£Vnil „DE EEMLANDER BUITENLAND Het Suikes^PaieSs 17e Jasrgang Mo. 99 per pest f 2.30, per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) f 0.15, afzonderlijke nummers f 0.05. Wckelijksch bijvoegsel »De Hollandsche Huisvrouw(onder redactie van Thcrèse Hoven) per 3 maanden 50 cent. VTekelijksch bijvoegsel *Weréldrevue* per 3 maanden 60 cent. HOOFDREDACTEUR: M.. D. J VAN SCHAARDENBURG BUREAU: ARNHEMSCHE POORTWAL, HOEK utsschtschestr UITGEVERS: VALKHOFF Co INTERCOM*!. TELEFOONNUMMER 513 baandag 25 OoJober Ï9!S dienstaanbiedingen 1—5 «gels 0.5i). groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordceligc bepalingen tot het herhaald advcr* tccrcn in dit Blad, bij abonnement. Eene circulaire bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Poiiliek Overzicht Hel pian van den Oosten- rijkschen statenbond. n. Tegen het in het manifest van keizer Ka- rel aangekondigde plan om Oostenrijk te vervormen tot een bond van op nationalen grondslag opgebouwde staten, heeft Honga rije aanstonds met grooten -nadruk positie genomen. In eene vergadering van de staat kundige partij, waarvan hij een der leiders is, heeft ae minister-president W'ekerle er op gewezen, dat uit den overgang van Oosten rijk tot het federalisme eene geheel gewij zigde verhouding tusschcn Oostenrijk en Hongarije zal voortvloeien. Hij heeft gezegd: „Wij kunnen vaststellen, dat wij niet meer staan tegenover het Oostenrijk, waarmee wij In het verleden verdragen hebben gesloten. Of wij dc2e verdragen in de toekomst laten bestaan of ze als vervallen zullen beschou wen omdat de gewijzigde toestanden ze heb ben ontbonden, moet nog worden overwo gen." Wanneer dus van Oostenrijksche zijde het verzoek to: Hongarije komt om te onderhan delen op den grondslag der vervanging van 'de in Oostenrijk bestaande staatsinrichting door eene op den grondslag van een bond, Waarin de bevolkingen naar de nationaliteit gegroepeerd zijn, dan weet men alvast het antwoord, dat van Hongarije komen zal. •Hongarije zal de banden, die het nu met Oostenrijk verbinden, losmaken en zich ge heel zelfstandig verklaren. De eenige band, die blijft, zal zijn de persoonlijke unie, door dat dc drager van de Oostenrijksche kei zerskroon tevens is koning van Hongarije. Maar de eerste vraag, die moet worden be antwoord, is of er een verzoek zal komen om op dezen grondslag te onderhandelen. Het keizerlijke manifest verkondigt het denkbeeld om de Oostenrijksche staatsinrichting te veranderen en draagt aan cle regeering op die verandering ter hand tc nemen in den zin der oprichting van een statenbond. Maar 'of de verandering zal zijn tot stand te bren gen, is een andere vraag. Dat hangt af van "de piede .verhing, die de regeering zal vinden bij de leiders der in den rijksraad vertegen woordigde partijen. Die partijen zijn gegroe peerd naar hunne nationale afstamming. Er zijn in Oostenrijk, zcoals overal, verschillen in de politieke richting. Maar het hoofdken merk voor efe partijschekeering is de natio naliteit. Men heeft in het huis van afgevaar digden van den rijksraad een Poolsche club, Teen Czechische club, een Ukrainische club, Teen Zuid-Slavische club, een Rumeensche xrluh, een Haliaansche club. De Duitsche af gevaardigden ziin in eenige greepen ver deeld; maar als er nationale kwestiën aan de orde komen, trekken zij allen ééne lijn. De sociaal-democraten zijn niet in ééne groep vereenigd; men heeft Duitsche, Pool sche en Czeohische sociaal-democraten. Het rasverschil beheerscht in Oostenrijk "den politieleen strijd; het is h e t clement, rlH verdeeldheid teweegbrengt en het psrle- i7..nt maakt tot een nutteloos onderdeel van de regeeringsmachine. Sedert tientallen van jaren is men vruchteloos er mee bezig om dien strijd in banen te brengen, die een vruchtbaren arbeid mogelijk zouden malcen. Maar nooit heeft die strijd een zoo scherpen vorm gehad als hij in dezen oorlog heeft ge kregen. Ffet denkbeeld, dal in het manifest van den keizer is uitgedrukt, is niet nieuw. Het is vroeger reeds verkondigd. Eenige weken geleden is het, door de club van de Duitsch- Oostemrriksch sociaal-democratische afge vaardigden neergelegd in een besluit, waar in wordt gezegd: „De vertegenwoordigers van de Duitsche arbeiders in Oostenrijk er kennen het zelfbepalingsrecht van de Slavi sche en Romaansche natiën van Oostenrijk en maken aanspraak op hetzelfde recht voor het Duitsche volk in Oostenrijk. Wij erken nen het recht van de Slavische natiën, hunne eigen nationale staten te vormen, maar wij zen onvoorwaardelijk en voor altijd de on derwerping van Duitsche gebieden onder deze nationale staten af. Wij verlangen, dat alle Duitsche gèbieden van Oostenrijk tot een Duitsch-Oostenrijkschen staat vereenigd worden, die zijne betrekkingen tot de andere natiën van Oostenrijk en tot het Duitsche rijk naar zijne eigen behoefte zal regelen. Wij zijn bereid met vertegenwoordigers van het Czechisohe en het Zuid-Slavische volk in eene federatie van vrije nationale staats organismen le onderhandelen. Wanneer de vertegenwoordigers van de Slavische natiën deze onderhandelingen afwijzen, dan verkla ren wij, dat Tiet Duitsche volk in Oostenrijk zich met alle middelen er tegen zal verzet ten, dat zijne staatsrechtelijke stelling of de staatsrechtelijke stelling van een zijner dee- len over zijne hoofden heen door het staatse gezag of door het zwaard van een vreemden veroveraar bepaald wordt. Tegenover iedere zoodanige poging zal het Duitsche volk van Oostenrijk zijn onbeperkt zelfbepalingsrecht eischen en met alle middelen verdedigen." Dezelfde gedachte, die in dit besluit is uitgedrukt, vindt men terug in het keizer lijke manifest. In beiden komt de uitnoodi- ging voor aan de vertegenwoordigers van de Slavische partijen om in onderhandeling te treden over de reorganisatie vön Oosten rijk in een bond van nationale staten. Het verschil is slechts, dat nu de regeering van den keizer de opdracht heeft ontvangen om de zaak ter hand te nemen. Nu hebben ech ter de Czechen en de Zuid-Slaven tegenover den stap van de Duitsche sociaal-democra ten reeds positie genomen. In eene ge meenschappelijke verklaring zeggen zij, dat tusschen hun standpunt en dat van de an-' dere partij een cardinaa! verschil bestaat. Het besluit van de Duitsche sociaal-demo craten gaat er van uit, dat de zaak beperkt blijft binnen de grenzen van Oostenrijk. De Czechen en Zuid-Slaven daarentegen willen eerst souvëreine nationale staten vormen met vreemde hulp en eerst dan in overleg treden mei de naburige nationale staten voor de regeling van de gemeenschappelijke be langen. De groote vraag is nu of de Oostenrijk sche regeering er.m kan slagen dit cardinole verschil uit den weg je ruimen en de Cze chen en Zuid-Slaven tot het standpunt be- keeren, dat de vorming van een bondsstaat Oostenrijk wordt behandeld als een interne Oosten rij ksche aangelegenheid. Gelukt dit haar niet, dan zal de door het manifest van den keizer ingeleide stap, die den indruk maakt van een noodschot, blijken te zijn een misschot. III Het oude Oostenrijk heeft in den loop der eeuwen vele zware schokken do rgemaaki. Maar nooit heeft het in zoo ernstige mate gestaan voor de vraag of het de krisis zal doorstaan, dan in deze dagen, waarin ook de wereldstrijd voor zijne krisis staat. Dat de toestand, zooals hij nu is, niet lan ger houdbaar is, bewijst het keizerlijke mani fest, dat in de vorige week is uitgevaardigd, zonneklaar. Het is eene revolutie van boven af, die in het plan om Oostenrijk te vervor mer. tot een bond van staten op nationalen grondslag, wordt aangekondigd. Maar van onderen op zijn reeds lang de krachten aan het werk, die er naar streven het staatsge bouw omver te halen om op zijne puinhoo- pen een nieuw gebouw ,op te richten naar hunne wenschen. De groote vraag is nu Praai niet met uw geluk tegenover iemand die minder gelukkig is dan gij. Roman door Thérèse Hoven. 28 „Natuurlijk niet. Ik ben geen Paljas, die er voor betaald v.orilt bm de mcnschen aan 'l lachen tc maken." „Om zco'n nijdigen Palja» zouden ze zeker niet lachen." „Zoo viiid-ic- mij nijdig? Dat doel "me dan .toch plcizicr.' „Dat gaai boven mijn verstand," beweert Mid. „Wel, 'i bewijst je nicnsèhenkennis, ik ben verschrikkelijk boos." „Toch niet op mij? Ik heb je niets misdaan, voor zoo ver ik weet." „Dat zeg ik ook niet, maar ik kan niet vein zen. Als ik mij dood ongelukkig gevoel, is 't mij onmogelijk om luchthartig tc schijnen en lccuwcnbekjes te zetten en tc lachen... ik ben Mevrouw Thirenc niet... „Maar Cootjc, wie beweert aal dan? Iloe kom je er loe?" „Nou, ze is beneden cn zc flirt met Gijs.... hè, je wordt er wee van, zoo poeslief als dat oiensch doel." „Daarover zul-je je toch- niet ongelukkig makers."- ,,'k Wou nog liever; voor mijn part mogen ze de Zuiderzee met haar dempen... „Ik denk niet dat 't veel helpen zou. Bo vendien, wat kan 'l jou schelen of du Zuider zee gedempt is of niet?" „IIc, wat ben jij toch op de letter." „En wat ben iij vandaag hi oen kolossaal slecht humeur." ..Daar heb ik ook alle reden loe." „Vertel me dan wat je hindert; dan kunnen wij cr eens over praten." „Daar, kijk zelf., dat hindert me... En haar handschoen uittrekkende, laat ze Miel een prachligen ring aan haar vierden vinger zien, een parel met een slinger bril- lianten er om heen Miel trekt de wenkbrauwen op, ten leeken van verbazing. „Van je Luit?" „Nee, dan zou ik natuurlijk niet zoo boos zijn. 't Is van den Benzine Luitenant en ik moet met hem trouwen ook en... o! Miel, wal moet ik toch doen?" „Als je niet van hem hïekll, had je zijn ring niet moeten aannemen, maar als je 'm wel hebt aangenomen, moei je den gever er ook bij nemen... „Zie je, daar heb je 't dat is nu precies 't geval. Ik ben dol blij met mijn ring, want ik vind 'm een beeld en... ik ben bang dat ik h c m er ook bij moet nemen.'1 „Ilè, Cooljc, wat val je mij tegen," zegl Miel, ongeduldig. „Dat zal wel., ik ben een draak... ik kan me zelf ook niet uitstaan en... och! God, wal moet er toch met ipe gebeuren?'1 Ze snikt haar leed uit bij haar oudere vrien din, die heusch niet weet wat met haar le beginnen. Ze vindt zich zelf zoo'n stumperig men- schcnkind en twijfelt aan haar geschiktheid om een ander tc troosten. of de regeering in staat zc i zijn met haar om wentelingsplan de andere 1 evolutionaire krachten den ïocf af te steken en er in zal slagen de beweging te leiden in banen, die aan haar de leiding' verzekeren. Er is c-en merkwaardig op en neer gaan geweest in de politieke levensverschijnselen van Oostenrijk-Hongarije gedurende den oorlog. De vijanden van de monarchie ziin in den oorlog gegaan in de meening, dat het „op invallen staande rijk"- een krachtigen stoot niet zou kunnen doorstaan. Die ver wachting is op eene teleurstelling uitgeloo- pen. Op het oorlogstooneel heeft Oostenrijk, door Duilschlarrd gesteund, zich krachtig en met succes kunnen verweren. De Russische invaller is weer over de grens gejaagd. In het Balkangebied zijn Montenegro en Servië be zet en ook Albanië, waar de Italianen tot in het uiterste Zuiden worden teruggedrongen. Die toestand is gehandhaafd gebleven tot in de laatste weken, waarin door den afval ven Bulgarije aan der^ Balkan een volslagen ver andering is teweeg gebracht. Tegen Italië heeft het Oostenrijksche leger in elf slagen van weergalooze hardnekkigheid de grenslijn verdedigd. De twaalfde Isonzoslag breidde zich spoedig uit tot een déböcle voor het Italiaansche legeiv en sedert is het grootste gedeelte van het Venetiaonsche gebied be zet door de Oostenrijksche legers, die hunne frontlijn hebben aan de Piave. 74aar de vijanden, die aan het oorlogsfront Oostenrijk geen afbreuk konden doen, heb ben van een ander acnvnlsterrein met meer succes gebruik gemaakt. Zij hebben zich van den bir.nenlondsdhcn strijd in Oostenrijk; handig bediend om Oostenrijks stelling te ondermijnen. Zij hebben de ontevredenheid, die lang bestond onder de Slavische elemen ten der in vele volksstammen verdeelde be volking van de monarchie, aangewakkerd en, zooveel in hun vermogen was, het tegen de •bestaande inrichting van den Oostenrijk- schen staat gerichte streven van de leiders der Slavische beweging gesteund en bevor derd. Daartegen heeft de Oostenrijksche re geering tot heden geen tegenwicht van vol doende sterkte kunnen vormen. De rijksraad, die in de drie eerste joren van den oorlog stelselmatig werd uitgeschakeld, bleek, toen hij eindelijk werd bijeengeroepen, alles eer der te zijn dan een factor tot vereeniging vnn de op 't behoud van den staat bedachte ele menten. In de debatten, die daar worden ge voerd, komt ieder op voor zijne eigen bijzon dere wenschen; maar iets wat een weg zou kunnen aanwijzen orn uit de verwarring te komen, heeft men-;r niet vernomen. Nu heeft de keizer zulk een weg aange geven. 1 Iet keizerlijke manifest draagt aan de r eg earing op de noodige stappen te doen orn het oude Oostenrijk te vervormen tot een bond van staten, die op natior*aien grondslag zijn opgebouwd, en doet op de afgevaardigden van den rijksraad een beroep, om daartoe hunne me dewerking te vcrleenen. In de rich ting var> dit plan beweegt zcih een voor stel van de Duitsch-Ooslenrijkschc sociaal- democratie, waarnaar ook de andere Duit sche partijen wel oóren schijnen te hebben. Maar waarop het aankomt, is of ook de 3nüere partijen dien weg uit willen. Daar op is de kans zeer gering. De kleine groep van de Rumeensche afgevaardigden heeft zich geconstitueerd tot een nationalen raad in den zin, zooals door het keizermanifest wórat aangegeven. Van de groote Slavische partijen kondigt echter het bestuur van de Zuid-ilavisëhe club aan, dat aan de leden vergadering zal worden voorgesteld niet in te gaan op het in het manifest aangegeven dankbeeld. Van de club der Czechische le den is bezwaarlijk iets anders te verwach ten, want het denkbeeld van den staten bond is met het-door die club als grondslag van de politieke wijsheid geproclameerde Bohec-msche staatsrecht slecht te vereeni gen. Wat de leiders van die partijen trachten to bereiken, willen zij niet verwezenlijken binnen het kader van den Costenriikschen staat. Zij verwachten, dat vreemde be moeiing, de bemoeiing van de staten, waar mee Oostenrijk-Hongarije zich in oorlog bevindt, hun de verwezenlijking van hunne wenschen zal brengen. Die staten hebben hen als machine de guerre tegen Oostenrijk gebruikt. Zij hebben de in Rusland met overloopers en in krijgsgevangenschap ge raakte soldaten van het Oostenrijksche le ger als kern gevormde Czecho-Slowakische strijdmacht erkend als eene gewapende macht, waaraan de rechten van een oor logvoerende toekomen. Zij hebben een uit Czechische uitgewekenen in Parijs samen- gestelden Czeoho-Slowakischen raad erkend als de feitelijke regeering van een uit het lichaam van Oostenrijk-Hongarije te snij den nieuwen staat. Van welken geest die raad bezield is, blijkt uit het stuk, dal hij heeft uitgevaardigd, waarin de Czecho-Slo- wakische natie onafhankelijk verklaard wordt en de Habsburgs afgezworen werden. Het streven van deze leiders ontvangt een nieuwen steun in het antwoord van Wilson op de vredesnota van graaf Burian van 4 October, cfat eergister is verzonden. Dat aanbod verklaart de bereidverklaring der O.-H. regeering om op den grondslag van Wilson's congresboodschap van 8 Ja nuari aan de volken van Oostenrijk-Hon garije autonomie te verleenen, voor onvol doende. De gebeurtenissen zijn sedert 8 Januari hun g'ang gegaan, en daarom heeft de president nu geen vrijheid meer om een bloote zelfstandigheid van deze volken als vredesgrondslag aan le nemenhij ver klaart verplicht te zijn er op aan te dringen, dat „zij en hij beoordeelaars zullen zijn, welke handelingen van de zijde der O.-H. regeering hunne begeerten en hunne op vatting van hunne rechten cn bestemming als leden van de familie der natiën zullen bevredigen." Zoo blijft men staan voor de groote vraag wat de toekomst van Oostenrijk-Hongarije zal zijn. Die toekomst is geheel onzeker. Maar dit schijnt wel zeker le ziin, dat het noodschot van het keizermanifest een mis schot zal blijken. Do oorSog, Het Duitsche antwoord op Wilson's nota van 14 October, waarvan de publicatie Za terdagnamiddag werd verwacht, is nog niet bekend gemaakt. In ieder geval za! echter morgen het volle licht schijnen over Duitsch- lands houding tegenover dit stuk. In het be gin van de zitting van den rijksdag, die mor gen om twee uur in den namiddag zal wor den geopend, zal de rijkskanselier het woord nemen en aan zijne verklaring zal zich een groot debat aansluiten. Reuter deelt onder voorbehoud mede, dat als het Duitsche antwoord onbevredigend is en blijkt, dat de in Berlijn ingeslagen rich ting voor de Entente onaannemelijk is. Oos tenrijk en Turkije overleg zullen plegen om tot een onafhankelijke actie te geraken. Het antwoord is bekend geworden van president Wilson op de vredesnota van Oos tenrijk-Hongarije van 4 October. Daarin wordt te kennen gegeven, dat de bereidver klaring om, op den grondslag van den in punt 10 van Wilson's programma van 3 Jan. gestelden eisoh om aan de volken van Oostenrijk-Hongarije autonomie te verzeke ren, niet voldoende is. Die volken en Wil son zelf zullen moeten heoordeelen of de handelingen van do O.-H. regeering hunne begeorien en hunne opvatting van hunnd rechten en bestemming als leden van t!o familie der natiën zullen bevredigen. Met andere woorden: Oostenrijk-Hongarije zal niet baas zijn in zijn eigen huis, maar zal moeten toelaten, dat Wilson beoordeelt, of- de autonomie, die aan de op het Oostenrii'.- sche en Hongaarsche gebied wonende volks stammen wordt verleend, inderdaad hen z bevredigen. In de Fransche Kamer hebben c'c voor zitter Deschanel en de mie.ister-presidet Clemencenu in van geestdrift tintelende woorden de gevoelens vertolkt, waarmee de bevrijding van Rijssel en de andere steden in Noord-Frankrijk en Vlaanderen, die in het bezit van de geallieerden zijn overge gaan, in Frankrijk is begroef. Graaf Tisza, oud-minister-president in Hongarije en thans nog leider van de meer derheid in het huis van afgevaardigden v?:\ den rijksdag, heeft verklaard, dat eerlijk moet worden erkend, dat de oorlog: verloren is voor de centrale mogendheden. Verloren in dien zin, dat zij geen hoop meer hebben den oorlog te winnen. Fir meet daarom wor den gestreefd naar het einde van den oorlog onder voorwaarden, die in de bestaande om standigheden kunnen worden aangenomen. Daarom kan hij niet anderS den goedkeuren, dat Oostenrijk-Hongarije in overleg met Duitschland, den vrede op den grondslag van Wilsons's programma heeft aangebo den. De onafhankelijkverkldring van de Czetho- Slowakische natie is te Parijs door d?n Czecho-Slowakischen nationalen raad uitge sproken. Aan Wilson is een stuk overhan digd, dat de afzwering van de Habsburgs in houdt. De Fransche regeering heeft op de kennis geving, dat in Parijs een Czficho-SIowakischo regeering is gevormd, die diplomatieke ver tegenwoordigers heeft benoemd in de hoofd steden van de geallieerden, geantwoord met de verklaring, dat die regeering door haar wordt erkend. Het Belgische leger heeft op den linker vleugel de Necieriandscho grens bereikt en staat op den rechter vleugel in Aeltre, hal verwege tusschen Brugge en Gent. De Vlaamsche kust is geheel van Duitschers be vrijd, evenals geheel West-Vlaandèr en Ten N.O. van Kortrijk zijn de Entente- legers over de Lys>gegaan, ten Z. van deze stad is de straatweg Kortrijk—Doornik be reikt. Op het Oise-front ziin de Duiischers vat' ledig teruggeworpen ten O. van de rivier. Volgens een bericht van Reuter uit Ma drid, heeft de Spoansche regeering.officieel bericht ontvangen van de Duitsche regoo— ring, dat de admiraliteit de duikbootetv heeft bevolen onmiddellijk naar hunne basis te rug te keeren. De nieuwe koers in Duitschland zal ook in Mecklenburg doorwerken, dat thans eene staatsregeling heeft, die dagteekent van 1755. Bij den landdag, die binnen kort zal samenkomen, zal de regeering een nieuw grondwetsontwerp indienen, dat zich baseert op het algemeen kiesrecht. Graaf Karolvi, de leider vnn de onafhan* kelijkheidspartij in Hongarije, heeft bij het huis van afgevaardigden een voorstel inge diend over de scheiding tusschen Oostenrijk en Hongarije op economisch, militair en bui- tenlandsch politiek gebied. Ze heeft niet eens moed en kracht oin haar eigen verdriet cn teleurstellingen tc dragen of naar 'bchooren te verwerken, hoe kan cr dan van haar iets uitgaan? Diep medelijden heelt ze met Cootjc en toch ïs ze ook wel Wol boos op haar. „Wil ik je eens wat zeggen?" begint zc streng. „Ik vind je een echte prul." „Jc kunt me niet erger uitschelden dan ik 'l me zei! doe," brengt Cootjc cr, met veel moeite, uit. „Dal geeft niets; je moet flink zijn on han delen. Als y van cèn man houdt, dan is '1 schande om jc met een ander te cngagecren." ,Zoo ver is 'l nog niet." „En jc draagt zijn ring?" „Bij wijze van proef, heusch waar. Gisteren ochtend kreeg ik "in, nou... en toen was ik er oventjes blij mee en paste 'ra aan en., bedank te cr voor... „Brachthij ïn dan zelf?" „Nee, gelukkig niet, want dan had hij er natuurlijk een zoen voor moeten hebben. Ik deed 'i per telcphoon, praktisch en modern! En toén vroeg hij wat mijn lievelingsbloemen waren... en ook of ik 's middags mei hem uit wou gaan, afternoonon. bij Bakker? „En ik zei dat ik 't meest van boterbloemen hield... „Maar Cootjc." „Ja, gut, ik was in een dolle bui en ik zei ook dat ik zorgen zou om half vier op dc Plaats le zijn... „En heb-jc t gedaan?" „Natuurlijk, ik ben een eerlijk kind... „Dus ben jelui samen uit geweest-, met je beidjes?" „Toevallig niet, want zus Veering was cr bij. Ik had haar mee gevraagd. Wc zijn tegenwoordig nog al dik samen.'1 „Ik dacht dat jc niet erg op haar gesteld was? „Nee dal was ik ook niet, maar zc zit in 'l zelfde schuitje als ik..." „En nu varen jelui samen?" Cootje lacht! Zooals ze van zich zelf getuigt, ze kan nooit lang ernstig blijven en 't ;s dan ook geheel op haar ouden prcttoon, dat ze van haar officieuse cngagenicuts-wahfleliiuy vertelt „Jc ha dl 't moeien zier., eerst zijn reuzen- teleurstelling, een gezicht zoo lang als lijn 3, cn toen langzamerhand draaide hij bij. Zus was gewon ccr. schat, haar gewicht aan goud waard. u auv dal ze zoo dun is. Ondervoe ding Zn hebben hel bij haar thuis rcuzc- séhV A Zo zegt, dat ze altijd honger heeft. In een nblïk was al 'l lekkers, dat wij van de cker-bcdecling hadden gekregen, cr in De Luit is geen snoeper naar hij beweert, Mans wel, die is net zco dol op een choco- laadju als ik... juist leuk! Coolje slaakt oven een zucht aan het adres van haar leuken Ilans, die dol op c-en choco- laadje is, cn gaat dan verder. „Nu, je begrijpt, ik wilde niet tc veel toe happen!" Waarop ze 't uitschatcrlt „Een goeie mop, 'zeg?" „Ilè, nee, Coolje." „IIcb-je. ook zoo'n hekel aan dat eeuwige zeg? Nu, ik ook. Zus gebruikt t elk oogen- biik. De Luit scheen er plcizicr in te hebben, gauw tevreden. Trouwens, hij bewonderde haar reusachtig en toen ze geen kruimeltje snoepbaars meer had overgelaten, bestelde hij, expres voor haar, nog een tweede bezenA ding, zoo'n O-WeeerJ" En smulde jij ook niet mee? „Natuurlijk niet. t Kostte mij wei moeite! Maar... hcuscb, Miel, je zoudl mc niet kennen; als je mc met hem samen zag. Ik ber. zoo cor rect en zoo saai! Daar heb je geen idee van. Ik doe mc zoo onvoorilceüg mogelijk voor. Als ik het kon volhouden, zou ik een schccvc lip trekken nel alsof ik een stille beroerte had gehad... „Maar Ccolje, wal ben jc toch een gek kind."' „Als u cr zoo over der.kt, Mevrouw Emilia an Poeieren, geboren Maarlcns, bewijst dat. enkel uw verregaande stompzinnigheid of, om 'l duidelijker in de gewone huis- of spreek taal uit le drukken... <Jal je cr niks van snaptl „Ik doe mij zoo onvoordeelig mogelijk voor; enkel in de hoop, dat hij van mij af zal zien... daarom schuif ik er Zus Veering voor, die vliegt cr heerlijk in en dc Luit ook, dal zul je zien. Dal is nu mijn laktick!'1 „Maar, dat is toch heel lcelijk, vooral van datmeisje Veering, zc Is tcch geëngageerd^ met meneer van Rees... „Met Frans, bcdocl-je? Nee dal is af, hoor.'- „ÏIoc is d.Jl zoo gekomen?" „Wel, ook al door de Russen, Zijn ouderï hebben ook een klap gehad... en de Veering» hebben geen s o u en toen heeft Ma van Rees/ naar wijf, 't afgemaakt. Ze heeft Zus ge\voonr bij zich laten komen. Nou, die was in de wol ken; zc werd:er vroeger nooit aan huis ge vraagd cn daar kreeg ze mc een poezig briefje*.4 Tan zijn Ma. Zij aan 't luchlkasleclen bou wen. Ik kwam haar net legen, toen ze er naar loe ging. Zc was vrccsclijk hoog hu haar. wapen, dacht niet anders, dan dal 't er nu door zou gaan en pakte verschrikkelijk uit.' Ik was er niet zoo gerust op, want ik heb S\ uiel op Ma van Rees... (Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1918 | | pagina 1