IAQ8LAD „DE EEMUANDER" ^BINNENLAND FIIBOÏ! imiHHIlflirU'Sja TWEEDE BLAD FEUILLETON. Vrouwenregeering 7 "7e Jaarcanq Mo. 49 IDnUUCMCHTQODIIC P° m"ndcn »<x» fluU"nUilLn 1 uiKiiU foort t 1.50. Idem franco p i pon. f 2-00. pe» weck (mcl gratu verzekering tcgea ongelukken) f 0.14, afzonderlijke nummer» f 0.05 Wekelljksch bijvoegsel •Dt Holbndsch* fioisyrow* 'ondci redactie van Tbérès* Hoven) per 3 maanden 50 cent Wekdljkxcb bt|voe**eJ +W§nldrcvu** ptt 5 maanden <0 cent hoofdredacteur: m«. 0. j. van schaardenburg uitgevers: valkhoff c. bureau: arnhemschepoortwal, hok utmcht.chcsth intercomm. telefoonnummer 513 Zaterdag 24 Augus:us 1918 dienstaanbiedingen 1—5 regel» f 0 50. groofc Ietfer* naar plaatsruimte. Voot handel en bedrijt bestaan zeer voordeel]ge bepalingen tot het herhaald adv** tecrcn tn dit Blad, by abonnement Eene drculalr^ bevattende de voorwaarden, wordt op aanvrage toegezonden. Nederland en de oorlog Dc «:sl it van het Rijksbureau i voor graan en meel. Naar de Tel. verneemt, heeft de heer Van Vuuren zich met eenige vragen tot den minister yan Landbouw, Nijverheid en Handel gewend: In de Staatscourant van 30 Juni 1917 no. 151 Jtwam de volgende mededeeling voor: De minister van Landbouw, Nijverheid en Handel verzoekt allen, die voor 1 Augustus 1914 buitenlandsche tarwp importeerden, of hunne bemiddeling bij dezen invoer verleen den, aan het Rijksbureau voor de Distribu tie van Graan en Meel te 's Gravenhage op gave te doen van de door hen of van de door hunne bemiddeling ingevoerde hoe veelheden tarwe, gedurende de jaren 1910, 1911, 1912, 1913 en 1914, onder mededee ling waar de bewijzen te verkrijgen zijn van de door hen verstrekte gegevens. In December 1917 werden, naar den heer Van Vuuren werd medegedeeld, de opgaven, ter vol doening aan het verzoek van den minister van Landbouw, Nijverheid en Handel gedaan bij de belanghebbenden met de kantoorboeken verge leken door den heer H. Burgmans Cztl accoun tant te Rotterdam, die daartoe voorzien was van een legitimatie van den minister van Landbouw. Bf-langhtrbbenden hebben gemeend, dat deze oproep geschiedde, om hen op eenigerlei wijze er voor schadeloos te stellen, dat zij van der. import tijdens den oorlog zijn uitgesloten. Naar aanleiding van een vraag dienaangaande den I2en Juli 1918 gedaan, deelde het Rijksbureau voor de Distributie van Graan en Meel 17 Juli 1913 mede: „dat wij tot ons leedwezen geen vrijheid „kunnen vinden, eenige provisie over de „door de Regeering tot nu toe geïmpor teerde .hoeveelheden tarwe aan u uit te „keeren. „Zoodra aankoop van tarwe door impor teurs wederom mogelijk is, zal er onzer zijds zooveel mogelijk naar worden ge streefd, dezen in den aankoop te betrek ken. „Mocht echter aankoop van tarwe in de „toekomst op eene zoodanige wijze plaats „vinden, dat eene bemiddeling van agenten „onmogelijk zal zijn, dan kunnen wij tot „ons leedwezen niet er toe overgaan om „firma's, welke geen daadwerkelijk aandeel „aan den import hebben, van Regeerings- „wege te ondersteunen in den vorm van pro- - „visie of anderszins, vermits zulks dan niet „te wijten zou zijn aan maatregelen van'de „Nederlandsche Regeering, doch alleen aan „die der oorlogvoerende mogendheden." Naar aanleiding van het bovenstaande heeft de heer Van Vuuren gemeend, de volgende vra gen ie moeten stellen: I Is de minister van Landbouw, Nijverheid en Handel bereid mede 'te deelen met welk doel of welke bedoeling de oproep van 30 Juni 1917 en ue daarop gevolgde controle der opgaven is geschied? II. Is aan de belanghebbenden, voor hunne opgaven met de kantoorboeken vergeleken, mededeeling gedaan van het doel waarvoor of de bedoeling waarmede een en ander werd ge vraagd? a Hl. Zijn voor belanghebbenden nog gevolgen te verwachten van het ingesteld onderzoek en zoo ja welke? Geknoei bij de meel- bereiding. Naar de Tel. verneemt, heeft de heer Marchant zich met de volgende vragen tot den Minister van Landbouw gewend: De meelmolenaars, die tegen een bepaald loon de door de regeering verstrekte grond stoffen vermalen en deze aan het Rijk toe- behoorende goederen geheel moeten afle veren in den vorm van meel, schijnen deze grondstoffen zoo afdoende te „wasscheit", voordat zij worden vermalen, dat daardoor het afgeleverde meel een hoogêr waterge halte heeft dan de regeering heeft toege staan. Hiervan is het gevolg: 10. dat aan de bakkers een tekort aan ge wicht meel wordt afgeleverd; 2c. dat het afgeleverde meel aan spoe dig bederf onderhevig is; 3o. dat de meelmolenaars niet het volle product afleveren, dat uit de door de regee ring verstrekte en aan het Rijk toebehooren- de grondstoffen voorkomt. Wat is hiervan aan de regeering bekend? Welke maatregelen heeft de regeeringge- nomen om deze handelingen te keeren? Granen, zaden en peul vruchten. De Min. van Landbouw heeft onder intrekking van zijne beschikking van 18 Juli 1917 bepaald: Art. I. Eigenaren en bezitters van ongedorschte granen, oliehoudende zaden en peulvruchten, alsmede allen die deze gewassen in ongedorsch- ten toestand onder zich hebben en houders of exploitanten van dorschmachines zijn verplicht telkenmale«-onmiddellijk na het dorschen opgave te doen aan den burgemeester hunner woon plaats van de door hen gedorschtc hoeveelhe den, uitgedrukt in kilogrammen. 11. Eigenaren en bezitters van gedorschte gra nen. oliehoudende zaden en peulvruchten, als mede allen die deze gewassen in gedorschten toestand onder zich hebben zijn verplicht al hunne granen, oliehoudende zaden en peul vruchten, met uitzondering van de hoeveelhe den waarover hun uitdrukkelijk de beschikking is gelaten, te bezorgen of te doen bezorgen uit sluitend op de plaats waar en op den tijd waarop zulks door den Regeeringscommissaris voor de Rijksgraanverzameling wordt gewenscht over eenkomstig de daaromtrent bestaande plaatse lijke gebruiken. III. Bij niet voldoen aan de jn de artt. I en II gestelde verplichtingen zal onverminderd de strafrechtelijke vervolging welke zal worden in gesteld de beschikking over de hoeveelheden in art. 2 bedoeld worden ingetrokken. Niet nakoming der hun ingevolge art. I op gelegde verplichtingen door houders of exploi tanten van dorschmachines zal, onverminderd de strafrechtelijke vervolging welke zal worden ingesteld, de beschikking over de hoeveelheden in art. 2 bedoeld worden ingetrokken. Niet nakoming der hun ingevolge art. I op gelegde verplichtingen door houders of exploi tanten van dorschmachines zal, onverminderd de strafrechtelijke vervolging welke zal worden ingesteld, onthouding van steenkolen, stroom of anderen krachttoevoer, benoodigd voor de exploitatie der dorschmachine, ten gevolge heb ben. IV. Onder granen wordt in deze regeling verstaan: wintertarwe, zomertarwe, spelt,win terrogge, -zomerrogge, wintergerst, zomergerst, haver, evene, boekweit, kanaiiezaad. Onder zaden: koolzaad, raapzaad, blauw- moanzaad, boterzaad, dederzaad, lijnzaad, geel mosterdzaad, bruin mosterdzaad karwijzaad, rood klaverzaad. Onder peulvruchten: veldboonen (wier-, paar den-, duiven-, schapen- en Waalsche); alle soor ten groene en gele erwteu; alle soorten grauwe erwten; alle'"soorten bruine, gele en witte boo- nen. Kalveren. De Minister van Landbouw heeft, met wijzi ging van zijn beschikking van 16 April, 27 April en 10 Juli, de navolgende maximumprijzen vast gesteld: lo. a. voor ve«e kalveren, levend ge wicht: KI. A 1.40 (Prijs per K.G.) pLm. 70 pCt. (verhouding van levend tot geslacht gewicht). BI 1.25 pl.m. 66 pSt., B2 1.15 pl.m. 62 pCt., Cl 1.05 pl.m. 58 pCt., C2 f 0.95 pl.m. 56 pCt., Dl 0.85 plm. 54 pCt., D2 0.75 pl.m. 52 pCt., E 0,65 plm. 50 pCt., onder be- paling, dat vorenbedoelde maximumprijzen zijn ie verstaan franco gemeente; b. een maximum- kleinhandelprijs voor alle soorten kalfsvleesch geslacht gewicht van 2 per K.G. uitgebeend; c. ,een maximumkleinhandelprijs voor kalfsbeen- deren van 0.10 per K.G.; 2. bepaald, dat voor administratiekosten enz. door het Rijkskantoor voor Vee en Paurden een bedrag van 2.50 per kalf in rekening kan worden gebracht; 2. verboden de - verkoop van kalfsvleesch in de beenen. Aardappelen. Het Bureau voor Mcdedeelingen inzake de Voedselvoorziening meldt: In ons communiqué over aardappelen, opge nomen in de bladen van 21 dezer, wordt ver meld hoeveel er volgens de in 1910 door het departement van Landbouw uitgegeven „Be schrijving van de Aardappelctuur in Nederland" van den oogst consumptieaardappelen moet worden afgetrokken voor pootgoed, kriel, af val en bederf. Door .een onduidelijkheid is het getal 13 komen te staan in plaats van V\, waar door de becijfering niet klopte. Volgens boven genoemde „Beschrijving" moet voor pootgoed enz. één derde worden afgetrokken, waar door van 35 millioen HL. ongeveer 22 a 23 millioen voor de consumptie beschikbaar komt. Rijkskantoor voor Bouw materialen. De Minister van Landbouw heeft opgehe ven de bij. besluit van 23 Maart 1917 inge stelde Rijkscommissie in zake den invoer en de distributie van Bouwmaterialen met uit zondering van ijzer, staal en hout en aan de leden dier commissie eervol ontslag ver leend onder dankzegging voor de in deze functie den lende bewezen diensten. De Minister heeft voorts ingesteld een Rijkskantoor voor Bouwmaterialen, geves tigd Prinsegracht 479, Amsterdam. Met de directie zijn belast de heeren J. M. K. Bru- nink, als president-directeur, R. K. Bloe mendal, als directeur, tevens belast met de tijdelijke vervanging van don president-di recteur, J. Slichers als directeur. Vervolgens is ingesteld eene commissie van advies voor de directie van meerge noemd Rijkskantoor, bestaande uit *de hee ren kapitein der genie G. A. Meyer, verte genwoordiger van het departement van Oor log; ir. G. J. v. d. Broek, vertegenwoordiger van het departement van Waterstaat; J. N. Hendrix, voorzitter van den Nederlandschen Aannemersbond; J. M. A. Zoetmulder, c. i. inspecteur der Volksgezondheid, Nijmegen; vertegenwoordiger van het Departement van Binnenlandsche Zaken; A. Broese van Groenou b. i. voorzitter der maatschappij tot bevordering der Bouwkunst Vakvereeni- ging van Architecten de Hoeve, Wassenaar. Hout. De Minister van Landbouw, overwegende, dat het "met het oog op de behoefte aan. scheepsruimte voor het vervoer der meest noodzakelijke levensbehoeften noodig is het vervoer te water van andere artikelen te beperken, heeft bepaald Ier. Het vervoer van hout is verboden. 2o. Het verbod onder To. gesteld is niet van toepassingop vervoer per wagen, voortbewogen door menscbelijke of dierlijke kracht; op het vervoer te water; teen- of griendhout, ook genaamd twijghout; waar- den- of rijshout, mits geen brandhout zijn de; esschenhout, bestemd voor den tuin bouw of voor waterwerken dwarsliggers palen en ander hout bestemd voor Rijkstele graaf- en telefoonlijnen, voor den openbaren dienst en voor de mijnen in Limburg; hout in vlotten. 3o. Van het verbod onder lo. gesteld kan in bijzondere gevallen ontheffing worden verleend. Ver voer verboden. De Staatscourant van gisteren bevat vér- voerverboden, uitgevaardigd door den Mi nister van Landbouw, op caseïneaardap pelmeel boven 10 K.G.; bokken en geiten bennen en hanenharing en spieringfor- j maline behalve hoeveelheden tot 100 gram voor geneeskundig gebruiktamme konij nenkaas; stijfsel in hoeveelheden boven 5 K.(!L; vetten en oliën; rood klaverzaad; tarwebloem, tarwemeel, roggebloem en gTof roggebrood, behoudens regeeringsmeel enz uitschoonsel van granen, peulvruchten en zaden lupinenzaad levende varkens on gedorschte granen, zaden en peulvruchten, behoudens recbtstreeksch vervoer van het land naar de opslagplaats van den verbou wer. Ook de aflevering van meeste dezer artikelen is verboden. Deze verboden zijn niet geldig voor die Bij Ministerieele beschikking is verboden het vervoer van: aardappelmeel, zoomede de aflevering en het vervoer van bokken en geitencaseïne; formaline; haring, kleiner dan 13 c.M., alsmede van spiering, in ver- schen toestand kleiner dan 10 c.M. en in gerookten toestand kleiner dan 9 c.M.; hen nen en hanen; kaas (behalve o.a. door de taillisten aan consumenten bij hoeveelheden van niet meer dan 1 *K.G. tegelijk)tamme konijnen; levende varkens; vaselinu album (witte vaseline); vaselinum flavum (gele veseline)alle dierlijke vetten en oliën, zoo wel eetbare als technische; alle plantaar dige vetten en oliën, zoowel eetbare als technische; alle mengsels uit de sub a en b bedoelde vetten en oliën vervaardigd; alle oliehoudende zaden, noten en pitten; stijf sel; lupinezaad en stof, kaf of uitschoonsel uit granen, -peulvruchten en zaden; onge dorschte granen, zaden en peulvruchten rcod klaverzaad; tarwebloem, tarwemeel, roggebloem en grof roggebrood, een en an der, onder nader door den Minister aange geven uitzonderingen, welke beoogen een behoorlijke regeling voor de distributie enz. Geen pasmunt. Door de directie van Heemaf te Hengelo is een telegram verzonden aan den minister, met het verzoek maatregelen te willen ne men ter voorziening in de behoefte aan pas munt. Enkele firma's aldaar zonden een request van gelijke strekking. De Kamer van Koophandel besloot eveneens een adres te zenden. Nederlanders in Duitschland. Er hebben tot voor korten tijd nog vacan- tiereizen van Duitsche kinderen naar Neder land plaats gevonden. Op het oogenblik be vinden zich ook een aantal Duitsche gezin nen in ons land, wien men voor hun vertrek uit Duitschland geen moeilijkheden in den weg heeft gelegd. Onder die omstandighe den heeft de N. R. Ct. met verwondering kennis genomen van een klacht van een Ne- derlandsch gezin in Duitschland, volgens welke aan de vrouw en kinderen reeds ge durende maanden een pas voor' een reis naar Nederland dooi de Duitsche autoritei ten zonder opgaaf van redenen geweigerd wordt, hoewel een verblijf hier te lande voor de aansterking van hun gezondheid niet minder noodig is dan voor de vele Duitsche vrouwen en kinderen, die wel zoo gelukkig waren een pas machtig te worden. Duitsche vliegmachine geland. Men meldt uit Cadzand aan het Hbld.: Woensdagavond ongeveer negen uur landde hier een Duitsche vliegmachine, ge merkt I. V. G. G. 1698. De oorzaak der lan ding was niet bekend. Men beweert dat er niets aan de machine haperde. De machine was bewapend met een mitrailleur, terwijl er een inzittende was. Hij bleef in het vlieg tuig achter het machinegeweer zitten, en ook nadat men hem had toegeroepen „Holland" bleef hij vuren, zoodat sommigen der eerst bijkomenden, zich om aan het gevaar te ont komen, maar vlug gingen liggen. Ais een aardige bijzonderheid kan worden medeke- deeld, dat een kleine jongen die het eerst aankwam, het vliegtuig beklom, tot kort bij den inzittende, en daar rustig halzen op ving, die uit het geweer werden geworpen. Men zegt dat het gevaarlijke heerschap in beschonken toestand was, en. zeker daaront maar niet beter wst te doen dan wal te vu ren. Even later wist men hem van achteren te bereiken, waarna hij onder geleide werd weggevoerd. Ongeveer om elf uur was de hemel boven Zeebrpgge en Knock e weer schel verlicht, door duizenden lichtkogels en ontspringende granaten. Nadat alles weer rustig was, hoor de men een machine naderen, welke Hak boven onze hoofden heen vloog. Even later begon de verlichting in België alweer, terwijl het afweergeschut zwaar don derde, tot diep in der. nacht. Botter op een mijn geloop en. Tusschen Harlingen en Terschelling is de botter U.K. 119 op een mijn geloopen en vergaan. De schipper en twee zoons zijn verongelukt. De botters was op vangst naaé mosselzaad. Uitgewisselde krijgs- V* gevangenen. - Om ruim zeven uur Woensdagavond vra* ren de beide hospitaalschepen Sindoro en Zeeland in den Waterweg, ongeveer hol! tien lagen ze hier voor den wal. Des avonds bleef alles aan boord, doch Donderdagochtend ving weer 't werk der verzorging aan, onder de beproefde leiding van ons Roode Kruis. Dit was voor dezen keer ingewikkelder dan anders, omdat er thans vrouwen en kinderen meegekomen waren. Velen dezer vrouw-en .en kinderen hebben in Neder'and hun man en vaderzoo gaarne wilden zij dus ook in Nederland blijven. Dit zou echter niet wor-"*" den toegestaan. Gelukkig, intusschen werd dit wel wreede bevel des ochtends ingetrok ken vrouwen wier man in Nederland was, behoefden niet onmiddellijk naar Duitsch land terug. Zij mochten zelfs worden afge haald van 't Lloyd-terrein. Dus werden on der leiding van de dames van 't Roode Kruis de bijeenbehoorenden samengebracht, de voor het hek wachtende mannen mochten binnenkomen en nu was er geruimen tijd de ontroerende blijdschap van weerzien en her kennen, na dikwijls moeizaam zoeken ei* bangen. Enkele vrouwen en kinderen wachtten va der van buiten Rotterdam. Zij zaten tot diep in den morgen in de loods Holland, die hun pied terre was. Zij zagen er allen goed uit en klaagden over de behandeling in Enge land niet. Dat de verzorging weinig te wen- schen overliet, moge blijken uit het feit, dat we enkele vrouwen een sinaasappel za gen schillen en oppeuzelen. Een heele weelde voor een Hollandsch oog. Alle burgers en vrouwen en kinderen, die naar Duitschland vertrokken, deden dit per extra-trein naar Goch, die om 11.15 van het Lloyd-terrein reed. Zij waren blijde en op gewekt en hingen juichend en wuivend uit de vensters der coupé. Woningnood. Naar wij vernemen, beeft het lid van. den Amsterdamschen Ge meenteraad, de heer J. N. ITendrix, zich naar Duitschland begeven, teneinde zich op de hoogte te stellen van de maatregelen, die al daar genomen worden door in het nijpend ge brek aan woningen te voorzien, zoowel voor den arbeidersstand als voor den kleinen mid denstand, een moeilijkheid, die zich niet al leen in ons land, maar in niet mindere mate in de landen om ons heen voordoet. Phosphorrescentie. In Water land is des avonds het slootwater in hooge mate lichtgevendwanneer men er een voorwerp inwerpt of op de oppervlakte slaat, spat het met een held eren zilverglans op. (N. v. d. D.) Het koesteren van begeerten maakt ge lukkiger dan 't bevredigen van begeerten, maar 't gelukkigst is hij die geen begeerte kent. Homan naar het Duilsch van A. Oskar Klausmann -r was een pleegzuster bij Werner; toen hij echter zoover was, dat hij hel bed kon ver laten, week Klintcr niet van zijn zijde. Dat avas op zichzelf al een verontschuldiging, dat fcii "let naar Saarkirchen kwam. Den ouden geheimraad had Klinler sedert .diens terugkeer nog niet gezien. Hij kon hem in het sanatorium ook niet gaan bezoeken, omdat er besmettingsgevaar was. ITct wag Klin ter ook goed 7.00. Zou hij den ouden man hij al zijn verdriet nog vertellen, dat zijn zoon in een alaag van verstandverbijstering bijna een onschuldige ra. ar dc andere wereld had geholpen? Klinter wist heel goed, hoe graag de ge heimraad Werner mocht en hoe hl| hem jvaardeerde. Klintcr had zijn zieken vriend naar den tuin gebracht in een zonnig hoekje. ..Hct gaat nog niet erg met het loopen", meende Werner: .,De beenen willen nog al door anders dan het hoofd." „En hoe gaat het met het hoofd?'' vroeg Klinter. „Dat doet nog altijd leelijk pijn. De wond is nog steeds niet dicht. De kogel heeft een be hoorlijke „schram" gemaakt. Menigmaal komt het me voor, alsof alle schroeven daar boven los zitten." „Ze zullen wol weer vast gaan zitten", troostte graaf Klinter. ..Rust houden en niet tc gauw weer aan 't werk gaan! Op het Justi- nus-werk is de dwarsgang gisteren klaarge komen. Mandlick heeft het me verteld, opdat ik het je zou kunnen rueedeelen. liet is alles goed in orde. We willen hopen, dat nu verder ook al les maar goed gaat." „Het verwondert me, dal liet gerecht er zich nog niet mee bemoeid heeft", zei Werner. „Ik kon dan zeker zijn van een paar maanden rust." „Zoo erg kan de zaak niet loopen", sprak Klinter. „Jij' bent uitgedaagd geworden. Ka pitein Kersten kunnen ze ook niets maken, zelfs al wordt hij nog heelemaal beter, want hij heeft zonder twijfel gehandeld in een toe stand van ontoerekenbaarheid. De zwaarste straf, die je kunt lenigen, is twee maanden vestingstraf en die kan je hier of daar als vacantie doorbrengen; ten slotte is dat geen zaak, waar je eer mee gemoeid is." „Staat het zoo slecht met Kersten?" „De doctoren halen hun schouders op en dat is altijd een slecht tèeken. Wat hem eigenlijk scheelt, weet men niet Hij heeft hooge koorts, waartegen geen enkel medicament helpt en het is de vraag, of zijn hart, dat door de vorige aanvallen erg is verzwakt, het.wel uit zal hou den. Tweemaal is hij reeds opgegeven cn tel kens kwam er dan weer een lichte verbete ring „Ik hoop van gansclier harte, dat hij beter wordt, al was het alleen maar om zijn vader", sprak Werner. Gewoonlijk verliet Klinler eerst 's avonds laat zijn vriend, om naar huis te rijden cn daar tot diep in den nacht te zitten werken om de schade van de uren, die hij bij Werner had doorgebracht, in te halen- Als Werner in den spiegel keek, kwam hij steeds tot dc conclusie, dat hij er zeer bleek uitzag. Hij had enorm veel bloed verloren en de kogel had bijna (het scheelde geen centi meter) de groote. slagader in, den slaap, de' zoogenaamde temporalis geraakt. Aan den rechterkant was er een twee yin- gers breede geul in zijn haren, die men pas bemerkte', toen het verband afgenomen werd. Dc dokter kwam dagelijks en eiken ra «al als hij het verband vernieuwde, verklan: :1e hij, dat hij zeer lévreden was over de gcne- ziug. Werner wist wel, welke geruchten er-over hem in omloop waren, wal het duel betrof. Hij wist, dat de algcmecnc opinie was, hij en kapitein Kersten eikaars me.dedingci wa ren bij mevrouw Glover. Hij vermoedde,'dat deze geruchten ook Dora zouden bereiken. Hoe zou zij daarover den-1 ken? -j Hij kon echter absoluut niets doen, om haar 1 de ware toedracht der zaak te doen kennen. Als er verder niets tusschen hen beiden wa> geweest en zij slechts tegenover elkaar aton-1 den als meesteres en ondergeschikte, zou haar de heele duel-historie nio'l aangaan; graaf Klinter kon hij onmogelijk verzoeken, welke verklaringen dan ook tc gevén, want dan zou hij hem nïoelen toevertrouwen, dat Dora hem geenszins onverschillig liet en dat er hem veel aan gelegen was, dat zij juiste inlichtingen over het voorgevallene kreeg. Het viel hem op, d*at Dora geen énkele maal persoonlijk, al was -het maar per telefoon, naar zijn toe stand geïnformeerd bad; altijd was het .me vrouw Schottelius geweest. Toch mocht hij zich daarover niet beklagen. Als Dora voorzichtig was tegenoyer hem, had hij difzichzelf te wijlen door zijn domme po ging tot toenadering... Dora deed ook niets, om uit haar eenzaam heid k- .aken: ze vermeed zelfs haar ge-, wor.r rijtoeren. Bij haar gemoedstoestand was hel haar pijnlijk, menschen te ontmoeten Ze was zoo uit haar evenwicht geraakt, dat het ;ar toescheen, dal ieder mcnsche hel aan haar gezicht zou kunnen aflezen, dat zij een zottin was geweest, "in van iemand te hou den, die haar versmaadde. Haast drie weken was Dora nu ihuis cn h°d in dien tijd alleen eenige'wandelingen in het park vati Saarkirchen gemaakt. Liefst ging zij alleen. Zc vreesde dc opmerkingen van haar lanle. die opzettelijk of misschien ook zonder bedoeling, altijd iets onaangenaams, kwetsends of pijnlijks voor haar inhielden en smartelijke gewaarwordingen in haar opwekten. Ze ging op haar wandelingen altijd lot aan dc greos aan dc westzijde van het park. Dan keek ze naar het berkenboschje. Achter dat berken- boschjc lag een villa en daarin bevond zich ccn zieke. Daar w as dc man, dien zij haatte. Ja, ze was overtuigd, dat ze hem weer haatte. nu hij niet meer iu levensgevaar verkeerde. Zc haatte hem, en zocht naar een uitdruk king voor haar gevoelens en toch bleef ze zwijgen. Dikwijls was bet haar, als zou ze slikken. Ze snakte naar iets, wat uitdrukking zou kunnen geven aan de gevoelens, die haar nacht en dag bezig hielden Het gebouw yan de meisjesschool was bijna, voltooid. Dora moest nu beslissen, hoe de iu- deeling zou zijn voor de verschillende onder - afdeclingen. Dc architect drong er op aan, dat Dora zelf zou komen kijken en op een mid dag besloot deze eindelijk, er met haar tante heen te rijden. Ze bleef er een uur en trof ver schillende beschikkingen. Het leidde haar e'enigszins van haar onaangenamen gedach- teugang af- Daarna reed zij van DorolheenhoC naar Dasburg. Toen ze dichtbij de villa kwamen, waar Spalding woondè, zag ze van den tegenovei- gestcldcn kant een automobiel komen,die naar de villa reed en daar stilhield. Duidelijk za ze in het voorbijrijden, dat mevrouw Glover en Klinter uitstapten eu hel huis binnengin gen Heb je het gezien? zei haar tante, toen zc Verder gingen. „Mevrouw Glover bezoekt haar ridder! Nu, het wordt tijd, dat zc zich om hem bekommert. Als ik er toch maar wijs uit koa worden, welken rol graaf Klinter in de7.e zaak speelt. Ik dacht vroeger altijd, dat hi; zelf Moeite voor Mevrouw Glover deed". ijs. -S- (Wordt vervolgdl

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1918 | | pagina 5