BINNENLAND Als opvolger van graaf Czernin is tot mi- nieter van buitenlandsche zaken benoemd I ide gemeenschappelijke minister van finan- ,ciën baron Burian. Hij blijft tevens belast t met het beheer van de financiën. W e e n e n, 16 April. (Corr.-bur.) Het Fremdenblatt noemt het bijna tragisch, dat een monarch, die met zijn geheele ziel, met godsdienstige liefde en met overvloeiende liefde voor de volken, waarover hij heeft i te regeeren, streeft naar de beëindiging van den verschrikkelijken oorlog als nasr een heilige zaak, en de staatsman, die het be reiken van dit doel beschouwt als zijn plicht, /welks vervulling zijn hoogste eerzucht is, in hunne meeningen over de wegen naar het goede doel op sommige punten uiteengin gen. Overeenstemming over de politieke stra tegie waarborgt helaas nog niet overeen stemming over de politieke taktiek. Deze tegenstrijdigheid was het, die, toen zij zich niet meer liet overbruggen, tot de scheiding moest leiden, want een goede uitkomst, zoo als wij allen wenschen, is slechts mogelijk bij volle overeenstemming in alle hoofdza ken. Het blad zegt verder, dat in de landen der Entente, inzonderheid in Frankrijk, het af treden van Czernin als een gevolg der actie van den Franschen minister-president, als een overwinning van de vechterskunst van Clemenceau wordt uitgeroepen. Na zoovele misleidingen, waarmee het verbloedende Fransche volk over de vreeselijke werkelijk heid moet worden getroost, kan ook deze misleiding voor eenige dagen hare werking •doen. Op den vervalschten keizerbrief kan ■«ene voorstelling volgen, die voor den heer Clemenceau past. Door de officieele verklaringen uit Wee- nen, inzonderheid door de telegrammen van keizer Karei aan keizer Wilhelm, zouden echter onze vijanden er over ingelicht moe ten zijn, dat de onwrikbare stevigheid van het bondgenootschap tusschen Oostenrijk- Hongarije en Duitschland noch door geweld noch door list kan worden gebroken. Ten slotte zegt het blad: Czernin verricht te praktisch werk van blijvend nut, waarvoor men hem dankbaar was en zal zijn. Niet fainder dankbaar echter was men hem voor het mooie idealisme, waaraan hij zoo dik wijls uitdrukking gaf en dat hem een zeer bijzonderen trek verleende. Hij had den moed als praktisch staatsman met tempera ment voor ideale eischen in de bres te tre den en hij won zich daarmee vele harten, niet alleen bij ons maar ook ver over onze grenzen. Dat hij als de eerste de gedachte der toekomstige beperking van de bewape ning vrijmoedig en beslist op het program ma heeft geplaatst, is een verdienste, die men niet zal vergeten. Graaf Czernin wil een *rede, die de moreele en materieele vernie- lin gen van den ontzettenden oorlog zal goed maken. Dat wist keizer Karei en deze ge zindheid heeft de keizer hem altijd hoog toegerekend. Dat over de middelen om tot 'den eervollen vrede te komen de meenin- gen ten slote niet evenzeer harmonieerden, is een feit, dat veler zullen beklagen. Maar met stelligheid mogen wij en onze bondge nooten en moeten onze vijanden er mee xekenen, dat aan de groote grondlijnen niets «al zijn te veranderen. Par ij s, 16 April. (Havas). De dag bladen vermelden met groote voldoening het ontslag van graaf CzeVnin. Zij wenschen Clemenceau geluk, dat hij eene huichelach tige politiek, die dreigde ons in een gevaar lijken val te lokken, heeft ontmaskerd. De Figaro zegt: Als wij de onvoorzichtig heid hadden gehad besprekingen aan te Icnoopen, vertrouwende op de zoogenaamde gezindheid van den keizer van Oostenrijk, dan zouden wij overal den Kaiser op den loer gevonden hebben. Het was een avontuur, waarin wij uit den aard dupes waren en waarvan wij slechts voordeel zou den hebben kunnen trekken, door onze bondgenooten te ven-aden. De GauJois constateert, dat het vér dra gende schot van Clemenceau op de Oos- lenrijksche schurkerij in geheel anderen zin Uitwerking had dan dat van het Duitsche kanon op de huizenmassa van Parijs. Budapest, 16 April. (W. B.) De Pes- fer Lloyd schrijft over den buitenlandschen toestand: Het krachtige telegram van onzen koning aan den Duitschen keizer, dat de lage intrige van Clemenceau afschudt, legt er nadruk op, dat de harde en waardige taal Her kanonnen den heer Clemenceau en fcijne helpers in Frankrijk en de andere Ententelanden een beter inzicht en een be teren wil zal moeten bijbrengen. Wij strij den voor Straatsburg, zooals de Duitschers voor Triëst hebben gestreden. Deze woorden van graniet kenteekenen de tegen het wes ten gerichte politiek van graaf Czernin, wel ker voltooiing hem niet meer gegund was. G dijk wij zijde aan zijd>e met onze vrienden )en bondgenooten den vrede in het oosten hebben afgedwongen, zoo zal niemand ook ïr iar een oogenblik van aarzelen, ook maar den schijn van een trillen bespeuren. In de jeak, die wij gemeenschappelijk met Duitsch- lend nog hebben te vervullen zullen wij onze politiek van rechtmatig zelfbehoud tegen den verstokten veroveringswil tot de overwin ning brengen en deze politiek in de nauwste broederschap met het Duitsche leger en volk lo* Haar volledig welslagen kunnen nastre ven \T e w-Y ork, 16 April. (R.) De secre taris van oorlog Baker is uit Europa in At lantic Port aangekomen. Washington, 16 April. (R.) Staats secretaris Lansing hield gisteren een rede voering, waarin hij o. a. het volgende zeide: „De geallieerde legers houden stand kchouder aan schouder en vormen een slag boom van staal, dien de Pruisische furie niet vermag te doorbreken. Ter wille van Ameri ka en terwflle van de zaak der menschheid moeten wij in dezen Titanenstrijd de zege wegdragen. Het Pruisische militarisme heeft alle vrije mannen uitgedaagd hun vrijheids recht te verdedigen. Zij hebben een beroep gedaan op het geweld. Door het geweld zul len zij tot rede worden gebracht. Amerika, de bakermat der vrijheid, zal zijn aandeel hiertoe bijdragen. Zonder vrees zien wij in de toekomst, wetend, dat wij zijde aan zijde staan naast de groote democratiën der we reld, welke zoo heldhaftig de ambities der Duitsche regeerders verijdeld hebben. Wij moeten den strijd voortzetten totdat het door president Wilson aan geduide doel is be reikt. Wij moeten en zullen overwinnen. Er is geen anderande van den oorlog mogelijk Verspreide óerichten Toronto, löApril. (R.) In den avond van gisteren ontstond brand in het Harris abattoir en de Union Stockyards. De scha de wordt op een millioen dollars geschat. Kameroverzicht Eerste Kamer In de ziting van Dinsdag was aan de orde de Begrooting van Justitie. De Minister zegt in antwoord aan de verschillende sprekers, dat de taak der Huurcommissies aanmerkelijk verlicht wordt. De magestratuur is aangeschreven tot strenge toepassing van de sociale wet ten. De Minister gelooft niet, dat de Rijks- veldwacht moet worden gereorganiseerd als de marechaussee;; hij deed pogingen tot uitbreiding van de marechaussee, doch deze faalden, omdat het corps daardoor in waarde zou achteruitgaan. Zoo spoedig mo gelijk zal intusschen nog getracht worden de Rijksveldwacht en de marechaussee uit te breiden. Vervanging van de gemeente lijke politie op kleine plaatsen door Rijkspo litie zal worden overivogen. In het aanhan gige Wetbok van Strafvordering zijn bepa lingen opgenomen om door kort en snel recht de tuchteloosheid der jeugd aan ban den te leggen. In verren staat van voorbe reiding is een ontwerp crisis-rechtspraak. Deze is onderworpen aan distributie-artike len ad hoe. Spr. bestrijdt de scherpere formuleering van art. 100 uit vrees voor be'emmering van het vrije woord. Hij wil overwegen of er regeeringsmaatregelen zijn te treffen hij zal aan de Kamer een verslag overleggen omtrent een onderzoek naar het schieten op smokkelaars. De Justitie-begrooting wordt zonder hoof delijke stemming aangenomen. Marine-begrooting'. De heer Van Wasseneer vanKat- w ij k bepleit specialisatie bij de marine-of ficieren voor Indië. Kunnen convooien, vraagt spr., niet gaan halen wat we noodig hebben? De heer Polak verzocht overweging, dat de reserve adelborsten, die door de mobili satie verhinderd zijn 2 jaar te varen, gelijk is vereischt voor het stuurmansexamen, zoo spoedig mogelijk tot varen in de gelegen heid zullen worden gesteld. MinisterRambonnet herinnert aan de a.s. oprichting van de adspirantenschool voor marine-officieren. Hij wil de proef ne men met de opensteling van de gelegen heid tot het aangaan van een vrijwillige verbintenis voor 6 jaar door officieren. Convooien, die uitgaan ter aflossing van 't gouvernementspersoneel, en het trans port van gouvernementsgoederen, krijgen een kolenschip mee. Dit kan echter slechts op zeer beperkten schaal. Hij zegt den heer Polak de overweging toe. De marine-begrooting wordt daarna zon der hoofdelijke stemming aangenomen. Aan de orde is hierna de Waterstaatsbe- grooting. De heer Van Swaay spreekt over het vraagstuk der electridteitsvoorziening. Hij meent dat stroom leve ring door de staatsmij nen over het geheele land niet mogelijk is, omdat de provinciale Verordeningen dat be lemmeren. Er zouden vergunningen van Ge deputeerde Staten voor noodig zijn, die ze ker niet gegeven zullen worden als provin ciale electrische centralen daardoor ge schaad zouden worden. Wel zouden de staatsmijnen stroom kunnen leveren aan de provincies, die dan zelf voo rtc distributie zorgen. Hoofdzaak is hieroij \oor welken prijs de staatsmijnen stroom willen leveren. Spr. s conclusie is, dat een hoogspan ningsleiding uit de staatsmijnen alleen ge- wenscht is wanneer de provincies medewer ken en nu vreest hij, dat de provincies niet bereid zullen zijn tot een overeenkomst Een ander bezwaar is, dat aldus de staats mijnen een monopolie zouden krijgen. Spr. meent, dat het beste resultaat verkre gen wordt door oplichting van een naam- looze vennuotschap in het mijngebied, die electriciteit produceert, en die deze electri- citeit langs een hoogspanningskabel door het land leidt. Aandeelhouders moeten zijn het Rijk en do provinciale bedrijven. Het Rijk behoudt zich daarbij het naastingsrecht voor om tot staatsexploitatie te kunnen ko men. Vervolgens pleit spreker voor finar.cieeJen steun aan de Vereniging van directeuren der electriciteitsbedrijven iiv Nederland. Voor dit jaar zou voor haar rapport over de electriciteitsvoorziening 10.000 noodig zijn en in totaal 25.000. Met de instelling van een Electriciteits- raad kan worden gewacht, -otdat de Direo teurenvereeniging gereed is met haar rap port over de electridteitsvoorziening. Ten slotte markt spreker nog een opmer king over het te laat komen van treinen. Oorzaak hiervan is, dat locomotieven van treinen gebruikt worden voor andere ver traagde treinen, in plaats dat men voor een extra-locomotief zorgt aan een bepaald sta tion. De heer H a f f m a n s wijst op de betee- k®nis der Maaskanalisatie in verband met den kolenaanvoer. De heer Gillissen betreurt het dat de ondergrondsche telefoonverbinding Rotter dam—'s Gravenhnge—Amsterdam nog niet gereed is Hij maakt bezwaar tegen rantsoeneering van telefoongesprekken en wenscht in elk geval een uitzondering voor handel en be drijf. Daarna wijst hij nog op de beteekenis der draadlooze telegrafie, waarvoor meer ge daan moet worden en dringt op spoed aan voor de tot-stand-koming van de verbinding met Indië. De vergadering wordt verdaagd tot Woensdag 11 uur. Tweede Kamer In de zitting van Dinsdag wordt besloten te kwart over één de interpellatie-Beumer betreffende de levensmiddelenvoorziening van geïnterneerden en de interpellatie-San- nes betreffende de levensmiddelenvoorzie ning en inzonderheid de verlenging van den geldigheidsduur derb roodkaart te behande len. Het voorstel van den voorzitter om de behandeling zoo noodig heden in de avond vergadering voort te zetten, wordt aangeno men met 37 tegen 30 stemmen. Het voorstel-Dreseslhuys om het Wetboek van Strafvordering, dat de Kamer de vorige week van de agenda afvoerde, achteraan op de agenda te plaatsen, wordt verworpen met 54 tegen 14 stemmen. Het wetsontwerp tot opheffing van de belemmeringen aan tot standkoming en instandhouding van electri- citeitswerken in den weg gelegd, wordt aan genomen met 37 tegen 29 stemmen, na ver werping van het amendement-Bongaerts om de levering der electriciteit voorop te stellen bij geleiding van electriciteit. De heer Beumer licht zijn interpellatie toe betreffende de levensmiddelenvoorzie ning van vreemdelingen en geïnterneerden. Hij vraagt hoeveel vreemdelingen sedert 1 Aug. 1914 in ons land zijn toegelaten, of de in ons land vertoevende krijgsgevangenen en geïnterneerden gTOOter rantsoenen krij gen dan de Nederlanders; of de regeering bereid is met nadruk aan de betrokken re geeringen te vragen levensmiddelen voor vreemdelingen te verschaffen; welke maat regelen zullen worden genomen ten aanzien van de toelating van vreemdelingen; en of maatregelen worden genomen om het ver trek van vreemdelingen te bevorderen. De heer S a n n e s betoogt, dat na het levensmiddelendebat venvacht mocht wor den, dat de duur der broodkaart op 11 dagen zou zijn gehandhaafd. De ongeregeldheden zijn de schuld der regeering en zullen voort duren zoolang deze regeering aanblijft. De regeering is schuldig door voor de vermindering van het broodrantsoen geen aanvulling in anderen vorm te geven. Spre ker vraagt naar de redenen der verlenging van den geldigheidsduur der broodkaarten; of de regeering bereid is om aan de ver lenging onverwijld een einde te maken, of althans de verlenging eerst te doen ingaan als aanvulling op andere wijze mogelijk is, f de regeering bereid is een deel der mili taire voorraden voor volksvoeding te be stemmen en onder welke voorwaarden en waarbrgen de regeering bereid is schepen uit te zenden m tarwe te halen uit Amerika. Minister Cort van der Linden atwoordt den heer Beumer, dat hier verblij ven ongeveer 100,000 Belgische vluchte lingen, 3135 Engelsche militairen, 1407 Duitsche militairen, 679 ontvluchte krijgs gevangenen, 1543 Russen en Polen, dat ge- interneerde krijgsgevangenen en vluchte lingen hetzelfde rantsoen krijgen als de bur gers, dat aan België niet kan worden ge vraagd om levensmiddelen voor Belgische vluchtelingendat zou strijdig zijn met de gastvrijheid. Maatregelen tegen de toela ting van vreemdelingen wil de minister niet nemen, evenmin als maatregelen tot uitzet ting van Belgische en Duitsche vluchtelin gen. Minister Loudon deelt mede, dat Duitschland het voor de Duitsche krijgsge vangenen gebruikte zal vervangen en dat met Engeland nog wordt onderhandeld over de wijze, waarop het door Engelsche krijgs gevangenen gebruikte zal worden vergoed. Tevens deelde de minister mede, dat be sprekingen worden gevoerd met Duitsch land over het repatrieeren van Polen en Ri n. Minister Posthuma verklaart, dat bij het levensmiddelertdebat de geheele mi nisterraad den indruk had, dat de aanvoer van graan uit Amerika zou slagen. Aan de voorziening met magere kaas wordt gewerkt als een paard. Spr. antwoordt den heer Sannes, dat verlenging van den geldigheidsduur der broodkaart het gevolg is van het plotseling vervallen van de hoop op graanaanvoer, en dat de regeering niet be reid ?s, aan de verlenging een einde te ma ken. Ook deelt hij mede, d«at de verschaffing van magere kaas 2öo hard loopt, als het kan en dat een -wijziging der distributiewet, o.a. bijv. tegen kettinghandel en hamsteren, ge reed is. De Minister van Oorlog verklaart, dat wij de militaire voorraden zoolang moge lijk moeten sparen. Minister Loudon deelt mede, dat de regeering bereid is, osvze schepen naar Ame rika te zenden, ter vervanging van drie sche pen, welke Amerika met graan wil doen la den, zoodra een veilige overtocht is verze kerd. Daartoe heeft de regeering zich tot Duitschland gewend, doch nog geen ant woord ontvangen. Van de zijde der geasso cieerden is bericht ontvangen, dat na de in beslagneming van 20 Maart in de havens der geassocieerden komende schepen niet zullen worden in beslag genomen. De heer Sannes dient twee moties in, één ter afkeuring van het beleid der regee ring ten aanzien van de vermindering van het broodrantsoen en een, waarbij opheffing en inkrimping met gebruikmaking van mili taire voorraden wordt gevraagd. De heer Van Veen vraagt overlegging van het protocol betreffende de vergoeding der levensmiddelen voor de geïnterneerde krijgsgeva ngene n De heer Van Idsinga keurt scherp af, 'het hier onderbrengen van geïnterneerde krijgsgevangenen Te 4 uur 35 wordt de vergadering ver daagd tot 8 uur 's avonds. Avond-vergadering Dinsdag 16 April. Geopend 8.05. Voorzitter mr. D. Fock. Interpellatie Beumer en Sannes. De heer Koster (V. D„ Assen) merkt op, dat na de aanneming der motie-Mar- chant bij de Levensmiddelen-debatten, door dezen minister weinig of niets is gedaan, waardoor het vertrouwen van de Kamer op nieuw ernstig is geschokt. De misère is nog vergroot, vleesch wordt den menschen be loofd, terwijl alleen op popier vleesch te krijgen is; het broodrantsoen wordt vermin derd, terwijl de beloofde kaas als aanvulling nog altijd achterwege blijft. Spr. acht het onmogelijk voor het overgroote deel der be volking om met 200 gram per dag rond te komen en dringt verder aan om luxe-artike len ook op de broodkaarten verkrijgbaar te stellen en inventariseering van alle voorra den, desnoods met behulp van de militairen; hier moet ingegrepen worden, 't koste wat kost. De heer de Wijckerslooth de Weerdesteijn (R.-K., Wijk bij Duur stede) komt op tegen de afkeuring van den heer van Idsinga voor het herbergen van ge- interneerden in ons land; hij beschouwt deze gastvrijheid als een diplomatiek middel, het welk ons misschien uit moeilijkheden zal redden. Wat het broodrantsoen betreft, dit is veel te laag en er moet aanvullend voed sel komen, maar dit moet geschieden voor een oproer uitbreekt, want doet men het daarna, dan werkt men de relletjes in de hand. Aardappelen zijn in Brabant en Limburg overvloedig te krijgen, waarom deze niet in de distributie gebracht? Verder vraagt spre ker inlichtingen waar en hoe de fabricage der eenheidsworst geschiedt. De heer v. Hamel (U.-L., Amsterdam IV) zegt, dat wie het volk thans vleien met graan van den oostkant, vleien met een doode musch. Op het oogenblik kunnen wij graantoevoer uit het Westen per schip niet missen onder reserve, dat wij daarvoor niet iets moeten missen wat meer waard is dat graan. De regeering laat de kapiteins der stilliggende schepen niet varen. Zij willen het volle sop kiezen. Waarom gebeurt dit nu niet? Als het vaststaat dat de schepen geen diensten bewijzen aan de Geassocieerden en dat ze terug komen, dan zal Duitschland ze vrijlaten en is het niet gerechtvaardigd die schepen thuis te houden. Spreker herinnert aan de Nota's van Amerika en Engeland en zegt dat er geen reden voor wantrouwen is. De heer v. B e r e n s t e ij n (V.-D. Veen- dam) begrijpt niet het beroep van den Mi nister op de toegezegde 100,000 ton graan uit Amerika bij zijn mededeeling dat het graan tot Juli of Augustus kon strekken. Ook begrijpt spr. niet dat men den dubbelen voorraad peulvuchten van 1916 niet kan komen tot het rantsoen van dat jaar. De regeering dient met de meeste kracht het graan te halen bij de boeren waar toch dit zich bevindt T Spr. wijst op de militaire voorraden. Hoe staat het met de onderhan delingen met Duitschland Deze zijn te laat begonnen en het gaat nu een slakkengang. Er hangt veel van af, dat onze kolenvoor- ziening op tijd gereed is. Spr. heeft indertijd geen motie van afkeuring ingediend, doch gaat nu met de motie-Sannes meê. Hij wil ook terugbrenging der broodkaart op 11 dagen en beschikbaarstelling van bijvoe ding. De heer Snoeck Henkemans (G- H. Apeldoorn) wijst er op, dat als men nu Augustus haalt met het broodkoren, dan kan men met de militaire voorraden de broodkaarttermijn op 12 dagen stellen. Hij gelooft niet dat er graan verborgen is, wel erwten en boonen, hij stemt echter niet voor de motie-Sannes, omdat de uitvoerbaarheid niet is aangetoond. De heer Ter Spill (V.-L. Utrecht) noemt de overeenkomst inzake de geinter- neerden een ongelukkige diplomatieke ro mantiek en acht de critiek van den heer Sannes ten volle verdiend. De redeneeering van den Min. van Landbuw, dat hij het ge beurde op 18 Maart niet kon voorzien, is niets waard. Spreker komt cp tegen het ver wijt van den heer Sannes, als zou Spr. de verlenging van den broodkaartterbijn tot 17 dagen hebben bepleit. Het teekent, dat men kon lezen dat de Minister verklaarde niets te kunnen doen tegen het dispenseeren van het slachtverbod door burgemeesters. Daar uit blijkt, dat de Regeering zich beschouwt als een aantal departementschefs, wier ver antwoordelijkheid voor het regeeringsbeleid zoek is. Waarom anders niet voorgesteld de Gemeentewet te wijzigen. Spreker ver wijt de Regeering niet het afslachten, wel het stelseilooze afslachten. Hij ziet de toe komst donker in. De Regeering mist de zedelijke kracht om het volksvertouwen te hebben. Spreker zal tegen de tweede motie stem men. Wat de eerste motie betreft, deze vindt hij onnoodig, want het is onpractisch nunog[ de Kamer te doen ontbinden. Wat zal g&i schieden als deze motie aangenomen wordf en eene nieuwe verkiezing in het voorui&r zicht te stellen? De heer T r o e 1 s t r a (S. D. A. P. Leeu* warden) zegt, dat deze motie zich tegen dq Regeering in haar geheel richt, want dezQ heeft zich bij de levensmiddelendebattert solidair met den Minister van Landbouw! verklaard. Heeft de Regeering nog wel oogt voor de behoeften van ons volk. Spreketf gelooft van niet, getuige het ontwerp bur gerlijke dienstplicht, waartegen hij en zijrt fractie zich verzetten zullen. Militairen heb* ben aan de opstootjes deelgenomen, dil duidt op anarchie in het leger. Spreker er* kent de zwakheid van het parlement. Maar dit bewijst niet de kracht der Regeering, Zij, die vroeger tegen de motie van wantroi#* wen hebben „gestemd, zullen nu moeten er* kennen dat hij en zijn fractie toen in 't ge* lijk waren. Spr. verwijt den heer Beumef zijn kleine politieke spel. Dit ministerie heeft de steun van zijn par* tij verbeurd. Men heeft spr. gevraagd, of zijn partij be* reid was de plaats van de Regeering in te nemen, of een bekwaam man had, ter ver* vanging van den Minister van Landbouw als deze uit zich zelf heengaat. Hij anf* woordt: Als de Minister van Landbouw ons program zal kunnen uitvoeren, zijn wij bereid onzen besten man op 't gebied der levensmiddelenvoorziening af te staan. De Kamer zou zich onsterfelijk blamee* ren als uit deze debatten geen verbetering voor de arbeiders kwam. Spr. waarschuw! dat wij niet aan het einde, maar aan het be* gin der misère staan. De degeneratie is al* gemeen. Hij brengt een eeresaluut aan de moderns sociaal-democratie die zich immuun heef! weten te houden van den nood der tijden. Spr. en zijn partij zullen dien weg volgen. De heer v. d. Voort v. Z ij p (A. E. Tietjerksteradeel) wijst op verschillende na* latigheden der regeering in brood- eiï vleeschvoorziening. De heer Rutgers (A. R. Hilversum) komt op tegen dé insinuaties van den heer Troelstra tegen zijn partij. De tijdelijke voorzitter van den Minister raad, de heer Cort van der Linden, verklaart de consequentie van de aanneming der motie voor zich te trekken, maar dan brengt de aanneming daarvan ook mede voor den heer Troelstra en zijn partij optreden in de regeering. Spreker vraagt geen steun van den heer Troelstra en zijn partij, hij heeft al* leen gezegd dat het een kracht is voor da buitenlandsche politiek als de regeering dien steun ontvangt. Het zal spreker en zijn ambt- genooten aangenaam zijn de verantwoorde lijkheid niet langer te behoeven te dragen. Het is hem niet te doen om zijn zetel, maal» treedt deze regeering af, dan zou dat tot eei\ algemeene verwarring lelden, en daarom al* leeen waarschuwt spreker tegen aanneming dezer motie. De Minister van Landbouw con* cludeert, dat de heer Sannes hem er eert grief van maakt dat hij niet alle groeven itt details beantwoordde. Spreker heeft bij 'I Levensmiddelendebat 4 weken aar. een stirij voot de Kamer gezeten. Een repetitie daar* van is hem physiek onmogelijk. Dadelijk i^ aan de gemeentebesturen medegedeeld, dat zij kaas konden bestellen. Er kwamen bestel* lingen in tot een totaal van 486,000 Kg.; afc geleverd is 143,000 Kg., de rest volgt def6 week. Te Leeuwarden ligt weer 460 000 Kg*, gereed. De vervanging der commissies xaf met de noodige geleidelijkheid geschieden. Toen de commissie van bijstand den minis ter ontviel, heeft spr. ook overwogen heen te gaan, want 1 kan het werk niet doen van 4. Als mr. Schimm van der Loeff niet mochf worden gerugsteund, dan gaat de minister ook heen. Van algemeene rantsoeneering schrikt spreker niet terug. De minister zal door maatregelen in overleg met zijn ambt genoot van oorlog het uiterste doen om van het graan binnen te halen wat nog mogelijk is. De nieuwe oogst komt wellicht 14 dagen later dan zij venvacht is. De stellingvoorraden zijn reserves voor de mogelijkheid dat de raming der regeering soms tegenvalt. Wat het vleesch betreft, hiervan valt weinig te conserveeren, 1 Kg. of Vt Kg. per hoofd. Toen maximumprijzen niet hielpen zijn er per week 30,000 nuch* tere kalveren gedistribueerd. De eenheidsworst zal er komen zoodra er voldoende voorraden zijn. De minister verklaart niet te hebben ge zegd een motie van wantrouwen in de aanne ming der motie Otto te hebben gezien, hij zal alleen zijn conclusie trekken. Wat de motie-Sannes betreft, de brood- toestand moet blijven zooals hij is. Spreker gelooft dat de aanvulling met kaas voldoen* de zal verloopen. De Minister van Buitenland sche zaken vindt diep bedroevend en kleingeestig, hetgeen van Veen en van Td- singa omtrent de krijgsgevangenovereen komst gezegd hebben. Spr. komt met verontwaardiging daarte gen op en hoopt dat men in het buitenland zal hooren dat hij met klem daartegen gepro testeerd heeft. De Minister van Oorlog verklaart nog de aantasting der militaire voorraden een militair nadeel te achten. Dit dient voor- loopig niet te geschieden. De stemming over de motie wordt be paald op Donderdag. Uil de Per». Het praanaiinbod. De Nieuwe C t. toont aan, dat Ke! royale aanbod van Amerika hierop neen< komt, dat Nederland 14,000 ton graan enl wat bunkerkolen (beide natuurlijk tegen be*

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1918 | | pagina 2