Bioscoop de Arend
IET SPOORWEGONGELUK te WEESP.
I
„DE EEMLANDER"
BUITENLAND
a.s. Vrijdag, Zaterdag,
Zondag en Maandag
FEUILLETON.
Het Suiker-Paleis
17e Jaargang Mo. 71
IDnuUCUCWTCDDII? per 3 ""Mndtn voor Amel»
AuUnnlmLRluiiii/O foort f 1.50, idem franco
per pos* f 2.00. per week (met gratis verzekering
tegen ongelukken) 1 0.14- afzonderlijk*, nummers
0.05 Weke?ijk;ct< bijvoegsel »Dc Holhndsche
T-Juis\no'iw (onder redact! va* Thérèse Hoven)
per r maanden 50 -eo! Wekelijksch bijvoegsel
»fF<r«Mrev»*« per 5 maanden 60 cent.
Politiek Overzicht
Strijd om te komen
tot vrede.
IV.
De poging, die door Oostenrijk-Hongarije
is aangewend om een wreg te openen, die
naar den vrede kan leiden, moet helaas als
mislukt beschouwd worden. Door de verkla
ring van staatssercetaris Larking,'hierop
neerkomende dat president Wilson de nota
ongelezen ter ziide legt, is deze poging
in de geboorte gesmoord. Misschien zal
men later, als wie weet hoeveel ellende
meer nog zich over de wereld heeft uitge
stort, tot het inzicht komen, dat zij een beter
lot had "verdiend.
Wat was de bedoeling, die bij. de regee
ring van Oostenrijk-Hongarije voorzat toen
zij het besluit nam tot dezen stap? Graaf
Burian heeft die in de rede, die hij
een paar dagen vóór de verzending van
de nota heeft gehouden bij de ontvangst
van een gezelschap Riiksduitsche dagblad
schrijvers te Weenen, aldus uitgedrukt: „Het
is misschien eene ondankbare zaak den te
genstander onze eigen meening te willen
inprenten. Het vijandelijke verbond kan
echter als het wil zich gemakkelijk overtui
gen, dat het in alle vraagstukken van
menschlievendheid en gerechtigheid van de
toekomstige betrekkingen der volken bij ons
bondgenootschap geen verzet maar eigen
behoefte aan vooruitgang zal ontmoeten,
doch evenzeer ook het besluit om voor ons
goed recht verder standvastig op te komen.
Onze tegenstanders behoeven slechts de ge
legenheid daartoe te geven in rustige rede
en tegenrede. Er zou eene rechtstreeksche
informatieve gedachtenwisseling denkbaar
zijn, die nog lang geen vredesonderhande
ling behoefde te zijn, om alles te bespreken
en te overwegen wat de oorlogvoerende par
tijen heden van elkaar scheidt, en er zal dan
misschien geen verdere strijd noodig zijn om
hen dichter bij elkaar te brengen."
Er stond de Oostenrijksche regeering dus
voor den geest een geheel voorloopige ge-
dachtenwisseling, louter om op de hoogte te
komen van de wederzijdsche plannen en be
doelingen en die natuurlijk de partijen voor
later in 't minst niet zou binden. Zulk een
gedachtenwisseling zal, wanneer men tot een
vrede door overleg wil komen, in ieder ge
val moeten voorafgaan aan de eigenlijke
vredesbesprekingen. Indien ooit, dan zal
hier het hoor en wederhoor moeten worden
toegepast. Beide partijen hebben jarenlang
geleefd in een atmosfeer, die hen door een
Chine esch en muur van elkaar verwijderd
hield. Hoe zouden zij zich don een juiste
voorstelling kunnen maken van wat in de
kringen van hunne tegenstanders omgaat?
Dat zal alleen mogelijk zijn, wanneer zij
rechtstreeks met elkaar in aanraking komen
en in directe gemeenschap hunne gedachte
uitwisselen. Zoo alleen zullen zij den juisten
maatstaf kunnen aanleggen bij de beoordee
ling van datgene wat hen verdeelt, en tot een
besluit kunnen komen over de vraag of het
al dan niet mogelijk zal zijn den strijd, waarin
zij nu sints vijftig maanden tegenover elkaar
staan, te beëindigen op eene andere wijze
dan door het ruwe geweld.
Tvlaar om het denkbeeld, dat de Oosten
rijksche regeering in hare nota heeft neer
gelegd, tot vruchtbare ontwikkeling te bren
gen, is het noodig, dat bij beide partijen
eene stemming aanwezig is, die hen voor
wederzijdsch overleg ontvankelijk zou ma
ken. Daaraan ontbreekt het vooralsnog.
Niet aan de ziide van de Entente alléén.
Wanneer men de rede naleest, die in de
vorige week door den Duitschen vioe-kanse-
ltér von Payer is gehouden, dan stuit men
HOOFDREDACTEUR: M«. D. J. VAN SCHAARDENBURG
UITGEVERS: VALKHOFF Co
BUREAU: ARNHEMSCHE POORTWAL, MOM utmechmcmw*.
INTERCOMM. TELEFOONNUMMER 513
daarin op verschillende dingerdie met het
dehkbeeld van den vrede door overleg vier
kant in strijd zijn.
Von Payer stelt voorop, dat Duitschland
geen veroveringsvrede wil, en zegt, dat wan
neer verovering aan beide zijden is uitge
sloten, daaruit noodwendig voortvloeit het
herstel van den territorialen toestand vóór
den oorlog. Hij zondert daarvan echter hei i
geheele (Dosten uit. Polen en Finland kan
Duitschland niet aan hun lot overlaten en de j
met Rusland, de Ukraine en Rumenië ge
sloten vredesverdragen kunnen aan de En
tente niet ter goedkeuring of verandering
voorgelegd worden. Hij verklaart„In het
Oosten is het voor ons vrede en blijft het
voor ons vrede, om het even of dit onze
westelijke vijanden bevalt of niet." Voor het
overige kan het territoriale bezit overal her
steld worden. Op den voorgrond moet voor
Duitschland en zijne bongenooten staan, dat
alles wordt teruggegeven wat zij aan gebied
den len Augustus 1914 hebben bezeten.
Duitschland moet dus in de eerste plaats
zijne koloniën terugkrijgen. Wanneer de
tegenstanders aanspraak maken op de door
Duitschland en zijne bondgenooten bezette
deelen van hun gebied bij het begin van
den oorlog, dan zullen die aanspraken niet
op eene weigering stuiten. De Duitschers
kunnen, als de vrede gesloten is, de door
hen bezette gebieden ontruimen. Ook Bel
gië kan, als het zoo ver is, ontruimd worden.
België zal, als de Jeden van den vierbond
weer in het bezit zijn van datgéne wat hen
.behoorde en als de zekerheid verkregen is,
dat in België geen andere staat beter gesteld
zal zijn dan Duitschland, zonder be
lasting en zonder voorbehoud terug gegev en
kunnen worden. In de kwestie van de oor-
logsschadevergoeding verklaarde von Payer,
dat van het eischen van,zulk eene vergoe
ding kan worden afgezien.
Zoo stelt von Payer zich «den vrede voor.
Wanneer men daarnaast legt het beeld, dat
Lloyd George in Manchester van den vrede
heeft geschetst, dan ziet men, dat de ge
dachte van overleg daaruit geheel is ge
weerd. Lloyd George kent slechts één vei-
ligen grondslag voor den vrede en dat is
een besliste overwinning. Zijn antwoord
aan hen, die een vrede door onderhandeii.v
gen, steunende op een vergelijk, willen, is
thans gelijk vroeger, dat er geen vergelijk
kan zijn tusschen vrijheid en geweld, en
met stemverheffing verklaarde hij„Wij zul
len doorvechten totdat wij bereikt hebben
wat wij willen."
Clemenceau blijft niet achterstaan bij zijn
vriend en geestverwant aan de andere zijde
van het Kanaal. In den Senaat van Frank
rijk heeft hij hulde gebracht aan de Entente
soldaten, die de volken hebben bevrijd van
'het zwaard der barbaarschheid, en hij heeft
er bijgevoegdDe vreeselijke rekening ius-
schen de volken, die Duitschland heeft ge
opend, zal ten volle betaald worden.
Hetzij men dus naar de eene zijde ziet of
naar de andere, men zoekt te vergeefs naar
de stèmming, die aanwezig zou moeten zijn
om het denkbeeld, dat in de nota van 14
September is neergelegd, in goede aarde
te doen vallen.
De oorlog.
Aan het westelijke front hebben de Fran-
schen het gebied ten W. van Francilly-Se-
lincy bereikt, het bosch van Savy en Fon-
taine-les-Clercs veroverd. Verder naar het
zuiden staan zij aan den zuidelijken rand
van Courtescourt en zijn zij dicht bij Es-
signy-le-Grand gekomen.
De Engelschen, die in het bezit van Hol-
non gekomen zijn, hebben een aanval ge
daan op een front van 16 mijl breedte van
Holnon tot bij Gouzeaucourt en op dit ge
heele front de stellingen van den vijand in
storm veroverd. Op hun rechtervleugel bë-
machtigden zij Fremoy-le-Petit, Berthau-
court en Pontruet.
Uit Berlijn worden Engelsch-Fransche
aanvallen op een gemeld front van het bosch
van Havrincourt af tot aan de Somme. In
het midden is.de vijand binnengedrongen
tusschen Hargicourt en de beek Ormignon
elders zijn dë aanvallen mislukt. De Duit
schers strijden overal ten W. van de oude
Siegfriedstelling.
W a s h i n g t o n, 1 8 S e p t. (R.) De sena
tor Lodge, de republikeinsche leider in den
.Senaat, heeft ten volle Wilsons antwoord
op het Oostenrijksche vredesvoorstel onder
schreven. ïn een rede in den Senaat zeide
hij, dat de korte weigering van den presi
dent een einde zal maken aan een ijdel,
zwak gepraat, dat Duitschland behulpzaam
was De stelling van Amerika is zpo duide
lijk, daj zelfs de centrale mogendheden haar
spoedig zullen beginnen te begrijpen. Het
zal Duitschland, dat ontzaglijk leed heeft ge
bracht over de onschuldige wereld, niet ge
lukken met ons te praten en op ons besluit
af te dingen. Wij zijn van plan het physiek
lot het einde te brengen.
Lodge verklaarde, dat de keizer België
heeft beieedigd met een afzonderlijk vredes
aanbod. Hij prees de erkenning van de
Czecho-Slowaken door Wilson en drong er
op aan nog verder te gaan op dien weg en
ook de Joego-Slaven en de Polen te erken
nen, want de Polen zouden een vredelieven-
den staat in Midden-Europa kunnen vormen,
dié voor altijd Duitschland van Oost-Europa
zou afscheiden. Een vredesbespreking voor
dat de volledige overwinning is bereikt op
Duitschen grond, ^ou.^anduiden, dat de oor
log verloren is en de offers te vergeefs zijn
gebracht. Wij moeten de wereld beveiligen
tegen een volk van bedriegers en wetsschen-
ners, opddt zij in vrede, niet bedreigd en
niet verontrust kunne leven. Daarvoor strij
den wij. Meer zullen wij niet vragen, fnaar
wij zullen nooit minder aannemen.
In het huis van vertegenwoordigers be
tuigde de republikein Fess zijn warme in
stemming met het antwoord van den presi
dent, dat een streep haalt door het streven
van den vijand om door de diplomatie te
winnen wat hij in het veld niet heeft kunnen
winnen.
Teenen, 18 Sept. (Gorr.-bur.) De
Reichspost schrijftDe monarchie heeft
hare nota met het conferentievoorstel na
overleg met de Duitsche regeering in vol
ledige overeenstemming en na levendige ge
dachtenwisseling met deze opgesteld. Het
oogenblik om de nota te verzenden, was
volgens de Duitsche regeering niet ongun
stig gekozen.
P a r ij s, 18 Sept. (R.) De Petit Parisien
verneemt, dat België na raadpleging met
zijne bondgenooten heeft besloten een
Duitsch voorstel tot het sluiten van een af
zonderlijke vrede volstrekt te verwerpen.
Londen, 18 Sept. (R.) Hughes, de
Australische eerste-minister, heeft, te Lon
den over het Oostenrijksche vredesaanbod
sprekend, gezegd: Al wat in Duitschland in
het openbaar werd gezegd, werd ten-behoeve
van de militaire cast£ gezegd. Het volk van
Brittannie en de bondgenootschappelijke lan
den bestaat niet uit gekken. Er is maar één
vrede in aantocht en dat "is een voorgeschre
ven vrede.
Berlijn, 18 Sept. (W. B.) De Nord-
deutsche Allg. Ztg. schrijft in een hoofdarl;
kei: Hoe gering heden reeds de vooruitzich
ten aangaande de onmiddellijke aanneming
van het Oostenrijksch-Hongaarsche voorstel
door As regeeringen der Entente schijnen,
zal men toch goed doen de verdere uitwer
king van den diplomatieken stap der Donau-
monarchie af te wachten. Naar men ver
neemt zullen er vertegenwoordigers der En
tente in Londen bijeenkomen, waarschijnlijk
om over het gemeenschappelijk in te nemen
standpunt te beraadslagen. Daarbij zullen
ongetwijfeld ook argumenten te berde ko
men, die men op rekening moet stellen van
de ongetwijfeld in de vijandelijke landen
aanwezige vredesbehoefte. De kringen in de
Ententelanden, die naar een vrede door ver
gelijk neigen, zullen waarschijnlijk een botte,
onvoorwaardelijke verwerping en een een
voudige erkenning voor de Entente van de
knock-out-politiek als een diplomatieke fout
en een politieke beleediging beschouwen.
Aan den anderen kant zou het de Entente
moeilijk vallen, als zij rekening moet houden
mek die stemming, dat te vereenigen met den
onverholen hoop, dat zij juist nu l\et ver-
overingsdoel nabij is. Of uit dit dilemma
slechts een taktischen uitweg zoekt, die b.v.
van de centrale mogendheden een nieuwe
verklaring eischt, of wel direct besluit den
eenen of den anderen mogelijken weg, be
sliste afwijzing of eerlijke toenadering, te be
treden, moet men afwachten.
Volgens Milaneesche bladen weid kardi
naal Gasparri van zijn verlof naar Rome te
ruggeroepen. Dezelfde bladen verzekeren
echter, dat het Vaticaan de Oostenrijksche
nota niet zal beantwoorden.
Londen, 18 Sept. (R.) De intergeal-
lieerde-arbeidersconferentie werd op den
tweeden dag geopend met een telegram van
Hjalmar Branting, dat de beste wenschen
uitdrukte voor haar werk en de hoop, dat zij
de Internationale zou geven in den vorm van
een bond van vrije volken.
De conferentie heeft heden beraadslaagd
over het rapport, dat zal worden uitgebracht
over de antwoorden van de socialisten der
centrale mogendheden op het memorandum
der oorlogsdoeleinden van de intergealli-
eerde arbeid-ersconferentie te Londen in
Februari 1.1. Het rapport spreekt voldoening
uit over htft antwoord der Bulgaren, Honga
ren en Duitsche socialisten uit Oostenrijk,
doch betuigt er leedwezen over, dat het ant
woord der Duitsche meerderheidssocialisten
een beletsel vormt voor het houden van een
internationale conferentie. Het rapport be
veelt aan, een wei-overwogen antwoord aan
de Duitsche meerderheidssocialisten te zen
den en de andere landen aan te sporen hun
invloed uit te oefenen ten einde een betere
omschrijving van de houding der Duitschers
te erlangen.
B e r 1 ij n, 18 Sept. (W. B.) De Vorwarts
schrijftWanneer de Fransche socialisten
en de Engelsche arbeiderspartij nofch een in
ternationale socialistische conferentie tot
stand kunnen brengen, noch het verwerpen
Donderdag 19 September 1918
dienstaanbiedingen 1—5 regels f 0.50, groote lettert
naai plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan
teer voordecllge bepalingen tot het herhaald advci»
teeren in dit Blad, bi) abonnement. Eene circulaire
bevattende de voorwaarden, wcrdJ <jd aanvraag
toegezonden.
van het Oostenrijksche voorstel kunnen ver^j'
hinderen, dan moet men daaruit opmaken,4
dat zij öf zelf do voortzetting van den oorlog^
willen, öf dat hun invloed op hun regeerin-(
gen gelijk nul is. Na de tot dusver opgedane
ervaringen kan men helaas niet verwachten,
Duitscher tot commandant werd gekozen j
en aangewezen om Petersburg tegen de
Duitschers te „verdedigen"; dat Dqitsche of
ficieren als officieren in het Russische legen
dat de bolshewikische regeering Duitsche
officieren in het geheim als militaire raada*
lieden en verspieders ten aanzien der en
tente-gezantschappen ontving; dat een
dat er door hun invloed een ommekeer in de
houding der Entente zal plaats vinden. Aldus
blijft als eenig actief voor de zaak van den
vrede over, dat er verbittering over het ver
werpen van het Oostenrijksche voorstel bij
de massa der vijandelijke volken is achterge
bleven.
Londen, 1 8 S e p t. (R.) Het heden mor
gen uitgegeven bulletin meldt, dat de pre
mier een uitstekenden nacht heeft gehad en
herstelleiftie is.
W eenen, 17 Sept. (Corr.-bur.) De
Korrespondenz Austria bericht, dat de voor
zitter van de Oostenrijksche delegatie Hau-
ses op uitnoodiging van den minister van
buitenlandsche zaken Burian een bespreking
met dezen heeft gehad over eene najaars-
zftting van de delegatiën. Graaf Burian heeft
zich bereid verklaard de delegaliën tegen 15
October bijeen te roepen.
De leden van de christelijk-sociale ver-
eeniging hebben een bijeenkomst gehouden,
waarin zij de nota van graaf Burian met veel
bijval begroetten en constateerden, dat do
christelijk-sociale partij alles zal aanwenden
om het vredesstreven van de regeering
krachtig te ondersteunen.
Weenen, 18 Sept. (Corr.-Bur.). Bij de
voorstelling van de ambtenaren van het ge
meenschappelijk ministerie van financiën,
alsmede van de Bosnisch-Herzogowinsche
afdeeling van dit ministerie, heeft de ge
meenschappelijke minister van financiën
Spitzmüller eene rede gehouden, waarin hij
bij de bespreking van het nationaliteiten-
vraagstuk erkende, dat de nationale 3spira-
tiën den gronslag vormen van de politieke
besluiten tot het in 't leven roepen van
nieuwe staten, daar de wereldoorlog heeft
getoond, dat het samenleven van de volken
in zekere gedeelten der monarchie op de tot
dusver gevolgde wijze, schadelijk is. Toch'
mag het nationale element niet allo andere
elementen, die voor het staatsleven beslis
send zijn, verstikken.
Bij de .bespreking van de nota van graaf
Burian zeide de minister, dat eenmaal, bij
rustiger beschouwing, dit stuk als een groote
politieke daad der monarchie zal worden
beschouwd. De tegemoetkomende toon der
nota van de zijde van de regeering van
een staat, tegen welks bestaan zulk een
toomelooze agitatie is gevoerd, behoort tot
de merkwaardigste feiten, die de politieke
geschiedenis tot dusver aanwijzen kan. Zulk
een stap kon slechts uitgaan van een monar
chie, die de groote taak om verschillende
volken tot staatkundig leven te vereenigen,
tot dusver met succes jgeft opgelost. Wij
allen zijn van de missie van Oostenrijk-Hon
garije om den volken in het Donau-bekkert
en in het Zuidoosten van Europa een heoht
en rustig bestaan te bieden, volkomen over
tuigd. Wij zijn daarom degenen, die do
■wereld een der gewichtigste waarborgen
voor een duurzamen vrede kunnen bieden,
en wij zullen deze taak vervullen.
B e r 1 ij n, 18 Sept. (W. B.) Het Berliner
Tageblatt verneemt uit parlementaire krin
gen aangaande de kwestie van de vorming
van een coalitie-ministerie, dat de houding
der sociaal-democraten in beginsel niet af
wijzend is. De sociaal-democraten zijn echter
De herfst van ons leven is als de herfst
In de natuurverkleuring van bet groen,
doch vol schoonheid.
Roman
door
Thérèse Hoven
Evenals de Indische dienstjaren voor de
officieren en ambtenaren tellen ze dubbel.
Zij was nog echt een dartel kind, toen ze op
den schijnbaar rusligen 30 Juli 1914, toen t
oorlogsvuur nog smeulde en bijna niemand
bet nog vermoedde, vol gekheid en lachend
aan Hes en Cor Maartens, de stichtsters en
toenmalige bezitsters van '-t Winkeltje,
'ti volgende verhaal deed;
..Weet u. wat ik gehoord heb? Zoo iets
geks. Ze zijn bang voor oorlog en nou wor
den we gemobiliseerd en... er staat een sol
daat op de pier... Ja. heusch, één soldaat op
de pier! Kijk zoo, met een geweer in de hand
en een sabel op zij. En dan komt de vijand,
laten we zeggen, de Engelschen van. den over
kant en de Noren van rechts en de Portugee-
zen van links, met dreadnoughts en
vreeselijk groote slagschepen, van alle kan
ten kómen ze opdagenmisschien nog wel
v n Rusland" en Duitschland, maar die ko-
(inen dan over land. Stel 't u nu goed voor
L'grootc schepen van. den zeekant en enorme
legers van de landzijde en... L i c b Valer-
land kann ruhig sein. In Holland, en
wel in Scheveningon, 9laat één man op de
pierl"
Dat alles schijnt veel langer geleden dan 't
In werkelijkheid is. Er is ook zooyeel gebeurd,
zooveel geleden 1
Maar ,,'t Winkeltje" onder Gijs van
Poeteren heeft er wél bij gevaren.
Eerst was Miel er trotsch op, want hij deed
reuze-prestabies. Waar hij de dingen van daan
haalde, wist Miel niet. maar 't was ontzettend
zooveel verschillende artikelen als hij wist
machtig te worden en waar hij alles bergdc
was een kunst op zichzelf. Want, hoeveel hij
ook verkocht, toch hield hij altijd nog heel
wat over. Behalve, wat hij zelf thuis bracht,
werd1 er ook nog een massa bezorgd cn van
alles...
't Scheen wel of Gijs vooruit kon weten,
wanneer er aan iets gebrek zou komen of
wanneer 't oiltter de. distributie zou vallen,
want even te voren deed hij er aanzienlijke
hoeveelheden van op en waarschuwde hij zijn
goregelde^klanten en dat waren er niet wei
nigen.
Een paar maanden geleden nog, even vóór
de thee- en koffie-kaarten werden ingevoerd,
heeft hij kisten en kisten thee cn balen en
balen koffie opgekocht en wie er maar in den
winkel kwam, heeft hij gewaarschuwd
Ilij heeft dan ook schatten verdiend en ook
met suiker en zeep en erwten en boonen. cn
blikken melk en melkpoeder, eigenlijk met
alles.
Niet alleen uit Duinoord, maar uit heel
den Ilaag komen ze bij hem
't Is nu niet meer 'l Winkeltje, maar
Het S u i k e r-P.a leis! Ten minste zoo
heeft Gijs het herdoopt, toen hij den gevel
heeft laten verbouwen, vroeg in den zomer.
Zij vond T erg blufferig, zelfs O'Weeërig,
maar Gijs was toen al zoo door 't dolle heen,
dat er geen houden aan was.
En dan de Siol-Nicolaas-étalagc
'Och! God, in den tijd van de tantetjes sloe
gen ze een paar pond borstplaat in cn een
stuk of wat doosjes pralines, nog voor geen
Lien gulden bij elkaar, en dan bleven ze nog
met de helft zitten, wat Miel, als kind, heer
lijk vond, want dan mocht zij 't op eten
De beloofde Zondagsche hoed, in geval van
een voordeeligen Sinterklaas, schoot er dan
wel bi; in, maar dat was minder. Ze had dan
loch T pleizier gehad van er zich op te ver
heugen! Wat was ze toen toch gelukkig!
„Zoo, nu lacht u weer."
Miel schrikt door de stem van de ver
pleegster. Ze was zoo zalig aan 't soezen.
„Dot is nu een best oogenbLik om Gijsje zijn
ontbijt le geven. Hij heeft zich, voor een won
der, erg stil gehouden. Ilij dacht zeker als
Moe zoo silckciieurig kijkt, smaakb 't .toch
niet."
Miel zucht., hetgeen een beknorrend hoofd
schudden van zuster ten gevolge heeft.
„Gunst, Mevrouw, u neemt de dingen veel
te zwaar op, dat heb ik u al meer gezegd.
Kom, helpt u den jongen nu. dan zullen wij
eens aan ons ontbijt gaan denken, ik heb
trek, en u?"
„Ik weet 't niet; ik verlang wel naar een
kopje thee!"
„Straks wou ik er u al een geven en toen
sliep u. Je zoudt zeggen; wie slaapt er nu in
den legen woord igen tijd* als je een kopje
thee wordt voorgehouden? U rt>ag wel 'van
geluk spreken, dat meneer zoo veel in huis
heeft.
„Dat is voor de zaak, zuster."
„Nou ja! Tegenwoordig heeft n>e>n er heusch
iyet zooveel voor noodig. Eens in de veertien
dagvn een half onsje per persoon en dat nog
niet eens in huishoudens, waar ze lang niet
elk een kaart krijgen."
Miel constateert bij zich zelf, dat zuster, in
de laatste dagen, erg familiaar cn hebberig
is, een heel verschil bij de eerste dagen, toen
ze zoo deftig cn hoog deed.
Nadat Miel ontbeten heeft, voelt ze zich
lang zoo slap niet meer en ziet ze den toe
stand ook niet zoo somher in.
Ze is zelfs blij als Gijs boven komt.
„Hoe is 't er mee!" vraagt hij vriendelijk.
„Wel iets beter, dank je. Toe ga zitten."
voegt zc er bij. want Gijs heeft de nare ge
woonte om als hij bij haar is, voortdurend te
ijsberen en dat yindt ze vreeselijk.
't Maakt haar zoo duizelig!
Zoo ook nul
Maar hij, dc ware oorzaak van haar vraag
"niet vermoedende, antwoordt ongeduldig:
„Daar heb ilc geen lijd voor. I k heb wel wat
anders te doen dan le luieren...
„Hé, Gijs, ik luier toch niet. Als ik kon,
zou ik heusch wel opstaan."
„Je zoudt -t kunnen probeeren cn van mid
dag in den winkel helpen. Ik had er op gere
kend. dat jij over de bonbons zoudt gaan.
Daar moet je iemand vertrouwds voor heb
ben."
„Als je 't de tantetjes eens vroeg?'*
„Daar heb ik ook al over gedacht. Maar ik
weet r.iel of zc wel vlug genoeg zijn. De win
kel slaat nu in een heel ander tempo dan
teen zij er in waren."
„In den laal9lcn tijd hadden ze 't druk ge
noeg cn heeft, toen tante Cor in Apeldoorn
was, tante lies rich duchtig geweerd."
„Jawel., dat is ook zoo, cn„, dk zei je toch.
dat ik er ook wel over gedacht heb, want
ik heb hulp noodig en zij zouden meer ver
trouwd cn ook goedkoopcr zijn dan vreemde
krachten., maar weet je wat het is? Je krijgt
ze er wel in, maar je krijgt ze er zoo gemak
kelijk niet meer-uil.'*
„Foei Gijs... de tantetjes hebben zich toch
heusch niet opgedrongen en 't was toch haar
zaak."
HOOFDSTUK IV.
Hulp.
Even na de koffie, als de middagdruktc nog
niet is begonnen, komen dc tantes toevallig
aan dribbelen.
Zoo heel toevallig is 't niet, want 't was
een heel iels gisteren, eerst de kraamvisites
en toen 't diner!
Ze weten allebei wel. dat t erg gulzig is
om veel van lekker eten le houden, maar als
je je jaren lang erg beholpen hebt, in d.en
laatslen tijd, doQr de duurte der levensmid
delen, nog meer dan vroeger, dan vind je het
toch wel leuk om eens op diner te gaan.
En 'l was alles prima!
Jongen, jongen, wat zit er een durf in Gijl
en wal moet '1 hem voordeelig gaan om zc&
uit te halen.
Eerst schildpad-soep uit blik, die hebben
ze zelf ook verkocht, vooral in den laatsteri
lijd. dat ze in de zaak waren, toen prachtig*
paling, zoo dik als een arm, zooals vroeger
zeggen was.
,7- - 1 V -t .«J
(Wordt vervolgd-i 'i