stadsnieuws'
In hoeverre die mededeelingen met 3e
(rerkelijkheid overeenstemmen, is den mi-
lister thans nog niet bekend. Mochten er
ichter personen zijn die inderdaad de ver-
jche kipeieren, welke zij van de hand willen
Joen, niet kunnen verkoopen, dan zij mede
gedeeld, dat zij te allen tijde deze eieren
jan het Rijk kunnen leveren. Zij kunnen
rich daarvoor schriftelijk wenden tot het
Rijkskantoor voor Pluimvee en Eieren, Ka
naalstraat 8, 's Gravenhage, hetwelk zorg
lal dragen dat de eieren wekelijks bij de be
langhebbenden worden afgehaald en daar-
r)or de maximum-groothandelprijs, zijnde
12,50 per KX) stuks, wordt uitbetaald.
jL 'LJzer en staalinvoer.
J Door den Nederlandschen motorvracht-
logger „Nooit Volmaakt" is gisteren uit Go-
feenburg een volle lading ijzer en staal voor
Jjnze marine te Amsterdam aangevoerd.
4 Jeneverrantsoeneering.
Men meldt ons uit Amsterdam: Gedurende
geruimen tijd is de jenever-productie sterk
Taf genomen, zoodat door de inmiddels inge
voerde rantsoeneering in vele café's slechts
jpp bepaalde tijden jenever te verkrijgen is.
Van de zijde van het Bureau voor den Ver-
lioop van Gedistilleerd, dat steeds het maan-
Belijksch rantsoen vaststelt, is voor de maan-
'den Augustus en September slechts 40
'fran het in 1916 geleverde kwantum toege-
üpezerL
f: Met de rantsoeneering van den jenever zal
gelukkig ook de openbare dronkenschap in
fciet geringe mate afnemen.
Intrekking huurbons.
Naar vernomen wordt zijn bij het Alge-
ween Steuncomité te Amsterdam plannen in
/overweging, om de huurbons in te trekken,
»ooals dat ook in andere plaatsen reeds is
geschied, wat betreft de gezinnen van mili
tairen. De vergoedingen, die zij van het rijk
genieten, worden in verband met de mili-
jaire betalingen over het algemeen zoodanig
.Verhoogd, dat hun inkomsten stijgen boven
0e grenzen door het Steuncomité gesteld.
Op grond daarvan worden de huurbons dezer
nnhtarren geleidelijk ingetrokken.
Wat de overige gesteunden aangaat, indien
lot inhouding van hun huurbon nog wordt
besloten, zal hun in plaats daarvoor zoo
Hoodig een geldelijke tegemoetkoming
trorden toegekertd.
Een nies we Ifederlandtche
vliegtuigen fabriek.
Naar de TeL verneemt zal binnenkort te
Rmsterdam een nieuwe Nederlandsche
jȆegtuigenfabriek worden gevestigd, onder
leiding van den bekenden vliegenier-hiite-
Hant F. A. van Heyst. In verband hiermede
sal luitenant Van Heyst op zijn verzoek met
1 Januari 1919 op non-activiteit worden ge-
lirteld. De nieuwe onderneming zal gesteund
Srorden door de be eren Lipmann, Rosenthal
«n Fuld.
De aanleiding tot de oprichting van dit na-
Bonale bedrijf, dat voor de voorziening van
ftrts leger met vliegtuigen van beteekerüs kan
Ürorden, moet gezocht worden in het feit;
Bat de tot heden in gebruik zijnde vliegtui
gen, zoowel van binnenlandsch als buiten-
Jbndsch fabrikaat, in zeker opzicht niet aan
'de verwachtingen hebben voldaan. De pro
ductie van de nieuwe onderneming wordt
Voorloopig op dertig machines per jaar ge
schat. Men zal zich speciaal op het vervaar
digen van jachtvliegtuigen toeleggen; ook de
benoodigde motoren zullen van eigen fabri
kaat zijn.
Rhabarberblad. Naast het ker
senblad zal ook het rhabarberblad in de be
hoefte aan tabak een plaats innem^ In ver
schillende plaatsen wordt de rhabarber op
gekocht, om tot tabak verwerkt te worden.
f Op vrije voeten gesteld. De
Instructie, gevoerd tegen G. van Kooten, die
destijds werd aangehouden onder verden
king den moord op Joh. Houtjes te Apel
doorn te hebben gepleegd, heeft geen be
lwijs ^an schuld opgeleverd. De aangehou
dene is op vrije voeten gesteld.
In.braak.Te Stompwijk is Woensdag
ftacht ingebroken ten huize van den heer Th.
,*8n den Bosch. Alle kasten, behalve de
brandkast, die de inbrekers niet hebben kun-
Uen open krijgen, zijn opengebroken. Een
Aanzienlijk bedrag aan gouden en zilveren
iroorwerpen wordt vermist.
Inbraak in een Levensmid-
Jdelenkantoor. Gisteren is ingebroken
In het Levensmiddelenbureau te Edam. On
geveer 3000 broodkaarten en een aantal
koffie- en theekaarten zijn gestolen.
Mislukte inbraak. Te Rotterdam
iwerd gisternacht omstreeks 2 uur de politie
gewaarschuwd, dat er onraad was in den tuin
/van den heer A. van Veen, directeur der
R. V. S. aan de Schiekade. De potitie zond
«enige aenten, de heer v. Veen werd opge
beld en een onderzoek ingesteld. Men zag
)foen een persoon vluchten van de trap, die
^rit den tuin naar 't huis leidde, in de rich-
)tir»g van 't sousterraïn. Plotseb'ng werd door
ieen der inbrekers een schot op de politie
jgelost. Nadat de politie dit beantwoord had,
Werd een jacht ondernomen door de aan
grenzende tuinen. In die van pand 152 werd
legen een boom staande aangetroffen de
rfoker J. S. Op de plaats van een school aan
Öe Benthumstraat vond men den klinker J.
Kf. en op het dak van pand 54 in de Sion-
rfraat een anderen klinker A. S. C. Allen
Keerden gearresteerd. Te 5 uur werd de po
litie nog opgebeld, dat nog een persoon in
fcen boom zat, doch toen de politie kwam,
gas de vogel gevlogen.
1 In den tuin van den heer v. V. werden
jevonden een gummi jas en een tafelmes, aan I
len heer v. V. toebehoorende, in den tuin
fan pand 152 spreekbuizen, een knijptang,
len breekijzer en een koevoet
Veedieven. Woensdagnacht Kwa
men bij den slager Jonker in de Hasrlenv
mermeer twee militairen, die een koe te
koop aanboden. De slager waarschuwde de
politie, daar hij de zaak niet vertrouwde en
spoedig werd het tweetal achterhaald. Het
bleek, dat ze de koe uit de weide van den
landbouwer Rijlaarsdam hadden gestolen.Zij
werden gearresteerd; het zijn A. C uit
's Heerarendskerke en J. V. uit Rukfen, die
van hun corps in Zeeland waren gedeser
teerd.
Berooving. Gisternacht bemerkte
de poKtie, dat een 30-jarig man op de Prin
sengracht zich van zijn jas ontdeed, met het
doel in het water te springen. Eenige om
standers hielden hem tegen. De reden tot
deze daad was zwaarmoedigheid. In den
voornacht had hij een verdacht perceel be
zocht en was daar beroofd van 1900.
Kennisgevingen
Burgemeester en Wethouders der gemeente
Amersfoort maken bekend, dat in de week. van
9 September tot en met 14 September 1918 zal
worden gedistribueerd
Havermout ons op bon 28.
Regeeringsvisch op bon 13 en 27.
Suiker y3 pond op bon 29.
Chocolade 1 reep- op bon 30.
Harde zeep I ons of 1 stuk op bon 23 (voor
zoover voorradig).
Zachte zeep, 2 Y> ons op bon 24, voor zoover
voorradig. (Zie" desbetreffend beridht over zeep).
Kaas 20 plus op kaasbon 11, 150 gram.
Kaas, duurdere, op kaasbon 12, J00 gram.
Zeep. (Militairen en kinderen) op bon 1, 1 ons
of I stuk bon 2, 250 gram.
Suiker. (Militairen en kinderen) op bon 5, 250
gram.
Aardappelen. 4 K.G. p. p. op bon 31, tegen
nieuwe prijzen.
Koffie en Thee. Op bon No. 36 der koffie- en
Iheekaart van 1 tot en met 15 September Yx ons
koffie.
Goedkoope melk. Op bon No. 28 tot en met
50 van het blauwe boekje en bon 1 tot en met
4 van het roode boekje, van 8 tot en met 14
September 1918.
Kindermeel. Bon 5 is geldig van 9 tot en met
4 September 1918.
Amersfoort, 7 September 1918.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
De Secretaris, De Burgemeester,
A. R. VEENSTRA. VAN RANDWIJCK.
De Directeur van het Levensmiddelen-Bureau
bericht, dat de verkoop van gezouten visch niet
plaats vindt bij Krijnen, Noordstraat, doch al
leen bij Schwitzner, Appelmarkt en De Geest,
Hof.
Amersfoort, 6 September 1918.
De Directeur voornoemd,
K. KAAN Jzn.
AGENDA van de openbare vergadering
van den Raad der gemeente Amersfoort op
Dinsdag, 10 September 1918, des namid
dags 2Yi uur.
Ingekomen stukken en mededeelingen.
1. Benoeming van een lid der Schat
tingscommissie voor de Rijksinkomstenbe
lasting (vacature L. A. Baron van Ittersum).
2. Samenstelling van de afdeelingen van
den Raad.
3. Advies van B. en W. op het adres van
de Commissie uit den Ne<L Bond van Gem
ambtenaren om bij wijze van feestgave een
bedrag ter beschikking van het Hoofdbe
stuur te stellen, wanneer tot vorming van
de Stichting „Rust en Vacantieoord" wordt
besloten.
4. Advies van B. en W. op het verzoek
van B. van 't Eind om ontheffing van zijn
aanslag in de Rioolbelasting van zijn per
ceel Snouckaertlaan 28.
5. Voorstel van B. en W. tot het opnieuw
aanvragen van vrijstelling van de verplich
ting om voor meisjes gelegenheid te ver
schaffen om buiten de avonduren 96 uren
in het jaar herhalingsonderwijs te genieten.
6. Voorstel van B. en W. tot het verlee-
nen van verlof aan mevr. J. W. E. Eijsink
Daamen, onderwijzeres aan school A voor
den tijd van een jaar, gedurende den cur
sus 19181919, buiten bezwaar van de Ge
meentekas.
7. Voorstel van B. en W. tot verhooging
van het crediet ten behoeve van de school-
voeding.
8. Voorstel van B. en W. tot het verlee-
nen van vergunning aan de N. V. Weverijen
van D. van Leijden Zn. tot het plaatsen
van rioleering en putjes op gemeente-grond.
9. Voorstel van B. en W. tot vaststelling
van de tweede suppletoire kohieren der
schoolgelden voor de o. 1. scholen B. en G,
dienst 1917—1918.
10. Afschrijvingen van de plaatselijke
directe belasting naar het inkomen, dienst
jaar 1918, wegens vertrek of overlijden.
11. Verantwoording van B. en W. bij de
gemeenterekening over 1917.
12. Voorstel van B. en W. tot hernieuw
de vaststelling der begrooting, dienst 1918.
13. Voorstel van B. en W. inzake reor
ganisatie van het Lager en meer uitgebreid
lager ónderwijs en eene nota ter geleide van
dat voorstel. (Gedr. Verz. No. 24).
14. Missive van B. en W. waarbij zij
machtiging verzoeken op de door hen aan
gegeven wijze het vakonderwijs te bevorde
ren. (Gedr. Verz. No. 170).
15. Voorstel van B. en W. tot verkoop
van een perceel bouwgrond.
Gezondheids congres.
Gister en heden komt het Nederlandsch
Congres voor openbare gezondheidsregeling
te Amersfort in de buitensociëteit „Airaci-
tia" onder leiding van den burgemeester van
Amsterdam, den heear J. W. C. T e 11 e g e n
bijeen.
In zijn openingswoord verklaarde de_voorzit
ter, dat het bestuur gemeend hoéft bij de samen
stelling van de agenda rekening te moeten hou
den met het feit, dat nog niet lang geleden te
Amsterdam een zeer belangrijk woningcongres
werd gehouden* De gevolgen danwan werecfrt
men eerst af te wachten, vandaar dat het ge-
zondhei dsoongres ditmaal met den. heersehen-
den woningnood in verband met de Woningwet Zeeland maken een uitzondering, maar daar
1..11.1;1r. W7.n;.Vx1 V TIYTA V.-* -t—ti;if._ Tl.- ..1. I.-
zelfde geldt voor het algemeen e sterftecijfer in
acht provincial, alleen Friesland, Groningen en
in behandeling heeft genomen. Wellicht zal het
volgend jaar het woningvraagstuk aan de orde
gesteld kunnen worden.
Al wordt de volkshuisvesting dus niet be
sproken, toch zal spreker er eenige woorden
aan wijden, o. a. in verband met hetgeen de
heer Hcndrix .dezer dagen omtrent de Duit-
sche woningtoestanden aan een redacteur van
het „Handelsblad" heeft medegedeeld.
De heer Hendrix zeide o. a. dat men te
Leipzig paf heeft gestaan over den in Amster
dam heerschenden woningnood, welke veel
grooter bleek te zijn dan in de Dmtsche steden.
Spreker begrijpt die verwondering niet. Het
verschil in cijfers toch is een gevolg van het
verschil in de toestanden hier te lande en ginds.
Terwijl iu Nederland en meer speciaal in de
groote steden, het aantal inwoners gedurende
den oorlogstijd voortdurend toenam (Amster
dam dat in 1914 596.000 zielen telde, heeft
thans 643.000 inwoners), is de bevolking der
Duitsche steden verminderd. In Leipzig bijv.
bedroeg het percentage der leegstaande wo
ningen in 1913 I.I en thans 4.2, daartegen
over luiden de cijfers voor Amsterdam in 1913
1.35 in 1917 0.09 in den laatsten tijd
is het zelfs zóó, dat de hoofdstad absoluut geen
leegstaande woningen meer bezit. Wat de toe
komst betreft, mag worden aangenomen, dat in
Duitschland na den oorlog, wanneer de te velde
staande manschappen naar hunne woonplaatsen
terugkeeren, de woningnood zal toenemen, ten-
wijl de kans niet uitgesloten is, dat de bevol
king van Nederland in zielenaantal achteruit
Zal gaan.
Waar nu de heer Hendrix een en ander
heeft medegedeeld over hetgeen in Duitschland
van overheidswege in verband met de volks
huisvesting wordt gedaan, wil spreker er de
aandacht op vestigen, dat ook hier te lande
regeering en gemeentebesturen in dezen voort
durend dilligent zijn. De heer Tellegen herin
nert allereerst aan het reeds in 1902 inge
voerde voorsohotstelsel. Op 1 Januari jJ.
waren in Nederland, onder de nieuwe voorwaar
den 48.956 woningen gebouwd, waarvan de
kosten voor het Rijk ongeveer 100 millioen
bedroegen. Waren de cijfers der jongste maan
den reeds bekend, dan zou spreker kunnen
aantoonen, dat het Rijksvoorschot thans reeds
véél véél grooter is.
De heer Teilegen gaf i'ervolgens een aantal
cijfers, speciaal met betrekking op Amsterdam,
Er Heek o. a. uit, dat in 't vorig jaar in de
hoofdstad 4649 woningen met Rijksvoorschot
ten waren voltooid. Het bedrag daarvoor uit
getrokken bedroeg 11,703,000. In aanbouw
waren op 1 Januari j.l. 1401 woningen, met
een voorschot van ongeveer 69 millioen. Boven
dien was toen de bouw van een groot aantal
definitieve en noodwoningen, welke thans reeds
ten deele voltooid zijn, in voorbereiding.
Als verdere Regeeringsmaatregelen noemde
spreker de noodwoningenwet, de crisisbijdra
gen, den voorgestelden steun aan de particu
liere bouwnijverheid van overheidswege, als
mede de huurcommissie en huuropzeggingswet.
Concludeerend meent spreker, dat er voor
ons geen reden bestaat om afgunstig te zijn
op hetgeen ln dezen door het buitenland wordt
gedaan.
Passen wij de ons ten dienste staande mid
delen op juiste, krachtige wijze toe, gaan wij,
wat het ook koste, door met den bouw van
definitieve woningen, dan wil het den heer
Teilegen voorkomen dat noodmaatregelen als
het wijzigen van de bouwverordeningen en het
laten bewonen van kelder- en zolderruimten
hier te lande niet zullen behoeven te worden
toegepast.
Nadat de heer Teilegen het congres officieel
had geopend verklaard, heette hij de aanwezi
gen en speciaal den burgemeester van Amers
foort, alsmede de vertegenwoordigers van de
departementen van binnenlandsdie zaken,
landbouw en oorlog, welkom.
De eerste secretaris, dr. W. P. Ruysch, bracht
daarop zijn jaarverslag uit. Hij deelde o.a.
mede, dat het ledental, 't welk in 1914 5061
bedroeg, thans tot 487 is teruggeloopen.
Woorden van hulde wijdde spreker aan de
nagedachtenis van prof. dr. G. van Overbeek
de Meijer, een der medeoprichters van het con
gres en van mr. S. J. Blaupot ten Cate, mede
directeur van het bureau voor staats- en ad
ministratief rechtskundige adviezen. Ook wer
den de heeren F. van Hooff, oud-inspecteur
van den rijks water staal te Twello, dr. A. van
der Horst te Enschde, Jan Smit, scheepsbouw
meester te Kinderdijk, dr. B. H. Stephan,
inspecteur van de volksgezondheid te Zwolle,
P. E. Tegelberg, oud-directeur der Mij. Ne
derland te Amsterdam en D. A. Willemse,
directeur van het bouw- en woningtoezicht te
Haarlem, herdacht.
Nadat eenige punten van huishoudelijken
aard waren afgehandeld, kwam in bespreking
De invloed van denoorlog
op de sterfte in Neder
land.
omtrent welk onderwerp door de heeren mr. H.
W. Methorst, directeur van het Centraalbureau
voor de statistiek te 's-Gravenhage en dr. R.
H. Saltet, hoogleeraar aan de gemeentelijke
universiteit te Amsterdam, een reeds vroeger
door ons gepubliceerd praeadvies was uitge
bracht.
Het woord was allereerst aan den heer Met
horst, die in zijn nadere uiteenzetting van het
praeadvies er nogmaals op wees, dat het
sterftecijfer gedurende het eerste half jaar
van 1918 véél gunstiger is dan in dezelfde
periode van 1917. Toch kon niet worden ont
kend, dat de levensstiiddelenvoorziening thans
minder goed is don een jaar geleden. En wat
de zuigelingensterfte betreft, nog nimmer wa
ren de cijfers zoo gunstig als in de jongste
jaar.
Wrl dit nu zeggen, dat er geen ondervoeding
in ons land is? Allerminst en de berichten die
spreker zoowel in de dagbladen leest als van
hier en daar heeft opgevangen, doen hem
veeleer onderstellen, dat de toestand op som
mige plaatsen reeds ernstig is en mogelijk
was in 1910 het sterftecijfer toevallig ook bij
zonder laag.
Een andere conclusie is dezeterwijl sinds
1903 het sterftecijfer ten plattelande hooger
was dan in de steden, als gevolg van het min
der toepassen van doeltreffende hygiënische
maatregelen, nam gedurende de oorlogsjaren
het sterftecijfer het meest in de steden toe en
was het in Amsterdam en Rotterdam in ver
houding tot de overige gemeenten zeer groot.
Het sterftecijfer der mannen is steeds hoo-
ger geweest dan dat der vrouwen, al werd in
den loop der jaren, misschien wel doordat de
vrcow meer deel nam aan het economische
leven, het verschil minder groot. Voor elk der
beide geslachten was echter het sterftecijfer la
ger in 1917 dan in 1910, terwijl ten slotte nog
kan worden vastgesteld, dat zoowel bij mannen
als vrouwen dè stijging van 1916 op 1917 ge
ringer was dan van 1915 op 1916.
Gaat men de meest voorkomende ziekten, af
zonderlijk na, dan blijkt, dat het sterftecijfer
aan tuberculose in 1917 niet onbelangrijk groo
ter was dan in 1910. Reeds in 1914 was de tu-
'berculosesterfte in de steden grooter dwn op
het platteland, de oorlogsjaren hebben dat
verschil nog verscherpt.
In de plattelandsgemeenten met minder dan
5000 inwoners steeg het cijfer met 2.32 per
10,000 inwoners voor de gemeenten van 5000
20.000 zielen bedroeg de vermeerdering
4.40, voor gemeenten van 20100.000 6.65
en voor de vijf grootste gemeenten loopt de
stijging van 3.55 (Den Haag) tot 12.02 (Gronin
gen). Voor Amsterdam bedroeg de toeneming
5.27. Voor het geheele rijk bedroeg de stijging
van de jaren 1914 tot 1977 4.23.
Geplitst naar 't geslacht zien wij, dat de mor
taliteit aan tuberculose onder de vrouwen con
stant iets grooter is dan onder de mannen, be
halve waar het gemeenten boven 20.000 zielen
geldt.
Aangaande de toeneming van de sterfte noem
de spreker de volgende cijfers Van T914 op
1915 0.19 bij de mannen, en 0.63 bij de vrou
wen van 1915 op 1916 2.23 en 2.44, van 1916
op 1917 1.42 en 1.45.
Als oorzaak van de grootere sterfte in de
steden meende spreker den arbeid in verschil
lende fabrieken, de meer ongeregelde leefwijze
en de slechte levensmiddelenvoorziening te
moeten noemen.
Wanneer spreker nu conclusies moet geven,
wenscht hij te zeggen, dat het cijfer der zuige
lingensterfte bijzonder gunstig is. Het alge
meene sterftecijfer is iets hooger in de oorlogs
jaren, doch geeft geen reden tot ongerustheid.
Over het eerste halfjaar van 1916, '17 en '18
bedroeg het per 10.000 inwoners resp. 14.62,
15.37 en 13.21de cijfers voor de sterfte aan
tuberculose geven te denken. Zij luiden voor de
zooeven genoemde tijdperken7.93, 2.19 en
2.12.
Als middelen om den omvang van dit sterf
tecijfer te doen verminderen, noemde sprekéf:
betere hygiënische maatregelen en toepassing
daarvan in de industrieën en zooveel mogelijk
tegengaan van den trek van. het platteland naar
de steden (als middel noemde de heer Methorst
goedkoope reisgelegenheden, waardoor het ook
hun die in de stad hun arbeidsterrein hebben,
mogelijk wordt gemaakt buiten te blijven wo
nen), meer en betere woningen, speciaal in de
steden en betere voeding.
Uit een enquête door dr. Dekker ingesteld,
is gebleken, dat gedurende de oorlogsjaren juist
ln de hoogste welstandsklasse het sterftecijfer
aan tuberculose het meest is toegenomen. Daar
uit zou dan geconcludeerd dienen te worden
dat ook psychische oorzaken in dezen een rol
spelen.
Prof. S a 21 e t verklaarde aan de duidelijke
uiteenzettingen van den heer Methorst slechts
weinig te zullen toevoegen. Spreker wenscht
zich tot de doodsoorzaken te bepalen. Dat het
sterftecijfer der zuigelingen zoo gunstig is, vindt
o.a. zijn oorzaak in de koele zomers der oor
logsjaren, jen misschien mag ook worden aan
genomen dat nu het steeds moeilijker wordt
surrogaten te krijgen, de zuigelingen meer dan
vroeger het geval was, moedermelk ontvangen.
Het sterftecijfer aan besmettelijke ziekten kan
gunstig genoemd worden. Alleen de typheuse
koortsen eischten in I9T7 meer slachtoffers dan
In 1916. Men dient deze ziekte dus in het oog
te houden evenals diphtherie en groep. Ook de
nekkramp is een donkere vlek op het overigens
nog vrij heldere beeld der Nederlandsche volks
gezondheid.
De invloed der tuberculose op het sterfte
cijfer is wel zeer grooL Ruim gerekend zou men
kunnen zeggen, dat deze ziekte bij de helft der
menschen als doodsoorzaak te beschouwen is.
Gedurende de puberteitsjaren sterven er 45
van de jongens en 61 van de meisjesaan.
Gedurende de oorlogsjaren zijn de cijfers, zoo
als ook de heer Methorst mededeeld, vrij be
langrijk gestegen, het meest tusschen den 14
en 19-jarigen leeftijd en vervolgens tusschen
20 en 29 jaar.
Voor beide groepen bedroeg de stijging, wat
de mannen betreft, resp. 40 en 24 Spe
ciaal de eerste groep verdient de aandacht.
Spreker twijfelt niet, of de onlangs ingestelde
staatscommissie tot bestrijding der tuberculose
zal zich daarmede zeer intens bezig houden.
Aan de hand van graphieken uit andere lan
den zette prof. Saltet uiteer., dat het sterfte
cijfer e in Nederland, vergeleken met^ dat van
andere Europeesche rijken, zeer zeker gunstig
mag worden genoemd.
Het woord was daarna ean dr. Ooster-
baan, inspecteur van de volksgezondheid die
verklaarde, dat hij de aangekondigde prae-ad
viezen met. belangstelliftg heeft tegemoet ge
zien, Te grooter was daarom zijn teleurstelling,
to enhem bleek, dat de heeren Methorst en
Saltet hunne conclusion pas op het congres
zelve bekend wilden maken. In tegenstelling
met mr. Methorst meent spreker, dat de voe
ding- en woning-moeilijkheden wel degelijk een
rol spelen spelen bij de bepaling van 't sterft-
cijfer in het algemeen en ook bij dat van de tu
berculose. Ten bewijze hiervan demonstreerde
spreker een graphische voorstelling waaruit
blijkt, dat de tuberculosesterfte, voor het geheele
spoedig veel ernstiger zal worden. Maar hoe rijk van 1914—17 toegenomen is van 14.2 tot
komt het dan, dat we van die ondervoeding 118.46. Vergelijkt men daarnaast de sterfte in
geen gevolgen in de sterftecijfers terugvinden gemeenten met meer dan 50.00 inwoners, dan
Zijn er soms tegen elkaar opwegende krachten i blijkt dat de verhooging veel sterker fs, terwijl
werkzapm, waardoor de gevolgen schuil gaan j <he van het platteland zoo gering fs, dot zij
in groepscijfers Blijkt wellicht iets naders uit eigenlijk geen gewicht in de schaal legt. De
een splitsing der cijfers in onderdeelen, voor
steden en platteland, voor verschillende lands-
deelen en voor leeftijdsgroepen m die verschil
lende onderdeelen Spreker heeft met prof.
Saltet in. die richting, voor zoorver dat moge
lijk was, zijn onderzoek uitgestrekt, en is
daarbij tot de conclusie gekomen, dat ook dan
wat de zuigelingensterfte betreft, het jaar
7977i gunstiger te noemen is dan 1910.
optimistische veronderstelling van den heer Met
horst, dat de vermeerdering van het tubercuio-
sesterftecijfer m 1918 tot staan schijnt te zijn
gebracht, kan spreker niet deelen. Z. i. blijft
de positie der groote steden ook. dit jaar, ver
geleken bij de jaren vóór den oorlog, een on
gunstige.
En waar nu de heer Methorst meent, dat de
van het sterftecijfer geen reden
tot ongerustheid behoeft te'geven, vindt spïij
ker, dat dit congres tot plicht heeft de rege<
ring me klem e wijzen, op de z. i. onvoldoend^
levensmiddelenvoorziening, vooral ook, omda
de regeering niet schijnt te begrijpen hoe eri
stig de toestand is. De sterfte, aldus dr. Oos4
terbaan, neemt jmst in die plaatsen waar de
toestanden het moeilijkst zijn, onrustbarend toei
Laat men daar in deze vergadering toch vooral
den nadruk op leggen.
De heer K e p p 1 e r, directeur van den
ningdienst te Amsterdam, vraagt zich af of
derdaad de sterfte wel een barometer is vc
den hygiënischen toestand van een land. He$J
is toch zeer wel mogelijk, dat eenerzijds de 3
volking aan ondervoeding lijdt, terwijl aan
anderen kant de zorgen aan den zuigeling
steed beter zijn dan ooit te voren, filet sterfte®
cijfer blijft dan normaal, terwijl desniettegow
staande de algemeene hygiënische toestand veef
te wenschen laat
Dr. W. P. Ruysch, 1ste secretaris van het,
gezondheidscongres, wenschte te verklaren, <3a^
het bestuur wel degelijk den ernst van den. hui*;
digen toestand inziet. Men heeft hier gesprokeiy
over slechte woningtoestanden, over de gebrek^
Irige levensmiddelenvoorziening, maar niet werd^
genoemd de reinheid, een factor die toch ook
wel degelijk een rol speelt. En waar nu aange*
drongen werd op meer voedsel, zou spreker
daarnaast een betere zeepvoorziening wenscherti
Als een der doodsoorzaken waarover niet werd
gesproken noemde dr. Ruysch nog syphilis etfj
krankzinnigheid. De algemeene depressie heeft
wel degelijk een verhoogng van het sterftecijfef
ten gevolge. Laten wij daarom net te zeer drf
alarmklok luiden, maar alle krachten waarovef
wij beschikken te werk stellen om den toestand
in Nederland zoo goed mogelijk te doen zijnï
De heer F. M. Wibaut, wethouder der ge*
meente Amsterdam, herinnert aan de woorden
waarmede de heer Methorst eindigde Er
nood, er dreigt gevaar, altijd waakzaam dus r
In dit verband zou spreker willen vragen, of dd
waakzaamheid niet gebiedt om in dezen tijd den'
kinderen iets meer te geven, desnoods ten koste,
van de ouderen. Spreker denkt daarbij speciaal
aan melk. Voor kinderen van 1 tot 5 jaar is et
thans een extra rantsoen. Zou het niet noodig.
zijn. die grens opnieuw uit te breiden tot kin
deren van zes jaar
Ten opzichte van de" zeepdistributie werd
'met de kinderen beneden het jaar geen reke
ning gehouden, ook dat acht spreker zeer ver
keerd.
Dr. Van der Hoeven begrijpt niet goed
waaróm aan het niet toenemen van de zuige^
lingensterfte zooveel gewicht wordt gehecht..
Spreker zou het veel beter vinden wanneer bij
het maken van statistieken de zuigelingen wer
den uitgeschakeld, omdat zij niet vallen ondef
de abnormale voedselveratrekking van tegeiv»
woordig.
De heer Methorst beantwoordde de ver
schillende sprekers en legde er daarbij nog certS
den. nadruk op, dat z. i. een zoo goed mogelijks
zuigelingen bescherming voor ieder land van het
grootste belang is. Hoe de omstandigheden
overigens ook mogen zijn, het feit, dat het sterf
tecijfer der zuigelingen gunstig is, blijft een ver-
heugenn verschijnsel.
Een beeld van den hygiënischen toestand, dit
als antwoord aan den heer Keppler, kan alleen
door een ziektestatistiek verkregen worden, en
die bezitten wij in Nederland helaas niet. Spre
ker waarschuwde de vergadering al te veel
waarde te hechten aan de graphiek van dr.
Oosterbaan, omdat die tot eenzijdige conclu»r
sies zou leiden.
Nadat de voorzitter een woord van dank had
gebracht aan de beide praeadviseurs die voor
alles hun best hebben gedaan onpartijdig hurt
arbeid te verrichten, schorste hij de beraadsla-
gingen tot morgenochtend. De deelnemers aan
het congTes werden daarop in de gelegenheid
gesteld den gemeentelijken woningbouw en de
woningen van de N. V. Volkshuisvesting I en
II te bezichtigen.
Des avonds werd het congres officieel door
het gemeentebestuur van Amersfoort ten stad*
huize ontvangen.
Ontvangst van het Gezond
heidscongres ten
Stadhuize.
Vrijdagavond had ten Stadhuize de
officieeie ontvangst plaats van Bestuur ert
leden van het GezondheidscongTes. Met den
Burgemeester, de wethouders Veis Heyn en
Hysink en den gemeente-secretaris waren
ter ontvangst aanwezig de raadsleden Rant,
Leinweber en v. Nynatten.
De Burgemeester hield een wel
komstrede, waaraan we het volgende ontlee-
nen.
Toen ik nadacht over de komst van het
congres heb ik bij me zelf nagegaan van wel
ken aard de verhouding is van onze Ge
meente en het Congres. En toen heb ik dezo
vergelijking gemaakt; Uw congres, dat elk
jaar een nuttige vergadering houdt is een'
rondtrekkende inspecteur der Volksgezond
heid, een inspecteur, die geen aanstelling
heeft van H. M. de Koningin, maar mis
schien met meer autoriteit en meer kracht
dan een inspecteur. Aan den anderen kant
heb ik de' verhouding nagegaan van onzé
gemeente tot dat congres. Hoe staat .het met
de hygiëne hier? Doen we wel genoeg om
die hygiëne te bevorderen? Dat is een pijn
lijke vraag. Ik heb wel eens redevoeringen
gehoord, waarin alles werd geprezen. Moet'
ik nu zeggen: We hebben hier een modern'
ingerichte reiniging, een overdekt badhuis,
een goed ingerichten keuringsdienst, geen
open goten enz.?" Moeten we alles roemen
als van de bovenste plank. Neen, dat mo
gen we niet, omdat het niet waar is en die
houding zal ik dus niet aannemen. Moeten
we dan nederig zijn en zeggen: Alles laat te
wenschen over? Dat kan ook niet. Uw be
zoek aan den gem. woningbouw heelt u ge
toond dat we iets doen, al is het een klein
ding, waarop we trotsch zijn. Wij moeten
ons toonen zooals we zijn. Over sociale hy
giëne in 't algemeen is 't voldoende als we
hot goede gewild hebben. Ons streven is
naar het moderne op hygiënisch gebied, 't Is;
onmogelijk, vooral tegenwoordig, aan alle
hygiënische eischen te voldoen, om financi-
eele redenen.
Wij zien u hier brengende het goede. He-;
denmiddag is reéds discussie over een be
langrijk onderwerp, n.l. „Dè Invloed van den
oorlog op de sterkte in Nederland". Daarbij
is gewezen op het groote belang der eta-