0oot* de Deogd. deur en keek naar beneden. Plotseling week Dan zag hij 1 zij echter terug. „St!" fluisterde zij met matroos, dit zich. in zijn verbeelding als het topje van den mast zat, £en Zomar In Ballingschap. Naar het Kagelsch van Jennie C Li appel 1. ¥ï»ij bewerkt door C. H. HOOFIürUK XI. .De Plantage.' de laatste spreekster, die niet zulk een nauw i gezet geweten had als Pippic Hurst. „Dat blijtt hetzelfde," hield Pips vol. die - oogen, die verschrikte:- keken dan bij het hoo- of als kapitei., van een koopvaardijschip, naar I al was zij wel eens ongehoorzaam aan de be- ren van den hevigstcn donderslag, ,,'t Is Anna! 'verre werelddeclcn reizend. I velen harer tante volkomen vertrouwd kon En ze heeft niij gezienl O Louis, ik hen Toen Walter hijna dertien jaar was keerde worden, als zij iets beloofd had. „II: heb zoo vreeselijk bangp bootsman Norden vaneen verre zeereis terug h^t beloofd!" zei zij nog. j De anderen, die niet veel lust hadden terug te keeren, begonnen ongeduldig te worden. 1 „Kom, vooruit nul" zei Dick Melville kort! aangebonden. ,,Ik heb ei- een hekel aan kleine kinderen mee te nemen, ze zijn altijd lastig!" HOOFDSTUK XII. G e v-a n ge n! en rustte een poosje in Wustrow uit. Dat waren heerlijke dagen voor den jongen, want Vader vertelde van zijn avonturen, beschreef de landen en eilanden, welke hij bezocht had, de menschen, die aan de andore zijde van den Bij kleine groepjes kwam het gezelschap op Oceaan wonen en vertelde bijzonderheden van „Pips. ke\e kind, sta alsjeblieft eens één -Ik kan niet verder gaan, Louis." zei Pips de afgesproken plaats onder den grooten boom dc-vreemde voorwerpen, welke hij had mee- oogcnbttkj* stil. terwijl ik jc ceintuur vast-1 ferm- hoewel haar slem beefde. „Ik ga terug." terug. Allen hadden Cen schuilplaats gevonden gebracht. strik J« bent zóó bewegelijkI" j ..Dan ga ik mee," viel de jongen haar bij. in een paar boerderijen en een enkel butje in Waller zat da,, mot hnr>«mnrl» wan*™ „t is ook zoo heerlijk, Tante!" antwoordde «Wacht, kunnen tegen de helling opklim-de nabijheid. Groot was de algemeonc ont- naast uem luisterde met r-osnannen nan- liet kind, terwijl zij over haar schouder heen -n\en cn den weg daar een eind volgen, dan stelten is, toen Louis cn Pips niet terug kwa- dacht elk'woord Ak hli dan avond* keek naar den grooten strik, dien Tante Alice vinden v ij de anderen straks weer men. Meneer en mevrouw Melville maakten Mar ^na 'J.® in haar ceintuur legde. „Ik heb itet een ge- Dit voorstel werd door allen goedgekeurdzich ernstig ongerust over het tweetal, voel, alsof alsof ik in drie sprongen over ah» zij dan zoo bang was, was dat maar hetIntusschen stonden Pips' Tantes thuis (lui de daken der huizen bij dat kleine wolkje kon beste. I zend angsten uit. zijn. Denkt u eens aan! Twee zulke heerlijke j Zoo gingen Pips cn Louis dus samen huns j „Och, och!" zuchtte Tante Alice, die door dingen tegelijkl Maar dat Vader cn Moeder weegs. Zij dachten niet anders, of ze zouden den stortregen en het hevige lichten van de morgen thuiskomen is natuurlijk nog dui-na een poosje de anderen terugvinden. Zij stoep vluchtte, waar zij op den uitkijk had venduaal prettiger dan de picnic van van- klommen tegen de helling op en volgden een gestaan. 'daag! U had zeker ook nooit gedacht, dat zij j pad. dat weldra zóó kronkelde, dat zij de ri- i „Waar zullen die arme kinderen nu zijn? >1 zóó gauw zouden komen, hé Tante? Dacht vier niet meer zagen. Hoe het kwam, wisten ,]k hoop maar, dat ze cen schuilplaats hebben naar l>ed ging. droomde hij van de zee en allerlei avonturen, van Indië en van Amerika, van zecroovers en van inboorlingen en jachten op haaien. Zoo verliepen herist cn winter en toen de lente met zonneschijn en warme luchten ge komen was, zei Norden op zekeren dag tegen zijn vrouw „Ik heb een brief uit Hamburg gekregen, waarin rceder Jansen mij voorstelt, me op zijn driemaster de monsteren." Zwaluw" als stuurman aan te u oo... pas over een paar weken? En nu is j zij zelf niet, maar toen zij eenigen tijd geloo- 'gevonden! het m o rge a a 11 O Tante, ik m o e t eens even pen hadden cn meenden weldra de anderen „Dat zou al heel t'»°vallig zijn!" antwoordde spril;gén. Als ik vooruit geweten had, dat die j te zullen zien, kwamen zij tot de vreesclijke Tante liester. „Het spiit mij als haren op mijn heerlijke brief vanmorgen zou komen, had ik ontdekking, dat zij verdwaald waren I -hoofd, dat we het kind hebben laten gaan Ik Walter's hart begon heftig te kloppen en den „celen nacht niet geslapen van plezier!" 1 Boomen, boomen en nog eens boomen! Aan j was er van het begin af tegen, maar jij hebt plotseling schoot hem een gedachte door het Wat ben je toch opgewonden, kindje," zei alle kanten, waarheen zij ook keken, nergens haar in je zwakheid toegegeven!" Tan. Vlicc glimlachend, terwijl zij een leus zagen zij iels anders dan boomen Te ver-! „Ik dacht, dat het kind zoo weinig pretjes, ..Blijf liever nog een jaartje thuis,' zei dru' ié op bet stralende gezichtje. „Vergeetgeefs klom Louis zoo hoog als hem dit gehad heeft, sinds zij bij ons is, en gghde haar moeder de vrouw, ,,'t Is goed voor je, dat je voorat je mantel niet, Pips. Daar hoor ik gelukte in een boom; geen spoor van de ri- dit uitstapje zoo graag." nof? ^vat langer uitrust." LouL al beneden. Ik laat jullie eyen uit-" vier, van cen breeden weg, een hutje of eenig j „Ik ook, maar nu wou ik toch, dal we het j zou je raad wel willen volgen,' ant- i'.ate Ilester gaf Pips allerlei vermaningen J menschelijk wezen kon hij echter ontdekken j niet hadden toegestaan." j w oor dele Norden. „maar de som. die reeder De avond verliep en langzamerhand bc- Jansen mij biedt, is zóó groot, dat ik al een ui zei herhaaldelijk, dat zij niet te dicht En het werd zóó donker! bij het water mocht komen juffrouw War- ren had eens twee kinderen zien verdrinken, hetgeen eer. onuitwischbaren indruk op haar gemaakt had. Pips beloofde voorzichtig te zullen zijn. Een l. «c a kus, een laatste omarming van Tibby, :li c-ns kwam. kijken, wat er toch te doen e. len laatst'vroolijk „dag Ellen." een laat- JU >cheid van Tante Alice en Pips en Louis liepen opgewekt naar het huis der familie iclvillc. D r vonden zij reeds cen vroolijk gezel- H-h:ip bijeen, dat nog steeds aangroeide. 11.1 duurde niet lang, of het rijtuig reed \0'>'Zoo'n grooten .Tan Plezier had Pips nog noo 11 „7.00 laat kan het toch nog niet zijnl'' *el daardc regen en hield het onweer op. heel lichtzinnig huisvader ?ou zijn, als ik haar Louis. „Het is hoo°slens zes uur. i Tante Alice kleedde zich aan en ging naar van de hand=sloeg. Ik ben nog niet oud genoeg, „Oh Oh nildc°Pips verschrikt. „Oh I Zag het huis der familie Melville om de terug- om zóó hing achter elkaar rust te nemen. Pak je dat?" (komst van het gezelschap af te wachten. Juf- mÜn boeltje dus maar in, want over drie .Dat' was een lichtstraal; cen dor gerommel Bouw Main waring was er ook. evenals cen dagen ga ik weg." paar familieleden van andere kinderen, die j Nu trad AA alter op zijn vader toe en vroeg meegegaan waren. j vleiend „Toe Vader, neem me mee. Ik wil Eindelijk 't was over tienen hoorden ;*oo graag scheepsjongen worden! de gretig luisterende ooren het rijtuig aanko- Vóór Vader nog cen woord sprak, zei men. Iedereen liep' naar buiten om dengenc, Moeder ornstig voor wien hij kwam, te begroeten. Louis cn j Hoe haal je het in je hoofd, Walter Ik Pips waren er echter niet bij! j laat je niet naar zee gaan, hoor - Zij waren van de anderen weggegaan, ver- I „Waarom ben je daar zoo tegen?" vroeg telde mevrouw Melville hevig ontsteld en Norden nu. „Vroeg of laat zal het immers toch nen, zoodat hij haar kon geruststellen. Hijzich allerlei verwijten doend, aan Tante Alice, moej||i gebeuren, want dat-is het beroep, volgde. „We moeten hier zien uit te komen!" riep Louis. „Het is heel gevaarlijk onder boomen, als het onweert." Pips' gezichtje werd doodsbleek en haar verschrikte oogen vulden zich met tranen. „Moed gehouden, Pips!" zei Louis, als een man strijdend om zijn eigen angst te overwin- gezicn. Het was een heerlijke rit. Zij sloeg zijn arm om haar heen cn zei: „Ik zal en alle kw.unen voorhij vruchtbare velden en paarse j voor je zorgen!" I weest- zoeken naar hen was tevergeefs ge- waarvoor Walter bestemd is. Zij konden onmogelijk nog langer *t Is beter, dat liij zijn eerste zeereis onder L .i die dit jaar al bijzon-der mooi was, langs j Doch hoewel zijn hartelijkheid Pips goed wachten, om de familieleden van het overige mijn oogen meemaakt, dan met vreemden, do: ia-re bosscben en hutjes met stroodaken. - deed,'begreep zij tocb, dat hij haar niet voor gezelschapniet te zeer te verontrusten, maar Zoo'n goede gelegenheid,* om hem met zee en t .t 7.ij eindelijk het doel van hun tocht .Dc gevaar behoeden kon en dat God dit alleen mencer Melville cn zijn oudste zoon cen schip bekend te maken, komt niet eiken dag P-..- 1 ge* bereikten, een klein, helder meertje, - kon. Zij zond een vurig gebedje voor hen bei- jongmensch van drie-en-twintig jaar wa- voor. Ik neem AValter mee en zal den kapitein d.i1 midden in cen bosch lag. den omhoog. (ren achtergebleven om het vermiste tweetal van dc „Zwaluw" vragen, hem als scheeps- II. t eerste, waaraan gedacht moest worden,Steeds donkerder word het en steeds heller 0D te sporen. Eenige bewoners hadden zich bij jongen aan te monsteren." v dat men wat te eten kreeg. In de scha-1 werden de boomstammen en zij zeiven door hen aangesloten cn daar de maan nu helder j Moeder gaf nog altijd haar toestemming niet, van een grooten boom, die tegen een be- den bliksem verlicht. Steeds harder werd ook scheen, meende zij, dat er geen twijfel be- doch riep uit: „Jc hebt gelijk, Norden Eens mo-w helling aan stond, werd een servet uit- het gcrol van den donder. Plotseling begon stond, of dc kinderen zouden weldra gevon- moet de jongen stellig naar zee, maar wacht g. n eid cn alles in gereedheid gebracht. Men het te regenen. Het goot weldra uit de lucht- I den worden. Ja. misschien waren zij nu reeds nog écn jaartje, vóór jc hem laat trekken, hij l-, er een heerlijk kijkje tusschen de boomen pe kinderen holden, omdat zij begrepen, dat I op weg naar huis. is nog maar nauwelijks dertien jaar." r op het meer, waar zwanen rondzwom- zij hier niet blijven konden, voort. Tot hun Niettegenstaande deze woorden was juf-Plotseling zweeg zij en kwam er een sombere on waterlelies bloeiden. Wat is het hier heerlijk!" riep Pips zeker wel voor de twintigste maal uit, tcr- rvvijl zij cen sandwich at en van de mooie natuur genoot. Dit was één der heerlijkste 'dagen, die zij zich herinneren kon, want het verlichting kwamen zij eindelijk op een bree- frouw Alice diep geschokt en zag zij er vree- den weg uit. selijk tegen op het gehoorde aan haar zuster Hier waren zij minder beschut voor den t mede te doelen. neerstroomenden regen, doch zij waren blij onder de gevaarlijke boomen uit tc zijn. Hand aan hand hóewei nu minder hard liepen tegenwoordige genoegen werd nog verhoogd j zij 110g steeds voort, vaag vermoedend, dat als do.- hetgeen er achter lag en voortdurend zij maar lang genoeg doorliepen, zij eindelijk «dacht zij: „Morgen! Morgen!'' Na den middag ging de zon schuil en werd dc lucht grijs. Het grootste gedeelte van het gezelschap kwam onder den grooten hoorn sa men en deed er allerlei spelletjes. Daarna zou den zij op hetzelfde plekje theedrinken, om als het tegen den avond wat koeler werd, te 'gaan ronddolen. Het theewater werd op een spiritus-slclle- wel een beschut plekje zouden vinden. Plotseling riep Pips hijgende uit: „Een huis! Een huis!'' terwijl -zij op iets donkers aan den kant van den weg wees, dat nauwelijks als een huis te herkennen was, zóó bouwvallig zag het cr uit. Opnieuw lieten #zij hun vermoeide bcenen I zoo hard mogelijk draven en weldra bereikten zij het hutje. Het was niet bewoond, doch dal ijc gekookt en dc thee had Pips cn Louis nog kwam er al heel weinig op aan, vonden dc n >it zóó lekker gesmaakt als nu. Dat spinnen i kinderen. Voor de deur was een grendel ge en torren rn de theekopjes kropen en de mie- schoven, dien zij gemakkelijk konden verwij- ren door den suiker wandelden, was iets, dat I deren. In elk geval konden zij hier schuilen, <h- feestvreugde' uict verstoorde, evenmin als j totdat de bui over was. Zij haastten zich„naar h feit, dat de grootc cake door midden ge- binnen en bleven uitgeput van vermoeienis br en was en de bus-openmaker voor de j tegen den muur staan leunen, melk vergeten was. j Beiden waren tot op hun huid toe nat. uitdrukking op haar gezicht. „Ik heb een voor gevoel. dat jullie een ongeluk overkomen zal/* ging zij even later voort- „Wees maar gerust, vrouw troostte Vader Norden. „Wij, zeelui, die altijd in levensgevaar verkecren, zeggen, dat ook te land een ongeluk ons treffen kan. Zet dat sombere voorgevoel uit je hoofd cn denk aan de oude spreuk „Moet het wezen, dan zonder vreezen I" „In Godsnaam dan zei Moeder Norden en ,Zóó ver is het Goddank nog niet!'' ont- i maakte alles voor'de reis van haar man en wcordde Tante Alice door haar tranen heen. i haar zoon gereed. „O. dat zou verschrikkelijk zijn! Vader in Walter was den koning tc rijk en kon hot den Ilemcl," prevelde zij, terwijl zij haar ge- uur, dat hem in een zeilbootje naar Ribnitz zicht in haar handen begroef, „spaar ons dit zou brengen, bijna niet afwachten. Slechts in verdriet. Spaar dien armen ouders zoo'n droe- het oogenblik, dat hij zijn moeder voor de vige thuiskomst Breng onze lieveling weer laatste maal omarmde, barstic hij in tranen „Ik zou cr mijn eigen leven voor willen ge ven. als d i t niet gebeurd was!" zei zij zenuw achtig. „En ik het mijne er bijl" jammerde Tante IIcster. „O, hoe vreeselijk, als morgen Mary en Jim komen cn wij moeten zeggen, dat het kind weg is!' bij ons thuis. Amen!" (Vervolg en slot volgen Een moedige Jongen. In het noordoostelijk gedeelte van Mecklen burg bevindt zich een lang. smal schiereiland, liet Vischland gehcetcn, «waarop het dorp uit cn voelde hij. dat hij toch met zijn gehcele ziel aan haar cn aan zijn vaderland gehecht was. Drie dagen later lichtte het zeilschip de „Zwaluw" in de haven de ankers cn voer door don Atlantische?» Oceaan naar Wcst-Indië. Waller werd in korten tij<T cen flinke chccpsjongen, die zich met hart cn ziel aan Na de thee verdwenen de gasten in groep-1 maar Pips, die cen heel dunne jurk aan had. j Wustrow ligt. Dc nette, wit gepleisterde zijn beroep wijdde. In het klimmen overtrof j, in verschillende richting. Mevrouw Mel-1 Zag er het erbarmelijkst uit. Het doorweekte huisjes met groen beschilderde ramen zijn hij spoedig de knapste matrozen, geen hunner vide, die geen groote wan-delaarstcr was, gocd hing'slap om haar heen en haar mooie door bloementuintjes en vruchlboomen om- klauterde zoo vlug in de raas cn hing zoo b t het liefst op het mos liggen lezen in een'ceintuur was een nat vod geworden. Haar lief geven en in die huisjes vindt men allerlei zonder eenige vrees in het touwwerk als hij. 'boek, dat zij meegebracht had, Melville hield haar sigaar gezelschap. v: V ging met een vriendin een eind wandelen p haar rug. Doch Pips lette daar niet op. e-. Dora volgde haar voorbeeld. Zoo kwam I had slechts één gedachte: „Ze zullen toch li dat het jonge goedje vrijwel aan zichzelf j njc^ zonder ons naar huis a overgéfcienen zij na. een enifclc luchtig zullen dc Tantes angstig zijnl' g ven waarschuwing vau mevrouw Melville j De regen was nu een wolkbreuk geworden; rj^agen. Tegen dc muren hangen eveneens' Terwijl de „Zwaluw" tusschen "Cuba en 'onder volwassen persoon als geleider cen de wer ]let (uinjtc, zelfs de kamer liep ge-allerlei versieringen en daartusschen prijken Jamaica kruiste, ontstond er op cen glociend- d i gingen wandelen Zij waren me^ hun jjeej on(jcr gewoonlijk cen paar schilderijen, welke hel hceten dag. volkomen windstilte, zoodat het -non, waaronder Louis Leoni en Pippie zullen lot over onze enkels nat wor- 0f andere schip voorstellen. schip onbewegelijk op het water lag. De I! st. Dick Melville, een jongmensch van den, nis w. hier blijven," zei Louis. „Kijk, Zij, die deze pronkstukken verzameld en hier matrozen geraakten daardoor in cen drocf- v tién jaar, zei, dat hij den weg op zijn dnar staat een ladder in den hoek; er is bo- uitgestald hebben, zijn zeelieden, zonen van geestige stemming, want ervaren zeelui weten, d -nje kende, daar hij al heel dikwijls in ven 7eVer ook nog ruimte. Laten wc eens pot~ vischland. Zoodra de jongens van school dal zulk cen diepe stilte op zee niet veel goeds ,D Plantage' geweest v, s on nam de .per-gnan kijken!' so ,:lijke kiding' van den tocht op zich. j jrn de dfiad bij het woord voegende, klom liet eerste half uur ging alles goed. Zij lie icegebracht had, cn meneer hoedje was hcelcmaal uit zijn fatsoen en haar voorwerpen, welke geen vreemdeling cr zoeken Geen bevel van bootsman of kapitein liet hij aar onder het genót van een iaiïVr haar, dat anders zoo aardig krulde, hing /llll: wapens, opgezette vogels uit de tropen, onuitgevoerd en hij was steeds de eerste in p. Dc .oudste juffrouw Mel; I nu jn natte slierten over haar schouders cn v;,tjpen van allerlei kleur, stukken koraal, diensten de laatste, die er mee eindigde. Zijn «-anHotM Jaar niet op. blinkende tanden van walrussen en olifanten, open gezicht, zijn vroolijkhcid en zijn innemen- 2 zullen toch „ej, oogde palmtakken en "vruchten, 'bossen de bescheidenheid verwierven hem spoedig de gaan?! Wol bonte yccrcn en allerlei versieringen, zooals gunst van den kapitein en de genegenheid van de eilandbewoners der zuidelijke zeeën die het scheepsvolk, dragen. Tegen dc muren hangen eveneens Terwijl de „Zwaluw" tusschgn op een komen, verlaten zij hun ouders en hun dorp, vóórspelt en gewoonlijk dc voorbode van cen om ds scheepsjongen te Stettin of Hamburg te storm is. !ic"(hij langs de uitgesleten sporten dér loud ei worden aangemonsterd; het^schip, waarbij liet bleef zoo, totdat de zon ondergingtoen ;hek naar boven. Deze was zóó wrak, dat Zc dan hooren, zet koers naar Azië, Afrika of dook aan den gezichteinder een kleine, zwarte Amerika, kruist soms geruimen tijd tusschen wolk op en woei de eilanden der zuidelijke zeeën en keert dik- Zuiden, wijls eerst na jaren terug. p door hft bosch en kv. amen-bij een rustiek heggetje, waaronder de rivier stroomde, die ^jj voor een volwassen persoon levensgcvaar- ;n het meertje uitliep. Aan weerskanten groei*jjjj. geweest zou zijn. Louis kwam echter zon den h.oogè varens. J der ongelukken boven aan cn riep even later: Pips hoopte, dat zij niet langs de rivier j El. is oen hlein kamertje hierboven en t f t-lc-n loopen, doch dit vas_ juist hetgeen ge-1 js hcelemaal droog. Kom maar hier, Pips. fk beurde. „Dit JS, uren in don omtrek, de mooi- j za^ dc ladder wel voor je vasthouden zij s+ - wandeling," zei Dick. staat los terwijl jij naar hoven klimt Ir. het begin was het pad flink breed en in j Angstig en voorzichtig deed het kind, himinst niet gevaarlijk. Langzamerhand - ajs haar gezegd werd Weldra stand zij ook blijven. jganschcn hemel uit, zoodat dc stralen der w het echter smaller en eindelijk was het ;n hot kleine kamertje, waarin slechts" een ])c jeugdige Waller Norden was de zoon ondergaande zon plotseling, als cen uitgeblazen s.«hts breed genoeg voor één persoon, ter- j dakraampje was. J van zulk een zeevaarder, die sedert jaren op.lijpht verdwenen waren en het weldra geheel w de kant op verscheiden plaatsen afbrok- j Nauwelijks was Pips hoven aangeland, of i het ruime sop zwalkte en alle werclddcelen donker werd1. kéhle. en bovendien erg glad was. Plotseling de kinderen hoorden stemmen cn haastige j bezocht. Dc lust tot varen was van den vader j^u weerklonk de kreet: „Storm in aan- b' f Pips stilstaan. i voetstappen boven het kletteren van den rc-:op den zoon overgegaan, want toen hij nog |ocht ien de kapitein ri. i wind plotseling uit het Zuiden. - 1 Er komt cen geduchte storm opzetten zei Zoodra dc scheepsjongen dan weer in hel'de kapitein legen stuurman Norden, naast wien vaderland" teruggekeerd is, spoedt hij zich v,;j stond Wij moeten ons op zwaar weer naar het Vischland en blijft eenigen tijd bij voorhcréiden zijn oudc-rs. De lust tot reizen zit hem echter j De zwarte wolk werd al grooter en grooter, en voorzichtig deed het kind, zoo- j jn het bloed en laat hem niet lang thuis kwam naderbij en breidde zich toen over den l'g -Coml" zt i één der anderen, ,,'t is heel vei- j rren uit. De lcoge hut scliccn ook door anderen 0|) de schoolbanken zal. droomde hij van niets ])U;S ..Zeilen rcv« -ontdekt te zijn. anders, dan dat ook hij een flink zeeman zou Doch het was zei Louis, „en dan j MOch lieve help!" zei een hijgende vrou- npite reven te iep door dc spreek- laat Reeds kwam een k zal wel eerst gaan. zei Louis, „en dan j 0ch lieve belp!" zei eén hijgende vrou- worden. warrelwind aangieren en brak het onweer los. hou JC mij maar vast." .[wenstem, „zoo n regen heb ik nog nooit bo- Eiken dag, of het stormde of dc zon scheen. Dc or];ann joc;r de zoo omhoog, zoodat de wit- a |evCr antwoordde I ips. „Ik heb |tcf<|i \\TC zullen nog verdrinken. I.atcif we liep hij door de dorpsstraten naar het sjjgröd schuimende golven huizenhoog gingen en zich t fante beloo d. jnaar boven gaan." |cn zwierf langs duin en branding. ak cen springvloed over het dek van het schip Maar Jiet is werkelijk met gevaarlijk. De voetstappen naderden dc schuilplaats Nu eens stond hij op liet hoogste duin, van- storlten Dc „Zwaluw" vloog, als een speelbal P.(«5, stolde^ een der oudere meisjes haar|dcr kinderen, doch plotseling hoorden zij een ^,nr hij de golvende zee overzien cn in dc|der golven, nu eens omhoog en zonk dan weer rerte de Zwcedsche kust ontwaren kon, dan jn dc <lieptc. Zwarte duisternis hcerschte over go "list. „En bovendien is liet niet ver nog andere stem. die Pips van het hoofd tot de maar een klein eindje en dan wordt het pad 'voeten deed beven, zeggen: ,wocr breeder." j „Laten We liever beneden blijven. Ik waag Wees niet zoo kinderachtig, Pip zei een mijn leycn n5ct op (]ic ,vrnl-ke ladder. Kijk ander; „ik dacht niet, dat jc zóó gauw bang j eci\s!" En zij hoorden stukken hout van dc sporten Ik ben niet bang,' antwoordde Pips, „maar afbreken. ik heb Tante Hester beloofd niet dicht bij het! Mje hebt gelijk!" zei nu weer de eerste. „En(de wieg. Nu eens zwom hij heel hoog op een j den heelen nacht aan en eerst tegen den w .ter tc komen. Ik weet zeker, dat Tante het onze voeten kunnen toch niet natter worden met schuim bedekte golf, dan weer dook hij Imorgen werden de golven rustiger en hielden m -t goe(i zon vinden, als zij wist, dat ik op dan ze al zijn." onder in het groene, doorschijnende water. wincï en regen óp. ,?na p3Uuje liep. PiP<! ^'fls door deze woorden min of mcQi" Het liefst echter zat hij boven op het duin Tiet schip°reilde verderen kreeg weldra een aar zc weet het immers niet! liernam ccrusltesfeld. sIood op haar tecnen naar de om daar allerlei toekomstplannen te smeden, i wrak in 't zicht, waarop verscheiden schip- weer roeide hij met de visschers ver in zee a]i de regen viel in stroomen neer en bliksem en juichte van plezier, als dc golven-or> en i#aer .straal op bliksemstraal vlamde door de voort gingen en de zeemeeuwen hem als pijlen -voor- gejaagde wolken, terwijl het rollen van den bijvlogen. Dan weer trok hij zijn klceren uit I donder het bruisen van dc golven en het huilen cn sprong in zee; hij werd door dc brandingjvan den wind overstemde. heen en weer geschommeld als een kindje in De orkaan en het onweer hielden gedurende breukelingen, aan een mast vastgebonden mei stukken zeil Zwaaiden en om hulp riepen. „AA'ij moeten die menschen helpen riep de kapitein en liet een boot uitzetten. Kort daarna schoot deze in de richting, waar het wrak' dreef. Toen het echter zóó dicht bij was^dai de matrozen den ongelukkigen een touw konden toewerpen, vloog plotseling één hunner op en wees naar een donkere massa, die met onbe grijpelijke snelheid kwam aanzwemmen. „Een haai, een haai 1" Het donkere lichaam werd onmiddellijk door anderen gevolgd en spoedig telden de matrozen der reddingboot vijf haaien, die om het wrak hcenzwommen. Een paar riemslager nogde boot legde aan en twee man en een klein meisje, de eenige overgeblevenen van het gestrande vaartuig, werden gered: De matrozen keerden naar de „Zwaluw" terug, door de haaien achtervolgd. Zij roeiden uit alle macht, om liet schap toch maar zoo spoedig mogelijk tc bereiken. Op het oogenblik echter, dat de matrozen.da drie schipbreukelingen aan touwen omhoog trokken, werd het meisje, toen het den voet aan boord zette, door een duizeling over vallen zij gleed uit dc armen van den matroos naar beneden en stortte in zee. De matroos in liet want. die alles, 'wat er op het schip gebeurde, riep dadelijk„kind over boord 1" Allen keken naar de plek, waar 't meisje gezonken was en één der schipbreukelingen riep wanhopend uit „Red mijn kind i Om Gods wik red miirt kind 1" Eenige oogenblikken later sprong stuurman Norden. die juist afgelost was, over boord, zwom naar het meisje, dat v -.er b^.T.k^am, pakte het bij dc kleeren en zwom er mee naar 't schip. Daar schoot cen haai met opengèsperden bek op hesm af. Een kreet van ontsteltenis klonk door de lucht. De matrozen trachtten door .geschreeuw en het werpen van allerlei voorwerpen naar het monster, dit op de vlucht te jagen, terwijl dc kapitein met* los kruit vuurde. Iïet ban!te echter niet In dit oogenblik sprong AValter, die een groot mes gegrepen had, in zee. dook onder en stak het ondier. De haai sloeg, woedend van pijn. links en rechts met zijn staart, draaide zich en wilde den scheepsjongen grijpen. Deze bracht hem echter nog eenige wonden toe en wist non het woedende dier tc ontkomen. Van dezen korten tijd maakte stuurman Norden gebruik, om een toegeworpen touw to grijpen en met het geredde meisje, dat hem stevig vasthield, tegen het schip op te klaute ren. De matrozen juichten „Gered Ook Wallet1 greep een touw. Intusschen hadden eenige matrozen den haai met harpoenen bewerkt en het duurde niet lang, of het dier, dat door Waller's toedoen reeds cen aanzienlijk bloedverlies had geleden, was afgemaakt. Vader Norden was trotsch op zijn zoon en had geen spijt, dat hij hem meegenomen had op reis. Mijn Twee JIon<fje* door C. H. Ik heb twee kleine hondjes Met mooie lintjes om; Met 't rose lint heet Fanny, Met 't blauwe lintje Tom En als ik speel of wandel. Is 't tweetal steeds cr bij. AA'aar zij zijn, heusch, daar vindt je ITun meesteresje: mij. Heb ik een lekker hapje. Ik deel 't met Tom en Fan, "Wat 'k heb, gaat steeds in drieën, Elk krijgt zijn deel er van. We ziji?" drie kameraden, Elkander steeds getrouw En wcrk'lijk. 'k kan niet zeggen, Van wie ik 't meeste hou. Wij hooren bij elkander. Wij dcclen lief en leed. Misschien zal Jan ons kieken, Hè, 'k wóu, dat hij 't maar deedt Zoodra 't gebeurt, krijg jullie Er vast een afdruk van, Maar zie f ons niet in 't krantje Dan is 't de schuld van Jan. AGENDA. Onder dece agenda worden alleen op nomen die uitvoeringen, vergaderingen, en* welke in het Dagblad geadverteerd worden. Vrijdag, Zaterdag. Zondag Maandag» Bioscoop de Arend. Openbare Leeszaal (Beukenlaan) *0^) Y2X, 25410 uur. Zondag 2*4—5K uuij Maandag 2*410 uur. Dagelijks: Museum Flehite. Bioscoop Langestraat N 31 Maart. Ver. voir Vrouwenldesr. Cut* sus-Veenstra. 31 Maart. De Zwaan. Vergadering Rij* wielpad. I April Amicitia Lezing Bijleveld. 3 April, Amitia, Zanguitvoering Soli De< Gloria en Halleluja. 4 April» Rem. Kerk. Ned. Prof. Bond. C» zing prof. dr. Van Bak el. 4 April, Amicitia, Abonn. Concert Mir* Hess. 7 April. Ver. voor Vrouwenldesr. Cuf* sus-Veenstra. 8 April, Amicitia, Alleen op de Werel^ 10 April, Amicitia, Pinksterblommen. II April. Amicitia. Tooneelverb. Pa suisse-avond. 12 April, Amicitia, Padvindsters-soiré#, 19 April, Amicitia, Kinderbal.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1919 | | pagina 4