BINNENLAND
Als opvolger van graaf Czernin is tot mi-
nieter van buitenlandsche zaken benoemd I
ide gemeenschappelijke minister van finan-
,ciën baron Burian. Hij blijft tevens belast t
met het beheer van de financiën.
W e e n e n, 16 April. (Corr.-bur.) Het
Fremdenblatt noemt het bijna tragisch, dat
een monarch, die met zijn geheele ziel, met
godsdienstige liefde en met overvloeiende
liefde voor de volken, waarover hij heeft i
te regeeren, streeft naar de beëindiging van
den verschrikkelijken oorlog als nasr een
heilige zaak, en de staatsman, die het be
reiken van dit doel beschouwt als zijn plicht,
/welks vervulling zijn hoogste eerzucht is, in
hunne meeningen over de wegen naar het
goede doel op sommige punten uiteengin
gen.
Overeenstemming over de politieke stra
tegie waarborgt helaas nog niet overeen
stemming over de politieke taktiek. Deze
tegenstrijdigheid was het, die, toen zij zich
niet meer liet overbruggen, tot de scheiding
moest leiden, want een goede uitkomst, zoo
als wij allen wenschen, is slechts mogelijk
bij volle overeenstemming in alle hoofdza
ken.
Het blad zegt verder, dat in de landen der
Entente, inzonderheid in Frankrijk, het af
treden van Czernin als een gevolg der actie
van den Franschen minister-president, als
een overwinning van de vechterskunst van
Clemenceau wordt uitgeroepen. Na zoovele
misleidingen, waarmee het verbloedende
Fransche volk over de vreeselijke werkelijk
heid moet worden getroost, kan ook deze
misleiding voor eenige dagen hare werking
•doen. Op den vervalschten keizerbrief kan
■«ene voorstelling volgen, die voor den heer
Clemenceau past.
Door de officieele verklaringen uit Wee-
nen, inzonderheid door de telegrammen van
keizer Karei aan keizer Wilhelm, zouden
echter onze vijanden er over ingelicht moe
ten zijn, dat de onwrikbare stevigheid van
het bondgenootschap tusschen Oostenrijk-
Hongarije en Duitschland noch door geweld
noch door list kan worden gebroken.
Ten slotte zegt het blad: Czernin verricht
te praktisch werk van blijvend nut, waarvoor
men hem dankbaar was en zal zijn. Niet
fainder dankbaar echter was men hem voor
het mooie idealisme, waaraan hij zoo dik
wijls uitdrukking gaf en dat hem een zeer
bijzonderen trek verleende. Hij had den
moed als praktisch staatsman met tempera
ment voor ideale eischen in de bres te tre
den en hij won zich daarmee vele harten,
niet alleen bij ons maar ook ver over onze
grenzen. Dat hij als de eerste de gedachte
der toekomstige beperking van de bewape
ning vrijmoedig en beslist op het program
ma heeft geplaatst, is een verdienste, die
men niet zal vergeten. Graaf Czernin wil een
*rede, die de moreele en materieele vernie-
lin gen van den ontzettenden oorlog zal goed
maken. Dat wist keizer Karei en deze ge
zindheid heeft de keizer hem altijd hoog
toegerekend. Dat over de middelen om tot
'den eervollen vrede te komen de meenin-
gen ten slote niet evenzeer harmonieerden,
is een feit, dat veler zullen beklagen. Maar
met stelligheid mogen wij en onze bondge
nooten en moeten onze vijanden er mee
xekenen, dat aan de groote grondlijnen niets
«al zijn te veranderen.
Par ij s, 16 April. (Havas). De dag
bladen vermelden met groote voldoening
het ontslag van graaf CzeVnin. Zij wenschen
Clemenceau geluk, dat hij eene huichelach
tige politiek, die dreigde ons in een gevaar
lijken val te lokken, heeft ontmaskerd.
De Figaro zegt: Als wij de onvoorzichtig
heid hadden gehad besprekingen aan te
Icnoopen, vertrouwende op de zoogenaamde
gezindheid van den keizer van Oostenrijk,
dan zouden wij overal den Kaiser op den
loer gevonden hebben. Het was een
avontuur, waarin wij uit den aard dupes
waren en waarvan wij slechts voordeel zou
den hebben kunnen trekken, door onze
bondgenooten te ven-aden.
De GauJois constateert, dat het vér dra
gende schot van Clemenceau op de Oos-
lenrijksche schurkerij in geheel anderen zin
Uitwerking had dan dat van het Duitsche
kanon op de huizenmassa van Parijs.
Budapest, 16 April. (W. B.) De Pes-
fer Lloyd schrijft over den buitenlandschen
toestand: Het krachtige telegram van onzen
koning aan den Duitschen keizer, dat de
lage intrige van Clemenceau afschudt, legt
er nadruk op, dat de harde en waardige taal
Her kanonnen den heer Clemenceau en
fcijne helpers in Frankrijk en de andere
Ententelanden een beter inzicht en een be
teren wil zal moeten bijbrengen. Wij strij
den voor Straatsburg, zooals de Duitschers
voor Triëst hebben gestreden. Deze woorden
van graniet kenteekenen de tegen het wes
ten gerichte politiek van graaf Czernin, wel
ker voltooiing hem niet meer gegund was.
G dijk wij zijde aan zijd>e met onze vrienden
)en bondgenooten den vrede in het oosten
hebben afgedwongen, zoo zal niemand ook
ïr iar een oogenblik van aarzelen, ook maar
den schijn van een trillen bespeuren. In de
jeak, die wij gemeenschappelijk met Duitsch-
lend nog hebben te vervullen zullen wij onze
politiek van rechtmatig zelfbehoud tegen den
verstokten veroveringswil tot de overwin
ning brengen en deze politiek in de nauwste
broederschap met het Duitsche leger en volk
lo* Haar volledig welslagen kunnen nastre
ven
\T e w-Y ork, 16 April. (R.) De secre
taris van oorlog Baker is uit Europa in At
lantic Port aangekomen.
Washington, 16 April. (R.) Staats
secretaris Lansing hield gisteren een rede
voering, waarin hij o. a. het volgende zeide:
„De geallieerde legers houden stand
kchouder aan schouder en vormen een slag
boom van staal, dien de Pruisische furie niet
vermag te doorbreken. Ter wille van Ameri
ka en terwflle van de zaak der menschheid
moeten wij in dezen Titanenstrijd de zege
wegdragen. Het Pruisische militarisme heeft
alle vrije mannen uitgedaagd hun vrijheids
recht te verdedigen. Zij hebben een beroep
gedaan op het geweld. Door het geweld zul
len zij tot rede worden gebracht. Amerika,
de bakermat der vrijheid, zal zijn aandeel
hiertoe bijdragen. Zonder vrees zien wij in
de toekomst, wetend, dat wij zijde aan zijde
staan naast de groote democratiën der we
reld, welke zoo heldhaftig de ambities der
Duitsche regeerders verijdeld hebben. Wij
moeten den strijd voortzetten totdat het door
president Wilson aan geduide doel is be
reikt. Wij moeten en zullen overwinnen. Er
is geen anderande van den oorlog mogelijk
Verspreide óerichten
Toronto, löApril. (R.) In den avond
van gisteren ontstond brand in het Harris
abattoir en de Union Stockyards. De scha
de wordt op een millioen dollars geschat.
Kameroverzicht
Eerste Kamer
In de ziting van Dinsdag was aan de orde
de Begrooting van Justitie.
De Minister zegt in antwoord aan de
verschillende sprekers, dat de taak der
Huurcommissies aanmerkelijk verlicht
wordt. De magestratuur is aangeschreven
tot strenge toepassing van de sociale wet
ten. De Minister gelooft niet, dat de Rijks-
veldwacht moet worden gereorganiseerd
als de marechaussee;; hij deed pogingen
tot uitbreiding van de marechaussee, doch
deze faalden, omdat het corps daardoor in
waarde zou achteruitgaan. Zoo spoedig mo
gelijk zal intusschen nog getracht worden
de Rijksveldwacht en de marechaussee uit
te breiden. Vervanging van de gemeente
lijke politie op kleine plaatsen door Rijkspo
litie zal worden overivogen. In het aanhan
gige Wetbok van Strafvordering zijn bepa
lingen opgenomen om door kort en snel
recht de tuchteloosheid der jeugd aan ban
den te leggen. In verren staat van voorbe
reiding is een ontwerp crisis-rechtspraak.
Deze is onderworpen aan distributie-artike
len ad hoe.
Spr. bestrijdt de scherpere formuleering
van art. 100 uit vrees voor be'emmering
van het vrije woord. Hij wil overwegen of
er regeeringsmaatregelen zijn te treffen hij
zal aan de Kamer een verslag overleggen
omtrent een onderzoek naar het schieten
op smokkelaars.
De Justitie-begrooting wordt zonder hoof
delijke stemming aangenomen.
Marine-begrooting'.
De heer Van Wasseneer vanKat-
w ij k bepleit specialisatie bij de marine-of
ficieren voor Indië. Kunnen convooien,
vraagt spr., niet gaan halen wat we noodig
hebben?
De heer Polak verzocht overweging, dat
de reserve adelborsten, die door de mobili
satie verhinderd zijn 2 jaar te varen, gelijk
is vereischt voor het stuurmansexamen, zoo
spoedig mogelijk tot varen in de gelegen
heid zullen worden gesteld.
MinisterRambonnet herinnert aan
de a.s. oprichting van de adspirantenschool
voor marine-officieren. Hij wil de proef ne
men met de opensteling van de gelegen
heid tot het aangaan van een vrijwillige
verbintenis voor 6 jaar door officieren.
Convooien, die uitgaan ter aflossing van
't gouvernementspersoneel, en het trans
port van gouvernementsgoederen, krijgen
een kolenschip mee. Dit kan echter slechts
op zeer beperkten schaal.
Hij zegt den heer Polak de overweging
toe.
De marine-begrooting wordt daarna zon
der hoofdelijke stemming aangenomen.
Aan de orde is hierna de Waterstaatsbe-
grooting.
De heer Van Swaay spreekt over het
vraagstuk der electridteitsvoorziening. Hij
meent dat stroom leve ring door de staatsmij
nen over het geheele land niet mogelijk is,
omdat de provinciale Verordeningen dat be
lemmeren. Er zouden vergunningen van Ge
deputeerde Staten voor noodig zijn, die ze
ker niet gegeven zullen worden als provin
ciale electrische centralen daardoor ge
schaad zouden worden. Wel zouden de
staatsmijnen stroom kunnen leveren aan de
provincies, die dan zelf voo rtc distributie
zorgen. Hoofdzaak is hieroij \oor welken
prijs de staatsmijnen stroom willen leveren.
Spr. s conclusie is, dat een hoogspan
ningsleiding uit de staatsmijnen alleen ge-
wenscht is wanneer de provincies medewer
ken en nu vreest hij, dat de provincies niet
bereid zullen zijn tot een overeenkomst
Een ander bezwaar is, dat aldus de staats
mijnen een monopolie zouden krijgen.
Spr. meent, dat het beste resultaat verkre
gen wordt door oplichting van een naam-
looze vennuotschap in het mijngebied, die
electriciteit produceert, en die deze electri-
citeit langs een hoogspanningskabel door
het land leidt. Aandeelhouders moeten zijn
het Rijk en do provinciale bedrijven. Het
Rijk behoudt zich daarbij het naastingsrecht
voor om tot staatsexploitatie te kunnen ko
men.
Vervolgens pleit spreker voor finar.cieeJen
steun aan de Vereniging van directeuren
der electriciteitsbedrijven iiv Nederland.
Voor dit jaar zou voor haar rapport over de
electriciteitsvoorziening 10.000 noodig
zijn en in totaal 25.000.
Met de instelling van een Electriciteits-
raad kan worden gewacht, -otdat de Direo
teurenvereeniging gereed is met haar rap
port over de electridteitsvoorziening.
Ten slotte markt spreker nog een opmer
king over het te laat komen van treinen.
Oorzaak hiervan is, dat locomotieven van
treinen gebruikt worden voor andere ver
traagde treinen, in plaats dat men voor een
extra-locomotief zorgt aan een bepaald sta
tion.
De heer H a f f m a n s wijst op de betee-
k®nis der Maaskanalisatie in verband met
den kolenaanvoer.
De heer Gillissen betreurt het dat de
ondergrondsche telefoonverbinding Rotter
dam—'s Gravenhnge—Amsterdam nog niet
gereed is
Hij maakt bezwaar tegen rantsoeneering
van telefoongesprekken en wenscht in elk
geval een uitzondering voor handel en be
drijf.
Daarna wijst hij nog op de beteekenis der
draadlooze telegrafie, waarvoor meer ge
daan moet worden en dringt op spoed aan
voor de tot-stand-koming van de verbinding
met Indië.
De vergadering wordt verdaagd tot
Woensdag 11 uur.
Tweede Kamer
In de zitting van Dinsdag wordt besloten
te kwart over één de interpellatie-Beumer
betreffende de levensmiddelenvoorziening
van geïnterneerden en de interpellatie-San-
nes betreffende de levensmiddelenvoorzie
ning en inzonderheid de verlenging van den
geldigheidsduur derb roodkaart te behande
len. Het voorstel van den voorzitter om de
behandeling zoo noodig heden in de avond
vergadering voort te zetten, wordt aangeno
men met 37 tegen 30 stemmen.
Het voorstel-Dreseslhuys om het Wetboek
van Strafvordering, dat de Kamer de vorige
week van de agenda afvoerde, achteraan op
de agenda te plaatsen, wordt verworpen met
54 tegen 14 stemmen. Het wetsontwerp tot
opheffing van de belemmeringen aan tot
standkoming en instandhouding van electri-
citeitswerken in den weg gelegd, wordt aan
genomen met 37 tegen 29 stemmen, na ver
werping van het amendement-Bongaerts om
de levering der electriciteit voorop te stellen
bij geleiding van electriciteit.
De heer Beumer licht zijn interpellatie
toe betreffende de levensmiddelenvoorzie
ning van vreemdelingen en geïnterneerden.
Hij vraagt hoeveel vreemdelingen sedert 1
Aug. 1914 in ons land zijn toegelaten, of de
in ons land vertoevende krijgsgevangenen
en geïnterneerden gTOOter rantsoenen krij
gen dan de Nederlanders; of de regeering
bereid is met nadruk aan de betrokken re
geeringen te vragen levensmiddelen voor
vreemdelingen te verschaffen; welke maat
regelen zullen worden genomen ten aanzien
van de toelating van vreemdelingen; en of
maatregelen worden genomen om het ver
trek van vreemdelingen te bevorderen.
De heer S a n n e s betoogt, dat na het
levensmiddelendebat venvacht mocht wor
den, dat de duur der broodkaart op 11 dagen
zou zijn gehandhaafd. De ongeregeldheden
zijn de schuld der regeering en zullen voort
duren zoolang deze regeering aanblijft.
De regeering is schuldig door voor de
vermindering van het broodrantsoen geen
aanvulling in anderen vorm te geven. Spre
ker vraagt naar de redenen der verlenging
van den geldigheidsduur der broodkaarten;
of de regeering bereid is om aan de ver
lenging onverwijld een einde te maken, of
althans de verlenging eerst te doen ingaan
als aanvulling op andere wijze mogelijk is,
f de regeering bereid is een deel der mili
taire voorraden voor volksvoeding te be
stemmen en onder welke voorwaarden en
waarbrgen de regeering bereid is schepen
uit te zenden m tarwe te halen uit Amerika.
Minister Cort van der Linden
atwoordt den heer Beumer, dat hier verblij
ven ongeveer 100,000 Belgische vluchte
lingen, 3135 Engelsche militairen, 1407
Duitsche militairen, 679 ontvluchte krijgs
gevangenen, 1543 Russen en Polen, dat ge-
interneerde krijgsgevangenen en vluchte
lingen hetzelfde rantsoen krijgen als de bur
gers, dat aan België niet kan worden ge
vraagd om levensmiddelen voor Belgische
vluchtelingendat zou strijdig zijn met de
gastvrijheid. Maatregelen tegen de toela
ting van vreemdelingen wil de minister niet
nemen, evenmin als maatregelen tot uitzet
ting van Belgische en Duitsche vluchtelin
gen.
Minister Loudon deelt mede, dat
Duitschland het voor de Duitsche krijgsge
vangenen gebruikte zal vervangen en dat
met Engeland nog wordt onderhandeld over
de wijze, waarop het door Engelsche krijgs
gevangenen gebruikte zal worden vergoed.
Tevens deelde de minister mede, dat be
sprekingen worden gevoerd met Duitsch
land over het repatrieeren van Polen en
Ri n.
Minister Posthuma verklaart, dat
bij het levensmiddelertdebat de geheele mi
nisterraad den indruk had, dat de aanvoer
van graan uit Amerika zou slagen.
Aan de voorziening met magere kaas
wordt gewerkt als een paard. Spr. antwoordt
den heer Sannes, dat verlenging van den
geldigheidsduur der broodkaart het gevolg is
van het plotseling vervallen van de hoop op
graanaanvoer, en dat de regeering niet be
reid ?s, aan de verlenging een einde te ma
ken.
Ook deelt hij mede, d«at de verschaffing
van magere kaas 2öo hard loopt, als het kan
en dat een -wijziging der distributiewet, o.a.
bijv. tegen kettinghandel en hamsteren, ge
reed is.
De Minister van Oorlog verklaart,
dat wij de militaire voorraden zoolang moge
lijk moeten sparen.
Minister Loudon deelt mede, dat de
regeering bereid is, osvze schepen naar Ame
rika te zenden, ter vervanging van drie sche
pen, welke Amerika met graan wil doen la
den, zoodra een veilige overtocht is verze
kerd. Daartoe heeft de regeering zich tot
Duitschland gewend, doch nog geen ant
woord ontvangen. Van de zijde der geasso
cieerden is bericht ontvangen, dat na de in
beslagneming van 20 Maart in de havens
der geassocieerden komende schepen niet
zullen worden in beslag genomen.
De heer Sannes dient twee moties in,
één ter afkeuring van het beleid der regee
ring ten aanzien van de vermindering van
het broodrantsoen en een, waarbij opheffing
en inkrimping met gebruikmaking van mili
taire voorraden wordt gevraagd.
De heer Van Veen vraagt overlegging
van het protocol betreffende de vergoeding
der levensmiddelen voor de geïnterneerde
krijgsgeva ngene n
De heer Van Idsinga keurt scherp af,
'het hier onderbrengen van geïnterneerde
krijgsgevangenen
Te 4 uur 35 wordt de vergadering ver
daagd tot 8 uur 's avonds.
Avond-vergadering Dinsdag 16 April.
Geopend 8.05.
Voorzitter mr. D. Fock.
Interpellatie Beumer en Sannes.
De heer Koster (V. D„ Assen) merkt
op, dat na de aanneming der motie-Mar-
chant bij de Levensmiddelen-debatten, door
dezen minister weinig of niets is gedaan,
waardoor het vertrouwen van de Kamer op
nieuw ernstig is geschokt. De misère is nog
vergroot, vleesch wordt den menschen be
loofd, terwijl alleen op popier vleesch te
krijgen is; het broodrantsoen wordt vermin
derd, terwijl de beloofde kaas als aanvulling
nog altijd achterwege blijft. Spr. acht het
onmogelijk voor het overgroote deel der be
volking om met 200 gram per dag rond te
komen en dringt verder aan om luxe-artike
len ook op de broodkaarten verkrijgbaar te
stellen en inventariseering van alle voorra
den, desnoods met behulp van de militairen;
hier moet ingegrepen worden, 't koste wat
kost.
De heer de Wijckerslooth de
Weerdesteijn (R.-K., Wijk bij Duur
stede) komt op tegen de afkeuring van den
heer van Idsinga voor het herbergen van ge-
interneerden in ons land; hij beschouwt deze
gastvrijheid als een diplomatiek middel, het
welk ons misschien uit moeilijkheden zal
redden. Wat het broodrantsoen betreft, dit
is veel te laag en er moet aanvullend voed
sel komen, maar dit moet geschieden voor
een oproer uitbreekt, want doet men het
daarna, dan werkt men de relletjes in de
hand.
Aardappelen zijn in Brabant en Limburg
overvloedig te krijgen, waarom deze niet in
de distributie gebracht? Verder vraagt spre
ker inlichtingen waar en hoe de fabricage
der eenheidsworst geschiedt.
De heer v. Hamel (U.-L., Amsterdam
IV) zegt, dat wie het volk thans vleien met
graan van den oostkant, vleien met een
doode musch. Op het oogenblik kunnen wij
graantoevoer uit het Westen per schip niet
missen onder reserve, dat wij daarvoor niet
iets moeten missen wat meer waard is dat
graan. De regeering laat de kapiteins der
stilliggende schepen niet varen. Zij willen
het volle sop kiezen. Waarom gebeurt dit nu
niet? Als het vaststaat dat de schepen geen
diensten bewijzen aan de Geassocieerden en
dat ze terug komen, dan zal Duitschland ze
vrijlaten en is het niet gerechtvaardigd die
schepen thuis te houden. Spreker herinnert
aan de Nota's van Amerika en Engeland en
zegt dat er geen reden voor wantrouwen is.
De heer v. B e r e n s t e ij n (V.-D. Veen-
dam) begrijpt niet het beroep van den Mi
nister op de toegezegde 100,000 ton graan
uit Amerika bij zijn mededeeling dat het
graan tot Juli of Augustus kon strekken. Ook
begrijpt spr. niet dat men den dubbelen
voorraad peulvuchten van 1916 niet kan
komen tot het rantsoen van dat jaar. De
regeering dient met de meeste kracht het
graan te halen bij de boeren waar toch dit
zich bevindt T Spr. wijst op de militaire
voorraden. Hoe staat het met de onderhan
delingen met Duitschland Deze zijn te laat
begonnen en het gaat nu een slakkengang.
Er hangt veel van af, dat onze kolenvoor-
ziening op tijd gereed is. Spr. heeft indertijd
geen motie van afkeuring ingediend, doch
gaat nu met de motie-Sannes meê. Hij wil
ook terugbrenging der broodkaart op 11
dagen en beschikbaarstelling van bijvoe
ding.
De heer Snoeck Henkemans (G-
H. Apeldoorn) wijst er op, dat als men nu
Augustus haalt met het broodkoren, dan
kan men met de militaire voorraden de
broodkaarttermijn op 12 dagen stellen. Hij
gelooft niet dat er graan verborgen is, wel
erwten en boonen, hij stemt echter niet voor
de motie-Sannes, omdat de uitvoerbaarheid
niet is aangetoond.
De heer Ter Spill (V.-L. Utrecht)
noemt de overeenkomst inzake de geinter-
neerden een ongelukkige diplomatieke ro
mantiek en acht de critiek van den heer
Sannes ten volle verdiend. De redeneeering
van den Min. van Landbuw, dat hij het ge
beurde op 18 Maart niet kon voorzien, is
niets waard. Spreker komt cp tegen het ver
wijt van den heer Sannes, als zou Spr. de
verlenging van den broodkaartterbijn tot 17
dagen hebben bepleit. Het teekent, dat men
kon lezen dat de Minister verklaarde niets
te kunnen doen tegen het dispenseeren van
het slachtverbod door burgemeesters. Daar
uit blijkt, dat de Regeering zich beschouwt
als een aantal departementschefs, wier ver
antwoordelijkheid voor het regeeringsbeleid
zoek is. Waarom anders niet voorgesteld
de Gemeentewet te wijzigen. Spreker ver
wijt de Regeering niet het afslachten, wel
het stelseilooze afslachten. Hij ziet de toe
komst donker in. De Regeering mist de
zedelijke kracht om het volksvertouwen te
hebben.
Spreker zal tegen de tweede motie stem
men. Wat de eerste motie betreft, deze vindt
hij onnoodig, want het is onpractisch nunog[
de Kamer te doen ontbinden. Wat zal g&i
schieden als deze motie aangenomen wordf
en eene nieuwe verkiezing in het voorui&r
zicht te stellen?
De heer T r o e 1 s t r a (S. D. A. P. Leeu*
warden) zegt, dat deze motie zich tegen dq
Regeering in haar geheel richt, want dezQ
heeft zich bij de levensmiddelendebattert
solidair met den Minister van Landbouw!
verklaard. Heeft de Regeering nog wel oogt
voor de behoeften van ons volk. Spreketf
gelooft van niet, getuige het ontwerp bur
gerlijke dienstplicht, waartegen hij en zijrt
fractie zich verzetten zullen. Militairen heb*
ben aan de opstootjes deelgenomen, dil
duidt op anarchie in het leger. Spreker er*
kent de zwakheid van het parlement. Maar
dit bewijst niet de kracht der Regeering,
Zij, die vroeger tegen de motie van wantroi#*
wen hebben „gestemd, zullen nu moeten er*
kennen dat hij en zijn fractie toen in 't ge*
lijk waren. Spr. verwijt den heer Beumef
zijn kleine politieke spel.
Dit ministerie heeft de steun van zijn par*
tij verbeurd.
Men heeft spr. gevraagd, of zijn partij be*
reid was de plaats van de Regeering in te
nemen, of een bekwaam man had, ter ver*
vanging van den Minister van Landbouw
als deze uit zich zelf heengaat. Hij anf*
woordt: Als de Minister van Landbouw ons
program zal kunnen uitvoeren, zijn wij
bereid onzen besten man op 't gebied
der levensmiddelenvoorziening af te staan.
De Kamer zou zich onsterfelijk blamee*
ren als uit deze debatten geen verbetering
voor de arbeiders kwam. Spr. waarschuw!
dat wij niet aan het einde, maar aan het be*
gin der misère staan. De degeneratie is al*
gemeen.
Hij brengt een eeresaluut aan de moderns
sociaal-democratie die zich immuun heef!
weten te houden van den nood der tijden.
Spr. en zijn partij zullen dien weg volgen.
De heer v. d. Voort v. Z ij p (A. E.
Tietjerksteradeel) wijst op verschillende na*
latigheden der regeering in brood- eiï
vleeschvoorziening.
De heer Rutgers (A. R. Hilversum)
komt op tegen dé insinuaties van den heer
Troelstra tegen zijn partij.
De tijdelijke voorzitter van den Minister
raad, de heer Cort van der Linden,
verklaart de consequentie van de aanneming
der motie voor zich te trekken, maar dan
brengt de aanneming daarvan ook mede voor
den heer Troelstra en zijn partij optreden in
de regeering. Spreker vraagt geen steun van
den heer Troelstra en zijn partij, hij heeft al*
leen gezegd dat het een kracht is voor da
buitenlandsche politiek als de regeering dien
steun ontvangt. Het zal spreker en zijn ambt-
genooten aangenaam zijn de verantwoorde
lijkheid niet langer te behoeven te dragen.
Het is hem niet te doen om zijn zetel, maal»
treedt deze regeering af, dan zou dat tot eei\
algemeene verwarring lelden, en daarom al*
leeen waarschuwt spreker tegen aanneming
dezer motie.
De Minister van Landbouw con*
cludeert, dat de heer Sannes hem er eert
grief van maakt dat hij niet alle groeven itt
details beantwoordde. Spreker heeft bij 'I
Levensmiddelendebat 4 weken aar. een stirij
voot de Kamer gezeten. Een repetitie daar*
van is hem physiek onmogelijk. Dadelijk i^
aan de gemeentebesturen medegedeeld, dat
zij kaas konden bestellen. Er kwamen bestel*
lingen in tot een totaal van 486,000 Kg.; afc
geleverd is 143,000 Kg., de rest volgt def6
week. Te Leeuwarden ligt weer 460 000 Kg*,
gereed. De vervanging der commissies xaf
met de noodige geleidelijkheid geschieden.
Toen de commissie van bijstand den minis
ter ontviel, heeft spr. ook overwogen heen
te gaan, want 1 kan het werk niet doen van
4. Als mr. Schimm van der Loeff niet mochf
worden gerugsteund, dan gaat de minister
ook heen. Van algemeene rantsoeneering
schrikt spreker niet terug. De minister zal
door maatregelen in overleg met zijn ambt
genoot van oorlog het uiterste doen om van
het graan binnen te halen wat nog mogelijk
is. De nieuwe oogst komt wellicht 14 dagen
later dan zij venvacht is.
De stellingvoorraden zijn reserves voor de
mogelijkheid dat de raming der regeering
soms tegenvalt. Wat het vleesch betreft,
hiervan valt weinig te conserveeren, 1 Kg.
of Vt Kg. per hoofd. Toen maximumprijzen
niet hielpen zijn er per week 30,000 nuch*
tere kalveren gedistribueerd.
De eenheidsworst zal er komen zoodra er
voldoende voorraden zijn.
De minister verklaart niet te hebben ge
zegd een motie van wantrouwen in de aanne
ming der motie Otto te hebben gezien, hij
zal alleen zijn conclusie trekken.
Wat de motie-Sannes betreft, de brood-
toestand moet blijven zooals hij is. Spreker
gelooft dat de aanvulling met kaas voldoen*
de zal verloopen.
De Minister van Buitenland
sche zaken vindt diep bedroevend en
kleingeestig, hetgeen van Veen en van Td-
singa omtrent de krijgsgevangenovereen
komst gezegd hebben.
Spr. komt met verontwaardiging daarte
gen op en hoopt dat men in het buitenland
zal hooren dat hij met klem daartegen gepro
testeerd heeft.
De Minister van Oorlog verklaart
nog de aantasting der militaire voorraden
een militair nadeel te achten. Dit dient voor-
loopig niet te geschieden.
De stemming over de motie wordt be
paald op Donderdag.
Uil de Per».
Het praanaiinbod.
De Nieuwe C t. toont aan, dat Ke!
royale aanbod van Amerika hierop neen<
komt, dat Nederland 14,000 ton graan enl
wat bunkerkolen (beide natuurlijk tegen be*