de EEMLANDER"
'Buitenland
w«Huraififfis:ïï,r:3
Nabetrachting over de
Raadsvergadering.
KOLONIËN
FEöüLLETÖ^.
Het nest verstoord
16e Jaargang, No. 260
IDnUilCMCUTOPDtlQ pa 5 m"nden voor Amen.
nDUnnlffiL™ 1 UiKUO foort f t.50. Idem franco
pes po*i t 2.00, per week (met gratis verzekering
tcgas Ongelukken) f 0.14, afzonderlijke nummer»
0j05. Wekelykxch bijvoegsel *D# HolUndscht
Haltnotrw (ondei redactie »an rbfcrèse Hoven)
pet J maanden 50 cent. Wekelljkscb bijvoegsel
•Wtttldrtvuf per 3 maanden 60 cent
HOOFDREDACTEUR: M.. D. J. VAN SCHAARDENBURO
UITGEVERS: VALKHOFF 4 C.
BUREAU: ARNHEMSCHE POORT WAL, hock utrechtschkstk.
INTERCOMM. TELEFOONNUMMER 513
Donderdag 30 Mei 1313
dienstaanbiedingen 1—5 regels f 0J0. grooie lettert
naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan
zeer voordeellge bepalingen tot het herhaald advert
teeren In dli Blad, by abonnement. Ecne circulaire^
bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
't Was geen wonder dat 't zoo laat werd
Dinsdagavond. Eerst langwijlige en gerekte
discussies over de punten der agenda; toen
*n geheim tusschenspel en ten slotte, bij de
rondvraag de heropening van de debatten
over den gemeente-winkel, waarbij het weer
heftig toeging. Vroeger is den voorzitter wel
eens verweien, dat hij de teugels wat te
strak aantrok; is hij tegenwoordig niet wel
eens te goedig tegenover de breedsprakig
heid der heeren?
Wat baatte het al of de agenda zelf vrij
Icort en weinig belangrijk was?
Aanvankelijk ging het nog tamelijk goed.
Hel voorstel tot uitbreiding van het bios
coopverbod tot den 18-jarigen leeftijd, 'n
heerlijk onderwerp om over te dazen, ging
er zelfs vrij gauw door.
De oyerheid als zedemeester legt gewoon
lijk weinig eer in met hare bemoeiingen. In
plaats van de 17-jarigen uit de bioscoop op
's heeren wegen te jagen en den prikkel tot
het verbodene nog te scherpen, had men
juister gedaan zoo noodig strenger controle
te oefenen. Had niet de commissie van toe
zicht zelve de uitbreiding slechts wensche-
lijk doch niet noodzakelijk genoemd? De
heeren Leinweber en van Nynatten wezen
op eenige gevallen welke zich bij dit ver
bod' kunnen voordoen. Eerstgenoemde ver
zwakte z'n verzet door 'n zeer zwak argument
aan te voeren; nu de gemeente 'n belasting
op de Vermakelijkheden gaat heffen, moet
zij het bioscoopbezoek juist bevorderen! De
heer Leinweber mag gerust zijn. Het verbod
zal die belasting geen afbreuk doen, de on
dernemers zullen er genoeg reclame uit
slaan. Niets trekt meer dan het verbodene.
Veel is ook gepraat over het georgani
seerd overleg". De beide socialisten hadden
bezwaren tegen het voorstel van B. en W.
Zij wilden niet weten van 'n commissie van
bijstand, welke slechts 'n stootkussen zou
zijn tusschen B. en W. en de organisaties
van werkliedén en ambtenaren. Van den an
deren kant werd juist gewezen op het nut
dier commissie, in welke de betrokkenen
hun welgeslagen pleitbezorgers in den raad
zelf zouden hebben.
'n Ander bezwaar gold de uitgebreidheid
van de commissie van advies uit de organi
saties. Eerst hebben de socialisten volko
men terecht aangedrongen op overleg;
thans klagen zij over te veel overleg. Zij
zouden willen uitsluiten die vereenigingen
of bonden, die niet landelijk georganiseerd
zijn. Van het standpunt van 'n organisatie-
man is dit standpunt zeer begrijpelijk; niet
echter van dat van 'n raadslid en als zoo
danig zitten toch ook de soc.-dem. in den
raad. De overheid zal organisatie zooveel
mogelijk aanmoedigen maar zij moet als
overheid de belangen van hare dienaren die
zich niet orgeniseeren willen, natuurlijk even
goed behartigen en mag niet optreden als
wraakgodin of als waarneemster van de be
langen der organisaties om de onwilligen te
straffen.
De heer v. Nynatten en weth. Jorissen
verdedigden dit standpunt met overtuiging.
Het voorstel inzake de vaststelling van
het salaris van den heer Kaan als Directeur
van, het Levensmiddelenbedrijf was gcreede
aanleiding om de distributie weer op het ta
pijt te brengen. Nog altijd is de wensen naar
'n levensmiddelen-commissie onverhoord
gebleven, evenals 'n jaar geleden hekelde
de heer Hofland de „koppij-doctrinaire" op
vatting van den burgemeester en hij vond
de directeurs-wisseling 'n prachtige gelegen
heid om zoon commissie in het leven te roe
pen. De heer v. Nynatten bezwoer den voor
zitter om den s c h ij n van koppigheid toch
weg te nemen.
Wij gelooven dat die schijn van koppig
heid reeds begint te verbleeken. De voorz.,
die 'n handigheidssuccesje had met den
wensch van den heer Hofland naar 'n com
missie (van advies) te stellen tegenover den
zoo juist gebleken alkeer van 'n commissie
(van bijstand), toonde reeds eenige toenade
ring. Hij was nu niet meer tegen 'n commis
sie doch vreesde dat de geschikte en onpar
tijdige menschen er niet waren om haar te
vormen.
Het spreekt van zelf dat de raad geen be
zwaar had tegen het voorstel om de ink. be
lasting voorloopig in te vorderen naar den
factor 1.4 (inplaats van 1.6). Dat is 'n mee
valler in deze tijden.
De clou van den avond kwam bij de rond
vraag. De heer Van Nijnatten had de vorige
maal, toen het voorstel van B. en W. om over
te gaan tot gemeentelijken verkoop van 'n
aantal noodzakelijke artikelen ten einde
prijsopdrijving te voorkomen of tegen te
gaan verworpen was, de vergadering moeten
verlaten. Ook andere leden waren afwezig
of niet voldoende ingelicht geweest. Daarom
had hij reeds bij het adres van het bestuur
der V. D. kiesvereeniging A. G. aangedron
gen op dit besluit terug te komen.
Dat is 'n teer punt in vergaderingen. Het
kan zijn dat 'n vergadering, voltallig, 'n be
sluit genomen heeftzou nu een volgende
keer, wanneer toevallig door sommiger af
wezigheid de minderheid meerderheid ge
worden was, 't vorig besluit herroepen wor
den, dan ware dit niet sterk genoeg af te
keuren.
Maar ook 't omgekeerde kan zich voor
doen. En dan is er niets tegen dat 'n voltal
lige vergadering 't besluit van 'n vorige,
niet voltallige vergadering ongedaan maakt.
Wij zouden ons ook kunnen voorstellen dat
eenige leden bij nadere overweging, van in
zicht veranderd waren. In beide gevallen be
staat de wenschelijkheid de uitspraak van 'n
toevallige meerderheid te herzien en in over
eenstemming te brengen met den wil van
het geheele lichaam.
Beide omstandigheden deden zich Dins
dag voor en er was dus alles te zeggen voor
verbetering van de beslissing.
Nadat 'n voorstander en 'n tegenstander,
wien het te laat werd, „algepaard" hadden,
herriep de raad het besluit niet 9 tegen 8
stemmen. Links -f de wethouders Veis Heyn
en Jorissen tegen rechts -K... den sec. dern.,
pardon den winkelier Hofland. (Straks hoo-
ren wij weer dat de arbeiders rood moeten
stemmen omdat hun* belangen de belan
gen der gemeenschap zijn voor de soc.-dem.
Bijzaak bij de soc.-dem. 't veiligst zijn.)
Evenals zoovele andere gemeenten, zal nu
ook Amersfoort z'n „Gemeentelijke Winkel"
krijgen. Men kent ons standpunt; wij behoe
ven het niet ten 3en of 4en male uiteen te
zetten. Teveel reeds is er Dinsdag nog over
gepraat, 't Zuidelijk temperament van den
heer van Nynatten bracht z'n tong en z'n
bloed in rappe beweging. En de anderen de
den daar 't zwijgen niet toe.
De soc.-dem. mogen er den winkeliers in
den raad geen verwijt van maken, dat ook
dezen nu eens voor eigen genooten opkwa
men. 't Is trouwens wenschelijk en ook 'n
raadslid is ten slofte 'n mer.sch. Maar 'n mo
del-raadslid moet toch voor alles de belan
gen der gemeenschap dienen. En die belan
gen staan hooger dan die van winkeliers of
van arbeiders, of van kapitalisten of van wie
ook.
Er had 'n tijd kunnen komen, dat allen ons
Gemeentebestuur de heftigste verwijten niet
gespaard zouden hebben, wijl dit het juiste
oogenblik tot voorbereiding van gemeente
lijken verkoop van levensbehoeften had la
ten voorbijgaan. Er kan 'n tijd komen, dat
allen het besluit van Dinsdag toejuichen
zullen.
Er kan ook 'n tijd komen dat het blijkt
niet noodig geweest te zijn. En wie zal zich
dan niet verheugen, want dat beteekent dan
immers dat de moeilijke dagen voorbij zijn?
Maar nu niemand weet, wat ons nog te
wachten staat, velen zelfs het ergste vree
zen, is het beter dat wij, ook al zou er aan
sommige winkeliers nadeel berokkend of
voordeel ontgaan zijn, tijdig maatregelen ne
men. Het is geen „Staatssocialisme", het is
geen doelbewuste uitschakeling van den mid
denstand, het is 'n noodmaatregel in het be
lang der gemeenschap.
PoIHlek Overzicht
Ds binnaniaridsche strijd
in Oostenrijk.
IV.
De beweging, 'die onder de leus, dat aan
de Slavische volksstammen, die Oostenrijk
bewonen, de volkomen erkenning van hunne
zelfstandigheid en nationale espiratiën moet
worden verschaft, streeft naar de ontbin
ding van de monarchie Oostenrijk-Honga-
rije zooals zij nu bestaat, ondervindt van de
Entente-mogendheden warme instemming
en krachtigen steun. Dat is .niet te verwon
deren. Een der drijfveren, die de Entente
hebben bewogen den nu welhaast vier jaren
durenden strijd te beginnen en waardoor
vooral Italië bewogen is zich bij de Entente
aan te sluiten om de verwezenlijking te
krijgen van het droombeeld der Italia irre
denta, was de overweging, dot de onder de
kroon der Habsburgs vereenigde volkenge
meenschap zich had overleefd en rijp was
om in elkaar te zakken. De geschiedenis van
dezen oorlog heeft dat anders geleerd. Het
Oostenrijksche leger heeft een slagvaardig
heid en do Oostenrijksche staat heeft in de
moeielijke omstandigheden, die hij heeft
doorgemaakt, eene veerkracht getoond, die
den bodem heeft ingeslagen aan de ver
wachting, dat op Oostenrijk-Hongarije eene
gemakkelijke overwinning zou zijn te be
halen.
Uit den direclen aanval, die tegen zijn
bestaan werd gericht, is Oostenrijk als over
winnaar te voorschijn gekomen. De mach
tige steun van Duitschland heeft daarop na
tuurlijk een grooten invloed gehad. Maar
wanneer de kern van het Oostenrijksche
staatslichaam niet gezond en krachtig was
gebleken, dan zou die steun Oostenrijk niet
op de been hebben kunnen houden. Het is
de fout van d» staatslieden van de Entente
geweest, dat zij de verschijnselen van ver
deeldheid en verwarring, die zich in Oosten
rijk zoo dikwijls voordoen, Je hoog hebben
aangeslagen. Tegen hunne verwachting is
gebleken, dat als het er op aankwam en er
ernstig gevaar dreigde, het gemeenschaps
gevoel bij de volksstammen, die den Oos-
tenrijkschen en Hongaarschen grond bewo
nen, zich krachtig genoeg deed gelden
om als tegenwicht voor de middelpuntvlie
dende neigingen te dienen en het besef van
saamhoorigheid te maken tot het bindende,
de onder de kroon der Hebsburg levende
volksstammen tot gezamenlijke inspanning
bezielende element. Dat is hune misreke
ning geweest, die de oorzaak is van de
wreede ontgoocheling, die het slagveld hen
heeft gebracht.
Maar Oostenrijk is het gevaar, dat ziin
bestaan bedreigt, nog geenszins te boven.
De rechtstreeksche aanval, die beoogde het
met-de wapenen te vernietigen en in den
toestand te brengen van een prooi, waaraan
zijne belagers hun landhonger konden stil
len, is mislukt. Rusland heeft zich zelf het
lot bereid, dat het aan Oostenrijk had toe
gedacht. Rumenië heeft een vernederenden-
vrede moeten sluiten. Montenegro is geheel,
Servië op een klein deel na door Oosten
rijksche troepen bezet. Voor Italië is, nadat
elf slagen, die gemunt waren op de verove
ring van Triest, waren mislukt, de débucle
gekomen; het schijnt thans verder dan ooit
verwijderd te ziin van zijn doel de „onver
loste" Italiaansche landstreken met het moe
derland te vereenigen.
Men geeft het echter nog niet op; men
verandert van batterij en tracht langs inui-
recten weg te verkrijgen wat rechtstreeks
onbereikbaar was. Daartoe moet de bewe
ging het middel zijn, die in Oostenrijk zelf
werkzaam is de aspiratiën tot werkelijkheid,
te brengen, waarvan een deel der bevolking
van Slavischen stam vervuld is. Kramarcz
en zijne medestanders vinden aanmoediging
en steun in de Ententelanden en vinden
daar de harten en de beurzen open voor de
propaganda, die zij onder hunne stamgc-
nooten voor hunne ideeën voeren. Van
Rome uit is men ijverig bezig om de Slavi
sche elementen der bevolking van de» Al
penlanden tegen het Oostenrijksche be
stuur op te zetten. Die pogingen schijnen
wel reden tot bezorgdheid te geven. In eene
audiëntie, die keizer Karei onlangs heeft
verleend aan deputation uit-de zuidelijke
Alpenlanden, zijn er ernstige klachten over
geuit, dat, terwijl in deze door Duitschers
en Slovenen bewoonde streken tot voor
korten tijd eene vriendschappelijke ver
houding bestond tussch-en de beide volks
stammen, die verhouding nu ernstig ver
stoord wordt door de beweging, die vooral in
het laatste jaar in gang is gebracht om den
nationalen vrede te verstoren. Den keizer
werd daarom op het hart gedrukt een beslis
send machtwoord te spreken tegen de Zuid-
Slavische propaganda.
Het gevaar, dat die beweging in zich sluit,
wordt aangewezen in een artikel van de
Londensche Spectator. Daarin wordt gezegd,
dat tot voor korten tijd de Italianen en de
Zuid-Slaven gescheiden waren door sterke
ras-antipathieën, zoo zelfs, dat in den eer
sten tiici nadat Italië in Mei 1915 den oorlog
had verklaard aan Oostenrijk, talrijke Zuid-
Slaven, die wettelijk niet verplicht waren in
het leger te dienen, vrijwillig dienst namen
in het Oostenrijksche leger tegen den
Italiaanschen vijand. De oorzaak daarvan
was te zoeken in de buitensporige eischen
van de Italiaansche irredentistendie
als' prijs voor de door Italië aan de
westersche mogendheden verleende hulp
de annexatie verlangden, 'behalve van Triest,
van het schiereiland Istvie, de Hongaarsche
havenstad Fiume en een lange strooi: der
Dalmatische kust met de daarvoor gelegen
eilanden in de Adriatische zee. De overwe
gend Slavische bevolking van deze te sn-
nexeeren streken verkoos den Oostenrijk-
schen regen boven den Italiaanschen drup
en een tijdlang was de Zuid-Slavische be
weging zelfs vuriger anti-Italiaansch dan te
voren. Daarin schijnt nu echter verandering
gek-omen te zijn; dank zij eene wijziging, die
Italië gebracht heeft in zijne politiek tegen
over de Zuid-Slaven, is men op een congres
van „de verdrukte natiën van Oostenrijk-
Hongarije", dat een paar maanden geleden
in Rome is gehouden, tot de overtuiging ge
komen, dat de belangen van de Italianen
en de Zuid-Slaven tegenover Oostenrijk
dezelfden zijn. Daardoor is de mogelijkheid
geschapen, dat beiden gezamenlijk tegen
Oostenrijk van leer trokken, waaraan de
Spectator haar zegen schenkt.
De oorSog,
De berichten van gisteren gewagen van
een voortgezerten strijd in de geheele
streek tusschen Reims en Soissons. In het
midden van dit strijdgebied zijn de Duit
schers het verst vooruitgedrongendaar is
de strijd overgebracht naar den zuidelijken
oever van de Vesle. Aan de beide vleugels
is, volgens het namiddagberichl uit Parijs,'
de Duitsche stormvloed zeer krachtig ge-]
weest. Hij is ook niet zonder uitwerking ge-1
blevenhet avondbericht uit Berlijn meldt,1
dat nieuwe vorderingen zijn gemaakt in-
Soissons en ook meer naar het oosten tot
aan Reims, maar bepaalt zich toi deze alge-
meene nonduiding. Het Parijsrhe avond-
bericht geeft eenige bijzonderheden, die op
het gewicht van dezen strijd een scherp
licht doen vallen. Soissons is na een /v. i-
ren strijd ontruimd door de Franschen,
alleen nog de westelijke uitgangen van do
stad bezet houden. De troepen, die Reims
moeten dekken, zijn achter het Aisftekanaal
ten N.W. van de stad teruggegaan.
De berichten uit Londen maken van dezen
geheelen strijd geen melding, hetgeen be
wijst, dat de zwaarte van dezi n nieuwen
strijd aan de zijde van de Entente voorna
melijk neerkomt op de Frnnschen. Maar een
vreemden indruk maakt dit stilzwijgen toch,
want ook Engelschê troepen nemen deel
aan dezen strijd.
Op de andere deelen van hei front ua3
de strijd zonder beteekenis. j
Wc enen, 2 0 Mei. (Corr.-inir.) I)c den
23cn Mei in het dcpnrtemenlsgehouw van B"l-
lenlandsche Zaken begonnen viYdesondcrhau-',
delingen met Finland namen een bevredigend
verloop en leidden tot het sluiten van •u
vredesverdrag.
Dc onderteckcning heeft hedenmorgen
plaats gevonden. Voor Oostenrijk-Hongarije
werden drie verdrogen door den minister v in
Builonlandschc Zaken Burian en den gezant
von Mèrey en de beide aanvullende overeen
komsten bovendien nog door de Oostenrijk
sche en Ilougaarsche minister-]>residenten on-
dcrleekend.
Van Finsche zijde geschiedde dit door sena
tor Helt, den Finschen gezant (e Herlijn on
prof. Scrlachin, I'inseJi gerant Ie Chrisliania.
\V n s li i n g t o n, 2 9 Me i. (R.) Staats
secretaris Lansing maakt bekend, dat dip
Vereenigde Staten met sympathie de nntio*
nalistische aspiratiën van de CzechoSlo-
waken en de Joego-Slaven ben: houwen.
Oost-IndiS.
Be opening vou «Bpia 'ridkuraiu!
IJit Batavia wordt nan de N. R. Cl. ge
seind:
De gouverneur-generaal hccïl den Ynikv*
raad geopend, llij verliet, door cavalerie om
stuwd, het paleis op het Koningsplein. Een
dichic menigte wachllc liém daar op. Tegen
over hel gebouw stonden Amboinccsche solda--
ten niet op een ving de woorden: eer ca dank
voor den gouverneur-genernal. Dit is de
ccnigc cerewacbl van den raad. De mooi en-
geriefelijk gebouwde galerijen waren pronvol,
o. a. waren er de hoofden der depnrteme ;i
Cn de legerkoinmandant.
Bij aankomst van den gouverneur-generaal
speelde de muziek het Wilhelmus cn juichte
de menigte, die zicli vóór liet gebouw bevond.
Dc gouverneur-generaal werd aan den ingang,
door eenige der voornaamste leden ontvan
gen. Gravin van Styrum woonde met andere
dames dc zitting op een particuliere galerij,
bij.
>5c voedaeivoo» zaeiUntr in loffH1.
-- Uit Batavia wordt geseind:
Naar schatting bedraagt de som, die do
regeering heeft uitgegeven voor den aankoop-
van rijst, vijftien niillioen gulden.
Rijstoogst wordt over 101S verwacht va®
400.000 bó.'jws meer dan het vorig, jaar De
regeering hééft als aanvulling bovendien.
000.000 picois rijst van buiten aangekocht. Het
departement van Landbouw beeft ook mai»
aangekocht en cassave en. den verbouw vaa;
voedingsgewassen aanmerkelijk uitgebreid^
De wijze heeft zooveel te denken dat hij
niet eens tot spreken komt; de dwaas heeft
zooveel te spreken dat hij niet tot denken
komt.
Roman door ERIK LIE.
pjeauloriseerde vertaling uit het Noorsch door
/A. M. van der Linde n—v a n E d c n.
19
Nu kwam hel er op aan de heelc schaar van
bedienden te mobilisecrcn en een boodschap
te sturen aan de badvrouwen. Na.de drukte
van den zomer was het hier cn daar nog niet
in orde, cn je kon niet weten of er dames on
der het gezelschap waren. Vooral de slaapka
mers op de tweede étage moesten een goede
beurt hebben. Juffrouw' Carlsen vouwde de
ihandeh als ze aan den directeur dacht. Zij be
schouwde hem bijna als een bovennatuurlijk
wezen, die met veel hoofden tegelijk werkte
even als de groote Amerikaansche sloomboo-
ten, die door meerdere machines worden ge
dreven. Het was een schrik wanneer hij op
eens zijn komst meldde en verlangde dat alles
|n orde zou zijn als in een hotel. Zijn aandeel
in dc drukte bestond alleen in zijn aan tafel
gaan.
„Berthal" ri§p juffrouw Carlsen door de
ledige kamers, „Bertha, haal den loopjon
gen!"
Als de wind vloog zij door liet huis om or
ders te geven, rechts cn links.
Een half uur later was alles leven en bewe
ging op Flöicn. In de eetkamer waren de meis
jes bezig een groote tafel te dekken, en juf
frouw Carlsen was in den lain om bloemen te
snijden. Er werd gestoft cn gewreven en de
plaats weergalmde van het kloppen der tapij
ten. In tusschen kwamen er door de lindelaan
zeven vrpuwen geloopen, ieder gewapend met
een groote keukentrap op den schouder. Zij
moesten de slaapkamers in orde brengen.
Maar in de groote keuken gingen allen onwil
lekeurig stil hun gang, want juffrouw Snevc,
die de délicatessen-afdeeling van de Galtvikse
zaak vertegenwoordigde en om wie bij zulke
gelegenheden gezonden werd, beschouwde het
bereiden van spijzen als' een soort van gods-
dienstigen arbeid.
„Je moet evenveel respecL hebben voor een
braadpan als voor een proces," was zij ge
woon te zeggen. „Een keukenmeisje moet met
evenveel ernst haar werk doen als een advo
caat op zijn kantoor of een dokter bij zijn pa
tiënten.''
Maap de enkele uitverkorenen, die niet al
leen hun werk deden met ernst, doch met
aandacht, die weinigen waren in haar
oogen genieën in de kookkunst.
En tot deze laatste soort rekende zij natuur
lijk zich zelve. Zelden of nooit sprak zij een
woord, en er was iets in haar wezen, dat van
zelf stilte gebood. Een Mik of een ongeduldige
'beweging was voldoende om het babbelen in
zijn geboorte je smoren, wanneer de meisjes
mochten bcg Jnen.
Het si:'e ipr het huis fan koken cn bra
den. De pjes liepen,'in eu uit. ölazen
en borden rammelden. Een van de zeven werk
vrouwen kwam een emmer water halen. En
builen werden dc paden geschoffeld en ge
harkt en de koperen leuning van den sloep ge
poetst.
Het bericht van dc onverwachte terugkomst
van den directeur was spoedig door het ge
heele stadje verspreid. Het was alsof het zo
merseizoen weer geopend werd. In alle win
kels werd druk gepraat over dc vele gasten.
Nu kwam er een om 'bessen, dan moest er
weer zachte cake voor den directeur zijn. Van
alles moest cr wezen. Altijd maar weer meer
boodschappen, terwijl allerlei leveranciers
hun waren kwamen aan'bieden-
Van ccn der boschpaden kwam een man het
pad langs naar Flöicn. Ilij droeg een mand
met visch aan den arm en liep zoo snel moge
lijk op de keukendeur toe.
Ilel was Spinneweb, de vriend van Tobias.
„Hier is visch voor de gasten,'' riep hij en
zwaaide de korf voor het keukenraam op en
neer. „Fijne forellen, vet cn malsch en mollig
als een jonkvrouw. Je kunt ze krijgen voor
een billijke prijs."
De glimmende forellen werden terstond ge
kocht en Spinneweb waggelde tevreden en
vergenoegd naar den gaardjongen, Wien hij
een oud, groot horloge wilde verkoopen.
„Acht kronen Het mooiste stuk oud
heid,' verzekerde hij, terwijl hij het horloge
liet zien.,, Een echte veer en een fijne Ameri
kaansche kast."
„Maak toch dat hij wegkomt," wenkte juf
frouw Sneve.
Maar Spinneweb bleef waar hij was en zette
zijn negotie voort.
Doch nu vertoonde juffrouw Carlsen zich
op de stoep.
„Je moest je schamen!" riep zij hem Toe. „Je
in zulk een locstand te verlooncn. Wal zal dc
directeur wel zeggen?"
Spinneweb keek haar met zijn kleine vnr-
kensoogjes aan. „Jelui jagen Tobias niet weg,
want die is de broer van den directeur. Maar
mijn verjaag jelui omdat ik maar een een
voudige vissclicr ben!"
Ilij wilde nog meer zeggen, maar alle deu
ren werden opeens geopend en alle gezichten
verdwenen, als bij tooverslag, toen het rijtuig
van den directeur de lindelaan opreed.
Alleen Spinneweb bleef staan, recht als een
grenadier, cn met zijn hoed in <lc hand.
Tegelijk dat de koetsier van den bok sprong,
stapte Kurl Adelaar Klinge uit het rijtuig. Hij
droeg een blauw pak en had een sportpel op.
Zijn ronde vogeloogen monsterden vlug de
plaats, terwijl hij over Spinneweb heenkeek.
Toen liep hij haastig naar den ingang, waar
Juffrouw Carlsen, bleek van ontroering, in
afwachting stond.
„U hebt mijn telegram tijdig genoeg ont
vangen?" vroeg bij, na een haastige begroe
ting.
„Alles is in orde, meneer de directeur."
„Dc gasten komen over een uur." Ilij stond
reeds in de deur van de tuinkamer.
Juffrouw Carlsen volgde op behoorlijken
afstand.
Ilij bleef slaan om een blik te werpen in de
eetkamer, waar de tafel rijk gedekt stond,
versierd met prachtige bloemen en blinkend
kristal.
Juffrouw Carlsen stond op gloeiende kolen.
De directeur was iemand, <lie alles tegelijk zag
en hoorde. Niets ontging zijn opmerkzaam
heid.
Het was een heele verruiming toen hij een
oogenblik daarna knikte en zich omkeerde om
naar boven t* gaan- Od hetzelfde oogenblik
V
ging er een deur open, en juffrouw Snevc'?
warm gezicht kwam in dc opening te voor*
schijn.
„Is u dal, juffrouw Sneve?" /M hij, terwijl'
hij om zich heen keek of cr niemand was. „f!c
wilde u graag even spreken. Kunt u even op)
het kantoor komen? Slechts een paar minu«'
ten." Zijn slenï klonk zacht en vleiend.
„Dadelijk, meneer de directeur." Juffrouw
Sneve wierp ccn verontschuldigenden blik op.
haar schort en sloot de deur.
De kamers van den directeur waren op do
tweede élagc. Behalve zijn kamers had hij cp
twee kantoren, die beide in oud, geheeld*
houwd eiken cn met groote, Engclschc lederen'
stoelen waren gemeubeld. Dc wanden onder.,
hel schuin afloopende dak waren bedekt met
boekenkasten, geweren cn sportzaken. Hel gc-|
heel deed denken aan een gezellige kajuit, bit
het ondergaan der zon, als metaalklcurigo
strepen door de ruiten vallen.
De directeur stond-voor den grooten spie
gel in zijn slaapkamer zijn staalgrijs haar ine]
ordeT ic brengen. Hij stak een schitterende]
speld in zijn das en wierp het hoofd met ecu:
trolschc beweging achterover.
Er lag een eigenaardige zelfbewondering ia
zijn gebaren. Niet eens, maar telkens weep
had hij ondervonden, hoe hem plotseling iel*
was ingevallen. Juist zooals nu: hel zien vort
juffrouw Sneve in dc keukendeur had henf
opeens een geheel plan de campagne ingc^
geven.
(WrcJt vervolgd)