f- v.hw
S
ri
Van week tot week.
Medon verkrijgbaar:
FEUILLETON.
DE SPOOKHOEVE
ITa Jaargang No. 301
'fiBMMI® Si Tm SL ÏS
.per post f 230, per «ede (met gratis verrekenng
-erea ongelukken) f 0.15. ahonderiijke nummert
V 0.05. Wekeiijksch bijvoegsd
p^r 3 mianden 60 cent
H
k:
Maandag 23 Juni 1919
a
I I
HOOFDREDACTEUR: M.. D. J. VAN SCHAARDENBURG
UITGEVERS: VALKHOFF 4 Co
ii Liar' ufia K t.
„DE EEMLENDER"
BUftEAU: ARNHEMSCHEPOORTWAL. WOSK utrechtschest*
i<« i HRCOi.lfvl. TELEFCONNUin»VitR 513
ras ets .wHiaiiü s js
dienstaanbiedingen 15 regels f 0.50, groote letters
naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan
zeer voordeelige bepalingen tot het herhaald adver*
teeren in dit Blad, bij abonnement Eene circulaire
b.vattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden. Bewijsnummers 5 cent
0»
Kfebben sinds de angstige Aug. da-
én, toen te onzaliger stonde de oorlogs-
lurie op Europa, losgelaten werd, genoeg
critlétöö momenten doorleefd? maar de week
ivelfce tlïans achter ons ligt, zal, met Ult^n;
dering. van de revolutiedagen m Nov. ïyiö
«wel de spannendste van alle geweest zijn.
Het antwoord van de 'Geallieerden op de
Diritedie tegenvoorstellen ie oyerhandigd
en als onze lezers deze regelen onder oogen
krijgen, zal het zwaarste besluit dat ooit door
n regeering op korten termijn te nemen
iviél. waarschijnlijlc reeds bekend zijn.
Zullen rij teekenen?" Waar ter wereld
zal deze vraag in de afgeloopen weken niet
gesteld zijn, zoo vaak twee menschen el
kaar ontmoetten?
De tegenvoorstellen der Duitschers zijn,
gelijk voor de hand lag, afgewezen maar de
vredesvoorwaarden, welke blijkbaar^ toch
niet volkomen strookten met Wilsons 14
punten, zijn in meer dan een opzicht ver
zacht, echter niet in die mate, dat ze voor
Duitschland gemakkelijk aanneembaar wer
dén en tot 'n vrede welke geen wrok noch
revanche-idee achterlaat, leiden zouden.
Als ten slotte toch, in vloeken en snikken
gesmoord, het fatale „Ja uitgesproken
wordt, zal dit geschieden in de overweging,
dat van twee kwaden toch het geringste is
datgene, 't welk aan den oorlogstoestand 'n
;e'ncle maakt en althans de mogelijkheid tot
frrstel opent.
Radeloosheid heeft de Duitschers aange
grepen en voor 'n oogenbiik schijnt de po-
^cdeke strijd, welke hen tot den rand van der^
afgrond bracht, gestaakt te worden. En de
regeering zelve en in de meeste partijen ont-
orak eenstemmigheid, de tegenstrijdigste
berichten haalde elkaar in, de kansen gin
gen op en neer maar allengs bleken zij,
die in 's hemelsnaam maar teekenen wilde,
■de overhand te krijgen. Pogingen om in
den vorm van voorwaardelijke aanvaarding
uitweg uit de moeielijke situatie te zoe-
faalden. Daarop is de regeerin£ afge-
:den en vervangen door 'n kabinet, waar
van verwacht wordt dat het tot onderteeke-
izal overgaan.
Te midden van al hare zwaarwichtige po-
v ke discussies hebben cle 100 staats- en
,3r lere lieden, die thans onze Tweede Ka-
-:-r vormen, zoo waar nog tijd gevonden om
ook eenige zakelijke onderwerpen van al
gemeen belang te behandelen. Zoo hebben
2rij zonder al te veel praten 'n Warenwet en
Vleeschkeuringswet aangenomen, twee wet
ten dus van eminent belang voor de volks
voeding en volksgezondheid, waarvoor de
zorg zich tot dusver niet verder uitstrekte
dan tot eenige der grootere gemeenten, ter
wijl 't platteland vrij afzetgebied voor alle
ondeugdelijke waren gelaten werd.
Vie onlangs de lezing van mr. van Bere-
r\ in de Arend alhier bijwoonde, zal zich
:t over verwonderen dot hij bij de be-
#1 vdeling van deze keuringswetten be-
chouwingen hield over de autonomie der
gemeente op dit gebied en de regeling van
deze zaak liefst door de gemeentebesturen
zag gebeuren.
Bij regeling van bovenaf vreesde hij te
verzeilen in de maar al te beruchte amb
tenarij.
Hollandsche krenterigheid en gebrek aan
voortvarendheid maken helaas het ingrijpen
{van bovenaf maar al te noodig.
Van Beresteyn mocht 'n tweetal amen
dementen in de door hem gewenschte rich
ting door den minister overgenomen zien.
'n Merkwaardige houding nomen de soci
aal-democraten aan bij gelegenheid van 'n
c cr.rlement van hun partijgenoot Van der
Veerden, dat bedoelde, de gemeenten de
bevoegdheid te geven monopolies voor den
verkoop van waren in te voeren, waarbij in
het bijzonder aan- een melkmonopolie werd
gedacht. Aanvankelijk werd dit amende
ment aangekondigd als een van buitengewo
ne beteekenis. En volgens „Het Volk" èn
volgens den heer Schaper, ging het hier om
niets meer of minder dan om de vraag ot
men het kapitalisme dan wel de volksge
zondheid wilde bevorderen. Van Beresteyn
toonde al dadelijk aan, dat, hoe men ook
over de zaak mocht denken, zij in ieder ge
val met deze wet niets te maken had. En
het eind was dan ook dat het amendement,
dat de volksgezondheid tegenover het kapi
talisme heette te steden, ingetrokken
werd.
'n Ander onderwerp, waaraan de Kamer
Kaar hooge aandacht schonk, was de Per-
soneele Belasting, die" antiquiteit onder on
ze belastingen, welke men thans weer eens
'n beetje zal gaan opkalefateren, al werden
er dan ook stemmen vernomen, welke pleit
ten voor hare algeheele afschaffing.
De grondslagen rijwielen en haardsteden
verdwijnen thans uit de personeele belasting j
en daarmee zijn alweer 2 grieven tegen haar
weggenomen; evenals eenige jaren geleden
door schrapping, van den grondslag „ven
sters" 'n einde gemaakt was aan de belas
ting op licht- en lucht, wordt dus thans de
belasting op de verwarming opgeheven;
trouwens wat de belastingbetaler nu zal uit
sparen, betaalt hij dubbel en dwars aan de
verhoogde brandsloffenprijzen.
De opbrengst, welke de fiscus dientenge
volge zal derven, moet hij nu natuurlijk el
ders halen. Vandaar 2 nieuwe grondsla
gen: pleiziervaartuigen en biljarten. Maar
daarmee komt men er bij lange na niet en
om deze belastingbron toch even rijkelijk te
doen spuiten èls zij tot dusver deed, zal
men uit het meubilair meer halen en den
grondslag „huurwaarde" niet onbelangrijk
verzwaren. Maar daarmee wordt een der
zwakste punten van de personeele belastng
nog meer blootgelegd. Was in normale tij
den de huurwaarde reeds 'n zeer twijfelach
tig kenmerk van iemands welvaart en draag
kracht, thans bij de ontzaglijke opdrijving
der huren, drukt zij in vele gevallen nog on
billijker en worden de beklagenswaardige
huurders, die door het enkele feit, dat de
huisheer hun de huur opslaat, in de kippige
oogen van den fiscus plotseling tot hooge-
ren welstand komen, tweemaal uitgeperst.
BUITENLAND
Reclame
- 0.16
- 0.4©
- 0.20
- 0.30
- ©.35 per pakje
- O.S8 per potui
'.28
Stijfsel
Gerst
Henuip
Mai*
Wit en Zwart To?ehas!!
Pakjes „Shiis" zaad
Haver
Havermout
Hvmi
Gemengd meel prima- o.:*2
Gruttemeel<>.35
Papmeel0.2.1
Zeltrijzej'.d Bakmeelo.40 per pak
Eerste kwaliteit Knndvet3.20 per pond
Allerfijnste Melanger.oo
Hoogfijate Melange o.S5
Magnelique0.86
„Planten" PIanten?>oter0.8O
NsGiiit proef met Primula Soeptabietten geven heerlijke pikante
10 en 15 cent. per
Ct. uit Lyon, d.d. 21 Juni, bereiken:
De marine heeft schikkingen getroffei^
ten einde de blokkade van Duitschland nau
wer toe te snoeren indien deze operatie:,
•TO par pond i "oorzakelijk wordt. De schepen, aangewe-
soep.
tablet.
Politiek Overzicht
Reeds de wapenstilstand was Duitschland's
vernedering, Duitschland's degradatie tot
een zwakken, ondermijnden staat en de er
kenning, dat, althans voor de eerste de-
cennnia, het machteloos en weerloos gesla
gen land niet meer in staat zou zijn als een
krachtig en volwaardig wereldlid zich uit te
leven. De droomen omtrent wereldhegemo
nie zijn op deerlijke wijze vervluchtigd en de
Duitscher zal blijde zijn het veege leven al
dus te kunnen redden, dat althans te eeni-
ger tijd hij een bescheiden plaatsje onder
de zon, hetzij dan als geamputeerde, weder
om zal kunnen innemen.
Een vredesverdrag, meelijdenloos als een
diep vernederend en vernietigend ultima
tum, is hem voorgelegd, een ultimatum, dat
zijn excistentie bedreigde met een volslagen
ondergang, wijl het nagenoeg eischte: een
zich gebonden overleveren aan hen, wien
de krijgskans de begeerde gelegenheid
bood af te rekenen met een staat, dien men
in de Ei^tentekringen beschouwde als de be
lichaming van het permanent gevaar. Het
protest bleef niet uit; in het Germaansche
rijk klonk het verzet van de wanhoop en al
waren de besten onder de Duitschers niet
weigerachtig om te erkennen, dat Duitsch
land's aandeel in den wereldoorlog geen ge-
Bloemeadalsche Hiaiieiprt, Mms
ringe was en met de violatie van een vreed
zaam neutraal land reeds bij het begin der
worsteling zich liet kennen van den meest
gruwzamen en rücksichtslosen kant, de huns
inziens louter door haat geïnspireerde voor
stellen, die geleken op een verzoek tot zelf
moord, gingen hun niettemin te ver.
Het poneeren van de stelling der gealli
eerden en geassocieerden, als zouden dezen
de blanke onschuld personifieeren, als zijn
de zij van alle smetten vrij, kwam den bes
ten, niet door luidruchtig Duitsch chauvinis
me bezeten, Duitschers voor als een bela
chelijke en verwerpelijke hypocrisie. En hun
diende hierbij het geluk, zich te kunnen be
roepen op één der geassocieerde persoon
lijkheden, die rij beschouwden als den meest
milden man van het vijandelijk kampWil
son, aan wiefis veertien 'punten zij zich met
een taaie hardnekkigheid vastklemden als
drenkelingen aan balken en wrakhout op
zee. Maar ter vredesconferentie was Wilson
niet de eenig-gezaghebbende, er was Lloyd
George, er was bovenal Clemenceau en het
schijnt geen twijfel te lijden, dat, wanneer
de wenschen van den president der Anveri-
kaansche republiek hadden gezegevierd,
Duitschland minder gehavend hoewel
geenszins ongedeerd uit den strijd zou
zijn getreden.
Wij echter, als neutralen, die te dezen
aanzien theoretisch slechts kunnen oordee-
len over rechtvaardigheid en billijkheid, heb
ben niet aan den lijve gevoeld het leed van
den oorlog; onze landen zijn niét tot woes
tenijen geschoten, onze lachende dorpen en
hun hongerden, onze steden, onze industrie,
het leven onzer zonen en dochters, onzer
moeders en vaders, rijn niet verblijzeld, tot
ondergang gedoemd, tot scherven gebroken,
voor eeuwige tijden verbloed.
Er is grond voor haat al is de besten
diging .ervan niet te verdedigen, noch ver
standelijk, noch met een beroep op humane
gevoelens er is aanleiding voor vrees,
dat een herhaling nogmaals de wereld zou
slaan met-een ramp van bloed-en-tranen. En
het is derhalve b egr ij p-el ij k, dat de
vredesvoorwaarden ongemeen hard zijn uit
gevallen; het is begrijpelijk, dat de
leidende staatslieden eischèn stelden, dip
ontzetting wekken bij hen, wien ze aangaan
en hem, die neutraal toeschouwer is.
Maar niet uit het oog dient verloren te
worden, dat de leidende politici nog niet het
volk zelf zijn en wij -verwachten dan ook, dat
zoodra de domper der censuur in beide kam
pen zal zijn weggenomen, zoodra de vrede
officieel zal zijn gesloten langs geleidelijken
weg aanvankelijk natuurlijk uiterst lang
zaam ook de toenadering weer een feit
zal worden, de heat zal verbleeken en het in
richt veld winnen, dat slechts dan een- even
wichtige wereld mogelijk zal kunnnen zijn,
wanneer wederom de individuen een ver
zoenende houding ten opzichte van elkander
zullen aannemen en zij begrijpen, dat onder
linge collaboratie de basis zal moeten zijn,
waarop een materieel en geestelijk gelukki
ger leven zal kunnen worden gegrondvest.
Het beiderzijds ervaren, niet te peilen,
leed wij twijfelen er niet aan zal bij
vijand en vriend, misschien eerder dan wij
zelf vermoeden, brengen de bezinning en
de loutering, die leidt tot het beginsel, dat
iedere staat, zal het evenwicht duurzaam zijn,
zich niet mag uitleven ten koste van de bu
ren. Wat geldt vogr de staten, heeft, vanzelf
sprekend, ook betrekking op de staten sa
menstellende individuen.
Intusschen nadert het moment, waarop
Duitschland zal moeten kiezen: het door de
geallieerde en geassocieerde mogendheden
met betrekking tot de détails herziene
vredesvoorstel aanvaarden of besluiten lot
verwerping. De gevoelens van de Duitsche
afgevaardigden is den lezers bekend: de
hardheid, het onvervulbare, het onaanne
melijke der vredesbepalingen zou hen niet
kunnen doen besluiten het ja-woord te ge
ven en ook in de Nationale Vergadering
was de laatste dagen de stemming aldus,
dat op een aannemen der condities niet kon
worden gerekend, Maar gelijk onder de
telegrammen is medegedeed het kabinet-
Scheidemann is afgetreden en men kan nu
wel als vaststaande aanvaarden, dat de dooi
Bauer geleide regeering hoe hard het
haar ook zal vallen den vrede zal teeke
nen, waarop door de onafhankelijken, die
steeds bedqcht zijn geweest voor een her
leving van het gehate militarisme, dat
Duitschland in zoo'n kwade reuk heeft ge-
braoht, steeds met klem is aangedrongen.
Hedenavond om 7 uur loopt de door de
geallieerden en geassocieerden toegestane
termijn af en al bestaat er kans, dat door
de kabinetscrisis enkele dagen uitstel zal
moeten worden gevraagd, deze week zal
vermoedelijk de teekening plaats vinden,
waarbij officieel Duitschland's val nogmaals
zal worden bekrachtigd. In Entente-kringen
houdt men rekening zoowel met een weige
ring als "met een aanvaarding-der herziene
voorstellen. Dit blijkt ten overvloede duide
lijk uit de volgende berichten, die de N. R.
zen om daaraan deel te nemen, liggen zeil
ree.
Uit Mainz: Alle troepenbewegingen be
raamd voor het geval het vredesverdrag niet
wordt onderteekend en met het oog op eert
onmiddellijk te ondernemen opmarsen op
den rechteroever van iden Rijn rijn voltooid/
De nfdeelingen, die den linkeroever bezet
hielden, zijn den stroom overgestoken om
zich op te hoopen aan den omtrek der rir«
kels, welke de bruggehoofden van Mainz*
Koblenfz en Keulen begrenzen. Deze troe-f
pen zijn op hun beurt vervangen door ele
menten uit het gebied achter het front.
Vanochtend is in het gebouw der prefec
tuur te Versailles een conferentie gehouden.'
Men heeft de laatste maatregelen bestu
deerd, te nemen roet het oog op de pi een-'
tigheid der onderteekening in het kasteelt
Het door Wolff uitdrukkelijk tilt Berlijn/'
gemelde bericht, dat -de Duitsche regeering^'
geen „tusschennota" naar Versailles heeftf
gezonden en evenmin heeft verzocht den."
antwoord-termijn te verlengen, doet vermoed
den, dat op een afwijzen der voorwaarden?
niet meer gerekend behoeft te worden.
Deze Maandag dus kan officieel de vredt.
gesloten worden met het vernietigde Duit
sche rijk, dat als een zieke invalide althans'
voorloopig zal moeten berusten. De moge
lijkheid is echter niet uitgesloten, dat in deni
loop der tijden verschillende bepalingen
worden verzacht en de meest harde konten
er van zullen afslijten. De uiterlijke glorie
van een krachtig rijk zal verdwijnen; een.'
innerlijke opbouw er voor hopenlijk in de
plaats treden. Maar ook de revisie van ge
allieerde aspiraties zal met belangstelling
tegemoet worden gezien, opdat de komen
de vrede geen caricatuur is, maar essentieel
en gebaseerd op vriendschap, vertrouwen en
onderlinge waardeering.
Sinds wij het bovenstaande schreven is er
meer lijn gekomen in het wereldgebeuren en'
is een feit geworden:*de bereidverklaring
van Duitschland om de voorstellen te aan
vaarden, die door zijn vijanden werden aan
geboden en die in Duitschland algemeen
werden gekwalificeerd als een doodsvonnis.
Ook thans beschouwt de nieuwe Duitsche
regeering het als een hard gelag tot den
beslissenden stap over te gaan en- in de vol
macht 'tot onderteekening komt dan ook ten
klaarste tot uiting, dat de regeering niet ge
negen is het Duitsche volk als den bewerker
van den oorlog, den verwekker van al de
droeve calamiteiten, voor te stellen. De ver
plichting, opgelegd in artt. 227230 wei
gert zij pertinent op zich te nemen.
De geallieerden lichten art. 227, dat be
trekking heeft op de uitlevering van ex-kei
zer Wilhelm, volgenderwijze toe„Dit arti-
kei heeft niet een juridisch karakter met be
trekking tot den inhoud, maar slechts met
betrekking tot den vorm.
De ex-keizer wordt voor het hof gedaagd
in een aangelegenheid van hooge internati
onale politiek. Het is het minimum dat ge
vraagd kan worden voor een opperste be-
leediging van de internationale moraal. De
geallieerde en geassocieerde regeeringen
wenschen voor deze gelegenheid alle juri
dische vormen te handhaven, zooals dat ge
bruikelijk is bij een juridische procedure.
Een op regelmatige wijze samengesteld tri
bunaal zal worden aangewezen om op deze
wijze aan den beschuldigde al zijn rechten
en vrijheden met betrekking tot zijn verde
diging te waarborgen en om aan het oor
deel het meest plechtige juridische karaktei
te geven."
door
JEAN WEBSTER.
ScKrijfster van Vadertje Langbeen.
Vertaald door A. Quarles df Quarles.
a
Een rit langs heerlijk geurende landwegen
'achter volbloedpaarden was een nieuwe ge
waarwording voor me, zoo juist uit de drukte
der stadsstraten en het gedorjdcr der lucht-
Spoorwegen gekomen. Ik leunde met een zucht
van tevredenheid achterover en had reeds het
gevoel alsof mijn jongensjaren weer waren
teruggekeerd.
Radnor verkortte de drie mijl met verhalen
der huizen, die we langs gingen en der men
schen, die er in woonden en voor mij, de zich
>aan de wet houdende can uit het Noorden,
(hadden deze geschiedenissen een echt zuidelijk
(tintje. Deze oude heer zoo noemde Rad hem
H- ha vijftien jaar lang heimelijk een distil-
Jleerderij in zijn kelder gehad en 't was niet
Voor na zijn dood (dronkenheidswaanzin.) ont
dekt. Die dame, die in dat huis woonde
van de belles uit de streek had zich den
*vond voor haar huwelijk door den bruidsjon
ker laten schaken en de rechtmatige bruigom
had zich doodgeschoten. Degene, die hier
(Woonde, was met den opzichter van haar va-
der weggeloopen en met de eenige boot, die
beschikbaar was, naar de overzijde der rivier
jgcrocid, terwijl zij haar vertoornden vader
Aan den anderen oever liet staan.
Eindelijk barstte ik in lachen uit.
„Laat hier in 't Zuiden iedereen rich scha
ken? Hebben jullie nooit wettige huwelijken
met taarten, rijst en oude schoenen?" Terwijl
ik sprak, dacht ik aan Nannie en vroeg me af
of ik een teedere snaar aanroerde. Doch Rad
nor lachte eveneens.
„Wij hebben veel schakingen,"" erkende hij.
„Misschien zijn in 't Zuiden de ouders wree-
der." Toen werd hij plotseling ernstig. „Ik
veronderstel, dat je je Nan nog herinnret?"
vroeg hij met eenige aanrzeling.
„Een weinig," stemde ik toe.
„Arm kind!" zeide hij. „Ik vrees, dat rij een
moeilijken tijd gehad heeft. Je doet het beste
haar maar niet bij den ouden heer te noemen,
evenmin als Jeff."
„Is de kolonel nog altijd even onverzoen
lijk tegenover hem?"
Radnor fronste zijn voorhoofd.
„Hij wil hem niet vergeven," antwoordde
hij.
„Wat was het toch eigenlijk met Jeff?"
waagde ik te vragen. „Ik heb nooit de bijzon
derheden gehoord." Q
„Mijn vader en. hij waren het niet eens. Ik
herinner me er zelf ook niet veel van, ik was
pas dertien toen het gebeurde Maar ik weet.
dat er een vreeselijke scène plaats had."
„Weet je waar hij is?" vroeg ik.
Radnor schudde het hoofd.
„Ik zond hem een paar maal wat geld, maar
mijn vader kwam er achter en nam mijn ore-
driet bp de bank weg. Ik ben nu zijn spoor
kwijt hij heeft echter geen behoefte aan
geld. Het laatste, dat ik van hem hoorde
was, dat hij een speelbank in Seattle hield."
„Het is erg jammer," zuchtte ik, „het was
zoo'n aardige jongen, toen ik 'hem kende."
Radnoa zuchtte eveneens, maar hii verkoos
niet op 't onderwerp door te gaan en we ver
volgden de rest van den weg in stilzwijgen, tot
wij de laan insloegen, die naar „De vier Plas-
sen' voerde. Op de manier van de meeste hoe
ben in het Zuiden, was het huis midden in de
plantage gelegen en van den 'weg af onzicht
baar. De particuliere laan, die er naar toe
voerde, werd door een hagedoornheg be
grensd en kronkelde wel een halve mijl door
weiden en bloeiende perzikboomgaarden. Ik
ademde met verukking de frissche lentegeuren
in en vroeg me intusschen verbaasd af, hoe het
kwam dat die gelukkige zomer in Virginië
uit mijn jongensjaren zoo uit mijn geheugen
geg3an was.
Toen we bij een groep wilgeboomen den hoek
omsloegen, kwam het huis in 't gezicht, dat op
een kleine verhevenheid was gebouwd en
•waarvoor zich een golvend grasveld uilstrek-
te. Het was een mooi huis wit met groene
blinden en een breede met steenen gepla\eidc
veranda, die zich voor langs de geheeic leng
te uitstrekte en door statige Dorische zuilen
gesteund werd. Aan den zuidkant was er eeh
groot overdekt terras, dat tot aan den rijweg
•vooruitsprong. Achter het huis strekte zich
een slaperige, door bokshoornen omgeven tuin
uit en daar achter, door een rij fhaagdenpal-
me'n gemaskeerd, waren de schuren en bijge
bouwen. Op een kleinen afstand verder naar
links, in een dal en half verborgen door een
boschje laurieren, stond* een rij verweerde
woningen van één verdieping de oude ne
gerhutten uit den slaventijd.
„Het is juist zooals ik het me herinner!"
riep ik verrukt uit, toen ik het cene bekende
ding na hel andere zag.
„Niets is veranderd."
„Niets verandert er in 't Zuiden/' zei Rad
nor, „behalve de menschen en ik veronder
stel, dat die overal veranderen."
„En zijn dat de verlaten negerhutten?"
voegde ik er bij, terwijl mijn oog bleef rus
ten op de groep.grijze de" n, die even bo
ven de struiken kwamen uitsteken.
„Op 't oogenbiik zijn ze niet zoo verlaten
als we wel zouden wenschen," antwoordde
■hij met een veelbeteekenenden klank in zijn
stem. „Je bezoekt de plantage op een inte
ressant tijdstip. De geest van de Gaylord's
is weer verschenen."
„De geest van de Gaylord's I" riep i
verbazing uit. „Wat ter wereld is dat?"
Radnor lachte.
„Een onzer voorvaderen sloeg eens een
slaaf dood en zijn geest komt nu en dan in
de negerhutten terug. We hadden heel wat
jaren niet meer van hem gehoord en waren
het verhaal bijna vergeten, toen hij verle
den week weer zijn opwachting maakte. Men
heeft 's nachts duivelsvuren in de laurieren
gezien en geheimzinnig gesteun bij de hut
ten gehoord. Als je ooit wat met negers te
doen gehad hebt, kan je je voorstellen in
wat voor toestand onze bedienden zijr.."
„Nu," zeide ik, „dat belooft afleiding. Ik
hoop den geest eens te ontmoeten."
Op dit oogenbiik waren wij bij het huis
gekomen en toen wij voor het terras stilhiel
den, stond de kolonel op de bovenste trede
van de stoep om me te verwelkomen. Hij zag
er vrijwel uit zooals ik me hem herinnerde,
behalve dat zijn zwart haar nu wit geworden
was en zijn vroeger gebiedende houding
iets klagends gekregen had. Ik sprong er uit
en greep zijn uitgestoken hand.
„Ik ben blij je te zien, beste jongen I Blij
je te zien," zeide hij 'hartelijk.
Het deed me góed dat „beste jongen" uit
den mond van ouden heer te hooren, het
was jaren geleden, dat iemand me zoo ge
noemd had.
„Je bent gegroeid, sinds ik je 't laatst
zag," grinnikte hij, terwijl hij me in het hui9
voorging door de groep negerbedienden*
die waren komen aanloopen om me te zien.
Mijn eerste vluchtige blik door de opert
deuren zeide me, dat het inderdaad waar.
was, wat Radnor beweerd had, dat er niets
veranderd was. Er waren nog dezelfde ouder-
wetsche, degelijke, eenvoudige meubels, dis
in het huis geweest waren, sinds het ge
bouwd was. Het amuseerde me de hand*
schoenen en zweep van den kolonel achte
loos op een stoel in de gang geworpen te
zien. De zweep was het eenige teeken, waarw
door ik me hem herinnerde.
„Je hebt dus te hard gewerkt, niet waar,
Arnold?" informeerde de oude heer en nam
me met twinkelende oogen op. „We zullen
je iets te doen geven waarbij je vergeet ooit
vroeger werk gezien te hebben f Er zijn juist,
een half dozijn veulens in de wei,, die noo
dig afgericht moeten wordenjij mag dat ook
eens probeeren, mijnheer. En nu vermoed
ik, dat het avondeten ongeveer klaar zaï
zijn," voegde hij er bij. „Nancy duldt geen
talmen als het pannekoeken betreft. Neem
hem mee naar zijn kamer, Rad en jij,
Mose," riep hij tegen een der negers, dis
aan de stoep waren blijven omhangen*
„breng jij de bagage van mijnheer Arnold
I naar boven".
(Wordt vervolffd)* i