aïOMWfTONirj ZÏ TT^T Z
DÈ EEMLANDER"
"BUITENLAND™
Het nest verstoord
Yan week tot week.
FEUILLETON.
16e Jaargang, tio. 243
pot t IXfr per week «met gr»tb terzeVering
tegen ongelukken) f 0.11 ifzondertijk* nu«n»er*
003. Wekeltjkscb bijvoegde) •Da
H*i**rvuw londct red«coe **d rhérèse Hoven)
per 3 nuu»dtn 50 cent Wekelljksck blJvoegicl
•9'irikrffw* per 3 nuunden 60 cent.
JJ
HOOFOREDACTEUR: M.. D. J. VAN SCHAARDENBURG
UITGEVERSi VALKHOFF 4 C.
BUREAU: ARNHEMSCHE POORTWAL. HO.K utricnt»CM.§T«.
IN1ERC0MM. TELEFOONHUMMER 513
Maandag 13 Mel I9ie
diensrjjnbiedinRCD I—5 regel» f 0J0. groot,
OMt pluttnjlmtc. Vooi handel en hedrljl bestua
leci eoordcellge bep.Ilngen tut hel herhaald idee»
tcercn In dit Blad, by abonnement Eeae drculoire,
bevattende da voorevaarden, wordt op aanvraai
toegezonden.
Was dat nu al? zal menigeen verwonderd
^ch afgevraagd hebben, na lezing van de offi-
decle mcdedeelingen over onze jongste span
ning met Duitschland. Moest daarom zoo'n
■ware deining gaan en min. Loudon den toe-
■land zoo ernstig noemen?
De punten ran gedac?-ten wisseling schenen
op zicb zelf al heel weinig mogelijkheid tot
oorlogs^evasr op te leveren. Het Duitsche be-
swaar t*<<?n zekere douane-maatregelen kon
gexnakkeüjX ondervangen worden; leg^n niel-
miiitajr transport over 'n spoorlijn dwars door
Limburg kan Nederland op grond van oude
tractaten niets inbrengen; en de hernieuwde
doorvoer van grint blijft zelfs nog beneden
het Yoor it iet-militaire doeleinden in België
nocdig geacht.» quantum. Wij mogen min Lou
don gclufcv»en*ch*n mei hei resultaat maar
hoe had een dt-zer «juae^tips welke voor de
beslissing Yan den oorlog toch van bitter wei
nig bclcekenis voor DuiLschirnd zijn, en ten
opzichte waarvan het dan ook wel van toe
geven wist, ons land in den oorlog kunnen
skepen? De vraag ligt voor de hand; men ver-
getc echter niet, dat tegenwoordig voor n
oorlog 'n casus belli geenszins noodzakelijk
is. 't Is voldoende dal een der partijen den
oorlog wenschl, wijl hij in den waan ver
keert dat z'n buurman of diens land in eenig
opzicht voor zijn oorlogvoering van belang kan
zijn; en het getuig! dan, van ongewone hoffe
lijkheid als hij nog moeite wil doen om eenig
voorwendsel te vinden, de meer gebruikelijke
weg is 'n rcchtstreeksch ultimatum.
Maar dan kan het ook niet verwonderen dat
onze rcgecring hare oorlogsmaatregelen nam
.en ons volk ongerust werd, toen het vernam,
dal Duitschland troepen concentreerde langs
onze grenzen.
Wellicht heeft Duitschland, niet vertrouwen
de op genoegzame voortvarendheid, ons willen
intimideeren en tot spoed aanjagen, 't Middel
was ietwat grof doch vrij onschuldig. Mis
schien zelfs in een opzicht nuttig. Wij Nzijn
immers zoo stellig overtuigd dat onze neutra
liteit bij den militairen toestand van het oogen-
blik, voor beide partijen van het grootste be
lang is. Welnu, April 1918 heeft ons weer eens
geleerd ten alle tijde op onze hoede lc zijn
tegen mogelijke „flaters" van welken kant dan
ook. De geheele oorlog is de grootste, bloedig
ste, noodlottigste „flater" geweest welke de
menschheid kent. Wie cn wat zal ons waar
borgen, dat ook wij te eeniger tijd niet het
slachtoffer van 'n nieuwe flater zouden kunnen
worden? Als er een waarborg bestaal, dan
is dit slechts ons gemobiliseerde leger, gelijk
dezer dagen nog op 'n verkieziugsmeeling de
soc- dem. Duys erkende.
Maar dan kan men ook wel alle hoop op
een spoedige demobilisatie laten varen
De bevredigende oplossing van het conflict,
is niet geheel naar den zin van die fanatieke
pro-geallieerden, die ons liefst de zijde der
Entente zagen kiezen, onverschillig welke dc
gevolgen voor land en vólk zouden zijn. Nauw
verhelen zij hun teleurstelling over den geluk
kigen afloop en ongeduldig roepen zij uit:
„thans is het woord aan de geassocieerden."
Zij vergissen zich, de geassocieerden zien
van het woord af. Min. Loudon heeft n.l. ook
meegedeeld, dat dc geallieerden met het oog
op Nederland's positie (cn waarschijnlijk ook
met het oog op hun eigen situatie) bij de ge
troffen overeenkomst zich zullen neerleggen.
En intusschcn duren de onderhandelingen
met Duitschland voort over ijzer, steenkool
en scheepvaart cn graanaanvoer uit Amerika.
De Pruisische conversatieven, die zich zoo
gaarne opwerpen als dc steunpilaren van troon
cn gezag, hebben het woord van den keizer
ongedaan v.illen maken.
In het Huis van Afgevaardigden hebben zij
het gelijke kiesrecht, dat door den keizer
koning beloofd was, afgestemd en zicli voor
'n meervoudig kiesrecht verklaard.
Baten zal het niet. Het Pruisische Huis van
Afgevaardigden kan door dc voorhistorische
wijze van samenstelling moeilijk voor 'n volks
vertegenwoordiging gelden en veel omslag zal
de Regeering er niet mee maken. Door de
kortzichtigheid van de conservatieven mag de
Veroordeel niet dengene dien gij niet
beoorciefcler. kunt.
slaat niet in gevaar gebracht worden cn de
Rcgecring zal dus wel weten hoe te handelen.
Maar 't gebeurde heeft weer eens bewezen dat
dc „trouw" der conservatieven aan vorst cn
vaderland slechts dan bestaat wanneer in h u n
geest geregeerd wordt.
In Engeland is de Regeering voor dc zoo-
veelste maal 'n crisis te boven gekomen. Het
land raakt Lloyd George nog niet kwijt, even
min als Frankrijk Clcmenceau. Beiden willen
den oorlog blijven voortzetten tot den laatsten
man. Die laatste man, dien zij waarschijnlijk
zelf zullen zijn, zal dan natuurlijk gespaard
moeien jvoren tot voortzetting van het door
den oorlog veredelde ras.
Tot heden hébben beide oorlogsmannen zich
op schier verwonderlijke wijze weten te hand
haven. Maar met den dag wTordt hun positie
zwakker. In Frankrijk woekert het verzet min
der openlijk maar misschien des te zekerder
voert, in Engeland daarentegen komt liet tel
kens tut 'n crisis, waar Lloyd George nog altijd
zegevierend uit te voorschijn getreden is.
Zoo ook nu weer. Na de tallooze gepareerde
slagen .scheen eindelijk de treffer te komen
van den Engclsehcn generaal Maurice, 'n zeer
hooggeplaatst militair, die de Regcering open
lijk beschuldigde het volk omtrent de militaire
situatie misleid tc hebben. Maar hoe dreigend
de toestand zich liet aanzien, George wist hem
meester tc worden; met groote meerderheid
verwierp het Parlement 'n voorstel van Asquith
om 'n onderzoek in tc stellen omtrent dc be-
beschuldigingen van generaal Maurice.
Lloyd George voor de zooveelstc maal gered,
voor dc oorlogskliek blijft hij gespaard en de
generaal zal vervolgd worden wegens discipli
nair optreden.
Wij durven het Engclsche volk niet geluk-
wenschen.
De vrede van de Cenlralen met Roemenië,
welke thans bekrachtigd is, moge 'n waarschu
wing zijn voor alle kleine volkeren die nog be
geerte mochten koesteren zich in de oorlogs
baaierd te storten.
Alles in aanmerking genomen, is Roemenië
er nog genadig afgekomen, 't Verliest slechts
de landstreek Dobroedsja, welke het kort ge
leden op Bulgarije veroverd had, en moet 'n
grenswijziging ondergaan in het strategisch
belang van Hongarije. Daarentegen krijgt het
'n kansje om 'n brok van Russisch Bessarabië
te bemachtigen.
Intusschcn blijft het gansch onder den in
vloed der Ccntralen, die het voorloopig dan
ook niet ontruimen en tal van economische
voordeelen bedongen hebben.
Officieel is het in hel Oosten nu oyeral
vrede.
In plaats van door Rusland en Roemenië ver
pletterd tc zijn, zien de Cenlralen thans beide
landen vernietigd en geknecht.
In hel Westen acht de Enlentc den tijd voor
'n vrede door overeenkomst nog niet gekomen.
Inderdaad, Frankrijk en Engeland zijn er ge
lukkig nog niet zoo ver aan toe als de ramp
zalige volkeren uit het Oosten.-Maar moet hel
dan zoo ver komen, aleer m^ri het oogenblik
voor den vrede .aanwezig acht?
Dc boozc plannen van Duitschland, dat men
er van verdacht nieuwe vredesvoorstellen
te beramen, heeft men tijdig verijdeld door
ze reeds bij voorbaat af te wijzen. Dat is in
derdaad weer 'n schitterende overwinning,
want als Duitschland nu eens niet 'n Russi-
schen doch 'n aannemelijker! vrede had aange
boden, zou het moeilijk geweest zijn den
drang des volks langer tc weerstaan.
Politiek Overzicht
De vrede met Rumenië.
m.
Het verdrag, dat den 7en Mei te Bukarest
is onderteekend, houdt een vrede in, zooals
pleegt te worden gesloten tusschen den
overwinnaar en den overwonnene. Het „Vae
victisl" (Wee den overwonnene) komt dui
delijk uit in de bepalingen, die aan Rumenië
opleggen gedeelten van zijn gebied af te
staan aan Oostenrljk-Hongarije. Toch straalt
in deze bepalingen ook een streven door om
niet tot het uiterste te gaan. Men heeft maat
gehouden in de vernedering, die aan Rume
nië is opgelegd. Van de Dobroedsja is al
leen het zuidelijke gedelte, dat in 1913 aan
Bulgarije was afgedwongen, rechtstreeks aan
dat land teruggegeven. Voor den afstand
van het noordelijke gedeelte is een tusschen-
vorm bedacht; hiervan is de vierbond in zijn
geheel de verkrijger en Bulgarije zal zich de
overdracht er van moeten verzekeren door
concessiën op ander gebied.
Wat Oostenrijk-Hongarije betreft, heeft
graaf Czernin in zijne bekende rede van 2
April verklaard, dat hij met zorg er op be
dacht is geweest bij de grensverbeteringen
aan Rumenië niets te ontnemen, wat een blij
vende doorn in de Rumeensche psyche zou
kunnen achterlaten, omdat hij wilde, dat de
wonden, die deze oorlog Rumenië heeft ge
slagen, zich weer zouden sluiten en zouden
genezen. Verder heeft deze staatsman, die
nu niet meer in functie is, maar wiens geest
toch voortleeft in het departement van bui-
tenlandsche zaken te Weenen, aan Rumenië
het uitzicht geopend op eene compensatie
voor 't geen het heeft verloren, door te zeg
gen „Rumenië's toekomst ligt in het oos
ten. Een groot deel van Bessarabië is door
eene Rumeensche bevolking bewoond en
vele aanwijzingen duiden aan, dat deze Ru
meensche bevolking eene nauwe aansluiting
aan Rumenië wenscht. Wanneer Rumenië
zich op een open, eerlijken, vriendschappe-
lijken voet met ons plaatst, zullen wij er
niets tegen hebben aan deze uit Besserabië
komende neigingen tegemoet te komen. Ru
menië kan in Bessarabië veel meer winnen,
dan het in dezen oorlog heeft verloren."
Sedert deze woorden gesproken werden, is
Rumenië niet zonder succes werkzaam ge
weest om zijne vereeniging met Bessarabië
tot stand te brengen. Het is nog onzeker wat
het protest van de Ukraine daartegen zal
uitwerken. Maar dit is in ieder geval zeker,
dat Rumenië in zijne pogingen in die rich
ting van de centrale mogendheden eerder
medewerking dan tegenstand heeft te ver
wachten.
De voordeelen, die Duitschland voor zich
verkregen heeft bij dezen vrede liggen op een
ander gebied, maar ook daarbij is in den
zelfden geest gehandeld. Terwijl Oostenrijk-
Hongarije en Bulgarije in de eerste plaats
bedacht waren op territoriale winsten, is
Duitschland voor zijne economische belan
gen opgekomen, riet heeft zich bovenal de
zekerheid verschaft, dat de rijke petroleum-
voorraden, die in den Rumeenschen gTond
aanwezig zijn, tot zijne beschikking komen
in zoodanige mate, dat het, wat dit gewichtige
artikel betreft, van Amerika onafhankelijk
wordt. Verder is er voor gezorgd, dat de
graanvoorraden van Rumenië dienstbaar
worden gemaakt ter voorziening in de Duit
sche behoeften. Daarbij heeft men zorg ge
dragen den Rumeenschen staat financieel bij
de regelingen op economisch gebied te inte
resseeren.
Ook de medewerking, die is verleend om
aan Bulgarije het recht van souvereiniteit op
de Dobroedsja te verschaffen, heeft Duitsch
land zich laten betalen met economische
voordeelen. De Berlijnsche correspondent
van de Frankf. Ztg. schrijft daarover:
„Bulgarije verbindt zich hiertegenover alle
vlottende schulden, die het in Duitschland
voor legerleverantiën heeft opgenomen, vol
ledig te erkennen en te consolideeren. Tot
dit doefr zal bij de Sobranje .een crediet-
voordracht voor de in Duitschland gedane
bestellingen, die in totaal \Yi milliard be
dragen, ingediend en tot dekking van deze
schulden een 4 pets. leening uitgegeven
worden. Verder zal Bulgarije de vroeger
reeds met eene Duitsche maatschappij ge
sloten, maar later betwiste overeenkomst
over de exploitatie van de mijnen Pernik en
Bor gestand doen.
„Van veel gewicht voor Duilhchland zijn
de bepalingen over de exploitatie van de
haven van Konstanza en den spoorweg Kon
stanzaTsernawoda. De aanleg van haven
werken in Konstanza en de exploitatie van
die werken wordt opgedragen aan een
Duitsch-Bulgaorsche maatschappij, en even
eens het bestuur van den spoorweg Kon
stanzaTsernawoda, waarop de Duitsche
invloed zekergesteld wordt met inachtne
ming van de Bulgaarsche souvereiniteit.
Eindelijk doet Bulgarije ook nog afstand van
zijn aandeel in den Rumeenschen buit, in
zonderheid van het graan uit de noordelijke
Dobroedsja. Soortgelijke financieele schik
kingen als met Duitschland heeft Bulgarije
met Oostenrijk-Hongarije gemaakt; de vor
deringen voor legerleverantiën van dezen
bondgenoot zijn echter belangrijk lager en
bedragen 450 millioen kronen. Voorts staat
Bulgarije toe, dat Oostenrijk-Hongarije door
het district Nigotin, op voormalig Servisch
gebied, tot verkorting van den Donauloop
een kanaal kan graven.
„Bulgarije kan deze concessiën aan
Duitschland en Oostenrijk-Hongarije niet
drukkend voelen, want het heeft in dit vre
desverdrag meer bereikt dan het voor eenige
jaren had kunnen hopen. Dit verdrag maakt
uit het vroegere Bulgarije een Groot-Bul-
garije, dat de eerste staat op den Balkan is.
Oostenrijk-Hongarije heeft eene beveiliging
van den Karpathenkam gekregen en neemt
deel aan de economische voordeelen, die
door Rumenië aan de beide centrale mo
gendheden zijn toegekend. Voor Duitsch
land bestaat de groote waarde van het Ru
meensche vredesverdrag hierin, dat het de
graanoverschotten van het land gedurende
den oorlog en vele jaren daarna gewaarborgd
zijn en dat het in de verzorging met petro
leum onafhankelijk is geworden van de Ver-
eenigde Staten. Het bezit van den spoorweg
TsernawodaKonstanza en de regelingen,
die de haven van Konstanza betreffen, ver
schaffen den Duitschen handel een vasten
verbindingsweg naar de Zwarte zee en naar
Klein-Azië en den Kaukazus."
Dö oorlog.
Op het westelijke front blijft de strijd van
geringe beteekenis. Uit Londen wordt be
richt, dat de Franschen hunne stellingen ten
noorden van Kemmel verbeterd hebben
Het Duitsche bericht meldt ovet den strijd
op dat punt, dat de vijandelijke aanval,
die daar werd ondernomen, in een bajonet-
strijd tot mislukking is gebracht.
In Noord-Italië meldt het bericht uit
Rome, dat de Monte Corno, in het Pasubio-
gebied, veroverd is. Volgens het Oosten-
rijksche bericht zijn de Italianen daarin de
voorste Oostenrijksche linie gedrongen en
zijn zij den volgenden dag er weer uitge
worpen.
Weenen, 11 Mei. (Corr.-bur.) Keizer
Karei 'heeft zich gisteravond naar het Duit
sche hoofdkwartier begeven. Hij wordt ver
gezeld door den eersten hofmeester, den
minister van buitenlandsche zaken en den
chef van den generolen stafwon Arz.
Bij de behandeling van de marinebegroo-
ting in den Duitschen rijksdag werd gecon
stateerd, dat, al bestaat er verschil van
meening over de politieke beteekenis van
den duikbootoorlog, allen het eens zijn over
de militaire waarde van het duikbootwapen
en den onbepeikten duikbootoorlog onvoor
waardelijk willen voortzetten.
De oorkonde der erkenning van Litauen
als onafhankelijke staat door het Duitsche
rijk is den 4en Mei te Kowno aan het bu
reau <ran den landsraad overhandigd.
B e r 1 ij n, 11 Mei. (W. B.) De bondsraad
heeft, met het oog op de duurte, besloten de
vergoeding voor de leden van den rijksdag
van 3000 tot 5000 mark te verhoogen.
B e r 1 ij n, 12 Mei. (W. B.) De afgevaar
digde Stresemann heeft in den Rijksdag do
volgende vraag gesteld:
Volgens een met Groot-Brittonnië getrof
fen overeenkomst zullen de lijsten der ge
vangenen regelmatig, en zooveel mogelijk
eenmaal per weck, door tusschcnkomst der
gezanten, die met het behartigen der belan
gen van de oorlogvoerende staten zijn be
last, zonder vertraging aan de wederzijdschc
regeeringen worden uitgereikt. Groot-Brit-
tannië beschouwt civiele gevangenen ook
als krijsgevangene#.
Is het den rijkskanselier bekend, dat tot
heden noch aan het ministerie van Buiten
landsche Zaken, noch aan het ministerie van
Koloniën uit Engeland of de Duitsche kolo
niën lijsten zijn ontvangen van de zich daar
in gevageschap bevindende Duitsch^'onder-
donen?
Het antwoord luidde, dat, met uitzondering
van die uit Oost-Afriko, de lijsten voor
handen zijn.
B e r 1 ij n 11 Mei. (W. B.) Op de acht
ste oorlogsleening zijn in de eerste week
van Mei 313 millioen mark gestort. Het ge
storte bedrag is thans 13.563 millioen mark,
zijnde 91.9 pet. van de inschrijvingen.
Weenen, 12 Mei. (Corr.-bur.) Het
heden gepubliceerde rechts-politieke nnn-
vullingsverdrag van het vredesverdrag tus
schen Oostenrijk-Hongarije en Rumenië
regelt het herstel der openbare en particu
liere rechtsbetrekkingen, de vergoeding van
oorlogs- en burgerlijke schade, de uitwisse
ling van krijgsgevangenen en burgerlijke ge-
interneerden, het amnestie-vraagstuk bene
vens de behandeling der in de macht van
den tegenstander geraakte schepen en an
dere verkeersmiddelen. De bepalingen van
dit 19 artikelen bevattende verdrag komen
in hoofdzaak overeen met die, welke in het
Duitsche verdrag zijn opgenomen.
Het verdrag bevat verder de wederzijd-
sche verplichting der contracteerende par
tijen, binnen hun gebied geen agitatie, geen
propaganda en ook geen andere handelin
gen te dulden, welke direct of indirect tegen
de onschendbaarheid dezer gebieden, tegen
de wettelijke orde en veiligheid of tegen de
openbare rust der andere contracteerende
partij gericht zijn, en meer in het bijzonder
inzamelingen, of het gebruik van subsidies,
giften of welke andere bijdragen ook ten
behoeve van een dusdanige propaganda to
beletten, terwijl zij er voor moeten zorgen,
dat slechts zoodanige schoolboeken en an
dere leermiddelen worden toegelaten, wel
ker inhoud niet indruischt tegen bovenge
melde verplichtingen, respectievelijk nieuwe
desbetrefende strafbepalingen moeten in
voeren.
Van de volgens dit aanvullingsverdrag
aan Oostenrijk-Hongarije te storten betalin
gen, moet Rumenië 35 millioen kronen ef
fectief in goud, berekend naar de munt-
pariteit, betalen, binnen twee jaren na do
ratificatie van het vredesverdrag. Oosten
rijk-Hongarije verklaart zich echter bereid,
van,dit bedrag afstand te doen, wanneer me!
betrekking tot de regeling van het in do
komende jaren af te wikkelen betalings-ver-
keer tusschen de monarchie en Rumenië
een voor beide partijen bevredigende over
eenkomst tot stand is gekomen.
Als waarborg voor den openbaren schul-
dendienst van Rumenië ten aanzien van on
derdanen der monarchie resp. van Bosnië-
Herzegowina geeft Rumenië de bij de Deut
sche Reichsbank gedeponeerde credieten
Honsan^door ERIK LIE.
Geautoriseerde vertaling uit het Noorsch door
A. M. van d e r L i n d e n—v an Eden.
Het geheim was niet zoo verschrikkelijk als
gemeend had. Andere ouders waren im-
rs ook wel gescheiden,
laar alles was zoo wonderlijk om aan te
«iikcn.,Zij kon het niet vallen het was on-
:cgrijpclijk.
'isleren avond had mama het verteld
•n haar en aan Thcrvald en Leif. En de stem
mama had zoo vreemd geklonken, terwijl
i sprak; zij had hdn gekust en zij hadden
-lekjes op bed gekregen. Zooals zij daar stond
denken, voelde zij plotseling een zachte
"iid over haar haren strijken....
'Iet was juffrouw Baltzerscn, die klaar was
me! haar boterham en nu eens naar haar
meisjes ging kijken. Zij had waarschijnlijk ook
he! nieuws gehoord wanneer het haar niet
reeds lang bekend was- geweest.
Margot voelde de bruine oogen van de juf
frouw op zich rusten. Zij keken haar zoo
warm aar. als om haar te trnoslei
Nogccns gleed de hand 1: over
haa, hoofd zoo zacht, zoo imend...
Dit kop Margot niet langer weerstaan. Het
begon om haar mondhoeken te trillen. Toen
kwamen dc tranen te voorschijn en zij snelde
naar haar klasse terug.
III.
Niet zelden rust er een sprookjesachdg
waas over oude gaarden. Een ervaren oog
kan er in lezen als in een geschiedboek. Het
éóne geslacht na het andere heeft, om zoo te
zeggen, zijn persoonlijkheid daaraan afgege
ven en er een stemming aan verleend, die
enkele gedeelten van het gebouw beheerscht
als een booze of goede geest. Enkele zalen of
kamers spreken van licht en vreugde, terwijl
andere vertellen van de diepten van mcnsche-
lijkc ellende.
Flöien was een van deze bezittingen, die in
hooge mate den stempel droegen van een
krachtig en veelsoortig leven in de oude tij
den. Hier hadden oude scheepsreeders ge
woond en toen waren de zalen gevuld ge
weest met glans en rijkdom en geluk. Maar
er waren ook dagen gekomen toen armoede
cn vertwijfeling den schepter voerden in de
groote kamers. Toen ging de gaard van hand
tot hand als een kleinood, dat uitsluitend ge
waardeerd werd naar de waarde van het
geld
De gaard was in den tijd gebouwd, toen de
betrekking met Holland bijzonder levendig
was. Het hoofdgebouw droeg nog den stempel
van buitenlandschen smaak en stijL Het dak
was overhangend gebauwd als een stormhoed
Cn allerlei soort erkers en uitbouwsels waren
tusschen de blauwzwafte, glinsterende dak
pannen aangebracht Op de tweede verdieping
Ion nog kamers gevonden met bedsteden
in den muur en deuren met metalen beslag
en bijna geheel uitgewischte beschildering.
Maar hel grootste deel was in den loop der
lijden veranderd geworden. De nauwe, don
kere gangen en trappen, waarin het licht viel
van de groen gekleurde ruiten, waren wegge
nomen en nieuwe waren er voor in de plaats
gekomen, met groote vensters, die licht en
lucht toelieten. Een prachtige lial, die beide
verdiepingen bestreek en vanwaar uit mooie
wenteltrappen voerden naar de verschillende,
met porlières behangen deuren der kamers,
nam het gehcclc binnenste van het huis in
En builen van de groote veranda's om niet
te spreken van den witten, vierkanten toren,
boven op het dak had men een vrij en ruim
uitzicht over Skjaergaardslrand met de eiland
jes en de zee op den achtergrond.
In de verte zag men de groote booten noord
waarts en zuidwaarts stoamen, die tijdingen
droegen uit vreemde en verre landen. In do
donkere nachten lichtten, hun lantarens als
geheimzinnige vuren. En dc vuurtoren op de
landtong van Skjacrgaard doorsneed den
nacht in gestadige afwisseling van wit en rood
gekleurde lichtbundels.
De stemming die in de laatste jaren in hot
mooie, voorname huis van directeur Klinge
heerschte, was meestal onheilspellend. Nooit
hoorde men de kinderen lachen en stoeien,
nooit klonk er zang of muziek. Men sprak
zacht en liep op de teencn, en dc dienstboden
keken altijd met een angstig gezicht naar bin
nen. "Wanneer het rijtuig van den directeur
het door groote, massieve buitengebouwen om
ringde hofplein opreed, werd de stille dubbel
drukkend in huis. Zijn zwijgende, gebiedende
verschijning boezemde ieder vrees in.
Het was zóóver gekomen of beter gezegd:
de koele verhouding tusschen het echtpaar
had zulke afmetingen aangenomen dat de
directeur nooit met dc maaltijden thuis was.
Hij haU het zoo ingericht, dat hij eerst thuis
kwam nadat de kinderen uit school gekomen
waren en gegeten hadden. Dit was zoo vanzelf
gekomen, gedeeltelijk als een gevolg van de
gedurige cn opwindende tooncclen cn gedeel
telijk met het oog op zijn tijd.
Kurt Adelaar Klinge's lijd was namelijk
zeer bezet geworden, hetgeen dan ook zijn
talrijke titels aanduidden. Naar dc vele en
verschillende ondernemingen, waaraan hij
deel nam, was hij beurtelings directeur .van
de badplaats, bankdirecteur, vice-consul, kas
sier en president. Hij was dc geboren onder
nemer, die zelf ideeën had cn die ook in slaat
was die van anderen in dc vlucht tc grijpen.
Door zijn durf, door zijn vlug handelen en zijn
ambitie stond hij sedert lang aan de spits van
dc zakenwereld.
Iedere kleine plaats heeft nu eenmaal haar
koning. Iloe kleiner de stad is, des te grooter
is hij. En de koning van Skjaergaardslrand
was Kurt Adelaar Klinge.
Er was geen onderneming, geen vereeni
ging, geen vergadering waar hij geen deel van
uitmaakte. Altijd was hij onderweg, cn altijd
maakte hij nieuwe plannen. Ilij was de man
van het initiatief; zijn werkkracht scheen on
verslijtbaar tc zijn en altijd had hij lijd voor
het gezelschapsleven, dat hij in zijn kwaliteit
als directeur van de badplaats moest mee
maken.
In de lichte tuinkamer zal mevrouw Marina
Klinge over haar handwerk gchogen. Nu cn
dan liet zij het op haar school zinken cn staar
de in gedachten uit het raam. Ilaar vroeger
zoo zwaar, zwart haar vertoonde hier en daar
een zilveren glans en haar jeugdig figuur was
verdwenen. Er lag een vermoeide, doffe uit
drukking over haar iels van lijdelijke be
rusting, zooals inen niet zelden ontmoet hij
menschen, die eenmaal het aschgrauwc ge
laat der teleurstelling hebben aangestaard.
Maar baar donkerblauwe oogen achter dc
zwarte oogharen waren nog die van een jong
meisje En haar frisschc landen waren nog als
een rij paarlen.
De verborgen grond van alles was, dal zij
nooit nooit van haar man had gehouden.
In hel begin had zij tol hem opgezien en zij
was zoools de heele stad vol bewonde
ring geweest voor het avontuurlijke cn held
haftige van zijn persoon. In jeugdige onbe
dachtzaamheid had zij de vcrbindtcnis met
hem aangegaan op dezelfde wijze, zooals ze
van woonplaats had kunnen veranderen of in
een andere levenswijze zou zijn overgegaan.
Zij had niet recht begrepen wat zij deed Zij
was zijn eigendom geworden, even prozaisch'
en zakelijk als liet heerenhuis Flöien.
Eerst toen de kinderen waren geboren, eerst;
toen waren haar oogen opengegaan in klaar
bewustzijn. Maar toen lag de jeugd achter
haar als in een verren nevel.
N u stond het zoo ontzettend zoo ontzet*
tend helder vóór haar. En zij bloosde tot uï
de ziel, wanneer zij dacht aan alles wal ge*
beurd was.
Zij was slechts een schakel een levcn-
looze hoeksteen geweest in een jpoote
zaak.
(Wordt ver?olgd3