£Vnil
„DE EEMLANDER
BUITENLAND
Het Suikes^PaieSs
17e Jasrgang Mo. 99
per pest f 2.30, per week (met gratis verzekering
tegen ongelukken) f 0.15, afzonderlijke nummers
f 0.05. Wckelijksch bijvoegsel »De Hollandsche
Huisvrouw(onder redactie van Thcrèse Hoven)
per 3 maanden 50 cent. VTekelijksch bijvoegsel
*Weréldrevue* per 3 maanden 60 cent.
HOOFDREDACTEUR: M.. D. J VAN SCHAARDENBURG BUREAU: ARNHEMSCHE POORTWAL, HOEK utsschtschestr
UITGEVERS: VALKHOFF Co INTERCOM*!. TELEFOONNUMMER 513
baandag 25 OoJober Ï9!S
dienstaanbiedingen 1—5 «gels 0.5i). groote letters
naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan
zeer voordceligc bepalingen tot het herhaald advcr*
tccrcn in dit Blad, bij abonnement. Eene circulaire
bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Poiiliek Overzicht
Hel pian van den Oosten-
rijkschen statenbond.
n.
Tegen het in het manifest van keizer Ka-
rel aangekondigde plan om Oostenrijk te
vervormen tot een bond van op nationalen
grondslag opgebouwde staten, heeft Honga
rije aanstonds met grooten -nadruk positie
genomen. In eene vergadering van de staat
kundige partij, waarvan hij een der leiders
is, heeft ae minister-president W'ekerle er op
gewezen, dat uit den overgang van Oosten
rijk tot het federalisme eene geheel gewij
zigde verhouding tusschcn Oostenrijk en
Hongarije zal voortvloeien. Hij heeft gezegd:
„Wij kunnen vaststellen, dat wij niet meer
staan tegenover het Oostenrijk, waarmee wij
In het verleden verdragen hebben gesloten.
Of wij dc2e verdragen in de toekomst laten
bestaan of ze als vervallen zullen beschou
wen omdat de gewijzigde toestanden ze heb
ben ontbonden, moet nog worden overwo
gen."
Wanneer dus van Oostenrijksche zijde het
verzoek to: Hongarije komt om te onderhan
delen op den grondslag der vervanging van
'de in Oostenrijk bestaande staatsinrichting
door eene op den grondslag van een bond,
Waarin de bevolkingen naar de nationaliteit
gegroepeerd zijn, dan weet men alvast het
antwoord, dat van Hongarije komen zal.
•Hongarije zal de banden, die het nu met
Oostenrijk verbinden, losmaken en zich ge
heel zelfstandig verklaren. De eenige band,
die blijft, zal zijn de persoonlijke unie, door
dat dc drager van de Oostenrijksche kei
zerskroon tevens is koning van Hongarije.
Maar de eerste vraag, die moet worden be
antwoord, is of er een verzoek zal komen om
op dezen grondslag te onderhandelen. Het
keizerlijke manifest verkondigt het denkbeeld
om de Oostenrijksche staatsinrichting te
veranderen en draagt aan cle regeering op
die verandering ter hand tc nemen in den
zin der oprichting van een statenbond. Maar
'of de verandering zal zijn tot stand te bren
gen, is een andere vraag. Dat hangt af van
"de piede .verhing, die de regeering zal vinden
bij de leiders der in den rijksraad vertegen
woordigde partijen. Die partijen zijn gegroe
peerd naar hunne nationale afstamming. Er
zijn in Oostenrijk, zcoals overal, verschillen
in de politieke richting. Maar het hoofdken
merk voor efe partijschekeering is de natio
naliteit. Men heeft in het huis van afgevaar
digden van den rijksraad een Poolsche club,
Teen Czechische club, een Ukrainische club,
Teen Zuid-Slavische club, een Rumeensche
xrluh, een Haliaansche club. De Duitsche af
gevaardigden ziin in eenige greepen ver
deeld; maar als er nationale kwestiën aan
de orde komen, trekken zij allen ééne lijn.
De sociaal-democraten zijn niet in ééne
groep vereenigd; men heeft Duitsche, Pool
sche en Czeohische sociaal-democraten.
Het rasverschil beheerscht in Oostenrijk
"den politieleen strijd; het is h e t clement,
rlH verdeeldheid teweegbrengt en het psrle-
i7..nt maakt tot een nutteloos onderdeel van
de regeeringsmachine. Sedert tientallen van
jaren is men vruchteloos er mee bezig om
dien strijd in banen te brengen, die een
vruchtbaren arbeid mogelijk zouden malcen.
Maar nooit heeft die strijd een zoo scherpen
vorm gehad als hij in dezen oorlog heeft ge
kregen.
Ffet denkbeeld, dal in het manifest van
den keizer is uitgedrukt, is niet nieuw. Het
is vroeger reeds verkondigd. Eenige weken
geleden is het, door de club van de Duitsch-
Oostemrriksch sociaal-democratische afge
vaardigden neergelegd in een besluit, waar
in wordt gezegd: „De vertegenwoordigers
van de Duitsche arbeiders in Oostenrijk er
kennen het zelfbepalingsrecht van de Slavi
sche en Romaansche natiën van Oostenrijk
en maken aanspraak op hetzelfde recht voor
het Duitsche volk in Oostenrijk. Wij erken
nen het recht van de Slavische natiën, hunne
eigen nationale staten te vormen, maar wij
zen onvoorwaardelijk en voor altijd de on
derwerping van Duitsche gebieden onder
deze nationale staten af. Wij verlangen, dat
alle Duitsche gèbieden van Oostenrijk tot
een Duitsch-Oostenrijkschen staat vereenigd
worden, die zijne betrekkingen tot de andere
natiën van Oostenrijk en tot het Duitsche
rijk naar zijne eigen behoefte zal regelen.
Wij zijn bereid met vertegenwoordigers van
het Czechisohe en het Zuid-Slavische volk
in eene federatie van vrije nationale staats
organismen le onderhandelen. Wanneer de
vertegenwoordigers van de Slavische natiën
deze onderhandelingen afwijzen, dan verkla
ren wij, dat Tiet Duitsche volk in Oostenrijk
zich met alle middelen er tegen zal verzet
ten, dat zijne staatsrechtelijke stelling of de
staatsrechtelijke stelling van een zijner dee-
len over zijne hoofden heen door het staatse
gezag of door het zwaard van een vreemden
veroveraar bepaald wordt. Tegenover iedere
zoodanige poging zal het Duitsche volk van
Oostenrijk zijn onbeperkt zelfbepalingsrecht
eischen en met alle middelen verdedigen."
Dezelfde gedachte, die in dit besluit is
uitgedrukt, vindt men terug in het keizer
lijke manifest. In beiden komt de uitnoodi-
ging voor aan de vertegenwoordigers van
de Slavische partijen om in onderhandeling
te treden over de reorganisatie vön Oosten
rijk in een bond van nationale staten. Het
verschil is slechts, dat nu de regeering van
den keizer de opdracht heeft ontvangen om
de zaak ter hand te nemen. Nu hebben ech
ter de Czechen en de Zuid-Slaven tegenover
den stap van de Duitsche sociaal-democra
ten reeds positie genomen. In eene ge
meenschappelijke verklaring zeggen zij, dat
tusschen hun standpunt en dat van de an-'
dere partij een cardinaa! verschil bestaat.
Het besluit van de Duitsche sociaal-demo
craten gaat er van uit, dat de zaak beperkt
blijft binnen de grenzen van Oostenrijk. De
Czechen en Zuid-Slaven daarentegen willen
eerst souvëreine nationale staten vormen
met vreemde hulp en eerst dan in overleg
treden mei de naburige nationale staten voor
de regeling van de gemeenschappelijke be
langen.
De groote vraag is nu of de Oostenrijk
sche regeering er.m kan slagen dit cardinole
verschil uit den weg je ruimen en de Cze
chen en Zuid-Slaven tot het standpunt be-
keeren, dat de vorming van een bondsstaat
Oostenrijk wordt behandeld als een interne
Oosten rij ksche aangelegenheid. Gelukt dit
haar niet, dan zal de door het manifest van
den keizer ingeleide stap, die den indruk
maakt van een noodschot, blijken te zijn een
misschot.
III
Het oude Oostenrijk heeft in den loop der
eeuwen vele zware schokken do rgemaaki.
Maar nooit heeft het in zoo ernstige mate
gestaan voor de vraag of het de krisis zal
doorstaan, dan in deze dagen, waarin ook de
wereldstrijd voor zijne krisis staat.
Dat de toestand, zooals hij nu is, niet lan
ger houdbaar is, bewijst het keizerlijke mani
fest, dat in de vorige week is uitgevaardigd,
zonneklaar. Het is eene revolutie van boven
af, die in het plan om Oostenrijk te vervor
mer. tot een bond van staten op nationalen
grondslag, wordt aangekondigd. Maar van
onderen op zijn reeds lang de krachten aan
het werk, die er naar streven het staatsge
bouw omver te halen om op zijne puinhoo-
pen een nieuw gebouw ,op te richten naar
hunne wenschen. De groote vraag is nu
Praai niet met uw geluk tegenover iemand
die minder gelukkig is dan gij.
Roman
door
Thérèse Hoven.
28
„Natuurlijk niet. Ik ben geen Paljas, die er
voor betaald v.orilt bm de mcnschen aan 'l
lachen tc maken."
„Om zco'n nijdigen Palja» zouden ze zeker
niet lachen."
„Zoo viiid-ic- mij nijdig? Dat doel "me dan
.toch plcizicr.'
„Dat gaai boven mijn verstand," beweert
Mid.
„Wel, 'i bewijst je nicnsèhenkennis, ik ben
verschrikkelijk boos."
„Toch niet op mij? Ik heb je niets misdaan,
voor zoo ver ik weet."
„Dat zeg ik ook niet, maar ik kan niet vein
zen. Als ik mij dood ongelukkig gevoel, is 't
mij onmogelijk om luchthartig tc schijnen en
lccuwcnbekjes te zetten en tc lachen... ik ben
Mevrouw Thirenc niet...
„Maar Cootjc, wie beweert aal dan? Iloe
kom je er loe?"
„Nou, ze is beneden cn zc flirt met Gijs....
hè, je wordt er wee van, zoo poeslief als dat
oiensch doel."
„Daarover zul-je je toch- niet ongelukkig
makers."-
,,'k Wou nog liever; voor mijn part mogen
ze de Zuiderzee met haar dempen...
„Ik denk niet dat 't veel helpen zou. Bo
vendien, wat kan 'l jou schelen of du Zuider
zee gedempt is of niet?"
„IIc, wat ben jij toch op de letter."
„En wat ben iij vandaag hi oen kolossaal
slecht humeur."
..Daar heb ik ook alle reden loe."
„Vertel me dan wat je hindert; dan kunnen
wij cr eens over praten."
„Daar, kijk zelf., dat hindert me...
En haar handschoen uittrekkende, laat ze
Miel een prachligen ring aan haar vierden
vinger zien, een parel met een slinger bril-
lianten er om heen
Miel trekt de wenkbrauwen op, ten leeken
van verbazing.
„Van je Luit?"
„Nee, dan zou ik natuurlijk niet zoo boos
zijn. 't Is van den Benzine Luitenant en ik
moet met hem trouwen ook en... o! Miel, wal
moet ik toch doen?"
„Als je niet van hem hïekll, had je zijn
ring niet moeten aannemen, maar als je 'm wel
hebt aangenomen, moei je den gever er ook
bij nemen...
„Zie je, daar heb je 't dat is nu precies
't geval. Ik ben dol blij met mijn ring, want
ik vind 'm een beeld en... ik ben bang dat ik
h c m er ook bij moet nemen.'1
„Ilè, Cooljc, wat val je mij tegen," zegl
Miel, ongeduldig.
„Dat zal wel., ik ben een draak... ik kan me
zelf ook niet uitstaan en... och! God, wal moet
er toch met ipe gebeuren?'1
Ze snikt haar leed uit bij haar oudere vrien
din, die heusch niet weet wat met haar le
beginnen.
Ze vindt zich zelf zoo'n stumperig men-
schcnkind en twijfelt aan haar geschiktheid
om een ander tc troosten.
of de regeering in staat zc i zijn met haar om
wentelingsplan de andere 1 evolutionaire
krachten den ïocf af te steken en er in zal
slagen de beweging te leiden in banen, die
aan haar de leiding' verzekeren.
Er is c-en merkwaardig op en neer gaan
geweest in de politieke levensverschijnselen
van Oostenrijk-Hongarije gedurende den
oorlog. De vijanden van de monarchie ziin in
den oorlog gegaan in de meening, dat het
„op invallen staande rijk"- een krachtigen
stoot niet zou kunnen doorstaan. Die ver
wachting is op eene teleurstelling uitgeloo-
pen. Op het oorlogstooneel heeft Oostenrijk,
door Duilschlarrd gesteund, zich krachtig en
met succes kunnen verweren. De Russische
invaller is weer over de grens gejaagd. In het
Balkangebied zijn Montenegro en Servië be
zet en ook Albanië, waar de Italianen tot in
het uiterste Zuiden worden teruggedrongen.
Die toestand is gehandhaafd gebleven tot in
de laatste weken, waarin door den afval ven
Bulgarije aan der^ Balkan een volslagen ver
andering is teweeg gebracht. Tegen Italië
heeft het Oostenrijksche leger in elf slagen
van weergalooze hardnekkigheid de grenslijn
verdedigd. De twaalfde Isonzoslag breidde
zich spoedig uit tot een déböcle voor het
Italiaansche legeiv en sedert is het grootste
gedeelte van het Venetiaonsche gebied be
zet door de Oostenrijksche legers, die hunne
frontlijn hebben aan de Piave.
74aar de vijanden, die aan het oorlogsfront
Oostenrijk geen afbreuk konden doen, heb
ben van een ander acnvnlsterrein met meer
succes gebruik gemaakt. Zij hebben zich van
den bir.nenlondsdhcn strijd in Oostenrijk;
handig bediend om Oostenrijks stelling te
ondermijnen. Zij hebben de ontevredenheid,
die lang bestond onder de Slavische elemen
ten der in vele volksstammen verdeelde be
volking van de monarchie, aangewakkerd en,
zooveel in hun vermogen was, het tegen de
•bestaande inrichting van den Oostenrijk-
schen staat gerichte streven van de leiders
der Slavische beweging gesteund en bevor
derd. Daartegen heeft de Oostenrijksche re
geering tot heden geen tegenwicht van vol
doende sterkte kunnen vormen. De rijksraad,
die in de drie eerste joren van den oorlog
stelselmatig werd uitgeschakeld, bleek, toen
hij eindelijk werd bijeengeroepen, alles eer
der te zijn dan een factor tot vereeniging vnn
de op 't behoud van den staat bedachte ele
menten. In de debatten, die daar worden ge
voerd, komt ieder op voor zijne eigen bijzon
dere wenschen; maar iets wat een weg zou
kunnen aanwijzen orn uit de verwarring te
komen, heeft men-;r niet vernomen.
Nu heeft de keizer zulk een weg aange
geven. 1 Iet keizerlijke manifest draagt aan
de r eg earing op de noodige stappen te doen
orn het oude Oostenrijk te vervormen tot
een bond van staten, die op natior*aien
grondslag zijn opgebouwd, en doet op
de afgevaardigden van den rijksraad
een beroep, om daartoe hunne me
dewerking te vcrleenen. In de rich
ting var> dit plan beweegt zcih een voor
stel van de Duitsch-Ooslenrijkschc sociaal-
democratie, waarnaar ook de andere Duit
sche partijen wel oóren schijnen te hebben.
Maar waarop het aankomt, is of ook de
3nüere partijen dien weg uit willen. Daar
op is de kans zeer gering. De kleine groep
van de Rumeensche afgevaardigden heeft
zich geconstitueerd tot een nationalen raad
in den zin, zooals door het keizermanifest
wórat aangegeven. Van de groote Slavische
partijen kondigt echter het bestuur van de
Zuid-ilavisëhe club aan, dat aan de leden
vergadering zal worden voorgesteld niet in
te gaan op het in het manifest aangegeven
dankbeeld. Van de club der Czechische le
den is bezwaarlijk iets anders te verwach
ten, want het denkbeeld van den staten
bond is met het-door die club als grondslag
van de politieke wijsheid geproclameerde
Bohec-msche staatsrecht slecht te vereeni
gen.
Wat de leiders van die partijen trachten
to bereiken, willen zij niet verwezenlijken
binnen het kader van den Costenriikschen
staat. Zij verwachten, dat vreemde be
moeiing, de bemoeiing van de staten, waar
mee Oostenrijk-Hongarije zich in oorlog
bevindt, hun de verwezenlijking van hunne
wenschen zal brengen. Die staten hebben
hen als machine de guerre tegen Oostenrijk
gebruikt. Zij hebben de in Rusland met
overloopers en in krijgsgevangenschap ge
raakte soldaten van het Oostenrijksche le
ger als kern gevormde Czecho-Slowakische
strijdmacht erkend als eene gewapende
macht, waaraan de rechten van een oor
logvoerende toekomen. Zij hebben een uit
Czechische uitgewekenen in Parijs samen-
gestelden Czeoho-Slowakischen raad erkend
als de feitelijke regeering van een uit het
lichaam van Oostenrijk-Hongarije te snij
den nieuwen staat. Van welken geest die
raad bezield is, blijkt uit het stuk, dal hij
heeft uitgevaardigd, waarin de Czecho-Slo-
wakische natie onafhankelijk verklaard
wordt en de Habsburgs afgezworen werden.
Het streven van deze leiders ontvangt
een nieuwen steun in het antwoord van
Wilson op de vredesnota van graaf Burian
van 4 October, cfat eergister is verzonden.
Dat aanbod verklaart de bereidverklaring
der O.-H. regeering om op den grondslag
van Wilson's congresboodschap van 8 Ja
nuari aan de volken van Oostenrijk-Hon
garije autonomie te verleenen, voor onvol
doende. De gebeurtenissen zijn sedert 8
Januari hun g'ang gegaan, en daarom heeft
de president nu geen vrijheid meer om een
bloote zelfstandigheid van deze volken als
vredesgrondslag aan le nemenhij ver
klaart verplicht te zijn er op aan te dringen,
dat „zij en hij beoordeelaars zullen zijn,
welke handelingen van de zijde der O.-H.
regeering hunne begeerten en hunne op
vatting van hunne rechten cn bestemming
als leden van de familie der natiën zullen
bevredigen."
Zoo blijft men staan voor de groote vraag
wat de toekomst van Oostenrijk-Hongarije
zal zijn. Die toekomst is geheel onzeker.
Maar dit schijnt wel zeker le ziin, dat het
noodschot van het keizermanifest een mis
schot zal blijken.
Do oorSog,
Het Duitsche antwoord op Wilson's nota
van 14 October, waarvan de publicatie Za
terdagnamiddag werd verwacht, is nog niet
bekend gemaakt. In ieder geval za! echter
morgen het volle licht schijnen over Duitsch-
lands houding tegenover dit stuk. In het be
gin van de zitting van den rijksdag, die mor
gen om twee uur in den namiddag zal wor
den geopend, zal de rijkskanselier het woord
nemen en aan zijne verklaring zal zich een
groot debat aansluiten.
Reuter deelt onder voorbehoud mede, dat
als het Duitsche antwoord onbevredigend is
en blijkt, dat de in Berlijn ingeslagen rich
ting voor de Entente onaannemelijk is. Oos
tenrijk en Turkije overleg zullen plegen om
tot een onafhankelijke actie te geraken.
Het antwoord is bekend geworden van
president Wilson op de vredesnota van Oos
tenrijk-Hongarije van 4 October. Daarin
wordt te kennen gegeven, dat de bereidver
klaring om, op den grondslag van den in
punt 10 van Wilson's programma van 3
Jan. gestelden eisoh om aan de volken van
Oostenrijk-Hongarije autonomie te verzeke
ren, niet voldoende is. Die volken en Wil
son zelf zullen moeten heoordeelen of de
handelingen van do O.-H. regeering hunne
begeorien en hunne opvatting van hunnd
rechten en bestemming als leden van t!o
familie der natiën zullen bevredigen. Met
andere woorden: Oostenrijk-Hongarije zal
niet baas zijn in zijn eigen huis, maar zal
moeten toelaten, dat Wilson beoordeelt, of-
de autonomie, die aan de op het Oostenrii'.-
sche en Hongaarsche gebied wonende volks
stammen wordt verleend, inderdaad hen z
bevredigen.
In de Fransche Kamer hebben c'c voor
zitter Deschanel en de mie.ister-presidet
Clemencenu in van geestdrift tintelende
woorden de gevoelens vertolkt, waarmee de
bevrijding van Rijssel en de andere steden
in Noord-Frankrijk en Vlaanderen, die in
het bezit van de geallieerden zijn overge
gaan, in Frankrijk is begroef.
Graaf Tisza, oud-minister-president in
Hongarije en thans nog leider van de meer
derheid in het huis van afgevaardigden v?:\
den rijksdag, heeft verklaard, dat eerlijk
moet worden erkend, dat de oorlog: verloren
is voor de centrale mogendheden. Verloren
in dien zin, dat zij geen hoop meer hebben
den oorlog te winnen. Fir meet daarom wor
den gestreefd naar het einde van den oorlog
onder voorwaarden, die in de bestaande om
standigheden kunnen worden aangenomen.
Daarom kan hij niet anderS den goedkeuren,
dat Oostenrijk-Hongarije in overleg met
Duitschland, den vrede op den grondslag
van Wilsons's programma heeft aangebo
den.
De onafhankelijkverkldring van de Czetho-
Slowakische natie is te Parijs door d?n
Czecho-Slowakischen nationalen raad uitge
sproken. Aan Wilson is een stuk overhan
digd, dat de afzwering van de Habsburgs in
houdt.
De Fransche regeering heeft op de kennis
geving, dat in Parijs een Czficho-SIowakischo
regeering is gevormd, die diplomatieke ver
tegenwoordigers heeft benoemd in de hoofd
steden van de geallieerden, geantwoord met
de verklaring, dat die regeering door haar
wordt erkend.
Het Belgische leger heeft op den linker
vleugel de Necieriandscho grens bereikt en
staat op den rechter vleugel in Aeltre, hal
verwege tusschen Brugge en Gent. De
Vlaamsche kust is geheel van Duitschers be
vrijd, evenals geheel West-Vlaandèr en
Ten N.O. van Kortrijk zijn de Entente-
legers over de Lys>gegaan, ten Z. van deze
stad is de straatweg Kortrijk—Doornik be
reikt.
Op het Oise-front ziin de Duiischers vat'
ledig teruggeworpen ten O. van de rivier.
Volgens een bericht van Reuter uit Ma
drid, heeft de Spoansche regeering.officieel
bericht ontvangen van de Duitsche regoo—
ring, dat de admiraliteit de duikbootetv heeft
bevolen onmiddellijk naar hunne basis te
rug te keeren.
De nieuwe koers in Duitschland zal ook in
Mecklenburg doorwerken, dat thans eene
staatsregeling heeft, die dagteekent van
1755. Bij den landdag, die binnen kort zal
samenkomen, zal de regeering een nieuw
grondwetsontwerp indienen, dat zich baseert
op het algemeen kiesrecht.
Graaf Karolvi, de leider vnn de onafhan*
kelijkheidspartij in Hongarije, heeft bij het
huis van afgevaardigden een voorstel inge
diend over de scheiding tusschen Oostenrijk
en Hongarije op economisch, militair en bui-
tenlandsch politiek gebied.
Ze heeft niet eens moed en kracht oin haar
eigen verdriet cn teleurstellingen tc dragen
of naar 'bchooren te verwerken, hoe kan cr
dan van haar iets uitgaan?
Diep medelijden heelt ze met Cootjc en toch
ïs ze ook wel Wol boos op haar.
„Wil ik je eens wat zeggen?" begint zc
streng. „Ik vind je een echte prul."
„Jc kunt me niet erger uitschelden dan ik
'l me zei! doe," brengt Cootjc cr, met veel
moeite, uit.
„Dal geeft niets; je moet flink zijn on han
delen. Als y van cèn man houdt, dan is '1
schande om jc met een ander te cngagecren."
,Zoo ver is 'l nog niet."
„En jc draagt zijn ring?"
„Bij wijze van proef, heusch waar. Gisteren
ochtend kreeg ik "in, nou... en toen was ik er
oventjes blij mee en paste 'ra aan en., bedank
te cr voor...
„Brachthij ïn dan zelf?"
„Nee, gelukkig niet, want dan had hij er
natuurlijk een zoen voor moeten hebben. Ik
deed 'i per telcphoon, praktisch en modern!
En toén vroeg hij wat mijn lievelingsbloemen
waren... en ook of ik 's middags mei hem uit
wou gaan, afternoonon. bij Bakker?
„En ik zei dat ik 't meest van boterbloemen
hield...
„Maar Cootjc."
„Ja, gut, ik was in een dolle bui en ik zei
ook dat ik zorgen zou om half vier op dc
Plaats le zijn...
„En heb-jc t gedaan?"
„Natuurlijk, ik ben een eerlijk kind...
„Dus ben jelui samen uit geweest-, met je
beidjes?"
„Toevallig niet, want zus Veering was cr
bij. Ik had haar mee gevraagd. Wc zijn
tegenwoordig nog al dik samen.'1
„Ik dacht dat jc niet erg op haar gesteld
was?
„Nee dal was ik ook niet, maar zc zit in
'l zelfde schuitje als ik..."
„En nu varen jelui samen?"
Cootje lacht! Zooals ze van zich zelf getuigt,
ze kan nooit lang ernstig blijven en 't ;s dan
ook geheel op haar ouden prcttoon, dat ze
van haar officieuse cngagenicuts-wahfleliiuy
vertelt
„Jc ha dl 't moeien zier., eerst zijn reuzen-
teleurstelling, een gezicht zoo lang als lijn 3,
cn toen langzamerhand draaide hij bij. Zus
was gewon ccr. schat, haar gewicht aan goud
waard. u auv dal ze zoo dun is. Ondervoe
ding Zn hebben hel bij haar thuis rcuzc-
séhV A Zo zegt, dat ze altijd honger heeft.
In een nblïk was al 'l lekkers, dat wij van
de cker-bcdecling hadden gekregen, cr in
De Luit is geen snoeper naar hij beweert,
Mans wel, die is net zco dol op een choco-
laadju als ik... juist leuk!
Coolje slaakt oven een zucht aan het adres
van haar leuken Ilans, die dol op c-en choco-
laadje is, cn gaat dan verder.
„Nu, je begrijpt, ik wilde niet tc veel toe
happen!"
Waarop ze 't uitschatcrlt „Een goeie mop,
'zeg?"
„Ilè, nee, Coolje."
„IIcb-je. ook zoo'n hekel aan dat eeuwige
zeg? Nu, ik ook. Zus gebruikt t elk oogen-
biik. De Luit scheen er plcizicr in te hebben,
gauw tevreden. Trouwens, hij bewonderde
haar reusachtig en toen ze geen kruimeltje
snoepbaars meer had overgelaten, bestelde
hij, expres voor haar, nog een tweede bezenA
ding, zoo'n O-WeeerJ"
En smulde jij ook niet mee?
„Natuurlijk niet. t Kostte mij wei moeite!
Maar... hcuscb, Miel, je zoudl mc niet kennen;
als je mc met hem samen zag. Ik ber. zoo cor
rect en zoo saai! Daar heb je geen idee van.
Ik doe mc zoo onvoorilceüg mogelijk voor.
Als ik het kon volhouden, zou ik een schccvc
lip trekken nel alsof ik een stille beroerte had
gehad...
„Maar Ccolje, wal ben jc toch een gek
kind."'
„Als u cr zoo over der.kt, Mevrouw Emilia
an Poeieren, geboren Maarlcns, bewijst dat.
enkel uw verregaande stompzinnigheid of,
om 'l duidelijker in de gewone huis- of spreek
taal uit le drukken... <Jal je cr niks van snaptl
„Ik doe mij zoo onvoordeelig mogelijk voor;
enkel in de hoop, dat hij van mij af zal zien...
daarom schuif ik er Zus Veering voor, die
vliegt cr heerlijk in en dc Luit ook, dal zul
je zien. Dal is nu mijn laktick!'1
„Maar, dat is toch heel lcelijk, vooral van
datmeisje Veering, zc Is tcch geëngageerd^
met meneer van Rees...
„Met Frans, bcdocl-je? Nee dal is af, hoor.'-
„ÏIoc is d.Jl zoo gekomen?"
„Wel, ook al door de Russen, Zijn ouderï
hebben ook een klap gehad... en de Veering»
hebben geen s o u en toen heeft Ma van Rees/
naar wijf, 't afgemaakt. Ze heeft Zus ge\voonr
bij zich laten komen. Nou, die was in de wol
ken; zc werd:er vroeger nooit aan huis ge
vraagd cn daar kreeg ze mc een poezig briefje*.4
Tan zijn Ma. Zij aan 't luchlkasleclen bou
wen. Ik kwam haar net legen, toen ze er
naar loe ging. Zc was vrccsclijk hoog hu haar.
wapen, dacht niet anders, dan dal 't er nu
door zou gaan en pakte verschrikkelijk uit.'
Ik was er niet zoo gerust op, want ik heb S\
uiel op Ma van Rees...
(Wordt vervolgd.)