„DE EEMLANDER" fsiisoamaiafflizusja TWEEDE BLAD BUITENLAND BINNENLAND FEUILLETON. LIS DORIS 17e Jaargang No. 133 ADnUUFUniTQDDIlQ Pcr 3 maanden voor Amen* RDUnnüMniOriUJO foorl f l80. idcm franco per posl f 230. per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) f 0.15. afzonderlijke nummers f 0.05 Wekelijksch bijvoegsel »De Hollandsche Huisvrouw(onder redactie van Thérèse Hoven) per 3 maanden 75 cent. Wekelijksch bijvoegsel »]Pcreldrevue« per 3 manden 60 cent. HOOFDREDACTEUR: M.. D. J. VAN SCHAARDENBURG UITGEVERS: VALKHOFF Co BUREAU: ARNHEMSCHE POORTWAL »os« utmcht,chmh INTERCOMM. TELEFOONNUMMER 513 Zaterdag 30 November 1913 dienstaanbiedingen 1—5 regels f 0.50. grootc leti naar plaatsruimte Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen tot het herhaald adver* teeren tn dit Blad, bij abonnement Ecue circulaire bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Politiek Overzicht De volken van Ooetenrijk- Hongarije. IV. (Slot), Voor het leven der menschen hebben sommige van de staten, organen die teza men de menschheid belichamen, een aparte ideëele beteekenis, de staten waarin twee naties samenwonen, of méér. Ivlet een leelijk neologisme noemt men ze de „nationalitei- ienstaten." „Natie", dat schijnt den tegenwoordigen mensch eene idee, onmiddellijk door de na tuur der dingen hem geschonken. Maar als statenvormend beginsel hebben de men schen haar toch langzaam-aan moeten léé- ren verstaan. De Grieken der oudheid, één door taal en religie, zé zijn groot geworden, en ze zijn ondergegaan, in en dóór hun kleine stads staten. De Italianen der Middeleeuwen, ze hadden in hun stederepublieken evenmin van staatkundige nationale eenheid besef. De „nationaliteitenstaten" echter, samen leving van geheele volken, of van vólks- fragmenten, representeeren een -stadium van menschelijke gedachte en menschelijke prèktijk, dat, of nog niet toe is aan den nationalen eenheidsstaat, of die reeds is te boven. Oostenrijk-Hongarije nu, was net eene niet meer, en hét andere nog niet genoeg. In de achttiende eeuw toonde de monarchie, conglomeraat van verscheiden half-bar- haarsche volkstammen, door enkele meer beschaafde geleid, door dynastieke relaties en door druk van buiten samengebracht en bijeengehouden, meer zelfs nog dan door oeconomische noodzakelijkheid, zuiver het voornaïionale stadium, dat in de menschen- wereld der negentiende eeuw nauwelijks meer past, en in de twintigste eeuw vol strekt niet meer thuis is. En nu, daar ze niet genoeg van een bovennationale staat had, moest de monar chie verdwijnen. Het was niet waar genoeg dót 9rhet ineenvallen van Hongarije (en van Oostenrijk)onnatuurlijk is, want (dat) de nationaliteiten (hier leefden) in zulk een goede verstandhouding, als in geen an dere nationaliteiten-staat". Oostenrijk-Hongarije was lang geen Zwit serland. Ge^ Duitsch, geen ItaïiaanscK, geen rransch Zwitser zal ooit vereeniging wenschen met zijn taalgenooten buiten zijn land. Geen Duitscher, geen Franschman zal begeeren het Zwitsersche taalgebied van zijn volkstam te annexeeren. Maar in en •ond Oostenrijk-Hongarije heerschten zulke begeerten wel. Misschien had de dubbele monarchie bij meerdere wijsheid zoo kunnen zijn als Zwit serland was, hoewel, kan ooit eenig ding anders zijn dan het is?). En dan kon zij zich het kristal getoond hebben, dat, in de 'vloeiende vermenging dier Zuid-Europee- sche volken geworpen, de geheele massa rond zich- deed uitkristalliseeren. Dan zou den misschien niet haar eigen Roemenen, Serven,van haar zijn weggegaan, doch de vreemde Serven en Roemenen tot haar zijn gekomen. Wellicht als de nieuwe staten zich fede- reeren, komt die ideale eenheid dan toch nog in wezen. Maar zóó is de dwaasheid 'der menschenVóór den oorlog beduidde de vrije vereeniging dier volken geen mo gelijkheid, doch slechts een schoone, on praktische dichterlijke gedachte, die zich niet door ideëele middelen doorzetten kon. Om haar kans tot verwerkelijking te schep pen, moesten eerst vijf of zes millioenen menschen worden gedood. Vroeger zouden de Magyaren, evenmin als in een losmaking van Roemenen of Slo- vaken, in hun opneming toegestemd heb ben. Want door het een zoowel als^door het ander, zou de mogelijkheid tot magyarisee- ring zijn opgeheven. En magyariseering der overigen was het doel, alleen niet bereikt door belemmeren de factoren, als bijvoorbeeld de geringe ont wikkeling der meeste niet-magyaarsche 'vol ken, die een beschuttende uitwerking had. (In 1900 waren er in Hongarije in totaal nog 41 analphabeten, onder de Slavisch of Roemeensch sprekende dus nog veel méér). In de polemiek van anno 1842, die we reeds eerder citeerden tusschen dien Cze- chiscnen en dien Magyaarschen voorman, Leo graf von Thun en Franz von Pulsky, representeert de Czech natuurlijk nationale aspiraties, maar buitendien de liberale ge dachte eener vrije ontwikkeling der mensch heid. Wat hij zoekt, het is het heil der vol keren, hun moreele en intellectueele verhef fing, en daartoe acht hij de zorg voor ieders moedertaal het beste middel. Maar de Magyaar wijst hem af: zijn trots is het, pa triot te zijn, niet kosmopoliet. De vraag, of de Hongaarsche Slaven zich als Slaven mo gen voelen en ontwikkelen, beantwoordt hij aldusDuitscners, Slaven en Roemenen in Hongarije mogen dit land niet beschouwen als hun toevallig geboorteland. En de tegen werping dat zij, mits men hun taal vrij laat, het land immers wel kunn"en liefhebben, zijn grond en zijn bergen, zijn vlakte, zijn licht cn zijn lucht, zooals de Zwitsers de hunne, voorkomt hij door te zeggen niet voor den dooden grond doch voor het levende (Mag- yaarsche) volk eischt hij liefde, (en onder danigheid). En door deze woorden toont hij het ge brek aan ruimte, aan verdraagzaamheid, dat van net oude Oostenrijk-Hongarije een ver ouderde staat zou maken, en het aan zijn verouderdheid zou doen ten gronde vallen. Trouwens, de Duitschers behandelden in de Oostenrijksche rijkshelft, in Bohemen, de Slaven niet wijzer. Nog in 1860 houdt een Magyaar aan Thun voor, dat in Hongarije de Slaven tenminste konden laten drukken wat zij wilden, maar dat in Bohemen zelfs geen Czechische courant werd geduld. Zwitserland echter, tegenover Oosten rijk-Hongarije, maar ook tegenover nationale- eenheids-staten als Duitschland, als Frank rijk, representeert een hoogere, nieuwere gedachte, een nieuwe phase in het men- schelijk denken, dat eeuwig heenenweer gaat tusschen twee polen, „volk" en „menschheid". Albert Verwey.). Maar Zwit serland beduidt nog mééreen voorbeeld namelijk en een bewijs. Een bewijs voor de mogelijkheid der hoogere organisaties, der internationale, inter-Europeesche, mundiale bondsstaten waarin de menschheid eenmaal leven zal. Staten-Generaal IftUfS bouwbesrootiag: 1919. Uit hel voorlcopig verslag der Tweede Kamer afdeelingen is het volgende gelicht Sommige leden betreurden, dat de Minister op het gebied van den landbouw niet als des kundig is te beschouwen, maar waar hij ge steund wordx door mormen als de heeren Lo- vink en Van Heek hadden deze leden even cis vele anderen ook goede verwachting van zijn beleid. Gaarne zou men vernemen, hoe de verhouding tusschen deze beide ambtenaren geregeld is. Verscheidene leden meenden, dat de inmen ging van de regeering de landbouwers op af keurenswaardige wijze beperkt in hun bedrijfs- vrijheid. Men herinnerde aan hetgeen geschied de met de vereeniging Bieta. Met de stroodis- tributie is het, naar de meening derzelfde le den, slecht gesteld. Onmiddellijke vrijlating van den stroohandel werd dringend noodig ge acht. Ooi: de hooihandel behoort zooveel mo gelijk vrijgelaten te worden. Opnieuw werd ge klaagd over te lage taxatie van door de regee ring opgevorderd vee cn tc late uitbetaling von de vastgestelde bedingen. Men ontving gaarne inlichtingen omtrent geruchten, dat het beheer der domeinen in het bijzonder wat betreft Noord-Brabant niet voldoende medewerkte tot het scheuren van daarvoor geschikt grasland. Dat de minister de distribulieregeling wil decentraliseeren werd toegejuicht. Decentrali satie werd vooral noodig geacht voor de aard- appelvoorziening. Sommigen meenden, dat de regeling der prijzen van de aardappelen wijzi ging behoeft. Men betaalt voor de vroegste soorten het mtest, vooi de latere minder, met het gevolg, dat cr in het begin moet worden uitgevoerd, omdat de telers zich werpen op de best betalende soorten Sommigen betoogden voorts, dat de prijs der aardappelen voor min- gegoeden duur is. Men vroeg wanneer de prijs- verlcging der kleiaardeppelen tot G^»ct. in wer king zal treden. Geklaagd werd ever onnoodige uitbreiding van de vervoerverboden. Eenige leden wenschtcn ten aanzien van de distributie onderscheid gemaakt te zien tus schen de steden en het platteland, op grond dat ten platielande meer levensmiddelen be schikbaar zijn. Eenige andere leden wcnschten meer onder scheid gemaakt te zien tusschen de klei- en de zandstreken. De requisitie van rogge was voor de zandgronden een zware belasting. Naar men meende, behoort de kunstmest voor de zandstreken gereserveerd te blijven. Van ver schillende zijden werd in het belang der voed selvoorziening aangedrongen op betere afwa tering van sommige streken. Andere leden wezen op den komenden vrede, die veel maatregelen zal opheffen. Deze leden wenschten, dat zoodra mogelijk de bedrijfsvrij- hcid zou worden hersteld. Van verschillende zijden werd voorts verzocht, dat de Minister nog medcdeelingen zou doen over zijn plan nen inzake de distributie en verder over de uit zichten op voldoende verstrekking van vet, - J>rood, vleesch, enz. Door sommige leden werd aangedrongen op verbetering van het land- en tuinbomvondcr- wijs, zoowel aan leerlingen der herhalingsscho len als aan anderen. Men achtte bij de Rijks- landbouwleeraren een tekort aan practische landbeuwkennis aanwezig. Aangedrongen werd op betere betaling van onderwijzers in land- en tuinbouw. Landbouwonderwijs. Met het voorstel der Regeering tot stichting van eene nieuwe inrichting voor het land bouwend er wijs kon men zich algemeen vereenigen. Gaarne zou men vernemen waar die school zal worden ge plaatst. Gevraagd werd of, wanneer eene der gelijke school door particulier initiatief werd opgericht, op subsidie van het Rijk gerekend zou kunnen worden. Veeartsen ij kundige dienst. Ge vraagd werd of er niets kan worden gedaan ter vernietiging van de horzelvlieg die enorme schade aan de huiden van het rundvee toe brengt. x M ij n w e z e n. Eenige leden betwijfelden of de productie van de Staats- en particuliere mijnen wel zoo hoog mogelijk is opgevoerd. Aangevoerd werd, dat bij exploitatie door par ticulieren ailes veel sneller en beter gaat dan bij Staatsexploitatie. Door deze leden werd verder geklaagd over het feit, dat nog steeds niet be gonnen wordt m<U de steenkolenveldcn in de Peel cn te Vlodrop. Voorts werd aangedrongen op intrekking van het wettelijk verbod betref fende het verrithten van opsporingen. De Steat is traag in het vervullen van den ©psporings- arbeid. Er werd op gewezen, dat de Slaalsguj" nen in de buurt van de „Hendrik" kleigroeven .Alleen hij die de vrijheid van anderen eer biedigt en erkent, is de vrijheid voor zich zelf waard. kV Roman-van een Ncderlandschcn Schilder. Naar het Epgelsch van van MAARTEN MAARTE: door J. L. van der M o c r. l. O, God, sprak hij hardop in zich zelf, is al dat geraas en geweld cr nu alléén voor m ij geweest? V Dn terwijl hij deze vraag uitte, was het als* pf aan den verren hemel, waar de regen nog yiel, een antwoord werd geschreven, in den vorm van een prachtigen regenboog, die zich boven de daken van Bold am welfde tegen de donkere lucht. Het was voor den eersten keer dn zijn leven, dat hij dit verschijnsel waar nam: de donderwolken, overgoten door pracht en luister. Het scheen den knaap een vrien- lüMijke boodschap toe van Onzen Lieven Heer. 'Maar wat het eigenlijk was begreep hij niet. 'Hij had tijdens, voor hem weinig duidelijke, Zondagsgesprekken wel eens met een half oor hooren gewagen van een Jacob's ladder, van Ella en Enoch, van het naderend einde van alle dingen cn van de stille verrukking voor Üen Hemel van de Eoldamsclic vromen; en ook had hij wel eens gedroomd dat hij op een goeden morgen, bij het ontwaken, zijn vader zou moeten missen. Het was dan nu zeker wel zoo ver gekomen, thans zou de wereld dan ongetwijfeld wel vergaan! Die prachtige, schitterende boog daar bo ven het «dorp, evenals op hel schilderij van den Patriarchy was zeker dc brug. die naar de gouden poort zou leiden. O. welk een on gekende pracht» Hijgend, smeekend, schreiend liep Lis voort. Hij zou natuurlijk wel te laat komen, en de kinderen van de Zondagsschool zouden' wel allen zijn heen-gegaan. Ten slotte 'kon hij niet meer schreien bij gebrek aan tranen; maar nog steeds bonsde het hart hem in het lijf. Voorwaar, de straf was wel zwaar tc dragen! -En terwijl hij zoo voortliep, zag hij het prachtige luchtverschijnsel langzaam verdwij nen. Hij schreeuwde het ifit, dal het blijven moest. O, God in den- Hemel! Nooit .zal ik meer uit de Zondagsschool blijven! Op dat oogenblik was hij bepaald bereid, cr eeuwigdurend in te zitten. Vader! Vader! snikte hij. En de prachtige kleuren verdwenen in de donkere wolken, Hemel en Aarde waren weer gescheiden. En de knaap, die zich voortspoedde over de natte heide, dacht vooreerst slechts aan zijn groot verdriet. Zoodra hij zijn gedachten weer tot iets an ders bepalen kon. kwam de naam J e 11 a zachtjes over zijn lippen. En deze naam bracht hem in herinnering, dat de dochter van dén dominee hem haar voornemen had te kennen gegeven, om moerbeien te gaan plukken. „Kinderên-Joon zij daarbij niet ge- bruiker, had zii gezegd, en hierdoor had zij 1 cr eigenlijk aanleiding toe gegeven, dat Lis zijn zwerftocht ondernomen had. Hij glim lachte. Jetla was dus niet met dc anderen mee gegaan naar boven. Het leven zou dan voor hem nog wel zijn uit tc houden. En moed vat tend bij deze gedachte, stapte hij verder op huis aan. Hier aangekomen, was zijn eerste werk met kloppend hart natuurlijk eens eventjes door het raam van het achterkamertje te glu ren. Vader zat in den bijbel te lezen. Dit kon als een kwaad, maar ook als een ^oed teeken voor hc-m worden beschouwd. Vervolgens moest hij Jelta zien le vinden, om, ten eerste, dc hem beloofde moerbeien op te eischen cn, ten tweede, om zijn schuld te belijden. Vóór de deur van de pastorie ontmoette hij juist den dominee. Ik zal ie maar vergiffenis schenken, voeg de hij Lis haastig toe. Ga maar gauw naar je vader en vraag hem of je naar bed mag gaan met 'n kop warme melk. Lis bleef even slaan. "Wat was dat voor 'n prachtig gekleurd kleed, dominee, dal uit de lucht is komen val len? vroeg hij. Uil den liemel gevallen? Ja, dominee,... cn waar is 't neer geko men? Ach, die domme jongen bedoelt natuur lijk de regenboog, zei Jctta. die naar voren was gekomen en naast haar vader was gaan staan. Zoo, heb je de regenboog gezien? vroeg dc predikant. Dat zal 'n goed voor te eken zijn om vergiffenis tc krijgen. Zeg maar aan je vader dal ik 't gezegd heb, jongen. Toen Lis zijn warme melk had gedronken en in bed lag, sprak hij onverwacht: Als dc hemel heclemaal zoo mooi is als bezitten, die een goede grondstof leveren voor de grèsbirizen en aardewerkindustrie. Aangedrongen werd op vaststelling van een maximum erbeidsduur van 8 Uur met inbegrip van in- en uitvaart, op vaststelling-van een rusttijd van 16 uur tusschen twee werktijden, op het in studie nemen van afschaffing van den nachtarbeidop het verbod van boven- en on- dergrondschen arbeid voor personen van zeke ren leeftijd, op toekenning van vacantie en op het geven van onderwijs aan mijnarbeiders be neden 18 jaar. Visscherijen. Opnieuw werd aange drongen op een spoedige wettelijke regeling tot bestrijding van de watervervuiling*. Men vroeg of de Regeering voornemens is tot publieke verpachtingen van dc visscherijen over te gaan. Dc aandacht werd gevestigd op de afneming van den zalmrijkdom onzer rivieren. In 1898 was de opbrengst op de afslagen Kralingschc- veer, Gorkum, Ammerstol, Woudrichem, Har- dinxveld en Dordrecht f 1.171.929.85, in 1915 f 53.208.28. Aangedrongen werd op krachtigen steun voor elke poging tot verbetering van de kunstmatige teelt. Sommige leden achtten verbod van visschen gedurende den nacht wenschelijk. Verscheidene leden hadden met leedwezen gezien oat de opvolgende ministers geen vol ei eenden weerstand bicden aan het ^rijven van den hoofdinspecteur der visscherijinspectic tot voortdurende uitbreiding van het personeel, waardoor de kosten van den dienst met ettelij ke duizenden stijgen. De resultaten blijven steeds uiterst gcrin* De sircoperij neemt op schrikbarende wijze toe.- Van verschillende zijden werd aangedrongen op do spoedige totstandkoming van een wet telijke regeling van de geldelijke gevolgen van ongevallen voor zeelieden, zoowel ter koopvaar dij als lei visscherij. Middenstand. In aansluiting aan de ont werper. der R.-Kathoücke, Christelijke en Neu trale Middenstandsbonden werd aangedrongen op eene oliicieele vertegenv. oordiging van den Middenstand, door aan het departement eene afcleeling voor dien stand op te richten en voorts een middenstendsraad in het leven le roepen, waarvan de meerderheid der leden ware ,e kiezen uit de georganiseerde middenstanders. Gevraagd werd welk gevolg de Regeering denkt te geven aan het rapport van de commissie voor de middenstandsenquete. Men meende dat het op den weg dezer commissie ligt hare werk zaamheden voort te zetten cn daarbij van de resultaten der gehouden enquête partij te trok ken. Er werd gevraagd, waarin dc voorliching te: behoeve van den handeldrijvenden en indus- trieelen middenstand en van de nijverheid be staat cn welke resultaten daarmede verkregen worden. Betreurd werd dat de verslagen der Arbeids inspectie zoo laat verschijnen. Geklaagd word over de regeling van dc, door de benoeming- van den heer Van LJsselsteyn tot minister ontstane, vacature in de betrekking van directeur-generaal van den Arbeid. De be trekking wordt blijkbaar opengehouden, opdat de heer aVn LJsselsteyn haar weder kunne be zetten wanneer hij als minister zak zijn afgetre den. Intusschen is een der jongste inspecteurs benoemd tot waarnemend directeur-generaal. Het gevolg is dat deze tijdelijke directeur-gene raal thans in eene moeilijke verhouding staat tot de inspecteurs, die ouder in diens zijn dan hij. Ook dat hij zich later moeilijk zal kunnen schikken als hij weer geroepen wordt ter ver hulling van inspecteurswerkzaomheden. Vele leden keurden deze regeling aL anderen verde digden haar. Berichten De Staatscourant van 29 November be vat o. a. de volgende Kon. besluiten: benoemd bij het reserve-personeel der land macht, bij het personeel der Geneeskundigen Dienst, let reserve-officier van_ gezondheid der 2de klasse, dc heer S J. R. de Monchy, arts. benoemd tot adjunct accountant bij -den dienst der directe belastingen te Utrecht A. 't stuk dat ik er van gezien heb, dan wil ik wel graag lic-en. als 'l mijn tijd is, vader. "Wat je daar zegt is niet alleen dwaas, maar ook zondig, kreeg hij ten antwoord. Maar toch hoop ik. dal jij eenmaal ook lol dc uitverkorenen zult hchooren. Vader en 0011151100 hadden hem dus vergif fenis geschonken. Maar cr was nog een derde persoon-, eigenlijk li e t hoofd van de Zon dagsschool, die een woordje mee te spreken had. Dat was de dominecsche. En deze eer- ►waarde dame wilde den schoolverzuimer slechts dan weer in genade aannemen, wan neer hij openlijk schuld beleed en boete deed door het opzeggen van een extra tekst. Zij liet de keuze van den tekst aan hem zelf over, een psychologisch slimmigheidje waar ze buiten gewoon trotsch op was. Zoo stond Lis dan den volgenden Zondag vóór dc klas en verklaarde hij spijt te gevoe len over hetgeen hij misdreven had. En nu nog dc tekst! beval de predi- kantsche, op een loon waaruit duidelijk haar nieuwsgierigheid sprak. Lis stond daar heel kleintjes le midden van een diepe stilte. „En David vraagde den Ilcere, Dewelke pzeidc: Gij zult niet optrekken; maar trek ,.om tot achter hen, dat gij aan hen komt „van tegenover dc moerbezieboomen. „En het geschiede, als gij hoort het ge- „ruisch van eenen gang in de toppen der „moerbezieboomen, dan rep UP Een oogenblik hcerschle er een benauwende stille. Toen vertrokken zich de mondhoeken van den onderwijzer, en de in spanning wach tende kinderen mankten van de gelegenheid gebruik om le brullen van 't lachen M. Schrocvers, thans tijdelijk adjunct accoun- ant aldaar; ingesteld een commissie van onderzoek voor het personeel van dc Rijks verzekeri ligbank, aangewezen als lid cn voorzitter prof. mr. F. Scholten, hooglceraar aan de gemeente-uni versiteit tc Amsterdam, als lid cn plaatsver vangend voorzitter mr. J. M. I. A. Simons, ad ministrateur bij het departement van justitie tc 's Gravenliage, als lid "W. II. Vliegen, wet houder te Amsterdam, als plaatsvervangend lid mr. G. J. ten Berg, commies bij hel gepar lement van Waterstaat en als secretaris mr. G. H. A. Grosheide Jr., advocaat cn accoun tant te Amsterdam, Verder zijn leden aange wezen door het bestuur van de Rijksvcrzéke- ringbank, door (le verschillende ambtenaren, door den controlecrend geneeskundige en door de agenten dier bank De Biddag Uit vele plaatsen in den lande wordt ons bericht, dat aan den biddag door talloozen werd deelgenomen; overal hadden de predikers een talrijk ge hoor en werden na de godsdienstoefening de vaderlandsche liederen gezongen. Hier en daar hadden op dezen dag tevens Oran- jebetoogingen plaats. In Alkmaar werd een grootc Oranjebetco- ging gehouden en een telegram van hulde aan cle Koningin verzonden. Ook Zaandam heeft gisteren op greptsebe wijzé uiting gegeven aan z:jr. gevoelens voor vorstin en vaderland. T> s namiddags had een groote betooging plaats, die on danks het minder gunstige weer een uitste kend verloop had. Koningin Wilhelm! na aan de stad Brussel. Op een Telegram van hulde haar door de stad Brussel gezonden heeft, naar de N. R. Ct. meldt, de Koningin her volgende antwoord geseind: Zeer gevoelig voor de goede herinnering, die de stad Brussel aan miin volk en mij bewaart, stel ik er prijs op haar opnieuw in dit historisch oogenblik er van tc verzeke ren, dat mijn volk werkelijk gelukkig is ge weest de broederlijke gastvrijheid te kunnen verleenen, welke de Belgen in Holland ge vonden hebben. WILHELMINA. IVationaic «laiiklutarhesd. In aansluiting aan hel desbetreffend be richt dat in enkele bladen werd opgenomen, kan thans worden medegedeeld dat gister middag te den Haag een vergadering plaats had, zonder eenige politieke kleur, met de bedoeling om verschillende vereenigingen en organisaties uit te noodtgSh tot hét medeonderteekenen van een op^ep aan. het NeHerlandsche volk. Deze oproep zal strekken om ee fonds bijeen te brengen waaruit zij, die in den loop der oorlogsjaren in leger en vloot de persoonlijke lasten van de verdediging on zer neutraliteit en onafhankelijkheid hebben gedragen, kunnen worden gesteund indien en in zoover zij dat noodig hebben. Besloten werd, het doel in dier wege le omschrijven, dat het fonds niet op zooda nige wijze zal kunnen worden besteed, dat de last van de uitkeeringen die van Rijks wege aan d-e gezinnen van gem 0biliseerdenr ook gedurende een zekeren tijd na demobi lisatie,, geschieden, van de schatkist zou worden afgenomen. Deze beperking werd opgenomen omdat anders enkele met meer gemeenschapszin bedeelden in den lande een deel zouden dragen van wrat ten laste van alle belasting plichtigen behoort te komen. Het doel van het fonds zal zijn diegenen onder de ge- demobiliseerden die ten gevolge van de mobilisatie op eenigerlei wijze in hui\ eco nomisch bestaan werden benadeeld of vrici economische toekomst- werd bedreigd, de helpende hand te reiken. Stille! schreeuwde- dc v oedende predi kantsvrouw. Jongen, wal bedoel-je niet deze woorden? De knaap, trachtte aan te looncn, dal hij den mooislen tekst uit den garischcn bijbel had ge leerd. T Stond in 5 Samuel 5 vers 23 en 21. Hij herinnerde zich op dit oogenblik, den volbcladen moerbeziënboom, die boven den. muur van de pastorie uitstak, in verrukking tc hebben aanschouwd; cn dc dominee, die ach ter hem aan was gekomen en aardigheid had in zijn diepe bewondering, had op den tekst gezinspeeld. „"Wal 'n heerlijk gezicht moei 't zijn n geheel dal beplant mol zulke hoo rnen had hij gezegd. En zijn doffe oogen cn dc heldere kijkers van Lis 'hadden in een denkbeeldig, schoon Palestina gestaard. „'1 Is mijn levensdroom" had de predikant op droeven toon eindelijk gezegd, en hij had Lis een moerbezie gegeven, waarmee deze zijn blauwe kieltje had be morst. En zijn vader tetd den tekst opgezocht. Ik leerde den tekst, omdat 't zoo prach tig klinkt, verklaarde de knaap nan de domi neesvrouw. 't Is de schoonste vrucht, die cr beslaat, zegt dc dommee. Dc kleur is zoo mooi, '1 is zulk prachtig rood evenals... Hij wilde haar iets aangenaams zeggen, iets daLhaar strengen blik wat zou verzachten, cn voltooide daarom zijn.zin op yriendebjken. loon: „evenals uw gezicht". Al was zij dom, toch begreep zij wel. dat het zijn bedoeling niet was, 'n loopje met haar le nemen. Zoodra dan ook het algemeen ge lach bedaard was (waaraan zelfs het onder wijzend personeel mee deed), sprak zij kortaf, bits: Je bent '11 verschrikkelijk dom kind, ga naar je plaatsl (Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1918 | | pagina 5