„DE EEMLANDER"
BUITENLAND
prijs o¥uoiE»[ïiiis
FEUILLETON.
lis DORIS
17e Jaargang No. 1ST
10flHEIIHIT<il>DIIQ pct j «"nden vo°' Arae™*
fiDlfnntnltnlOrRiJO foort f v8o. idem franco
per post f 2-50. pu week (met gratis verzekering
tegen ongelukken) f 0.15. afzonderlijke nummer*
005 Wekelijksch bijvoegsel »D« HolLindsch*
Huisvrow (onder redactie van Thérèse Hoven)
pe» 5 maanden 75 cent Wekelijksch bijvoegsel
•If cretórevur» per 3 mxanden 60 cent
HOOFDREDACTEUR: M., 0. J. VAN SCHAARDENSURG
UITGEVERS: VALKHOFF Ca
BUREAU: ARNHEMSCHE POORTWAL, hoi. ■Jia.eMV.nii.it*.
INTERCOMM. TELEFOONNUMMER 613
SWaandsg 6 Januari 1919
dienstaanbiedingen l—S regels f 0.50, groote lett.
naai plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan
reet voordeelige bepalingen tol hel herhaald advcr»
teereD In dit Blad, bti abonnement Eene circulaire
bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
vaa week tot week.
Over de voorbereiding van de vredeson
derhandelingen hangt 'n waas van geheim
zinnigheid. De uitlegging, welke de Europee-
iche staatslieden aan Wilson's beginselen
gaven, werd door d^n President zelf wel wat
heel vrij gevonden, zoodat hij het noodig oor
deelde persoonlijk naar Europa over te ste
ken. om te trachten tot .overeenstemming te
komen en de otide wereld van nieuwe missla
gen te weerhouden.
Zoo is Wilson, ondanks oppositie in eigen
land. den Oceaan overgestoken, hij bezoekt
thans zijn verschillende bondgenooten en
overal wordt hij met uitbundig enthousiasme
ontvangen, begroet de bevolking in Wilson
niet alleen het staatshoofd der Vereenigde
Staten, welke het zwaar beproeTde Europa
den vrede weergegeven en de Pruisische
macht voor goed gebroken hebben, maar ook
de groote figuur, van wie men het herstel
van het verstoorde wereldverband verwacht.
Ir» hoever Wilson's bezoeken en samen-
sprekingen de juiste toepassing zijner begin
selen bevorderen zal, blijft onzeker; er lekt
zoo weinig van uit en de officieele berichten
spreken wat heel erg officieel over bereikte
overeenstemming en verschillen van zeer on
dergeschikt belang.
Zooveel is echter zeke'r, dat dè vredeson
derhandelingen geheel buiten de overwonne
nen omgean. Duitschland noch een zijner
voormalige hondgenooten heeft stem in 't ka
pittel. Zij zullen later mogen komen vragen,
welke vpede men over hen beschikt heeft.
Hoe zou 't ook anders kunnen? Duitsch
land gaat lustig voort zichzelf steeds dieper
in t zand te werken. Precies als in Rusland
heelt het volk de nederlaag niet weten te dra
gen. Het is in opstand gekomen eerst tegen
de oude gezaghebbers, die het in 't ongeluk
gestort hadden, en toen deze verdwenen zon
der dat iemand 'n hand tot hun bescherming
uitstak, kwam het tegen zichzelf in opstand.
De socialisten, die zich van de macht mees
ter gemaakt hadden, lagen weldra met elkaar
overhoop, de uiterste elementen, die zich
minderheid wisten, grepen op hun beurt naar
de macht op straat, 't kwam tot botsingen,
straatgevechten, er stroomde burgerbloed
maar ten slotte behielden de gematigden, bij
welke zich vele burgerlijke elementen voe
gen, de overhand. De onafhankelijke socia
listen, in de knel tusschen de gematigde en
de uiterste, Bolsjevisten, ruimden het veld en
de regeering, welke door de diepgaande mee-
ningsverschillen tusschen de leden tot mach
teloosheid .gedoemd was geweest, is nu al
thans homogeen en zal hopelijk zonder in
wendige conflicten tot de op 19 Januari be
paalde verkiezing der-volksvertegenwoordi
ging het bewind kunnen behouden. De ui
tersten zullen wel roerig blijven maar Duit-
/che volk begint meer en meer orde en rust
le verlangen. Het ontwaakt uit z'n booze
droom en .ziet de onheilen welke het aange
richt heeir.
lntusschen maken de Polen zich op om 't
grensgebied van Duitschland af te scheuren
en zich 'n uitweg naar de Oostzee te ba
nen. De Duitsche stad Dantzig moet hun dien
verschaffen.
In de voormalige Oostenrijksche en Hon-
gaarsche landen heerschen ellende en hon
ger, honger naar voedsel en honger naar
land. t Eerste ligt moeilijker voor 't grijpen
•dan t laatste. Om 't zelfbeschikkingsrecht
der bewoners bekommert men zich niet veel,
ieder tracht zich ten koste van z'n buurman
verrijken. Waar de grensgebieden zoo ge
mengd van bevolking zijn, is 'n bevredigende
oplossing dan ook wel uiterst moeielijk. Maar
tiid wordt het, dat de wereldregelaars hier
orde scheppen.
De Bolsjeviki in Rusland wachten hun lot
af. Zij weten dat het einde nadert. Hun laat
ste hoop is nog gevestigd op 'n wereldrevo
lutie en zij hebben overal hun agenten, maar
nu Wilson zelf naar Europa gekomen
is, en het gevaar voer een onver-
standigen vrede verminderd is. zal
ook de mogelijkheid van .een wereldrevo
lutie wel geweken zijn. Naar mate de Duit-
schecs Russisch gebied ontruimen, breidt de
macht der Bolsjeviki zich in de Oostzeelan
den uit maar in het Oosfen werden 'hun troe
pen geducht geslagen door anti-Bols jévisti-
sche Russen, die slechts op de geallieerden
wachten om aan het Rijk van de avonturiers
'n einde te maken.
De verkiezingen in Engeland hebben 'n
overweldigende meerderheid gebracht aan de
conservatieven en de liberalen van Lloyd
George. De onafhankelijke liberalen van As-
quith, wars-van chauvinisme en imperialis
me, leden 'n zware nederlaag, de arbeiders
partij zag hare voormannen niet herkozen.
Had echter in Engeland de evenredige ver
tegenwoordiging bestaan, dan zou de samen
stelling van het Lagerhuis wel wat anders
geweest zijn. De Iersche zetels zullen onbe
zet blijven, de nationalisten zien bijna al hun
plaatsen ingenomen door Sin Feiners, die
algeheele afscheiding van Engeland voor
staan en niet in het Parlement zullen ver
schijnen doch 'n eigen Iersch Parlement gaan
stichten.
Voor Nederland schijnt de toestand ©p te
klaren. De onderhandelingen met de gealli
eerden, van wie wij thans alle heil te ver
wachten hebben, hebben goede economische
resultaten, de aanvoer zal regelmatiger wor
den, zelfs in den Êteenkolennood zal verlich
ting komen door ruil van Belg. steenkool voor
Hollandsch vee, terwijl er ook weer eenige
aanvoer uit Duitschland komt, het annexio-
nisme vond in België weinig weerklank en
luwt, en de Limburgsche quaestie zal wel op
gelost zijn, nu ook de geallieerden gelegen
heid. krijgen onze rivierwegen te benutten
voor het onderhoud hunner troepen in
Duitschland.
Wereldgeschiedenis
in 1918.
IV.
De leden van den vierbond zijn ieder voor
zich bij afzonderlijke overeenkomst uit den
strijd getreden. Bulgarije gaf het voorbeeld;
Turkije en Oostenrijk volgden; Duitschland
sloot de rij. Maar deze vier wapenstilstands
overeenkomsten, al staan zij ieder op zich
zelf, hebben allen denzelfden karaktertrek
gemeen; zij bezegelen te zamen de neder
laag van den vierbond in den grooten we-
reldstrijd. Wanneer men het geheel van de
zen strijd overziet, dan onderscheidt men
daarin twee tijdperken: het eerste van vier
jaren, waarin Duitschland, door zijne bond
genooten ondersteund, als overwinnaar den
strijd voerde, het tweede van slechts vier
maanden duur, waarin al de vroeger be
haalde winsten stuk voor stuk werden afge
broken en aan het-einde waarvan het Duit
sche militarisme verslagen en verpletterd is
en de Duitsche regeering moet vragen, dat
de wapenen worden ter ruste gelegd.
Dat had niet zoo behoeven te zijn. en
wanneer Duitschlands staatslieden en diplo
maten van hetzelfde gehalte waren als zijne
krijgsoversten, dan zou het niet zijn ge
schied. De uitkomst van den strijd had ge
heel anders kunnen zijn. Twee jaren gele
den stond voor Duitschland de kans aller-,
gunstigst. Wel was het vredesaanbod, dat de
centrale mogendheden den 12en December
1916 hadden gedaan, smadelijk afgewezen
door de Entente. Maar Wilson stond toen
nog op het standpunt, dat de beste oplossing
zou worden verkregen door een vrede,waar
bij geen der strijdende partijen overwinnaar
was. Hij was bereid, zoodra de gelegenheid
daarvoor gunstig was, zijn invloed aan te
wenden om op dien grondslag in het be
lang van den vrede werkzaam te zijn. Maar
dat was niet naar den zin van de hoofden
der militaire partij in Duitschland. Zij dre
ven het noodlottige besluit door om, met
schending van het aan Amerika gegeven
woord, terug te keeren tot het- voeren van
den duikbootoorlog in den meedogenloo-
zen, niets en niemand ontzienden vorm, die
de geheele wereld tegen Duitschland in het
harnas heeft gejaagd, en een onuitwischba-
ren schandvlek geworpen heeft op de Duit
sche oorlogvoering.
Men heeft in Duitschland met onbegrij
pelijke verblindheid steeds gezworen bij de
voortreffelijkheid van het duikbootwapen en
is het blijven aanwenden totdat men tot het
inzicht was bekeerd, dat er geen andere uit
komst was dan om den vrede te vragen. Den
2en Juli werd het hospitaalschip Llandovery
Castle door een duikboot in den grond ge
boord. Den 11 en October vertoonde de
duikbootoorlog zich nog eens weer in al
zijne afschuwelijkheid; aan de Iersche -kust
werden twee stoomschepen, de Hirano Maru
en de Leinster, met eenige honderden men-
schen naar den bodèm der zee gebracht.
Dat waren daden van schitterende verdienste
in de oogen van de militaire partij en het ge
tuigt van den alles beheerschenden invloed
van deze partij, dat bij- de behandeling van
de marinebegrooting in den rijksdag op 13
Mei allen het eens waren over de militaire
waarde van het duikbdotwapen en den on-
beperkten duikbootoorlog onvoorwaardelijk
wilden voortzetten. Maar de bittere ontgoo
cheling is niet uitgebleven. Men dacht, door
terug te keeren tot de niets ontziende-aan
wending van het duikboctwape*, den mees-
terslag te slaan, waardoor binnen zes maan
den de oorlog tot het zegevierende einde
zou worden gebracht. De uitkomst is juist
andersom geweest. Men heeft de kans op
een eervóllen vrede, die zoool niet de over
winning dan toch eene oplossing waarmee
men tevreden kon zijn zou brengen, er door
verspeeld; men heeft het aantal van Duitsch
lands vijanden tot „eene wereld" doen aan
groeien, \oor den vijand nieuwe bronnen
geopend waaruit hij zijne krachten schier
zonder beperking kon aanvullen, en den oor
log verlengd totdat men door uitputting van
de eigen kracht genoodzaakt was om den
vrede te vragen. Naar de uiterlijke kentee-
kenen is de kentering den lÖen Juli 1918
begonnenmaar welbeschouwd heeft
Duitschland den len Februari 1917 de kiem
geplant van zijn ondergang. Wie wind zaait
zal storm oogsten. Duitschland nedeflaag,
die' den Hen November 1918 bezegeld
werd, is den len Februari 1917 begonnen.
Gedane zaken nemen geen keer. De ge
volgen van de fout, erger dan een misdaad,
die in Februari 1917 was begaan, zijn aan den
dag gekomen toen de krachten waren uitge
put door den ongelijken strijd. Voor velen
kwram dat nog onverwracht; maar wie verder
zag d®n de oppervlakte dien ontging het
toch niet, dat het fatale oogenblik nader
kwam. Dat oogenblik moest onvermijdelijk
komen. Duitschland en zijne bondgenooten
waren in (len toestand van een zworen
zieke, die is aangetast door een doodelijke
kwaal. De krachten kunnen lang weerstand
bieden aan het sloopingswerk; maar einde
lijk geraken zij' uitgeput en dan volgt de
inzinking snel en onverbiddelijk.
De voorbode van de naderende catastro
phe was de ontsteltenis, die in Duitschland
werd verwekt door de aankondiging van
staatssecretaris von Kühlmann in den rijks
dag omstreeks half Juli dat men zich op een
vijfde oorlogsjaar moest voorbereiden. Een
jaar vroeger ,h^d hij met zelfvertrouwen
verkondigd, dat het vierde oorlogsjaar het
laatste zou zijn en dat hij, met uitzondering
van de kwestie van Elzas-Lotharingen, geen
enkel geschilpunt zag, dat niet door overleg
aan de conferentietafel zou zijn op te lossen.
Nu uit denzelfden moncf te vernemen, dat de
ellenden van den o«Jog nog in een vijfde
jaar gedragen zouden moeten worden, be
rokkende aan het Duitsche volk een bittere
teleurstelling, die groote verslagenheid te
weeg bracht.
Door eene andere uitdrukking haalde von
Kühlmann zich de ongenade van de mili
tair© partij op den hals! Hij verstoutte zich
te zeggen, dat om den oorlog ten einde te
brengen, de medewerking gevorderd werd
van nog andere factoren dan het militaire
element. De hoofden van de militaire partij
lazen hierin, dat twijfel werd uitgedrukt of
zij wel in staat zouden zijn -den oorlog te
brengen tot een zegevierend einde. Zulk
eene ketterij kon in een lid van de regeejing
niet worden geduld; von Kühlmann werd
naar het hoofdkwartier ontboden, waar hem
zijn ontsiag gegeven werd.
Twee maanden later was de Onmacht van
het militaire element om naar zijn inzicht
den vrede tot stand te brengen, voof ieder
een zichtbaar geworden. De andere factoren
moesten de taak ter hand nemen om den
vrede te verkrijgen op de eenige wijze, die
nog mogelijk was. De Oostenrijksche regee
ring deed daartoe den eersten stapjden 16en
September deed zij aan de gezamenlijke
oorlogvoerenden het voorstel gemeenschap
pelijk te onderzoeken of er mogelijkheid
bestond, dat vredesonderhandelingen kon
den worden ingeleid. Zij kreeg aanstonds
nul op het rekest; men wachtte in Washing
ton niet eens af totdat het voorstel was
overhandigd, maar gaf op de blpote aankon
diging, dat het voorstel was afgezonden, te
kennen, dat men er niet van gediend was
Den 6en October volgde de tweede stap,
ditmaal van Duitschland, Oostenriik-Hon-
garije en Turkije, de leden van den vierbond
dus, die noj; als oorlogvoerenden waren
overgebleven, want Bulgarije was reeds of-
gevallen. Zij dieftden gezamenlijk vredes
voorstellen in en het verzoek om dadelijk
een wapenstilstand te land, te water en in de
lucht te sluiten. Daarmee was het herstel
van den vrede officieel aanhangig gemaok
Politiek Overzicht
De samenstelling ,-an nieuwe lagerhuis
zal aldus zijn:
Regeeringspartij (couhue .wn unionisten,
zooals de conservatieven genoemd -worden
sints de door den door Gladstone aange
bonden strijd over homerule in Ierland
bewerkte scheiding in politieke partij-
organisatie, liberalen en labour-mannen,
respectievelijk sterk 334, 133 en 10) 477.
Aannemende dat de 50 onafhankelijke con
servatieven, die gekozen zijn, de regeering
steunen, zal de regeeringspartij 527 sterk
zijn. De oppositie telt 2£ libeialen, 62
Iabourmannen, 7 nationalisten, 9 onafhan
kelijker te zamen 105. Verder zijn. nog ge
kozen 73 Sinn Feiners, maar die zullen geen
zitting nemen en doen dus geen afbreuk
aan de coalitie-meerderheid, die 421 stem
men op de oppositie voor heeft.
De uitslag kan in korte woorden aldus
worden samengevat: Het overwicht van de
conservatieven drukt den stempel op het
nieuwe kabinet. In de coalitie hebben zij
354 van cle 477 stemmen. Met de als onaf-
hankelijken gekozen conservatieven ver-
eenigd, brengen zij 384 stemmen uit. In het
vorige huis hadden 282 unionistenzitting
op een totaal van 670 leden. De liberale
partij heeft als een daadwerkelijke macht in
Westminster opgehouden te bestaan. De
Labour Party heeft wel -here positie ver
sterkt, maar heeft toch op verre na niet het
succes gehad, dat werd verwacht. De Sinn
Fein-beweging heeft geheel Ierland ymeege-
sleept behalve Ulster.
Men kan den uitslag in deze vijf puntert
scmenvatten:
1. Onder een van huis uit liberalen eer«
sten minister is de sterkte van de unionis
ten in het lagerhuis vermeerderd van 287
oo het tijdstip van de ontbinding tot 384.
2. Asquith, de leider van de liberale partij,
en zijne voornaamste medestanders zijn niet
herkozen en de oude liberale partij is terug
gedacht tot 37 (de 9 als onafhankelijken ge
kozenen meegeteld).
3. De Labour Party is van 38 tot 62 ledeil
gestegen.
4 Sinn Fein heeft de nationalistische
partij in Ierlanti weggevaagd en heeft 73
van hare candidaten .doen verkiezen. Van
de nationalisten zijn slechts 7 gekozen; hun
leider Dillon heeft zijn zetel verloren.
5. Geen vrouwelijke candidaat is ii*
Groot-Brittannie gekozen. De eenige vrouw,'
die gekozen is, is gravin Markiewicz in Du
blin, en daar deze als Sinn Feiner geen'
zitting zal nemen, verschijnt er geen vrouw
in het parlement.
Men kan den uitslag nog korter uitdrukken'
en zeggen: Deze uitkomst is een persoonlijk'
succes voor Lloyd George, dat de stoutste)
verwachtingen overtreft. Zijn verklaard doe\
was oppositie te vernietigen en zich
eene meerderheid te verschaffen, waarop on
der alle omstandigheden kon worden gere
kend en die aan zijn gezag zou gehoorzamen'
buiten alle kwestie. Dat doel heeft hij be
reikt op eene wijze, die zonder precedent is.
„Lloyd George doelde op een coup d'état,
hij heeR een coup de théatre verricht",
schrijft de Daily News.
Wilson heeft in Rome drukke dagen ge
had. Op één dag heeft hij een plech
tige zitting van het parlement bijgewoond
in het gebouw op den Morde Citorio,
aangezeten aan een feestmaal, dat de
koning en de koningin in het Quirinaal
gaven ter zijner eer, en na afloop daarvan in
het Capitool, den zetel van het gemeentebe
stuur van Rome, het eereburgerschap \an
de stad aanvaard. Hij heeft daarbij vriende
lijke v oorden gezegd aan het adres van ko
ning, volk en stad, welker gastvrijheid hij ge
noot, zijne bewondering betuigd voor de
wijze, waarop de koning voortdurend in ge
meenschap met het leger is gebleven, en
voor de edel dienende kameraadschap van'
de koningin én zijne genegenheid uitgedrukt
voor het Italiaansche volk, dat zoovele ele«
menten heeft geleverd voor de materieelc
ontwikkeling en voor de bevordering van hei
geestesley^n in Amerika
In der. drom;, uic-n de koning aan.het feest
maal op zijn gast uitbracht, gewaagde hij er
van, 'dat Iralië, nu het aan zijn boezem de
broeders bijeen heeft gebracht, die zoo lang
zuchtten onder buitenlandsche dwingelandij,'
en nu het de grenzen heeft veroverd, die
het alleen veiligheid en ware onafhankelijk
heid kunnen verschaffen, zich voorbereidt
om ten hartelijkste met den president samen
te werken om de 't best aan het doel beant
woordende middelen te verkrijgen, ten einde
de bascnaa:de volken te zamen te scharen
om in den hoogsten vorm van een volken
bond de voorwaarden te scheppen, die er het
meest op zijn berekend om met behoud van
'een ieders rechten de kern van een doel-
treffenden en heilzamer, vrede te scheppen.
„Italië en Amerika gordden de wapens aan
om de mnchten van den oorlog te verslaan.
Die taak is nog niet geheel vervuld en het
gemeenschappelijke werk moet nog worden
ontwikkeld met een vast geloof en een ge
stadige volharding om den vrbde voor alle
gevaren te vrijwaren."
•We zouden boeken en gedichten niet zoo
liefhebben, als wij er ons zelf niet in weer
vonden.
f
Roman van een Nederlandschen Schilder.
Naar het Engelsch van
van
MAARTEN MAARTENS
•door
J. L. van derMoer.
Evenmin was het waar, dal hij de eleclri-
ffche behandeling tot genezing van zijn vader's
•kwaal een gemakkelijke taaie vond. Wanneer
hij dit beweerde, dan bevestigde hij daarmee
3e beschuldiging van den kwaadaardigen
ouderling, dat hij jokte. Dr. Slik geloofde hem
riet en Jelta ook niet. Voor zoo ver mogelijk,
^reeg hij eenige hulp van den onbeduidenden
platbe]aiids-\»celmeesicr.
De zieke man vertrouwde op den Heer en
informeerde nauwkeurig omtrent zijn genees
middelen. Zoo gingen de dagen voorbij met
Vlagen, berouw, hoop en akute pijnlijke „be-
hondelhig werkelijk een afwisselende in
spanning. Ook was er menig uur van ge
dwongen afwezigheid met de kar. Ze hadden
te kampen met een ellendige, nijpende, niet
W verhelpen armoede.
Tijdens het taaie waken naast het bed of
naa^t den ziekenstoel hield Lis zich met het
maken van schetsjes onledig. Niemand be
wonderde zijn werk. behalve Jelta, die toe
vallig met een korte vacanlie thuis was, ua
het afleggen van een examen.
Lis, je zult eenmaal 'n groot man worden,
zei Jelta, terwijl zij dc leckcningen ter zijde
legde.
Ilij grinnikte kalmpjes.
Op welke manier vroeg hij, niet ver
wachtend, oen aannemelijk antwoord te zulien
krijgen. En hij kreog 'l ook niet.
Op dc eene of andere manier riep zij
uit. En zij stampte met haar voetje op den
grond bij het zien \an een cervigszins spottende
uitdrukking op zijn lief, bleek gericht.
Zus of zoo Op dc eene of andere manier!
herhaalde zij luide, waarna zij driftig naar
huis liep.
Bij mij vergeleken ïs-ie al 'n groot man,
Jelta, zei de dominee, die diep gebogen zat
over Heshusius.
Maar zoo iets wilde Jetla, die haar vader
bij deze gelegenheid met meer dan groote
harlelijkheid kuste, nu, noch ooit, voor zich
zelve aannemen. En een dergelijke opvatting
zou zij ook nimmer bij anderen aanmoediger.
Dat denkbeeld moest maar binnen de muren
van de Boldamsche pastorie blijven
X.
Neen, Lis Doris zou zijn leven niet eindigen
In de „Gemeente'' van domir.ee Donderbus.
Aan Simon zou zulk een uiteinde, zelfs in
maalschappelijken zin, hebben toegeschenen
als de vlucht van den leeuwerik naar den
hemel Niet, dat hij predikanten beter achtte
dan andere menschen; maar zij waren ge
wichtiger en veel voornamer dan een ploete
rende kruideniersjongen durfde droomen.
De kruideniersjongen, in wien niemand
eenig belang stelde, behalve zijn vader en
Jcltu. sukkelde nu zijn achttiende levensjaar
in Op eiken jaardag en met St. Nicolaas zond
Jelta hem een aardigheidje, dal zij zelf be
dacht had. Zij was nu onderwijzeres geworden
te Arnhem. Dc gezonde iuoht en het mooie
aanzien van de stad hadden niet nagclaien
hun invloed op haar manieren en op haar
uiterlijk uil te oefenen. Dc. va can tie dagen, bij
haar wereldsche tante doorgebracht, (leden
de rest. In één woord, alhoewel Lis dit nu
niet bepaald zoo opmerkte, had zij zich ont
wikkeld tot een bekoorlijke vrouw, wat te
verwachten was geweest, en zij had uitstekend
geleerd zicli tc klecden, te converseeren en
■zich te bewegen. Dit laatste viol Lis natuurlijk
wel op, maajvhij had ook nimmer verwacht,
dat zij zou opgroeien als de boerenmeisjes
van het dorp. Zij was ook geen dorpsmeisje,
zij was J e 11 a van den dominee, die
in zijn oog met geen andere op één lijn kon
staan. En thans was zij een fijne stadsdame,
die voor dc beste van de „Zomervliegen'* niet
behoefde onder tc doen. Dat voor haar de
betrekking van openbare onderwijzeres eigen
lijk iels ongerijmds was, viel buiten zijn waar
nemingsvermogen Zij was altijd zijn be
schermvrouw, zijn patrones geweest.
Mevrouw Donderbus, plotseling op de hoog
te van konten en franjes, zinspeelde op haar
eigen kind als bp Delilah. Bij deze gelegen
heid trok Delilah's zwaarmoedige vader zijn,
door Clazina netjes opgelapte, kamerjapon
om zijn magere lcd^n en stond op om (in fi
guurlijken zin natuurlijk) zijn vrouw om de
ontzette ooren te slaan.
Ze heeft mijn laatsten jaardag vergeten,
/ei Lis terwijl hij de bedgordijnen dicht
schoof. nadut. <Ie zieke n»an zijn avondgebed
had gedaan.
Dal heb-je al eens eerder gezegd, Lis. Dnt
zul-je je wel herinneren.
Ja, dat is zoo. Ik heb ook niemand dan
Jetla. Dc .wereld is tc groot om leeg tc zijn.
Ben ik er dan niet? En de honden?..-
Sc hud de kussens wal "op...
J» moest die honden niet altijd zoo bij je
hebben, vader. Ik vind dat niets goed.
Ik houd van die beesten. Ze houden mc
dag en nacht gezelschap. Ik ben blij dal die
man ze hier gelaten heeft. Kom maar, jog-
gie's, en zeg jelui arme grootvader göcic-
naclit.
De netjes onderhouden honden, met 'n
blauw lintje om den hals, sprongen op dc
beddesprci. Jlel was Simon's trots, dat hij
's avonds zich zelve zoo kun redden, dat hij,
onder allerlei liefkoozingen, de strikjes los
maakte, voordat de honden zich aan het voe
teneind nestelden. Hij had zicli aangewend
den grootsten onzin tegen de beesten uit tc
kramen. Daarbij scheen hij te hebben vergelen
en ongetwijfeld had de engel, die al ons
goed en kwaad op teekent, dat vóór hem reeds
gedaan dat al onze dwaze woorden op
onze debéftzijde moeten worden geboekt,
wanneer ze uit den mond van den volwassene
tol het kind worden gesproken (dit was nim
mer zijn zwak geweest), of, wat nog erger is,
tot een dier. Bovendien had hij tijdens zijn
langdurige riekte geleerd, zich zelve meer te
verwijten dan zijn zoon.
Je bent nu te oud, om nog jc verjaardag
te vieren, mompelde hij. Zeventien jaar!
Ja, ik ben oud, stemde Lis toe, en als om
dit te bewijzen, zette hij het nachtlicht achter
het scherm.
Je moet niet morren. Lisl De Heer.-
De zieke, die met het-gezicht mar den muuf
lag, draaide zicli plotseling cm en greep de
beddcplank vast.
Lis, zeg toch dat je gelukkig bent, jon
gen! Toe. zeg 't toch»
Ilij deed zijn best om in dc schaduw iets
van het gezicht van den jongen tc ontdekken;
Zeg toch dat je tevreden bent met je
leven! O. ik weel wel dat de wereld:licel droe
vig is. Lis! Maar zeg toch dat je niet onvol
daan bent! s
Lis was vóór het bed gaan zitten
Natuurlijk ben ik gelukkig, zei hij. Wahtv
om zou ik 't niet zijn?
Je hebt immers alles wat je wenscht, ven
volgde dc oude met vuur.
Ik heb alles wat ik behoef, vader
Maar ik veronderstel dat iemand altijd noji
iets meer kan verlangen, zoonis mevrouw
C h o w...
Vrouwen zijn begeerig. Jij bent 'n man.
Ik geloof niet dat ik bcgeerig ben. ant
woordde Lis peinzend.
Wat zou-je kunnen verlangen, vroeg rijn
vader, terwijl hij trachtte rond to rien in d#
aVmoedige kamer. Jc bent immers gezond?
Ik zou me *n tuin vol roode rozen kun
nen wenschen, 'n rijtuig met twee schimmels
er voor en.... 'n lief meisje, zei de jongen
lachend. Maar niemand zou kunnen beweren
dat ik ze noodig heb.
Dat is immers kinderpraat Daar ben-je
nu tc groot voor.
Maar ik heb toch 'n massa dingen, die
mij niet toebehooren, en dat zijn juist d<
mooiste dingen, die men hebben kan. Daat
heb-je bijvoorbeeld de huizen aan de over'
zijde.J
(Wordt vervolgd.fv