FIRMA KLAAS BAVUS -AMERSFOOR i SCH -DAGBLAD „de eemlandep.' 21 Juni 1919 Joli. Schut. Zilveren Tasehbeuoels. BINNENLAND TWEEDE BL&P.. Buitenland, FEUILLETON. DE SPOOKuOEVE Budapest, 19 Juni. (Corr.-Bur.) De voorzitter der vredesconferentie heeft do volgende nota aan de Hongaarsche regee- ring gericht: De geallieerde en geassocieerde mogend heden, die in haar telegram van 7 Mei het vaste besluit om aan alle noodelooze vijan delijkheden een einde te maken, tot uiting hebben gebracht, houden zich aan dit be sluit en rekenen er op dat de betrokken lan den en regeeringen er toe zullen mede werken om het besluit ten uitvoer te bren gen. De geallieerden gelooven dat de ge dachte, waardoor zij worden geleid, die voor eventueel komende gebeurtenissen verant woordelijk zijn, de gedachte Is dat het vast>. stellen van de toekomstige grenzen van een nieuwen staat door de oogenblikkelijke eventualiteit eener militaire bezetting kan worden gewijzigd. Dit is niet zoo. Geen en kele staat maakt, door welke vergrooting van zijn gebied ook, den gruwel van een verlen ging van den oorlog goed, en zelfs een min der scrupuleus gebruik van strijdmiddelen 20U de geallieerde en geassocieerde mo gendheden er niet toe bewegen de geno men besluiten te wijzigen. In het belang van den vrede en de recht vaardigheid verklaren zij daarom, lo. dat de grenzen, welke in de hier volgende telegram men zijn aangegeven, Hongarije duurzaam van Czecho-Slowakije en Rumenlë scheiden; 2o. dat de legers dezer mogendheden ver plicht zijn de vijandelijkheden onmiddellijk te eindigen en zich binnen den meest kor ten tijd achter de vastgestelde grenzen te*ug te trekken. De geallieerde en geassocieerde mogendheden welen, dat deze grenzen op bepaalde gebieden spoorlijnen snijden, die Jn economisch opzicht voor twee buurstaten noodzakelijk zijn. Ook weten zij dat geringe verbeteringen der grenzen op bepaalde pun ten noodzakelijk zijn, waaromtrent de defi nitieve bepaling een zaak van een ter plaatse te houden enquête zal zijn. Met deze beide gevallen is in het vredesverdrag rekening gehouden. Intusschen is het niet toelaatbaar, dat we gens zulke beweegredenen hindernissen in den weg worden gelegd aan de politiek, wel ke de geallieerde en geassocieerde mogend heden volgen. Een loyale overeenkomst zou met een weinig goeden wil tot stand kun nen komen; wanneer meeningsverschillen opduiken, moeten deze den ter plaatse aan wezige officieren der geallieerde legers wor den voorgelegd, wier beslissing tot het in treden van den vredestoestand als een wet tig besluit moet worden beschouwd. Overeenkomstig deze grondbeginselen wordt het op Czecho-Slowakisch gebied strij dende lerrer verzocht zich onverwijld achter de voor Hongarije bestemde grenzen terug te trekken, terwijl ook alle overige Hongaar sche troenen binnen deze grenzen moeten blijven. Wanneer de geallieerde en geasso cieerde mogendheden op grond eener me- dedeeÜng van Hun zich ter plaatse bevinden de verte: er v.oordigers van 14 Juni 's mid dags of Ivnnen vier dagen geen mededee- ling hebben ontvangen dat deze bepaling in derdaad ten uitvoer is gebracht, zal het haar vrijstaan oo te rukken of 8ndere maatrege len te treffen, die zij voor het waarborgen van een rechtvaardigen vrede geschikt acht. De Rumeensche troepen worden terugge trokken op een oocrenblik, waarop de Hon gaarsche troepen Czecho-Slowakije ontrui men. De geallieerde en geassocieerde mo gendheden 'eischen nadrukkelijk dat tijdens deze troepenbeweging de Rumeniërs niet zullen worden gestoord en dat er geen po gingen zullen worden gedaan hen over de Rumeensche grens te achtervolgen. w.g. Clemenceau. Clemenceau heeft een tweede telegram aan de Hongaarsche regeering gericht be treffende de vaststelling der Hongaarsche grenzen tegenover Czecho-Slowakije, als mede tegenover Rumenië. Volgens dit tele gram zou van Pres3burg uit tot den mond van de Ipoly de hoofdloop van den Donau de grens vormen. De grens gaat van de Ipolymonding ongeveer 25 K.M. in noorde lijke richting langs de Ipoly, doorsnijdt de bocht van de Ipoly in noordoostelijke rich ting, bereikt de Ipoly opnieuw ten zuiden van Ipolysag en loopt vervolgens tot een punt op ongeveer 10 K.M. ten Z. van Lso- necz. Daarna verlaat zij deze rivier en snijdt de spoorlijn SalgotarjanLosonecz, ongeveer zeven K.M. noordelijk van Salgo tarjan. Van dit punt gaat de grens in noord oostelijke richting, raakt de Rfmo en loopt dan verder in N. richting tot de gemeente Torna. Deze gemeente behoort aan de Cze- chen en ligt ongeveer 30 K.M. ten Z.-W. vanKasjau. Van Torna af neemt de grens een algemeen oostelijke richting aan, door snijdt de Hemad en loopt in zuid-oostelijke richting naar Satoral Jauhely, dat Hongarije toebehoort Van deze plaats af is de grens aldus vastgesteld dat Satoral Jauhely, Osip Belegsacz en Nagys Zoellos bij de Czechen, onderscheidenlijk bij de Rumerien zullen blijven. De grens loopt langs de genoemde spoorlijn afwisselend op een afstand van twee tot 15 K.M. Van Nagy Szalonta af loopt de grens in Z.-W. richting verder tot aan de Maros en den Z.-W. hoek van het graafschap Arad en is verder langs de Ma ros tot ongeveer ter hoogte der stad hlako vastgesteld. Volkscommissaris Bela Kun heeft het vol gend telegram verzonden: Zeer dringend verder door te zenden. Aan den Heer Cle menceau, voorzitter der vredesconferentie te Parijs. Mijnheer de voorzitter, uw in naam der geallieerde en geassocieerde mogendheden afgezonden telegram hebben wij ontvangen. De regeering der Hongaarsche radenrepu bliek geeft uiting aan hare oprechte vreug de dat de geallieerde en geassocieerde mo gendheden hebben besloten aan alle nutte- looze vijandelijkheden een einde te maken. Wij verklaren plechtig, dat onze regeering haar bij het ten uitvoer brengen van dit voornemen met alle kracht zal bijstaan. De Hongaarsche radenrepubliek, welker volk de grootste revolutie harer geschiedenis om zoo te zeggen zonder bloedvergieten heeft bewerkstelligd, zal evenals in het verleden ook in de toekpmst nimmer een overvloe dig bloedvergieten veroorzaken. De Hon gaarsche radenrepubliek heeft zich geen militaire veroveringen en onderdrukking van andere naties tot taak gesteld. Het is onze vaste overtuiging, dat geen toevallige militaire veroveringen, doch de groote belangen der menschheid over de grenzen der nieuwe staten zullen beslissen, totdat de volken de scheidsmuren zullen om verwerpen. Niets is verder vandaan van ons die ons lot op de in broederlijke solidariteit arbeidende wereld hebben gegrondvest, dan het streven naar verlenging van de oorlogs verschrikking. Elke maatregel in het belang van den vrede en rechtvaardigheid vindt in de Hongaarsche arbeidersrepubliek een hechten steun. Zonder aarzelen verklaart de regeering van de Hongaarsche Radenrepubliek op recht en eerlijk, dat wij den eisch der geal lieerde en geassocieerde regeeringen om de vijandelijkheden onmiddellijk te staken niet slechts inwilligen, maar reeds volkomen in gewilligd hebben. Niet aan ons lag de schuld van het verder bloed vergieten maar aan de troepen der Czecho-Slowakische re publiek, die van het feit dat wij aan dien eisch gevolg gaven, misbruik maakten en tot den aanval overgingen, dien wij moeten weerstand bieden, ten einde een verder voortdringen te beletten. Dat het bloedvergieten niet onze schuld was, wordt bewezen door het feit dat wij op het door Rumenen bezette gebied geen pas vooruit gingen, zelfs geen poging daar toe deden, daar het Rumeensche leger niet tot verdere offensieven overging. Wij constateeren echter, dat, gegeven den toestand van het Czecho-Slowakische front de ontruiming door onze troepen in Reclame den in het telegram als uiterste termijn ge noemden tijd onmogelijk is. Wij kunnen dit te minder daar wij het dringend telegram pas den 15en Juni ont- vinden. Ten einde het terugtrekken der 'roepen zonder bloedvergieten te doen plaats heb ben, hebben wij heden den regeeringen der Czecho-Slowakische Republiek en-het Ru meensche Koninkrijk verzocht naar ons hoofdkwartier of een andere plaats militai ren met desbetreffende volmachten te zen den ten einde in overleg- met ons oppercom mando de formaliteiten der ontruiming vast te stellen. Tot ons leedwezen moeten wij echter ver klaren, dat de regëeringen der geallieerde en geassocieerde mogendheden tot nu toe ons niet in de gelegenheid hebben gesteld onze wenschen op politiek en economisch gebied, die een levenskwestie zijn,-te kennen te -geven. Zelfs zijn ons onze grenzen nog niet volledig medegedeeld. Verder wordt in de nota de aandacht ge vestigd op het feit dat op het beginsel dat militaire veroveringen niet als maatstaf bij de vaststelling der grenzen moeten worden aangenomen inbreuk wordt gemaakt, ter wijl binnen de voorgestelde grenzen de schepping van een normaal economisch le ven en een zuiver physisch bestaan van de samengevoegde bevolkingen onder de hui dige omstandigheden een onmogelijkheid is. De nota eindigt aldus: Wij verzoeken de genoemde regeeringen er toe te brengen dat zij, ten einde een bevel uit te voeren, met ons op vorengenoemde wijze in ver binding treden, maar allereerst elk overbo dig bloedvergieten nalaten en de aanvallen staken, waardoor de verschrikkingen van den oorlog voortduren. (w. g.) Bela Kun. sing van de vóór-wedstrijden van de Kon. Marine Jachtclub bij te wonen. Z. K. H. d e P r i n s is voornanvens Zaterdag 28 dezer te Amsterdam een bezoek te brengen aan de Historische Tentoonstel ling van de Vereenfging Koloniaal Instituut, ter herdenking van het 300-jarig bestaan van Batavia. Prins He ndrikte Haarlem. Prins Hendrik heeft gisterochtend een bezoek ge bracht aan de drukkerij van dc firma Joli. Enschede Zonen lc Haarlem, waarbij in het bijzonder dc afdeeling courant wercl bezócht- Verschillende specimen der „Opr. Haarl. Cou rant" werden dén Prins voorgelegd. Voorts nam dc Prins dc courant-zetterij, de stereoty pie-inrichting en de rotatiepers in oogen- schouwv Ook bezichtigde hij met belangstel ling een aantal luxe boekwerken, die door «Ie firma v aren tentoongesteldDe lunch werd in gezelschap van den burgemeester van Haar lem, den lieer C. Maarschalk, gebruikt ten huize van den oudsten firmant, mr. Ch. En schede. De Prins dronk 's middags thee op de villa „ICareol" van den heer Bungc tc Aerden- hout- Daarna installeerde de Prins een aan tal patroons van een padvindersafdeeling Z. K. II. de Prins zal heden voor pad vinders-aangelegenheden te Harlingen ver toeven, terwijl de Prins voornemens is Don derdag 26 dezer te Nieuwediep de besiis- Genèvc, Brand ca Ben Haar* Naar aanleiding van de rede van prof. v. Vollenhoven over de keuze van Genève als zetel van den Volkenbond deelt iemand, die in dezen recht van spreken beweert te hebben, aan „Het Vaderland" het volgende mede Nederland is, met Amerika vergeleken, inderdaad over den Volkenbond maar ma tig warm geloopen. Of dit echter veel lan den, d:e te Parijs de beslissing gaven, er van heeft afgehouden, hun stem aan Den Haag te geven? Ik betwijfel het. Bij Ame rika zelf moge die overweging eenig ge- wioht in de schaal hebben gelegd, misschien nog bij Engeland, maar er is bij een aantal van de Geallieerde en Geassocieerde vol ken niet veel meer belangstelling voor den Volkenbond geweest dan bij ons. Dus kan onze lauwheid ten dezen niet den doorslag hebben gegeven. Men moet zich den loop van zaken liever zoo voorstellen. Er waren drie steden aan bodGenève, Brussel en Den Haag, en let wel, het waren Geallieerden en Geassoci eerden die de keus moesten doen. Nu is België een bondgenoot en Zwitserland wel evenals Nederland neutraal maar Fransch Zwitserland, waarvan Genève de hoofdstad is, is aldoor vurig Entente-gezind geweest, terwijl men ons land, hoezeer de meerder heid en vermoedelijk wel dc overgroots meerderheid er haast even fel Entente-ge zind was, met en propaganda, die 't de moeite wraard zou zijn eens te ontleden, zoo handig als overwegend pro^Duitsch heeft weten voor te stellen, (onze Fransch-Belgi- sche buren hebben er hun aandeel in ge had) dat het onder de Geallieerden in dat opzicht in kwaden reuk stond. Zoo werd de keus bij verscheiden al spoedig tot de twee bevriend geachte hoofd steden beperkt. Of er toen politieke redenen zijn geweest om Brussel in de kou te laten? Vèrmcedëlijk hebben die mee gegolden. De ernstige aanhangers van den Volkenbond hebten zich natuui';jk afgevraagd, in welke atmosfeer het werk. van dien Bond het Best zou gedijen. En dan moeten de hatelijke campagne die het annexionistische België tegen ons land heeft gevoerd en de imperi alistische neigingen die zich in dat land heb ben geopenbaard zeker er toe hebben bijge dragen om de keuze te vestigen op Zwit serland.* In' dit opzicht kwam Den Haag zeker ook in aanmerking, maar om de reden bovengenoemd was dat al achterop en be- vendien het zou voor Brussel nog eens zoo hard zijn geweest als het voor Den Haag had moeten wijken. Het was nu al erg ge noeg. Maar ter verklaring van de keuze moet men vooral niet alleen aan louter politieke overwegingen denken; de ministers en di plomaten die moesten beslissen zijn ook menschen, en ze gaan nog met andere over wegingen te rade. Zoo, waar het 't aange naamst verblijven is. En dan bieden beiden Den Haag en Brussel zeker veel aantrekke lijks iaat ik in 't voorbijgaan even mo- Ontvangen een fraaie keuzeO V Aanbevelend, WILLEK EROEHHOIZEH. Linpitnit 43. Q Zie etalage! AMERSFOORT q oooooocooooooooo door JEAN WEBSTER. Schrijfster van Vadertje Langbeen. - Vertaald door A. Quarles de Quarles. Hij had als hulpkok op 't jacht van óen millionnair in de Middellandsche •Zee gekruist en tusschen de maaltijden Jiaar geheimen geluisterd. Hij had met een laap en een handorgeltje langs de velden ge zworven op zoek naar een marskramer, dien -hij van een misdaad verdacht. Hij had in 0uid-Amerika aan een revolutie meegeholpen V* was in een ballon captif opgestegen, die los gebroken en afgedwaald was. Doch dit alles is op 't oogenblik van geen .Belang. Ik ga alleen zijn heldendaden vermcl- jden in een geval, in wat hij zelf altijd „Het raadsel van ..De vier Plassen" noemde. Wel zijn in de bladen dagelijks de bijzonderheden opgeteekend naarmate zij aan 't licht traden, doch een krantenverhaal van ticn^jaar her is even oud alsof het op perkament geschreven was en aangezien dc rol, die Terry er in speelde, opmerkenswaard was en veel bijzon derheden teen ter tijd weggelaten werden, ge loof ik, dat het wel een duurzamer vorm ver- dienst. Het was langs een omweg naar aanleiding van de zaak Pattcrson-Prats, dat ik in .Jfct Raadsel van „De vier Plassen'* betrokken werd. Ik had hard gewerkt aan dat geval van valsehheid in geschrifte; ik had er negen we ken land mijn dag aan opgeofferd, en bijna iedcren nacht ook. Ik had me de gewoonte aangewend om wakker te blijven liggen om de bijzonderheden te trachten te ontwarren, wan neer ik had moeten slapen en dat soort werk is 't wat iemand afmat Half April, toen de spanning over was, was ik zoo'n zenuwknoop geworden, als een gezond man maar zijn kan. In dit stadium trad mijn dokter tusschen- beide en schreef een rust voor in 't een of an der kalm plaatsje buiten bereik van New-York- sche kranten; hij opperde wat bij Kaap Cod te gaan visachen. Ik stemde apathisch in 't plan Joe en noodigde Terry uit met me mee t-e gaan. Doch hij vond 't denkbeeld te bespotte lijk om plezier of nut van zulk een uitstapje te kunnen hebben. Het was te ver van misdaad verwijderd om ecnige belangstelling bij Ter ry op te wekken. „Lieve deugd, man! Ik bracht net zoo Hef een vacantie in de Sahara door." „Och, het visschen zou ons wel afleiding bezorgen," zei ik. „Het visschenl Wo zouden al van verveling gestorven zijn, voordat er een gebeten) had. Ik I zou je aan 't einde der eerste week al ver moorden, alleen om wat anders te doen. Als je rust noodig hebt en je bent er beroerd aan toe vergeet dan die heele zaak Patter son en werp je in een andere. De beste rust in de wereld is een tegenprikkcl." Dit was nu echt Terry; hij zelf, kende geen zenuwen en kon de rol niet begrijpen, dip zij bij een gewoon man speelden. Dat mijn gestel door zenuwslapte ten onder dreigde te gaan, beschouwde hij als een grap. Zijn. aardigheden benamen mij vrijwel den lust om te gaan vis schen en ik zag naar wat anders uit. Het was op dit tijdstip, dat ik aan de plantage „De vier Plassen" dacht. „De vier Plassen" was de eenigszins fantastische naam van een hoeve in de Shenandoah Vallei, die aan een oudoom behoorde, dien ik niet meer gezien had, sinds ik een jongen was. Eenigc maanden te voren had ik gelegenheid gehad een kleine rechts- kwcslie in orde te brengen voor kolonel Gay- lord (hij had geen recht op dien titel, want, zoover als ik kon nagaan, had hij, behalve voor konijnenjacht, nooit een geweer in han den gehad) en in dank daarvoor had hij me een doorloopendc invitatie op dc plantage be zorgd, om die als mijn huis te beschouwen, wanneer ik in het Zuiden kwam. Daar ik geen uitzicht had New-York tc verlaten, schonk ik er toen niet veel aandacht aan, maar nu be sloot ik den ouden man aan zijn woord te hou den en mijn gedwongen vacantie tc* besteden om de kennis met mijn bloedverwanten in Vir- giniê (e hernieuwen. Dit plan vond Terry nog gekker dan het visschen. De dokter juich te het echter toe. Een boerderij, veel in de open lucht leven en geen opwinding, zeide hij, was juist, wat ik noodig had. Docli als hij had kunnen voorzien, welke gebeurtenissen daar plaats zouden grijpen. twijfel ik er aan of hij „Do vier Plassen'' voor een zenuwachtig mensch zou hebhen aanbevolen. HOOFDSTUK II. Mijn aankomst op de Plantage „De vier Plassen."- Terwijl ik zuidwaarts rolde „schokte" zou een gepaster woord zijn, de spoorwegen van West-Virginië liggen niet bepaald gelijk trachtte ik me mijn indrukken uit vroeger tijden van de plantage „De vier Plassen" in herinnering tc brengen. Het was een van de grootste plantages in dat gedeelte van den staat en altijd bekend geweest wegens de gastvrij heid, die men er genoot. Mijn vage herinne ring er van was een caleidoscopisch visoen van muziek, gedans en gelach met als achter grond de door dc maan verlichte Shenandoah Vallei. Ik wist echter, dat in die achttien ja ren na mijn bezoek als jongen alles veranderd was. Ik had bericht gekregen van den dood mij ner tante en van het huwelijk van Nan, die vveggeloopen was en getrouwd tegen den vvensch baars vaders en ik had- ook vernomen hoe zij gestorven was zonder ooit meer thuis te zijn geweest. Arme, ongelukkige Nannie! Ik was slechts een jongen van twaalf jaar, toen ik liaar het laatst zag, maar haar bekoor lijkheid had zelfs indruk gemaakt op een leef tijd, die daar niet zeer vatbaar voor is. Ik had gehoord, dat Jeff, de oudste der beide jon gens, den slechten weg was opgegaan en nadat hij met zijn vader gebroken had, vertrokken was, waarheen wist niemand. Dit was voor mij het treurigste bericht Ik wist, dat kolonel Gaylord, nu een oude man, alleen met Radnor gen verzekeren, dat ten onrechte bij veil Hollanders de meening is, dat vreemd! diplomaten Den Haag een vervelende stad vindenhet is een gewilde plaats s—maaq Genève dicht bij de bergen, aan het heerj lijke meer, met zijn eerste-rangs hotels aai^ het water gelegen, met zijn uitmuntend klw maat, dat spant de kroon. Toch, geloof ik, dat Genève het niet zoo glad van Den. Haag gewonnen zou hebben Den Haag dat toch de zetel van het hol van arbitrage is en van de vredesconferen- ties als er niet twee overwegingen wareni Dat is in de eerste plaats de kwalijk rieken< de grachten. Ik hoef u niet te zeggen, hoe erg dat is. Velen schijnen er op den duin aan te wennen, maar onder de heeren dia de keuze moesten doen waren er blijkbaar die in Den Haag zijn geweest, maar er nieli aan hebben kunnen wennen. De tweede reden is, dat er onder de Party* sche heeren ettelijke waren met ontwikkel*' den kunstsmaak, en die konden nog minden; wennen aan den aanblik van het Vredespa- leis. Hoe de jury indertijd tot de keuze vaiï dezen wanhouw was gekomen, begrepen) ze niet. Toen men hun uitlegde, dat men! een ontwerp had willen hebben dat in den geest van andere Hnagsche bouwwerken! was, antwoordden zij, dat ze er maar eert kenden waar het goed bij hoorde, n.l. het ministerie van justitie op het Plein, dat ze weinig minder droevige architectuur von den. En wat hun in dat Vredespaleis nog 't meest hindert, was dat men het slechts be reiken kan door een waarlijk fraai hek ert dat ^ïek een product is van de kunstnijver heid en een geschenk is van de Boches, de Huns. Aan die voortdurende ergernis kon men de diplomaten van den Volkenbond niet blijvend blootstellen. Hierin, en in die afschuwelijke gracht- lucht waarom niet de zuivering, van da( water bovenaan het program van gemeen tewerken gezet ligt de voornaamste reden dat Den Haag het heeft afgelegd tor genover Genève. Oaderzoek nanr de o»(evre<leabeld An hot leger. Verschenen is het Verslag van de Commis sie lót onderzoek naar de Ontevredenheid in het leger. Deze oommissie was bij ministerieele be- sohikkirvg- van 2 November 1018 ingesteld en beeft nagegaan: lo. de feitelijk voorgckomeif ongeregeldheden2o. de oorzaken daarvan, als mede oök andere bestaande redenen van onte vredenheid 3o. wat gedaan zou kunnen wor den ter verbetering. Bij het onderzoek dat naar deze punten ingesteld, heeft 'de commissie de zaken uit drieërlei oogpunt bekeken. In politiek, sociaafi en militair opzicht zijn de voorgevallen onge regeldheden, zoowel als de vernomen klachten en grieven getoetst. Alvorens meer in hot bijzonder te komen tol de onmiddellijke oorzaken vraagt de commia4 ste do aandacht voor eenige beschouwingen van meer dlgemeenen aard. Men stelle zich, zegt do commissie, niet ta weinig voor van den invloed, dien een tot ruim vier jaar uitgegroeide mobilisatietijd op een le-' ger heeft. Is er voor een leger moeilijker po sitie denkbaar don 4 jaar wachten? Ook redenen van materieelen aard laddert op <3en' duur tot ontevredenheid. De legering, van den troep overeenkomstig zijn oorlogisbe- stemming inn veelal onaanzienlijke plaotsen f bood weinig comfort. Eindelijk moest ook do soldaat bemerken, dal de economische toestond in ons iond nie# meer was als voorheen. Geleidelijk zeg hfj zijn rantsoen verminderen. Men 'ken gerust zeggen, dat ons ieger teil tijde van dc ongeregeldheden in den Harskamp) leed aan mohilisatie-moehcdd. Ongetwijfeld waf) ren er grieven, maar deze zouden onder noiV male omstandigheden zeker niet tot de iritingert van ontevredenheid hebben geleid, waarvan men thens getuige is geweest. Al deze omstandigheden bij elkaar, te zamert met de bijzondere grieven en klachten, die alltf wol min of meer juist zijn te achten, vormen! de oorzaak van de voorgekomen ongeregeldho^. den en van de ontevredenheid, welke heeft g&f heerscht cn ten deele nog 'heerschf. Nadat uitvoerig de oorzaken der woelingen woonde, die naar ik gehoord had tot een flirt* kon jongen kerel was opgegroeid, juist zooalf zijn broer beloofd had te worden. Mijn eenigrt herinnering van den kolonel was die van een langen, donkeren man met rijlaarzen cn een' zware zweep en voor wien ik zeer bang was. Van Rad wist ik enkel nog dat hij een aardig vierjarig ventje was cn altijd vol kattekwaad* Het was met een gemengd gevoel van verlan* gen en spijt, dat ik het bezoek tegemoet zag verlangen om het tooneel weer te zien, dat met zulke aangename herinneringen uit mijtf jeugd in verband stond en spijt, dat allcè nu zoo droevig veranderd was. Toen ik den trein uitstapte, kwam me eert breedgeschouderd jongmensch van ongeveeH dric-on-twintig jaar tegemoet.- Ik zou hem al4 tijd en overal als Radnor herkend hebben, zod treffend was de gelijkenis met zijn broeder. Hif had een losse flanellen blouse aan en een breedgeranden vilten hoed, eenigszins schuilt op zijn hoofd, en hij zag er zoo op en top uit als dc typische man uit het Zuiden van hef tooneel, dat ik bijna lachen moest, toen ik hem goeden dag zei. Hij verwelkomde me heel hartelijk en hij beviel me dadelijk. Hij vroeg me met een vroolijke twinkeling in zijn oogen naar den staat mijner gezondheid. Zenuwslajw te vond hij blijkbaar even grappig als Terry? Uit vrees <lat ik zijn schijnbaar gebrek aaIf medegevoel kwalijk zou nen\en, voegde hij er met een hartelijken slag op mijn schoudert bij, dat ik op de goedé plaats gekomen yraf om beier te worden. •'Wordt vervolgd^

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1919 | | pagina 5