BUITENLAND 17e Jaargang No. 304 ISOIHMIMIIS Zi pet pos» f 2-30. per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) f 0.15. afzonderlijke nummers O.OJ. - Wckelijksch bijvoegsel .(Feretórtrae* 3 maanden 60 cent AIKIERSF Donderdag 26 Juni 1919 PRIJS OER AOVERIEHTIEN „DE EEMLANDER" HOOFOREDACTEUR: Mr. D. J. VAN SCHAARDENBURG Uil GEVERS: VALKHCFF Co BUREAUARNHEMSCHE POORTWAL, hocx utrechtschs»t*, INTERCOMM. TELEFOONNUMMER 513 van 1regels f O.éO, eikc regel meer f 0.20, dienstaanbiedingen 1—5 regels f 0.50, groote lettert naar plaatsruimte. Voor bandel en bedrijf bestaan zeer voordcelige bepalingen tot het herhaald adver# iccrcn in dit Blad, bi| abonnement. Ecnc circulaire bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Bewijsnummers 5 cent. Politiek Overzicht Hebben voortdurend de Düitscners èn ióÓT het besluit tot onvoorwaardelijke teeke- nlng en nadien met klem betoogd, dat de vervulling der zware voorwaarden een on mogelijkheid was, wijl hei; Duitsche volk ondragelijke lasten op de schouders werd gelegd, ook in Duitsch-Oostenrijk is men buitengemeen ontevreden over de eischen der overwinnaars. Staatskanselier Dr. Renner heeft niet lang geleden wij wezen er deze week op in ons overzicht zijn teleurstelling te kennen gegeven over het feit, dat Duitsch-Oosten rijk, ondanks zijn voorbeeldig gedrag en vreedzame gezindheid, niet onmiddellijk tol den volkerenbond zou worden toegelaten een daad, 'die het karakter droeg van een vernedering, een minderwaardigverklaring van Duitsch-Oostenrijk. Daartegenover zou den andere, uit de oude dubbel-monarchie voortgekomen staten, onmiddellijk tot leden van genoemd instituut worden benoemd. Thans eeeft wederom Dr Renner aan Cle menceau, den president der vredesconfe rentie, een nota gezonden, waarin hij ver klaart, dat de delegatie, vóór zij zich kan uitlaten o\ er de economische en financieele vredesvoorwaarden, de aandacht der oonfe- rentie moet vestigen op pen vraag, van wel ker beantwoording het zal afhangen, of aan de gestelde eischen, wat den economischen en financieelen kant ervan betreft, zal kun nen worden voldaan. De nota wijst dan op de bepalingen van artikel 40, volgens welke het den regeerin gen, tusschen wie het gebied der Oosten- rijk-Hongaarsche monarchie gedeeld wordt, veroorloofd is, al het vermogen van Duitsch-Oostenrijksche staatsburgers en maatschappijen, dat zich inhun gebied be vindt, vast te houden en te liquideeren. Dit beteèkent liquidatie van bijna hun ge- heele particuliere vermogen, en dat is van des te grooter gewicht, daar Weenen het financieel centrum des rijks was. Zulk een optreden zou den volledigen ondergang van de hoofdstad van den siaat, V8n alle crediet- instellingen en van de meeste particuliere onernenvngen na zich sleepen. Nog nim mer, is de nota van oordeel, is het particu liere recht zoodanig verkracht. Er bestaat geen regeering, die het recht of de macht heeft, zulke bepalingen aan te nemen. De rc-«-j.<«;posïtïe en de economische posï tie ten opzichte van de andere op den bodem der monarchie voortgekomen staten, is even wel geheel anders dan die ten opzichte van Dpitsohland. In Renner's nota wordt dan ook met over tuiging uitgesproken, dat het den zegevie renden mogendheden volstrekt onmogelijk is de economische liquidatie van de Oos tenrijk-Hongaarsche monarchie zoodanig tot stand te brengen, dat de vermogens der staatsburgers in de gebieden der andere nieuwe staten door dezen als vijandelijk eigendom in beslag kunnen worden geno men. De bepaling, dat de Duitsch-Oosten rijksche staat zijn staatsburgers daarvoor schadeloos moet stellen, wordt dan ook als een hoon beschouwd, daar de vermogens der staatsburgers, waaruit de staat tot dus verre zijn inkomsten schiep, hun voor het grootste deel worden onttrokken. Het geval doet zich nu voor dat de staat, die daardoor zijn bronnen van inkomsten verliest, ze hun teruggeven moet. De staatskanselier acht het volkomen on mogelijk, dat Duitsch-Oostenrijk de econo mische en maatschappelijke orde zal kunnen handhavenhij meent daarom dat dringend dè eisch gesteld moet worden, dat artikel 49 uit de vredesvoorwaarden wordt ge schrapt. v. Het in den geest van de vredesvoorwaar den gehouden principe, dat de voor en tij dens den oorlog tusschen de staatsburgers der contracteerende partijen vervallende schulden in de muntsoort van den betref- fenden geallieerden staat tot den koers van vóór den oorlog betaald moeten worden, werd ook toegepast op de schulden tusschen Duitsch-Oostenrijkers en de onderdanen van andere nieuw-ontstane staten der mon archie. De nota vervolgt dan Tusschen de oorlogvoerende staten werd deze bepaling hiermede gemotiveerd, dat de door den oorlog teweeggebrachte afbreking van het verkeer de invordering van schul den onmogelijk maakte. Tusschen Duitsch- Oostenrijk en de andere gebieden van Oos- tenrijk-Hongarije is evenwel geen oorlog geweest, en het verkeer werd nimmer afge broken. Volgens den vastgestelden bereke ningssleutel zou een Duitsch-Oostenri jk er aan een Czech, wien hij 100.000 ongestem pelde kronen schuldig is, 141,000 Czechi- sche kronen betalen, die tegen den huldi gen koers ongeveer 230,000 ongestempel de kronen waard zouden zijn. De schuldenaar weet in vele gevallen in het geheel niet, of de schuldeischer tot een der andere staten behoort. Het met verschil lende stempels voorziene kroonbijjet kan overigens niet als zelfstandig betalingsmid del .beschouwd worden. Zij hadden op de toonaangevende buitenlandsche beurzen deels slechts een kunstmatige, deels in het geheel geen koers. Daarom wordt het verzoek herhaald, de regeling der economische betrekkingen tus schen de nationale staten aan een bijzon dere commissie onder voorzitterschap van de geallieerde groote mogendheden op te drogen en de vredessluiting niet afhankelijk te maken van de beëindiging van den arbeid dezer commissie. Wat de schulden jegens onderdanen van de staten betreft, die met de Oostenrijk- Hongaarsche monarchie in oorlog waren, werden voorstellen gedaan, strekkende om de verplichtingen jegens de geallieerde mo gendheden zoo spoedig mogelijk na te ko men. De Duilsche rijksregeering heeft wel een oproep gericht tot het Duitsche volk, waarin zij er op aandringt het verdrag na te ko men, ingespannen te arbeidenen plichts getrouw te zijn, teneinde het mogelijk te maken, dat Duitschland uit deze .dagen van donkerte en leed weer een glonzendex toe komst te gemoet zal kunnen treden, door op de aangewezen wijze eensgezind mede te werken tot de instandhouding van het rijk, maar niet allen kunnen zich bij de vernede ringen neerleggen. Naar de General Anzeiger uit Berlijn ver neemt, heeft de Duitsch-nationale volks partij (vroeger: conservatieven) een verkla ring afgelegd, dat ze de regeering, wanneer deze gaat teekenen, aanzegt een strijd te zullen gaan voeren met alle parlementaire en grondwettige middelen. Aanvankelijk had het bestuur der Duitsch-nationale partij zich groote beperking opgelegd ten aanzien van haar oppositie tegen de regeering en de meerderheidspartijen in het belang van de Duitsche eensgezindheid. Maar niet zoodra zal de onderteekening een feit zijn gewor den, of een partijcongres zal worden bijeen geroepen om een protestbetoogïng tegen de vredèssluiting te organiseeren. Bij deze ge legenheid zal eveneens de gedragslijn voor de verdere oppositie worden bepaald. In Berlijn wordt het onrustig en vooral de winkels moeten het ontgelden, in verband met den levensmiddelenwoeker. Vooral in Moabit hadden allerlei ongeregeldheden plaats, waarbij de politiebeambten, die tus- schenbeidc wilden komen, werden omsin geld en aangevallen. Zij zagen zich genood zaakt van de wapenen gebruik te mnken. Verschillende personen werden gewond. Ook in Charlottenburg zijn den 24en Juni hónderden vrouwen ten stadhuize getrok ken, waar zij energieke maatregelen eisch- ten om een einde te maken aan den gehaten levensmiddelenwoeker. Onrust en geagiteerdheid heerschen in de Duitsche hoofdstad en het lijdt geen twijfel, dat de noodzaak de wreede vredesvoorwaar den te aanvaarden, oorzaak zal kunnen zijn, dat de woelingen zich zullen uitbreiden en een fysiek en moreel geschokt volk nog moeilijker zijn verloren evenwicht zal kun nen herwinnen. Buitenlandscher Berichtiu P a r ij s 24 Juni (N. T. A. Draadloos van Lyon). Voigens berichten uit Versailles, zoude hel hoofd- der nieuwe Duitsche dele- galie Hermann M&ller zijn. rcvrrstcr van hu>- tenlar.dsche zaken in net kobinct-Bauer. Daer de Duitsche delegatie niet In Versail les ïol kunnen aankomen vóór Woensdag avond of Donderdagmorgen, zou de plech tigheid pas Vrijdag plaats kunnen vinden. De nieuueDe nieuwe Itah'aansch delegatie wordt Vrijdagochtend in Parijs vervecht. Wilson en Clemenceau zijn Woensdagna middag naar Versailles gegaan orn enkele schikkingen te treffen, die ve band houden mei de plechtigheid. Zij zijn ontvangen door den nieuwen prelect van Seine et Oise, Vi- try. Wilson en Clemenceau, die zich op het balcon der slaapkamer vertoonden, werden het voorwerp eener ovatie der toeschouwers P a r ij s, 2 4 J u n i. (V. D.) Men verwacht, dat de Duitsche gevolmachtigden Vrijdag naar Versailles zullen vertrekken. Wanneer ze bijtijds aankomen, zal het vredesverdrag nog Vrijdag geteekend worden, anders ge schiedt dit Zaterdagmiddag om 2 uur. P a r ij s, 2 5 J u n i. (N T. A. Draadloos van Lyon). De Raad van Vier heeft vanoch tend besloten om over de kwesties van schadevergoeding en waarborgen, die ver bond houden met het laten zinken van de Duitsche vloot bij Scapa Flow, het ver branden van Fransche vaandels te Berlijn en de bedreiging van Polen door Duitsch land gezamenlijk te beraadslagen. B e r 1 ij n, 2 4 Juni. (W. B.) De rijksre geering heeft bij het Duitsche volk er op aangedrongen om: 1. het verdrag na te ko men 2. te arbeiden en 3. plichtgetrouw te zi]i\. Er is maar eer weg om uit de duister nis van dit verdrag te geraken, namelijk het behoud van rijk en volk door eensgezindheid en arbeidzaamheid.* Parijs, 24Juni (R). De Opperste Eco nomische Raad deed stappen om Litauen te voorzien van locomotieven en rollend materieel en de typhus in Polen te bestrij den. Hoover berichtte, dat in de maand Mei 168 scheepsladingen voedingsmiddelen zijn gedistribueerd over 17 landen, een waarde vertegenwoordigende van 102.375.000 dol lar. In Armenië en de Balfische landen wer den vier millioen ondervoede kinderen van voedsel voorzien. Brussel, 24 Juni. (H. R.) De Bel gische ministerraad heeft zich bezig gehou den met het nagaan der maatregelen, die genomen zullen moeten worden oogenblik- kelijk na de onderteekening. Men ging na welke maatregelen de regeering zou moeten nemn in zake Molmódy en Eupen en met betrekking tot België's vertegenwoordiging in de commissie voor schade, hertsel en voor de bezette Rijnprovinciën. Versailles, 24 Juni. (W. B.) Ge zant von Haniel heeft Clemenceau een nota gezonden, waarin hij in opdracht van den rijksminister van buitenlandsche zaken aan de geallieerde en geassocieeide mo gendheden vraagt, wanneer de ondeYhandc- lingen betreffende de overeenkomst over het bezette Rijngebied kunnen aanvangen. B e r 1 ij n, 2 4 J u n i. (W. B.) Rijkspresi dent Ebevt hield heder». namiddag in den slottuin te Weimar een toespraak tot het door generaal Marcker aangevoerde lands- jagerskorps. Daarin zeide hij o.o. SoldatenDe regeering en de volksver tegenwoordiging zijn voor een ondragelijke beslissing gesteld, die zonder voorbeeld is in de geschiedenis. Wij hebben ons met alle middelen en alle kracht verdedigd, die ons ten dienste stonden, maar wij moesten ten slotte voor het brutale geweld der over macht zwichten. Bij een afwijzing der voorwaarden zou na alles, wat ons over de oogmerken van den wraakzuchtigen vijand bekend is, nog ver scherping van den hongersnood, zoo niet een volkomen verwoesting van Duitschland zijn gevolgd. Zelfvernietiging en verval zou den zeker gevolgd zijn. Dit mocht niet zijn. Ons voik moet blij ven leven, ook na het vreeselijke wat ge beurd is. Dit was onze gedachte, toen wij na een zwaren innerlijken strijd en met bloedend hart tot het verschrikkelijke „ja" besloten en deze gedachte zal ook u be zielen. Duitschland mag niet ten gionde gaan. Wij kunnen en mogen ondanks alles weder- keerig plechtig beloven, ik vcor de regee ring en gij voot u zelf en uw kameraden, ons vaderland niet te verlaten, maar vol te houden. De president eindigt met een „hoch" op het vaderland, waarmee alle aanwezigen in stemden. Kolberg, 25 Juni. (W. B.) Generaal- veldmaarschalk von Hindenburg heeft het opperbevel neergelegd. In zijn laatste legerorder aan de troepen betuigt hij allen officieren, onderofficieren en manschappen zijn diepgevoelden dank en wekt hij hen op eensgezind voor het welzijn van het vaderland te blijven werken. Tegelijkertijd heeft generaal Gröner, de chef van den generalen staf, ingevolge de onvoorwaardelijke aanneming van het vre desverdrag, zijn ontslag gevraagd. Hij heeft zich intusschen bereid verklaard tot na de regeling van de toestanden in het Oosten op zijn post te blijven. Danzig, 25 Juni. (W. B.) De drie opper-presidenten van de Oostelijke provin ciën van Duitschland hebben aan de be volking van Oosl- en West-Pruisen en Po sen een proclamatie gericht, waarin zij uit drukking geven aan het verdriet over de onvoorwaardelijke aanvaarding der vredes voorwaarden en verder o.a. zeggen, dat. als het Oosten op zichzelf stond, het niet de wapens in de vuist zijn recht om zelf zijn lot te bepalen en zijn eer zou kunnen ver dedigen; nu echter mag het de regeering in het nakomen van het eens gegeven woord niet hinderen .De gevolgen, die zoo'n daad voor de landgenooten elders in het rijk met zich zou sleepen, zeggen zij, leggen ons den moeilijken plicht op om van den strijd af te zien en in de gevallen beslissing te berus ten. Brussel, 25 Juni. (Havas). In de Ka mer heeft de minister van marine in ant woord op een interpellatie verklaard, dat hij voor België 300,000 ton scheepsruimte van de Duitsche handelsvloot heeft gevraqgd. De verdeeling zal eerst na den vrede ge schieden, doch België heeft de verzekering ontvangen, dat het ruimschoots zijn deel krijgt. Brussel, 25 Juni. (Havas). De regee ring heeft bij de Kamer een wetsontwerp ingediend, strekkende om het beheer en da exploitatie van .spoorwegen toe te vei l: ou wen aan een autonoom instituut, geneamd: Régie nationale des railways de Belgiquc. B e r 1 ij n, 2 4 J u n i. (W. B.) Volgens een bericht uit Weenen von de Kreuzzeitung heoft de Duitsche gezant in Weenen, graai Wedei, wegens onderteekening van het vre desverdrag ontslag genomen. Hamburg, 24 Juni. (V. D.) Er heb" ben ernstige ongeregeldheden plaats gehed. Den geheelen dag werden op het Raadhuis plein redevoeringen gehouden tegen de re geering en de volksveer. Ten slotte be stormde een opgewonden menigte het raad huis. Er werd met scherp geschoten. Een groot aantal gewonden is in de ziekenhuizen ondergebracht. De strijd duurde eenige uren, Er zijn groote politie-versterkingen aange komen. Hamburg, 24 Juni. (W. B.) Door dt Kommandantur van Groot-Hamburg werd de staat van beleg over de steden Hamburg, Altona en Wandsbeck afgekondigd. Hamburg, 25 Juni. (W. B.) In den loop van den nacht namen de Spartacisteni bezit van het groote stadion nadat ze de daar geposteerde afdeelingen der volksweer baarheid hadden ontwapend. Zoodoende in het bezit gekomen van geweren en mitrail leuses, onderhielden zij den heelen noch.'' een levendig vuur. Hamburg, 25 Juni. (W. B) Tegen twee uur werd het groote station door dr burgerwacht heroverd Hamburg. 2 5 J u n i. (W. B.) 's Och* -tends 4.45 u. Naar de Kommanciantor be richt. is dank zij het doelbewuste optreden der regeeringstroepen, volksweerbaarheid on burgerwacht de omgeving van hel raadhuis en het groote station van Spartacisten ge zuiverd. Er zijn licht- en zwaargewonde sol daten. Een groot aantal gevangenen werd gemaakt, gewapende burgers werden gear resteerd en plunderaars uit winkels verwij derd. Machinegeweren zijn den Spertnciste* weer afgenomen. Hamburg, 25 Juni. (WB.^Beves tigd wordt, dat een deel der burgerwachten wapens aan de Spartacisten hebben uitge leverd. Naar de Kommandantur mededeelt, zijn genoeg troepen ter beschikking om een verder om zich heen grijpen van d€ „Putsch" te voorkomen. Rome, 24 Juni (Stefeni). Gc*\eraal Albricci is tot minister van oorlog be-" noemd. Budapest, 24 Juni. (Corr.-Bur.). Het congres zette heden de beraadslagingen over het wetsontwerp, voort. De eerste para grafen worden onveranderd aangenomen. In he debat over de nationaliteiten artike len zeide de gedelegeerde Ronaw „Wii wil len geen voogdijschap over eenigenationoli- teit uitoefenen en erkennen het volledig zelfbestemmingsrecht der arbeiders. Na beëindiging der debatten verklaard* de afdeelingsvoorzitter, Agoston, dat dé nieuwe grondwet zeker veel misverstanden uit den weg zou ruimen en een hei'- mtf uitwerking op de ontwikkeling van Honga rije zou hebben. Hierna ging men over lot de verkiezing van het bij de nieuwe grondwet voorge schreven centraal uitvoerend comité, daf 143 leden telt. Met het aannemen van het grondwetsont werp heeft de eerste zitting van het Sov jetcongres zijn arbeid geëindigd. De president van het congTes, Bokan\i, wierp in zijn slotrede een terugblik op derc geleverden arbeid. Hij bracht naar voren, dat dc Sovjetrepubliek de vuurprofe door staan heeft en hij .richtte tot de aanwezig gedelegeerden den oproep, om verder W bouwen aan de macht van Let industrieel*? Hoed u niet voor het kwaad, hoed u voor den schijn. FEUILLETON." DE SPOOKH0EVE door 'JEAN WEBSTER. Schrijfster van Vadertje Langbeen. Vertaald door A. Qüaides de, Quarles. 6 „Het hing vroeger beneden, maar na haar huwelijk liet mijn vader het boven brengen. Hij hield de deur op slot tot het bericht van haar dood kwam, toen werd dit vertrek tot logeerkamer ingericht. Hij komt hier zelf nooit, hij wil het portret niet zien." Radnor sprak kortaf, doch met iets van bitterheid in zijn toon. Ik kon zien, dat hij het gebeurde diep voelde. Na eenige vluch tige woorden, zeide hij ietwat brusk goeden nacht en .liet mij aan mijn herineringen over. in plaats yan naar bed te gaan, begon ik toit te pakken. Ik was moe, doch klaar wak ker. De stuiptrekkingen van tante Sukie en Dns onderzoek met toortsen naar het spook, waren iets geheel nieuws in mijn leven en Ijj werkten nu niet bepaald kalmeerend. Toen ik klaar met uitpakken was, vlijde ik me in ©en gemakkelijken stoel neer en be- studeerde het oortret. Het was een ffroot doek in den romantischen stijl van Romney, met een landschap als achtergrond. Het meisje was in een golvend roze gewaad ge kleed, een tuinhoed, met rozen gevuld, ben gelde aan een arm, terwijl een Schotsche herdershond met groote, glanzende oogen tegen haar aangedrukt lag. De houding, de stoffeering, dat alles was kunstmatig, doch de schilder had haarzelf goed getroffen. Nannie's gelaat keek uit de lijst, zooals ik het me van lang geleden herinnerde. Jeugd, vroolijkheid en goedheid zweefden om haar lippen en lachten in haar oogen. De schil derij scheen een voorspelling van al het ge luk, dat de toekomst zou brengen. Nannie op achttien jaar met het leven voor zich I En drie jaar later lag zij op sterven in een naargeestg stadje in 't Westen, gescheiden van haar vriendinnen uit haar meisjesjaren, zonder een enkel woord van vergiffenis van haar vader. Wat had zij gedaan, dat dit haar lot moest zijn Alleen haar wil tegen den zijnen gekant en den man gehuwd, dien zij lief had. Haar man was arm, maar, riaar wat ik gehoord had, een heel geschikte kerel. Toen ik het levendige, lachende gelaat be keek, voelde ik een warme golf van toorn jegens haar vader in me opkomen. Welk een groote mate van wraakgierigheid moest die man bezitten om nu nog wrok jegens een dochter te koesteren, die reeds vijftien jaar in het graf lag. Er was zoo iets ontzettend treurigs in die onvervulde verwachting der schilderij. Ik blies de kaarsen uit om een glimlach van de arme kleine Nannie uit mijn gedachten te zetten. Ik zat eenigen lijd met mijn oogen somber op de gloeiende sintels gevestigd, toen ik opgeschrikt werd door het zware gegalm van de gangklok, die langzaam twaalf sloeg. Ik stond half lachend en geeuwend op. Het eerste van de bevelen van den dokter 3. as „Vroeg naar bedï" geweest. Ik kleedde me haastig uit, doch alvorens in bed te stappen, bleef ik een oogenblik bij het open ver.ster staan, aangelokt door de frissche geuren van geploegd land en het uitbottende jonge groen, die met den vochtigen wind naar bin nen kwamen. Het was een woeste rvacht, de nieuwe maan hing laag in de wolken. O ei het grasveld vlogen schaduwen, die elkaar achtervolgden en de boomen zwaaiden door den wind op en neer. Het was lang geleden, dat ik zoo'n vredig natuurtafereel aan schouwd had. New-York met de drukte en het rumoer in zijn straten, met de vreese- Üikheden van Terry's morgue, scheen in een ander werelddeel te liggen. Doch plotseling werd ik in het tegenwoor dige teruggeroepen, doordat ik, vlak onder me, het zachte, trillende piepen van een openschuivend raam hoorde. Op mijn hoe de, keek ik voorzichtig naar buiten en zag tot mijn verbazing Mose hoewel het vrij donker was, kon ik mij niet vergissen in ziin sukkeldrafje en zijn lange stappen uit de schaduw van het huis naar voren sluipen en zich over het open grasveld naar de verla ten negerhutten begeven. Terwijl hij liep, boog hij bijna dirbbel onder een groot, zwart pak, <lat hij in zijn armen droeg. Hoewel ik mijn oogen inspande om hem te volgen, kon ik niets meer onderscheiden, en ver dween hij in de schaduw' van de laurieren. Ik werd vroeg wakker en haastte me met kleeden, verlangend om beneden te zijn en mijn laatste bevindingen mat Mose betrof, te vertellen. Mijn eerste aandrift was ge weest de huisgenoolen te wekken, doch bij nader inzien, besloot ik kalm tot den mor gen te wachten. Cc was daar achteraf blij om, want nu het zonlicht door de ramen op het Oosten naar binnen stroomde en het frissche briesje het geluid van tjilpende vo gels meebracht, scheen het leven me vroo- lijker toe dan den avond te voren en de geschiedenis van het spook kreeg een aan merkelijk kluchtiger aanzien. Een geest, die een luchtstroom deed ont staan en daardoor gebraden kippen naar buiten liet zweven, had naar mijn idee een origineele vindingrijkheid. Sinds mijn ont dekking van middernacht, was ik er vrij" zeker van, dat ik kon bewijzen wie het spook was. toen ik er aan dacht hoe meesterlijk Mose de leiding van het opspo ren op zich genomen had, meende ik, dat Mose slimmer was dan Rad hem geloofde Ik ging naar beneden met mijn oogen en ooren wijd open, voorbereid op verdere openbaringen. Wat voor lastige gevallen in mijn beroep ook voorgekomen waren, nooit had ik met iets bovennatuurlijks te doen ge had, en de jacht op een onvindbaar spook leek mij een welkom contrast met de meer dan materiëele bijzonderheden van mijn laatste zaak. Ik had nu wat Terry een „te* genprikkel" zou noemen. Het was nog vroeg en de kolonel, zoomin als Radnor, waren verschenen, doch Salo mo veegde de stoen van het terras aan en ik wendde me tot hem. Eerst was hij nief zeer toeschietelijk om het onderwerp hef spook aan te roeren, daar hij mijn twijfel vermoedde, doch eindelijk zeide hij „Sommigen zeggen, dat het een vrouw is, die lang geleden een van de Gaylord's had moeten trouwen, maar het niet deed en dat zij wegkwijnde en stierf. En sommigen zeg» gen, dat het een zwarte man is, dien cef ven hen doodgegeeseld heeft". „Wat denk jij er van?" vroeg ik. „De hemel beware me, mijnheer Arnold, ik denk niets. Het is best mogelijk, dat hel allebei is. Als een geest onrustig wordt, dan wekt hij al de andere op. Zij krijgen hef zoo eenzaam daar zoo heel alleen :n mm' graf, dat zij bijna gek* van verlangen naar gezelschap worden. En als zij elkanr niet kunnen krijgen, dan zoeken zij 't bii de menschen. Een mensch, dat in betrekking met een spook staat, mijnheer Arnold, is nooit zichzelf meer. Hij is dan nog maar half wijs, zooals Mose". „Is dat het geval bij Mose poogde itë verder te peilen. „Gaat hij met geesteif om „Mose was zoo geboren, maar ik veron* derstel, dat dat het geval was bij zijn moeder en hij het overgeërfd heeft". „Dat was gisterenavond tooh een heel ongewoon iets, dat een spook een kip stal, niet waar?" „Het schijnt, dat spoken, evenals andere menschen, ook hun grapjes hebben", was al wat Salomo verder zei. fWordt vervolgd)*

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1919 | | pagina 1