DE EEMLANDER
BUITENLAND
^BINNENLAND
PRIJS OER ADVERTENTIE
EERSTE BLAD
Beroepskeuze.
17e Jaargang Ne. 300
l9flUNfllEtiT<!PBirc per 3 maanden voor Amers»
ADUnvfLFflLR I ormiu foort f 1.30, idem franco
per post f 2.30, per week (met gratis verzekering
legen ongelukken) f 0.15, afzonderlijke nummers
f 0.05. Wekelijksch bijvoegsel »Weceldcevue*
per 3 maanden 60 cent
AMERSFOORTS
Zaterdag ,21 Juni 1919
n
ff
HOOFDREDACTEUR: Mr. D. J. VAN SCHAARDENBURG
UITGEVERS: VALKHOFF Co
BUREAU: ARNHEMSCHE POORTWAL, hosk utrechtschesth.
INTERCOMM. TELEFOONNUMMER 513
van 1—4 regels f 0.80,
elke regel meer f 0.2<X
dienstaanbiedingen 1—5 regels f 0.50, groote letters
naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan
zeer voordeclige bepalingen tot het herhaald adver-t
teeren in dit Blad, bij abonnement. Eene circulaire
bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden. Bewijsnummers 5 cent.
r
Wij maken heden een aanvang, met een
belangrijk artikel van den heer J. Schulto
Nordhoit, dir. van het Bur. voor Haatsch.
Werk alhier, welk artikel te belangwekken
der is nu hier onlangs opgericht is een Ver-
eeniging voor Jeugdzorg. Van een der ge
wichtigste onderdeelen van de taak dezer
Vereen, hoopt schr. den lezers een dulde-
lijke voorstelling te geven.
Het vraagstuk van de beroepskeuze, of
Heter van de voorlichting bij de beroeps,
keuze, is een vraagstuk van uitnemend be
lang.
Immers als we aan de voorlichting bij de
beroepskeus denken, dan zien we een nog
zoo goed als geheel onbeploegd arbeidsveld
voor ons, een arbeidsveld, dat bij juiste be
werking, zij het dan ook langdurige en on
getwijfeld moeitevolle, rijken oogst kan af
werpen voor individu en maatschappij.
Dat-hier evenwel de akker nog vrijwel ge
heel onbeploegd is, wijst er ons tevens op,
dot er een leemte is in ons maatschappelijk
kven met betrekking tot de beroepskeus,
een leemte, welke we scherp in het .oog heb
ben te houden.
Welke is die leemte? En ons antwoord
j*6: het ontbreken van de schakel tusschen
het schoolleven en het maatschappelijk, het
sociaal-economisch leven, het ontbreken
van de brug welke de kloof tusschen die
beide moet overspannen.
Die schakel te vormen, die brug te leggen
Is het schoone doel dat de voorlichting bij
beroepskeuze zich stelt.
't Is een gewichtige tijd als het einde van
den schooltijd nadert en duizenden kinderen
en hun verzorgers eene keuze hebben te
doen en te beslissen welke weg zal worden
ingeslagen van de ontelbaar vele, welke lei
den door dat menigmaaEzoo duistere en zoo
beangstigend wijde land dat „Maatschappij"
heet.
Want hoe onnoemelijk veel hangt niet af
an die keuze en beslissing.
Strookt zij met den physieken en psychi-
echen aanleg van den jongen mensch, stelt
zij hem of haar in de gelegenheid gaven en
aanleg te ontplooien en zijn aspiraties te
volgen, kunnen lichaam en geest blijmoedig
de opgelegde took verrichten, dan zijn dus
de voorwaarden voor een evenwichtig, een
harmonieus bestaan aanwezig en daarin an
daardoor de bronnen van rijke levenskracht
en levensgeluk.
Hoe gansch anders is het met hem wiens
beslissing, door welke oorzaak dan ook, viel
in eene richting gansch tegengesteld 8an
zijn geestelijke en lichamelijke gesteldheid.
Na korten tijd komt do ontgoocheling, het
prikkelende van het nieuwe, het onbekende
is voorbij, eiken dag neemt de weerzin toe
en volgt, als in zooveel gevallen, geen wis
seling van het eene beroep met het ondere,
dan treedt in de gunstigste omstandigheid
een zekere lijdzaamheid inmet hangend
hoofd en Iragen tred wordt de dagtaak, die
feitelijk tevens levenstaak is, verricht.
Een geestdriftlooze, die geen licht en
•troost in zijn arbeid vindt, is geborenhér
loon inoet verzoeten, en dat uitsluitend, wat
het werk niet gever. kon. En geen verwon
dering baart het hier, dat de blik, verduis
terd door den ir.nerlijken nood, zich uitslui
tend richt op het stoffelijk resultaat, het loon
alleen.
„Stel U deze twee uitersten voor", zoo
schrijft een onzer hedendaagsche sociaal
economen, „de één bekommert zich niet
meer om wat hij maakt, 't Laat hem koud,
hij weet soms niet eens wat het is. Voor
hem geen kleur en lijn in zijn werk. Slechts
grauwheid en donkerte in en om hem. Als
hij^ ten slotte maar zijn inkomsten ziet stij
gen, einddoel ten laatste van heel zijn den
ken en streven. Dof zonder levenslust gaat
hij ziin weg.
De ander, een oosterling, zien wij aan een
handweefstoel bezig met een tapijt, of hij
houdt zich onledig met het vervaardigen
van een of ander kunstvoorwerp in metaal
of ivoor. Zijn doel is niet het gereedmaken
in een bepaalden tijd. Daarmee bemoeit hij
zich niet. Hij weet het, jaren, tientallen van
ieren soms zijn noodig voor het voleindigen
van z:jn werk. Hij vraagt ook niet naar ver
diensten wanneer hij zijn dageliiksch voed
sel heeft, bestaande eenvoudig uit een maal
rfiS'' 'f !lem v°ïdoende. Zijn werk is hem
alles, hij legt daarin geheel zijn gedarhten-
ieven, njn gevoelens, zijn ziel, zijn wezen.
i ,rCc'ht geheel op te gaan in zijn arbeid
en vrrgeet alles om hern heen. Behoeften
heeit nij niet. Zijn eenige en grootste genot
's z ;r. werk. Daarvoor leeft hij, daarvoor of
fert f-ij alles op."
Uiteraard zijn, zooals reeds gezegd is, de
twee hier geschetste be Men,- uitersten en
liggen daartusschen, gelukkig, voegen we
er bij, de groote aantallen gemiddelden.
00t toch is doorgaons het aanpassings
vermogen, dat moeder natuur den mensch
heeft gegeven en vele zijn de corrigeeren-
de i act oren, zoowel in hei individu als in de
maatschappij, als daar b.v. zijp.karakter en
geestelijk leven, wehe eenerzijds de licht
punten doen zien in c n ricgelijkschen ar-
hetd en het moedig aanvaarden van hetgeen
nu eenmaal niet anders is en anderzijds ver
goeding kunnen dein .-ceken in de ontwik-
van gedachte- en gevoelsleven, hetzij
geestelijken of lishsmelijken arbeid, waar-
H we dan bij hot laatste voornamelijk den-
aan liefheiUberii-, aan slöjdanbeid e. d.
ook zoeken in een der vele vormen
van vereenigings- en gezelschapsleven wel
ke onze maatschappij biedt, compensatie
voor datgene, wat misschien hun dagelijk-
sche werk hun onthoudt.
Evenwel behoeft het geen uitvoerig be
toog, dat op deze wijze vrijwel in strijd wordt
gehandeld met de grondwet der volkshuis
houdkunde het z.g. economisch principe
uitgangspunt en grondslag van de bestudee
ring der economie en welke eerste wet
leert, dat de mensch een „economische na
tuur" eigen is, welke alle op behoeftebevre
diging gerichte handelingen van den
mensch beheerscht en zich daarin open
baart, dat de mensch altijd en overal de
hoogstmogelijke bevrediging met het
kleinstmogelijke offer (arbeid) zoekt te be
reiken.
Om het anders te zeggen die wet leert
in laatste instantie, dat individu en Maat
schappij zich alleen dan ten volle zouden
kunnen ontplooien, indien altijd en overal
„de rechte mensch op de rechte plaats" kan
worden gesteld.
Dat ideaal, het brengen van den rechten
mensch op de rechte plaats, is het, dat ook
de voorlichting bij de beroepskeuze zich
steeds voor oogen heeft te houden en dat
zoowel in het belang van den enkelen
mensch, als in dat van de maatschappij in
haar geheel.
Immers zal niemand het willen tegenspre
ken, dat, indien dit ideaal bij de voorlich
ting der beroepskeus geheel 4e verwezenlij
ken ware, in het individu de maatschappij
en in de maatschappij het individu een
dienst van onschatbaar belang zou worden
bewezenbeider stoffelijke en geestel'jke
belangen, en aan wier wisselwerking we
hier denken, zouden moeilijk beter te die
nen zijn; hoeveel maatschappelijk-, gezins-
en persoonlijk geluk er door gewonnen wor
den.
Evenwel reeds uit de omstandigheid, dat
ik spreek van een ideaal, is de helaa^maar
al te juiste conclusie te trekken, dat werke
lijkheid, dat bestaande toestand en doel el
kander bij lange na niet dekken, noch dek
ken zullenop wegen toch, die naar het ge-
schetste ideaal leiden, liggen vele slagboo-
men en wachten bijna onoverkoombare
moeilijkheden hen, die die wegen beter be
gaanbaar zouden willen, maken. Welke die
zijn, zullen we straks hooren.
Toch dienen die moeilijkheden ons niet
af te schrikkenidealen zijn er om den
mensch te leeren streven en hem zelfs
zijn kleinheid en gevoel van onmacht dik
werf staande te houden en vooruit te doen
gaan en te doen wat hij kan om het ideaal
zooveel mogelijk te benaderenzooals een
bloem de zon zoekt en het kleine kind het
moederhart; zoo keert de menschenziel, zij
het in altijd golvende lijn van vallen en op
staan, zich nuar zijn idealen, beloften van
schoone toekomst. En de moeilijkheden zijn
ze er niet om te prikkelen, om onze krachten
te toetsen: des Menschen Thatigkeit kann
allzu leicht erschlaffen. Er liebt sich bald
die unbedingte Ruh 1 En rust is stilstand, is
achteruitgang f
(Wordt vervolgd).
Politiek Overzicht
Toen het ontwerp-vredesverdrag, dat de
geallieerde en geassocieerde regeeringen
den 7en Mei aan de Duitsche vredesgevol-
machtigden hebben overhandigd, bekend
werd, ging er in Duitschland één kreet op:
„Onaannemelijk". Dat was geen theater
leus, maar de stellige overtuiging van hen,
die het verkondigden, en ook van hen, in
wier naam het verkondigd werd. Maar de
hoop was reeds dadelijk gering, dat het zou
gelukken voor dien Icreet gehoor te verkrij
gen daar, waar hij moest doordringen om
effect te sorteeren. Bezadigde stemmen in
Duitschland waarschuwden, dat men zich
niet moest overgeven aan de illusie, dat de
verzekering, dat het verdrag niet zou wor
den onderteekend, iets zou uitwerken.
Georg Bernhardt zeide daarover in de Vos-
sisohe Ztg.:
„Men vergunne ons een vergelijking. Een
koopman, die staat voor het faillissement,
wendt zich tot een concurrent en vraagt de
zen hem uit de moeielijkheid te helpen. De
concurrent heeft als eerste voorwaarde van
zijn tusschenbeide komen opgeëischt alle
boeken, de lijst van klanten, de sleutels van
de brandkast. Wanneer dat alles is uitge
leverd en de concurrent het huis door en
door kent, stelt hij zeer harde voorwaarden
De eigenaar van het geruïneerde handels
huis verklaart daarop, dat hij zulke voor
waarden niet zal onderteekenen. Welke uit
werking kan hij van zulk eer.e verklaring
verwachten?
In precies zulk een toestand verkeert
Duitschland. Moet men dus zich er over
verwonderen, dat de Duitsche dreigementen
eenvoudig beschouwd v/orden als nieuwe
uitvluchten en nieuw vuurwerk? Al die
mooie argumenten, die men aanvoert om
niet te teekenen, waren allerprachtigst toen
het er op aankwam den wapenstilstand niet
blindelings te onderteekenen. Maar thans,
nu de Duitsche legers ontbonden en de
kanonnen uitgeleverd zijn, nu wij econo
misch en financieel gekneveld en gemuil
band zijn, hoe kan men nu verwachten, dat
ons „onaannemelijk" zal worden geloofd?
Wat wij aan den vijand moeten zeggen,
is dat de toestand van Duitschland, die hem
zeer goed bekend is, ons dwingt onze hand-
teekening te zetten onder een zoo onzinnig
stuk. Maar wij moeten er dadelijk bijvoe
gen, dat het ook in het belang van den
vijand is, dat dit stuk papier, zonder waarde
een stuk van waarde wordt, en het middel
om die voordeelige verandering tot stand te
brengen, is aan het verdrag een redelijk
karakter te geven."
Naar dien raad is gehandeld. Er is van
Duitsche zijde een tegenvoorstel gedaan,
dat een ernstige poging was om aan de
eischen van de Entente tegemoet te komen
en daarmee te gaan tot de gren9 van wat
Duitschland zou kunnen verdragen en ver
vullen. Dat voorstel is door de Entente ter
zijde gesteld; zij heeft hare oorspronkelijke
eischen herzien en op verschillende onder
deelen gewijzigd, maar in de hoofdzaken on
veranderd gelaten. Nu staat het aan Duitsch
land te beslissen of het deze voorwaarden
zal aannemen of verwerpen. Een andere keus
is er niet. De krisis, die-in Weimar is uit
gebroken, getuigt er van hoe moeielijk het
is tot een besluit te komen, dat, hoe het
ook moge zijn, in ieder geval zwanger zal
zijn van ernstige gevolgen. Niet alleen voor
Duitschland, maar ook voor de Entente. De
Daily News drukt dit aldus uit
„Een weigering om te teekenen, zal prak
tisch beteekenen, dat de Duitsche regeering
aftreedt en aan de geallieerden overlaat hoe
het verder in Duitschland zal gaan. Dat zal
een ramp zijn voor Duitschland en het zal
een ongeluk zijn voor de wereld. De gedach-
telooze geestdrijvers van het militarisme
zullen zich zonder twijfel verheugen in het
vooruitzicht van een triomtccht naar Berlijn,
maar geen die het ernstige gevaar beseft,
waarin de wereld heden is geplaatst, en de
dringende behoefte aan vrede en om de
natiën weer met hoop aan het werk te zet
ten tot het op nieuw opbouwen van de
maatschappij, zal zulk eene onderneming
zonder diepe ongerustheid beschouwen."
Bnitenlandscbe Berichtu
"Versailles, 20 Juni. (W. B.) Heden
voormiddag is in Versailles aan Clemenceau
overhandigd een nota van graaf Brockdorff-
Rantzau, waarin gewezen wordt cp talrijke
tegenstrijdigheden in de stukken, die den
16en Juni aan de Duitsche vredesdelegatie
zijn overgegeven, eru verzocht wordt om da
delijke schriftelijke opheldering over ver
schillende punten.
P a r ij s, 2 0 Juni. (R.) Er wordt bericht,
dat de Duitschers om verlenging van de ter
mijn van antwoord op de vredesvoorwaarden
zullen vragen.
Weimar, 20 T n i (W. B.) In parlemen
taire kringen verluidt, dat het kabinet in de
beslissende vergadering van de interfraction-
neele commissie een duidelijke verklaring
veriandg had. dat de regeeringspartijen zich
zouden vereenigen op het compromisvoorstel
van het centrum en verder hierop, dat dc
nict-aanneming van de eischen van het cen
trum door de geallieerden zou leiden tot af
wijzing van dc voorwaarden. Dc democraten
wilden deze verklaring niet afleggen, omdat
zij principieel het daarmee niet eens waren.
De sociaal-democraten wezen den cisch van
de regeering tot aanvaarding van de resolu
tie van het centrum eveneens af. Uit de stem
ming bleek duidelijk, dat er een meerderheid
is voor het aannemen van de voorwaarden der
Entente. Daarop besloot het kabinet af te
treden.
Weimar, 20 Juni. (W. B.) Naar wij
uit parlementaire kringen vernemen, werd
tot het aftreden van het kabinet besloten
in een vergadering van de interfractionnee-
le commissie, die te zamen met het kabinet'
tot in de vroege morgenuren vergaderde.
Ondanks alle pogingen was het niet mo
gelijk de meerderheidspartijen te vereeni
gen op voor allen aaTThemelijke formu
lés. Onmiddellijk na deze vergadering had
den niet bindende besprekingen plaats over
de vorming van het nieuwe kabinet. Naar
verluidt, is reeds tijdens die besprekingen,
waaraan de rijkspresident deelnam, de toe
stand in zoo verre opgehelderd, dat er ge
rekend kan worden met de onderteekening
van het vredesverdrag.
Weimar, 20Juni. (W. B.) In aanslui
ting aan de niet bindende besprekingen die
de partijleiders reed? in den nacht hadden
aangeknoopt, is, naar wij van parlementaire
zijde vernemen, de socialist Hermann Muel
ler bezig een kabinet samen te stellen. Er
wordt gezegd, dat Noske, minister van
's rijksweerbaarheid, op zijn post zal blijven.
Van andere zijde wordt rijksminister David
als candidaat voor het minister-president
schap genoemd.
Weimar, 20 Juni. (W. B.) fn paile-
mentaire kringen zegt men, dat er over de
vorming van het nieuwe kabinet nog niets
met zekerheid te zeggen valt. Men noemt
Hermann Muller als minister-president met
graaf Bernstorff als minister van buitenl3nd-
sche zaken. Ook houdt men er rekening
mee, dat Noske. Schmidt, Wissell, David en
Erzberger in het nieuwe kabinet zitting zul
len nemen. Als vaststaande neemt men het
aftreden aan van Scheidemann, de democra
ten, graaf Brockdorif, Giesberts en Lands
berg. Men acht het zeker, dat het aftreden
van het kabinet het aannemen van de
vredesvoorwaarden tengevolge zal hebben.
Munster, 20Juni. (N. T. A.) De Mün-
stersche A.nzeiger bericht uit Weimar Vol
gens de inlichtingen van onzen vertegen
woordiger in Weimar zijn daar onderhande
lingen gaande, ciie de handhaving ten doel
hebben van de oude coalitie tusschen cen
trum. democraten en sociaal-democraten.
Die onderhandelingen némen een gunstig
verloop. Waarschijnlijk zal er een kabinet-
David tot stand komen, waari^de drie ge
noemde partijen op dezelfde of gelijksoorti
ge wijze als in het oude kabinet vertegen
woordigd zullen zijn.
Weimar, 2 0 Juni. (N. T. A.) In de be
sprekingen van de meerderheidspartijen
wordt algemeen de opvatting verkondigd,
dat eene meerderheid voor de onderteeke
ning van het vredesverdrag onder alle om
standigheden in de nationale vergadering
aanwezig is. Deze meerderheid wordt op
minstens 25 h 30 stemmen geschat.
Zooals zich nu laat overzien, zal het kabi
net aldus samengesteld zijnDavid, minis
ter-president, Dernburg, minister van finan
ciën, Sinzheimer, minister van justitie, Preuss
minister van binnenlandsche zaken, Schmidt
minister van voeding, Wissell, minister van
volkshuishouding, Bauer, minister van ar
beid, Bernstorff, minister van buitenlandsche
zaken, Noske, minister van rijksverdediging,
Bell, minister van koloniën, Giesberts, minis
ter van posterijen, Erzberger, minister zon
der portefeuille. Deze lijst is echter geheel
onzeker.
Naar verluidt, is de Entente gepolst over
hare stelling tegenover het compromis van
het centrum en is er verzocht om ^een nieu
we verlenging van den termijn. Officieel is
hierover echter niets te vernemen.
Weimar, 20 Juni. (W. B.) De fractiën
van de Duitsch-nationale volkspartij en van
de Duitsche volkspartij hebben gezamenlijk
eene verklaring gepubliceerd, waarin zij de
aanneming van dit vredesvoorstel kenschet
sen als een nationale schande en ter wille
van onze doode broeders en van de toe
komst onzer Duitsche jeugd hun vast besluit
kenbaar maken, om tot het uiterste op te
komen voor hun laatste goed Duitschland s
reinen naam voor de wereld. Daarom wijzen
zij dit vredesontwerp af.
B e r 1 ij n, 2 0 Juni. (W. B.) De onder
staatssecretaris in het rijksvoedingsminis-
terie von Braun heeft aan een vertegenwoor
diger van de Deutsche Allg. Zeitung ver
klaard: Terwijl de gevolgen van de vredes
voorwaarden der tegenstanders, vooral de
afstand van het gebied in het oosten, hon
ger en nood gedurende jaren beteekenen,
bestaat er geen oogenblikkelijk gevaar voor
de volksvoeding in het geval der niet-onder-
teekening van den vrede. De volksvoeding
dwingt ons dus niet den vrede te ondertee
kenen.
Berlijn. 2 0 Juni. (VL B.) Officieel.
Generaal Nudant heeft de vvapenstilslnnds-
commissic het volgende bericht: Dc geallieer
de regeeringen verzoeken de Duitsche regee
ring in den kbrlst mogclijken tijd dc noodigc
maatregelen te treffen om len eerste eiken
nieuwen opmarscli met Duitsche troepen naar
het Noorden in dc richting van Estland fc
verhinderen en ten tweede over ie gaan lot on
middellijke ontruiming van Windau en Libau
en ceh zoo spoedig mogelijke ontruiming van
alle gebieden, die voor den oorlog deel uit
maakten van het Russische Rijk, overeen
komstig de bepalingen vervat in art 12 van
het vvapenstilstandsverdrag.
Parijs, 2 0 Juni. (RDc Oostenrijkers
hebben een vierde nota gezonden waarin zij
er tegen protesteeren dat de Oostcnrijkschc
republiek tol erfgenaam gemaakt wordt van
alle aansprakelijkheden van Ooslenrijk-IIon-
garijc.
Bern, lOJuni. (W. B.) Naar de Berner
Bund verneemt gel^t de bezetting van
Vorarlberg dopr Italiaansche troepen als
een eventueele blokkade-maatregel tegen
Duitschland.
B e r 1 ij n. 20 Juni. (W. B Volgens de bla
den, te St. Gcrmainrversclwjnende, liceft Rijks
kanselier Renner sprekende over dc laatste
gebeurtenissen te Wecnen als zijn meening te
kennen gegeven, dat dc plannen der commu
nisten minder door de machtsmiddelen van
den Staat dan door het volksinzicht zelf zijn
mislukt.
Volgens zijn meening was de sociale crisis
hiermee nog niet geëindigd. Na jarenlange
ontberingen was dc volksmassa diep teleurge
steld door de vredesvoorwaarden der Enten
te; het kan zijn dat zij, gezien de rcvolution-
nairc gebeurtenissen in de naburige landen,
twijfelde aan de mogelijkheid eener vreed
zame ontwikkeling
Dc toekomst hangt volgens Reuter af van
het vredesverdrag. Als de Entente-mogendhe-
den voort mochten gaan Oostenrijk econo
misch uit te zuigen, dan bestond het gevaar,
dat niet alleen politieke avonturiers maar ook
de georganiseerde arbeiders er toe kwamen
dc meest radicale oplossing als cenig moge
lijke te ach ten. De bladen zeggen dat uit het
gisteren afgekondigde verbod van de colpor
tage. der door de justitie in beslag genomen
communistische vlugschriften dc conclusie
mag getrokkendat dc communistische agitatie
geëindigd is.
Weenen, 19 Juni. (Czechiscn P. B.)
Daar de Magyaren het bevel der vredescon
ferentie, om den 18en Juni vóór 12 uur het
zioh ten N. van de nieuwe grenzen bevin
dende gebied van den Czechischen staat te
ontruimen, niet hebben opgevolgd, worden
de krijgsverrichten voortgezet.
B e r l ij n, 1 9 J u n i. (W. B.) Betreffende
het bijleggen van het geschil in de spoor
wegdirectie te Erfurt zijn de minister van
openbare werken en de \ertegenwoordigers
van de ambtenaren- en beambtenyereeni-
gingen te Erfurt tot overeenstemming ge
komen op den volgende grondslag: De Zon
dag onrechtmatig als referendarissen en
als voorzitter van de spoorwegdirectie aan
gestelde ambtenaren verlaten onmiddellijk
hun post, zoodat de regelmatig aangestelde,
ambtenaren weer in hun plaats kunnen tre-
den. De minister zendt een commissarit
naar Erfurt om de gerezen bezworen te on\)
derzoeken en dringt bij de rijksregeering
aan op het terugtrekken van de regeerings^
troepen. De ambtenaars- en arbeidersveree*
nigingen nemen daarentegen op zich hel
bedrijf in vollen gong te houden en de rusl
en orde op den spoorweg te handhaven.
Antwerpen, 20 Juni. (H. R.) De sta*
king bij de tram is thans geëindigd.
Bern, 19 Juni. (Z. T. A.) De Zwit-
sersche Bondsraad heeft bij de Bonds ver*
gadering rapport uitgebracht over het ver*
zoek tot verleening van amnestie aan de
deelnemers der algemeene staking in No*'
vember 1918. De Bondsraad is van mee
ning, dat er op dit tijdstip niet op een ver
zoek om amnestie kan worden ingegaan*
daar een thans verleende amnestie tot ge
volg zou hebben dat juist de aanstichters
der stakers straffeloos zouden blijven.
D o o r n i k, 2 O J u n i. (H. R.) Een granaat
is te Maulde nabij Doornik in honden van
een Engelsch soldaat ontploft. De soldaat erf
vier andere personen zijn gedood., twee per
sonen ernstig gekwetst.
Londen, 20 Juni. (R.) Volgens een
draadloos bolsjewistisch bericht heeft een
Britsche onderzeeër den 18en Jirni den kruU
ser Oleg nabij #en vuurtoren van Albusjin
tot zinken gébracht.
Tweede telegram Het bericht be.
treffende het in den grond schieten van der'
kruiser Oleg door een Britsche duikboot i*
onjuist. De Oleg liep vermoedelijk op een
mijn.
Kameroverzicht
Tweede Kamer
In de zitting van Vrijdag werd de heee
L o h m a n die vóór 40 jaar tot lid der Ka
mer werd gekozen, van alle zijden geluk-
gewenscht.
De Voorzitter wenscht hem* voorloo-
pig geluk, daar hij als dag voor viering be
schouwt den dag in September waarop de
heer Lohman zitting nam.
De wijziging der grondbelasting wordt van
de agenda afgevoerd.
De Voorzitter deelt mede, dat de
memorie van antwoord betreffende de ar
beidswet zoo juist is ingekomen. Met 61 te
gen 3 stemmen wordt besloten de arbeids
wet voor het reces in openbare behandeling
te nemen.
Het voorstel van den Voorzitter om de
behandeling op 2 Juli aan te vangen wordt
aangenomen met 43 tegen 20 stemmen.
Het voorstel-Koolen om op 27 Juni en 1
Juli ook de lager onderwijswet in de nfdee-
lingen te behandelen wordt verworpen met
34 tegen 29 stemmen.
Wijziging Personeele Belasting.
Het amendement J. ter Laan, om voor
schippers van pleiziervaortuigen 100 in
plaats van 10 te doen betalen, wordt aan*
genomen met 35 tegen 29 stemmen; het
amendement-J. ter Laan tot verhooging dec
heffing volgens den grondslag paarden, vefb
worpen met 43 tegen 20 stemmen; het
amendement-Dresselhuys om pleziervaar
tuigen minder zwaar te belasten dan word,1
voorgesteld, verworpen met 49 tegen 14 st.*
het amendement M. R. Staalman om hef
eenige biljart in een koffiehuis vrij te stek
len, verworpen met 43 tegen 16 stemmen
De eindstemming zal op een nader te bepa
len dag worden gehouden.
Aan de orde is de
interpellatie-Oud
omtrent de voornemens van den Ministef
van Marine ten aanzien van het personeel*
vraagstuk.
De interpellant vraagt naar de op«
vatting van den Minister omtrent de ver
houding tot de personeelorganisaties; of de
minister wil vasthouden aan het bestaande
stelsel van werving; welk oordeel de mi
nister over de militie-marine heeft en of de
minister de instelling wil bevorderen van
een permanente salaris-commissie voor het
militaire personeel met vertegenwoordiging
van de organisaties.
In antwoord op de gestelde vragen ver
klaart de Min. van Marine dat hij mi
litaire organisaties niet strijdig acht met mi
litaire organisaties in haar geheel. Even
wel zal hij zich verzetten tegen iedere po
ging om gezagsuitoefening te betrekken in'
de werkingsspheer van organisaties, al kun-,
nen ware gezaghebbers dan ook met onder-'
geschikten en zelfs met organisaties aboiu
cheeren om zich te overtuigen van de juist
heid van gegeven bevelen. Als de pract;jK
dit wenschelijk maakt, zal een tegemoetkom
ming inzake organisatie aan boord overworn
gen worden.
Over eventueele verandering van stelsel
kan de minister nog geen precies antwoord
geven. Hij wenscht geen incidenteele be
slissingen. De tijd voor verandering is nogi
niet rijp. Een militie-marine acht spr. als
systeem niet gewenscht, al kan een tijdelijk©
uitbreiding voor aanvulling van tekorten
wellicht noodig zijn. Over de wenschelijk-
heid eener permanente salaris-commissie
heeft spr. zich nog geen oordeel gevormd.
De, minister komt ten slotte op tegen de
voorstelling als zouden de militaire autori
teiten alleen schuldig zijn aan het vertrek
van svohib'sliiders van boord van de ..Zeven