„DE EEMLANDER" BUITENLAND prijs o¥uoiE»[ïiiis FEUILLETON. lis DORIS 17e Jaargang No. 1ST 10flHEIIHIT<il>DIIQ pct j «"nden vo°' Arae™* fiDlfnntnltnlOrRiJO foort f v8o. idem franco per post f 2-50. pu week (met gratis verzekering tegen ongelukken) f 0.15. afzonderlijke nummer* 005 Wekelijksch bijvoegsel »D« HolLindsch* Huisvrow (onder redactie van Thérèse Hoven) pe» 5 maanden 75 cent Wekelijksch bijvoegsel •If cretórevur» per 3 mxanden 60 cent HOOFDREDACTEUR: M., 0. J. VAN SCHAARDENSURG UITGEVERS: VALKHOFF Ca BUREAU: ARNHEMSCHE POORTWAL, hoi. ■Jia.eMV.nii.it*. INTERCOMM. TELEFOONNUMMER 613 SWaandsg 6 Januari 1919 dienstaanbiedingen l—S regels f 0.50, groote lett. naai plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan reet voordeelige bepalingen tol hel herhaald advcr» teereD In dit Blad, bti abonnement Eene circulaire bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. vaa week tot week. Over de voorbereiding van de vredeson derhandelingen hangt 'n waas van geheim zinnigheid. De uitlegging, welke de Europee- iche staatslieden aan Wilson's beginselen gaven, werd door d^n President zelf wel wat heel vrij gevonden, zoodat hij het noodig oor deelde persoonlijk naar Europa over te ste ken. om te trachten tot .overeenstemming te komen en de otide wereld van nieuwe missla gen te weerhouden. Zoo is Wilson, ondanks oppositie in eigen land. den Oceaan overgestoken, hij bezoekt thans zijn verschillende bondgenooten en overal wordt hij met uitbundig enthousiasme ontvangen, begroet de bevolking in Wilson niet alleen het staatshoofd der Vereenigde Staten, welke het zwaar beproeTde Europa den vrede weergegeven en de Pruisische macht voor goed gebroken hebben, maar ook de groote figuur, van wie men het herstel van het verstoorde wereldverband verwacht. Ir» hoever Wilson's bezoeken en samen- sprekingen de juiste toepassing zijner begin selen bevorderen zal, blijft onzeker; er lekt zoo weinig van uit en de officieele berichten spreken wat heel erg officieel over bereikte overeenstemming en verschillen van zeer on dergeschikt belang. Zooveel is echter zeke'r, dat dè vredeson derhandelingen geheel buiten de overwonne nen omgean. Duitschland noch een zijner voormalige hondgenooten heeft stem in 't ka pittel. Zij zullen later mogen komen vragen, welke vpede men over hen beschikt heeft. Hoe zou 't ook anders kunnen? Duitsch land gaat lustig voort zichzelf steeds dieper in t zand te werken. Precies als in Rusland heelt het volk de nederlaag niet weten te dra gen. Het is in opstand gekomen eerst tegen de oude gezaghebbers, die het in 't ongeluk gestort hadden, en toen deze verdwenen zon der dat iemand 'n hand tot hun bescherming uitstak, kwam het tegen zichzelf in opstand. De socialisten, die zich van de macht mees ter gemaakt hadden, lagen weldra met elkaar overhoop, de uiterste elementen, die zich minderheid wisten, grepen op hun beurt naar de macht op straat, 't kwam tot botsingen, straatgevechten, er stroomde burgerbloed maar ten slotte behielden de gematigden, bij welke zich vele burgerlijke elementen voe gen, de overhand. De onafhankelijke socia listen, in de knel tusschen de gematigde en de uiterste, Bolsjevisten, ruimden het veld en de regeering, welke door de diepgaande mee- ningsverschillen tusschen de leden tot mach teloosheid .gedoemd was geweest, is nu al thans homogeen en zal hopelijk zonder in wendige conflicten tot de op 19 Januari be paalde verkiezing der-volksvertegenwoordi ging het bewind kunnen behouden. De ui tersten zullen wel roerig blijven maar Duit- /che volk begint meer en meer orde en rust le verlangen. Het ontwaakt uit z'n booze droom en .ziet de onheilen welke het aange richt heeir. lntusschen maken de Polen zich op om 't grensgebied van Duitschland af te scheuren en zich 'n uitweg naar de Oostzee te ba nen. De Duitsche stad Dantzig moet hun dien verschaffen. In de voormalige Oostenrijksche en Hon- gaarsche landen heerschen ellende en hon ger, honger naar voedsel en honger naar land. t Eerste ligt moeilijker voor 't grijpen •dan t laatste. Om 't zelfbeschikkingsrecht der bewoners bekommert men zich niet veel, ieder tracht zich ten koste van z'n buurman verrijken. Waar de grensgebieden zoo ge mengd van bevolking zijn, is 'n bevredigende oplossing dan ook wel uiterst moeielijk. Maar tiid wordt het, dat de wereldregelaars hier orde scheppen. De Bolsjeviki in Rusland wachten hun lot af. Zij weten dat het einde nadert. Hun laat ste hoop is nog gevestigd op 'n wereldrevo lutie en zij hebben overal hun agenten, maar nu Wilson zelf naar Europa gekomen is, en het gevaar voer een onver- standigen vrede verminderd is. zal ook de mogelijkheid van .een wereldrevo lutie wel geweken zijn. Naar mate de Duit- schecs Russisch gebied ontruimen, breidt de macht der Bolsjeviki zich in de Oostzeelan den uit maar in het Oosfen werden 'hun troe pen geducht geslagen door anti-Bols jévisti- sche Russen, die slechts op de geallieerden wachten om aan het Rijk van de avonturiers 'n einde te maken. De verkiezingen in Engeland hebben 'n overweldigende meerderheid gebracht aan de conservatieven en de liberalen van Lloyd George. De onafhankelijke liberalen van As- quith, wars-van chauvinisme en imperialis me, leden 'n zware nederlaag, de arbeiders partij zag hare voormannen niet herkozen. Had echter in Engeland de evenredige ver tegenwoordiging bestaan, dan zou de samen stelling van het Lagerhuis wel wat anders geweest zijn. De Iersche zetels zullen onbe zet blijven, de nationalisten zien bijna al hun plaatsen ingenomen door Sin Feiners, die algeheele afscheiding van Engeland voor staan en niet in het Parlement zullen ver schijnen doch 'n eigen Iersch Parlement gaan stichten. Voor Nederland schijnt de toestand ©p te klaren. De onderhandelingen met de gealli eerden, van wie wij thans alle heil te ver wachten hebben, hebben goede economische resultaten, de aanvoer zal regelmatiger wor den, zelfs in den Êteenkolennood zal verlich ting komen door ruil van Belg. steenkool voor Hollandsch vee, terwijl er ook weer eenige aanvoer uit Duitschland komt, het annexio- nisme vond in België weinig weerklank en luwt, en de Limburgsche quaestie zal wel op gelost zijn, nu ook de geallieerden gelegen heid. krijgen onze rivierwegen te benutten voor het onderhoud hunner troepen in Duitschland. Wereldgeschiedenis in 1918. IV. De leden van den vierbond zijn ieder voor zich bij afzonderlijke overeenkomst uit den strijd getreden. Bulgarije gaf het voorbeeld; Turkije en Oostenrijk volgden; Duitschland sloot de rij. Maar deze vier wapenstilstands overeenkomsten, al staan zij ieder op zich zelf, hebben allen denzelfden karaktertrek gemeen; zij bezegelen te zamen de neder laag van den vierbond in den grooten we- reldstrijd. Wanneer men het geheel van de zen strijd overziet, dan onderscheidt men daarin twee tijdperken: het eerste van vier jaren, waarin Duitschland, door zijne bond genooten ondersteund, als overwinnaar den strijd voerde, het tweede van slechts vier maanden duur, waarin al de vroeger be haalde winsten stuk voor stuk werden afge broken en aan het-einde waarvan het Duit sche militarisme verslagen en verpletterd is en de Duitsche regeering moet vragen, dat de wapenen worden ter ruste gelegd. Dat had niet zoo behoeven te zijn. en wanneer Duitschlands staatslieden en diplo maten van hetzelfde gehalte waren als zijne krijgsoversten, dan zou het niet zijn ge schied. De uitkomst van den strijd had ge heel anders kunnen zijn. Twee jaren gele den stond voor Duitschland de kans aller-, gunstigst. Wel was het vredesaanbod, dat de centrale mogendheden den 12en December 1916 hadden gedaan, smadelijk afgewezen door de Entente. Maar Wilson stond toen nog op het standpunt, dat de beste oplossing zou worden verkregen door een vrede,waar bij geen der strijdende partijen overwinnaar was. Hij was bereid, zoodra de gelegenheid daarvoor gunstig was, zijn invloed aan te wenden om op dien grondslag in het be lang van den vrede werkzaam te zijn. Maar dat was niet naar den zin van de hoofden der militaire partij in Duitschland. Zij dre ven het noodlottige besluit door om, met schending van het aan Amerika gegeven woord, terug te keeren tot het- voeren van den duikbootoorlog in den meedogenloo- zen, niets en niemand ontzienden vorm, die de geheele wereld tegen Duitschland in het harnas heeft gejaagd, en een onuitwischba- ren schandvlek geworpen heeft op de Duit sche oorlogvoering. Men heeft in Duitschland met onbegrij pelijke verblindheid steeds gezworen bij de voortreffelijkheid van het duikbootwapen en is het blijven aanwenden totdat men tot het inzicht was bekeerd, dat er geen andere uit komst was dan om den vrede te vragen. Den 2en Juli werd het hospitaalschip Llandovery Castle door een duikboot in den grond ge boord. Den 11 en October vertoonde de duikbootoorlog zich nog eens weer in al zijne afschuwelijkheid; aan de Iersche -kust werden twee stoomschepen, de Hirano Maru en de Leinster, met eenige honderden men- schen naar den bodèm der zee gebracht. Dat waren daden van schitterende verdienste in de oogen van de militaire partij en het ge tuigt van den alles beheerschenden invloed van deze partij, dat bij- de behandeling van de marinebegrooting in den rijksdag op 13 Mei allen het eens waren over de militaire waarde van het duikbdotwapen en den on- beperkten duikbootoorlog onvoorwaardelijk wilden voortzetten. Maar de bittere ontgoo cheling is niet uitgebleven. Men dacht, door terug te keeren tot de niets ontziende-aan wending van het duikboctwape*, den mees- terslag te slaan, waardoor binnen zes maan den de oorlog tot het zegevierende einde zou worden gebracht. De uitkomst is juist andersom geweest. Men heeft de kans op een eervóllen vrede, die zoool niet de over winning dan toch eene oplossing waarmee men tevreden kon zijn zou brengen, er door verspeeld; men heeft het aantal van Duitsch lands vijanden tot „eene wereld" doen aan groeien, \oor den vijand nieuwe bronnen geopend waaruit hij zijne krachten schier zonder beperking kon aanvullen, en den oor log verlengd totdat men door uitputting van de eigen kracht genoodzaakt was om den vrede te vragen. Naar de uiterlijke kentee- kenen is de kentering den lÖen Juli 1918 begonnenmaar welbeschouwd heeft Duitschland den len Februari 1917 de kiem geplant van zijn ondergang. Wie wind zaait zal storm oogsten. Duitschland nedeflaag, die' den Hen November 1918 bezegeld werd, is den len Februari 1917 begonnen. Gedane zaken nemen geen keer. De ge volgen van de fout, erger dan een misdaad, die in Februari 1917 was begaan, zijn aan den dag gekomen toen de krachten waren uitge put door den ongelijken strijd. Voor velen kwram dat nog onverwracht; maar wie verder zag d®n de oppervlakte dien ontging het toch niet, dat het fatale oogenblik nader kwam. Dat oogenblik moest onvermijdelijk komen. Duitschland en zijne bondgenooten waren in (len toestand van een zworen zieke, die is aangetast door een doodelijke kwaal. De krachten kunnen lang weerstand bieden aan het sloopingswerk; maar einde lijk geraken zij' uitgeput en dan volgt de inzinking snel en onverbiddelijk. De voorbode van de naderende catastro phe was de ontsteltenis, die in Duitschland werd verwekt door de aankondiging van staatssecretaris von Kühlmann in den rijks dag omstreeks half Juli dat men zich op een vijfde oorlogsjaar moest voorbereiden. Een jaar vroeger ,h^d hij met zelfvertrouwen verkondigd, dat het vierde oorlogsjaar het laatste zou zijn en dat hij, met uitzondering van de kwestie van Elzas-Lotharingen, geen enkel geschilpunt zag, dat niet door overleg aan de conferentietafel zou zijn op te lossen. Nu uit denzelfden moncf te vernemen, dat de ellenden van den o«Jog nog in een vijfde jaar gedragen zouden moeten worden, be rokkende aan het Duitsche volk een bittere teleurstelling, die groote verslagenheid te weeg bracht. Door eene andere uitdrukking haalde von Kühlmann zich de ongenade van de mili tair© partij op den hals! Hij verstoutte zich te zeggen, dat om den oorlog ten einde te brengen, de medewerking gevorderd werd van nog andere factoren dan het militaire element. De hoofden van de militaire partij lazen hierin, dat twijfel werd uitgedrukt of zij wel in staat zouden zijn -den oorlog te brengen tot een zegevierend einde. Zulk eene ketterij kon in een lid van de regeejing niet worden geduld; von Kühlmann werd naar het hoofdkwartier ontboden, waar hem zijn ontsiag gegeven werd. Twee maanden later was de Onmacht van het militaire element om naar zijn inzicht den vrede tot stand te brengen, voof ieder een zichtbaar geworden. De andere factoren moesten de taak ter hand nemen om den vrede te verkrijgen op de eenige wijze, die nog mogelijk was. De Oostenrijksche regee ring deed daartoe den eersten stapjden 16en September deed zij aan de gezamenlijke oorlogvoerenden het voorstel gemeenschap pelijk te onderzoeken of er mogelijkheid bestond, dat vredesonderhandelingen kon den worden ingeleid. Zij kreeg aanstonds nul op het rekest; men wachtte in Washing ton niet eens af totdat het voorstel was overhandigd, maar gaf op de blpote aankon diging, dat het voorstel was afgezonden, te kennen, dat men er niet van gediend was Den 6en October volgde de tweede stap, ditmaal van Duitschland, Oostenriik-Hon- garije en Turkije, de leden van den vierbond dus, die noj; als oorlogvoerenden waren overgebleven, want Bulgarije was reeds of- gevallen. Zij dieftden gezamenlijk vredes voorstellen in en het verzoek om dadelijk een wapenstilstand te land, te water en in de lucht te sluiten. Daarmee was het herstel van den vrede officieel aanhangig gemaok Politiek Overzicht De samenstelling ,-an nieuwe lagerhuis zal aldus zijn: Regeeringspartij (couhue .wn unionisten, zooals de conservatieven genoemd -worden sints de door den door Gladstone aange bonden strijd over homerule in Ierland bewerkte scheiding in politieke partij- organisatie, liberalen en labour-mannen, respectievelijk sterk 334, 133 en 10) 477. Aannemende dat de 50 onafhankelijke con servatieven, die gekozen zijn, de regeering steunen, zal de regeeringspartij 527 sterk zijn. De oppositie telt 2£ libeialen, 62 Iabourmannen, 7 nationalisten, 9 onafhan kelijker te zamen 105. Verder zijn. nog ge kozen 73 Sinn Feiners, maar die zullen geen zitting nemen en doen dus geen afbreuk aan de coalitie-meerderheid, die 421 stem men op de oppositie voor heeft. De uitslag kan in korte woorden aldus worden samengevat: Het overwicht van de conservatieven drukt den stempel op het nieuwe kabinet. In de coalitie hebben zij 354 van cle 477 stemmen. Met de als onaf- hankelijken gekozen conservatieven ver- eenigd, brengen zij 384 stemmen uit. In het vorige huis hadden 282 unionistenzitting op een totaal van 670 leden. De liberale partij heeft als een daadwerkelijke macht in Westminster opgehouden te bestaan. De Labour Party heeft wel -here positie ver sterkt, maar heeft toch op verre na niet het succes gehad, dat werd verwacht. De Sinn Fein-beweging heeft geheel Ierland ymeege- sleept behalve Ulster. Men kan den uitslag in deze vijf puntert scmenvatten: 1. Onder een van huis uit liberalen eer« sten minister is de sterkte van de unionis ten in het lagerhuis vermeerderd van 287 oo het tijdstip van de ontbinding tot 384. 2. Asquith, de leider van de liberale partij, en zijne voornaamste medestanders zijn niet herkozen en de oude liberale partij is terug gedacht tot 37 (de 9 als onafhankelijken ge kozenen meegeteld). 3. De Labour Party is van 38 tot 62 ledeil gestegen. 4 Sinn Fein heeft de nationalistische partij in Ierlanti weggevaagd en heeft 73 van hare candidaten .doen verkiezen. Van de nationalisten zijn slechts 7 gekozen; hun leider Dillon heeft zijn zetel verloren. 5. Geen vrouwelijke candidaat is ii* Groot-Brittannie gekozen. De eenige vrouw,' die gekozen is, is gravin Markiewicz in Du blin, en daar deze als Sinn Feiner geen' zitting zal nemen, verschijnt er geen vrouw in het parlement. Men kan den uitslag nog korter uitdrukken' en zeggen: Deze uitkomst is een persoonlijk' succes voor Lloyd George, dat de stoutste) verwachtingen overtreft. Zijn verklaard doe\ was oppositie te vernietigen en zich eene meerderheid te verschaffen, waarop on der alle omstandigheden kon worden gere kend en die aan zijn gezag zou gehoorzamen' buiten alle kwestie. Dat doel heeft hij be reikt op eene wijze, die zonder precedent is. „Lloyd George doelde op een coup d'état, hij heeR een coup de théatre verricht", schrijft de Daily News. Wilson heeft in Rome drukke dagen ge had. Op één dag heeft hij een plech tige zitting van het parlement bijgewoond in het gebouw op den Morde Citorio, aangezeten aan een feestmaal, dat de koning en de koningin in het Quirinaal gaven ter zijner eer, en na afloop daarvan in het Capitool, den zetel van het gemeentebe stuur van Rome, het eereburgerschap \an de stad aanvaard. Hij heeft daarbij vriende lijke v oorden gezegd aan het adres van ko ning, volk en stad, welker gastvrijheid hij ge noot, zijne bewondering betuigd voor de wijze, waarop de koning voortdurend in ge meenschap met het leger is gebleven, en voor de edel dienende kameraadschap van' de koningin én zijne genegenheid uitgedrukt voor het Italiaansche volk, dat zoovele ele« menten heeft geleverd voor de materieelc ontwikkeling en voor de bevordering van hei geestesley^n in Amerika In der. drom;, uic-n de koning aan.het feest maal op zijn gast uitbracht, gewaagde hij er van, 'dat Iralië, nu het aan zijn boezem de broeders bijeen heeft gebracht, die zoo lang zuchtten onder buitenlandsche dwingelandij,' en nu het de grenzen heeft veroverd, die het alleen veiligheid en ware onafhankelijk heid kunnen verschaffen, zich voorbereidt om ten hartelijkste met den president samen te werken om de 't best aan het doel beant woordende middelen te verkrijgen, ten einde de bascnaa:de volken te zamen te scharen om in den hoogsten vorm van een volken bond de voorwaarden te scheppen, die er het meest op zijn berekend om met behoud van 'een ieders rechten de kern van een doel- treffenden en heilzamer, vrede te scheppen. „Italië en Amerika gordden de wapens aan om de mnchten van den oorlog te verslaan. Die taak is nog niet geheel vervuld en het gemeenschappelijke werk moet nog worden ontwikkeld met een vast geloof en een ge stadige volharding om den vrbde voor alle gevaren te vrijwaren." •We zouden boeken en gedichten niet zoo liefhebben, als wij er ons zelf niet in weer vonden. f Roman van een Nederlandschen Schilder. Naar het Engelsch van van MAARTEN MAARTENS •door J. L. van derMoer. Evenmin was het waar, dal hij de eleclri- ffche behandeling tot genezing van zijn vader's •kwaal een gemakkelijke taaie vond. Wanneer hij dit beweerde, dan bevestigde hij daarmee 3e beschuldiging van den kwaadaardigen ouderling, dat hij jokte. Dr. Slik geloofde hem riet en Jelta ook niet. Voor zoo ver mogelijk, ^reeg hij eenige hulp van den onbeduidenden platbe]aiids-\»celmeesicr. De zieke man vertrouwde op den Heer en informeerde nauwkeurig omtrent zijn genees middelen. Zoo gingen de dagen voorbij met Vlagen, berouw, hoop en akute pijnlijke „be- hondelhig werkelijk een afwisselende in spanning. Ook was er menig uur van ge dwongen afwezigheid met de kar. Ze hadden te kampen met een ellendige, nijpende, niet W verhelpen armoede. Tijdens het taaie waken naast het bed of naa^t den ziekenstoel hield Lis zich met het maken van schetsjes onledig. Niemand be wonderde zijn werk. behalve Jelta, die toe vallig met een korte vacanlie thuis was, ua het afleggen van een examen. Lis, je zult eenmaal 'n groot man worden, zei Jelta, terwijl zij dc leckcningen ter zijde legde. Ilij grinnikte kalmpjes. Op welke manier vroeg hij, niet ver wachtend, oen aannemelijk antwoord te zulien krijgen. En hij kreog 'l ook niet. Op dc eene of andere manier riep zij uit. En zij stampte met haar voetje op den grond bij het zien \an een cervigszins spottende uitdrukking op zijn lief, bleek gericht. Zus of zoo Op dc eene of andere manier! herhaalde zij luide, waarna zij driftig naar huis liep. Bij mij vergeleken ïs-ie al 'n groot man, Jelta, zei de dominee, die diep gebogen zat over Heshusius. Maar zoo iets wilde Jetla, die haar vader bij deze gelegenheid met meer dan groote harlelijkheid kuste, nu, noch ooit, voor zich zelve aannemen. En een dergelijke opvatting zou zij ook nimmer bij anderen aanmoediger. Dat denkbeeld moest maar binnen de muren van de Boldamsche pastorie blijven X. Neen, Lis Doris zou zijn leven niet eindigen In de „Gemeente'' van domir.ee Donderbus. Aan Simon zou zulk een uiteinde, zelfs in maalschappelijken zin, hebben toegeschenen als de vlucht van den leeuwerik naar den hemel Niet, dat hij predikanten beter achtte dan andere menschen; maar zij waren ge wichtiger en veel voornamer dan een ploete rende kruideniersjongen durfde droomen. De kruideniersjongen, in wien niemand eenig belang stelde, behalve zijn vader en Jcltu. sukkelde nu zijn achttiende levensjaar in Op eiken jaardag en met St. Nicolaas zond Jelta hem een aardigheidje, dal zij zelf be dacht had. Zij was nu onderwijzeres geworden te Arnhem. Dc gezonde iuoht en het mooie aanzien van de stad hadden niet nagclaien hun invloed op haar manieren en op haar uiterlijk uil te oefenen. Dc. va can tie dagen, bij haar wereldsche tante doorgebracht, (leden de rest. In één woord, alhoewel Lis dit nu niet bepaald zoo opmerkte, had zij zich ont wikkeld tot een bekoorlijke vrouw, wat te verwachten was geweest, en zij had uitstekend geleerd zicli tc klecden, te converseeren en ■zich te bewegen. Dit laatste viol Lis natuurlijk wel op, maajvhij had ook nimmer verwacht, dat zij zou opgroeien als de boerenmeisjes van het dorp. Zij was ook geen dorpsmeisje, zij was J e 11 a van den dominee, die in zijn oog met geen andere op één lijn kon staan. En thans was zij een fijne stadsdame, die voor dc beste van de „Zomervliegen'* niet behoefde onder tc doen. Dat voor haar de betrekking van openbare onderwijzeres eigen lijk iels ongerijmds was, viel buiten zijn waar nemingsvermogen Zij was altijd zijn be schermvrouw, zijn patrones geweest. Mevrouw Donderbus, plotseling op de hoog te van konten en franjes, zinspeelde op haar eigen kind als bp Delilah. Bij deze gelegen heid trok Delilah's zwaarmoedige vader zijn, door Clazina netjes opgelapte, kamerjapon om zijn magere lcd^n en stond op om (in fi guurlijken zin natuurlijk) zijn vrouw om de ontzette ooren te slaan. Ze heeft mijn laatsten jaardag vergeten, /ei Lis terwijl hij de bedgordijnen dicht schoof. nadut. <Ie zieke n»an zijn avondgebed had gedaan. Dal heb-je al eens eerder gezegd, Lis. Dnt zul-je je wel herinneren. Ja, dat is zoo. Ik heb ook niemand dan Jetla. Dc .wereld is tc groot om leeg tc zijn. Ben ik er dan niet? En de honden?..- Sc hud de kussens wal "op... J» moest die honden niet altijd zoo bij je hebben, vader. Ik vind dat niets goed. Ik houd van die beesten. Ze houden mc dag en nacht gezelschap. Ik ben blij dal die man ze hier gelaten heeft. Kom maar, jog- gie's, en zeg jelui arme grootvader göcic- naclit. De netjes onderhouden honden, met 'n blauw lintje om den hals, sprongen op dc beddesprci. Jlel was Simon's trots, dat hij 's avonds zich zelve zoo kun redden, dat hij, onder allerlei liefkoozingen, de strikjes los maakte, voordat de honden zich aan het voe teneind nestelden. Hij had zicli aangewend den grootsten onzin tegen de beesten uit tc kramen. Daarbij scheen hij te hebben vergelen en ongetwijfeld had de engel, die al ons goed en kwaad op teekent, dat vóór hem reeds gedaan dat al onze dwaze woorden op onze debéftzijde moeten worden geboekt, wanneer ze uit den mond van den volwassene tol het kind worden gesproken (dit was nim mer zijn zwak geweest), of, wat nog erger is, tot een dier. Bovendien had hij tijdens zijn langdurige riekte geleerd, zich zelve meer te verwijten dan zijn zoon. Je bent nu te oud, om nog jc verjaardag te vieren, mompelde hij. Zeventien jaar! Ja, ik ben oud, stemde Lis toe, en als om dit te bewijzen, zette hij het nachtlicht achter het scherm. Je moet niet morren. Lisl De Heer.- De zieke, die met het-gezicht mar den muuf lag, draaide zicli plotseling cm en greep de beddcplank vast. Lis, zeg toch dat je gelukkig bent, jon gen! Toe. zeg 't toch» Ilij deed zijn best om in dc schaduw iets van het gezicht van den jongen tc ontdekken; Zeg toch dat je tevreden bent met je leven! O. ik weel wel dat de wereld:licel droe vig is. Lis! Maar zeg toch dat je niet onvol daan bent! s Lis was vóór het bed gaan zitten Natuurlijk ben ik gelukkig, zei hij. Wahtv om zou ik 't niet zijn? Je hebt immers alles wat je wenscht, ven volgde dc oude met vuur. Ik heb alles wat ik behoef, vader Maar ik veronderstel dat iemand altijd noji iets meer kan verlangen, zoonis mevrouw C h o w... Vrouwen zijn begeerig. Jij bent 'n man. Ik geloof niet dat ik bcgeerig ben. ant woordde Lis peinzend. Wat zou-je kunnen verlangen, vroeg rijn vader, terwijl hij trachtte rond to rien in d# aVmoedige kamer. Jc bent immers gezond? Ik zou me *n tuin vol roode rozen kun nen wenschen, 'n rijtuig met twee schimmels er voor en.... 'n lief meisje, zei de jongen lachend. Maar niemand zou kunnen beweren dat ik ze noodig heb. Dat is immers kinderpraat Daar ben-je nu tc groot voor. Maar ik heb toch 'n massa dingen, die mij niet toebehooren, en dat zijn juist d< mooiste dingen, die men hebben kan. Daat heb-je bijvoorbeeld de huizen aan de over' zijde.J (Wordt vervolgd.fv

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1919 | | pagina 1