„DE EEMLANDER"
fsiisoamaiafflizusja
TWEEDE BLAD
BUITENLAND
BINNENLAND
FEUILLETON.
LIS DORIS
17e Jaargang No. 133
ADnUUFUniTQDDIlQ Pcr 3 maanden voor Amen*
RDUnnüMniOriUJO foorl f l80. idcm franco
per posl f 230. per week (met gratis verzekering
tegen ongelukken) f 0.15. afzonderlijke nummers
f 0.05 Wekelijksch bijvoegsel »De Hollandsche
Huisvrouw(onder redactie van Thérèse Hoven)
per 3 maanden 75 cent. Wekelijksch bijvoegsel
»]Pcreldrevue« per 3 manden 60 cent.
HOOFDREDACTEUR: M.. D. J. VAN SCHAARDENBURG
UITGEVERS: VALKHOFF Co
BUREAU: ARNHEMSCHE POORTWAL »os« utmcht,chmh
INTERCOMM. TELEFOONNUMMER 513
Zaterdag 30 November 1913
dienstaanbiedingen 1—5 regels f 0.50. grootc leti
naar plaatsruimte Voor handel en bedrijf bestaan
zeer voordeelige bepalingen tot het herhaald adver*
teeren tn dit Blad, bij abonnement Ecue circulaire
bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Politiek Overzicht
De volken van Ooetenrijk-
Hongarije.
IV. (Slot),
Voor het leven der menschen hebben
sommige van de staten, organen die teza
men de menschheid belichamen, een aparte
ideëele beteekenis, de staten waarin twee
naties samenwonen, of méér. Ivlet een leelijk
neologisme noemt men ze de „nationalitei-
ienstaten."
„Natie", dat schijnt den tegenwoordigen
mensch eene idee, onmiddellijk door de na
tuur der dingen hem geschonken. Maar als
statenvormend beginsel hebben de men
schen haar toch langzaam-aan moeten léé-
ren verstaan.
De Grieken der oudheid, één door taal en
religie, zé zijn groot geworden, en ze zijn
ondergegaan, in en dóór hun kleine stads
staten. De Italianen der Middeleeuwen, ze
hadden in hun stederepublieken evenmin
van staatkundige nationale eenheid besef.
De „nationaliteitenstaten" echter, samen
leving van geheele volken, of van vólks-
fragmenten, representeeren een -stadium
van menschelijke gedachte en menschelijke
prèktijk, dat, of nog niet toe is aan den
nationalen eenheidsstaat, of die reeds is te
boven.
Oostenrijk-Hongarije nu, was net eene
niet meer, en hét andere nog niet genoeg.
In de achttiende eeuw toonde de monarchie,
conglomeraat van verscheiden half-bar-
haarsche volkstammen, door enkele meer
beschaafde geleid, door dynastieke relaties
en door druk van buiten samengebracht en
bijeengehouden, meer zelfs nog dan door
oeconomische noodzakelijkheid, zuiver het
voornaïionale stadium, dat in de menschen-
wereld der negentiende eeuw nauwelijks
meer past, en in de twintigste eeuw vol
strekt niet meer thuis is.
En nu, daar ze niet genoeg van een
bovennationale staat had, moest de monar
chie verdwijnen. Het was niet waar genoeg
dót 9rhet ineenvallen van Hongarije (en van
Oostenrijk)onnatuurlijk is, want (dat)
de nationaliteiten (hier leefden) in zulk een
goede verstandhouding, als in geen an
dere nationaliteiten-staat".
Oostenrijk-Hongarije was lang geen Zwit
serland.
Ge^ Duitsch, geen ItaïiaanscK, geen
rransch Zwitser zal ooit vereeniging
wenschen met zijn taalgenooten buiten zijn
land. Geen Duitscher, geen Franschman zal
begeeren het Zwitsersche taalgebied van
zijn volkstam te annexeeren. Maar in en
•ond Oostenrijk-Hongarije heerschten zulke
begeerten wel.
Misschien had de dubbele monarchie bij
meerdere wijsheid zoo kunnen zijn als Zwit
serland was, hoewel, kan ooit eenig ding
anders zijn dan het is?). En dan kon zij
zich het kristal getoond hebben, dat, in de
'vloeiende vermenging dier Zuid-Europee-
sche volken geworpen, de geheele massa
rond zich- deed uitkristalliseeren. Dan zou
den misschien niet haar eigen Roemenen,
Serven,van haar zijn weggegaan, doch de
vreemde Serven en Roemenen tot haar zijn
gekomen.
Wellicht als de nieuwe staten zich fede-
reeren, komt die ideale eenheid dan toch
nog in wezen. Maar zóó is de dwaasheid
'der menschenVóór den oorlog beduidde
de vrije vereeniging dier volken geen mo
gelijkheid, doch slechts een schoone, on
praktische dichterlijke gedachte, die zich
niet door ideëele middelen doorzetten kon.
Om haar kans tot verwerkelijking te schep
pen, moesten eerst vijf of zes millioenen
menschen worden gedood.
Vroeger zouden de Magyaren, evenmin
als in een losmaking van Roemenen of Slo-
vaken, in hun opneming toegestemd heb
ben. Want door het een zoowel als^door het
ander, zou de mogelijkheid tot magyarisee-
ring zijn opgeheven.
En magyariseering der overigen was het
doel, alleen niet bereikt door belemmeren
de factoren, als bijvoorbeeld de geringe ont
wikkeling der meeste niet-magyaarsche 'vol
ken, die een beschuttende uitwerking had.
(In 1900 waren er in Hongarije in totaal
nog 41 analphabeten, onder de Slavisch
of Roemeensch sprekende dus nog veel
méér).
In de polemiek van anno 1842, die we
reeds eerder citeerden tusschen dien Cze-
chiscnen en dien Magyaarschen voorman,
Leo graf von Thun en Franz von Pulsky,
representeert de Czech natuurlijk nationale
aspiraties, maar buitendien de liberale ge
dachte eener vrije ontwikkeling der mensch
heid. Wat hij zoekt, het is het heil der vol
keren, hun moreele en intellectueele verhef
fing, en daartoe acht hij de zorg voor ieders
moedertaal het beste middel. Maar de
Magyaar wijst hem af: zijn trots is het, pa
triot te zijn, niet kosmopoliet. De vraag, of
de Hongaarsche Slaven zich als Slaven mo
gen voelen en ontwikkelen, beantwoordt hij
aldusDuitscners, Slaven en Roemenen in
Hongarije mogen dit land niet beschouwen
als hun toevallig geboorteland. En de tegen
werping dat zij, mits men hun taal vrij laat,
het land immers wel kunn"en liefhebben, zijn
grond en zijn bergen, zijn vlakte, zijn licht
cn zijn lucht, zooals de Zwitsers de hunne,
voorkomt hij door te zeggen niet voor den
dooden grond doch voor het levende (Mag-
yaarsche) volk eischt hij liefde, (en onder
danigheid).
En door deze woorden toont hij het ge
brek aan ruimte, aan verdraagzaamheid, dat
van net oude Oostenrijk-Hongarije een ver
ouderde staat zou maken, en het aan zijn
verouderdheid zou doen ten gronde vallen.
Trouwens, de Duitschers behandelden in
de Oostenrijksche rijkshelft, in Bohemen, de
Slaven niet wijzer. Nog in 1860 houdt een
Magyaar aan Thun voor, dat in Hongarije
de Slaven tenminste konden laten drukken
wat zij wilden, maar dat in Bohemen zelfs
geen Czechische courant werd geduld.
Zwitserland echter, tegenover Oosten
rijk-Hongarije, maar ook tegenover nationale-
eenheids-staten als Duitschland, als Frank
rijk, representeert een hoogere, nieuwere
gedachte, een nieuwe phase in het men-
schelijk denken, dat eeuwig heenenweer
gaat tusschen twee polen, „volk" en
„menschheid". Albert Verwey.). Maar Zwit
serland beduidt nog mééreen voorbeeld
namelijk en een bewijs. Een bewijs voor de
mogelijkheid der hoogere organisaties, der
internationale, inter-Europeesche, mundiale
bondsstaten waarin de menschheid eenmaal
leven zal.
Staten-Generaal
IftUfS bouwbesrootiag: 1919.
Uit hel voorlcopig verslag der Tweede Kamer
afdeelingen is het volgende gelicht
Sommige leden betreurden, dat de Minister
op het gebied van den landbouw niet als des
kundig is te beschouwen, maar waar hij ge
steund wordx door mormen als de heeren Lo-
vink en Van Heek hadden deze leden even
cis vele anderen ook goede verwachting van
zijn beleid. Gaarne zou men vernemen, hoe de
verhouding tusschen deze beide ambtenaren
geregeld is.
Verscheidene leden meenden, dat de inmen
ging van de regeering de landbouwers op af
keurenswaardige wijze beperkt in hun bedrijfs-
vrijheid. Men herinnerde aan hetgeen geschied
de met de vereeniging Bieta. Met de stroodis-
tributie is het, naar de meening derzelfde le
den, slecht gesteld. Onmiddellijke vrijlating
van den stroohandel werd dringend noodig ge
acht. Ooi: de hooihandel behoort zooveel mo
gelijk vrijgelaten te worden. Opnieuw werd ge
klaagd over te lage taxatie van door de regee
ring opgevorderd vee cn tc late uitbetaling von
de vastgestelde bedingen.
Men ontving gaarne inlichtingen omtrent
geruchten, dat het beheer der domeinen in
het bijzonder wat betreft Noord-Brabant niet
voldoende medewerkte tot het scheuren van
daarvoor geschikt grasland.
Dat de minister de distribulieregeling wil
decentraliseeren werd toegejuicht. Decentrali
satie werd vooral noodig geacht voor de aard-
appelvoorziening. Sommigen meenden, dat de
regeling der prijzen van de aardappelen wijzi
ging behoeft. Men betaalt voor de vroegste
soorten het mtest, vooi de latere minder, met
het gevolg, dat cr in het begin moet worden
uitgevoerd, omdat de telers zich werpen op de
best betalende soorten Sommigen betoogden
voorts, dat de prijs der aardappelen voor min-
gegoeden duur is. Men vroeg wanneer de prijs-
verlcging der kleiaardeppelen tot G^»ct. in wer
king zal treden.
Geklaagd werd ever onnoodige uitbreiding
van de vervoerverboden.
Eenige leden wenschtcn ten aanzien van de
distributie onderscheid gemaakt te zien tus
schen de steden en het platteland, op grond
dat ten platielande meer levensmiddelen be
schikbaar zijn.
Eenige andere leden wcnschten meer onder
scheid gemaakt te zien tusschen de klei- en
de zandstreken. De requisitie van rogge was
voor de zandgronden een zware belasting. Naar
men meende, behoort de kunstmest voor de
zandstreken gereserveerd te blijven. Van ver
schillende zijden werd in het belang der voed
selvoorziening aangedrongen op betere afwa
tering van sommige streken.
Andere leden wezen op den komenden vrede,
die veel maatregelen zal opheffen. Deze leden
wenschten, dat zoodra mogelijk de bedrijfsvrij-
hcid zou worden hersteld. Van verschillende
zijden werd voorts verzocht, dat de Minister
nog medcdeelingen zou doen over zijn plan
nen inzake de distributie en verder over de uit
zichten op voldoende verstrekking van vet,
- J>rood, vleesch, enz.
Door sommige leden werd aangedrongen op
verbetering van het land- en tuinbomvondcr-
wijs, zoowel aan leerlingen der herhalingsscho
len als aan anderen. Men achtte bij de Rijks-
landbouwleeraren een tekort aan practische
landbeuwkennis aanwezig. Aangedrongen werd
op betere betaling van onderwijzers in land- en
tuinbouw.
Landbouwonderwijs. Met het voorstel
der Regeering tot stichting van eene nieuwe
inrichting voor het land bouwend er wijs kon men
zich algemeen vereenigen. Gaarne zou men
vernemen waar die school zal worden ge
plaatst. Gevraagd werd of, wanneer eene der
gelijke school door particulier initiatief werd
opgericht, op subsidie van het Rijk gerekend
zou kunnen worden.
Veeartsen ij kundige dienst. Ge
vraagd werd of er niets kan worden gedaan ter
vernietiging van de horzelvlieg die enorme
schade aan de huiden van het rundvee toe
brengt. x
M ij n w e z e n. Eenige leden betwijfelden
of de productie van de Staats- en particuliere
mijnen wel zoo hoog mogelijk is opgevoerd.
Aangevoerd werd, dat bij exploitatie door par
ticulieren ailes veel sneller en beter gaat dan bij
Staatsexploitatie. Door deze leden werd verder
geklaagd over het feit, dat nog steeds niet be
gonnen wordt m<U de steenkolenveldcn in de
Peel cn te Vlodrop. Voorts werd aangedrongen
op intrekking van het wettelijk verbod betref
fende het verrithten van opsporingen. De Steat
is traag in het vervullen van den ©psporings-
arbeid. Er werd op gewezen, dat de Slaalsguj"
nen in de buurt van de „Hendrik" kleigroeven
.Alleen hij die de vrijheid van anderen eer
biedigt en erkent, is de vrijheid voor zich
zelf waard.
kV Roman-van een Ncderlandschcn Schilder.
Naar het Epgelsch van
van
MAARTEN MAARTE:
door
J. L. van der M o c r.
l. O, God, sprak hij hardop in zich zelf, is
al dat geraas en geweld cr nu alléén voor
m ij geweest?
V Dn terwijl hij deze vraag uitte, was het als*
pf aan den verren hemel, waar de regen nog
yiel, een antwoord werd geschreven, in den
vorm van een prachtigen regenboog, die zich
boven de daken van Bold am welfde tegen de
donkere lucht. Het was voor den eersten keer
dn zijn leven, dat hij dit verschijnsel waar
nam: de donderwolken, overgoten door pracht
en luister. Het scheen den knaap een vrien-
lüMijke boodschap toe van Onzen Lieven Heer.
'Maar wat het eigenlijk was begreep hij niet.
'Hij had tijdens, voor hem weinig duidelijke,
Zondagsgesprekken wel eens met een half oor
hooren gewagen van een Jacob's ladder, van
Ella en Enoch, van het naderend einde van
alle dingen cn van de stille verrukking voor
Üen Hemel van de Eoldamsclic vromen; en ook
had hij wel eens gedroomd dat hij op een
goeden morgen, bij het ontwaken, zijn vader
zou moeten missen. Het was dan nu zeker wel
zoo ver gekomen, thans zou de wereld dan
ongetwijfeld wel vergaan!
Die prachtige, schitterende boog daar bo
ven het «dorp, evenals op hel schilderij van
den Patriarchy was zeker dc brug. die naar
de gouden poort zou leiden. O. welk een on
gekende pracht»
Hijgend, smeekend, schreiend liep Lis voort.
Hij zou natuurlijk wel te laat komen, en de
kinderen van de Zondagsschool zouden' wel
allen zijn heen-gegaan. Ten slotte 'kon hij niet
meer schreien bij gebrek aan tranen; maar
nog steeds bonsde het hart hem in het lijf.
Voorwaar, de straf was wel zwaar tc dragen!
-En terwijl hij zoo voortliep, zag hij het
prachtige luchtverschijnsel langzaam verdwij
nen. Hij schreeuwde het ifit, dal het blijven
moest.
O, God in den- Hemel! Nooit .zal ik meer
uit de Zondagsschool blijven!
Op dat oogenblik was hij bepaald bereid,
cr eeuwigdurend in te zitten.
Vader! Vader! snikte hij.
En de prachtige kleuren verdwenen in de
donkere wolken, Hemel en Aarde waren weer
gescheiden.
En de knaap, die zich voortspoedde over
de natte heide, dacht vooreerst slechts aan
zijn groot verdriet.
Zoodra hij zijn gedachten weer tot iets an
ders bepalen kon. kwam de naam J e 11 a
zachtjes over zijn lippen. En deze naam
bracht hem in herinnering, dat de dochter
van dén dominee hem haar voornemen had
te kennen gegeven, om moerbeien te gaan
plukken. „Kinderên-Joon zij daarbij niet ge-
bruiker, had zii gezegd, en hierdoor had zij 1
cr eigenlijk aanleiding toe gegeven, dat Lis
zijn zwerftocht ondernomen had. Hij glim
lachte. Jetla was dus niet met dc anderen mee
gegaan naar boven. Het leven zou dan voor
hem nog wel zijn uit tc houden. En moed vat
tend bij deze gedachte, stapte hij verder op
huis aan.
Hier aangekomen, was zijn eerste werk
met kloppend hart natuurlijk eens eventjes
door het raam van het achterkamertje te glu
ren. Vader zat in den bijbel te lezen. Dit kon
als een kwaad, maar ook als een ^oed teeken
voor hc-m worden beschouwd. Vervolgens
moest hij Jelta zien le vinden, om, ten eerste,
dc hem beloofde moerbeien op te eischen cn,
ten tweede, om zijn schuld te belijden.
Vóór de deur van de pastorie ontmoette hij
juist den dominee.
Ik zal ie maar vergiffenis schenken, voeg
de hij Lis haastig toe. Ga maar gauw naar je
vader en vraag hem of je naar bed mag gaan
met 'n kop warme melk.
Lis bleef even slaan.
"Wat was dat voor 'n prachtig gekleurd
kleed, dominee, dal uit de lucht is komen val
len? vroeg hij.
Uil den liemel gevallen?
Ja, dominee,... cn waar is 't neer geko
men?
Ach, die domme jongen bedoelt natuur
lijk de regenboog, zei Jctta. die naar voren
was gekomen en naast haar vader was gaan
staan.
Zoo, heb je de regenboog gezien? vroeg
dc predikant. Dat zal 'n goed voor te eken zijn
om vergiffenis tc krijgen. Zeg maar aan je
vader dal ik 't gezegd heb, jongen.
Toen Lis zijn warme melk had gedronken
en in bed lag, sprak hij onverwacht:
Als dc hemel heclemaal zoo mooi is als
bezitten, die een goede grondstof leveren voor
de grèsbirizen en aardewerkindustrie.
Aangedrongen werd op vaststelling van een
maximum erbeidsduur van 8 Uur met inbegrip
van in- en uitvaart, op vaststelling-van een
rusttijd van 16 uur tusschen twee werktijden,
op het in studie nemen van afschaffing van den
nachtarbeidop het verbod van boven- en on-
dergrondschen arbeid voor personen van zeke
ren leeftijd, op toekenning van vacantie en op
het geven van onderwijs aan mijnarbeiders be
neden 18 jaar.
Visscherijen. Opnieuw werd aange
drongen op een spoedige wettelijke regeling tot
bestrijding van de watervervuiling*.
Men vroeg of de Regeering voornemens is
tot publieke verpachtingen van dc visscherijen
over te gaan.
Dc aandacht werd gevestigd op de afneming
van den zalmrijkdom onzer rivieren. In 1898
was de opbrengst op de afslagen Kralingschc-
veer, Gorkum, Ammerstol, Woudrichem, Har-
dinxveld en Dordrecht f 1.171.929.85, in 1915
f 53.208.28. Aangedrongen werd op krachtigen
steun voor elke poging tot verbetering van de
kunstmatige teelt.
Sommige leden achtten verbod van visschen
gedurende den nacht wenschelijk.
Verscheidene leden hadden met leedwezen
gezien oat de opvolgende ministers geen vol
ei eenden weerstand bicden aan het ^rijven van
den hoofdinspecteur der visscherijinspectic tot
voortdurende uitbreiding van het personeel,
waardoor de kosten van den dienst met ettelij
ke duizenden stijgen. De resultaten blijven
steeds uiterst gcrin* De sircoperij neemt op
schrikbarende wijze toe.-
Van verschillende zijden werd aangedrongen
op do spoedige totstandkoming van een wet
telijke regeling van de geldelijke gevolgen van
ongevallen voor zeelieden, zoowel ter koopvaar
dij als lei visscherij.
Middenstand. In aansluiting aan de ont
werper. der R.-Kathoücke, Christelijke en Neu
trale Middenstandsbonden werd aangedrongen
op eene oliicieele vertegenv. oordiging van den
Middenstand, door aan het departement eene
afcleeling voor dien stand op te richten en
voorts een middenstendsraad in het leven le
roepen, waarvan de meerderheid der leden ware
,e kiezen uit de georganiseerde middenstanders.
Gevraagd werd welk gevolg de Regeering denkt
te geven aan het rapport van de commissie
voor de middenstandsenquete. Men meende dat
het op den weg dezer commissie ligt hare werk
zaamheden voort te zetten cn daarbij van de
resultaten der gehouden enquête partij te trok
ken.
Er werd gevraagd, waarin dc voorliching te:
behoeve van den handeldrijvenden en indus-
trieelen middenstand en van de nijverheid be
staat cn welke resultaten daarmede verkregen
worden.
Betreurd werd dat de verslagen der Arbeids
inspectie zoo laat verschijnen.
Geklaagd word over de regeling van dc, door
de benoeming- van den heer Van LJsselsteyn
tot minister ontstane, vacature in de betrekking
van directeur-generaal van den Arbeid. De be
trekking wordt blijkbaar opengehouden, opdat
de heer aVn LJsselsteyn haar weder kunne be
zetten wanneer hij als minister zak zijn afgetre
den. Intusschen is een der jongste inspecteurs
benoemd tot waarnemend directeur-generaal.
Het gevolg is dat deze tijdelijke directeur-gene
raal thans in eene moeilijke verhouding staat
tot de inspecteurs, die ouder in diens zijn dan
hij. Ook dat hij zich later moeilijk zal kunnen
schikken als hij weer geroepen wordt ter ver
hulling van inspecteurswerkzaomheden. Vele
leden keurden deze regeling aL anderen verde
digden haar.
Berichten
De Staatscourant van 29 November be
vat o. a. de volgende Kon. besluiten:
benoemd bij het reserve-personeel der land
macht, bij het personeel der Geneeskundigen
Dienst, let reserve-officier van_ gezondheid
der 2de klasse, dc heer S J. R. de Monchy,
arts.
benoemd tot adjunct accountant bij -den
dienst der directe belastingen te Utrecht A.
't stuk dat ik er van gezien heb, dan wil ik
wel graag lic-en. als 'l mijn tijd is, vader.
"Wat je daar zegt is niet alleen dwaas,
maar ook zondig, kreeg hij ten antwoord.
Maar toch hoop ik. dal jij eenmaal ook lol dc
uitverkorenen zult hchooren.
Vader en 0011151100 hadden hem dus vergif
fenis geschonken. Maar cr was nog een derde
persoon-, eigenlijk li e t hoofd van de Zon
dagsschool, die een woordje mee te spreken
had. Dat was de dominecsche. En deze eer-
►waarde dame wilde den schoolverzuimer
slechts dan weer in genade aannemen, wan
neer hij openlijk schuld beleed en boete deed
door het opzeggen van een extra tekst. Zij liet
de keuze van den tekst aan hem zelf over, een
psychologisch slimmigheidje waar ze buiten
gewoon trotsch op was.
Zoo stond Lis dan den volgenden Zondag
vóór dc klas en verklaarde hij spijt te gevoe
len over hetgeen hij misdreven had.
En nu nog dc tekst! beval de predi-
kantsche, op een loon waaruit duidelijk haar
nieuwsgierigheid sprak.
Lis stond daar heel kleintjes le midden van
een diepe stilte.
„En David vraagde den Ilcere, Dewelke
pzeidc: Gij zult niet optrekken; maar trek
,.om tot achter hen, dat gij aan hen komt
„van tegenover dc moerbezieboomen.
„En het geschiede, als gij hoort het ge-
„ruisch van eenen gang in de toppen der
„moerbezieboomen, dan rep UP
Een oogenblik hcerschle er een benauwende
stille. Toen vertrokken zich de mondhoeken
van den onderwijzer, en de in spanning wach
tende kinderen mankten van de gelegenheid
gebruik om le brullen van 't lachen
M. Schrocvers, thans tijdelijk adjunct accoun-
ant aldaar;
ingesteld een commissie van onderzoek voor
het personeel van dc Rijks verzekeri ligbank,
aangewezen als lid cn voorzitter prof. mr. F.
Scholten, hooglceraar aan de gemeente-uni
versiteit tc Amsterdam, als lid cn plaatsver
vangend voorzitter mr. J. M. I. A. Simons, ad
ministrateur bij het departement van justitie
tc 's Gravenliage, als lid "W. II. Vliegen, wet
houder te Amsterdam, als plaatsvervangend
lid mr. G. J. ten Berg, commies bij hel gepar
lement van Waterstaat en als secretaris mr.
G. H. A. Grosheide Jr., advocaat cn accoun
tant te Amsterdam, Verder zijn leden aange
wezen door het bestuur van de Rijksvcrzéke-
ringbank, door (le verschillende ambtenaren,
door den controlecrend geneeskundige en
door de agenten dier bank
De Biddag Uit vele plaatsen in
den lande wordt ons bericht, dat aan den
biddag door talloozen werd deelgenomen;
overal hadden de predikers een talrijk ge
hoor en werden na de godsdienstoefening
de vaderlandsche liederen gezongen. Hier
en daar hadden op dezen dag tevens Oran-
jebetoogingen plaats.
In Alkmaar werd een grootc Oranjebetco-
ging gehouden en een telegram van hulde
aan cle Koningin verzonden.
Ook Zaandam heeft gisteren op greptsebe
wijzé uiting gegeven aan z:jr. gevoelens
voor vorstin en vaderland. T> s namiddags
had een groote betooging plaats, die on
danks het minder gunstige weer een uitste
kend verloop had.
Koningin Wilhelm! na aan de
stad Brussel.
Op een Telegram van hulde haar door
de stad Brussel gezonden heeft, naar de
N. R. Ct. meldt, de Koningin her volgende
antwoord geseind:
Zeer gevoelig voor de goede herinnering,
die de stad Brussel aan miin volk en mij
bewaart, stel ik er prijs op haar opnieuw in
dit historisch oogenblik er van tc verzeke
ren, dat mijn volk werkelijk gelukkig is ge
weest de broederlijke gastvrijheid te kunnen
verleenen, welke de Belgen in Holland ge
vonden hebben.
WILHELMINA.
IVationaic «laiiklutarhesd.
In aansluiting aan hel desbetreffend be
richt dat in enkele bladen werd opgenomen,
kan thans worden medegedeeld dat gister
middag te den Haag een vergadering plaats
had, zonder eenige politieke kleur, met de
bedoeling om verschillende vereenigingen
en organisaties uit te noodtgSh tot hét
medeonderteekenen van een op^ep aan.
het NeHerlandsche volk.
Deze oproep zal strekken om ee fonds
bijeen te brengen waaruit zij, die in den
loop der oorlogsjaren in leger en vloot de
persoonlijke lasten van de verdediging on
zer neutraliteit en onafhankelijkheid hebben
gedragen, kunnen worden gesteund indien
en in zoover zij dat noodig hebben.
Besloten werd, het doel in dier wege le
omschrijven, dat het fonds niet op zooda
nige wijze zal kunnen worden besteed, dat
de last van de uitkeeringen die van Rijks
wege aan d-e gezinnen van gem 0biliseerdenr
ook gedurende een zekeren tijd na demobi
lisatie,, geschieden, van de schatkist zou
worden afgenomen.
Deze beperking werd opgenomen omdat
anders enkele met meer gemeenschapszin
bedeelden in den lande een deel zouden
dragen van wrat ten laste van alle belasting
plichtigen behoort te komen. Het doel van
het fonds zal zijn diegenen onder de ge-
demobiliseerden die ten gevolge van de
mobilisatie op eenigerlei wijze in hui\ eco
nomisch bestaan werden benadeeld of vrici
economische toekomst- werd bedreigd, de
helpende hand te reiken.
Stille! schreeuwde- dc v oedende predi
kantsvrouw. Jongen, wal bedoel-je niet deze
woorden?
De knaap, trachtte aan te looncn, dal hij den
mooislen tekst uit den garischcn bijbel had ge
leerd. T Stond in 5 Samuel 5 vers 23 en 21.
Hij herinnerde zich op dit oogenblik, den
volbcladen moerbeziënboom, die boven den.
muur van de pastorie uitstak, in verrukking tc
hebben aanschouwd; cn dc dominee, die ach
ter hem aan was gekomen en aardigheid had
in zijn diepe bewondering, had op den tekst
gezinspeeld. „"Wal 'n heerlijk gezicht moei 't
zijn n geheel dal beplant mol zulke hoo
rnen had hij gezegd.
En zijn doffe oogen cn dc heldere kijkers
van Lis 'hadden in een denkbeeldig, schoon
Palestina gestaard. „'1 Is mijn levensdroom"
had de predikant op droeven toon eindelijk
gezegd, en hij had Lis een moerbezie gegeven,
waarmee deze zijn blauwe kieltje had be
morst.
En zijn vader tetd den tekst opgezocht.
Ik leerde den tekst, omdat 't zoo prach
tig klinkt, verklaarde de knaap nan de domi
neesvrouw. 't Is de schoonste vrucht, die cr
beslaat, zegt dc dommee. Dc kleur is zoo
mooi, '1 is zulk prachtig rood evenals...
Hij wilde haar iets aangenaams zeggen, iets
daLhaar strengen blik wat zou verzachten, cn
voltooide daarom zijn.zin op yriendebjken.
loon: „evenals uw gezicht".
Al was zij dom, toch begreep zij wel. dat
het zijn bedoeling niet was, 'n loopje met haar
le nemen. Zoodra dan ook het algemeen ge
lach bedaard was (waaraan zelfs het onder
wijzend personeel mee deed), sprak zij kortaf,
bits: Je bent '11 verschrikkelijk dom kind, ga
naar je plaatsl
(Wordt vervolgd.)