pmofumminttrs:;;::} buitenland ""binnenland" DE EEMLANDER" KOLONIËN. |6e Jaarpana, No. 267 ■nnimrurilTCDDIIC p° ®un('ai -00* AounntmtRlorKllo toon i.so wero in«o pet poll I tOOi pet weeV (me> «rati. «ertrWering tegen ongelukken) f O.M. ibtindrrlllk. nummer* nne Wekelykjeb blJ»ocg>el «U. llolUndicht lialtnoav (ondet tedictie no fhtrite Hoven) pa J mundcD SO eent Wekelljkieh bUvoegiel •Waefdrrvuti per 3 mlinden 40 cent. AMERSFQORTSCH DAGBLAD Vrijdag 7 Juni 1918 HOOFOREDACTEURM.. D. J. VAN SCHAARDENBURG UITGEVERSi VALKHOFF C. BUREAU: ARNHEMSCHE POORTWAL, note utrichtichiitm. INTERCOMM. TELEFOONNUMMER 513 dl ent Lun biedingen l-J regelt f 0.S0. groole Irttea nut pUaamlmtt Voor hendel en bedrijf n xeet voordeellge bepellngen tol ba hahteld .dvet. teeren In dit Bled, by abonnement. Eeoe ctroiLair*. bevallende de voorwaarden, erotdl op aanvtaae toegezonden. Politiek Overzicht De wereldstrijd in het westen. IV. De groote strijd in het westen is weer tot stilstand gekomen. Het Woensdagavond door het Duitsche hoofdkwartier uitgegeven bulletin was weer ingekrompen tot de fraze: „De toestand is onveranderd." Het laatst verschenen bulletin vermeldt slechts plaat selijken strijd op een paar punten. De op 27 Mei begonnen strijd is dus voorshands weer gestaakt; voor de derde maal is een tijd perk van rust ingetreden. "Er is nu dus gelegenheid deze strijd- periode te overzien en na te gaan hoe de toestond is, die daardoor is teweeg gebracht. Aan Duitsche zijde kan men eene belang rijke winst boeken. De juiste cijfers zullen wel spoedig gepubliceerd worden, voor zoo ver men ze kan en wil geven. Een van de 'Duitsche oorlogscorrespondenten geeft het aantal der door de Duitschers gemaakte krijgsgevangenen in de eerste strijd- week op als 1299 officieren en 48.752 manschappen, te zamen dus 50.000 in rond getal. Sedert zijn er nog weer 5000 bijgekomen. Met het cijfer der in hunne han den gevallen krijgsgevangenen zullen de geallieerden wel niet voor den dag komen. Dat moet beschamend klein zijn en zou, naast het cijfer gesteld, dat de tegenpartij kan produceeren, slechts sterker doen uit komen hoe zwaar de nederlaag is, die de Ententelegers ook ditmaal weer hebben ge leden. De beste illustratie daarvan geeft het cijfer, dat aangeeft de oppervlakte van het gebied, dat aan den zegevierenden aanvaller is moeten worden prijsgegeven. Wolff's bureau vermeldt, dat in ééne week de Duit schers gedurende den slag tusschen de Aisne en de Marné meer dan 3000 KM5. Fransche grond, bezet met meer dan 200 steden en dorpen, waarvan 15 boven de TOCO inwoners tellen, in het bezit van de Duitschers zijn gekomen. Kolonel Egli, de vroeger reeds door ons aangehaalde Zwitsersche militèire schrijver, kenschetst deze Duitsche overwinning als een wapenfeit, zooals in dezen oorlog nog niet is bereikt, ook niet bij de Italiaansche nederlaag aan de Isonzo. De vraag dringt zich opHoe is zulk een échec mogelijk ge- \veest? Dat is niet enkel te verklaren uit het feit, dat de Duitschers als aanvallers de keus hadden van het tijdstip en van de plaats van den aanval en dus gelegenheid hadden zich voor te bereiden en de tegen partij te verrassen. Daarop is bijzonder na druk gelegd door den militairen medewerker van de Daily Telegraph, die zegt, dat de vijand zonder twijfel een zeer groot aantal kanonnen heeft gebruikt, maar eerst zeer kort voor den aanval heeft aangevoerd het was zeer moeielijk hunne opstelling uit te vinden. In den nacht voor den aanval werden groote troepenmassa's aangebracht. De geallieerden wisten, dat er zeer vele troepen in de streek waren, maar die zijn eerst in den naoht vóór den aanval naar het eigenlijke front gebracht. Deze wijze van ■handelen is door eene verwonderlijke or ganisatie van bijzonder fijn uitgedachte plannen en een buitengewoon goede aan voering en discipline van de Duitsche troe pen mogelijk gemaakt. Daarmee is echter niet alles gezegd. Dit wordt ook aan de zijde van de Entente gevoeld. Zelfs de met de Fransche regeering in nauwe betrekking staande Petit Parisien verklaarde de officieu- se voorstelling, dat het opperbevel door den vijandelijken aanval geheel verrast is, voor zeer ongeloofwaardig. Wie maar eenig ver stand heeft van militaire zaken, zal moeten toegeven, dat zulke toebereidselen van den vijand niet onopgemerkt konden blijven. Er moet dus, zoo verklaarde dit blad, naar an dere redenen gezocht worden om eene ver klaring te vinden voor deze zonderlinge feiten. Dit was in de Fransche pers geen stem, die zonder echo bleef. Ook de Liberté, de Heure en andere bladen waagd.en meer of minder scherp eene kritiek op het beleid van het opperbevel. De Temps kwam met grooten nadruk er voor op, dat de regee- ring in hare mededeelingen over de oorlogs gebeurtenissen de waarheid zou huldigen. Slechts de juiste kennis van het gevaar zou den moed en den wil om te leven nog kun nen doen opleven. Naast de militaire discussie stak in de po litieke wereld de strijd over de vraag der schuld van den kritieken toestand met stij gende verbittering het hoofd op. Tegen Clemenceau en zijn vertrouwensman, gene raal Foch, werd in de organen der uiterste linkerzijde steeds vrijmoediger de aanklacht gericht, dat zij het front aan de Aisne van strijdtroepen en artillerie hadden ontbloot en daardoor zelf schuld hadden aan het verlies van het front aan den Chemin des Dames. In de wandelgangen van de Kamer ging men heftig te keer tegen Clemenceau; sommigen spraken er van hem in staat van beschuldiging te stellen; anderen verlangden de bijeenroeping van de nationale vergade ring in Versailles. Toen het er echter op aankwam in de openbare zitting aan deze stemming uiting te geven, zonk den opposanten de moed in de schoenen. Een interpellatie werd in de vorige week ingediend om de regeering ter verantwoording te roepen over den toe stand. Clemenceau was toen aan het front en de Kamer besloot met 344 tegen 174 stemmen de discussie te verdogen tot de volgende week: Toen verleden Dinsdag de interpellatie aan de orde kwam, weigerde Clemenceau haar te beantwoorden. Hij noemde 't een laagheid nu met beschuldi gingen tegen het opperbevel te komen; als de Kamer geen vertrouwen in hem had, moest zij hem wegjagen, maar op dit oogen- blik was zwijgen de boodschap. De Kamer, gedwee als altijd, besloot met 377 tegen 110 stemmen, tot verdaging van de interpellatie voor onbepaalden tijd. In de Kamer is dus de discussie gesmoord en buiten de Kamer mag niemand den mond open doen. Dit wordt belet door de beschikking, die Cle menceau krachtens zijne bevoegdheid als minister van oorlog heeft genomen, die aan de politie de macht verleent ieder in hech tenis te nemen, „die paniek teweeg brengt door verspreiding van tendentieuse berich ten over den militairen toestand." De oorlog. Aan het striidfront is de rust nu weer na genoeg volkomen. Behalve de nooit tot rust komende artilleriestrijd worden slechts plaat selijke gevechten op enkele punten gemeld. Duitsche duikbooten zijn'verschenen aan de Amerikaansche zijde van den Atlantischen Oceaan en hebben voor de Amerikaansche kust schepen in den grond geboord. De ha ven van New-York is dientengevolge geslo ten verklaard. Ook tot andere havens zal deze maatregel worden uitgebreid. Stockholm, 5 Juni. (W. B.) Volgens dagbladberichten uit Moskou heeft Tsjitsje- rin aan Lockhart, den diplomatieken verte genwoordiger van Groot-Brittannië te Pe tersburg, een scherp protest gericht tegen de in den laotsten tijd heivatte gedwongen inlijving van Russische onderdanen bij het Engelsche leger. De nota legt er Tiadruk op, dat de Britsche regeering bij dezen weder- rechtelijken maatregel in overleg handelt met de vertegenwoordigers van de oude Russische regeering, die reeds lang niet jneer bestast en heden nog slechts de drijf kracht van de contra-revolutionaire bewe ging is. De beginselen en de politieke toestand van de Russische Sovjet-republiek eischen eene volstrekte onzijdigheid in den wereldstrijd. Oost-lndlê. Dr. J. L. Nommenion. f Uit Batavia wordt geseind, dat de oudste zendeling in de Bataklanden, dr. J. L. Nom- mensen, overleden is. Dr. Norpmensen zoo teekent het Hbld. hierbij aan was de ephorus van het Rijnsch Zending-Genootschap in de Batak landen. Hij was een der wegbereiders voor de vestiging van ons gezag in die streken. De geschiedenis toch der zending in het Silindöengsche en op de hoogvlakte van Toba is samengeweven met die der vestiging van ons daadwerkelijk bestuur aldaar. In 1877, nadat andere Europeanen, o. w. van der Tuuk in 1853, hem waren voorge gaan, bereikte Nommensen met Johannsen en Simoniet het Toba-meer in een tijd dus van het eerste optreden van Si Singa Maha- radja. Terwijl deze ons veel last veroorzaak te, zoodat herhaalde expedities noodig wa ren, was het door den invloed der zending, dat de voornaamste volkshoofden op inlij ving bij ons gebied aandrongen. De verdiensten van Nommensen werden beloond door zijne benoeming tot officier in de orde van Oranje-Nassau. Kameroverzicht Tweede Kamer In de zitting van Donderdag werd verder behandeld het ontwerp-crisisrechtspraak. De heer Limburg verdedigt een nader amendement om den crislsrechter niet al leen over de wettigheid, maar ook over de billijkheid en behoorlijkheid van administra tieve maatregelen te doen oordeelen. De 'heer Kooien beveelt de aanneming aan van een amendement der commissie van rapporteurs om naast onwettigheid, het niet bestaan van feitelijke omstandigheden en misbruik van macht te noemen als rede nen van beroep op den rechter. •De heer D r e s s e 1 h u ij s verdedigt na der een sub-amendement om in het amen dement der commissie van rapporteurs „misbruik van macht" te omschrijven door het kennelijk een ander gebruik maken van bevoegdheid dan tot de doeleinden waarvoor de bevoegdheid is gegeven. MJ nister Ort heeft ernstig bezwaar tegen het amendement-Limburg. Hij ver klaart het onaannemelijk, evenals dat van de heer Rutgers, hetwelk dezelfde beteekenis heeft als dat van den heer Limburg. Hij neemt het amendement der commissie van rapporteurs, waarin het sub-amendement- Dresselhuijs is opgenomen, over, evenals dat van den heer Rink, waardoor ook de vaststelling van schadeloosstelling onder de crisis-rechtspraak komt. De heer Rutgers verdedigt een nader amendement, Het* amendement-Limburg wordt verwor pen met 42 tegen 10 stemmen, waarna de heer Rutgers zijn amendement intrekt en het ontwerp z. h. st. wordt aangenomen. Hierna komt aan de orde het w.o. tot wij ziging der distributiewet. De heer Van Beresteijn komt op tegen het streven van de commissie van rapporteurs om de bevoegdheid van den minister te beperken. Hij wil de waarborgen van de belangen van het publiek meer zoe ken in de rechtspraak. De heer Juten betoogt, dat de minister geen rekening houdt met de pradijk en met verschil tusschen stad en platteland. Spr. vraagt of de minister voornemens is om den boeren een deel van den oogst voor eigen gebruik te laten. Hij gevoelt niet veel lust om voor het ontwerp te stemmen. De heer Van Rappard betreurt, dat al weer meer dwangmaatregelen tegenover den landbouw zullen worden genomen en ge looft niet dat de voedselproductie daardoor zal worden gebaat. De heer Lohman acht beperking van de z. i. grenzelooze bevoegdheden des mi nisters noodzakelijk. Spr. beveelt daaróm aanneming aan van de amendementen der commissie van rapporteurs. De heer De W ij k e r s 1 o o t h meent, dat het ontwerp handel, landbouw, nijver heid en verkeer aan handen en voeten ge bonden aan den Minister zal overleveren. De heer Gerretson betoogt, dat de regeering zelf streng had moeten optreden tegen misbruiken van de administratie en klaagt over uitschakeling der grossiers bij de distributie. De heer Van der Molen deelt mede dat in Maart 1917 te Rotterdam werden op geslagen 260.000 Kg. erw ten en boonen waarnaar, ondanks de herhaalde woarschi* wing door B. en W. van Rotterdam, niemand van regeeringswege omzag, tot in April 1.1. toen het grootste deel bedorven bleek. Spr. vraagt zich daarom af, of dan de regeering, die haar organen zoo weinig in haar macht heeft, nog wel verdere bevoegdheden inogen worden gegeven. Spr. zal in geen geval voor het ontwerp kunnen stemmen, zelfs niet als de voorstellen der Commissie van Rap porteurs worden aangenomen. De heer S a n n e s betoogt dat op grond van fouten, door de Regeering begaan, de Kamer haar steun niet mag onthouden aan maatregelen tegen kettinghandel, prijsop drijving enz. en ter bevordering van voed selvoorziening. De heer Teens tra vertrouwt op het beleid en het gezond verstand van de Re- *geering bij toepassing van de wet en is daarom bereid aan de totstandkoming der wet mede te werken, al acht hij het noodig, dat de Minister duidelijk de noodzakelijk heid van uitgebreider bevoegdheid aan toont. Minister Posthuma zal op de aange voerde feiten niet ingaan, omdat zij met het ontwerp zelf niets uitstaande hebben. Hij betoogt dat de bevoegdheid, bij het wets voorstel gevraagd, noodzakelijk is, omdat de regeering met de bestaande distributie- wet niet voldoende voor de voedselvoorzie ning en de distributie kan zorgen. Ten half zes breekt de Minister zijn rede af. Berichten Dc Staatscourant \an G Juni beval o. a. de volgende Kon. besluiten: benoemd tot kantonrechter te Lemmer mr dr. C. II. Baalc, thans griffier bij de recht bank tc Winschoten; tot substituut-griffier bij de rechtbank tc Rotterdam nu. J. J. Termaatcn. tbans substi tuut-griffier bij de kantongerechten, tc Rotter dam; tot idem le Haarlem jhr. ïmvdr. B. van den Brandeler, thans .griffier bij het kanton gerecht te Zaandam; tot idem le Amsterdam mr. J Krabbe, thans griffier bij het kantonge recht te Tholen; tot idem tc Almelo mr. M. van Aken thans adiuncl-commics aan het departement van justitie; tot griffier bij bet kantongerecht tc Almelo mr. G. Schot DiiRman. thans idem tc Vcg- hcl; tot substituut-griffier van het kantonge recht te Amsterdam mr. P. J. H. M. Hobus, thans griffier van het kantongerecht te Waal wijk; benoemd lot buitengewoon hoogleeraar in de faculteit der wis- en natuurkunde aan dc Rijksuniversiteit te Utrecht om onderwijs te geven in de leer van het elettro-magnctische veld en hare toepassingen dr. IL E. J G. Du Bois. oud-hooglecraar aan genoemde Univer siteit; benoemd tot rechter-plaatsvervanger in de rechtbank tc Utrecht jhr. mr. B. C de Savor- nin Lohman, hoogleeraar aan de Rijksuniver siteit aldaar en aan jhr. mr. B. C. de Savornin Lohman voornoemd toeslemming verleend tot het gelijktijdig beklecden der bovengenoemde betrekking van rechter-plaatsvervanger met die van hooglecraar aan de Rijksuniversiteit te Utrecht. Tweede Kamerverkiezing. In het kiesdistrict Gulpen is voor het lid maatschap van de Tweede Kamer (vac.- Ruys de Beerenbrouck) gekozen de heer H. G. M. Hermans, te Maastricht. De verkiezingscampagne van m r. T r e u b. Naar de Tel. verneemt is mr. M. W. F- Treub voornemnes persoon lijk krachtig aan de verkiezingsactie deel te nemen. Mr. Treub zal den 15den Juni het eerst te Maastricht als spreker optreden, om vervolgens in verscheidene plaatsen van het land svreekbe.rten voor den Economischen Bond te vervullen. Ontginning van bruinkolen. Bij beschikking van den Minister van Land bouw, Nijverheid en Handel is de bij be schikking van 22 April 1918 verleende ver gunning tot het ontginnen van bruinkolen overgedragen aan de heeren A. de Lexhy, te Groetheide, gemeente Sittard, en jhr. mr. G. A. H. Michiels van Kessenich, te Roer mond is krachtens de wet vn 23 Maart 1918 tot tijdelijke ontginning van bruinkolen zonder concessie aan de heeren mr. R. H. van Bas ten Batenburg, B. L. O. van Basten Baten burg en G. M. van Basten Batenburg, te Tegelen, vergunning verleend tot het ont ginnen van bruinkolen in de gemeente Tegelen. Geen strafmarsch. Vragen van den heer Heeres betreffende een aan mili tairen opgelegden strafmarsch. 1. In de Maasbode van 3 Mei wordt ge sproken van een strafmarsch, waarmede Katholieke soldaten, ingekwartierd in Rijs wijk, die hadden geweigerd een godsdienst oefening bij te wonen in de Protestantsche kerk aldaar, zouden zijn gestraft. Is de Minister daarvan iets bekend, en zoo neen, is Zijn Excellentie dan bereid een onderzoek in te stellen. Indien het medegedeelde juist mocht blij ken, hoe is dan daarover het oordeel des Ministers? Indien mocht blijken, dat hier ten onrech te straf is opgelegd, is de Minister dan be reid, ten aanzien der militaire autoriteiten, welke haar oplegden, maatregelen te ne men, geschikt om herhaling van het gebeur de te voorkomen? Antwoord van den Minister van Oorlog: De Minister is bekend met den inhoud van het bericht, voorkomende in de Maas bode van 3 Mei j.l. Een onderzoek daarom trent werd terstond ingesteld. Inmiddels is in de bladen van het bericht een andere lezing gegeven, welke overeenkomt met de resultaten van het onderzoek. Daaruit is toch gebleken, dat de bedoelde marsch geen strafmarsch was, maar een ge wone oefening welke gehouden werd met hen, die zich niet hadden opgegeven voor de bijwoning van een samenkomst. Er be stond geen grond om voor hen die oefening achterwege te laten. Aan straf kan bij zoo'n oefening niet gedacht worden, omdat ten aanzien van het bijwonen van een samen komst, zooals die meermalen plaats heeft on der leiding van veldprediker of aalmoeze nier, volkomen vrijheid bestaat. Bij de onder- harige oefening waren voorts volstrekt niet alleen Roomsch-Katholieke militairen be trokken. In verband met het voorgaande bestaat er voor den Minister geen aanleiding om bijzondere maatregelen te nemen. Een trouw en algemeen bekend hofbe ambte, dc opperportier van hel Koninklijk Paleis in liet Noordeinde, te <len Haag, de heer J. J. van Lcersum, is na een diensttijd van 36 jaren, op ruim 74 jarigen leeftijd over leden. Gedurende zijn-lange reeks van dienstjaren mocht hij menige onderscheiding ook van buiteniandschc Vorsten ontvangen ter waar- decring van betoonde trouw. Nu wijlen Z. M. Koning WillenTlII schonk hem dc medaille in zilver van dc Luxcmburgschc Orde van dc Eikenkroon en H. M. de Koningin verleende hem dc gouden medaille der Huisorde van Oranje. Nederland en de oorlog ^nUiehinnd en .tleilerlanii. Wij hebben onlangs gemeld aldus het Hbld. dat tusschen de Nederlandsche en de Duitsche regeering nog besprekingen werden gevoerd betreffende een regeling der voorschriften inzake de doorvoer van goederen uit België naar Duitschland. Ook deze zijn thans tot een goed einde gebracht. !>e erimtiaoliepevi De „Zijldijk" en de „Hector" zijn Woens dagavond 10% uur Doggersbonk-Noord ge passeerd. Thans is bij het departement van Buiten- landsche Zaken bericht ontvangen, dat de „Java" en de „Stella" Woensdagmorgen uit Amerika de reis naar Nederland hebben aan vaard. l>e FrUia. Nader verneemt de Tel., dat de Frisia eerst in Newport News (Ver. Staten) zal bunkeren. Daarna stoomt het schip naar New-York om de rest der graanlading te gaan halen. Het is zoo goed als zeker, dat de Frisia niet naar Halifax behoeft te stoomen voor een nader onderzoek, maar direct van New- York naar Nederland vertrekken zal. De vaart van Inrtlë op Amerika hersteld. Het passagiersschip Rembrandt, van de Stoomvaart-Mij. Nederland, is 25 Mei van Batavia en 28 Mei van Singapore naar San Francisco vertrokken. De Lloydboot Wilis zou eveneens op 29 Mei uit Indië naar Amerika vertrekken, hoofdzakelijk om de met het stoomschip Nieuw-Amsrterdam verwachte passagiers af te halen. Kospltaalnchip op een mlja •releopen. Te 's Gravenhage is bericht ontvangen ilat het Hospitaalschip „Koningin Regentes" op weg naar Rotterdam, aan boord waarrffit zich de Britsche delegatie bevindt ter con. ferentie met de Duitsche delegatie ovet krijgsgevangenenzaken, op een mijn is ge- loopen en gezonken. Het stoomschip „Sin. doro" is ter plaatse voor hulpverleening car, drenkelingen. Er waren geen gewonde kriigsgex angenett aan boord. Nader wordt gemeid, dat het ongeval mef het hospitaalschip de Koningin-Regente* plaats had bij Leemen's bank. De administrateur Smit en vier stoken zijn omgekomen. Smit was op de Sindoro overgebracht doch stierf daar aan boord. Aan boord waren de pleegzusters Doorerv bos, Koelemeyer en Vermaas. Naar het hoofdbestuur van het Neder landsche Roode Kruis mededeelt, is van den arts-leider der 3 hospitoalschepen dr. Vink- huyzen bericht ontvangen, dat het Roode Kruis-personeel, hetwelk zich aan boord van het gezonken stoomschip Koningin-Regen- tes bevond, thans ongedeerd aan boord ii van het stoomschip Sindoro. Ook de Britsche delegatie ter conferentie met de Duitsche delegatie over krijgsgevan gen enzaken is overgegaan op hgt stoom schip Sindoro. - rv d Uit VJissingen wordt gemeid: Het bericht van het vergaan van het hos pitaalschip Koningin-Regentes is hier mei groote ontsteltenis vernomen, waur alle op varenden in de naaste omgeving wonen. Vooral zoolang het aantal slachtoffers nog niet bekend was geworden, verkeerden ve len over hun naastbestaanden in grooten angst. De meesten konden echter spoedig gerustgesteld wordeij. De omgekomen ad ministrateur Smit was de oudste van d« maatschappij. Met deze boot verliest de Zeeland gedu- °nde den oorlog haar 4e stoomschip. Op 1 Februari 1916 liep de Prinses Juliana bij hel Sunkvuurschip op een mijn; de Mecklen burg 28 Februari d. a. v. eveneens op een mijn, terwijl in hetzelfde jaar op 31 Juli een zelfde ongeval aar. de Koningin Wilhelmina overkwam. De Maatschappij houdt nu rog drie sche pen over en wel het schroefschip Oranje- Nossa^en de raderbooten Prins Hendrik en Zeeland. De directeur, de heer Th. de Mees ter, die zich aan boord bevond, maakte da reis voor de tweede maal naar Boston mede. De heer J. P. Kreisoher, administrateur van de Sindoro, heeft aan de N. R. Ct. aangaan de het verongelukken van het hospitaalschip Koningin Regentes het volgende verteld: Ruim één uur gistermiddag gebeurde het Wij waren ongeveer 20 mijl ten Oosten van het Lemasbanklichtschip. De Zeeland voei voorop, dan volgde de Sindoro, terwijl d« Koningin Regentes het laatste schip was. Te ruim één uur zat ik in mijn hut en voel de een schok. Dadelijk daarop, toen ik ge loop hoorde, snelde ik naar net achterschip van waar ik de Regentes zag, die blijkbeat door midden gebroken was, het achterschip in de hoogte en voorschip snel zinkende. Aan boord vQn de Sindoro wendde mer onmiddellijk om zoo dicht mogelijk bij het snel zinkende.schip te komen. Twee minu ten later was het onder de golven verdwe- nen. Op dat oogenblik wos de Sindoro on geveer 400 meter van het zinkende schip verwijderd. Er werden sloepen uitgezet er men roeide naar de plaats des onheils ora ronddrijvende en zwemmende menschen op te visschen. Toen deze sloepen ter plaatse kwamen, waren de drenkelingen al gered door da sloepen van de Regentes zelf. Op één na zijn de booten van de Regentes naar de Sin- doro gekomen; die eene boot ging naar d« Zeeland. Aon de valreep van de Sindoro hebben wij toen 47 menschen, geredde men schen van de Koningin Regentes, geteld. Bij hen waren óok kapitein Redeker en de ad« ministrateur Smit, die nog leefde toen hij op de Sindoro gebracht, maar spoedig over leed. Eenige gewonden werden in het hos pitaal van de Sindoro ^ebracht. Onder deze gewonden zijn menschen. die zich op het oogenblik van den schok in de messroom bevonden. Door den schok sloeg de trap van de messroom weg; zij zijn door een gat aan dek gekropen. Vallende stukken hout heb« ben verschillende verwondingen veroor zaakt. Na ongeveer vijf kwartier in de nabijheid gebleven te zijn van de plaats waar de Ko ningin Regentes is gezonken, zijn wij mei de beide overgebleven hospitaalschepen naar Rotterdam doorgestoomd. Kapitein Redeker is later van ce Sindorc naar de Zeeland ogegaan, omdat de heei de Meester, dien hii wenschte te spreken, zich daar aan boord bevond. Nadat zeker was dat er geen menschen U redden meer waren, bleken er vermist d« volkskok D. Smit, de olieman Luwema en d« stoker Offenbeek, allen uit Vüssingen, d« olieman Wesdorp uit Middelburg, de sto kers van der Endt en Wissekerke uit Soui burg. Zij zijn verdronken. Het tijk van de administrateur, de heer Wi Smit uitvVlissingen, is met de Sindoro naai Rotterdam gebracht. Gewond zijn: de le stuurman B. Koens, da 2e machinist J. J. van den Broeke, de 4e mai chinist H. R. vei' Pesevelt, de marconist C. Texelaar, de stokers B. Schuurbiers en J»

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1918 | | pagina 1