehad. Niemand, nielsé
noeli dc tijd noch de omstandigheden hadden
haar plaats kunnen innemen in het vergelen
leven van de balletdanseres Carinela Minino.
Daar binnen, alleen, voor die graftombe, boog
zij dc knie voor dien geliefden naam op den
steen, cn bij den gloeienden stroom dien zij
door de aderen voelde bruisen, beloofde Car
mela Minino. zwoer zij aan hbar gestorven
peeltante, altijd te zullen doen wol deze van
haar petekind gcwenscht had; beloofde zij
zwoer zij le zullen volharden in dat moeilijke,
vermoeiende vak, vol van gevaren cn vol van
droefheid, waarmede zij ternauwernood haar
brood verdiende, dal haar soms maanden zon
der werk liet. dat haar blootstelde aan dc be
driegerijen, de bitterheid, den spot van heel
die verschrikkelijke tooncelwereld; dat haar
de keus liet tusschen schande cn gebrek, cn
dat haar ten slotte brengen zou, wie weel,
tot den bedelstaf, lot het hospitaal... wat deed
dat alles er toe? Zij had liet zoo gewild; en
nogmaals boog Camela zich neder, bedwelmd
van deemoed, bedwelmd van toewijding en
trouw, over het grof'heen, tol aan den dood
en over den dood. In haar koortsachtige lief
de en offerzucht, vergat Carmela geheel om
le bidden Met die godsdienstige vertrouwe
lijkheid der eenvoudige. Napolilaahschc har
ten, met de naïeve goddeloosheid van harts
tochtelijke zielen, was zij overtuigd, dat de
Heer aan Amina Boschetti al haar zonden
vergeven had.
Carmela keerde legen 5 uur naar Napels
terug. Het was bijna donker. Ditmaal ging zij
om eerder thuis le zijn van hel station door
het noordelijk gedeelte der stad. Via Ciriilo,
Via Foria. Toen zij dicht hij het nationaal
museum was, begon dc regen in dikke drup
pels <te vallen. Bevreesd voor haar japon.
voor haar hoed, voor haar schoenen,-ging /ij
schuilen in dc galerij Principe (li Napoli.
waar honderden anderen, zonder pnrapïuie
of met een oude vcrslclenc, wachtten tot dc
regen, gedaan zou zijn. Hel werd. al laat voor
Carmela. Dc regen verminderde cn /ij daalde
de trappen af uit de Galerij naar Via Toledo.
Voor zich uitziende ontdekte zij een sier
lijk coupëljc voor den grootcn rondboog der
Galerij. Op de trottoir, naar hel portier ge
bogen, zoodat hij dc ledige ruimte er van vul
de, stoiul een heer levendig tc praten en aan
dachtig te luisteren naar iémand die in het
rijtuig zat. Niettegenstaande hij haar den rug
loekéerdc en van klecding veranderd was,
herkende Carmela dadelijk graaf Fcrdinando
Tcrzi. Zij bleef een oogenblik op de trede
staan, kijkende naar den. coupé, cn bcschci-
denlijk-irachlend lc zien wie er in zat. O. zij
wist het wel. Carmela: Fcrdinando Tcrzi ver
borg, cn verborg onhandig, een gevaarlijke cn
hartstochtelijke liaison met een jonge vrouw
uit de hoogste kringen, waarvoor Linilia
Tromba dienst deed als bliksemafleider; op
het tooneel werd cr oyer gesproken, door de
ballelteuscs onderling die babbelen over de
liefde cn over dc zonden van dc groote we
reld waarin ze dikwijls mededingsters heb
ben, cn Camela. kende den naam cn het jeug
dige gelaat, peinzend en zacht, van haar dij»,
naar men reide, Ferdinando Tcrzi hartstoch
telijk liefhad.
Maar nog regeude het, en in de vallende
duisternis, door den ragfijnen nevel van den
regen, bij <le» wijden omweg dien Carmela
maakte om het kleine sierlijke voertuig heen,
gelukte hel haar niet, iets tc onderscheiden.
Langzaam verwijderde zij zich over de andere
trottoir, in richting barer woning; alleen k k
zij onder de pampluie ecu pgar malen om
Het conpétjc stond nog altijd stil, Ferdinando
Tcrzi, zoo scheen het haai toe, had zicli een
weinig opgericht, wantrouwend om zich liccn
ziende; daarna had hij zich weer vooroverge
bogen om verder te praten. Maar op dit uur,
in zulk een weer, ver van dc voornamere wij-
ken^ar. Napels, in de duisternis van ck-n val
lenden avond, in dezen stortregen, wie kon
•daarin Ferdinando Tcrzi herkennen en den
coupé der markiezin... wie anders da» liet
nederig, maar scherpe oog van een arm
meisje dat van het kerkhof terugkwam, tc
voet van liet station, geheel doorweekt van
den regen, zonder gegeten te hebben, hevig
verlangend naar haar kamer en een hapje
voedsel?
Veel verder, op hel Daiilcplein, brak een
vriendelijke slem Carmcla's wandeling af. Op
den drempel van één der groote Engelsche
magazijnen van GulterMge. sprak een jong-
mcn^cli haar aan mót de woorden:
„Wel, goeden avond, juffrouw Minino! Zegt
ge mij nicL eens goeden dag?''
„Goeden.avond, goeden avond prevelde zij,
verlegen, stil slaande cn dadelijk berouw ge
voelend dal zij stil was blijven staan.
,.Kom even binnen, juffrouw.' vervolgde het
jonge mcnsch, den doortocht vrij makend.
„Neen, ik kan niet, mijnheer Gargiulo, ik
licb haast."
„Altijd hetzelfde! En waar komt ge van
daan, lief als altijd, even lief als altijd, en
even onvriendelijk, tegen mij? Van een repe
titie?"
„Op dii uur?" prevelde /ij. zonder acht tc
slaan op dc complimentjes, „ik kom van hel
kerkhof."
„Vergeef me, zcide Gargiulo, bedremmeld.
„Lu gaat ge naar huis? mag ik een eindje
mei u meegaan?"
„Neen, neen, flank u, denk om uw werk.*
- O, het is al avond, er zal niemand meer
komen, ik zeg even aart een kamerand dat hij
op dc kas lel. Mag ik?"
„Neen mijnheer, góeden avond, mijnheer
Gargiulo,zr.-ide zij, en nam haastig afscheid*
Dc jonge kashouder stond een oogenhlilc
verblijft: maar zijn ietwat verwaande glimlneli
bleef hem om de lippen zweven, terwijl hij
hel meisje nakeek. Hij was lang cn mager,
met een olijfgeel gelaat en een bruine snor
waar hij zeer Irolseh op was cn die hij voort
durend liefkoosde; hij had zwarte haren, van
voren als ècn borstel geknipt, en niettegen
staande zijn magerte had hij een zekere be
valligheid. Hij had steeds ec-n grootcn woor
denvloed, z.ooals alle winkelbedienden, met
een zweem van zoogenaamd goede manieren,
met lange goedverzorgde nagels, en een bril
jant aan den pink; moeilijk rondkomend met
zijn inkomen als kashouder, maar altijd goed
gekleed, met dc gesoigncer-dhcid van jonga
winkelbedienden, liefhebber Van den rok. en
verzot óp schouwburg cn ballet Naar den
schouwburg' ging hij kosteloos, door bemid
deling van één zijner vrienden die aan eert
dagblad werkzaam» was -- voorat naar San
Carlo; eu meermalen had hij met dien vriend
op de danseressen gewacht na devertooning»
Daar had hij dikwijls Carmela Minino
voorbijgaan, alleen; en hij had haar aange
sproken om ook eens een balletdanseresje hel
hof le maken.
(Wordt vervolgd.)