AWHIMUTSPRIIS TTst Z tZ
„DE EEMLANDER"
puis oer initiMifi
TWEEDE BLAD.
BINNENLAND
Zilveren Tesclilieueels. 5
~FÉÜlLL£T?m
rt
US DORIS
.jaargang No. 254
post f 2J0. pel 'met «nekering
ttgn ««gttakk»' °-15- »<™"dtrll)kc mmrac"
0)85. - Wekelliksch Njvocgstl «WerttórsviM»
pcc 5 Binden «0 Utl.
FOORTSCH D
HOOFDREDACTEUR: M«. D. J. VAN SCHAARDENBURG
UIT GEVERS: VALKHOFF A C.
BUREAU: ARNHEMSCHE POORTWAL, hou utsscmtschejts
INTERCOMM. TELEFOONNUMMER 613
£ateraag ad April lao
dienstaAnhiedingen 1—5 regels 0J0, groute leticrt
naar plaatsruimte 'Voor handel cd bedrijf besta a*
zeer voordcelige bepalingen tot het herhaald adver»
tecren In. dit RlacL bj| abonnement Eene circulaire
bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Kameroverzicht
Eerste Kamer
Vergadering van 25 April.
Aan de orde zijn eenigc kleine wetsontwer
pen:
1. Goedkeuring van het op 29 Augustus 1918
fusscben Nederland en Duitscliland gesloten
r, ixh-ag betreffende de ophooging van den
Ouden Rijnmond bij Lobitii.
2. Naturalisatie van A O. Eger.
3. Naturalisatie van II. Th. Wilmsen cn 30
anderen behalve de wetsontwerpen betreffen
de W. v. d. Lucht, F. J. Klarcnaar, H. Bokeru
ca J. Zalman (27 wetsontwerpen).
4. Naturalisatie van H. Jansen en 35 ande
an behalve de wetsontwerpen betreffende J.
C. Effing, B. E. L. M Ilcijdemann, E. F. W.
Fiseher en H. Wcchgelaar (32 wetsontwer
pen).
5w Naturalisatie van J. C. J. Druclccr.
6. Onteigening van het inrichten van een ter
rein om openluchtspelen in verband mei het
o mier wijs aan de Rijks Iloogcrc Burgerschool
met 5-jarigen cursus tc Helmond.
7. Onteigening van eigendommen noodig om
de verruiming van het Noordzeckanaal tus-
scben het Stoompontvcer te Velsen en do
scheiding mei het stads water van Amsterdam.
8. Onteigening ten behoeve van het verbe
teren der. verkeerstoestanden aan de oostzijde
Tan Amsterdam cn voor het maken van een
goederenstation met haven in dc Water
graafsmeer.
0. "Wijziging van dc begrooting" van inkoms-
,en en uitgaven van dc Posterijen, de Telegra
fie en de Telefonie voor 1919."(Aankoop com
plex gebouwen te Amsterdam).
Bij ontwerp 7. merkt dc minister van Wa
terstaat op dat het niet in zijn bedoeling ligt
mee te werken tot het maken van een open
toegang van Amsterdam naar zee, noch te
dien aanzien een hernieuwd onderzoek zal *in-
Uehcn.
Bij ontwerp 9 zegt minister König dat de
nier gevonden oplossing dc ccnïg mogelijke
was, ofschoon het te betreuren valt dat een
oud gebouw daardoor zal moeten verdwijnen
Mie wetsontwerpen werden z. h. o. aangeno
men.
De Voorzitter deelt mee dat hij van zins is
dc Kamer behoudens in spoedeischcnde ge
vallen bijeen te roepen cervigc dagen nadat
het eindverslag over de koloniale wetten bij
haar zal zijn binnengekomen. De vergadering
vord't zoolang verdaagd.
tweede Kamer
Vergadering van Vrijdag 25 April.
Regeling van werkzaamheden.
De Voorzitter deelt mede, dat de Cen-
t'de Afdeeling heeft besloten onmiddellijk
d afloop dezer vergadering in de afdeelin-
gen te onderzoeken de wetsontwerpen hou
dende aanvulling en wijziging van de wet
ran 17 Juni 1918 (Staatsblad no. 410), hou-
iende nadere voorzieningen in de tegen
woordige buitengewone omstandigheden be
treffende het toezicht op hier te lande ver-
toeyende vreemdelingen; nadere voorzie
ningen op het stuk van vuurwapenen en
munitie; bepalingen tot beperking van den
arbeidsduur in het algemeen en tot het
tegengaan van gevaarlijken arbeid van jeug
dige personen en van vrouwen.
Voorts deelde de V cfo r z i 11 e r mede,
dat de leden morgen een oproeping zullen
ontvangen om op 6 Mei weder in openbare
vergadering bijeen te komen.
In den loop der week zei hun een opgaaf
worden toegezonden van de onderwerpen,
welke de Voorzitter alsdan zal voorstellen,
in behandeling te nemen.
Het li'gt in de bedoeling, het wetsontwerp
houdende wijziging der wet tot regeling van
het lager onderwijs ten spoedigste te behan- j
'delen.
De hoer K. t e r L a a n (S. D. A. P.) vraagt
of op 6 Mei reeds een aanvang zal worden
gemaakt met de behandeling van de onder-
wijzerstractementen.
De Voorzitter zegt, dat daaromtrent
op 6 Mei een voorstel zal worden gedaan.
De heer Tg r Laan vraagt of het dus
mogelijk is dat dit onderwerp nog in de \^ek
van 6 Mei in behandeling zal komen.
De Voorzitter antwoordt bevestigend,
waarna de vergadering wordt gesloten en de
Kamer zich in de afdeelingen begeeft.
Berichte*
De Staatscourant van 25 April bevat
o.a. de volgende Kon. Besluiten:
A met ingang van 1 Mei 1919,
lo. aan de opper- en hoofdofficieren van
de landmacht, op den bij dat Besluit gevoeg-
den staat vermeld, allen ter zake Yan lang-
durigen dienst en onder toekenning van
een voortdurend pensioen, een eervol ont
slag uit den militairen dienst verleend en
zulks, behalve voor zooveel de kolonels ba
ron van Omphal Mulert, de Bruyn en jhr.
Storm van 's Gravesande en de luitenants
kolonels Schuurman en Steenkamp betreft,
op hunne aanvrage;
2o.^le kolonel jhr. van Suchtelen van de
Heare, onder eervolle ontheffing uit zijne
betrekking van adjudant van Z. K. H. den
Prins der Nederlanden, benoemd tot Harér
Majesteits Adjudant in Buitengewonen
Dienst;
3o. den geneiaal-majoors Kemper, Stu-
ten, De Bock. van Hoogstraten, Aberson en
Ophorst, Hr. Ms. dank betuigd voor de veel
jarige en belangrijke diensten door hen aan
den lande bewezen.
Staat van de eervol ontslagen opper- en
hoofdofficieren:'
H. Kemper, generaal-majoor van den
grooten staf, inspecteur van het Middelbaar
Onderwijs, gouverneur der residentie.
•E. J. de Bock, generaal-majoor, comman
dant der stelling van 't Hollandsch Diep en
het Volkerak, tevens bev elhebber in de Hie
militaire afdeeling.
Jhr. C. L. van Suchtelen van de Haare.
kolonel van den grooteir staf, adjudant van
Z. K. H. den Prins der Nederlanden, be
last met het bevel over de Xe infanterie bri
gade.
J. M. C. Vermande, Kiitenant-kolonel van
den provincialen stof, provinciaal-adjudant
in Gelderland;
W. D. A. Ophorst, generaal-majoor, in
specteur der infanterie;
J. A. J. Smit, kolonel der infanterie;
F. L. J. van de Pol, kolone4, directeur van
de Cadettenschool;
F. W. J. de Witt Huberts, kolonel, terri
torial©^ bevelhebber in Friesland enz.;
H. P. C. baron varf Omphal Mulert, ko
lonel, commandant van de brigade grena
diers en jagers;
J. F. T. Bloem, kolonel, commandant der
Ve infanterie brigade;
L. Noest, kolonel, commandant der Iüe
infanterie brigade;
W.C. Schönstedt, kolonel, commandant
der VHe infanterie, brigade;
J. W. P. van Hoogstraten, gei\eraal-ma-
joor der artillerie, adjudant i. b. d. van H. M.
de Koningin, gouverneur der Koninklijke
Militaire Academie;
O. L. G. F. Aberson, generaal-majoor,
inspecteur der bereden artillerie; J. A. de
Bruyn, kolonel, commandant van het 2e re
giment veldartillerie;
jhr. E. H. J". Storm van 's Gravesande, ko
lonel, commandant van het 4e regiment
veld-artillerie;
W. C. baron RöeM, kolonel, commandant
van het le regiment vesting-artillerie;
L. G. Schuurman, luitenant-kolonel van
den staf der artillerie;
J. C. P. W. A. Steenkamp, luitenant-ko
lonel van het 3e regiment veld-artillerie;
J. Z. Stuten, generaal-majoor, inspecteur
der genre;
J. A. Nebbens Sterling, kolonel, comman
dant in het 6e genie-commandement;
T. X. L. Schoenmaekers, luitenant-kolo
nel, commandant van de Ie divisie Kon.
Maréchaussee.
A. met ingang van 1 -Mei 1919,
lo. benoemd en aangesteld:
a. Bij den grooten staf, tot inspecteur van
het Militair Onderwijs, de generaal-majoor
R. Dufour, commandant IVe Divisie, zulks
onder eervolle ontheffing uit zijn tegenwoor
dig bevel;
—tot commandant der stelling- van t Hol
landsch Diep en het Volkerak. tevens bevel
hebber in de Die Militaire Afdeeling, de ko
lonel G. H. Fraser van het wapen der infan
terie, territoriale bevelhebber in Noord-Bra
bant enz.
b. bij den generalen staf, tot luitenant
kolonel de majoors H. Ch. Fortanier, R. B. A
N. de Quay en E. F. Insinger, allen van dien
staf, onderscheidenlijk sous-chef van den
staf van het hoofdkwartier van het veldleger,
militaire attaché bij Hr. Ms. gezantschap te
Parijs en hoofd van de lie aWeeling van het
dcjiartement van Oorlog.
C. Bij den provincialen staf, tot majoor
provinciale adjudant in Gelderland, de kapi
tein J. Buijs van het 16e regiment infante-
rie;
d. Dij het wapen der infanterie, tor luite
nant-generaal de generaal-majoors J. C. H.
A. Quack en P. P. Co. Collette, béiden van
het wapen, lid van het Hoog Militair Ge
rechtshof; tot generaal-majoor, onderschei
denlijk commandant der Ie cn lVe divisie, de
kolonels H. A. de Block en J.*H. van der
Hegge Zijnen, respectievelijk commandant
van de IVe en van de Vïïle brigade; tot com
mandant der Vllle brigade de kolonel C. van
't Sant, van het wapen; tol kolonel, onder
scheidenlijk commandant van de brigade
grenadiers en jagers en van de Xle, Ve, Xe,
IVe. Die en Vile .brigade, de luitenant-kolo
nels J. H. A. Mijsberg, K. G. Ubbens, G. W.
F. Epkema, F. L. van den Hoff, J. P. A. van
Weeren, Th. J Hallegraeff en H. P. J. M.
Bakker, respectievelijk commandant van het
11e, het 22e, het 19e, het 15e, het 4e, het 6e
en het 2e regiment; tot commandant, order-
scheidenlijk van het 22e,'het 6e en het 11e
regiment, de luitenant-kolonels P. J. A.
Vintges, D. Overdiep en J. Trimpe, respec
tievelijk van het 22e, het 6e en het lie regi
ment;
tot luitenant-kolonel, onderscheidenlijk
commandant van het .2e, het 19e, het 4e en
het 15e regiment, de majoors T F. Dekker,
G. K. Muller, G. W. Fres en W. S. A. A.
H. M. van. Rijswijk de Jong, respectievelijk
van het 2e, het 21e en het 4e regiment en
van het regiment grenadiers; tot luitenant-
kolonel de majoor M. D. J. de Jongh, com
mandant van het instructie-bataljon; bij den
staf van het wapen tot inspecteur der infan
terie, de generaal-majoor, H. Croockewit,
commandant der Ie divisie, zulks onder eer
volle ontheffing uit zijn tegenwoordig bevel;
tot directeur van de cadetten-school de ma
joor T. Boek'nolt, van het 7e regiment;
e. bij het wapen der cavalerie, bij den
staf van het wapen, tot generaal-majoor, de
kolonel J. M. Benteijn, inspecteur van het
wapen;
f. Bij het wapen der artillerie, tot com
mandant, onderscheidenlijk van het 2e regi
ment veld-artillerie, het le en het 2e regi
ment vesting-artillerie, de kolonels A. G.
Maris, C. F. Gey van Pittius en A. H. W. J.
Boom, respectievelijk commandant van het
2e regiment vesting-artillerie, van het wapen
en van den staf van het wapen, voorzitter der
commissie van proefneming, eerstgenoem
de onder eervolle ontheffing u* zijn tegen
woordig bevel; tot kolonel, commandant van
het 4e regiment veldartillerie, de luitenant-
kolonel J. M. H. van der Grinten, van het
le regiment veld-artillerie; tot luitenant-kolo
nel bij hun tegenwoordig korps, de majoors
G. F. baron van Till en U. J. N. Doornbos,
onderscheidenlijk van het 4e en van het le
regiment veld-artillerie; bij den staf van het
wapen tot inspecteur der bereden artillerie,
de generaal-majoor M. C. van der Hoog,
commandant der Ille divisie, zulks onder eer
volle ontheffing uit zijn tegenwoordig he
vel; tot gouverneur der Koninklijke Militaire
Academie, de luitenant-kolonel jhr. H.
Röell, van het 3e regiment veld-artillerie.
g. bij het wapen der genie, bij den staf
van het wapen
tot genereal-rnajoor, inspecteur van het
wapen der genie, tevens hoofd van de 1ste.
•afdeeling v&n het Departement ven oorlog
de kolonel A. D. J. Berkhout, van den staf
tot kolonel, de luitenant-kolonels J. F.
Schmöle en R. van Panthaleon baron van
Eek, beiden van dien staf, onderscheiden
lijk commandant van het 3e en van het 2e
genie-commandement; tot luitenant-kolo
nel de majoor L. H. van Wely van dien
staf; tot majoor de kapitein W. R A. S!i-
gher van dien staftot commandant van
het le genie commandement de luitenant
kolonel jhr. E. W. van Panhuys van dien
staf.
h. bij het wapen der koninklijke maré-
chaussée, tot commandant der Ie divisie de
luitenant-kolonel G. D. A. Scbreuder, com
mandant der 2e divisise, zulks onder eer
volle ontheffing uit zijn tegenwoordig be
vel tot commandant ('er 2e divisie de ma
joor J. H. W. Dangerman Grootepas, com
mandant van het Depot Kon. maréchaussee.
i. Bij het reserve-personeel der landmacht
bij het wapen der genie, -bij hun tegen
woordig korps tot reser-ve-luitenant-kolonel
de reserve-majoors P. J. P. van der Steur,.
R. P. van Royen en T. Bodenhausen, allen
van het regiment genietroepen.
II. Belast met het bevel over de Iüe divi
sie de kolonel jhr. A. F. K. Graswinckel,
commandant van de Xle Infanterie-brigade.
III. Benoemd tot gouverneur der residen
tie de generaal-majoor van den grooten
staf R. Dufour, inspecteur van het militair
onderwijs.
IV. Voor het geval van ontstentenis,
ziekte of afwezigheid ven dien gouverneur
der residentie tot de waarneming van diens
betrekking aangewezen de generaal-majoor
van den staf der artillerie M. C. van der
Hoog, inspecteur der bereden artillerie.
B. niet ingang van 2 Mei 1919 benoemd
bij bet wapen der genie, bij het regiment
genietroepen tot luit.-kolonel., de majoor F.
Th. Jannette Walen, van het korps.
op verzoek eervol ontslagen met denk,
mr. C. H. van Zeggelen als kantonrechter
plaatsvervanger van het kanton Amster
dam
op verzoek eervol ontslagen W. F. Kop-
peschaar Jr., als leeraar aan de R. H. B. S.
te Alkmaar
benoemd tot inspecteur bij het M. O. mr.
J- H Thiel, thans schoolopziener in het
district Amsterdam, met eervol ontslag uit
laatstgenoemde ^betrekking.
Koningin cn Prins reden door nnnr de ten*
toonstelling.
Het gevolg bestond uit dc dame du Salais
jonkyr. van de Poll, de hofdame freule \an
Swindcren, den ópper-cercmöniemcestcr graaf
Du Monceau, den kamerheer en particulier
secretaris baron van Geen en den adjudant,
luitenant ter zee le klasse Ten Brooeke
Hoekstra.
Nadat de Prinses cn de overige kinderen dc
kweckerij bezichtigd hadden onder geleide
van jonkvr. van dc Pol on baron van Geen,
voegde dc Prinses zich later op dc tentoon
stelling bij ITarc Ouders, waarna weder geza
menlijk dc terugtocht naar (lc residentie werd
ondernomen,
IC on i n k 1 ij k bezoek aan Haar
lem. Gistermiddag omstreeks half twee
vertrokken H. M (ie Koningin, Z IC. II. dc
Prins en II. IC. H. de Prinses in ati|os' van hel
Huis ten Bosch, om zich over Katwijk, Noord-
wijk en Piet Gijscnbrug en vervolgens langs
den binnenweg over Lisse, Hillcgom en Voge
lenzang naar Haarlem tc begeven, waar Ilare
Majesteit en de Prins een bezoek aan de bloe-
menkcurihg gingen brengen.
De Prinses stapte met eenigc schoolkame
raadjes ai bij de leweekerij „Zwanenburg" van
de firma Tubbergen tc Haarlem, waar deze
kweekerij bezichtigd werd.
Dc et-
De Arbeidswet werd reeds gisteren in
de afdeelingen der Tweede Kamer onder
zocht
H r. M s. Z eël a n d. Naar wij verne
men zal het vertrek van Hr. Ms. pantserdek-
schip Zeeland van Nieuwediep naar Vlissin-
gen, vanwaar het de reis naar West-lndië zal
aanvaarden, niet den 28. dezer plaats heb
ben, doch niet vóór 5 Mei e. k
Internationale ^«tiaiir.(lsch«
1 Centerentic.
Men meldt ons uit Amsterdam:
Heden heeft de Internationale Socialisti
sche Conferentie een aanvang genomen.
Gistermorgen om 10 uur waren slechts
een zestal afgevaardigden gearriveerd, n.l.
de heeren dr. Justo en De Tomazo uit Ar
gentinië, Börgbjefg uit Denemarken, Ram
say Mac Donald uit Epgeland, O'Shannon
uit Ierland en de mensjewik Caronski uii
Rusland.
De andere afgevaardigden zijri gisteren
in den loop van den dag hier aangekomen.
Naar wij verder vernemen, staan de vol
gende punten op de agenda;
1. De territoriale vraagstukken.
2. De heropbouw der Internationale er
het manifest van Moskou.
,5. De ontwikkeling der arbeiderspers.
4. Het algemeen congres van Augustus te
Luzorn.
5. De vredespreliminariën.
Uit den Haag meldt men ons:
Een Wolff-telcgram uit Berlijn maakte
melding van een bericht van de VorwHvls,
dat de Duitsche afgevaardigden naar, de Irv
ternationale Socialistische conferentie te
Amsterdam, de heeren^Hermann Muller en
Otto Wels nog niet zijn afgereisd, omdat zij
nog steeds van de Nederlandsche regering
geen vergunning hebben ontvangen om df
grens te overschrijden.
Wij vernemen hieromtrent ter bevocgder
plaatse dat het visunvop de paspoorten dier
heeren onmiddellijk is verleend na de aaiv
vrage, welke echter eerst zeer kort geleden
was ingekomen.
(jentrnle Verccnlgiag voor Sen ooi
en Werkinlacu.
Ter bevordering van een goede rege
ling en uilvoering van boomplantdngen
werd een commissie benoemd bestaande
uit de heeren J. P. van Lonkhuyzen fe Arn
hem. als voorzitter en J. R. Koning Jr., to
De Bilt, mr. W^van Hulst te Velp en de da
mes Suze Groshans te Scheveningen en A
D. J. Ver Loren van Themaat te Warnsveld
als leden.
De commissie heeft tot taak een alge-
meene regeling te ontwerpen die voor de
verschillende plaatsen als leiddraad voor
den boomplantdag kan dienen. Van ruim
20 gemeenten en vereenigingen kwam be-
re.'ds de toezegging tot financieelen en ze-
delifken steun voor de uitvoering van
boomplantdagen. die zoo mogelijk alle in
den herfst van 1919 zullen v/orden gehou
den.
D-^ gelukkigste is hij die 't meeste geluk
■/in zich heen verspreidt.
Onlianseii een fraaie keuze g
A;i i;b0vojei;4. 0
5 VIUFM 6R0tNHÜIZEtf. li 5
Zl- 5-5 SPOORT
TOftOPor O-OOOO
De Roman van een Nederlandschen Schilder.
Naar het Engelsch van
MURfEN MAARTENS
door
Moer.
liy
In de eenzia,.,;i.^te Jacob voort, en,
door zijn groot venster liet hij de blikken wei
den over dc zee, over het strand en over het
visschcrsvolk. Hij aanschouwde alles met het
zelfde oog, zooals hij nu reeds bijna vijftig
jaren had gedaan, en hij zou zoo wel blijven
.zÜn oogen voor goed gesloten werden-
Hij schilderde voort in zijn eenzaamheid,
maar niet in stilte, want telkens kwamen hom
woorden van wrevel en van ongeduld over de
lippen.
Toen hij zijn dagtaak had volbracht, deod hii
al zijn hulptroepen van besluitvaardigheid on
der de wapen» komen ten einde een brief te
schrijven. Hij schilderde liever een groot doek
dan één woord met een pen op het papier te
brengen.
„Becte Lis,
Ik ben blij, van Herrig te vernemen dat
je hard aan het werk bent. Laat je nu
door niemand afleiden, maar werk steeds
harder en maak betere dingen dan je ooit
gedaan hebt. Wc kunnen 't allemaal.
Stoor je nu niet aan onzinnige praatjes
over vastgestelde lijden en beperkingen en
zoo meer. Ze zijn er natuurlijk, maar we
hoeven ze niet tc kennen.
Ik hoor dat Pareya er na aan toe is. Ik
las onlangs in een krant, dat hij een zoon
van omstreeks twintig jaar heeft. Ik hoop
dat die knaap een steun zal zijn voor zijn
moeder.
Met vriendelijke groeten,
Jacob Raff."
„Ja", zei Lis, „ik hoop dat die jongen 'n
steun zal zijn voor zijn moeder."
Hij legde den brief neer en werkte voort
aan zijn schilderij. Het was een regenachtige
dag in dei} overigens mooien herfst. Voor een
enkelen keer werkte hij in huis.
Redempta zat bij hem. Zij was bezig gra
vures uit te zoeken die zij, op zijn verzoek,
volgens het nummer legde. Zij vond het heer
lijk, wanneer zij zich een beetje nuttig kon ma
ken. Wanneer zij klaagde over haar onwe
tendheid, dan vond zij thans algemeene in
stemming. Het w»as dan ook werkelijk be
droevend. Behalve die bewonderenswaardige
handwerken scheen zij niets geleerd te heb
ben.
Vooral de predikantsweduwe sloeg de han
den van verbazing in elkaar en sprak er met
dc heele buurt over. Er was absoluut geen
mogelijkheid, dat het meisje zich als gouver
nante zou kunnen verhuren. In Holland zou
zij hoogstens voor dienstbode geschikt zijn. Zij
maakte zelf geen plannen; men had haar niet
geleerd iets le willen of te beslissen. Voor het
tegenwoordige meende zij voldoende haar
plicht te doen door uit tc voeren wat men
haar vroeg, cn meer dan haar plicht, door
aan te bieden naar haar moeder te gaan en
bij deze te zitten. Die moeder was de kwelling
van haar gedachten, de angst van haar droo-
men. Soms kwam het dienstmeisje 's avonds
laat nog meedeelen „dat haar moeder om
haar riep en dat zij moest komen bidden." En
dan trok zij er op uit door den natten Hol-
landschen mist Die moeder, die den dood
voor oogeft had, stelde in haar eigen Pro-
testantsche gebeden niet veel vertrouwen.
Daarom moest Redempta komen om haar in
den Hemel te helpen.
„Niet na tienen" zei Lis Doris.
Redempta, met donkere kringen onder dc
oogen, als een gevolg van een korten, onrusti-
gen slaap, zat stilletjes de platen te rangschik
ken. Dat waren haar gelukkige uren: wanneer
zij mee mocht de heide op of, wal minder
vaak geschiedde, wanneer zij in het stille
atelier mocht zitten, als in het leege huis bijna
geen enkel geluid vernomen werd.
Het spreekt ian zelf dat het heele dorp dit
streng afkeurde.
Straks zou Saskia wel komen, om haar
lachend weg te halen voor haar lessen. Want
Saskia leerde haar hoe zij de Fransche woor
den moest spellen.
Lis nam zijn kop thee en dronk met lang
zame teugjes. Dit was voor haar de gelegen
heid om een praatje le maken. Zij hield hem
een plaat voor en zei gretijfr
Dit vind ik 'n lief gezicht. Vindt u
ook niet? Ik heb er heel lang naar zitten kij
ken. 11; zou willen dat iedereen er lief uitzag.
Er behoeven toch eigenlijk geen leelijke men-
schen te rijn! Leelijke mensohen hebben ook
leelijke zielen.
Niet altijd, antwoordde hij lachend
Die ik ontmoet "heb dan wèl. Fn de mooie
zielen waren ook altijd mooi. Is 't gezicht niet
als do spiegel? Kijk nu de oogen van St. Ca
tharina eens! Men ziet dadelijk dat zij 'n Hei
lige is
Hij bekeek dc plaat, om haar plcizier te
doen.
Ze was natuurlijk 'n beste vrouw, zei hij
Ik ben te Sicna geweest, 'n prachtige stad,
waar men veel herinneringen aan haar be
waart.
Zij begon luide te bchen en riep uit:
Maar dit is Catharina van Siena niet.
Ziet u dan 't rad niet?
Ja. nu zie ik 't. Maar 't i* nog al klein.
En ik ben ban-: dat ik niet zoo heel zeker ben
in zake de Calharina's De andere heeft 'n
rinS-
Natuurlijk heeft die 'n ring. Maar dit is
de' koningsdochter van Alexandria. De Enge
len hebben haar lichaam naar Sinaï gedra
gen. Zij is immers in t jaar 307 onthoofd? De
heilige Catharina van Sicna stierf in 1380 cn
werd in 1161 door Paus Phis II heilig ver
klaard Hoe heeft u toch kunnen denken dat
die twee de zelfde personen waren?
Zij lachte andermaal heel hard.
Was dom van me, dat moet ik erken
nen.
Ja zeker. U hadt ook wel kunnen danken
dat 't de heilige Catharina van Bologna was,
de arme non, die in 1712 door Paus Clement
XI heilig is verklaard.
Ja, dat was natuurlijk ook mogelijk ge
weest, maar ik geloof toch. dat nis ik goed ge
keken had, ik dat van "t rad 'och wel zou go-
weten hebben.
Ik zou 'L huis van de heilige Catharina
van Siena wel gaarne hebben willen zien. Zij
v/as een wonderbaarlijke vrouw, die van af
haar twintigste jaar van brood cn kruiden
leefde cn later alleen van Avondmaal. Ze
was de dochter van n verver. Ik weet niet
eens wiens dochter ik zelf ben Weet u 't soms?
Nee zei hij kort-of 't Doet er ook niets
ff»e. Wat heb-je nu aan 'n dooden vader? Je
moet me eens wat meer over die Heiligen ver
tellen. Wat weet jij daar alles goed van. Wie
is dit?
Wel, dc heilige William natuurlijk. Zieö
u die wapenrusting niet?
Hij liet haar doorpraten. Eindelijk was er
dan toch iets dat haar was geleerd, en wel
„tot in de puntjes". Maar geldelijk voordeel
zou zij. er in haar tegenwoordige omgeving
niet van kunnen hebben
't Zijn wel mooie verhalen, sprak hij tet>
laatste Ik geloof niet dat Mevrouw Donder
bus er voel voor voelen zal Morgen moet je
mij er nog maar eens wat meer van vertel
len. En nog vaker. Dit zal 't tweede ge hein*
tusschen one zijn; maar dit is nu 't jouwe!
Ja, zei ze en zij voelde zich gelukki
ger dan sedert haar terugkomst nog ooit het
geval was geweest ja, dan ben ik ook nici
zoo dom. Ik zal u onderwijzen!
En je bewaart mijn geheim toch wel?
Zou ik dat niet doen? antwoordde zij»
een beetje geraakt. „Ze zouden mij kunnen
dooden, evenals ze de heilige Catharina deden,
eer.ik vertelde wat schildert in 't verborgen
hoekje vaa de hei,
(Wordt vervotgdk