ümmtnsm rJ rïr zTE:
„DE EEMLANDER"
"BUITENLAND
«illGffi ADVERIIKIIÖI
Rabetracbtms over de
Raadsvergadering.
FEUILLETON.
LIS DORIS
17© jaargang No. 137
ner (tof* 1 2.50 pa «Mk lo" B"«' «nek»»»
teffn -mgtlukken) f 0.1S. tfaonderlilk. numraa*
f QjO* WekeUilucb bijvoeg»! 'Dt Hctkndsrtw
HmOTOT- londa redaette ITiérts» Hoven»
po 5 uunden 73 cent Wekelijkse* bijvoegsel
>V<rW*errM« pa 3 «jenden *0 cent
AMERSFOORTSCH DAGBtA!
HOOFOREDACTEUR- M», O. J. VAN SCHAARDENBURG
UITGEVERS VALKHOFF Co
BUREAU ARN HEMSCHE ROORTWAL, MOIV trroaanracHtCT*.
INTERCOMS TELEFOONNUMMER 513
- tf.zzndag 17 Februari 1919
van 1—4 regels f 0.80
elke regc! ui eer f 0.20.
dienMAAnhjcdiiigen 1 5 regels f OAQ. groote lei;
au- oUatoriiimfe Voor handel eo bedrijf bestaan
Z*e» -oordeehge bepalingen tol het herhaald adver»
tprr-r. dl» Blad. S{j abonnement Ecne circulaire
Iv^atfenti# !f zoonar aarden, wordt op aanvraag
tocftlondjftt
Toen B. en W. eenige weken geleden
in den Raad kwamen met het voorstel om
wegens den dringenden nood het gemeen
te-personeel maar dadelijk 75 pet. toe te
kennen ven de loonsverhoogingen, welke in
het terzelfder tijd ingediende schema van
de raadscommissie ontworpen waren, rees
daartegen terstond bezwaar.
Men had tegen enkele posten van dit
schema bedenkingen, wilde zich er althans
niet aan binden. Men beschouwde het sche
ma eigenlijk als onvoldragende raadscom
missie had lhet in onvoltallige vergadering
ontworpen, de tijd tot bestudeering had den
raadsleden ontbroken, B. en W. zelf behiel
den zich hun oordeel voor, maar wat wel het
zwaarste woogB. en W. wilden het geor
ganiseerd overleg, waartoe zoo juist beslo
ten was, eenvoudig negeeren, er gowoon
overheen springen. Voordat het schema
raad-fëhig was, dienden «erst de betrokke
nen zelf er over gehooid te worden.
Daarom weg met het sohema.
De taal was duidelijk genoeg geweest, al
leen niet voor B. en W. En zoo riepen zij
opnieuw den raad bijeen, zetten hun 't zelf
de gerecht voor met het verzoek het nu toch
maar te slikken.
Maar de raad zeidank u. En in plaats
van 'n capitulatie van den raad, scheen het
ie zullen uitloopen op 'n executie van B. en
W. Op de laatste trede van het schavot* be
gonnen zij echter te beseffen welk lot hen
wachtte en keerden zij plotseling terug on
der heiroeping van him voorstel.
Dat was 't wijsste wat ze doen konden.
Moar zij hadden zichzelf dit pijnlijk tooneel
en de gemeente de tegenwoordig niet onbe
langrijke onkosten van 'n raadsvergadering
kunnen besparen.
Waarom 'n conflict geschapen De bedoe
ling was bij beide partijen dezeifde spoe
dige directe hulp voor het gem.-personeel
geschil liep over de wijze van hulpver
leening. De raad wilde steun op de basis
der oude salarissen, B. en W. op de basis
van t nieuwe schema, waarvan de raad zich
reeds afkeerig getoond had maar dat B. en
W. niettemin wilden doordrijven.
Veisciieidene leden hebben het college
de les gelezen over dit gebrek aan eerbied
voor den raad. Wij zien er echter minder
n onbeleefdheid dan wel 'n psychologische
lichtvaardigheid in, 'n overschatting van ei
gen. invloed en n verkéerd begrip van *s
raads mentaliteit en overtuigingsvastheid,
dadden B. en W. aanwijzingen gehad dat
sommige raadsleden van inzicht veranderd
waren, deze tweede poging ware begrijpelijk
Tcweestnu was hun handelwijze zaohtge-
zegd 'n taktische fout.
Vonden B. en W. de vorige maal nog en-
Kele medestanders in den raad, ditmaal kre
gen zij zelfs niet één goed woord. Zij had
den de wenk niet begrepen, nu moesten zij
op duidelijke wijze ervaren, dat de raad (wel
eens) weet wat hij wil.
Bijna alle leden voerden het woord om
hun bezwaren tegen t herhaald voorstel van
B. en W. uit te spreken. Zelden was er on-
d^r hen zoo volkomen eenstemmigheid, zij
weren het allen eens dat lo. het personeel
n dienst der gemeente terstond geholpen
ri>oest woeden 't zelfde uitgangspunt dus
van R. en W. 2o. dal deze hulp losge
maakt moest worden van het schema voor
de salarisherziening en 3o. dat dit schema
allereerst het georganiseerd overleg be
hoorde te passeeren.
Hoe die onmiddellijke steun dan verleend
noest worden, ook daarover was niet zoo
heel vee! verschil van meening. Ten opzich-
e ven de lagere inkomens bestond overeen
stemming: inkomens beneden ƒ1000 zou
den 20 pet. extra toeslag krijger., van
1000—2000 15 pet. en daarboven 10 pet.
Alleen ten opzichte van die hoogere sa
larissen bestond eenag verschil, de heer Van
Nijnatten wilde ze alle in den toeslag be
trekken doch de uiterste grens van den toe
slag op 450 stellen, de heeren Kroes en
Nieuwendijk daarentegen wenschten 'n drie
tal van de hoogere ambtenaren uit te sluiten.
B. en W. zullen nu de noodige becijferin
gen maken en in de volgende vergadering
vermoedelijk 25 Februari «met 'n voor
stel in den geest van den raad komen.
Op dit punt zal wel overeensternrmng ver
kregen worden. Maar er zijn nog 2 andere
quaesties welke nu nog wat op den achter
grond bleven. Dat is de 8-urige werkdag en
't premie-vrij pensioen.
Beide aangelegenheden, welke in de naas
te toekomst in verwezenlijking zullen treden.
Naar verluidt zijn reeds dezer dagen var.
de regeering wetsvoorstellen in dien zin te
verwachten. Er is dus geen tegenhouden
aan.
B. en W. verklaarden dan o.ok sympathie
te hebben voor den 8-i>rigen werkdag, even
wel er zou slechts van geleidelijke in
voering sprake kunnen zijn in verband met
de finantieele gevolgen voor de gemeente.
Er is niet veel over gesproken, er is 'n
„waarschuwende stem" vernomen maar de
geest ven den raad bleek toch wel te zijn,
dat ook deze beide quaesties aan het geor
ganiseerd overleg onderworpen dienden te
worden.
De hecj Ovweem toornde tegen ons, om
dat wij de vermetelheid hadden gehad zijn
pleidooi in de vorige vergadering voor den
8-urigen werkdag te beschouwen als zijnde
voor de tribune 'c Was mij heilige ernst, ver
zekerde dit s.-d. raadslid, en d-at geloo. en
wij graag, maar zijn vorig pleidooi diende
tot niets, was zelïs een politieke en taktische
onhandigheid. Had het gevaar bestaan, dat
B. en W. 't voorspel der vr.-dem. raadsfrac
tie zouden verdonkeremanen, dan zou deze
fractie zelf mons gpnoeg geweest zijn om
dit af te wenden. Maai de verklaring vsn
B. en W., dat zij deze zaan. aan de salaris
herziening zouden koppelen, lag voor dan
heer Overeem op tafel. En wat heeft z'n
pleidooi nu uitgehaald? Niets anders dan
dat hij door 'n ongelukkige uitlating den heer
Nieuwendijk juist gelegenheid gaf orp
tegen verkorting van den werkdag ie
waarschuwen.
En dan heeft hij nu alweer 'n andere on
gelukkige uitlating er aan ieegovoegd. „Mis
schien was het wel eens goed als er eens
revolutie kwam", hoorden vrij den heer
Overeem zeggen. Zou dat ook „heilige
ernst" zijn Dat is dan nog grootere onhan
digheid. Want na alle ellende welke de re
volutie in Rusland en Duitschland gebracht
heeft, zal tooh wel ieder mensch met ge
zonde hersens 'n democratiseering zon
der revolutie verre verkiezen boven eene
mèt revolutie. En zelfs uit het oogpunt van
zuiver partijbelang, zal toch menig socialist
wel eens oogenblikken hebben, waarin hij
zich afvraagt of de revolutie ook voor het
socialisme niet meer kwaad dan goed ge
daan heeft.
Aan 't Frische und Fröhliche van 'n oor
log en 'n revolutie gelooft men alleen
maar als'men er mee begint maar als ze
voorbij zijn, nvoot lew er wel anders over
denken.
Politiek Overzicht
„De uitspraak van het voHt heeft de re-
geeringspartijen tot gemeenschappelijken ar
beid opgeroepen. Na is het zaak aan den
arbeid te gaan. Maak de baan vrij voor het
nieuwe, dat onvermoed in aantocht is, en wij
zullen het tot stand brenger»." In deze woor
den, die het slot waren van de programrede,
waarmee Scheidemann het kabinet, waarvan
hij het hoofd is, aan de nationale vergade
ring te Weimar heeft voorgesteld, wordt na
druk gelegd op het gewichtige feit, dat den
politieken toestand in Duitschland be-
heerscht. Door den uitslag van de verkiezin
gen van 19 Januari zijn de drie partijen, die
nu gezamenlijk het werk van Duitschlands
wederoprichting ter hand hebben genomen,
tot elkaar gebracht. Zij hebben zich bij él-
kaar aangesloten voor den. opbouwend en ar
beid, die is te verrichten.
Dezelfde partijen hebben ook in den
ouden rijksdag met elkaar in verbinding ge-
st^pn. Zij vormden samen de meerderheid in
den rijksdag, die in Juli 1917 den wensch
uitdrukte naar een vrede van vergelijk, en
verzoening. In de weken, die aan het sluiten
van den wapenstilstand voorafeingen, heb
ben zij de regeering van prins Max van Ba
den gesteund, die toen de taak in handen
nam om aan de Duitsche staatsinrichting
een vorm te geven, die voor de Entente een
aanleiding kon zijn om haar afwijzend stand
punt tegenover de Duitsche pogingen om tot
den vrede te komen, te laten varen. Die
samenwerking is door dé revolutie verbro
ken, waarin de beide fractiën van de sociaal
democraten de handen ineengeslagen heb
ben om het Duitsche keizerschap en tegelijk
daarmee de monarchale instellingen in alie
Duitsche bondsstaten uit den weg te ruimen.
Kenschetsend voor dej.ervaring, die met
deze samenwerking is opgedaan, is het ver
nietigend oordeel, dat Scheidemann in zijne
programrede heeft uitgesproken over de
samenwerking met de onnfhankelijken. Hij
heeft gezegd, dat die met de onderlinge ver
deeling van de regeerir.gsplaatsen bij voor
baat met de erfzonde tegen'den geest
van de democratie belast is geweest. Hij
brandmerkte de pogingen van eene roeke-
looze minderheid om eene geweldheerschap-
pij te vestigen, welker bestrijding de onaf-
hankelijken had bewogen uit deTegeering te
treden, en verweet hen, dat zij de nationale
vergadering steeds als een toevlucht van de
contra-revolutie hadden bestreden, hoewel
die de vergadering was, welke de Magna
charta der revolutie moest vaststellen.
Nu is het oude bondgenootschap van so
ciaal-democraten, democraten en centrum
hersteld. De geest waarin h^t werkzaam zal
zijn, is uitgedrukt in de verklaring van
Scheidemann in demTEnhef Wïr zijne qro-
£ramrede, die de onvoorwaardelijke erken
ning inhoudt, dat de nationale vergadering
het hoogste gezag in Duitschland belichaamt.
„Sedert deze vergadering bijeengekomen is,
bestaat er op Duitschen grond geen recht
matig gezag, dat niet door haar verleend en
in opdracht van haar uitgeoefend wordt."
Daarin ligt opgesloten, dat de arbeiders-
en soldatenraden, die in den revolutietijd zijn
opgekomen en zich een deel van de macht
hebben aangematigd, zullen moeten verdwij
nen. Dat is met ronde woorden uitgesproken
door Noske, die als lid van de voorloopige
regeering in den strijd tegen de Spartacus-
mannen eene leidende rol heeft gespeeld en
die door het nu opgetreden kabinet in zijn
ambt is gehandhaafd. Hij heeft de soldaten-
raden verweten, dat zij op vele plaatsen het
commandogezag aan zich hebben getrokken,
hetgeen ook vele arbeidsraden hebben ge
daan met de politieke macht. Dat was mo
gelijk voordat de nationale vergadering bij
een was gekomen. „Thans echter hebben wij
een volksparlcment, mannen die door bet
volk zijn aangewezen om zijn lot te bestu
ren. Elke t)ijregeering en elk bijpailement is
onmogelijk en moet met alle kracht bestre
den worden. Wij zijn socialisten en goede
socialisten, die de eischen van de sociapl-
democratie naar hun beste weten trachten te
verwezenlijken. Maar wij zijn ook democra
ten en wij zullen niet toelaten, dat aan welke
politieke overtuiging ook geweld wordt aan
gedaan."
President Wilson is "eergisteren te Brest
in zee gegaan, omdat dringende zaken in
het eigen land hem noopten den arbeid,
waarvoor hij naar Europa is gekomen, tijde
lijk te onderbreken. Maar hij keert niét met
ledige honden tefug. Hij brengt het ontwerp
mee van het verdrag tot stichting van den
volkenbond, dat hij verleden Vrijdag als
rapporteur van de daarmee belaste com
missie bij de olgemeene vergadering van de
voorloopige vredesconferentie te - Parijs
heeft ingebracht. In dit ontwerp ziet men
de eerste vrucht van het werk, waaraan deze
conferentie nu reeds een aantal weken be-
zig is.
Dat werk is van tweeërlei aardhet moei
in de eerste plaats den overgang van den
feitelijk nog bestaanden oorlogstoestand naar
den vredestoestand tot stand brengen en in
de tweede plaats de maatregelen voorberei
den, die zjjn te nemen om te voorkomen
dat de vredestoestand, als hij eenmaal is
ingetreden, niet weer zal kenr.en plaats ma
ken voor den oorlogstoestand. Dit laatste
heeft Wilson altijd bescho, wd als het ge
wichtigste de el. van de tack, die hem is aan
gewezen aan het einde van den grc'oten
worstelstrijd, die de wereld aan den rand
van den ondergang heeft gebracht. Steeds
heeft hij de meening voorgestaan, dat in
dien het ooit mogelijk zou zijn de wereld ie
verlossen van het groote kwaad van den
oorlog, dit zou moeten geschieden aan het
einde van dezen oorlog, die de grootste is
welke ooit heeft plaats gehad.. Thans, nu
de gansche menschheid lijdt onder de ram
pen van de 4M oorlogsjaren, die zijn voor
bijgegaan, is het psychologische moment
daar voor het ondernemen van de poging
om haar voor goed van dit onheil te ver
lossen.
Het getuigt van de groote drijfkracht, die
Wilson heeft aangewend cm zijn denkbeeld
door te zetten, dat hij in stoat is geweest in
de weinige weken, die sedert de eerste zit
ting van de conferentie zijn verloopen, dit in
25 artikelen uitgewerkte ontwerp ter tafel
te brengen. Men behoeft zich slechts te
herinneren hoe groot het verschil van stand
punt was tusschen Qemenceau en Wilson,
om te beseffen welk een tegenstand hij
heelt moeten, overwinnen om bij de confe
rentie te kunnen komen met dit ontwerp,
dat blijkens zijne verklaring het eenstem
mige voorstel is vsn eene commissie, die
door haresamenstelling kan worden be
schouwd als de vertegenwoordiging van de
geheele conferentie.
De leidende beginselen van dit ontwerp
zijn uitgedrukt in de toelichtende rede,
waarmee Wilson als rapporteur het heeft in
gediend; men vindt ze onder de telegram
men weergegeven. In de discussie, die op
Wilson's rede volgde, hebben de' Engelsche
gedelegeerden die beginselen nader nog
kort geformuleerd. Lord Robert Cecil noem
de als eerste beginsel, dat geen natie tegen
eenige andere natie ten oorlog zal ga«n,
voordat elk ander middel, dat mogelijk is
tot wegruiming van het geschil, volledig en
eerlijk is beproefd, en als tweede beginsel,
dat geen natie zal trachten met geweld een
geb.iodsregeling jomver te werpen, die ten
gevolge van dezen vrede is tot stand geko
men, of zich zal mengen in de politieke ge
schillen van een anderen staat.
Barnes noemde drie hoofdbeginselen, in
cKt ontwerp belichaamd, die als bakens zul
len verrijzen in de geschiedenis der mensch
heid. 1. De vervanging van imperialisme en
geweid door een rechtvaardige regeling .van
de internationale zaken. 2. Het terugbren
gen van de bewapening tot datgene wat
noodig is voor de nationale veiligheid vol
gens voorschrift van den volkenbond. 3. On©
derzoek naar het kwaad van particulier be
lang bij de wapenfabricatie.
Verschillende andere leden van i' onr
ferentie hebben nog hunne instemming be
tuigd met het ontwerp, dat door lord Rober^
Cecil werd gekenschetst als een Fundement
waarop de opvolgers zullen kunnen s
bouwen. De Itaiiaansche minister-pr nt
Orlando noemde den volkenbond een -hal
ter des levens, geboren in smart en uif el
zieltogen van ontelbare dooden De Frnn-
scne senator Léon Bourgeois drukte de hoon
uit, dat dit ontwerp spoedig tot Wet der Vol-'
ken zal worden verheven. Daarvoor zal nog
een lange weg moeten worden afgelegd.
Maar met de wetenschap, dat de eerste staj^
op dien weg is gedaan, bevindt zich presi©"
dent Wilson thans op weg naar zijn vader
land, waaruit hij spoedig moge terdgkeerenf
om ziine krachten verder te kunnen gevef>
aan het werk, dat nog is te verrichten.-
Bültenlandsnhfl Berichten-
L o n d c n, I 4 F e b r. (R.) Blijkens den uit
Poriji; ontvangen tekst van de overeenkomst
betreffende den volkenbond verklaren de
ónderteekenaor te zijn overeengekomen onv
trent de aanneming var. èen reglement voor
de oprichting van een volkenbond „ten
einde de internationale samenwerking te be
vorderen en den internationalen vrede t©
verzekeren door aanneming der verplich
ting om niet over te gaan tot den oorlog eni
openhartige, rechtvaardige en eervolle be
trekkingen tusschen de natiën voor te schrijd
ven door stevige vestiging van de voor
schriften deT internationale wet als de wen
kelijke gedragslijn tusschen de regeeringen
en door handhaving van rechtvaardigheid eri
den stipten eerbied voor alle verdragsver
plichtingen in de onderlinge betrekkingen
van de georganiseerde volken." (Hierna volgt
het reglement in 25 artikelen).
Trier, 14 F e b r. (W. B.) In het voorge
stelde aonvullingsverdrag over de verlen
ging van den wapenstilstand wordt ver
klaard.
7e. Dc Duitschers moeten alle offensieve
bewegingen tegen de Polen staken en hunne
troepen mogen de volgende linie niet over-
schreiden: Van de Russische grens, weste
lijk van Luiser.felde, westelijk van Gross-
Neudorff, zuidelijk van Brzoza, noordelijk
van Hcmbin, noordelijk van Exin, zuidelijï
van Snmotsjin, zuidelijk van Chodziesen
(Kolmar), noordelijk van Sjarnikau, weste
lijk van Mialn, westelijk van Birnbaum, wes
telijk van Benschen, westelijk van Wallen-
stein, noordelijk van Lissa, noordelijk van
Viernchow, tot aan de Silezisch-Russische
grenzen.
2e. De wapenstilstand wordt voor een or.
bepaalden tijdsduur met een opzeggingsters
mijn van drie dagen verlengd.
3e. Het tenuitvoerlegging van de vroege
re wapenstilstandsvoorwaarden wordt voort©
gezei en voltooid.
B e r l ij n, 15 Febr. (W. B.) De extra-
trein met de Duitsche wapenstilstarrciscom-
missie is heden morgen om 9 uur aangeko
men. De Duitsche gevolmachtigden zijn rijks
minister Erzberger, generaal von Hnmmer-
stein, gezr.nt von Haniel en kapitein ter zee
Vanz'elow. Maarschalk Foch is om twaeb
uur aangekomen. De zitting van de waper-
stilstandscommissie werd om drie uur doo
maarschalk Foch gapend.
B e r 1 ij n, 15 Febr. (W. B.) Generaal
von Hammerstein heeft in de wapenstii©
standscommissie de volgende verklaring
voorgelezen:
De wapenstilstand is gesloten om een
Menigeen zou minder belust zijn in het
publiek op te treden, zoo hij wist welken in
druk hij maakte.
De Uomau van een Nederlandsch<\a Schilder.
Naar liet Engelsch van
van
^L-LVRTEN MAARTENS
door
J. L. v an der Moer.
55
*^ls mij» herinnering juist is 't was
'n belangrijk geval - dan heb ik alleen bc-
loofcL dat ik jc geen vragen zou stellen.
Maar daarmee heb ik volstrekt niet beloofd,
at ik me de antwoorden niet zou verschaffen.
^ij stampte met het wit satijnen schoentje
op den parketvloer.
Ik Begrijp je niet, zei zc. Ik ben geen
jezuïet en ook geen smous
Hoe aardig uitgedruktMaar o*ok hoe
echt vrouwelijk Geestigheden zijn nog geen
argumenten, 't Zou er mooi in de wereld uit
zien als dat waar was.
Je weigert dus Mijn vernuft beteekent
niet veel, maar 't jouwe heb ik leenen door
gronden, Odo.
Met de handen in. de zakken keek bij ihaar
Verwonderd aan.
Je hebt 'n allerongelukkigst moment uit
gekozen. Er ligt iuist 'n briefje on Lis z'n
kamer, dat ik hem nocKbakelijk sprekeh moet,
zoodra ie thuis komt.
"Weiger-je herhaald*, zij met nadruk. 4
Zij wachtte even en hij zag, dat zij beefde.
Dan acht i k mij zelve ook ontslagen van
elke belofte, welke ik jo ooit heb gedaan,
verklaarde zij
Hij lachte.
Zelfs van die, welke je mij voor 't altaar
hebt gedaan 't Is waar, je hebt ze wel tot 'n
minimum teruggebracht.
Hij keek over de balustrade en. vervolgde:
Ha, daar is Lis I Neem me niet kwalijk,
dat ik hom. even roep. We hebben niet veel
tijd inter, en de zaak is voor mii van veel
grooter belang, dan jij denker kunt
Weiger-je vroeg zij nogmaals met hee-
sche stem,.en zij deinsde achteruit, te ver
geefs zoekend naar den strooholm, om zich
aan vast te grijpen.
Wees toch wijzer Wat kan 't jc eigenlijk
schelen Vroeg of laat moet ie 't immers toch
booren Lis
Lis kwam de breede trap op, met zijn
schiidersbcnoodigdheden onder den arm. Ilij
had 'l warm en was moe.
Jij hebt 'n buitengewoon talent, vervolgde
Pareys nauwelijks hoorbaar, om de eenvou
digste dingen, die ik doe, als iets heel ergs
voor te. stellen. Ik verzeker je, dat dit voor
"ii vrouw 'n zeer onaangename eigenschap is.
Zij keek hem niet een wanhopigen blik aan,
waarna zij langzaam en waardig de trap af
daalde. terwijl Lis naar boven kwam.
Zij Jiad geen tijd, om haar gedachten tc
verzamelen, want de bfeide vreemde kunste
naars stonden nabij de open deur van het
salon. De Franschman trad haar tegemoet
en zei met iets overdreven smachtends in zijn
stem „We zijn vol verwachting om na t-^fel
't -werk van Monsieur Pare^ s te bewonderen."
Zij kreeg plotseling een ingeving en ant
woordde
Ik heb in mijn eigen kamer 'n paar doe
ken. die u misschien wel zullen interessceren.
Zij ging hem voor en hij \olgde, terwijl hij
een opkomend geeuwen onderdrukte. Schilde
rijen die hem op die wijze, in een vreemd
huis, onder den neus werden geduwd, schrik
ten hem natuurlijk wel een beetje of. en hef
kon hem volstrekt niet schelen om onbekende
genieën tc ontdekken, vooral als 't geen Fran-
schcn waren. Hij schilderde veel portretten
van menschen uit de hoogere kringen alleen
vro-iwen en was zijn eerste jeugd reeds
voorbij (ofschoon hij dit niet wist). Bovendien
bezat hij het commandeurskruis van het Legi
oen van Eer en was hij lid van officicele
commissies.
Kom dan toch mee! riep hij zijn kleinen
Hollandse,hen -wiend toe.
Ictta haalde uit esr. gesloten lade van een
.Marie Antoinette secretaire" (Belgisch zou
ik zeggen, dacht dc schilder) de beide zorg
vuldig ingepakte landschappen, die Lis op de
Amsterdamsehc Icrtoonstclling had verkocht-
De beide iiecren merkten op dat zij ze dade
lijk onder een goede belichting plaatste. Blijk
baar waren zc al eens meer uit hun schuil
plaats te voorschijn gehaald. Jetta ging zelf
wat achfcruit daan Haar ondervragende
blikken \logen snel heen cn weer. De Fianscli-
mau bestudeerde haarveel meer dan de schil
derijen. Elke vrouw van een bepaalde positie,
welke hij ontmoette, vertegenwoordigde voor
hem een begeerlijk cf een niet begeerlijk por
tret. Zijn .blik rustte met welgevallen op deze
dochter van het Noorden, in haar eenvoudig
wit satijnen kleed.' en vol verrukking aan-
schouwde hij baar frisscbe af---'
huidskleur, die zoo eigenaardig tehuis beliom t
in de vaak nevelachtige atmosfeer van Ne
derland. Ook viel hem bij elk harcr bewegin
gen het zacht schitterende op van heur mooie
Germaansche haren.
Zeker, zeker, heel interessant, sprak hij.
wel wat onverschillig. U zoudf zelf 'n mooi.
schilderij zijn.
„Vindt u niet dat er talent uit spreekt
wendde zij zich tot haar landgenoot.
De ernst van haar loon was oorzaak, dat dc
groote man zijn aandacht nog eens op hel
werk van Lis vestigde.
Maar zeker is't goed, heel goed.
Zijn lof klonk zoo luchtig, zoo juist alsof hij
van het doek naar den vloer gleed. Zij fronste
het voorhoofd; zij had eigenlijk verwacht dat
Dij in extase zou zijn.
't Werk i s goed, zei d^ kalme, kleine
Hollander, die het met half dichtgeknepen
oogjes stond te bekijken. Nog 'n beetje onrijp
en hard-Duitsch, en te veel beïnvloed door
Acherebach. 't Is zeker van n jong schilder?
Ja. IIoc weet u dat 't van 'n schilder is?
'I Is werk van 'n man. llecft u nog nuvr
van hem, van later tijd?
Nee, en ik heb 'l ook niet gezien. Die
schilder zou 't niet toojien, precies als mijn
echtgenoot. „Nog nietzegt ie, .,'t moet eerst
beter zijn".
Dc Hollander knikte goedkeurend.
O ja, toch, hernam Jelta. 'n portret, 'n
pasfcl-tcekening van Madame de Rossac. 't Is
nog niet af. maar u moet 't eens zien. Hij is
hier in huis.
Van Madame de Rossac, viel de Fransch
man in. Daar bon ik nieuwsgierig naar. Niet
gemakkelijk; maar ze heeft 'n goed gezicht om
te worden getcekend, tenminste door iemand
rlK? V» NV: r.-ooi fliii boog voor de gast
vrouw k maar aantrekkelijk. Er zit- behaag
zucht in, charme!
No lafel zult u alles zien wat wc heb
ben...
Zij draai tl.- zich zucliteiv om. Zou haar
echtgenoot, gedurende zijn langdurige afzon
dering niet Joh, werkelijk iets gemaakt heb
ben, dat men aan gasten als dezen kon too»
nen?
Zij kon pi;uiten niet doorgronden. \!s
altijd, had hij haar ook 'thans weer in cci\
kwellende onzekerheid gelntrV. In zijn oog
had zij gelezen d ,t bij j kw aads in het
schild voorde
Had hij ook-booze voornemens. tr*ïn hij Lis
Doris glimlachend opwachtte? Voor een
vreemde zou het zeer moeilijk te zeggen zijn
geweest.
Wil je n oogcnblik mei me mee komen?,
vroeg hij vriéndelijk. Ju, ie zult wat laat zijn
voor tafej, maar dat is ge -n bezw aar.
Ik zie dat uw gasten g. komen zijn mei k-
le Doris on, t.eiTvijl hij aan hot bevel voldeed.
Ja, zc zijn cr. De Franschmau is n echt©
Pnrijz.enaar, en Jacob Baf' i v^Baf!-
'n Genie, .zei Lis.
Ja, in yisscliersschuitci* Maar in u a !e-
genwoórdigen tijd is 'l verkieslijker n mart
van groot talent te zijn dan 'n eenzijdig genu*.
Dat is altijd zoo ge Veest, meende Lis,
terwijl hij een deel van zijn rommeltje neer
zette.
In meer eenvoudige tijden geloof niet.
Maar ik heb jc niet opgehouden om daaro-w
te praten. Ik zou wel willen Lis, dat je rlft *1
die bagage eens wegzette.
Lis gehooita.amde andermaal.
(Wordt vervolgd.J