IAQ8LAD
„DE EEMUANDER"
^BINNENLAND
FIIBOÏ! imiHHIlflirU'Sja
TWEEDE BLAD
FEUILLETON.
Vrouwenregeering
7
"7e Jaarcanq Mo. 49
IDnUUCMCHTQODIIC P° m"ndcn »<x»
fluU"nUilLn 1 uiKiiU foort t 1.50. Idem franco
p i pon. f 2-00. pe» weck (mcl gratu verzekering
tcgea ongelukken) f 0.14, afzonderlijke nummer»
f 0.05 Wekelljksch bijvoegsel •Dt Holbndsch*
fioisyrow* 'ondci redactie van Tbérès* Hoven)
per 3 maanden 50 cent Wekdljkxcb bt|voe**eJ
+W§nldrcvu** ptt 5 maanden <0 cent
hoofdredacteur: m«. 0. j. van schaardenburg
uitgevers: valkhoff c.
bureau: arnhemschepoortwal, hok utmcht.chcsth
intercomm. telefoonnummer 513
Zaterdag 24 Augus:us 1918
dienstaanbiedingen 1—5 regel» f 0 50. groofc Ietfer*
naar plaatsruimte. Voot handel en bedrijt bestaan
zeer voordeel]ge bepalingen tot het herhaald adv**
tecrcn tn dit Blad, by abonnement Eene drculalr^
bevattende de voorwaarden, wordt op aanvrage
toegezonden.
Nederland en de oorlog
Dc «:sl it van het Rijksbureau
i voor graan en meel.
Naar de Tel. verneemt, heeft de heer Van
Vuuren zich met eenige vragen tot den minister
yan Landbouw, Nijverheid en Handel gewend:
In de Staatscourant van 30 Juni 1917 no. 151
Jtwam de volgende mededeeling voor:
De minister van Landbouw, Nijverheid en
Handel verzoekt allen, die voor 1 Augustus
1914 buitenlandsche tarwp importeerden, of
hunne bemiddeling bij dezen invoer verleen
den, aan het Rijksbureau voor de Distribu
tie van Graan en Meel te 's Gravenhage op
gave te doen van de door hen of van de
door hunne bemiddeling ingevoerde hoe
veelheden tarwe, gedurende de jaren 1910,
1911, 1912, 1913 en 1914, onder mededee
ling waar de bewijzen te verkrijgen zijn van
de door hen verstrekte gegevens.
In December 1917 werden, naar den heer Van
Vuuren werd medegedeeld, de opgaven, ter vol
doening aan het verzoek van den minister van
Landbouw, Nijverheid en Handel gedaan bij de
belanghebbenden met de kantoorboeken verge
leken door den heer H. Burgmans Cztl accoun
tant te Rotterdam, die daartoe voorzien was van
een legitimatie van den minister van Landbouw.
Bf-langhtrbbenden hebben gemeend, dat deze
oproep geschiedde, om hen op eenigerlei wijze
er voor schadeloos te stellen, dat zij van der.
import tijdens den oorlog zijn uitgesloten. Naar
aanleiding van een vraag dienaangaande den
I2en Juli 1918 gedaan, deelde het Rijksbureau
voor de Distributie van Graan en Meel 17 Juli
1913 mede:
„dat wij tot ons leedwezen geen vrijheid
„kunnen vinden, eenige provisie over de
„door de Regeering tot nu toe geïmpor
teerde .hoeveelheden tarwe aan u uit te
„keeren.
„Zoodra aankoop van tarwe door impor
teurs wederom mogelijk is, zal er onzer
zijds zooveel mogelijk naar worden ge
streefd, dezen in den aankoop te betrek
ken.
„Mocht echter aankoop van tarwe in de
„toekomst op eene zoodanige wijze plaats
„vinden, dat eene bemiddeling van agenten
„onmogelijk zal zijn, dan kunnen wij tot
„ons leedwezen niet er toe overgaan om
„firma's, welke geen daadwerkelijk aandeel
„aan den import hebben, van Regeerings-
„wege te ondersteunen in den vorm van pro-
- „visie of anderszins, vermits zulks dan niet
„te wijten zou zijn aan maatregelen van'de
„Nederlandsche Regeering, doch alleen aan
„die der oorlogvoerende mogendheden."
Naar aanleiding van het bovenstaande heeft
de heer Van Vuuren gemeend, de volgende vra
gen ie moeten stellen:
I Is de minister van Landbouw, Nijverheid
en Handel bereid mede 'te deelen met welk doel
of welke bedoeling de oproep van 30 Juni 1917
en ue daarop gevolgde controle der opgaven is
geschied?
II. Is aan de belanghebbenden, voor hunne
opgaven met de kantoorboeken vergeleken,
mededeeling gedaan van het doel waarvoor of
de bedoeling waarmede een en ander werd ge
vraagd?
a Hl. Zijn voor belanghebbenden nog gevolgen
te verwachten van het ingesteld onderzoek en
zoo ja welke?
Geknoei bij de meel-
bereiding.
Naar de Tel. verneemt, heeft de heer
Marchant zich met de volgende vragen tot
den Minister van Landbouw gewend:
De meelmolenaars, die tegen een bepaald
loon de door de regeering verstrekte grond
stoffen vermalen en deze aan het Rijk toe-
behoorende goederen geheel moeten afle
veren in den vorm van meel, schijnen deze
grondstoffen zoo afdoende te „wasscheit",
voordat zij worden vermalen, dat daardoor
het afgeleverde meel een hoogêr waterge
halte heeft dan de regeering heeft toege
staan.
Hiervan is het gevolg:
10. dat aan de bakkers een tekort aan ge
wicht meel wordt afgeleverd;
2c. dat het afgeleverde meel aan spoe
dig bederf onderhevig is;
3o. dat de meelmolenaars niet het volle
product afleveren, dat uit de door de regee
ring verstrekte en aan het Rijk toebehooren-
de grondstoffen voorkomt.
Wat is hiervan aan de regeering bekend?
Welke maatregelen heeft de regeeringge-
nomen om deze handelingen te keeren?
Granen, zaden en peul
vruchten.
De Min. van Landbouw heeft onder intrekking
van zijne beschikking van 18 Juli 1917 bepaald:
Art. I. Eigenaren en bezitters van ongedorschte
granen, oliehoudende zaden en peulvruchten,
alsmede allen die deze gewassen in ongedorsch-
ten toestand onder zich hebben en houders of
exploitanten van dorschmachines zijn verplicht
telkenmale«-onmiddellijk na het dorschen opgave
te doen aan den burgemeester hunner woon
plaats van de door hen gedorschtc hoeveelhe
den, uitgedrukt in kilogrammen.
11. Eigenaren en bezitters van gedorschte gra
nen. oliehoudende zaden en peulvruchten, als
mede allen die deze gewassen in gedorschten
toestand onder zich hebben zijn verplicht al
hunne granen, oliehoudende zaden en peul
vruchten, met uitzondering van de hoeveelhe
den waarover hun uitdrukkelijk de beschikking
is gelaten, te bezorgen of te doen bezorgen uit
sluitend op de plaats waar en op den tijd waarop
zulks door den Regeeringscommissaris voor de
Rijksgraanverzameling wordt gewenscht over
eenkomstig de daaromtrent bestaande plaatse
lijke gebruiken.
III. Bij niet voldoen aan de jn de artt. I en
II gestelde verplichtingen zal onverminderd de
strafrechtelijke vervolging welke zal worden in
gesteld de beschikking over de hoeveelheden in
art. 2 bedoeld worden ingetrokken.
Niet nakoming der hun ingevolge art. I op
gelegde verplichtingen door houders of exploi
tanten van dorschmachines zal, onverminderd
de strafrechtelijke vervolging welke zal worden
ingesteld, de beschikking over de hoeveelheden
in art. 2 bedoeld worden ingetrokken.
Niet nakoming der hun ingevolge art. I op
gelegde verplichtingen door houders of exploi
tanten van dorschmachines zal, onverminderd
de strafrechtelijke vervolging welke zal worden
ingesteld, onthouding van steenkolen, stroom
of anderen krachttoevoer, benoodigd voor de
exploitatie der dorschmachine, ten gevolge heb
ben.
IV. Onder granen wordt in deze regeling
verstaan: wintertarwe, zomertarwe, spelt,win
terrogge, -zomerrogge, wintergerst, zomergerst,
haver, evene, boekweit, kanaiiezaad.
Onder zaden: koolzaad, raapzaad, blauw-
moanzaad, boterzaad, dederzaad, lijnzaad, geel
mosterdzaad, bruin mosterdzaad karwijzaad,
rood klaverzaad.
Onder peulvruchten: veldboonen (wier-, paar
den-, duiven-, schapen- en Waalsche); alle soor
ten groene en gele erwteu; alle soorten grauwe
erwten; alle'"soorten bruine, gele en witte boo-
nen.
Kalveren.
De Minister van Landbouw heeft, met wijzi
ging van zijn beschikking van 16 April, 27 April
en 10 Juli, de navolgende maximumprijzen vast
gesteld: lo. a. voor ve«e kalveren, levend ge
wicht:
KI. A 1.40 (Prijs per K.G.) pLm. 70 pCt.
(verhouding van levend tot geslacht gewicht).
BI 1.25 pl.m. 66 pSt., B2 1.15 pl.m. 62
pCt., Cl 1.05 pl.m. 58 pCt., C2 f 0.95 pl.m.
56 pCt., Dl 0.85 plm. 54 pCt., D2 0.75
pl.m. 52 pCt., E 0,65 plm. 50 pCt., onder be-
paling, dat vorenbedoelde maximumprijzen zijn
ie verstaan franco gemeente; b. een maximum-
kleinhandelprijs voor alle soorten kalfsvleesch
geslacht gewicht van 2 per K.G. uitgebeend;
c. ,een maximumkleinhandelprijs voor kalfsbeen-
deren van 0.10 per K.G.; 2. bepaald, dat voor
administratiekosten enz. door het Rijkskantoor
voor Vee en Paurden een bedrag van 2.50
per kalf in rekening kan worden gebracht; 2.
verboden de - verkoop van kalfsvleesch in de
beenen.
Aardappelen.
Het Bureau voor Mcdedeelingen inzake de
Voedselvoorziening meldt:
In ons communiqué over aardappelen, opge
nomen in de bladen van 21 dezer, wordt ver
meld hoeveel er volgens de in 1910 door het
departement van Landbouw uitgegeven „Be
schrijving van de Aardappelctuur in Nederland"
van den oogst consumptieaardappelen moet
worden afgetrokken voor pootgoed, kriel, af
val en bederf. Door .een onduidelijkheid is het
getal 13 komen te staan in plaats van V\, waar
door de becijfering niet klopte. Volgens boven
genoemde „Beschrijving" moet voor pootgoed
enz. één derde worden afgetrokken, waar
door van 35 millioen HL. ongeveer 22 a 23
millioen voor de consumptie beschikbaar komt.
Rijkskantoor voor Bouw
materialen.
De Minister van Landbouw heeft opgehe
ven de bij. besluit van 23 Maart 1917 inge
stelde Rijkscommissie in zake den invoer en
de distributie van Bouwmaterialen met uit
zondering van ijzer, staal en hout en aan
de leden dier commissie eervol ontslag ver
leend onder dankzegging voor de in deze
functie den lende bewezen diensten.
De Minister heeft voorts ingesteld een
Rijkskantoor voor Bouwmaterialen, geves
tigd Prinsegracht 479, Amsterdam. Met de
directie zijn belast de heeren J. M. K. Bru-
nink, als president-directeur, R. K. Bloe
mendal, als directeur, tevens belast met de
tijdelijke vervanging van don president-di
recteur, J. Slichers als directeur.
Vervolgens is ingesteld eene commissie
van advies voor de directie van meerge
noemd Rijkskantoor, bestaande uit *de hee
ren kapitein der genie G. A. Meyer, verte
genwoordiger van het departement van Oor
log; ir. G. J. v. d. Broek, vertegenwoordiger
van het departement van Waterstaat; J. N.
Hendrix, voorzitter van den Nederlandschen
Aannemersbond; J. M. A. Zoetmulder, c. i.
inspecteur der Volksgezondheid, Nijmegen;
vertegenwoordiger van het Departement
van Binnenlandsche Zaken; A. Broese van
Groenou b. i. voorzitter der maatschappij
tot bevordering der Bouwkunst Vakvereeni-
ging van Architecten de Hoeve, Wassenaar.
Hout.
De Minister van Landbouw, overwegende,
dat het "met het oog op de behoefte aan.
scheepsruimte voor het vervoer der meest
noodzakelijke levensbehoeften noodig is het
vervoer te water van andere artikelen te
beperken, heeft bepaald
Ier. Het vervoer van hout is verboden.
2o. Het verbod onder To. gesteld is niet
van toepassingop vervoer per wagen,
voortbewogen door menscbelijke of dierlijke
kracht; op het vervoer te water; teen- of
griendhout, ook genaamd twijghout; waar-
den- of rijshout, mits geen brandhout zijn
de; esschenhout, bestemd voor den tuin
bouw of voor waterwerken dwarsliggers
palen en ander hout bestemd voor Rijkstele
graaf- en telefoonlijnen, voor den openbaren
dienst en voor de mijnen in Limburg; hout
in vlotten.
3o. Van het verbod onder lo. gesteld kan
in bijzondere gevallen ontheffing worden
verleend.
Ver voer verboden.
De Staatscourant van gisteren bevat vér-
voerverboden, uitgevaardigd door den Mi
nister van Landbouw, op caseïneaardap
pelmeel boven 10 K.G.; bokken en geiten
bennen en hanenharing en spieringfor- j
maline behalve hoeveelheden tot 100 gram
voor geneeskundig gebruiktamme konij
nenkaas; stijfsel in hoeveelheden boven
5 K.(!L; vetten en oliën; rood klaverzaad;
tarwebloem, tarwemeel, roggebloem en gTof
roggebrood, behoudens regeeringsmeel enz
uitschoonsel van granen, peulvruchten en
zaden lupinenzaad levende varkens on
gedorschte granen, zaden en peulvruchten,
behoudens recbtstreeksch vervoer van het
land naar de opslagplaats van den verbou
wer.
Ook de aflevering van meeste dezer
artikelen is verboden.
Deze verboden zijn niet geldig voor die
Bij Ministerieele beschikking is verboden
het vervoer van: aardappelmeel, zoomede de
aflevering en het vervoer van bokken en
geitencaseïne; formaline; haring, kleiner
dan 13 c.M., alsmede van spiering, in ver-
schen toestand kleiner dan 10 c.M. en in
gerookten toestand kleiner dan 9 c.M.; hen
nen en hanen; kaas (behalve o.a. door de
taillisten aan consumenten bij hoeveelheden
van niet meer dan 1 *K.G. tegelijk)tamme
konijnen; levende varkens; vaselinu album
(witte vaseline); vaselinum flavum (gele
veseline)alle dierlijke vetten en oliën, zoo
wel eetbare als technische; alle plantaar
dige vetten en oliën, zoowel eetbare als
technische; alle mengsels uit de sub a en b
bedoelde vetten en oliën vervaardigd; alle
oliehoudende zaden, noten en pitten; stijf
sel; lupinezaad en stof, kaf of uitschoonsel
uit granen, -peulvruchten en zaden; onge
dorschte granen, zaden en peulvruchten
rcod klaverzaad; tarwebloem, tarwemeel,
roggebloem en grof roggebrood, een en an
der, onder nader door den Minister aange
geven uitzonderingen, welke beoogen een
behoorlijke regeling voor de distributie enz.
Geen pasmunt.
Door de directie van Heemaf te Hengelo
is een telegram verzonden aan den minister,
met het verzoek maatregelen te willen ne
men ter voorziening in de behoefte aan pas
munt. Enkele firma's aldaar zonden een
request van gelijke strekking. De Kamer van
Koophandel besloot eveneens een adres te
zenden.
Nederlanders in Duitschland.
Er hebben tot voor korten tijd nog vacan-
tiereizen van Duitsche kinderen naar Neder
land plaats gevonden. Op het oogenblik be
vinden zich ook een aantal Duitsche gezin
nen in ons land, wien men voor hun vertrek
uit Duitschland geen moeilijkheden in den
weg heeft gelegd. Onder die omstandighe
den heeft de N. R. Ct. met verwondering
kennis genomen van een klacht van een Ne-
derlandsch gezin in Duitschland, volgens
welke aan de vrouw en kinderen reeds ge
durende maanden een pas voor' een reis
naar Nederland dooi de Duitsche autoritei
ten zonder opgaaf van redenen geweigerd
wordt, hoewel een verblijf hier te lande voor
de aansterking van hun gezondheid niet
minder noodig is dan voor de vele Duitsche
vrouwen en kinderen, die wel zoo gelukkig
waren een pas machtig te worden.
Duitsche vliegmachine
geland.
Men meldt uit Cadzand aan het Hbld.:
Woensdagavond ongeveer negen uur
landde hier een Duitsche vliegmachine, ge
merkt I. V. G. G. 1698. De oorzaak der lan
ding was niet bekend. Men beweert dat er
niets aan de machine haperde. De machine
was bewapend met een mitrailleur, terwijl
er een inzittende was. Hij bleef in het vlieg
tuig achter het machinegeweer zitten, en ook
nadat men hem had toegeroepen „Holland"
bleef hij vuren, zoodat sommigen der eerst
bijkomenden, zich om aan het gevaar te ont
komen, maar vlug gingen liggen. Ais een
aardige bijzonderheid kan worden medeke-
deeld, dat een kleine jongen die het eerst
aankwam, het vliegtuig beklom, tot kort bij
den inzittende, en daar rustig halzen op
ving, die uit het geweer werden geworpen.
Men zegt dat het gevaarlijke heerschap in
beschonken toestand was, en. zeker daaront
maar niet beter wst te doen dan wal te vu
ren. Even later wist men hem van achteren
te bereiken, waarna hij onder geleide werd
weggevoerd.
Ongeveer om elf uur was de hemel boven
Zeebrpgge en Knock e weer schel verlicht,
door duizenden lichtkogels en ontspringende
granaten. Nadat alles weer rustig was, hoor
de men een machine naderen, welke Hak
boven onze hoofden heen vloog.
Even later begon de verlichting in België
alweer, terwijl het afweergeschut zwaar don
derde, tot diep in der. nacht.
Botter op een mijn geloop en.
Tusschen Harlingen en Terschelling is de
botter U.K. 119 op een mijn geloopen en
vergaan. De schipper en twee zoons zijn
verongelukt. De botters was op vangst naaé
mosselzaad.
Uitgewisselde krijgs- V*
gevangenen. -
Om ruim zeven uur Woensdagavond vra*
ren de beide hospitaalschepen Sindoro en
Zeeland in den Waterweg, ongeveer hol!
tien lagen ze hier voor den wal.
Des avonds bleef alles aan boord, doch
Donderdagochtend ving weer 't werk der
verzorging aan, onder de beproefde leiding
van ons Roode Kruis.
Dit was voor dezen keer ingewikkelder dan
anders, omdat er thans vrouwen en kinderen
meegekomen waren. Velen dezer vrouw-en
.en kinderen hebben in Neder'and hun man
en vaderzoo gaarne wilden zij dus ook in
Nederland blijven. Dit zou echter niet wor-"*"
den toegestaan. Gelukkig, intusschen werd
dit wel wreede bevel des ochtends ingetrok
ken vrouwen wier man in Nederland was,
behoefden niet onmiddellijk naar Duitsch
land terug. Zij mochten zelfs worden afge
haald van 't Lloyd-terrein. Dus werden on
der leiding van de dames van 't Roode Kruis
de bijeenbehoorenden samengebracht, de
voor het hek wachtende mannen mochten
binnenkomen en nu was er geruimen tijd de
ontroerende blijdschap van weerzien en her
kennen, na dikwijls moeizaam zoeken ei*
bangen.
Enkele vrouwen en kinderen wachtten va
der van buiten Rotterdam. Zij zaten tot diep
in den morgen in de loods Holland, die hun
pied terre was. Zij zagen er allen goed uit
en klaagden over de behandeling in Enge
land niet. Dat de verzorging weinig te wen-
schen overliet, moge blijken uit het feit, dat
we enkele vrouwen een sinaasappel za
gen schillen en oppeuzelen.
Een heele weelde voor een Hollandsch
oog.
Alle burgers en vrouwen en kinderen, die
naar Duitschland vertrokken, deden dit per
extra-trein naar Goch, die om 11.15 van het
Lloyd-terrein reed. Zij waren blijde en op
gewekt en hingen juichend en wuivend uit
de vensters der coupé.
Woningnood. Naar wij vernemen,
beeft het lid van. den Amsterdamschen Ge
meenteraad, de heer J. N. ITendrix, zich naar
Duitschland begeven, teneinde zich op de
hoogte te stellen van de maatregelen, die al
daar genomen worden door in het nijpend ge
brek aan woningen te voorzien, zoowel voor
den arbeidersstand als voor den kleinen mid
denstand, een moeilijkheid, die zich niet al
leen in ons land, maar in niet mindere mate in
de landen om ons heen voordoet.
Phosphorrescentie. In Water
land is des avonds het slootwater in hooge
mate lichtgevendwanneer men er een
voorwerp inwerpt of op de oppervlakte
slaat, spat het met een held eren zilverglans
op.
(N. v. d. D.)
Het koesteren van begeerten maakt ge
lukkiger dan 't bevredigen van begeerten,
maar 't gelukkigst is hij die geen begeerte
kent.
Homan naar het Duilsch
van
A. Oskar Klausmann
-r was een pleegzuster bij Werner; toen hij
echter zoover was, dat hij hel bed kon ver
laten, week Klintcr niet van zijn zijde. Dat
avas op zichzelf al een verontschuldiging, dat
fcii "let naar Saarkirchen kwam.
Den ouden geheimraad had Klinler sedert
.diens terugkeer nog niet gezien. Hij kon hem
in het sanatorium ook niet gaan bezoeken,
omdat er besmettingsgevaar was. ITct wag
Klin ter ook goed 7.00. Zou hij den ouden man
hij al zijn verdriet nog vertellen, dat zijn zoon
in een alaag van verstandverbijstering bijna
een onschuldige ra. ar dc andere wereld had
geholpen?
Klinter wist heel goed, hoe graag de ge
heimraad Werner mocht en hoe hl| hem
jvaardeerde.
Klintcr had zijn zieken vriend naar den
tuin gebracht in een zonnig hoekje.
..Hct gaat nog niet erg met het loopen",
meende Werner: .,De beenen willen nog al
door anders dan het hoofd."
„En hoe gaat het met het hoofd?'' vroeg
Klinter.
„Dat doet nog altijd leelijk pijn. De wond is
nog steeds niet dicht. De kogel heeft een be
hoorlijke „schram" gemaakt. Menigmaal komt
het me voor, alsof alle schroeven daar boven
los zitten."
„Ze zullen wol weer vast gaan zitten",
troostte graaf Klinter. ..Rust houden en niet
tc gauw weer aan 't werk gaan! Op het Justi-
nus-werk is de dwarsgang gisteren klaarge
komen.
Mandlick heeft het me verteld, opdat ik het
je zou kunnen rueedeelen. liet is alles goed in
orde. We willen hopen, dat nu verder ook al
les maar goed gaat."
„Het verwondert me, dal liet gerecht er zich
nog niet mee bemoeid heeft", zei Werner. „Ik
kon dan zeker zijn van een paar maanden
rust."
„Zoo erg kan de zaak niet loopen", sprak
Klinter. „Jij' bent uitgedaagd geworden. Ka
pitein Kersten kunnen ze ook niets maken,
zelfs al wordt hij nog heelemaal beter, want
hij heeft zonder twijfel gehandeld in een toe
stand van ontoerekenbaarheid. De zwaarste
straf, die je kunt lenigen, is twee maanden
vestingstraf en die kan je hier of daar als
vacantie doorbrengen; ten slotte is dat geen
zaak, waar je eer mee gemoeid is."
„Staat het zoo slecht met Kersten?"
„De doctoren halen hun schouders op en dat
is altijd een slecht tèeken. Wat hem eigenlijk
scheelt, weet men niet Hij heeft hooge koorts,
waartegen geen enkel medicament helpt en
het is de vraag, of zijn hart, dat door de vorige
aanvallen erg is verzwakt, het.wel uit zal hou
den. Tweemaal is hij reeds opgegeven cn tel
kens kwam er dan weer een lichte verbete
ring
„Ik hoop van gansclier harte, dat hij beter
wordt, al was het alleen maar om zijn vader",
sprak Werner.
Gewoonlijk verliet Klinler eerst 's avonds
laat zijn vriend, om naar huis te rijden cn
daar tot diep in den nacht te zitten werken
om de schade van de uren, die hij bij Werner
had doorgebracht, in te halen-
Als Werner in den spiegel keek, kwam hij
steeds tot dc conclusie, dat hij er zeer bleek
uitzag. Hij had enorm veel bloed verloren en
de kogel had bijna (het scheelde geen centi
meter) de groote. slagader in, den slaap, de'
zoogenaamde temporalis geraakt.
Aan den rechterkant was er een twee yin-
gers breede geul in zijn haren, die men pas
bemerkte', toen het verband afgenomen werd.
Dc dokter kwam dagelijks en eiken ra «al
als hij het verband vernieuwde, verklan: :1e
hij, dat hij zeer lévreden was over de gcne-
ziug.
Werner wist wel, welke geruchten er-over
hem in omloop waren, wal het duel betrof.
Hij wist, dat de algcmecnc opinie was, hij
en kapitein Kersten eikaars me.dedingci wa
ren bij mevrouw Glover.
Hij vermoedde,'dat deze geruchten ook Dora
zouden bereiken. Hoe zou zij daarover den-1
ken? -j
Hij kon echter absoluut niets doen, om haar 1
de ware toedracht der zaak te doen kennen.
Als er verder niets tusschen hen beiden wa>
geweest en zij slechts tegenover elkaar aton-1
den als meesteres en ondergeschikte, zou haar
de heele duel-historie nio'l aangaan; graaf
Klinter kon hij onmogelijk verzoeken, welke
verklaringen dan ook tc gevén, want dan zou
hij hem nïoelen toevertrouwen, dat Dora hem
geenszins onverschillig liet en dat er hem veel
aan gelegen was, dat zij juiste inlichtingen
over het voorgevallene kreeg. Het viel hem
op, d*at Dora geen énkele maal persoonlijk,
al was -het maar per telefoon, naar zijn toe
stand geïnformeerd bad; altijd was het .me
vrouw Schottelius geweest.
Toch mocht hij zich daarover niet beklagen.
Als Dora voorzichtig was tegenoyer hem, had
hij difzichzelf te wijlen door zijn domme po
ging tot toenadering...
Dora deed ook niets, om uit haar eenzaam
heid k- .aken: ze vermeed zelfs haar ge-,
wor.r rijtoeren. Bij haar gemoedstoestand was
hel haar pijnlijk, menschen te ontmoeten Ze
was zoo uit haar evenwicht geraakt, dat het
;ar toescheen, dal ieder mcnsche hel aan
haar gezicht zou kunnen aflezen, dat zij een
zottin was geweest, "in van iemand te hou
den, die haar versmaadde.
Haast drie weken was Dora nu ihuis cn h°d
in dien tijd alleen eenige'wandelingen in het
park vati Saarkirchen gemaakt. Liefst ging zij
alleen. Zc vreesde dc opmerkingen van haar
lanle. die opzettelijk of misschien ook zonder
bedoeling, altijd iets onaangenaams, kwetsends
of pijnlijks voor haar inhielden en smartelijke
gewaarwordingen in haar opwekten. Ze ging
op haar wandelingen altijd lot aan dc greos
aan dc westzijde van het park. Dan keek ze
naar het berkenboschje. Achter dat berken-
boschjc lag een villa en daarin bevond zich
ccn zieke. Daar w as dc man, dien zij haatte.
Ja, ze was overtuigd, dat ze hem weer haatte.
nu hij niet meer iu levensgevaar verkeerde.
Zc haatte hem, en zocht naar een uitdruk
king voor haar gevoelens en toch bleef ze
zwijgen. Dikwijls was bet haar, als zou ze
slikken. Ze snakte naar iets, wat uitdrukking
zou kunnen geven aan de gevoelens, die haar
nacht en dag bezig hielden
Het gebouw yan de meisjesschool was bijna,
voltooid. Dora moest nu beslissen, hoe de iu-
deeling zou zijn voor de verschillende onder -
afdeclingen. Dc architect drong er op aan,
dat Dora zelf zou komen kijken en op een mid
dag besloot deze eindelijk, er met haar tante
heen te rijden. Ze bleef er een uur en trof ver
schillende beschikkingen. Het leidde haar
e'enigszins van haar onaangenamen gedach-
teugang af- Daarna reed zij van DorolheenhoC
naar Dasburg.
Toen ze dichtbij de villa kwamen, waar
Spalding woondè, zag ze van den tegenovei-
gestcldcn kant een automobiel komen,die naar
de villa reed en daar stilhield. Duidelijk za
ze in het voorbijrijden, dat mevrouw Glover
en Klinter uitstapten eu hel huis binnengin
gen
Heb je het gezien? zei haar tante, toen zc
Verder gingen. „Mevrouw Glover bezoekt haar
ridder! Nu, het wordt tijd, dat zc zich om hem
bekommert. Als ik er toch maar wijs uit koa
worden, welken rol graaf Klinter in de7.e
zaak speelt. Ik dacht vroeger altijd, dat hi;
zelf Moeite voor Mevrouw Glover deed".
ijs.
-S-
(Wordt vervolgdl