aïOMWfTONirj ZÏ TT^T Z DÈ EEMLANDER" "BUITENLAND™ Het nest verstoord Yan week tot week. FEUILLETON. 16e Jaargang, tio. 243 pot t IXfr per week «met gr»tb terzeVering tegen ongelukken) f 0.11 ifzondertijk* nu«n»er* 003. Wekeltjkscb bijvoegde) •Da H*i**rvuw londct red«coe **d rhérèse Hoven) per 3 nuu»dtn 50 cent Wekelljksck blJvoegicl •9'irikrffw* per 3 nuunden 60 cent. JJ HOOFOREDACTEUR: M.. D. J. VAN SCHAARDENBURG UITGEVERSi VALKHOFF 4 C. BUREAU: ARNHEMSCHE POORTWAL. HO.K utricnt»CM.§T«. IN1ERC0MM. TELEFOONHUMMER 513 Maandag 13 Mel I9ie diensrjjnbiedinRCD I—5 regel» f 0J0. groot, OMt pluttnjlmtc. Vooi handel en hedrljl bestua leci eoordcellge bep.Ilngen tut hel herhaald idee» tcercn In dit Blad, by abonnement Eeae drculoire, bevattende da voorevaarden, wordt op aanvraai toegezonden. Was dat nu al? zal menigeen verwonderd ^ch afgevraagd hebben, na lezing van de offi- decle mcdedeelingen over onze jongste span ning met Duitschland. Moest daarom zoo'n ■ware deining gaan en min. Loudon den toe- ■land zoo ernstig noemen? De punten ran gedac?-ten wisseling schenen op zicb zelf al heel weinig mogelijkheid tot oorlogs^evasr op te leveren. Het Duitsche be- swaar t*<<?n zekere douane-maatregelen kon gexnakkeüjX ondervangen worden; leg^n niel- miiitajr transport over 'n spoorlijn dwars door Limburg kan Nederland op grond van oude tractaten niets inbrengen; en de hernieuwde doorvoer van grint blijft zelfs nog beneden het Yoor it iet-militaire doeleinden in België nocdig geacht.» quantum. Wij mogen min Lou don gclufcv»en*ch*n mei hei resultaat maar hoe had een dt-zer «juae^tips welke voor de beslissing Yan den oorlog toch van bitter wei nig bclcekenis voor DuiLschirnd zijn, en ten opzichte waarvan het dan ook wel van toe geven wist, ons land in den oorlog kunnen skepen? De vraag ligt voor de hand; men ver- getc echter niet, dat tegenwoordig voor n oorlog 'n casus belli geenszins noodzakelijk is. 't Is voldoende dal een der partijen den oorlog wenschl, wijl hij in den waan ver keert dat z'n buurman of diens land in eenig opzicht voor zijn oorlogvoering van belang kan zijn; en het getuig! dan, van ongewone hoffe lijkheid als hij nog moeite wil doen om eenig voorwendsel te vinden, de meer gebruikelijke weg is 'n rcchtstreeksch ultimatum. Maar dan kan het ook niet verwonderen dat onze rcgecring hare oorlogsmaatregelen nam .en ons volk ongerust werd, toen het vernam, dal Duitschland troepen concentreerde langs onze grenzen. Wellicht heeft Duitschland, niet vertrouwen de op genoegzame voortvarendheid, ons willen intimideeren en tot spoed aanjagen, 't Middel was ietwat grof doch vrij onschuldig. Mis schien zelfs in een opzicht nuttig. Wij Nzijn immers zoo stellig overtuigd dat onze neutra liteit bij den militairen toestand van het oogen- blik, voor beide partijen van het grootste be lang is. Welnu, April 1918 heeft ons weer eens geleerd ten alle tijde op onze hoede lc zijn tegen mogelijke „flaters" van welken kant dan ook. De geheele oorlog is de grootste, bloedig ste, noodlottigste „flater" geweest welke de menschheid kent. Wie cn wat zal ons waar borgen, dat ook wij te eeniger tijd niet het slachtoffer van 'n nieuwe flater zouden kunnen worden? Als er een waarborg bestaal, dan is dit slechts ons gemobiliseerde leger, gelijk dezer dagen nog op 'n verkieziugsmeeling de soc- dem. Duys erkende. Maar dan kan men ook wel alle hoop op een spoedige demobilisatie laten varen De bevredigende oplossing van het conflict, is niet geheel naar den zin van die fanatieke pro-geallieerden, die ons liefst de zijde der Entente zagen kiezen, onverschillig welke dc gevolgen voor land en vólk zouden zijn. Nauw verhelen zij hun teleurstelling over den geluk kigen afloop en ongeduldig roepen zij uit: „thans is het woord aan de geassocieerden." Zij vergissen zich, de geassocieerden zien van het woord af. Min. Loudon heeft n.l. ook meegedeeld, dat dc geallieerden met het oog op Nederland's positie (cn waarschijnlijk ook met het oog op hun eigen situatie) bij de ge troffen overeenkomst zich zullen neerleggen. En intusschcn duren de onderhandelingen met Duitschland voort over ijzer, steenkool en scheepvaart cn graanaanvoer uit Amerika. De Pruisische conversatieven, die zich zoo gaarne opwerpen als dc steunpilaren van troon cn gezag, hebben het woord van den keizer ongedaan v.illen maken. In het Huis van Afgevaardigden hebben zij het gelijke kiesrecht, dat door den keizer koning beloofd was, afgestemd en zicli voor 'n meervoudig kiesrecht verklaard. Baten zal het niet. Het Pruisische Huis van Afgevaardigden kan door dc voorhistorische wijze van samenstelling moeilijk voor 'n volks vertegenwoordiging gelden en veel omslag zal de Regeering er niet mee maken. Door de kortzichtigheid van de conservatieven mag de Veroordeel niet dengene dien gij niet beoorciefcler. kunt. slaat niet in gevaar gebracht worden cn de Rcgecring zal dus wel weten hoe te handelen. Maar 't gebeurde heeft weer eens bewezen dat dc „trouw" der conservatieven aan vorst cn vaderland slechts dan bestaat wanneer in h u n geest geregeerd wordt. In Engeland is de Regeering voor dc zoo- veelste maal 'n crisis te boven gekomen. Het land raakt Lloyd George nog niet kwijt, even min als Frankrijk Clcmenceau. Beiden willen den oorlog blijven voortzetten tot den laatsten man. Die laatste man, dien zij waarschijnlijk zelf zullen zijn, zal dan natuurlijk gespaard moeien jvoren tot voortzetting van het door den oorlog veredelde ras. Tot heden hébben beide oorlogsmannen zich op schier verwonderlijke wijze weten te hand haven. Maar met den dag wTordt hun positie zwakker. In Frankrijk woekert het verzet min der openlijk maar misschien des te zekerder voert, in Engeland daarentegen komt liet tel kens tut 'n crisis, waar Lloyd George nog altijd zegevierend uit te voorschijn getreden is. Zoo ook nu weer. Na de tallooze gepareerde slagen .scheen eindelijk de treffer te komen van den Engclsehcn generaal Maurice, 'n zeer hooggeplaatst militair, die de Regcering open lijk beschuldigde het volk omtrent de militaire situatie misleid tc hebben. Maar hoe dreigend de toestand zich liet aanzien, George wist hem meester tc worden; met groote meerderheid verwierp het Parlement 'n voorstel van Asquith om 'n onderzoek in tc stellen omtrent dc be- beschuldigingen van generaal Maurice. Lloyd George voor de zooveelstc maal gered, voor dc oorlogskliek blijft hij gespaard en de generaal zal vervolgd worden wegens discipli nair optreden. Wij durven het Engclsche volk niet geluk- wenschen. De vrede van de Cenlralen met Roemenië, welke thans bekrachtigd is, moge 'n waarschu wing zijn voor alle kleine volkeren die nog be geerte mochten koesteren zich in de oorlogs baaierd te storten. Alles in aanmerking genomen, is Roemenië er nog genadig afgekomen, 't Verliest slechts de landstreek Dobroedsja, welke het kort ge leden op Bulgarije veroverd had, en moet 'n grenswijziging ondergaan in het strategisch belang van Hongarije. Daarentegen krijgt het 'n kansje om 'n brok van Russisch Bessarabië te bemachtigen. Intusschcn blijft het gansch onder den in vloed der Ccntralen, die het voorloopig dan ook niet ontruimen en tal van economische voordeelen bedongen hebben. Officieel is het in hel Oosten nu oyeral vrede. In plaats van door Rusland en Roemenië ver pletterd tc zijn, zien de Cenlralen thans beide landen vernietigd en geknecht. In hel Westen acht de Enlentc den tijd voor 'n vrede door overeenkomst nog niet gekomen. Inderdaad, Frankrijk en Engeland zijn er ge lukkig nog niet zoo ver aan toe als de ramp zalige volkeren uit het Oosten.-Maar moet hel dan zoo ver komen, aleer m^ri het oogenblik voor den vrede .aanwezig acht? Dc boozc plannen van Duitschland, dat men er van verdacht nieuwe vredesvoorstellen te beramen, heeft men tijdig verijdeld door ze reeds bij voorbaat af te wijzen. Dat is in derdaad weer 'n schitterende overwinning, want als Duitschland nu eens niet 'n Russi- schen doch 'n aannemelijker! vrede had aange boden, zou het moeilijk geweest zijn den drang des volks langer tc weerstaan. Politiek Overzicht De vrede met Rumenië. m. Het verdrag, dat den 7en Mei te Bukarest is onderteekend, houdt een vrede in, zooals pleegt te worden gesloten tusschen den overwinnaar en den overwonnene. Het „Vae victisl" (Wee den overwonnene) komt dui delijk uit in de bepalingen, die aan Rumenië opleggen gedeelten van zijn gebied af te staan aan Oostenrljk-Hongarije. Toch straalt in deze bepalingen ook een streven door om niet tot het uiterste te gaan. Men heeft maat gehouden in de vernedering, die aan Rume nië is opgelegd. Van de Dobroedsja is al leen het zuidelijke gedelte, dat in 1913 aan Bulgarije was afgedwongen, rechtstreeks aan dat land teruggegeven. Voor den afstand van het noordelijke gedeelte is een tusschen- vorm bedacht; hiervan is de vierbond in zijn geheel de verkrijger en Bulgarije zal zich de overdracht er van moeten verzekeren door concessiën op ander gebied. Wat Oostenrijk-Hongarije betreft, heeft graaf Czernin in zijne bekende rede van 2 April verklaard, dat hij met zorg er op be dacht is geweest bij de grensverbeteringen aan Rumenië niets te ontnemen, wat een blij vende doorn in de Rumeensche psyche zou kunnen achterlaten, omdat hij wilde, dat de wonden, die deze oorlog Rumenië heeft ge slagen, zich weer zouden sluiten en zouden genezen. Verder heeft deze staatsman, die nu niet meer in functie is, maar wiens geest toch voortleeft in het departement van bui- tenlandsche zaken te Weenen, aan Rumenië het uitzicht geopend op eene compensatie voor 't geen het heeft verloren, door te zeg gen „Rumenië's toekomst ligt in het oos ten. Een groot deel van Bessarabië is door eene Rumeensche bevolking bewoond en vele aanwijzingen duiden aan, dat deze Ru meensche bevolking eene nauwe aansluiting aan Rumenië wenscht. Wanneer Rumenië zich op een open, eerlijken, vriendschappe- lijken voet met ons plaatst, zullen wij er niets tegen hebben aan deze uit Besserabië komende neigingen tegemoet te komen. Ru menië kan in Bessarabië veel meer winnen, dan het in dezen oorlog heeft verloren." Sedert deze woorden gesproken werden, is Rumenië niet zonder succes werkzaam ge weest om zijne vereeniging met Bessarabië tot stand te brengen. Het is nog onzeker wat het protest van de Ukraine daartegen zal uitwerken. Maar dit is in ieder geval zeker, dat Rumenië in zijne pogingen in die rich ting van de centrale mogendheden eerder medewerking dan tegenstand heeft te ver wachten. De voordeelen, die Duitschland voor zich verkregen heeft bij dezen vrede liggen op een ander gebied, maar ook daarbij is in den zelfden geest gehandeld. Terwijl Oostenrijk- Hongarije en Bulgarije in de eerste plaats bedacht waren op territoriale winsten, is Duitschland voor zijne economische belan gen opgekomen, riet heeft zich bovenal de zekerheid verschaft, dat de rijke petroleum- voorraden, die in den Rumeenschen gTond aanwezig zijn, tot zijne beschikking komen in zoodanige mate, dat het, wat dit gewichtige artikel betreft, van Amerika onafhankelijk wordt. Verder is er voor gezorgd, dat de graanvoorraden van Rumenië dienstbaar worden gemaakt ter voorziening in de Duit sche behoeften. Daarbij heeft men zorg ge dragen den Rumeenschen staat financieel bij de regelingen op economisch gebied te inte resseeren. Ook de medewerking, die is verleend om aan Bulgarije het recht van souvereiniteit op de Dobroedsja te verschaffen, heeft Duitsch land zich laten betalen met economische voordeelen. De Berlijnsche correspondent van de Frankf. Ztg. schrijft daarover: „Bulgarije verbindt zich hiertegenover alle vlottende schulden, die het in Duitschland voor legerleverantiën heeft opgenomen, vol ledig te erkennen en te consolideeren. Tot dit doefr zal bij de Sobranje .een crediet- voordracht voor de in Duitschland gedane bestellingen, die in totaal \Yi milliard be dragen, ingediend en tot dekking van deze schulden een 4 pets. leening uitgegeven worden. Verder zal Bulgarije de vroeger reeds met eene Duitsche maatschappij ge sloten, maar later betwiste overeenkomst over de exploitatie van de mijnen Pernik en Bor gestand doen. „Van veel gewicht voor Duilhchland zijn de bepalingen over de exploitatie van de haven van Konstanza en den spoorweg Kon stanzaTsernawoda. De aanleg van haven werken in Konstanza en de exploitatie van die werken wordt opgedragen aan een Duitsch-Bulgaorsche maatschappij, en even eens het bestuur van den spoorweg Kon stanzaTsernawoda, waarop de Duitsche invloed zekergesteld wordt met inachtne ming van de Bulgaarsche souvereiniteit. Eindelijk doet Bulgarije ook nog afstand van zijn aandeel in den Rumeenschen buit, in zonderheid van het graan uit de noordelijke Dobroedsja. Soortgelijke financieele schik kingen als met Duitschland heeft Bulgarije met Oostenrijk-Hongarije gemaakt; de vor deringen voor legerleverantiën van dezen bondgenoot zijn echter belangrijk lager en bedragen 450 millioen kronen. Voorts staat Bulgarije toe, dat Oostenrijk-Hongarije door het district Nigotin, op voormalig Servisch gebied, tot verkorting van den Donauloop een kanaal kan graven. „Bulgarije kan deze concessiën aan Duitschland en Oostenrijk-Hongarije niet drukkend voelen, want het heeft in dit vre desverdrag meer bereikt dan het voor eenige jaren had kunnen hopen. Dit verdrag maakt uit het vroegere Bulgarije een Groot-Bul- garije, dat de eerste staat op den Balkan is. Oostenrijk-Hongarije heeft eene beveiliging van den Karpathenkam gekregen en neemt deel aan de economische voordeelen, die door Rumenië aan de beide centrale mo gendheden zijn toegekend. Voor Duitsch land bestaat de groote waarde van het Ru meensche vredesverdrag hierin, dat het de graanoverschotten van het land gedurende den oorlog en vele jaren daarna gewaarborgd zijn en dat het in de verzorging met petro leum onafhankelijk is geworden van de Ver- eenigde Staten. Het bezit van den spoorweg TsernawodaKonstanza en de regelingen, die de haven van Konstanza betreffen, ver schaffen den Duitschen handel een vasten verbindingsweg naar de Zwarte zee en naar Klein-Azië en den Kaukazus." Dö oorlog. Op het westelijke front blijft de strijd van geringe beteekenis. Uit Londen wordt be richt, dat de Franschen hunne stellingen ten noorden van Kemmel verbeterd hebben Het Duitsche bericht meldt ovet den strijd op dat punt, dat de vijandelijke aanval, die daar werd ondernomen, in een bajonet- strijd tot mislukking is gebracht. In Noord-Italië meldt het bericht uit Rome, dat de Monte Corno, in het Pasubio- gebied, veroverd is. Volgens het Oosten- rijksche bericht zijn de Italianen daarin de voorste Oostenrijksche linie gedrongen en zijn zij den volgenden dag er weer uitge worpen. Weenen, 11 Mei. (Corr.-bur.) Keizer Karei 'heeft zich gisteravond naar het Duit sche hoofdkwartier begeven. Hij wordt ver gezeld door den eersten hofmeester, den minister van buitenlandsche zaken en den chef van den generolen stafwon Arz. Bij de behandeling van de marinebegroo- ting in den Duitschen rijksdag werd gecon stateerd, dat, al bestaat er verschil van meening over de politieke beteekenis van den duikbootoorlog, allen het eens zijn over de militaire waarde van het duikbootwapen en den onbepeikten duikbootoorlog onvoor waardelijk willen voortzetten. De oorkonde der erkenning van Litauen als onafhankelijke staat door het Duitsche rijk is den 4en Mei te Kowno aan het bu reau <ran den landsraad overhandigd. B e r 1 ij n, 11 Mei. (W. B.) De bondsraad heeft, met het oog op de duurte, besloten de vergoeding voor de leden van den rijksdag van 3000 tot 5000 mark te verhoogen. B e r 1 ij n, 12 Mei. (W. B.) De afgevaar digde Stresemann heeft in den Rijksdag do volgende vraag gesteld: Volgens een met Groot-Brittonnië getrof fen overeenkomst zullen de lijsten der ge vangenen regelmatig, en zooveel mogelijk eenmaal per weck, door tusschcnkomst der gezanten, die met het behartigen der belan gen van de oorlogvoerende staten zijn be last, zonder vertraging aan de wederzijdschc regeeringen worden uitgereikt. Groot-Brit- tannië beschouwt civiele gevangenen ook als krijsgevangene#. Is het den rijkskanselier bekend, dat tot heden noch aan het ministerie van Buiten landsche Zaken, noch aan het ministerie van Koloniën uit Engeland of de Duitsche kolo niën lijsten zijn ontvangen van de zich daar in gevageschap bevindende Duitsch^'onder- donen? Het antwoord luidde, dat, met uitzondering van die uit Oost-Afriko, de lijsten voor handen zijn. B e r 1 ij n 11 Mei. (W. B.) Op de acht ste oorlogsleening zijn in de eerste week van Mei 313 millioen mark gestort. Het ge storte bedrag is thans 13.563 millioen mark, zijnde 91.9 pet. van de inschrijvingen. Weenen, 12 Mei. (Corr.-bur.) Het heden gepubliceerde rechts-politieke nnn- vullingsverdrag van het vredesverdrag tus schen Oostenrijk-Hongarije en Rumenië regelt het herstel der openbare en particu liere rechtsbetrekkingen, de vergoeding van oorlogs- en burgerlijke schade, de uitwisse ling van krijgsgevangenen en burgerlijke ge- interneerden, het amnestie-vraagstuk bene vens de behandeling der in de macht van den tegenstander geraakte schepen en an dere verkeersmiddelen. De bepalingen van dit 19 artikelen bevattende verdrag komen in hoofdzaak overeen met die, welke in het Duitsche verdrag zijn opgenomen. Het verdrag bevat verder de wederzijd- sche verplichting der contracteerende par tijen, binnen hun gebied geen agitatie, geen propaganda en ook geen andere handelin gen te dulden, welke direct of indirect tegen de onschendbaarheid dezer gebieden, tegen de wettelijke orde en veiligheid of tegen de openbare rust der andere contracteerende partij gericht zijn, en meer in het bijzonder inzamelingen, of het gebruik van subsidies, giften of welke andere bijdragen ook ten behoeve van een dusdanige propaganda to beletten, terwijl zij er voor moeten zorgen, dat slechts zoodanige schoolboeken en an dere leermiddelen worden toegelaten, wel ker inhoud niet indruischt tegen bovenge melde verplichtingen, respectievelijk nieuwe desbetrefende strafbepalingen moeten in voeren. Van de volgens dit aanvullingsverdrag aan Oostenrijk-Hongarije te storten betalin gen, moet Rumenië 35 millioen kronen ef fectief in goud, berekend naar de munt- pariteit, betalen, binnen twee jaren na do ratificatie van het vredesverdrag. Oosten rijk-Hongarije verklaart zich echter bereid, van,dit bedrag afstand te doen, wanneer me! betrekking tot de regeling van het in do komende jaren af te wikkelen betalings-ver- keer tusschen de monarchie en Rumenië een voor beide partijen bevredigende over eenkomst tot stand is gekomen. Als waarborg voor den openbaren schul- dendienst van Rumenië ten aanzien van on derdanen der monarchie resp. van Bosnië- Herzegowina geeft Rumenië de bij de Deut sche Reichsbank gedeponeerde credieten Honsan^door ERIK LIE. Geautoriseerde vertaling uit het Noorsch door A. M. van d e r L i n d e n—v an Eden. Het geheim was niet zoo verschrikkelijk als gemeend had. Andere ouders waren im- rs ook wel gescheiden, laar alles was zoo wonderlijk om aan te «iikcn.,Zij kon het niet vallen het was on- :cgrijpclijk. 'isleren avond had mama het verteld •n haar en aan Thcrvald en Leif. En de stem mama had zoo vreemd geklonken, terwijl i sprak; zij had hdn gekust en zij hadden -lekjes op bed gekregen. Zooals zij daar stond denken, voelde zij plotseling een zachte "iid over haar haren strijken.... 'Iet was juffrouw Baltzerscn, die klaar was me! haar boterham en nu eens naar haar meisjes ging kijken. Zij had waarschijnlijk ook he! nieuws gehoord wanneer het haar niet reeds lang bekend was- geweest. Margot voelde de bruine oogen van de juf frouw op zich rusten. Zij keken haar zoo warm aar. als om haar te trnoslei Nogccns gleed de hand 1: over haa, hoofd zoo zacht, zoo imend... Dit kop Margot niet langer weerstaan. Het begon om haar mondhoeken te trillen. Toen kwamen dc tranen te voorschijn en zij snelde naar haar klasse terug. III. Niet zelden rust er een sprookjesachdg waas over oude gaarden. Een ervaren oog kan er in lezen als in een geschiedboek. Het éóne geslacht na het andere heeft, om zoo te zeggen, zijn persoonlijkheid daaraan afgege ven en er een stemming aan verleend, die enkele gedeelten van het gebouw beheerscht als een booze of goede geest. Enkele zalen of kamers spreken van licht en vreugde, terwijl andere vertellen van de diepten van mcnsche- lijkc ellende. Flöien was een van deze bezittingen, die in hooge mate den stempel droegen van een krachtig en veelsoortig leven in de oude tij den. Hier hadden oude scheepsreeders ge woond en toen waren de zalen gevuld ge weest met glans en rijkdom en geluk. Maar er waren ook dagen gekomen toen armoede cn vertwijfeling den schepter voerden in de groote kamers. Toen ging de gaard van hand tot hand als een kleinood, dat uitsluitend ge waardeerd werd naar de waarde van het geld De gaard was in den tijd gebouwd, toen de betrekking met Holland bijzonder levendig was. Het hoofdgebouw droeg nog den stempel van buitenlandschen smaak en stijL Het dak was overhangend gebauwd als een stormhoed Cn allerlei soort erkers en uitbouwsels waren tusschen de blauwzwafte, glinsterende dak pannen aangebracht Op de tweede verdieping Ion nog kamers gevonden met bedsteden in den muur en deuren met metalen beslag en bijna geheel uitgewischte beschildering. Maar hel grootste deel was in den loop der lijden veranderd geworden. De nauwe, don kere gangen en trappen, waarin het licht viel van de groen gekleurde ruiten, waren wegge nomen en nieuwe waren er voor in de plaats gekomen, met groote vensters, die licht en lucht toelieten. Een prachtige lial, die beide verdiepingen bestreek en vanwaar uit mooie wenteltrappen voerden naar de verschillende, met porlières behangen deuren der kamers, nam het gehcclc binnenste van het huis in En builen van de groote veranda's om niet te spreken van den witten, vierkanten toren, boven op het dak had men een vrij en ruim uitzicht over Skjaergaardslrand met de eiland jes en de zee op den achtergrond. In de verte zag men de groote booten noord waarts en zuidwaarts stoamen, die tijdingen droegen uit vreemde en verre landen. In do donkere nachten lichtten, hun lantarens als geheimzinnige vuren. En dc vuurtoren op de landtong van Skjacrgaard doorsneed den nacht in gestadige afwisseling van wit en rood gekleurde lichtbundels. De stemming die in de laatste jaren in hot mooie, voorname huis van directeur Klinge heerschte, was meestal onheilspellend. Nooit hoorde men de kinderen lachen en stoeien, nooit klonk er zang of muziek. Men sprak zacht en liep op de teencn, en dc dienstboden keken altijd met een angstig gezicht naar bin nen. "Wanneer het rijtuig van den directeur het door groote, massieve buitengebouwen om ringde hofplein opreed, werd de stille dubbel drukkend in huis. Zijn zwijgende, gebiedende verschijning boezemde ieder vrees in. Het was zóóver gekomen of beter gezegd: de koele verhouding tusschen het echtpaar had zulke afmetingen aangenomen dat de directeur nooit met dc maaltijden thuis was. Hij haU het zoo ingericht, dat hij eerst thuis kwam nadat de kinderen uit school gekomen waren en gegeten hadden. Dit was zoo vanzelf gekomen, gedeeltelijk als een gevolg van de gedurige cn opwindende tooncclen cn gedeel telijk met het oog op zijn tijd. Kurt Adelaar Klinge's lijd was namelijk zeer bezet geworden, hetgeen dan ook zijn talrijke titels aanduidden. Naar dc vele en verschillende ondernemingen, waaraan hij deel nam, was hij beurtelings directeur .van de badplaats, bankdirecteur, vice-consul, kas sier en president. Hij was dc geboren onder nemer, die zelf ideeën had cn die ook in slaat was die van anderen in dc vlucht tc grijpen. Door zijn durf, door zijn vlug handelen en zijn ambitie stond hij sedert lang aan de spits van dc zakenwereld. Iedere kleine plaats heeft nu eenmaal haar koning. Iloe kleiner de stad is, des te grooter is hij. En de koning van Skjaergaardslrand was Kurt Adelaar Klinge. Er was geen onderneming, geen vereeni ging, geen vergadering waar hij geen deel van uitmaakte. Altijd was hij onderweg, cn altijd maakte hij nieuwe plannen. Ilij was de man van het initiatief; zijn werkkracht scheen on verslijtbaar tc zijn en altijd had hij lijd voor het gezelschapsleven, dat hij in zijn kwaliteit als directeur van de badplaats moest mee maken. In de lichte tuinkamer zal mevrouw Marina Klinge over haar handwerk gchogen. Nu cn dan liet zij het op haar school zinken cn staar de in gedachten uit het raam. Ilaar vroeger zoo zwaar, zwart haar vertoonde hier en daar een zilveren glans en haar jeugdig figuur was verdwenen. Er lag een vermoeide, doffe uit drukking over haar iels van lijdelijke be rusting, zooals inen niet zelden ontmoet hij menschen, die eenmaal het aschgrauwc ge laat der teleurstelling hebben aangestaard. Maar baar donkerblauwe oogen achter dc zwarte oogharen waren nog die van een jong meisje En haar frisschc landen waren nog als een rij paarlen. De verborgen grond van alles was, dal zij nooit nooit van haar man had gehouden. In hel begin had zij tol hem opgezien en zij was zoools de heele stad vol bewonde ring geweest voor het avontuurlijke cn held haftige van zijn persoon. In jeugdige onbe dachtzaamheid had zij de vcrbindtcnis met hem aangegaan op dezelfde wijze, zooals ze van woonplaats had kunnen veranderen of in een andere levenswijze zou zijn overgegaan. Zij had niet recht begrepen wat zij deed Zij was zijn eigendom geworden, even prozaisch' en zakelijk als liet heerenhuis Flöien. Eerst toen de kinderen waren geboren, eerst; toen waren haar oogen opengegaan in klaar bewustzijn. Maar toen lag de jeugd achter haar als in een verren nevel. N u stond het zoo ontzettend zoo ontzet* tend helder vóór haar. En zij bloosde tot uï de ziel, wanneer zij dacht aan alles wal ge* beurd was. Zij was slechts een schakel een levcn- looze hoeksteen geweest in een jpoote zaak. (Wordt ver?olgd3

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1918 | | pagina 1