Bioscoop de Arend IET SPOORWEGONGELUK te WEESP. I „DE EEMLANDER" BUITENLAND a.s. Vrijdag, Zaterdag, Zondag en Maandag FEUILLETON. Het Suiker-Paleis 17e Jaargang Mo. 71 IDnuUCUCWTCDDII? per 3 ""Mndtn voor Amel» AuUnnlmLRluiiii/O foort f 1.50, idem franco per pos* f 2.00. per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) 1 0.14- afzonderlijk*, nummers 0.05 Weke?ijk;ct< bijvoegsel »Dc Holhndsche T-Juis\no'iw (onder redact! va* Thérèse Hoven) per r maanden 50 -eo! Wekelijksch bijvoegsel »fF<r«Mrev»*« per 5 maanden 60 cent. Politiek Overzicht Strijd om te komen tot vrede. IV. De poging, die door Oostenrijk-Hongarije is aangewend om een wreg te openen, die naar den vrede kan leiden, moet helaas als mislukt beschouwd worden. Door de verkla ring van staatssercetaris Larking,'hierop neerkomende dat president Wilson de nota ongelezen ter ziide legt, is deze poging in de geboorte gesmoord. Misschien zal men later, als wie weet hoeveel ellende meer nog zich over de wereld heeft uitge stort, tot het inzicht komen, dat zij een beter lot had "verdiend. Wat was de bedoeling, die bij. de regee ring van Oostenrijk-Hongarije voorzat toen zij het besluit nam tot dezen stap? Graaf Burian heeft die in de rede, die hij een paar dagen vóór de verzending van de nota heeft gehouden bij de ontvangst van een gezelschap Riiksduitsche dagblad schrijvers te Weenen, aldus uitgedrukt: „Het is misschien eene ondankbare zaak den te genstander onze eigen meening te willen inprenten. Het vijandelijke verbond kan echter als het wil zich gemakkelijk overtui gen, dat het in alle vraagstukken van menschlievendheid en gerechtigheid van de toekomstige betrekkingen der volken bij ons bondgenootschap geen verzet maar eigen behoefte aan vooruitgang zal ontmoeten, doch evenzeer ook het besluit om voor ons goed recht verder standvastig op te komen. Onze tegenstanders behoeven slechts de ge legenheid daartoe te geven in rustige rede en tegenrede. Er zou eene rechtstreeksche informatieve gedachtenwisseling denkbaar zijn, die nog lang geen vredesonderhande ling behoefde te zijn, om alles te bespreken en te overwegen wat de oorlogvoerende par tijen heden van elkaar scheidt, en er zal dan misschien geen verdere strijd noodig zijn om hen dichter bij elkaar te brengen." Er stond de Oostenrijksche regeering dus voor den geest een geheel voorloopige ge- dachtenwisseling, louter om op de hoogte te komen van de wederzijdsche plannen en be doelingen en die natuurlijk de partijen voor later in 't minst niet zou binden. Zulk een gedachtenwisseling zal, wanneer men tot een vrede door overleg wil komen, in ieder ge val moeten voorafgaan aan de eigenlijke vredesbesprekingen. Indien ooit, dan zal hier het hoor en wederhoor moeten worden toegepast. Beide partijen hebben jarenlang geleefd in een atmosfeer, die hen door een Chine esch en muur van elkaar verwijderd hield. Hoe zouden zij zich don een juiste voorstelling kunnen maken van wat in de kringen van hunne tegenstanders omgaat? Dat zal alleen mogelijk zijn, wanneer zij rechtstreeks met elkaar in aanraking komen en in directe gemeenschap hunne gedachte uitwisselen. Zoo alleen zullen zij den juisten maatstaf kunnen aanleggen bij de beoordee ling van datgene wat hen verdeelt, en tot een besluit kunnen komen over de vraag of het al dan niet mogelijk zal zijn den strijd, waarin zij nu sints vijftig maanden tegenover elkaar staan, te beëindigen op eene andere wijze dan door het ruwe geweld. Tvlaar om het denkbeeld, dat de Oosten rijksche regeering in hare nota heeft neer gelegd, tot vruchtbare ontwikkeling te bren gen, is het noodig, dat bij beide partijen eene stemming aanwezig is, die hen voor wederzijdsch overleg ontvankelijk zou ma ken. Daaraan ontbreekt het vooralsnog. Niet aan de ziide van de Entente alléén. Wanneer men de rede naleest, die in de vorige week door den Duitschen vioe-kanse- ltér von Payer is gehouden, dan stuit men HOOFDREDACTEUR: M«. D. J. VAN SCHAARDENBURG UITGEVERS: VALKHOFF Co BUREAU: ARNHEMSCHE POORTWAL, MOM utmechmcmw*. INTERCOMM. TELEFOONNUMMER 513 daarin op verschillende dingerdie met het dehkbeeld van den vrede door overleg vier kant in strijd zijn. Von Payer stelt voorop, dat Duitschland geen veroveringsvrede wil, en zegt, dat wan neer verovering aan beide zijden is uitge sloten, daaruit noodwendig voortvloeit het herstel van den territorialen toestand vóór den oorlog. Hij zondert daarvan echter hei i geheele (Dosten uit. Polen en Finland kan Duitschland niet aan hun lot overlaten en de j met Rusland, de Ukraine en Rumenië ge sloten vredesverdragen kunnen aan de En tente niet ter goedkeuring of verandering voorgelegd worden. Hij verklaart„In het Oosten is het voor ons vrede en blijft het voor ons vrede, om het even of dit onze westelijke vijanden bevalt of niet." Voor het overige kan het territoriale bezit overal her steld worden. Op den voorgrond moet voor Duitschland en zijne bongenooten staan, dat alles wordt teruggegeven wat zij aan gebied den len Augustus 1914 hebben bezeten. Duitschland moet dus in de eerste plaats zijne koloniën terugkrijgen. Wanneer de tegenstanders aanspraak maken op de door Duitschland en zijne bondgenooten bezette deelen van hun gebied bij het begin van den oorlog, dan zullen die aanspraken niet op eene weigering stuiten. De Duitschers kunnen, als de vrede gesloten is, de door hen bezette gebieden ontruimen. Ook Bel gië kan, als het zoo ver is, ontruimd worden. België zal, als de Jeden van den vierbond weer in het bezit zijn van datgéne wat hen .behoorde en als de zekerheid verkregen is, dat in België geen andere staat beter gesteld zal zijn dan Duitschland, zonder be lasting en zonder voorbehoud terug gegev en kunnen worden. In de kwestie van de oor- logsschadevergoeding verklaarde von Payer, dat van het eischen van,zulk eene vergoe ding kan worden afgezien. Zoo stelt von Payer zich «den vrede voor. Wanneer men daarnaast legt het beeld, dat Lloyd George in Manchester van den vrede heeft geschetst, dan ziet men, dat de ge dachte van overleg daaruit geheel is ge weerd. Lloyd George kent slechts één vei- ligen grondslag voor den vrede en dat is een besliste overwinning. Zijn antwoord aan hen, die een vrede door onderhandeii.v gen, steunende op een vergelijk, willen, is thans gelijk vroeger, dat er geen vergelijk kan zijn tusschen vrijheid en geweld, en met stemverheffing verklaarde hij„Wij zul len doorvechten totdat wij bereikt hebben wat wij willen." Clemenceau blijft niet achterstaan bij zijn vriend en geestverwant aan de andere zijde van het Kanaal. In den Senaat van Frank rijk heeft hij hulde gebracht aan de Entente soldaten, die de volken hebben bevrijd van 'het zwaard der barbaarschheid, en hij heeft er bijgevoegdDe vreeselijke rekening ius- schen de volken, die Duitschland heeft ge opend, zal ten volle betaald worden. Hetzij men dus naar de eene zijde ziet of naar de andere, men zoekt te vergeefs naar de stèmming, die aanwezig zou moeten zijn om het denkbeeld, dat in de nota van 14 September is neergelegd, in goede aarde te doen vallen. De oorlog. Aan het westelijke front hebben de Fran- schen het gebied ten W. van Francilly-Se- lincy bereikt, het bosch van Savy en Fon- taine-les-Clercs veroverd. Verder naar het zuiden staan zij aan den zuidelijken rand van Courtescourt en zijn zij dicht bij Es- signy-le-Grand gekomen. De Engelschen, die in het bezit van Hol- non gekomen zijn, hebben een aanval ge daan op een front van 16 mijl breedte van Holnon tot bij Gouzeaucourt en op dit ge heele front de stellingen van den vijand in storm veroverd. Op hun rechtervleugel bë- machtigden zij Fremoy-le-Petit, Berthau- court en Pontruet. Uit Berlijn worden Engelsch-Fransche aanvallen op een gemeld front van het bosch van Havrincourt af tot aan de Somme. In het midden is.de vijand binnengedrongen tusschen Hargicourt en de beek Ormignon elders zijn dë aanvallen mislukt. De Duit schers strijden overal ten W. van de oude Siegfriedstelling. W a s h i n g t o n, 1 8 S e p t. (R.) De sena tor Lodge, de republikeinsche leider in den .Senaat, heeft ten volle Wilsons antwoord op het Oostenrijksche vredesvoorstel onder schreven. ïn een rede in den Senaat zeide hij, dat de korte weigering van den presi dent een einde zal maken aan een ijdel, zwak gepraat, dat Duitschland behulpzaam was De stelling van Amerika is zpo duide lijk, daj zelfs de centrale mogendheden haar spoedig zullen beginnen te begrijpen. Het zal Duitschland, dat ontzaglijk leed heeft ge bracht over de onschuldige wereld, niet ge lukken met ons te praten en op ons besluit af te dingen. Wij zijn van plan het physiek lot het einde te brengen. Lodge verklaarde, dat de keizer België heeft beieedigd met een afzonderlijk vredes aanbod. Hij prees de erkenning van de Czecho-Slowaken door Wilson en drong er op aan nog verder te gaan op dien weg en ook de Joego-Slaven en de Polen te erken nen, want de Polen zouden een vredelieven- den staat in Midden-Europa kunnen vormen, dié voor altijd Duitschland van Oost-Europa zou afscheiden. Een vredesbespreking voor dat de volledige overwinning is bereikt op Duitschen grond, ^ou.^anduiden, dat de oor log verloren is en de offers te vergeefs zijn gebracht. Wij moeten de wereld beveiligen tegen een volk van bedriegers en wetsschen- ners, opddt zij in vrede, niet bedreigd en niet verontrust kunne leven. Daarvoor strij den wij. Meer zullen wij niet vragen, fnaar wij zullen nooit minder aannemen. In het huis van vertegenwoordigers be tuigde de republikein Fess zijn warme in stemming met het antwoord van den presi dent, dat een streep haalt door het streven van den vijand om door de diplomatie te winnen wat hij in het veld niet heeft kunnen winnen. Teenen, 18 Sept. (Gorr.-bur.) De Reichspost schrijftDe monarchie heeft hare nota met het conferentievoorstel na overleg met de Duitsche regeering in vol ledige overeenstemming en na levendige ge dachtenwisseling met deze opgesteld. Het oogenblik om de nota te verzenden, was volgens de Duitsche regeering niet ongun stig gekozen. P a r ij s, 18 Sept. (R.) De Petit Parisien verneemt, dat België na raadpleging met zijne bondgenooten heeft besloten een Duitsch voorstel tot het sluiten van een af zonderlijke vrede volstrekt te verwerpen. Londen, 18 Sept. (R.) Hughes, de Australische eerste-minister, heeft, te Lon den over het Oostenrijksche vredesaanbod sprekend, gezegd: Al wat in Duitschland in het openbaar werd gezegd, werd ten-behoeve van de militaire cast£ gezegd. Het volk van Brittannie en de bondgenootschappelijke lan den bestaat niet uit gekken. Er is maar één vrede in aantocht en dat "is een voorgeschre ven vrede. Berlijn, 18 Sept. (W. B.) De Nord- deutsche Allg. Ztg. schrijft in een hoofdarl; kei: Hoe gering heden reeds de vooruitzich ten aangaande de onmiddellijke aanneming van het Oostenrijksch-Hongaarsche voorstel door As regeeringen der Entente schijnen, zal men toch goed doen de verdere uitwer king van den diplomatieken stap der Donau- monarchie af te wachten. Naar men ver neemt zullen er vertegenwoordigers der En tente in Londen bijeenkomen, waarschijnlijk om over het gemeenschappelijk in te nemen standpunt te beraadslagen. Daarbij zullen ongetwijfeld ook argumenten te berde ko men, die men op rekening moet stellen van de ongetwijfeld in de vijandelijke landen aanwezige vredesbehoefte. De kringen in de Ententelanden, die naar een vrede door ver gelijk neigen, zullen waarschijnlijk een botte, onvoorwaardelijke verwerping en een een voudige erkenning voor de Entente van de knock-out-politiek als een diplomatieke fout en een politieke beleediging beschouwen. Aan den anderen kant zou het de Entente moeilijk vallen, als zij rekening moet houden mek die stemming, dat te vereenigen met den onverholen hoop, dat zij juist nu l\et ver- overingsdoel nabij is. Of uit dit dilemma slechts een taktischen uitweg zoekt, die b.v. van de centrale mogendheden een nieuwe verklaring eischt, of wel direct besluit den eenen of den anderen mogelijken weg, be sliste afwijzing of eerlijke toenadering, te be treden, moet men afwachten. Volgens Milaneesche bladen weid kardi naal Gasparri van zijn verlof naar Rome te ruggeroepen. Dezelfde bladen verzekeren echter, dat het Vaticaan de Oostenrijksche nota niet zal beantwoorden. Londen, 18 Sept. (R.) De intergeal- lieerde-arbeidersconferentie werd op den tweeden dag geopend met een telegram van Hjalmar Branting, dat de beste wenschen uitdrukte voor haar werk en de hoop, dat zij de Internationale zou geven in den vorm van een bond van vrije volken. De conferentie heeft heden beraadslaagd over het rapport, dat zal worden uitgebracht over de antwoorden van de socialisten der centrale mogendheden op het memorandum der oorlogsdoeleinden van de intergealli- eerde arbeid-ersconferentie te Londen in Februari 1.1. Het rapport spreekt voldoening uit over htft antwoord der Bulgaren, Honga ren en Duitsche socialisten uit Oostenrijk, doch betuigt er leedwezen over, dat het ant woord der Duitsche meerderheidssocialisten een beletsel vormt voor het houden van een internationale conferentie. Het rapport be veelt aan, een wei-overwogen antwoord aan de Duitsche meerderheidssocialisten te zen den en de andere landen aan te sporen hun invloed uit te oefenen ten einde een betere omschrijving van de houding der Duitschers te erlangen. B e r 1 ij n, 18 Sept. (W. B.) De Vorwarts schrijftWanneer de Fransche socialisten en de Engelsche arbeiderspartij nofch een in ternationale socialistische conferentie tot stand kunnen brengen, noch het verwerpen Donderdag 19 September 1918 dienstaanbiedingen 1—5 regels f 0.50, groote lettert naai plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan teer voordecllge bepalingen tot het herhaald advci» teeren in dit Blad, bi) abonnement. Eene circulaire bevattende de voorwaarden, wcrdJ <jd aanvraag toegezonden. van het Oostenrijksche voorstel kunnen ver^j' hinderen, dan moet men daaruit opmaken,4 dat zij öf zelf do voortzetting van den oorlog^ willen, öf dat hun invloed op hun regeerin-( gen gelijk nul is. Na de tot dusver opgedane ervaringen kan men helaas niet verwachten, Duitscher tot commandant werd gekozen j en aangewezen om Petersburg tegen de Duitschers te „verdedigen"; dat Dqitsche of ficieren als officieren in het Russische legen dat de bolshewikische regeering Duitsche officieren in het geheim als militaire raada* lieden en verspieders ten aanzien der en tente-gezantschappen ontving; dat een dat er door hun invloed een ommekeer in de houding der Entente zal plaats vinden. Aldus blijft als eenig actief voor de zaak van den vrede over, dat er verbittering over het ver werpen van het Oostenrijksche voorstel bij de massa der vijandelijke volken is achterge bleven. Londen, 1 8 S e p t. (R.) Het heden mor gen uitgegeven bulletin meldt, dat de pre mier een uitstekenden nacht heeft gehad en herstelleiftie is. W eenen, 17 Sept. (Corr.-bur.) De Korrespondenz Austria bericht, dat de voor zitter van de Oostenrijksche delegatie Hau- ses op uitnoodiging van den minister van buitenlandsche zaken Burian een bespreking met dezen heeft gehad over eene najaars- zftting van de delegatiën. Graaf Burian heeft zich bereid verklaard de delegaliën tegen 15 October bijeen te roepen. De leden van de christelijk-sociale ver- eeniging hebben een bijeenkomst gehouden, waarin zij de nota van graaf Burian met veel bijval begroetten en constateerden, dat do christelijk-sociale partij alles zal aanwenden om het vredesstreven van de regeering krachtig te ondersteunen. Weenen, 18 Sept. (Corr.-Bur.). Bij de voorstelling van de ambtenaren van het ge meenschappelijk ministerie van financiën, alsmede van de Bosnisch-Herzogowinsche afdeeling van dit ministerie, heeft de ge meenschappelijke minister van financiën Spitzmüller eene rede gehouden, waarin hij bij de bespreking van het nationaliteiten- vraagstuk erkende, dat de nationale 3spira- tiën den gronslag vormen van de politieke besluiten tot het in 't leven roepen van nieuwe staten, daar de wereldoorlog heeft getoond, dat het samenleven van de volken in zekere gedeelten der monarchie op de tot dusver gevolgde wijze, schadelijk is. Toch' mag het nationale element niet allo andere elementen, die voor het staatsleven beslis send zijn, verstikken. Bij de .bespreking van de nota van graaf Burian zeide de minister, dat eenmaal, bij rustiger beschouwing, dit stuk als een groote politieke daad der monarchie zal worden beschouwd. De tegemoetkomende toon der nota van de zijde van de regeering van een staat, tegen welks bestaan zulk een toomelooze agitatie is gevoerd, behoort tot de merkwaardigste feiten, die de politieke geschiedenis tot dusver aanwijzen kan. Zulk een stap kon slechts uitgaan van een monar chie, die de groote taak om verschillende volken tot staatkundig leven te vereenigen, tot dusver met succes jgeft opgelost. Wij allen zijn van de missie van Oostenrijk-Hon garije om den volken in het Donau-bekkert en in het Zuidoosten van Europa een heoht en rustig bestaan te bieden, volkomen over tuigd. Wij zijn daarom degenen, die do ■wereld een der gewichtigste waarborgen voor een duurzamen vrede kunnen bieden, en wij zullen deze taak vervullen. B e r 1 ij n, 18 Sept. (W. B.) Het Berliner Tageblatt verneemt uit parlementaire krin gen aangaande de kwestie van de vorming van een coalitie-ministerie, dat de houding der sociaal-democraten in beginsel niet af wijzend is. De sociaal-democraten zijn echter De herfst van ons leven is als de herfst In de natuurverkleuring van bet groen, doch vol schoonheid. Roman door Thérèse Hoven Evenals de Indische dienstjaren voor de officieren en ambtenaren tellen ze dubbel. Zij was nog echt een dartel kind, toen ze op den schijnbaar rusligen 30 Juli 1914, toen t oorlogsvuur nog smeulde en bijna niemand bet nog vermoedde, vol gekheid en lachend aan Hes en Cor Maartens, de stichtsters en toenmalige bezitsters van '-t Winkeltje, 'ti volgende verhaal deed; ..Weet u. wat ik gehoord heb? Zoo iets geks. Ze zijn bang voor oorlog en nou wor den we gemobiliseerd en... er staat een sol daat op de pier... Ja. heusch, één soldaat op de pier! Kijk zoo, met een geweer in de hand en een sabel op zij. En dan komt de vijand, laten we zeggen, de Engelschen van. den over kant en de Noren van rechts en de Portugee- zen van links, met dreadnoughts en vreeselijk groote slagschepen, van alle kan ten kómen ze opdagenmisschien nog wel v n Rusland" en Duitschland, maar die ko- (inen dan over land. Stel 't u nu goed voor L'grootc schepen van. den zeekant en enorme legers van de landzijde en... L i c b Valer- land kann ruhig sein. In Holland, en wel in Scheveningon, 9laat één man op de pierl" Dat alles schijnt veel langer geleden dan 't In werkelijkheid is. Er is ook zooyeel gebeurd, zooveel geleden 1 Maar ,,'t Winkeltje" onder Gijs van Poeteren heeft er wél bij gevaren. Eerst was Miel er trotsch op, want hij deed reuze-prestabies. Waar hij de dingen van daan haalde, wist Miel niet. maar 't was ontzettend zooveel verschillende artikelen als hij wist machtig te worden en waar hij alles bergdc was een kunst op zichzelf. Want, hoeveel hij ook verkocht, toch hield hij altijd nog heel wat over. Behalve, wat hij zelf thuis bracht, werd1 er ook nog een massa bezorgd cn van alles... 't Scheen wel of Gijs vooruit kon weten, wanneer er aan iets gebrek zou komen of wanneer 't oiltter de. distributie zou vallen, want even te voren deed hij er aanzienlijke hoeveelheden van op en waarschuwde hij zijn goregelde^klanten en dat waren er niet wei nigen. Een paar maanden geleden nog, even vóór de thee- en koffie-kaarten werden ingevoerd, heeft hij kisten en kisten thee cn balen en balen koffie opgekocht en wie er maar in den winkel kwam, heeft hij gewaarschuwd Ilij heeft dan ook schatten verdiend en ook met suiker en zeep en erwten en boonen. cn blikken melk en melkpoeder, eigenlijk met alles. Niet alleen uit Duinoord, maar uit heel den Ilaag komen ze bij hem 't Is nu niet meer 'l Winkeltje, maar Het S u i k e r-P.a leis! Ten minste zoo heeft Gijs het herdoopt, toen hij den gevel heeft laten verbouwen, vroeg in den zomer. Zij vond T erg blufferig, zelfs O'Weeërig, maar Gijs was toen al zoo door 't dolle heen, dat er geen houden aan was. En dan de Siol-Nicolaas-étalagc 'Och! God, in den tijd van de tantetjes sloe gen ze een paar pond borstplaat in cn een stuk of wat doosjes pralines, nog voor geen Lien gulden bij elkaar, en dan bleven ze nog met de helft zitten, wat Miel, als kind, heer lijk vond, want dan mocht zij 't op eten De beloofde Zondagsche hoed, in geval van een voordeeligen Sinterklaas, schoot er dan wel bi; in, maar dat was minder. Ze had dan loch T pleizier gehad van er zich op te ver heugen! Wat was ze toen toch gelukkig! „Zoo, nu lacht u weer." Miel schrikt door de stem van de ver pleegster. Ze was zoo zalig aan 't soezen. „Dot is nu een best oogenbLik om Gijsje zijn ontbijt le geven. Hij heeft zich, voor een won der, erg stil gehouden. Ilij dacht zeker als Moe zoo silckciieurig kijkt, smaakb 't .toch niet." Miel zucht., hetgeen een beknorrend hoofd schudden van zuster ten gevolge heeft. „Gunst, Mevrouw, u neemt de dingen veel te zwaar op, dat heb ik u al meer gezegd. Kom, helpt u den jongen nu. dan zullen wij eens aan ons ontbijt gaan denken, ik heb trek, en u?" „Ik weet 't niet; ik verlang wel naar een kopje thee!" „Straks wou ik er u al een geven en toen sliep u. Je zoudt zeggen; wie slaapt er nu in den legen woord igen tijd* als je een kopje thee wordt voorgehouden? U rt>ag wel 'van geluk spreken, dat meneer zoo veel in huis heeft. „Dat is voor de zaak, zuster." „Nou ja! Tegenwoordig heeft n>e>n er heusch iyet zooveel voor noodig. Eens in de veertien dagvn een half onsje per persoon en dat nog niet eens in huishoudens, waar ze lang niet elk een kaart krijgen." Miel constateert bij zich zelf, dat zuster, in de laatste dagen, erg familiaar cn hebberig is, een heel verschil bij de eerste dagen, toen ze zoo deftig cn hoog deed. Nadat Miel ontbeten heeft, voelt ze zich lang zoo slap niet meer en ziet ze den toe stand ook niet zoo somher in. Ze is zelfs blij als Gijs boven komt. „Hoe is 't er mee!" vraagt hij vriendelijk. „Wel iets beter, dank je. Toe ga zitten." voegt zc er bij. want Gijs heeft de nare ge woonte om als hij bij haar is, voortdurend te ijsberen en dat yindt ze vreeselijk. 't Maakt haar zoo duizelig! Zoo ook nul Maar hij, dc ware oorzaak van haar vraag "niet vermoedende, antwoordt ongeduldig: „Daar heb ilc geen lijd voor. I k heb wel wat anders te doen dan le luieren... „Hé, Gijs, ik luier toch niet. Als ik kon, zou ik heusch wel opstaan." „Je zoudt -t kunnen probeeren cn van mid dag in den winkel helpen. Ik had er op gere kend. dat jij over de bonbons zoudt gaan. Daar moet je iemand vertrouwds voor heb ben." „Als je 't de tantetjes eens vroeg?'* „Daar heb ik ook al over gedacht. Maar ik weet r.iel of zc wel vlug genoeg zijn. De win kel slaat nu in een heel ander tempo dan teen zij er in waren." „In den laal9lcn tijd hadden ze 't druk ge noeg cn heeft, toen tante Cor in Apeldoorn was, tante lies rich duchtig geweerd." „Jawel., dat is ook zoo, cn„, dk zei je toch. dat ik er ook wel over gedacht heb, want ik heb hulp noodig en zij zouden meer ver trouwd cn ook goedkoopcr zijn dan vreemde krachten., maar weet je wat het is? Je krijgt ze er wel in, maar je krijgt ze er zoo gemak kelijk niet meer-uil.'* „Foei Gijs... de tantetjes hebben zich toch heusch niet opgedrongen en 't was toch haar zaak." HOOFDSTUK IV. Hulp. Even na de koffie, als de middagdruktc nog niet is begonnen, komen dc tantes toevallig aan dribbelen. Zoo heel toevallig is 't niet, want 't was een heel iels gisteren, eerst de kraamvisites en toen 't diner! Ze weten allebei wel. dat t erg gulzig is om veel van lekker eten le houden, maar als je je jaren lang erg beholpen hebt, in d.en laatslen tijd, doQr de duurte der levensmid delen, nog meer dan vroeger, dan vind je het toch wel leuk om eens op diner te gaan. En 'l was alles prima! Jongen, jongen, wat zit er een durf in Gijl en wal moet '1 hem voordeelig gaan om zc& uit te halen. Eerst schildpad-soep uit blik, die hebben ze zelf ook verkocht, vooral in den laatsteri lijd. dat ze in de zaak waren, toen prachtig* paling, zoo dik als een arm, zooals vroeger zeggen was. ,7- - 1 V -t .«J (Wordt vervolgd-i 'i

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1918 | | pagina 1