„DE EEMLANDER
BUITENLAND
BWMIiniIOllfllSÜ'ÏÏJS
T Van week tot week.
Politiek Overzicht
Buitenlandsche Berichten.
FEUILLETON.
LIS DORIS
tïê/.r-
|17e Jaargang No. 215
pet pos* f 2JQ per' «reek bnef-gratis verzekering
tegen ongelukken) f 9.1S. afzonderlijke nummers
f 0jQ5 Wekelijkse^ bövoegsel *D» Hollandsen»
Htdmoov (onder redactie van Tbérèsc Hoven)
per 3 maanden 75 cent Wekelijkscb bijvoegsel
•Wtrtldrevue* per 5 maanden 60 cent
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
HOOFDREDACTEUR: M». O. J. VAN SCHAARDENBURG
UITGEVERS: VALKHOFF Co
BUREAU: ARNHEMSCHE POORTWAL. «o«r
INTERCOMM. TELEFOONNUMMER 613
T Maandag 10 Maart 1919
dleiutiAnbledinfen 1—5 regels f 0-50. groott let:
oiai plubrulmtc. Voor bindel es bedril bests
teer ooordeellRt bepellngen tol bel berhuld sdver*
Item h> dit Blsd, by sbonnemenL Eene circulair,
beeattende <U roorvasrdetk. wordt op unvraag
toegexondea.
V.ier jaren oorlog hebben het trotsche
Duitschland in stukken, en drie maanden
revolutie hc-eft het in gruzelementen gesla
gen. Maar de verwording van het Duitsche
volk is het werk der Bolsjewistische pro
paganda. Met niet onverklaarbaar leedver
maak zien de Geallieerden de ineenstorting
en zelfvernietiging van hun vijanden en la
ten zij het verterend vuur voortwoeden,
maar wraakzucht is kortzichtig en mis
schien reeds te laat begint men thans te
bemerken, dat de vlammen wel eens naar
het eigen huis kondien overslaan.
In de afgcloopen week stond heel
Duitschland weer in laaienenden gloed. Het
socialisme, dat nu het in de regeermacht
het grootste aandeel gekregen heeft, zoo
gonsch anders tot het volk spreekt als toen
het nog in de oppositie was, beh-eerscht de
massa niet meer, ja ziet deze thans juist
tegen zijn eigen voormannen, haar vroeger
leiders opstaan.
'n Nieuwe revolutionaire golf, ditmaal uit
de provincie opgekomen, heeft de hoofd
stad bedreigd, maar de regeering is d<e situ-
satie van bedrijven. Maar och, hoe pover
concessies wat betreft den invloed van de
arbeiders- en soldatenraden en de sociali
satie van bedrijven. Maar ook, hoe poover
moeten deze concessies lijken aan het op
gezweepte volk, dat zich van 'n socialisti-
che heerschappij zooveel anders voorge
spiegeld had, en aan den anderen kant,
welk 'n verrassing moet het voor het niet-
socialistische deel der natie zijn te ervaren
hoe spoedig socialistische machthebbers
zich aanpassen aan de realiteit en hun so
cialistische fantasieën voor democratisch
beleid laten varen. Want alles waartoe de
meerderheids-socialisten z-ich thans lieten
pressen, werd te voren reeds door de de
mocraten aanbevolen. En de socialisatie,
waarvoor zoo luidruchtig die trom geroerd
werd, komt in de praktijk neer op maatre
gelen, waarvan in de samenleving bitter
weinig te bemerken zal zijn en welke ge-
heel liggen in de lijn van de Evolutie, de
geleidelijke ontwikking dier maatschappij.
De toekomst begint iels lichter te worden.
Witeon keert terug naar Europa^en in Pa
rijs en Londen dringt 't besef door dat men
in z'n overwinningsroes met vuur gespeeld
heeft. Het Duitsche volk heeft getoond zich
niet weerloos als prooi te willen offeren
aan het Bolsjewisme dat z'n eigen doods
vonnis met zich draagt. Slechts jeugdige
onbezonnenheid en idealisme kan meenen
met terroristische middelen en uitzie gevan
genis bevrijd gespuis 'o betere samenleving
te kunnen stichten.
De zeepbelletjes, welke de Be|gische an-
nexionisten in de lucht geblazen hadden,
zijn door de heeren te Parijs, die over het
wel en wee van de wereld te beschikken
hebben, stuk geslagen. Dat is jammer voor
de annexionisten enpijnlijk voor de Bel
gische regeering wier begeerlijkheid inder
daad opgewekt bleek te zijn.
De heele geschedenis, maar vooral de
achterbaksheid van het gouvernement te
Brussel, zal veel kwaad bloed gezet heb
ben. En de toenadering tusschen de Bel
gen en polianders, welke sinds 1914 zul
ke snelle vorderingen gemaakt had, is he
laas nu weer 'n heel stuk teruggezet.
Maar uit het kwade komt toch altijd nog
iets goeds voort. Het gebeurd^ heeft den
band tusschen de bedreigde deelen onzer
zuidelijke provincies en de rest van ons
land hechter gemaakt dan ooit té voren.
Het bezoek van de Koningin aan Zuid-Lim
burg en Zeeuwsch-Vlaanderen is geworden
tot één groote manifestatie van de aanhan
kelijkheid van de bevolking dier streken aan
Vaderland en Vorstin.
Na de geestdriftige ontvangst van de
Fransche troepen in Elzas-Lotharingen,
hebben de Franschen verklaard dat geen
volksstemming meer noodig was, het volk
had zich duidelijk genoeg uitgesproken.
Welnu, na het bezoek van onze Koningin
mag 'n volksstemming in Limburg en Zee
land dan wel geheel uitgesloten heeten,
want hier bestaat de eenstemmigheid van
den volkswil ook zonder dat duizenden an
dersdenkenden uitgewezen behoeven te
worden.
Onze minister van oorlog zit steviger op
z'n zetel dan z'n gewezen cpllega van ma
rine, maar de aanvallen welke hij te verdu
ren heeft, zijn niet minder hevig. 'De meer
derheid -in de Tweede Kamer is „de nieu
we koer9" toegedaan en 'n militairistisch
minister zou zij geen lang leven gunnen.
Natuurlijk zijn het niet de anti-militaristen,
wier geestverwanten het militairisme door
brandstchting in kazernes trachten te ver
nietigen, die in de Kamer de toon aange
ven, de leiding was bij 'n deel der R. Kath.
en bij de Vrijz.-Democraten, die niet willen
weten van halve hervormingen terwijl het
oude bestaande op den ouden voet voort
gezet wordt doch 'n scheiding wenschen
tusschen hetgeen is en hetgeen komen zal
'n oogenblik van rust om te inventariseeren
en te bepalen wat er van het bestaan in de
toekomst gehandhaafd zal kunnen worden.
Vandaar dan ook dat de Kamer zich uit
gesproken heeft voor onmiddellijke bezui
niging in militaire zaken en, om te toonen
dat het haar daarmee ernst is, zich ver
klaard heeft tegen d-en bouw van de nieuwe
kazerne te Roermond.
President Wilson, die nu weer naar Europa
onderweg is, zal omstreeks 13 Maart in
Parijs terug zijn. De voorwaarden van den
voorfaopigen vrede zullen dan in ontwerp
gereed zijn, en men mag aannemen, dat er
dan spoed achter het werk zal worden gezet.
Wanneer Wilson voor de tweede maal naar
Amerika terugkeert, zöl hij het voorlóüpige
vredesverdrag en ook het verdrag van "den
volkenbond in de zak hebben. Al is in den
senaat een sterke oppositie tegen dit ver
drag, Wilson's vertrouwen richt zich over den
senaat heen tot het volk der Vereenigde
Staten. Op dit volk heeft hij het oog in
zijne verklaring, dat als de Vereenigde Sta
ten niet toetraden tot den bond, zij de ver
achtelijks te van alle natiën zouden zijn. Tot
bekrachtiging heeft hij nog daaraan toege
voegd, dat de Amerikanen den oceaan zijn
overgestoken niet alleen om de Duitschers te
verslaan, maar om te toonen, dat de Ver
eenigde Stoten overal heen zouden gaan,
waar de rechten van de menschheid in het
spel zijn.
Hierop is door Wilson bijzonder nadruk
elegd in de rede, die hij in het begin van
3e vorige week in Boston heeft gehouden,
waar hij op de reis naar het vaderland, waar
heen zijn plicht als president hem riep, aan
land is gestapt. Hij heeft toen gewezen op
het groote vertrouwen, dat de natiën van
r!e oude wereld de Vereenigde Staten toe
dragen, een vertrouwen hierop gegrond,
dat geen van hen de beweegredenen wan
trouwde, die de drijfveer waren van de han
delingen der vertegenwoordigers van de
Unie, en heeft gezegd, dat dit vertrouwen
een last oplegde, maar een last, dien iedere
natie trotsch moest zijn te dragen.
„Het Europa, dat ik zoo juist heb verlaten,
was vervuld van eene zaak, zooals nog nooit
te voren zijn gemoed had vervuld. Het
Europa van het tweede en het derde oor
logsjaar verkeerde in een hardnekkige wan
hoop. Zijne bewoners zagen niet hoe iets
groots zou zijn te volbrengen zelfs als de
oorlog gewonnen was. Zij hoopten, dat zij
hom gebied zouden kunnen bevrijden van
de legers die het hadden overstroomd, dat zij
hunne huizen zouden kunnen herbouwen en
hunne nijverheid weer op gang brengen.
Maar zij dachten, dat dit slechts een weder
opvatten zou zijn van het oude leven, dat
Europa had geleid in angst en vrees, in een
voortdurende en achterdochtige waakzaam
heid. Zij hebben nooit gedroomd, dat het
toekomstige Europa een Europa zou zijn,
waar de vrede stevig gevestigd was en
waar de hoop hare rechtvaardiging zou vin
den. En nu Jvebben deze idealen aan dien
nieuwen droom zulk een vastheid gegeven,
dat alle volken van Europa zich verlicht en
vol hoop voelen, want ?ij gelooven dat wij
aan den vooravond zijn'van een nieuw we
reld tijd perk, een tijdperk waarin de natiën
elkaar zullen begrijpen, waarin zij elkaar zul
len steunen in iedere rechtvaardige zaak en
waarin zij alle moreele en physieke krachten
zullen vereenigen om te verkrijgen, dat het
recht zegeviert.
Wat zou er gebeuren wanneer op dit
oogenblik Amerika de verwachting der we-
ield teleurstelde? Ik zal niets onwellevends
zeggen van eenig ander volk, wanneer ik zeg,
dat Amerika de hoop van de wereld is. En
wanneer het die hoop niet rechtvaardigt, zul
len de gevolgen onberekenbaar zijn. De
menschen zullen vervollen in de bitterheid
van de teleurstelling en zelfs in de bitter
heid van de wanhoop. Alle natiën zullen
weer beginnen als in vijandige kampen zich
tegen elkaar in te richten. De leden van de
vredesconferentie zullen naar huis terugkee-
ren met het hoofd op de borst, wetende dat
zij schipbreuk hebben geleden, want zij had
den zich verbonden niet huiswaarts te gaan
zonder iets meer te hebben gedaan dan het
vredesverdrag te onderteekenen. Stel, dat
wij het meest bevredigende vredesverdrag
onderteekenden dat de rustverstorende ele
menten van de oude wereld toelieten, wij
zouden, thuis ons werk overdenkende, we
ten, dat wij niets anders onderteek end heb
ben dan een nieuw vod papier, zonder dat de
natiën zich hebben vereenigd om het te ver
dedigen, zonder dat eenige waarborg aan de
vertrapte volken der wereld is gegeven, dat
zij voortaan veilig zijn."
Wilson geeft zijn gehoor te bedenken,
hoe de nieuwe volken, die uit deze worsteling
zijn opgestaan, hoe de gezinnen op wie de
last van den oorlog heeft gedrukt, zich te
moede zullen voelen, wanneer zij in hunne
groote verwachting -drogen worden. Hij
zegt: „Wanneer ik daaraan denk, dan zou
ik wat mij betreft wenschen, dat Amerika
nooit eenige rol had gespeeld in deze po
ging tot bevrijding van de wereld. Maar ik
spreek alsof daarover ook maar de schaduw
van een vraagteeken was. Ik koester evenmin
twijfel omtrent het oordeel van Amerika
over dit onderwerp als ik twijfel aan het
bloed, dat in mijne aderen stroomt."
Door deze overtuiging voelt Wilson zich
gedragen. Hij zegt: „Ik voel, dat ik de tolk
van de voornemens en de gedachten van
Amerika ben." En een feit, dat in New-York
is geschied op den dag voordat hij weer is
uitgevaren, levert daarvan een opmerkelijke
illustratie. Wilson heeft verleden Dinsdag te
New-York zijne denkbeelden verdedigd in
eene vergadering waar naast hem aan de
bestuurstafel gezeten was de oud-president
Ta ft, die hiermee getuigenis aflegde van
zijne instemming met het beginsel, dat in het
volkenbondsverdrag is neergelegd.(De presi
dent der Vereenigde Staten en zijn ambts
voorganger staan dus samen den volkenbond
voor. Deze twee mannen zijn de voorman
nen van de twee groote politieke partijen in
de Vereenigde Staten en met hun beiden
zijn zij de verpersoonlijking van het volk der
Vereenigde Staten.
In den strijd van het geweld tegen het
geweld, die in de vorige week in Berlijn is
gevoerd, is de overwinning gebleven aan
het geweld, dat het gezag had opgeroepen
tot handhaving van orde en wet. De drij
vers, die de staking hebben uitgelokt en
vooraan stonden in den strijd tegen de
troepenmacht der regeering, hebben- de ne
derlaag geleden. Dank zij de bescherming,
die de overheid verleent, aan de werkwilli
gen, is nu de arbeid hervat. Intusschen zou
inen den toestand zeker te gunstig beoor-
deelen, als men zich er mee wilde vleien,
dat nu in Berlijn de zaak voor goed gewon
nen is.
Een correspondent van de Frankf. Ztg.,
die van den strijd in Berlijn getuige is ge
weest, legt er nadruk op, dat het besluit
tot afkondiging van de algemeene staking
in Groot-Berlijn gTootendeels 'het werk ge
weest is van de onafhankelijke socialisten.
Hij stelt de vraag hoe het komt, dat de
arbeidersbevolking in Berlijn, die bij de ver
kiezingen voor de nationale vergadering
op 19 Januari zich met groote meerder
heid voor de meerderheidssocialisten had
verklaard, zes weken later zoozeer onder
den invloed van de onafhankelijken was
gekomen, dat zij hoost zonder verzet hunne
leiding volgde. Hij zegt daarvan, (lat het
mode is geworden alle schuld op de regee
ring te werpen, wier werkzaamheid inder
daad stof levert voor kritiek. Maar de oor
zaken voor de verwarring van den Ioatsten
lijd ligg'en toch dieper. De ernstige demo
ralisatie, die de oorlog heeft teweeg ge
bracht, de troostelooze economische toe
stand, die nog nergens het begin van een
nieuwen opbouw te zien geeft, bovenal ook
de druk van de vreemde heerschappij, die
meedoogenloos partij trekt van Duitsch-
land's onmacht en waaronder in vier maan
den tijds nog geen* vrede en zelfs nog niet
de opheffing van de hongerblokkade is ver
kregen, dit alles werkt samen om de
ontzenuwde bevolking voor het builensporig-
ste radicalisme ontvankelijk te maken.
De eigenlijke Sparlacisten zijn niettemin
in Berlijn, zooals overal, eene kleine min
derheid gebleven. Maar de onafhankelijken
hebben sterk in -aanhang gewonnen en zich
steeds meer- naar links ontwikkeld. Daar
komt als dreigend kenteeken van den toe
stand nog bij de onzekerheid, die is op te
merken bij de meerderheidssocialisten. De
desorganisatie in den boezem van de meer
derheidspartij is misschien n&g het meest
bedenkelijke moment van den toestand van
het oogenblik. In de atmosfeer van haat en
vijandschap, die de strijdende partijen om
ringt, vindt men aan de eene zijde eene
regeering, die door den aanhoudenden
strijd tegen oproer en anarchie niet tot rust
en zakelijken arbeid kan komen, en tegen
over. haar een wilde oppositie, welker ide-
ëele drijfkrachten door de blind woedende
elementen der vernieling tot volkomen
machteloosheid worden gedoemd. En in
haren strijd tegen deze oppositie vindt de
regeerng bij hare eigen geestverwanten
niet den steun, dien zij zou behoeven, om
zich op den duur te kunnen handhaven.
Duidelijk komt dit uit in de houding, die
door de Berlijnsche meerderheidssocialis
ten is aangenomen tegenover de nu geëin
digde staking. De Spartacusbond heeft de
staking uitgelokt, om daardoor zijne eigen
oogmerken na te streven. De onafhankelij
ken hebben Spartacus gesteund uit haat
tegen de meerderheidspartij en tegen hare
vertegenwoordigers in de regeering. Maar
ook de meerderheidssocialisten in Berlijn
hebben zich bij de staking aangesloten. Zij
hebben dit, naar hun zeggen, gedaan niet
om de uit hunne gelederen voortgekomen
regeering ten val te brengen, maar om haar
vooruit te dringen op den door h'eni als
juist besohouwden weg. Maar het feit
blijft bestaan, dat zij hebben meegedaan aan
eene beweging, die de regeering dwong
hare toevlucht te nemen tot geweld om
zich staande te houden. In een strijd, waar
in het ging om het -bestaan ven*de regee
ring, hadden hare vijanden den steun van
een deel van hare eigen geestverwanten.
De toestand blijft dus buitengewoon onze
ker, al heeft voor 't oogen'blik de regeering
den strijd gewonnen, want men zal niet
durven zeggen, dat hierdoor de strijd voor
goed in haar voordeel is beslist.
P a r ij s? 7 Maart. (R.) De beraadsla
ging -in het ministerie aan de Quai d'Orsay
liep gisteren in hoofdzaak over de maritieme
voorwaarden. Lloyd George betoogd dat,
wanneer Engeland de hand legt op een
deel van Duitschland's groote schepen, dit
zou meebrengen, dat het in mededinging
komt met de Vereenigde Staten. Engeland
en Amerika zijn tfhans tot overeenstemming
gekomen over deze kwestie en hun stand
punt harmonieert in hoofdzaak met dat van
Frankrijk en Italië. Het is mogelijk, dat er
eeniige schepen geleidelijk tusschen Frank
rijk en Italië zullen worden Verdeeld.
Een- vraag van groot gewicht is of de ma
ritieme en militaire voorwaarden tijdelijk of
meer of minder duurzaam van aard' zullen
zijn. Het voorstel tot het laatste neemt een
zeer defintieven vorm aan als middel om
Duitschland voor altijd te bedwingen. Som
mige voorwaarden hébben betrekking op de
controle over de ontwapening gedurende
een periode, welke een aanzienlijken tijd na
den huidigen oorlog zal voortduren. Dit
geeft uitzicht op de mogelijkheid, dat de be
zetting van Duitschland en het toezicht op
de Duitsche zaken gedurende een onbepaal-
den tijd zal voortduren, en brengt ook de
te-ere kwestie te berde in hoever een ver
sla-gen natie blijvend hare nationale be
voegdheid om hare eigen zaken te bestu
ren, moet verliezen. Deze kwestie der be
paling van een tijd van duur voor de opge
legde voorwaarden krijgt daardoor nog een
groot-er gewicht dan de* voorwaarden zelf.
Zij werd gisteren -behandeld, doch er werd
geen -besluit overwogen.
De voorwaarden, zooals zij gisteren zijn
overwogen, zijn aldus samen te vatten: Het
leger wordt teruggebracht op 200,000 man,
die bij het lot zullen worden aangewezen
voor een jaar -dienst. Geen lichting mag
180,000 man overtreffen. Officieren moe
ten 25 jaar, onder-officieren 15 jaar, dienen.
De hoeveelheid wapen-en en munitie moet
evenredig aan deze strijdmacht worden ver
minderd.
De Duitsche vloot moet worden vermin
derd tot een grens, welke voldoende is voor
politie- en verdedigingsdoeleindenzij zal
niet behooren tot de oorlogsvloten der eer
ste of tweede klasse.
De militaire, zoowel als de maritieme
voorwaarden blijven van kracht, zoolang niet
de volkenbond anders beslist. Voor den
luchtdienst worden een beperkt aantal zee
vliegtuigen met e enbemanning van 1000
man aangewezenhet werk van dezen zal
dienstbaar zijn aan het verzamelen van mij
nen tot 1 Octoberdaarna zal deze geheele
dienst eindigen.
In sommige opzichten zijn de op te leg
gen voorwaarden nog voor discussie vatbaar.
Zij zullen echter zonder twijfel in hoofdzaak
gehandhaafd blijven.
Parijs, 3 Maart. (R.). Officieel. De
opperste oorlogsraad heeft hedennamiddag
vergaderd. De generaals Gordon (Groot-
Brittannië), Savy (Frankrijk), Treat (Ver.
Staten) en Segra (Italië) werden benoemd
in de commissie, welke naar Laibach zal
worden gezonden.
De Roman van een Nederlandschen Schilder.
Nadr het Engelsch van
van
MAARTEN MAARTENS
door
J. L. van der Moer.
CS
Paulns Lokster werd dan ook oud zonder
iets onsterfelijks geschilderd tc heubenj en
tocli was hij tevreden. Misschien ver beeld
de hij zich, dat zijn vader desgelijks haiL .ge
daan, maar hij sprak het niet uit. In zijn tijd
was het nog geen gewoonte, dat de 'kinderen
onhebbelijk tegen hun ouders optraden.
Zijn eigen oudsten zoon noemde hij Petrus
Paulus. „Twee schutspatroons zijn licht beter
dan een", meende hij. „Rubens schilderde zijn
leven lang onsterfelijke dingen en was zeer
voorspoedig".
P.trus Paulus Lokster was niet erg voor
spoedig, maar was toch van oordeel dat mén
het leven zoo veel mogelijk van den vroolijlcen
kant moet beschouwen. Ilij was het. zwarte
schaap in de familie, een onvolkomen genie
onder de talenten.
Lis! riep de oude Loksier, terwijl hij het
blad omsloeg.
Lis! riepen de kinderen, terwijl ze met
hun messen tegen de glazen sloegen.
iLs opende de deur van zijn zolderkamertje.
„Prins- Bismarck bevestigt, dat de Europee-
sche vrede verzekerd is" las de vader.
Waarom wilden ze oorlog maken, vroeg
een van de kinderen, een slap, bleek fcereüje.
Om Elzas-Lotharingen, antwoordde een
onder, die mager was (zooals de meesten), en
ewneeiys bleek (zooals allen)
Moeder! riep de vader door het venster,
zonder op te zien.
Moeder! schreeuwden de kinderen in
koor.
De broodsoep en do -commensaal kwamen te
gelijk binnen. De laatste nam de temen over
uil de heelierhanden van tie huisvrouw.
Lis, er staat hier 'n heelé geschiedenis in
de.krant, vertelde, oude Lokster, van 'n nieuw,
beroemd Ilollandsch schilder te Parijs! En 't
vreemde van 't geval is, dat je nooit zijn naam
zult' raden.
Dan behoef ik 't ook niet tc probeeren,
antwoordde Lis, en hij zette meteen de. soep-
tcrricn op tafel.
Misschien de eene of andere studievriend
uit Dusseldorf of uit Münchcn? vroeg Me
vrouw Lokster.
'1 Is Odo Pareys, verklaarde Lis bedaard.
En lillen vroegen, als uit één mond, hoe hij
dat had kitnnen raden.
"Wie zou dat nu anders kunnen zijn?
Laat -me die krant 's even zien?
Ilij verborg zijn gezicht achter 'het blad en
las den brief van den „Eigen correspondent",
die den lof van de vreemdelingen in goed ge
kozen woorden weergaf. De Fransche cri
tici hadden deze poëtische Studie' van dc hei-;
develden uit het Noorden, welke in drie tonen
wanen gehouden: roze, amber en zilver, met
zeer veel -geestdrift begroet. L e Fond a r-
g e nt i n de 1' a tmosphère, La Blon-
deur rose des terrains.
Ilij legde de krant neer.
O, ik dank u, niet meer soepl
•Mevrouw Lokster, die eigenlijk te arm was
om haar kinderen behoorlijk te eten te ge
ven, wilde den man, die er voor betaalde, al
tijd overvoeren.
Te oordeelen naar wal die snuiter
schrijft, zou ik zeggen dat 't middelmatig werk
is, Zei oude Lokster, terwijl hij met welgeval
len een extra bord soep aannam, waar twaalf
begeerige oogen naar -gluurden.
Lis vroeg een beetje korzelig waaróm.
Omdat d'e lof er zoo van verkondigd
wordt, beweerde Saskia, de bleeke. magere,
oudste dochter.
De vader sloeg met de vuist op tafel. Dit
was eigenlijk het eenige middel om indruk te
maken op al zijn spruiten met hun menigvul
dige kunstenaarsburen en grillen.
Hang jij den kwakzalver nou nieti uit,
sprak hij met nadruk. Hou jij maar 's op met
Kale Greenaway na tc doen, dan zullen we
wel zien wat -ze van jouw werk zeggen!
Maar zeg, Lis, jij moet daar in Aldervank toch
wel 'n boel van die -dingen gezien hébben!
Waarom heb je ons daar nu eens niets van
verteld-? Wat ben je toch 'n vreemde vent1.
Ik heb in geen jaren iets gezien dat Pa
reys geschilderd heeft, antwoordde Lis, haas
tig zijn eten doorslikkend.
't Is verbazend! Op de hei voert ie niets
uit en in Parijs schildert ie heigeziehlen.
Daarom vertrouw ik 't zaakje niet. En ik kan
ook niet gelooven aan 't gebruik van die
vreemde kleuren. Schilderkunst A la Wag
ner! Je noemt de hei maar roze en zilver, en
klaar is Kees. Je schildert ze in 'n atelier op
den boulevard!
Lis, neem wat aardappelen, zei Me
vrouw Lokster.
Alle kunst moet men waarnemen,
merkte Saskia op. die alweer was bekomen
van dc ontvangen berisping.
'Dc kinderen vooral de jongstcn hoon
den haar om deze waarheid als een koe.
Laat haar praten, zei de vader,.geen
achti gevend op de bewegingen van zijn omge
ving. Vlies, wat niet volkomen waar is in de
Kunst, is bedrog. Tot in deze eeuw hebben de
Franschen maar één landschapschilder gehad,
Lis. Ik bedoel Claude Lovrain; en dat was nog
niet eens 'n Franschmanl*Wat weten zij van
landschappen af?
Dupré, Daubigny, begon Lis, blij dat er
zulk een uitgebreid onderwerp ter sprake-
kwam.
Gedichtjes! riep oud'e Lokster met diepe
minachting, en hij streek zich herhaaldelijk
over den willen haard, ,,'t Zou wat! Ik twijfel
er aan of deze man iets dichterlijks levert,
wat? 'n Hotlnhidsche 'CoroM Ik heb niets tegen
hun Fransche poëzie, versta me wel; maar ze
moeten van onze 'hei afblijven! Ik heb de
iqeest onmogelijke Hngelscbe, Hollandsche en
F ra nsch-II o 11 a ndseho visscherspinkcro gezien!
Je zult, hoop ik, toch wel toegeven (nu
spraak hij ironisch) dat ik op 't gebied van
vissoherspinken kan meepraten?
Ik geef zelfs toe dat u 'n autoriteit is op
l gebied van schilderijen, die u nooit gezien
heljt, zei Lis, gemaakt lachend.
I3e kinderen 'huiverden. Ze hadden allemaal
hun eigen opinie over verschillende onder
werpen, maar ze hieven altijd Lobster's, en
dit was Lis niet.
Let goed op mijn woorden. Lis! De Ne-
derlandsehe hei moet worden geschilderd
door 'n Nederlander, die nooit onder Fran
schen invloed 'heeft gestaan. De hei moet
door Hollandsche kunstenaarsoogen worden
bekeken, die nooit door vreemde brillen heb
ben gezien. J ij bent de man, die moet trach
ten dat tc doen!
Wind je Itoch onder 't eten niet zoo op,
Vader, viel Mevrouw Lokster hem in dc rede.
Je -zou 'heusch weer heclemaal over stuur ra
ken.
Maar hij nam geen notitie van haar woor
den.
J ij bent de man die probeeren moet hei
gezichten te schildëren. Begrijp me goed, ik
zeg -probeeren. Te oordeelen naar hetgeen ik
van je studies heb geziekt, zou ik zoggen: kies
'n Holland&ch onderwerp en dring er meC
hart on ziel in door, omdat je 'n, echte Hol
lander bent. We hebben immers land en
koeien in. overvloed, en ik geloof... dat je
schepen toch nooit zoo goed worden als dc
mijne! Ik ben eigenlijk erg teleurgesteld, Lis,
ja, laat ik 't nu maar ronduit 'zeggen... ik 'heb
al lang op*je werk gewacht. Ik had gehoopt
dat je nu, na al die jaren van studie, uil je
geboorteplaats zou teruggekomen zijn, na met
hart en ziel' en oogen genoten en gewerkt te
hebben, /met 'n dikke portefeuille vol schetsen
van de hei, van j o u w hei, van jouw kunste
naar's hei! En wat heb-je mee naar huis ge
bracht?-. Niets! (Ilij dronk in. één. teugcen
glas water leeg). Maar als j ij de hei geschil
derd hadt, dan- zou er wat anders- voor den
dag gekomen zijn dan zoo'n Pareys, zoo'n
boulevard-looper, op t doek heeft gesmeerd 1
Ik geloof dat 't beter is dat ik naar bo
ven ga, zei Lts, opstaand.
En toen de d'eur achter hem gesloten was,
verweet Mevrouw haar echtgenoot:
(Wordt vervolgd.)