DE EEMLANDER BUITENLAND ^BINNENLAND PRIJS OER ADVERTENTIE EERSTE BLAD Beroepskeuze. 17e Jaargang Ne. 300 l9flUNfllEtiT<!PBirc per 3 maanden voor Amers» ADUnvfLFflLR I ormiu foort f 1.30, idem franco per post f 2.30, per week (met gratis verzekering legen ongelukken) f 0.15, afzonderlijke nummers f 0.05. Wekelijksch bijvoegsel »Weceldcevue* per 3 maanden 60 cent AMERSFOORTS Zaterdag ,21 Juni 1919 n ff HOOFDREDACTEUR: Mr. D. J. VAN SCHAARDENBURG UITGEVERS: VALKHOFF Co BUREAU: ARNHEMSCHE POORTWAL, hosk utrechtschesth. INTERCOMM. TELEFOONNUMMER 513 van 1—4 regels f 0.80, elke regel meer f 0.2<X dienstaanbiedingen 1—5 regels f 0.50, groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeclige bepalingen tot het herhaald adver-t teeren in dit Blad, bij abonnement. Eene circulaire bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Bewijsnummers 5 cent. r Wij maken heden een aanvang, met een belangrijk artikel van den heer J. Schulto Nordhoit, dir. van het Bur. voor Haatsch. Werk alhier, welk artikel te belangwekken der is nu hier onlangs opgericht is een Ver- eeniging voor Jeugdzorg. Van een der ge wichtigste onderdeelen van de taak dezer Vereen, hoopt schr. den lezers een dulde- lijke voorstelling te geven. Het vraagstuk van de beroepskeuze, of Heter van de voorlichting bij de beroeps, keuze, is een vraagstuk van uitnemend be lang. Immers als we aan de voorlichting bij de beroepskeus denken, dan zien we een nog zoo goed als geheel onbeploegd arbeidsveld voor ons, een arbeidsveld, dat bij juiste be werking, zij het dan ook langdurige en on getwijfeld moeitevolle, rijken oogst kan af werpen voor individu en maatschappij. Dat-hier evenwel de akker nog vrijwel ge heel onbeploegd is, wijst er ons tevens op, dot er een leemte is in ons maatschappelijk kven met betrekking tot de beroepskeus, een leemte, welke we scherp in het .oog heb ben te houden. Welke is die leemte? En ons antwoord j*6: het ontbreken van de schakel tusschen het schoolleven en het maatschappelijk, het sociaal-economisch leven, het ontbreken van de brug welke de kloof tusschen die beide moet overspannen. Die schakel te vormen, die brug te leggen Is het schoone doel dat de voorlichting bij beroepskeuze zich stelt. 't Is een gewichtige tijd als het einde van den schooltijd nadert en duizenden kinderen en hun verzorgers eene keuze hebben te doen en te beslissen welke weg zal worden ingeslagen van de ontelbaar vele, welke lei den door dat menigmaaEzoo duistere en zoo beangstigend wijde land dat „Maatschappij" heet. Want hoe onnoemelijk veel hangt niet af an die keuze en beslissing. Strookt zij met den physieken en psychi- echen aanleg van den jongen mensch, stelt zij hem of haar in de gelegenheid gaven en aanleg te ontplooien en zijn aspiraties te volgen, kunnen lichaam en geest blijmoedig de opgelegde took verrichten, dan zijn dus de voorwaarden voor een evenwichtig, een harmonieus bestaan aanwezig en daarin an daardoor de bronnen van rijke levenskracht en levensgeluk. Hoe gansch anders is het met hem wiens beslissing, door welke oorzaak dan ook, viel in eene richting gansch tegengesteld 8an zijn geestelijke en lichamelijke gesteldheid. Na korten tijd komt do ontgoocheling, het prikkelende van het nieuwe, het onbekende is voorbij, eiken dag neemt de weerzin toe en volgt, als in zooveel gevallen, geen wis seling van het eene beroep met het ondere, dan treedt in de gunstigste omstandigheid een zekere lijdzaamheid inmet hangend hoofd en Iragen tred wordt de dagtaak, die feitelijk tevens levenstaak is, verricht. Een geestdriftlooze, die geen licht en •troost in zijn arbeid vindt, is geborenhér loon inoet verzoeten, en dat uitsluitend, wat het werk niet gever. kon. En geen verwon dering baart het hier, dat de blik, verduis terd door den ir.nerlijken nood, zich uitslui tend richt op het stoffelijk resultaat, het loon alleen. „Stel U deze twee uitersten voor", zoo schrijft een onzer hedendaagsche sociaal economen, „de één bekommert zich niet meer om wat hij maakt, 't Laat hem koud, hij weet soms niet eens wat het is. Voor hem geen kleur en lijn in zijn werk. Slechts grauwheid en donkerte in en om hem. Als hij^ ten slotte maar zijn inkomsten ziet stij gen, einddoel ten laatste van heel zijn den ken en streven. Dof zonder levenslust gaat hij ziin weg. De ander, een oosterling, zien wij aan een handweefstoel bezig met een tapijt, of hij houdt zich onledig met het vervaardigen van een of ander kunstvoorwerp in metaal of ivoor. Zijn doel is niet het gereedmaken in een bepaalden tijd. Daarmee bemoeit hij zich niet. Hij weet het, jaren, tientallen van ieren soms zijn noodig voor het voleindigen van z:jn werk. Hij vraagt ook niet naar ver diensten wanneer hij zijn dageliiksch voed sel heeft, bestaande eenvoudig uit een maal rfiS'' 'f !lem v°ïdoende. Zijn werk is hem alles, hij legt daarin geheel zijn gedarhten- ieven, njn gevoelens, zijn ziel, zijn wezen. i ,rCc'ht geheel op te gaan in zijn arbeid en vrrgeet alles om hern heen. Behoeften heeit nij niet. Zijn eenige en grootste genot 's z ;r. werk. Daarvoor leeft hij, daarvoor of fert f-ij alles op." Uiteraard zijn, zooals reeds gezegd is, de twee hier geschetste be Men,- uitersten en liggen daartusschen, gelukkig, voegen we er bij, de groote aantallen gemiddelden. 00t toch is doorgaons het aanpassings vermogen, dat moeder natuur den mensch heeft gegeven en vele zijn de corrigeeren- de i act oren, zoowel in hei individu als in de maatschappij, als daar b.v. zijp.karakter en geestelijk leven, wehe eenerzijds de licht punten doen zien in c n ricgelijkschen ar- hetd en het moedig aanvaarden van hetgeen nu eenmaal niet anders is en anderzijds ver goeding kunnen dein .-ceken in de ontwik- van gedachte- en gevoelsleven, hetzij geestelijken of lishsmelijken arbeid, waar- H we dan bij hot laatste voornamelijk den- aan liefheiUberii-, aan slöjdanbeid e. d. ook zoeken in een der vele vormen van vereenigings- en gezelschapsleven wel ke onze maatschappij biedt, compensatie voor datgene, wat misschien hun dagelijk- sche werk hun onthoudt. Evenwel behoeft het geen uitvoerig be toog, dat op deze wijze vrijwel in strijd wordt gehandeld met de grondwet der volkshuis houdkunde het z.g. economisch principe uitgangspunt en grondslag van de bestudee ring der economie en welke eerste wet leert, dat de mensch een „economische na tuur" eigen is, welke alle op behoeftebevre diging gerichte handelingen van den mensch beheerscht en zich daarin open baart, dat de mensch altijd en overal de hoogstmogelijke bevrediging met het kleinstmogelijke offer (arbeid) zoekt te be reiken. Om het anders te zeggen die wet leert in laatste instantie, dat individu en Maat schappij zich alleen dan ten volle zouden kunnen ontplooien, indien altijd en overal „de rechte mensch op de rechte plaats" kan worden gesteld. Dat ideaal, het brengen van den rechten mensch op de rechte plaats, is het, dat ook de voorlichting bij de beroepskeuze zich steeds voor oogen heeft te houden en dat zoowel in het belang van den enkelen mensch, als in dat van de maatschappij in haar geheel. Immers zal niemand het willen tegenspre ken, dat, indien dit ideaal bij de voorlich ting der beroepskeus geheel 4e verwezenlij ken ware, in het individu de maatschappij en in de maatschappij het individu een dienst van onschatbaar belang zou worden bewezenbeider stoffelijke en geestel'jke belangen, en aan wier wisselwerking we hier denken, zouden moeilijk beter te die nen zijn; hoeveel maatschappelijk-, gezins- en persoonlijk geluk er door gewonnen wor den. Evenwel reeds uit de omstandigheid, dat ik spreek van een ideaal, is de helaa^maar al te juiste conclusie te trekken, dat werke lijkheid, dat bestaande toestand en doel el kander bij lange na niet dekken, noch dek ken zullenop wegen toch, die naar het ge- schetste ideaal leiden, liggen vele slagboo- men en wachten bijna onoverkoombare moeilijkheden hen, die die wegen beter be gaanbaar zouden willen, maken. Welke die zijn, zullen we straks hooren. Toch dienen die moeilijkheden ons niet af te schrikkenidealen zijn er om den mensch te leeren streven en hem zelfs zijn kleinheid en gevoel van onmacht dik werf staande te houden en vooruit te doen gaan en te doen wat hij kan om het ideaal zooveel mogelijk te benaderenzooals een bloem de zon zoekt en het kleine kind het moederhart; zoo keert de menschenziel, zij het in altijd golvende lijn van vallen en op staan, zich nuar zijn idealen, beloften van schoone toekomst. En de moeilijkheden zijn ze er niet om te prikkelen, om onze krachten te toetsen: des Menschen Thatigkeit kann allzu leicht erschlaffen. Er liebt sich bald die unbedingte Ruh 1 En rust is stilstand, is achteruitgang f (Wordt vervolgd). Politiek Overzicht Toen het ontwerp-vredesverdrag, dat de geallieerde en geassocieerde regeeringen den 7en Mei aan de Duitsche vredesgevol- machtigden hebben overhandigd, bekend werd, ging er in Duitschland één kreet op: „Onaannemelijk". Dat was geen theater leus, maar de stellige overtuiging van hen, die het verkondigden, en ook van hen, in wier naam het verkondigd werd. Maar de hoop was reeds dadelijk gering, dat het zou gelukken voor dien Icreet gehoor te verkrij gen daar, waar hij moest doordringen om effect te sorteeren. Bezadigde stemmen in Duitschland waarschuwden, dat men zich niet moest overgeven aan de illusie, dat de verzekering, dat het verdrag niet zou wor den onderteekend, iets zou uitwerken. Georg Bernhardt zeide daarover in de Vos- sisohe Ztg.: „Men vergunne ons een vergelijking. Een koopman, die staat voor het faillissement, wendt zich tot een concurrent en vraagt de zen hem uit de moeielijkheid te helpen. De concurrent heeft als eerste voorwaarde van zijn tusschenbeide komen opgeëischt alle boeken, de lijst van klanten, de sleutels van de brandkast. Wanneer dat alles is uitge leverd en de concurrent het huis door en door kent, stelt hij zeer harde voorwaarden De eigenaar van het geruïneerde handels huis verklaart daarop, dat hij zulke voor waarden niet zal onderteekenen. Welke uit werking kan hij van zulk eer.e verklaring verwachten? In precies zulk een toestand verkeert Duitschland. Moet men dus zich er over verwonderen, dat de Duitsche dreigementen eenvoudig beschouwd v/orden als nieuwe uitvluchten en nieuw vuurwerk? Al die mooie argumenten, die men aanvoert om niet te teekenen, waren allerprachtigst toen het er op aankwam den wapenstilstand niet blindelings te onderteekenen. Maar thans, nu de Duitsche legers ontbonden en de kanonnen uitgeleverd zijn, nu wij econo misch en financieel gekneveld en gemuil band zijn, hoe kan men nu verwachten, dat ons „onaannemelijk" zal worden geloofd? Wat wij aan den vijand moeten zeggen, is dat de toestand van Duitschland, die hem zeer goed bekend is, ons dwingt onze hand- teekening te zetten onder een zoo onzinnig stuk. Maar wij moeten er dadelijk bijvoe gen, dat het ook in het belang van den vijand is, dat dit stuk papier, zonder waarde een stuk van waarde wordt, en het middel om die voordeelige verandering tot stand te brengen, is aan het verdrag een redelijk karakter te geven." Naar dien raad is gehandeld. Er is van Duitsche zijde een tegenvoorstel gedaan, dat een ernstige poging was om aan de eischen van de Entente tegemoet te komen en daarmee te gaan tot de gren9 van wat Duitschland zou kunnen verdragen en ver vullen. Dat voorstel is door de Entente ter zijde gesteld; zij heeft hare oorspronkelijke eischen herzien en op verschillende onder deelen gewijzigd, maar in de hoofdzaken on veranderd gelaten. Nu staat het aan Duitsch land te beslissen of het deze voorwaarden zal aannemen of verwerpen. Een andere keus is er niet. De krisis, die-in Weimar is uit gebroken, getuigt er van hoe moeielijk het is tot een besluit te komen, dat, hoe het ook moge zijn, in ieder geval zwanger zal zijn van ernstige gevolgen. Niet alleen voor Duitschland, maar ook voor de Entente. De Daily News drukt dit aldus uit „Een weigering om te teekenen, zal prak tisch beteekenen, dat de Duitsche regeering aftreedt en aan de geallieerden overlaat hoe het verder in Duitschland zal gaan. Dat zal een ramp zijn voor Duitschland en het zal een ongeluk zijn voor de wereld. De gedach- telooze geestdrijvers van het militarisme zullen zich zonder twijfel verheugen in het vooruitzicht van een triomtccht naar Berlijn, maar geen die het ernstige gevaar beseft, waarin de wereld heden is geplaatst, en de dringende behoefte aan vrede en om de natiën weer met hoop aan het werk te zet ten tot het op nieuw opbouwen van de maatschappij, zal zulk eene onderneming zonder diepe ongerustheid beschouwen." Bnitenlandscbe Berichtu "Versailles, 20 Juni. (W. B.) Heden voormiddag is in Versailles aan Clemenceau overhandigd een nota van graaf Brockdorff- Rantzau, waarin gewezen wordt cp talrijke tegenstrijdigheden in de stukken, die den 16en Juni aan de Duitsche vredesdelegatie zijn overgegeven, eru verzocht wordt om da delijke schriftelijke opheldering over ver schillende punten. P a r ij s, 2 0 Juni. (R.) Er wordt bericht, dat de Duitschers om verlenging van de ter mijn van antwoord op de vredesvoorwaarden zullen vragen. Weimar, 20 T n i (W. B.) In parlemen taire kringen verluidt, dat het kabinet in de beslissende vergadering van de interfraction- neele commissie een duidelijke verklaring veriandg had. dat de regeeringspartijen zich zouden vereenigen op het compromisvoorstel van het centrum en verder hierop, dat dc nict-aanneming van de eischen van het cen trum door de geallieerden zou leiden tot af wijzing van dc voorwaarden. Dc democraten wilden deze verklaring niet afleggen, omdat zij principieel het daarmee niet eens waren. De sociaal-democraten wezen den cisch van de regeering tot aanvaarding van de resolu tie van het centrum eveneens af. Uit de stem ming bleek duidelijk, dat er een meerderheid is voor het aannemen van de voorwaarden der Entente. Daarop besloot het kabinet af te treden. Weimar, 20 Juni. (W. B.) Naar wij uit parlementaire kringen vernemen, werd tot het aftreden van het kabinet besloten in een vergadering van de interfractionnee- le commissie, die te zamen met het kabinet' tot in de vroege morgenuren vergaderde. Ondanks alle pogingen was het niet mo gelijk de meerderheidspartijen te vereeni gen op voor allen aaTThemelijke formu lés. Onmiddellijk na deze vergadering had den niet bindende besprekingen plaats over de vorming van het nieuwe kabinet. Naar verluidt, is reeds tijdens die besprekingen, waaraan de rijkspresident deelnam, de toe stand in zoo verre opgehelderd, dat er ge rekend kan worden met de onderteekening van het vredesverdrag. Weimar, 20Juni. (W. B.) In aanslui ting aan de niet bindende besprekingen die de partijleiders reed? in den nacht hadden aangeknoopt, is, naar wij van parlementaire zijde vernemen, de socialist Hermann Muel ler bezig een kabinet samen te stellen. Er wordt gezegd, dat Noske, minister van 's rijksweerbaarheid, op zijn post zal blijven. Van andere zijde wordt rijksminister David als candidaat voor het minister-president schap genoemd. Weimar, 20 Juni. (W. B.) fn paile- mentaire kringen zegt men, dat er over de vorming van het nieuwe kabinet nog niets met zekerheid te zeggen valt. Men noemt Hermann Muller als minister-president met graaf Bernstorff als minister van buitenl3nd- sche zaken. Ook houdt men er rekening mee, dat Noske. Schmidt, Wissell, David en Erzberger in het nieuwe kabinet zitting zul len nemen. Als vaststaande neemt men het aftreden aan van Scheidemann, de democra ten, graaf Brockdorif, Giesberts en Lands berg. Men acht het zeker, dat het aftreden van het kabinet het aannemen van de vredesvoorwaarden tengevolge zal hebben. Munster, 20Juni. (N. T. A.) De Mün- stersche A.nzeiger bericht uit Weimar Vol gens de inlichtingen van onzen vertegen woordiger in Weimar zijn daar onderhande lingen gaande, ciie de handhaving ten doel hebben van de oude coalitie tusschen cen trum. democraten en sociaal-democraten. Die onderhandelingen némen een gunstig verloop. Waarschijnlijk zal er een kabinet- David tot stand komen, waari^de drie ge noemde partijen op dezelfde of gelijksoorti ge wijze als in het oude kabinet vertegen woordigd zullen zijn. Weimar, 2 0 Juni. (N. T. A.) In de be sprekingen van de meerderheidspartijen wordt algemeen de opvatting verkondigd, dat eene meerderheid voor de onderteeke ning van het vredesverdrag onder alle om standigheden in de nationale vergadering aanwezig is. Deze meerderheid wordt op minstens 25 h 30 stemmen geschat. Zooals zich nu laat overzien, zal het kabi net aldus samengesteld zijnDavid, minis ter-president, Dernburg, minister van finan ciën, Sinzheimer, minister van justitie, Preuss minister van binnenlandsche zaken, Schmidt minister van voeding, Wissell, minister van volkshuishouding, Bauer, minister van ar beid, Bernstorff, minister van buitenlandsche zaken, Noske, minister van rijksverdediging, Bell, minister van koloniën, Giesberts, minis ter van posterijen, Erzberger, minister zon der portefeuille. Deze lijst is echter geheel onzeker. Naar verluidt, is de Entente gepolst over hare stelling tegenover het compromis van het centrum en is er verzocht om ^een nieu we verlenging van den termijn. Officieel is hierover echter niets te vernemen. Weimar, 20 Juni. (W. B.) De fractiën van de Duitsch-nationale volkspartij en van de Duitsche volkspartij hebben gezamenlijk eene verklaring gepubliceerd, waarin zij de aanneming van dit vredesvoorstel kenschet sen als een nationale schande en ter wille van onze doode broeders en van de toe komst onzer Duitsche jeugd hun vast besluit kenbaar maken, om tot het uiterste op te komen voor hun laatste goed Duitschland s reinen naam voor de wereld. Daarom wijzen zij dit vredesontwerp af. B e r 1 ij n, 2 0 Juni. (W. B.) De onder staatssecretaris in het rijksvoedingsminis- terie von Braun heeft aan een vertegenwoor diger van de Deutsche Allg. Zeitung ver klaard: Terwijl de gevolgen van de vredes voorwaarden der tegenstanders, vooral de afstand van het gebied in het oosten, hon ger en nood gedurende jaren beteekenen, bestaat er geen oogenblikkelijk gevaar voor de volksvoeding in het geval der niet-onder- teekening van den vrede. De volksvoeding dwingt ons dus niet den vrede te ondertee kenen. Berlijn. 2 0 Juni. (VL B.) Officieel. Generaal Nudant heeft de vvapenstilslnnds- commissic het volgende bericht: Dc geallieer de regeeringen verzoeken de Duitsche regee ring in den kbrlst mogclijken tijd dc noodigc maatregelen te treffen om len eerste eiken nieuwen opmarscli met Duitsche troepen naar het Noorden in dc richting van Estland fc verhinderen en ten tweede over ie gaan lot on middellijke ontruiming van Windau en Libau en ceh zoo spoedig mogelijke ontruiming van alle gebieden, die voor den oorlog deel uit maakten van het Russische Rijk, overeen komstig de bepalingen vervat in art 12 van het vvapenstilstandsverdrag. Parijs, 2 0 Juni. (RDc Oostenrijkers hebben een vierde nota gezonden waarin zij er tegen protesteeren dat de Oostcnrijkschc republiek tol erfgenaam gemaakt wordt van alle aansprakelijkheden van Ooslenrijk-IIon- garijc. Bern, lOJuni. (W. B.) Naar de Berner Bund verneemt gel^t de bezetting van Vorarlberg dopr Italiaansche troepen als een eventueele blokkade-maatregel tegen Duitschland. B e r 1 ij n. 20 Juni. (W. B Volgens de bla den, te St. Gcrmainrversclwjnende, liceft Rijks kanselier Renner sprekende over dc laatste gebeurtenissen te Wecnen als zijn meening te kennen gegeven, dat dc plannen der commu nisten minder door de machtsmiddelen van den Staat dan door het volksinzicht zelf zijn mislukt. Volgens zijn meening was de sociale crisis hiermee nog niet geëindigd. Na jarenlange ontberingen was dc volksmassa diep teleurge steld door de vredesvoorwaarden der Enten te; het kan zijn dat zij, gezien de rcvolution- nairc gebeurtenissen in de naburige landen, twijfelde aan de mogelijkheid eener vreed zame ontwikkeling Dc toekomst hangt volgens Reuter af van het vredesverdrag. Als de Entente-mogendhe- den voort mochten gaan Oostenrijk econo misch uit te zuigen, dan bestond het gevaar, dat niet alleen politieke avonturiers maar ook de georganiseerde arbeiders er toe kwamen dc meest radicale oplossing als cenig moge lijke te ach ten. De bladen zeggen dat uit het gisteren afgekondigde verbod van de colpor tage. der door de justitie in beslag genomen communistische vlugschriften dc conclusie mag getrokkendat dc communistische agitatie geëindigd is. Weenen, 19 Juni. (Czechiscn P. B.) Daar de Magyaren het bevel der vredescon ferentie, om den 18en Juni vóór 12 uur het zioh ten N. van de nieuwe grenzen bevin dende gebied van den Czechischen staat te ontruimen, niet hebben opgevolgd, worden de krijgsverrichten voortgezet. B e r l ij n, 1 9 J u n i. (W. B.) Betreffende het bijleggen van het geschil in de spoor wegdirectie te Erfurt zijn de minister van openbare werken en de \ertegenwoordigers van de ambtenaren- en beambtenyereeni- gingen te Erfurt tot overeenstemming ge komen op den volgende grondslag: De Zon dag onrechtmatig als referendarissen en als voorzitter van de spoorwegdirectie aan gestelde ambtenaren verlaten onmiddellijk hun post, zoodat de regelmatig aangestelde, ambtenaren weer in hun plaats kunnen tre- den. De minister zendt een commissarit naar Erfurt om de gerezen bezworen te on\) derzoeken en dringt bij de rijksregeering aan op het terugtrekken van de regeerings^ troepen. De ambtenaars- en arbeidersveree* nigingen nemen daarentegen op zich hel bedrijf in vollen gong te houden en de rusl en orde op den spoorweg te handhaven. Antwerpen, 20 Juni. (H. R.) De sta* king bij de tram is thans geëindigd. Bern, 19 Juni. (Z. T. A.) De Zwit- sersche Bondsraad heeft bij de Bonds ver* gadering rapport uitgebracht over het ver* zoek tot verleening van amnestie aan de deelnemers der algemeene staking in No*' vember 1918. De Bondsraad is van mee ning, dat er op dit tijdstip niet op een ver zoek om amnestie kan worden ingegaan* daar een thans verleende amnestie tot ge volg zou hebben dat juist de aanstichters der stakers straffeloos zouden blijven. D o o r n i k, 2 O J u n i. (H. R.) Een granaat is te Maulde nabij Doornik in honden van een Engelsch soldaat ontploft. De soldaat erf vier andere personen zijn gedood., twee per sonen ernstig gekwetst. Londen, 20 Juni. (R.) Volgens een draadloos bolsjewistisch bericht heeft een Britsche onderzeeër den 18en Jirni den kruU ser Oleg nabij #en vuurtoren van Albusjin tot zinken gébracht. Tweede telegram Het bericht be. treffende het in den grond schieten van der' kruiser Oleg door een Britsche duikboot i* onjuist. De Oleg liep vermoedelijk op een mijn. Kameroverzicht Tweede Kamer In de zitting van Vrijdag werd de heee L o h m a n die vóór 40 jaar tot lid der Ka mer werd gekozen, van alle zijden geluk- gewenscht. De Voorzitter wenscht hem* voorloo- pig geluk, daar hij als dag voor viering be schouwt den dag in September waarop de heer Lohman zitting nam. De wijziging der grondbelasting wordt van de agenda afgevoerd. De Voorzitter deelt mede, dat de memorie van antwoord betreffende de ar beidswet zoo juist is ingekomen. Met 61 te gen 3 stemmen wordt besloten de arbeids wet voor het reces in openbare behandeling te nemen. Het voorstel van den Voorzitter om de behandeling op 2 Juli aan te vangen wordt aangenomen met 43 tegen 20 stemmen. Het voorstel-Koolen om op 27 Juni en 1 Juli ook de lager onderwijswet in de nfdee- lingen te behandelen wordt verworpen met 34 tegen 29 stemmen. Wijziging Personeele Belasting. Het amendement J. ter Laan, om voor schippers van pleiziervaortuigen 100 in plaats van 10 te doen betalen, wordt aan* genomen met 35 tegen 29 stemmen; het amendement-J. ter Laan tot verhooging dec heffing volgens den grondslag paarden, vefb worpen met 43 tegen 20 stemmen; het amendement-Dresselhuys om pleziervaar tuigen minder zwaar te belasten dan word,1 voorgesteld, verworpen met 49 tegen 14 st.* het amendement M. R. Staalman om hef eenige biljart in een koffiehuis vrij te stek len, verworpen met 43 tegen 16 stemmen De eindstemming zal op een nader te bepa len dag worden gehouden. Aan de orde is de interpellatie-Oud omtrent de voornemens van den Ministef van Marine ten aanzien van het personeel* vraagstuk. De interpellant vraagt naar de op« vatting van den Minister omtrent de ver houding tot de personeelorganisaties; of de minister wil vasthouden aan het bestaande stelsel van werving; welk oordeel de mi nister over de militie-marine heeft en of de minister de instelling wil bevorderen van een permanente salaris-commissie voor het militaire personeel met vertegenwoordiging van de organisaties. In antwoord op de gestelde vragen ver klaart de Min. van Marine dat hij mi litaire organisaties niet strijdig acht met mi litaire organisaties in haar geheel. Even wel zal hij zich verzetten tegen iedere po ging om gezagsuitoefening te betrekken in' de werkingsspheer van organisaties, al kun-, nen ware gezaghebbers dan ook met onder-' geschikten en zelfs met organisaties aboiu cheeren om zich te overtuigen van de juist heid van gegeven bevelen. Als de pract;jK dit wenschelijk maakt, zal een tegemoetkom ming inzake organisatie aan boord overworn gen worden. Over eventueele verandering van stelsel kan de minister nog geen precies antwoord geven. Hij wenscht geen incidenteele be slissingen. De tijd voor verandering is nogi niet rijp. Een militie-marine acht spr. als systeem niet gewenscht, al kan een tijdelijk© uitbreiding voor aanvulling van tekorten wellicht noodig zijn. Over de wenschelijk- heid eener permanente salaris-commissie heeft spr. zich nog geen oordeel gevormd. De, minister komt ten slotte op tegen de voorstelling als zouden de militaire autori teiten alleen schuldig zijn aan het vertrek van svohib'sliiders van boord van de ..Zeven

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1919 | | pagina 1