iflKNEiTsnus r^° ;z „DE EEMLANDER" oe worsten wsj geregeerd? BUITENLAND FEUILLETON. LIS DO^IS 17e Jaargang No. 228 pt. ootl LW pet «tk Irael eratit «rtebenric feKtT. .-.neelukkeo) f 0.1 S. «IzomilcrUjk, nummer* f 0Ci\ 'SVkeltjlc.zb bijvoegsel .D. HolLtndu.rm flvtwnaw onde» redactie vio rhertse Hovenl pc, 1 maanden '5 eem ®elteHikscb btfvoegjel »*VsrWdrewue- pet 5 maanden 40 cent HOOFDREDACTEUR M. D. 4. VAN SCHAARDENBURG Uil GEVERS: VALKHOFF Co BUREAU ARNHEMSCC-iE POORTW&U »o«« INTERCOMM TELEFOONNUMMER 613 Dinsdag ?5 Maart 1919 dinnstaanhirdiogeo I5 regel.* f 0.50. groote lel öaj* ohafsnitmte Vont handrl eD bedrijf hestAdQ «e*f «oordeetige b*f»*linget> tol hel berh^td adve:» If. dit Blad. hi) abonnement Renr drenfaire bevattende d# ïoorrurrlci». wordt op aanvraag toegezonden (Vervolg). Wij hebben gezien hoe de inrichting van ons Staatsbestuur in drie groote afdeelingen Is te onderscheiden. De wetgevende macht, die alle voorname en belangrijke regels stelt; die wetten maakt. Dè uitvoerende macht, die er voor zorgen moet, dat de wetten geen doode regels blijven, maar haar taak in de maatschappij verrichten. Is er een wet, ^die voorschrijft, dat alle kinderen tot hun 13de jaar onderwijs moeten ontvangen, dan zorgt de uitvoerende macht of administratie, dat er voldoende gelegenheid is om school te gaan, dat nagegaan wordt of alle ouders hunne kinderen naar school zenden, enz. enz. Aan de administratie moeten zeer vele werkkrachten verbonden zijn ambtenaren, commissies, politie, in 't kort, ieder, die zich in Staatsdienst bevindt en niet bij den wet gever in dienst is of tot de rechterlijke macht behoort, is mede werkzaam aan de uitge breide Staatsadministratie. In de practijk echter zijn deze drie groepen niet altijd even scherp te scheiden en één persoon kan wel met verschillende werkzaamheden belast zijn. Aan het hoofd van den Nederlandschen Staat, staat de Koning en hij vereenigt daar door reeds in zijn persoon deze drie hoofd richtingen van de Staatsinrichting. Toch is de Koning in Nederland niet oppermachtig en het is zelfs een groot vraagstuk voor de geleerden of de Koning de hoofdmacht is in onze Staatsinrichting. In elk geval verte genwoordigt de Koning de éénheidsgedachte van onzen Staat. De voornaamste bepalin gen omtrent de bevoegdheden en de macht van den Koning zijn zooals an zelf spreekt in onze grondwet neergelegd. Daarin is be paald dat Koning èn Staten-Generaal de wetgevende macht vormen, dat de Koning het hoofd is van de uitvoerende macht en de rechters benoemt (doch deze kunnen niet door hem. noch door iemand ontslagen wor den, zoodat zij geheel vrij en onafhankelijk zijn in de uitoefening van hun gewichtig ambt). Kunnen wij nu door het aandachtig lezen van de grondwet de positie van den Koning te welen komen Leeren wij daaruit duide lijk de verhouding van Koning en Staten- Generaal van Ministers en Koning, en van Ministers en Staten-Generaal Wie met die - bedoeling de grondwet opslaat, zal zich zeer teleurgesteld gevoelen hij zal slechts wei nige regels over deze onderwerpen vinden en die enkele regels zullen hem verre van duidelijk schijnen. En wie dan-eens toeval Kg in een tijdschrift of een krantenartikel gelezen heef!, dat de grondwet niet deugt, dat de werkelijkheid geheel afwijkt van de grondwet,, dat de grondwet maar afgeschaft moet worden, die weet den volstrekt niet meer wat hij er van denken moet. Hoe zit hier de vork in den steel Wel zóó dat de grondwet-vork gestoken is in een honderd jaar ouden steel en dat de menschen van nu dien ouden steel (dat zijn de toenmalige ver houdingen in, en verwachtingen omtrent Staat en maatschappij), niet meer bezitten, doch hun eigen steel (dat zijn de tegenwoor dige toestanden en opvattingen) moeten ge- bruiken en omdat 't nu niet heel gemakkelijk is den nieuwen steel goed aan de vork te bevestigen, denken zij, dat de vork niet meer deugt. En zoo zijn veel geleerden en staats lieden ertoe gekomen de deugdelijkheid van de vork eens ernstig te gaan onderzoeken. Sommigen hebben toen da geheele vork af gekeurd maar anderen vinden, dat het beter is een enkelen tand van de vork wat te ver beteren, daar hel niet zoo gemakkelijk zal 2ijn een geheel nieuwe vork te makenen weer anderen willen dan maar de geheele vork ftiissen. Tot nu to? i-s het in de werke lijkheid bij het verbeteren van enkele tan den gebleven. Onze grondwet, die wij sinds 1814/1815 bezitten, is herzien in 134Ö, zeer ernstig in 1848, in 7837 an laatstelijk in 1917. Maar nu schijnt de vork toch erg slechte tanden te krijgen,-want de huidige regeering heeft alweer eene Staatscommis sie tot herziening van de grondwet benoemd en de taak aan deze commissie opgedragen is van zooveel belang, dat men vel.spoedige resultaten verwachten mag. De grondwet biedt dus in deze geen vol strekte hindernis voor het meegaan van onze Staatsinrichting met de nieuwe tijden. En deze snelle opeenvolging van wijzigingen, die nu blijkbaar voor de deur slaan, zal nie mand verbazen, die het werkelijk Koninklijke woord van de Koningin„dal de regeering mee zal gaan met den polsslag van den tijd" heeft gelvoord èn verstaan. Want helaas, te weinig Nederlanders blijken deze woorden in waarheid uit het hert gegrepen. En toch is dit groote wcord gesproken tot her Noier- landsche volk, tol U en tot mij, en wij allen moeten er door onzen ernsrigen wil en door onze daden een antwoord op geven, want eene regeering moc-t steun vinden niel al léén in de volksvertegenv.oc k ring, doch ook in het geheele volk, in ieder lid van den Staat. Niet alléén cis gij zul! stemmen bin nenkort, hebt gij invloed op de v. iizc waarop ons land wordt bestuurddoch ieder en dag> 'ieder uur schraagt -oJ verzwakt gij cte werkin; van het Staatsbestuur, door de wijze waarop gij leeft, denkt en doet. Hel Staatsleven is door ons geheele persoonliikl even ingewe ven, maar ons eigen leven van iederen dag werkt mischien onnaspeurbaar, maar toch onontkoombaar op het Staatsleven in. Er is wel eens gezegdeen volk heeft de regeering, die het verdient. Doijpag nu wel niet juist zijn ten opzichte van het bezit van bijzonder geschikte personen op bepaalde oogenbMkken, maar het is wel waar, dat de geest van Staatsinrichting en Siaalswerk- znamheid, den geest weerspiegelt van het ge heel e volk. "Wil een regeering krachtig en vooruitstrevend zijn, dan moet het volk een krachtigen voortuitstrevenden geest in zich hebben; wil een regeeering sociale hervor mingen, verbeteringen van maatschappelijke wantoestanden tot stand brengen, dar. moet in het volk zelf een geest wakker zijr» ven sociaal medegevoel, van verantwoordelijk heidsgevoel voor zijne medeleden van de m a a t-schappik Politiek Overzicht De regeering van Pruisen heeft-door af kondiging van eene verordening met wette lijke kracht den eersten stap gedaan tot de ontbinding van het gTOot-grondbezit. Deze verordening bepaalt, dat de familiegoederen moeten worden ontbonden. Onder de fami- liegoederen zijn te verstaan „standesherrli- ohe" huisvermogens, familie-fideicommis sen, leenen en erfstamgoederen. De vorming van deze familiegoederen dagteekent in Duitschland -van de 17e eeuw. Men wilde door het bijeenhouden van een groot grondbezit in ééne hand den uilerlijken glans van de adellijke familiën verzekeren. Men zag echter bij het nastreven van dit hoofddoel over het hoofd, dat door de invoering van de ondeelbaarheid van groote oppervlakten grcno's niet alleen de groote meerderheid van de familieleden ten voordeele van een enkele in hun erfrecht .ernstig benadeeld werden, maar dal deze gebonden goederen dok een nadeel oplever den voor de gemeenschap. Het Pruisische algemeene landrecht heeft de familiegoede ren wettelijk geregeld. Toegelaten werden f am iie-f ideicommtéSe n voor in den landbouw gebruikte gronden met een netto-opbrengst van minstens 2500 taler en geldfideicom- missen van minstens 10.000 tnler kapitaal. Ook rooi de leenen zijn bepalingen in het landrecht opgenomen. Reeds in 1848 was de opheffing van de gebonden goederen een van de eischen der revolutie. In de door de Duitsche nationale vergadering aangenomen grondwet van het Duitsche rijk van 28 Maart 1849 was in de nrtt. 170 en 171 bepaald, dat zoowel de fi- deicommissen als alle. leenen moesten worden opgeheven. De uitvoering was opge dragen aan de regeeringen der verschillen de landen* Te voren had reeds de Pruisi sche grondwet van 5 December 1848 in art. 38 de oprichting van leunen en de stichting van familie-fideicommissen verboden en be paald, dat de vrijmaking' v n de bestaanden wettelijk zou worden geregeld. De/elfde be paling is ook te vinden in art. 50 van de herziene grondwet van 51 Januari 1850. In het tijdperk van reactie, dat daarop volgde, werden de familie-fideicommissen door een wet van 5 Juni 1852 weer toegelaten. Sints dien hebben de Pruisische regeering en de beide Kamers van den Pruisischen landdag voortdurend hunne belangstelling getoond in de familie-fideicommissen, die men wilde behouden; voor eene gewijzigde inrichting overeenkomstig de nieuwe tijdsomstandig heden werden verschillende ontwerpen in gediend ook nog tijdens den oorlog. Door de verordening van 10 Maart 1919 wordt de weg geopend tot de ontbinding van alle familiegoeder n en ook van de geld- iideicommissen. De oprichting van nieuwe familiegoedcren en hunne vergrooting wordt verboden. D? ontbinding zal aanvankelijk door het particulier initiatief in gang ge bracht wordenna 1 April 1921 za! het staafsir.inisterie de ontbinding door middel van dwang ter hand nemen. Buiten deze verordening valt het sedert cenige decennia in Pruisen toegelaten „Anerbenrecht" bij hofsleden enz., dat in hoofdzaak geldt voor landbouwbedrijven van bescheiden omvang, welker verdeeling bij de scheiding van erfenissen bedrijven in 't leven zou roepen, te klein voor een loonen- de exploitatie. De verordening is gericht tegen het grootgrondbezit, dot tot dusver onvervreemdbaar was. Door dit tot verdee ling te brengen, wil* men de vorming van èen nieuwen boerensiand_ in de hand wer ken. Het fideicommisbezit omvat in Pruisen ver over de duizend bezittingen niet een ge zamenlijke oppervlakte van meer dan twee mil'ióen H.A., het^'^n ongeveer 6V; pet. van het geheele staat^gebied uitmaakt. Ln de kerken van Engeland is voor den socialen vrede gebeden ingevolge eene op dracht, door den aartsbisschop ven Canter bury, den primaat van Engeland, aan de ge- loovigen gegeven. Dit is een ken schetsend feit; het illustreert hoe ernstig men den toestand inziet, die in 't leven is ge roepen door de beweging onder drie van de gewichtigste groepen der werknemersko- lenarbeidc-rs, spoorwegarbeiders en trans portarbeiders. D?ze hebben zich aaneenge sloten lot een driebond; zij staan bijeen en steunen eikaar om de arbeidstoestanden te verbeteren en de naasting van de bedrijven door den staat, de zoogenaamde nationali satie, door te zetten. Goedschiks als dat kan. maar anders door het dwangmiddel der sta king. In Februari is het besluit genomen tot een ajecmeene staking in alle Britsche ko lenmijnen, wanneer niet de eischen der ar beiders werden ingewilligd verhooging van de -oenen met 30 pet., zesurige werkdag, vpJigdige betaling van de wcrkloozen, eene ïndeolmg vande werktijden zoodanig, dat er 5 Ml dagen per week wordt gewerkt, ein delijk nationalisatie. Deze eischen werden door de mijneigenaars afgewezen. Eerste mi nister Lloyd George heeft echter uitstel we ten te verkrijgen van de iritvc irug van het bps buit tot staking. Hij heeft eene commis sie. waarin vertegenwoordigers van werkge vers er, werknemers zitting hadden, met een lid van de Britsche magistratuur, Mr. Justice Sankey, els voorzitter, belast met het instel len van een onderzoek cn het doen van voor stellen om tot een afdoende regeling te ko men. Aan beide partijen werd op het hart gedrukt,-dat het noodig was zich met elkaar te verstaan en het lend voor een ramp te behoeden. Deze vermaning heeft tot uitwerking ge had, dat de beslising ever den dag, waarop de staking zou beginner., is verschoven tot den 22en Maart. Vóór dien datum zou eer vöorlcopig rapport van de commissie wor den uitgebracht, dat over een gedeelte van do haar gegeven opdracht, namelijk de kwes tie van de ioonen en den werktijd, zou loo- pen. Mot spanning werd uitgezien naar wat die dog zou brengen, want men kon zich niet ontveinzen, dat als het niét gelukte de drei gende staking af te wenden, een groote ramp zou intreden op het meest kritieke tijdstip, van het nationale leven. Nu kan men herademen, want deze d.ag is voorbijgegaan zonder de gevaren te bren gen, die werden gevreesd. Op den grond slag van de voorstellen der commissie is een regeling ver'.regen, die wel is waar niet een definitieve oplossing geeft, maar toch den weg opent voor verdere pogingen om die te verkrijgen. Op het punt van het loon en den werktijd is een regeling getroffen, die in ruime mate tegemoet bomt aan 't geen door de arbeiders werd verlangd, maar toch het karaktef draagt van een compromis; in plaats van de verlangde 30 pet. loonsvev- hooging krijgen de arbeiders 20 pet. en de werktijd wordt ep zeven uren per dag^ be paald met de belofte, dat in 1921 de zes urige werktijd zal worden ingevoerd, wan neer dan de productie van 1913 weer be reikt zei zijn. Wat het hoofdpunt betreft, de naasting van het kolen bedrijf, is genoegen genomen niet de toezegging van de regee ring, dat deze zaak zal worden ter hend ge nomen, zoodra de commissie niet haar rap port-daarover gereed is, hetgeen In den loop van Mei is te verwachten. Zoo is door wederzijdsche inschikkelijk heid versnoden, dat op het oogenblik waarop men zich gereed maakt den strijd, die de wereld gedurende 4.'; jaar heeft geteisterd, ten einde te brengen door een vrede, waar aan men het karakter van duurzaamheid wil geven, een economische strijd ven een om vang zooals in Engeland nog niet is be leefd, zou losbarsten. Niet zonder moeite is dat verkregen. De weigering van de spoorwegarbeiders om in te gaan op de door de spoorwegdirectiën naar aanleiding van hunüe eischen gedane voorstellen, bracht aanvankelijk eene storing te Weeg, die echter uit den weg kon worden ge ruimd. De aandacht verdient eene op merking, die in verband met de ver kregen uitkomst is gemaakt door Barnes, het Labour-lid van het Britsche kabinet. Hij zegt, dat de uitkomsten, die verkregen zijn wat de verkorting van den werktijd betreft niet dooi de vakvereenigingen alleen zijn bereikt, maar de vrucht zijn Van het breedere inzicht der werkgevers, die van de gezamenlijk ge leden bezwaren der laatste jaren den in vloed hebben ondervonden. Hij voegt daar aan toe, dat c!e stakingwgeruchten, die voortdurend de lucht vervuilen, afkomstig zijn van een handvol theoretici van ge krenkt verstand, die onrust trachten te sto- 1 ken in de hoop daardoor gelegenheid te vin den hunne theorieën op de proef te stellen, en bes hat met eene opwekking tot de werk lieden om de gelegenheid, die hun nu ge* boden wordt tot samenwerking met de werk* gevers, niet -ongebruikt te laten. Als iemand zich beroept op de rechtvaar digheid, is 't altijd 'n rechtvaardigheid die wat oplevert, nooit 'n rechtvaardigheid, die hem wat kost. Pe, Roman van ven Nederlandschen Schilder. Naar het Engelsch van MAARTEN MAARTENS door J. L. van der Moei. 78 Door Lis, hè. Lis Toen jullie /nek aar te AldcrvanL ontmoetten onderzocht 'Mevrouw. Nee, toch niet,.... te Aldervank hebben we niet over Mijnheer gesproken. Dat heb ik je al gezegd! schreeuwde Lokster, verlicht, tot zijn cehtgenoote. Al de kinderen knikten. We hebben nooit geld van iemand aan genomen, ging hij voort. (Mevrouw bloosde- en wendde de oogen van Lis af.) Maar dit maakt 'n verschil. Luistert maar, wat ie zegt lederen avond, sedert het was gekomen. nu al een week lang was het bankbiljet, na de thee, plechtig op tafel gelegd. En gc- Iflurende liet gesprek las de vader het bege leidende briefje minstens twee maal hardop voor. 't Zou jammer geweest zijn. om t voor ouwe schulden klein te maken, meende Petrus Paulus. 't Zou als een druppel water zijn op 'n grooten hoop stof. PctVus Paulus, wiens vrienden (niet zijn naaste betrekkingen) er wel eens getuige van waren geweest, <lal hij champagne besieldc, was niet in staat zijn ouders te ge]ooven, wanneer deze' verzekerden, dat ze altijd eerlijk de tering naar de nering hadden gezet- Stille en luistertriep oude Lokster „Mijn waarde Heer, Ik verneem, dat ge onge steld zijt. Mag ik li liet ingeslotene leenen, tot het n schikt hei terug tc betalen Aan dc andere zijde van het- veer, als we elkaar soms mochten ontmoeten T' De oude teekenlceraar legde het halve velletje papier neer en keek rond. Ik zal 'n paar schuilen voor 'm schilderen, zei hij. Wat bedoelt hij met „aan de andere zijde van 't veer vroeg Saskia. Ze lachten haar allen uit en schreeuwden door elkaar. Nu ja, ik ben niel zoo geleerd als jullie, protesteerde zij.' Ik heb 't al iederen dag willen vrager.. Jullie behoeft niet zoo'n drukte te maken, als er 'n vreemde bij is. 'n Vreemde gilden ze allen. Stil Stil kwam Moeder tusschen beiden, die geen tranen bedwingen kon, behalve haar eigene. Ik heb nooit inn iemand geld aange nomen, herhaalde Lokster. U maakt ook veel te veel drukte over alles. Waarom hebt u dien hakker niet door. laten gaan met de krant te sturen Dan had den we tenminste geweten, wat er in de wereld gebeurt. 'n Cadeau van. 'n bakker Hij beefde Nee, d i t maakt 'n heel verschil, dit is 'n cadeau van 'n Koning 'l Is min of moer 'n recognitie, 'n erkend recht. Jacob Raff wil loonen, dat hij Ouden Lokstor nog wel als iets meer beschouwt dan juist als den ouwen Lokster Ik moet 't als 'n order beschouwen. De orders voor ons huis komen, helaas, wel wat laat riep Petrus Paulus ruw uit Hij (lacht daarbij zeker aan de portretten van dc Nassau's. Al de kinderen rondom de tafel keken met den gewonen afschuw -naar hel Zwarte Schaap. Oude Lokster eveneens uit gewoonte luisterde niet eens naar hem. 't Is 'n gave van don Souvcrein, 'n brief van adeldom, dien ik uit'geen mindere hand zou aannemen. Maar Lisheeft ohs óók geld geleend. klonk 't plotseling en onwillekeurig ian Me vrouw Lokster's lippen. Haar echtgenoot lachte minzaam cn liet zich door haar opmerking volstrekt niet in het nauw brengen. Volkomen juist, antwoordde hij, maar dat was dan ook in den tijd, loen ik hem nog als 'n Kroonprins beschouwde. II3j keek rond, om tc ontdekken, weiben roem van den Parnassus hij behaalde binnen den stralenkrans van den gaslamp. Ja, zeker, 'n Kroonprins, herhaalde hij, 'n Kroonprins. ïk ga weer ^chiMe^en. riep Lis heftig. Portretten Bestellingen vroeg Petrus Paulus. N.cern niij als model; viel-Saskia in. Ik ga naar Ben IIon,_ Mijn kist mag hier zeker wel. zoo long hlijv »rv staan? Ja, ja. merkte oude I-okrirr op, n koe (ö-f 'n godin. Wie zal 'l zeggen h Godin om naar tc smachten, of n koe.... orn te melken Lis dronk zijn punch uit en verdween. Hij vond thuis een brief van Jetto, den eersten na vele maanden. „Ik heb aangenaam nieuws voor je, beste Lis. of beter: liet is aangenaam nieuws voor mij, maar jij zult je verheugen om mijnent wille. Je woorden zijn bewaarheid, die op rechte, lieve woorden, de laatste die je sprak, locn jc dc kleine Redempta kuste en ons ver liet. Er staat mij weldra een groot geluk te wachten, Lis. een nieuwe schakel, die mij bindt aan den echtgenoot yup mijn. keuze. Mijn geheele leven schijnt me daardoor to taal anders geworden. Ik. die in die kalme goede dagen van vrocr gcr zoo gaarne had, dat jij ine moedertje noemde, ik die allijd wensehtc dat j*i "ie als almachtig zou beschouwen en in slaat om al je venschen tc vervullen, ik heb eigenlijk nicls voor jouw geluk gedaan. Niets dal de moei te waard was; niéts dat tol een goede uit komst leidde. De kleine Redempta gevoelt zich zeer ge lukkig bij de Zustor-. En ik ben ook gelukkig. Jc ziet dus dat jc woorden bewaarheid wor den. Ik hoop maar dat jij ook gelukkig bent." Lis stond in gepeins vcrzonRfen. Zijn oogen waren vochtig, lii.i voelde met een innerlijke, diepe verachting van zijn eigen wreedheid, (Int hij alles zou kunnen verdragen alleen niet dat Jctta Parcys zou liefhebben. En toch had hij alles gedaan, om dit te bewerken. „Nee, nee, niet om lief tc hebben, jiiet-om tc beminnen Langzaam deed hii een ronde door zijn kamertje. Verschillende half verbleekte por tretjes van de kleins Jelta hingen er aan daa Buitpr.landsclie Berichtiu Berlijn. 2 4 Maart. (W. B.) De Duit- sche wapenstflstandscommissie deelt mede dal den 23en naar Engeland zijn vertrok ken uit Hamburg 9 en uit Emden 2 Duit sche schepen en den 24en uit Hamburg 5, uit Honingbergen 1, uit Emden 1, uit Bre men 2 schepen. B e r 1 ij n 2 4 Maart. (W.-B Gisteren' is de v.apenstiistandscommissie niet in vol ledige zilting biieen geweest, daar generaal Nudant naar Parijs is ontboden. De reden van zijn reis is onbekendmisschien staat deze in verband n\et het bericht, dat van daag te Parijs opnieuw over het Poolsrho vraagstuk zou worden beraadslaagd. Ver moedelijk zullen de volgende dagen even min zittingen gehouden worden, doch over de belangrijkste kwesties zullen nota's wor den "gewisseld. P a r ij s 2 4 Maart. (R.). De groote mogendheden hebben heden besloten, hun best te doen om het verdrag binnen een week gereed te hebben. Men schrijft dit be sluit toe aan den toenemenden ernst van den toestand. P a r/ij s 2 4 Man r t. (R.). Officieel. Hedennamiddag is de opperste oorlogsraad bijeengekomen. Het vraagstuk betreffend© de telegraafkabels werd ondefzocht en er werd over den toekomstigen staat dezer ka bels een beslissing genomen. De bepalingen hieromtrent werden naar de redactie-com missie verwezen. Het voorstel der Vereenigde Staten no pens de opdracht der commissie werd aan genomen. P a r ij s 2 4 Maart. (Havas). De opper ste oorlogsraad der geallieerden heeft Maan- Jagnamiddag om vier uur in het ministerie an de Quai d'Orsay vergaderd. De zitting werd voorafgegaan door een bijeenkomst van drie tot vier uur, van de leiders der clele- galiën, de heeren Wilson, Lloyd George, Clemenceau en OrTando. Maarschalk Foch nam aan deze conferentie deel, waarin is beraadslaagd over de militaire gevolgen der bolsjewistische omwenteling in Hongarije en over de kwestie van het vervoer van de Pool- sche divisiën van generaal Halier naar Polen. Par ij s, 24 Maart. (R.) De Czecho-Slo- wakische commissie heeft heden voormiddag vergaderd onder voorzitterschap van Cam- hon en nieuwe kw es tien, die zijn gerezen, overwogen. B e r 1 ij n, 2 4 Maart. (W. B.) Het buneau aan het departement van buitenlandsche za ken voor de vredesonderhandeling-en hield zich heden bezig met een bespreking over de economische belangen in de landen van het voormalige Rusland en over de daar aanwezige waarden, alsmede de vraag hoe daarop bij de vredesonderhandelingen zou zijn te letten. Londen, 2 4 Maart. (R.) Terwijl nog geen otfirieefe bevestiging is ontvangen van het bericht, dat de mogendheden hebben besloten de blokkade tegen het voormalige Ocstenrijksch-Hongaarsche rijk op te hef fen, is het een feit, dat voorstellen van die strekking cenige dagen geleder, bij den op persten economischen raad te Parijs in be handeling zijn geweest. Er werd toen beslo ten., dat behoudens goedkeuring ven den op persten oorlogsraad de blokkade over ge heel Oosten-rijk-Hongarije zou worden op geheven. De blokkade over Czeoho-Slowa- kije was reeds eenigen tiici .geleden opgehe ven. Dit heeft geen betrekking qp de vaadsel- wand. Doodbedaard nam hij ze er at. Lang beschouwde hij haai beeld .van moer jongen datum, een plaat die uii het tijdschrift ..Vie Ileurcuse" was genomen. Een fTansclu- ken nis had het hem gestuurd- Ongetwijfeld had Odo dat portret wel doen opnemen: La bel le. 6 p p u se d n g r a nd pc i n t r i h o lj 1 a n d a is Pa r e y s. Aan de achterzijde stond een enthousiast artikel over dc „Blomlcur rose' van tie schil derijen cn van de dame. Li:. Verscheurde de plaat en verbrandde haar. De meisjesportretten borgde hij op, maar niet in de kist, die hij bij dc Loksters liet slaan. Hij nam ze mee naar Den Haag. Maar daar hing hij ze nooit meer op. Jaren later zette hij er een op een stan daardje in een hoekje van zijn slaapkamer to Bold am, een hoekje waar 's morgens juiri do zon op viel, wannéér hij ontwaakte. ®*\VII. In Den Haag openfe zicli voor Lis een ge heel nieuw bestaan. Hij herleefde in den zon neschijn. Ja,- men kan met recht zeggen dat het zonnetje helder scheen in zijn rnct zorg aangelegd bloementuintje. De Fortuin lachte thans don voormaligen kruideniersjongen uit Boldam vriendelijk toe, cn hij werkte hard om van dien glimlach verzekerd te zijn. Maar misschien deed hij het nóg meer uit liefdd 9oor liet werk zelf. (Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1919 | | pagina 1