BUITENLAND
17e Jaargang No. 304
ISOIHMIMIIS Zi
pet pos» f 2-30. per week (met gratis verzekering
tegen ongelukken) f 0.15. afzonderlijke nummers
O.OJ. - Wckelijksch bijvoegsel .(Feretórtrae*
3 maanden 60 cent
AIKIERSF
Donderdag 26 Juni 1919
PRIJS OER AOVERIEHTIEN
„DE EEMLANDER"
HOOFOREDACTEUR: Mr. D. J. VAN SCHAARDENBURG
Uil GEVERS: VALKHCFF Co
BUREAUARNHEMSCHE POORTWAL, hocx utrechtschs»t*,
INTERCOMM. TELEFOONNUMMER 513
van 1regels f O.éO,
eikc regel meer f 0.20,
dienstaanbiedingen 1—5 regels f 0.50, groote lettert
naar plaatsruimte. Voor bandel en bedrijf bestaan
zeer voordcelige bepalingen tot het herhaald adver#
iccrcn in dit Blad, bi| abonnement. Ecnc circulaire
bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden. Bewijsnummers 5 cent.
Politiek Overzicht
Hebben voortdurend de Düitscners èn
ióÓT het besluit tot onvoorwaardelijke teeke-
nlng en nadien met klem betoogd, dat de
vervulling der zware voorwaarden een on
mogelijkheid was, wijl hei; Duitsche volk
ondragelijke lasten op de schouders werd
gelegd, ook in Duitsch-Oostenrijk is men
buitengemeen ontevreden over de eischen
der overwinnaars.
Staatskanselier Dr. Renner heeft niet lang
geleden wij wezen er deze week op in ons
overzicht zijn teleurstelling te kennen
gegeven over het feit, dat Duitsch-Oosten
rijk, ondanks zijn voorbeeldig gedrag en
vreedzame gezindheid, niet onmiddellijk tol
den volkerenbond zou worden toegelaten
een daad, 'die het karakter droeg van een
vernedering, een minderwaardigverklaring
van Duitsch-Oostenrijk. Daartegenover zou
den andere, uit de oude dubbel-monarchie
voortgekomen staten, onmiddellijk tot leden
van genoemd instituut worden benoemd.
Thans eeeft wederom Dr Renner aan Cle
menceau, den president der vredesconfe
rentie, een nota gezonden, waarin hij ver
klaart, dat de delegatie, vóór zij zich kan
uitlaten o\ er de economische en financieele
vredesvoorwaarden, de aandacht der oonfe-
rentie moet vestigen op pen vraag, van wel
ker beantwoording het zal afhangen, of aan
de gestelde eischen, wat den economischen
en financieelen kant ervan betreft, zal kun
nen worden voldaan.
De nota wijst dan op de bepalingen van
artikel 40, volgens welke het den regeerin
gen, tusschen wie het gebied der Oosten-
rijk-Hongaarsche monarchie gedeeld wordt,
veroorloofd is, al het vermogen van
Duitsch-Oostenrijksche staatsburgers en
maatschappijen, dat zich inhun gebied be
vindt, vast te houden en te liquideeren.
Dit beteèkent liquidatie van bijna hun ge-
heele particuliere vermogen, en dat is van
des te grooter gewicht, daar Weenen het
financieel centrum des rijks was. Zulk een
optreden zou den volledigen ondergang van
de hoofdstad van den siaat, V8n alle crediet-
instellingen en van de meeste particuliere
onernenvngen na zich sleepen. Nog nim
mer, is de nota van oordeel, is het particu
liere recht zoodanig verkracht. Er bestaat
geen regeering, die het recht of de macht
heeft, zulke bepalingen aan te nemen.
De rc-«-j.<«;posïtïe en de economische posï
tie ten opzichte van de andere op den bodem
der monarchie voortgekomen staten, is even
wel geheel anders dan die ten opzichte van
Dpitsohland.
In Renner's nota wordt dan ook met over
tuiging uitgesproken, dat het den zegevie
renden mogendheden volstrekt onmogelijk
is de economische liquidatie van de Oos
tenrijk-Hongaarsche monarchie zoodanig tot
stand te brengen, dat de vermogens der
staatsburgers in de gebieden der andere
nieuwe staten door dezen als vijandelijk
eigendom in beslag kunnen worden geno
men. De bepaling, dat de Duitsch-Oosten
rijksche staat zijn staatsburgers daarvoor
schadeloos moet stellen, wordt dan ook als
een hoon beschouwd, daar de vermogens
der staatsburgers, waaruit de staat tot dus
verre zijn inkomsten schiep, hun voor het
grootste deel worden onttrokken. Het geval
doet zich nu voor dat de staat, die daardoor
zijn bronnen van inkomsten verliest, ze hun
teruggeven moet.
De staatskanselier acht het volkomen on
mogelijk, dat Duitsch-Oostenrijk de econo
mische en maatschappelijke orde zal kunnen
handhavenhij meent daarom dat dringend
dè eisch gesteld moet worden, dat artikel
49 uit de vredesvoorwaarden wordt ge
schrapt. v.
Het in den geest van de vredesvoorwaar
den gehouden principe, dat de voor en tij
dens den oorlog tusschen de staatsburgers
der contracteerende partijen vervallende
schulden in de muntsoort van den betref-
fenden geallieerden staat tot den koers van
vóór den oorlog betaald moeten worden,
werd ook toegepast op de schulden tusschen
Duitsch-Oostenrijkers en de onderdanen
van andere nieuw-ontstane staten der mon
archie.
De nota vervolgt dan
Tusschen de oorlogvoerende staten werd
deze bepaling hiermede gemotiveerd, dat de
door den oorlog teweeggebrachte afbreking
van het verkeer de invordering van schul
den onmogelijk maakte. Tusschen Duitsch-
Oostenrijk en de andere gebieden van Oos-
tenrijk-Hongarije is evenwel geen oorlog
geweest, en het verkeer werd nimmer afge
broken. Volgens den vastgestelden bereke
ningssleutel zou een Duitsch-Oostenri jk er
aan een Czech, wien hij 100.000 ongestem
pelde kronen schuldig is, 141,000 Czechi-
sche kronen betalen, die tegen den huldi
gen koers ongeveer 230,000 ongestempel
de kronen waard zouden zijn.
De schuldenaar weet in vele gevallen in
het geheel niet, of de schuldeischer tot een
der andere staten behoort. Het met verschil
lende stempels voorziene kroonbijjet kan
overigens niet als zelfstandig betalingsmid
del .beschouwd worden. Zij hadden op de
toonaangevende buitenlandsche beurzen
deels slechts een kunstmatige, deels in het
geheel geen koers.
Daarom wordt het verzoek herhaald, de
regeling der economische betrekkingen tus
schen de nationale staten aan een bijzon
dere commissie onder voorzitterschap van
de geallieerde groote mogendheden op te
drogen en de vredessluiting niet afhankelijk
te maken van de beëindiging van den arbeid
dezer commissie.
Wat de schulden jegens onderdanen van
de staten betreft, die met de Oostenrijk-
Hongaarsche monarchie in oorlog waren,
werden voorstellen gedaan, strekkende om
de verplichtingen jegens de geallieerde mo
gendheden zoo spoedig mogelijk na te ko
men.
De Duilsche rijksregeering heeft wel een
oproep gericht tot het Duitsche volk, waarin
zij er op aandringt het verdrag na te ko
men, ingespannen te arbeidenen plichts
getrouw te zijn, teneinde het mogelijk te
maken, dat Duitschland uit deze .dagen van
donkerte en leed weer een glonzendex toe
komst te gemoet zal kunnen treden, door op
de aangewezen wijze eensgezind mede te
werken tot de instandhouding van het rijk,
maar niet allen kunnen zich bij de vernede
ringen neerleggen.
Naar de General Anzeiger uit Berlijn ver
neemt, heeft de Duitsch-nationale volks
partij (vroeger: conservatieven) een verkla
ring afgelegd, dat ze de regeering, wanneer
deze gaat teekenen, aanzegt een strijd te
zullen gaan voeren met alle parlementaire
en grondwettige middelen. Aanvankelijk
had het bestuur der Duitsch-nationale partij
zich groote beperking opgelegd ten aanzien
van haar oppositie tegen de regeering en de
meerderheidspartijen in het belang van de
Duitsche eensgezindheid. Maar niet zoodra
zal de onderteekening een feit zijn gewor
den, of een partijcongres zal worden bijeen
geroepen om een protestbetoogïng tegen de
vredèssluiting te organiseeren. Bij deze ge
legenheid zal eveneens de gedragslijn voor
de verdere oppositie worden bepaald.
In Berlijn wordt het onrustig en vooral de
winkels moeten het ontgelden, in verband
met den levensmiddelenwoeker. Vooral in
Moabit hadden allerlei ongeregeldheden
plaats, waarbij de politiebeambten, die tus-
schenbeidc wilden komen, werden omsin
geld en aangevallen. Zij zagen zich genood
zaakt van de wapenen gebruik te mnken.
Verschillende personen werden gewond.
Ook in Charlottenburg zijn den 24en Juni
hónderden vrouwen ten stadhuize getrok
ken, waar zij energieke maatregelen eisch-
ten om een einde te maken aan den gehaten
levensmiddelenwoeker.
Onrust en geagiteerdheid heerschen in de
Duitsche hoofdstad en het lijdt geen twijfel,
dat de noodzaak de wreede vredesvoorwaar
den te aanvaarden, oorzaak zal kunnen zijn,
dat de woelingen zich zullen uitbreiden en
een fysiek en moreel geschokt volk nog
moeilijker zijn verloren evenwicht zal kun
nen herwinnen.
Buitenlandscher Berichtiu
P a r ij s 24 Juni (N. T. A. Draadloos van
Lyon). Voigens berichten uit Versailles,
zoude hel hoofd- der nieuwe Duitsche dele-
galie Hermann M&ller zijn. rcvrrstcr van hu>-
tenlar.dsche zaken in net kobinct-Bauer.
Daer de Duitsche delegatie niet In Versail
les ïol kunnen aankomen vóór Woensdag
avond of Donderdagmorgen, zou de plech
tigheid pas Vrijdag plaats kunnen vinden.
De nieuueDe nieuwe Itah'aansch delegatie
wordt Vrijdagochtend in Parijs vervecht.
Wilson en Clemenceau zijn Woensdagna
middag naar Versailles gegaan orn enkele
schikkingen te treffen, die ve band houden
mei de plechtigheid. Zij zijn ontvangen door
den nieuwen prelect van Seine et Oise, Vi-
try. Wilson en Clemenceau, die zich op het
balcon der slaapkamer vertoonden, werden
het voorwerp eener ovatie der toeschouwers
P a r ij s, 2 4 J u n i. (V. D.) Men verwacht,
dat de Duitsche gevolmachtigden Vrijdag
naar Versailles zullen vertrekken. Wanneer
ze bijtijds aankomen, zal het vredesverdrag
nog Vrijdag geteekend worden, anders ge
schiedt dit Zaterdagmiddag om 2 uur.
P a r ij s, 2 5 J u n i. (N T. A. Draadloos
van Lyon). De Raad van Vier heeft vanoch
tend besloten om over de kwesties van
schadevergoeding en waarborgen, die ver
bond houden met het laten zinken van de
Duitsche vloot bij Scapa Flow, het ver
branden van Fransche vaandels te Berlijn
en de bedreiging van Polen door Duitsch
land gezamenlijk te beraadslagen.
B e r 1 ij n, 2 4 Juni. (W. B.) De rijksre
geering heeft bij het Duitsche volk er op
aangedrongen om: 1. het verdrag na te ko
men 2. te arbeiden en 3. plichtgetrouw te
zi]i\. Er is maar eer weg om uit de duister
nis van dit verdrag te geraken, namelijk het
behoud van rijk en volk door eensgezindheid
en arbeidzaamheid.*
Parijs, 24Juni (R). De Opperste Eco
nomische Raad deed stappen om Litauen
te voorzien van locomotieven en rollend
materieel en de typhus in Polen te bestrij
den.
Hoover berichtte, dat in de maand Mei
168 scheepsladingen voedingsmiddelen zijn
gedistribueerd over 17 landen, een waarde
vertegenwoordigende van 102.375.000 dol
lar. In Armenië en de Balfische landen wer
den vier millioen ondervoede kinderen van
voedsel voorzien.
Brussel, 24 Juni. (H. R.) De Bel
gische ministerraad heeft zich bezig gehou
den met het nagaan der maatregelen, die
genomen zullen moeten worden oogenblik-
kelijk na de onderteekening. Men ging na
welke maatregelen de regeering zou moeten
nemn in zake Molmódy en Eupen en met
betrekking tot België's vertegenwoordiging
in de commissie voor schade, hertsel en
voor de bezette Rijnprovinciën.
Versailles, 24 Juni. (W. B.) Ge
zant von Haniel heeft Clemenceau een
nota gezonden, waarin hij in opdracht van
den rijksminister van buitenlandsche zaken
aan de geallieerde en geassocieeide mo
gendheden vraagt, wanneer de ondeYhandc-
lingen betreffende de overeenkomst over
het bezette Rijngebied kunnen aanvangen.
B e r 1 ij n, 2 4 J u n i. (W. B.) Rijkspresi
dent Ebevt hield heder». namiddag in den
slottuin te Weimar een toespraak tot het
door generaal Marcker aangevoerde lands-
jagerskorps. Daarin zeide hij o.o.
SoldatenDe regeering en de volksver
tegenwoordiging zijn voor een ondragelijke
beslissing gesteld, die zonder voorbeeld is
in de geschiedenis. Wij hebben ons met
alle middelen en alle kracht verdedigd, die
ons ten dienste stonden, maar wij moesten
ten slotte voor het brutale geweld der over
macht zwichten.
Bij een afwijzing der voorwaarden zou na
alles, wat ons over de oogmerken van den
wraakzuchtigen vijand bekend is, nog ver
scherping van den hongersnood, zoo niet
een volkomen verwoesting van Duitschland
zijn gevolgd. Zelfvernietiging en verval zou
den zeker gevolgd zijn.
Dit mocht niet zijn. Ons voik moet blij
ven leven, ook na het vreeselijke wat ge
beurd is. Dit was onze gedachte, toen wij
na een zwaren innerlijken strijd en met
bloedend hart tot het verschrikkelijke „ja"
besloten en deze gedachte zal ook u be
zielen.
Duitschland mag niet ten gionde gaan.
Wij kunnen en mogen ondanks alles weder-
keerig plechtig beloven, ik vcor de regee
ring en gij voot u zelf en uw kameraden,
ons vaderland niet te verlaten, maar vol te
houden.
De president eindigt met een „hoch" op
het vaderland, waarmee alle aanwezigen in
stemden.
Kolberg, 25 Juni. (W. B.) Generaal-
veldmaarschalk von Hindenburg heeft het
opperbevel neergelegd.
In zijn laatste legerorder aan de troepen
betuigt hij allen officieren, onderofficieren
en manschappen zijn diepgevoelden dank en
wekt hij hen op eensgezind voor het welzijn
van het vaderland te blijven werken.
Tegelijkertijd heeft generaal Gröner, de
chef van den generalen staf, ingevolge de
onvoorwaardelijke aanneming van het vre
desverdrag, zijn ontslag gevraagd. Hij heeft
zich intusschen bereid verklaard tot na de
regeling van de toestanden in het Oosten
op zijn post te blijven.
Danzig, 25 Juni. (W. B.) De drie
opper-presidenten van de Oostelijke provin
ciën van Duitschland hebben aan de be
volking van Oosl- en West-Pruisen en Po
sen een proclamatie gericht, waarin zij uit
drukking geven aan het verdriet over de
onvoorwaardelijke aanvaarding der vredes
voorwaarden en verder o.a. zeggen, dat. als
het Oosten op zichzelf stond, het niet de
wapens in de vuist zijn recht om zelf zijn
lot te bepalen en zijn eer zou kunnen ver
dedigen; nu echter mag het de regeering
in het nakomen van het eens gegeven woord
niet hinderen .De gevolgen, die zoo'n daad
voor de landgenooten elders in het rijk met
zich zou sleepen, zeggen zij, leggen ons den
moeilijken plicht op om van den strijd af te
zien en in de gevallen beslissing te berus
ten.
Brussel, 25 Juni. (Havas). In de Ka
mer heeft de minister van marine in ant
woord op een interpellatie verklaard, dat hij
voor België 300,000 ton scheepsruimte van
de Duitsche handelsvloot heeft gevraqgd.
De verdeeling zal eerst na den vrede ge
schieden, doch België heeft de verzekering
ontvangen, dat het ruimschoots zijn deel
krijgt.
Brussel, 25 Juni. (Havas). De regee
ring heeft bij de Kamer een wetsontwerp
ingediend, strekkende om het beheer en da
exploitatie van .spoorwegen toe te vei l: ou
wen aan een autonoom instituut, geneamd:
Régie nationale des railways de Belgiquc.
B e r 1 ij n, 2 4 J u n i. (W. B.) Volgens een
bericht uit Weenen von de Kreuzzeitung
heoft de Duitsche gezant in Weenen, graai
Wedei, wegens onderteekening van het vre
desverdrag ontslag genomen.
Hamburg, 24 Juni. (V. D.) Er heb"
ben ernstige ongeregeldheden plaats gehed.
Den geheelen dag werden op het Raadhuis
plein redevoeringen gehouden tegen de re
geering en de volksveer. Ten slotte be
stormde een opgewonden menigte het raad
huis. Er werd met scherp geschoten. Een
groot aantal gewonden is in de ziekenhuizen
ondergebracht. De strijd duurde eenige uren,
Er zijn groote politie-versterkingen aange
komen.
Hamburg, 24 Juni. (W. B.) Door dt
Kommandantur van Groot-Hamburg werd de
staat van beleg over de steden Hamburg,
Altona en Wandsbeck afgekondigd.
Hamburg, 25 Juni. (W. B.) In den
loop van den nacht namen de Spartacisteni
bezit van het groote stadion nadat ze de
daar geposteerde afdeelingen der volksweer
baarheid hadden ontwapend. Zoodoende in
het bezit gekomen van geweren en mitrail
leuses, onderhielden zij den heelen noch.''
een levendig vuur.
Hamburg, 25 Juni. (W. B) Tegen
twee uur werd het groote station door dr
burgerwacht heroverd
Hamburg. 2 5 J u n i. (W. B.) 's Och*
-tends 4.45 u. Naar de Kommanciantor be
richt. is dank zij het doelbewuste optreden
der regeeringstroepen, volksweerbaarheid on
burgerwacht de omgeving van hel raadhuis
en het groote station van Spartacisten ge
zuiverd. Er zijn licht- en zwaargewonde sol
daten. Een groot aantal gevangenen werd
gemaakt, gewapende burgers werden gear
resteerd en plunderaars uit winkels verwij
derd. Machinegeweren zijn den Spertnciste*
weer afgenomen.
Hamburg, 25 Juni. (WB.^Beves
tigd wordt, dat een deel der burgerwachten
wapens aan de Spartacisten hebben uitge
leverd. Naar de Kommandantur mededeelt,
zijn genoeg troepen ter beschikking om een
verder om zich heen grijpen van d€
„Putsch" te voorkomen.
Rome, 24 Juni (Stefeni). Gc*\eraal
Albricci is tot minister van oorlog be-"
noemd.
Budapest, 24 Juni. (Corr.-Bur.). Het
congres zette heden de beraadslagingen
over het wetsontwerp, voort. De eerste para
grafen worden onveranderd aangenomen.
In he debat over de nationaliteiten artike
len zeide de gedelegeerde Ronaw „Wii wil
len geen voogdijschap over eenigenationoli-
teit uitoefenen en erkennen het volledig
zelfbestemmingsrecht der arbeiders.
Na beëindiging der debatten verklaard*
de afdeelingsvoorzitter, Agoston, dat dé
nieuwe grondwet zeker veel misverstanden
uit den weg zou ruimen en een hei'- mtf
uitwerking op de ontwikkeling van Honga
rije zou hebben.
Hierna ging men over lot de verkiezing
van het bij de nieuwe grondwet voorge
schreven centraal uitvoerend comité, daf
143 leden telt.
Met het aannemen van het grondwetsont
werp heeft de eerste zitting van het Sov
jetcongres zijn arbeid geëindigd.
De president van het congTes, Bokan\i,
wierp in zijn slotrede een terugblik op derc
geleverden arbeid. Hij bracht naar voren,
dat dc Sovjetrepubliek de vuurprofe door
staan heeft en hij .richtte tot de aanwezig
gedelegeerden den oproep, om verder W
bouwen aan de macht van Let industrieel*?
Hoed u niet voor het kwaad, hoed u voor
den schijn.
FEUILLETON."
DE SPOOKH0EVE
door
'JEAN WEBSTER.
Schrijfster van Vadertje Langbeen.
Vertaald door A. Qüaides de, Quarles.
6
„Het hing vroeger beneden, maar na haar
huwelijk liet mijn vader het boven brengen.
Hij hield de deur op slot tot het bericht van
haar dood kwam, toen werd dit vertrek tot
logeerkamer ingericht. Hij komt hier zelf
nooit, hij wil het portret niet zien."
Radnor sprak kortaf, doch met iets van
bitterheid in zijn toon. Ik kon zien, dat hij
het gebeurde diep voelde. Na eenige vluch
tige woorden, zeide hij ietwat brusk goeden
nacht en .liet mij aan mijn herineringen over.
in plaats yan naar bed te gaan, begon ik
toit te pakken. Ik was moe, doch klaar wak
ker. De stuiptrekkingen van tante Sukie en
Dns onderzoek met toortsen naar het spook,
waren iets geheel nieuws in mijn leven en
Ijj werkten nu niet bepaald kalmeerend.
Toen ik klaar met uitpakken was, vlijde ik
me in ©en gemakkelijken stoel neer en be-
studeerde het oortret. Het was een ffroot
doek in den romantischen stijl van Romney,
met een landschap als achtergrond. Het
meisje was in een golvend roze gewaad ge
kleed, een tuinhoed, met rozen gevuld, ben
gelde aan een arm, terwijl een Schotsche
herdershond met groote, glanzende oogen
tegen haar aangedrukt lag. De houding, de
stoffeering, dat alles was kunstmatig, doch
de schilder had haarzelf goed getroffen.
Nannie's gelaat keek uit de lijst, zooals ik
het me van lang geleden herinnerde. Jeugd,
vroolijkheid en goedheid zweefden om haar
lippen en lachten in haar oogen. De schil
derij scheen een voorspelling van al het ge
luk, dat de toekomst zou brengen. Nannie
op achttien jaar met het leven voor zich I
En drie jaar later lag zij op sterven in een
naargeestg stadje in 't Westen, gescheiden
van haar vriendinnen uit haar meisjesjaren,
zonder een enkel woord van vergiffenis van
haar vader. Wat had zij gedaan, dat dit haar
lot moest zijn Alleen haar wil tegen den
zijnen gekant en den man gehuwd, dien zij
lief had. Haar man was arm, maar, riaar wat
ik gehoord had, een heel geschikte kerel.
Toen ik het levendige, lachende gelaat be
keek, voelde ik een warme golf van toorn
jegens haar vader in me opkomen. Welk een
groote mate van wraakgierigheid moest die
man bezitten om nu nog wrok jegens een
dochter te koesteren, die reeds vijftien jaar
in het graf lag. Er was zoo iets ontzettend
treurigs in die onvervulde verwachting der
schilderij. Ik blies de kaarsen uit om een
glimlach van de arme kleine Nannie uit mijn
gedachten te zetten.
Ik zat eenigen lijd met mijn oogen somber
op de gloeiende sintels gevestigd, toen ik
opgeschrikt werd door het zware gegalm
van de gangklok, die langzaam twaalf sloeg.
Ik stond half lachend en geeuwend op. Het
eerste van de bevelen van den dokter 3. as
„Vroeg naar bedï" geweest. Ik kleedde me
haastig uit, doch alvorens in bed te stappen,
bleef ik een oogenblik bij het open ver.ster
staan, aangelokt door de frissche geuren
van geploegd land en het uitbottende jonge
groen, die met den vochtigen wind naar bin
nen kwamen. Het was een woeste rvacht, de
nieuwe maan hing laag in de wolken. O ei
het grasveld vlogen schaduwen, die elkaar
achtervolgden en de boomen zwaaiden door
den wind op en neer. Het was lang geleden,
dat ik zoo'n vredig natuurtafereel aan
schouwd had. New-York met de drukte en
het rumoer in zijn straten, met de vreese-
Üikheden van Terry's morgue, scheen in
een ander werelddeel te liggen.
Doch plotseling werd ik in het tegenwoor
dige teruggeroepen, doordat ik, vlak onder
me, het zachte, trillende piepen van een
openschuivend raam hoorde. Op mijn hoe
de, keek ik voorzichtig naar buiten en zag
tot mijn verbazing Mose hoewel het vrij
donker was, kon ik mij niet vergissen in ziin
sukkeldrafje en zijn lange stappen uit de
schaduw van het huis naar voren sluipen en
zich over het open grasveld naar de verla
ten negerhutten begeven. Terwijl hij liep,
boog hij bijna dirbbel onder een groot, zwart
pak, <lat hij in zijn armen droeg. Hoewel ik
mijn oogen inspande om hem te volgen,
kon ik niets meer onderscheiden, en ver
dween hij in de schaduw' van de laurieren.
Ik werd vroeg wakker en haastte me met
kleeden, verlangend om beneden te zijn en
mijn laatste bevindingen mat Mose betrof,
te vertellen. Mijn eerste aandrift was ge
weest de huisgenoolen te wekken, doch bij
nader inzien, besloot ik kalm tot den mor
gen te wachten. Cc was daar achteraf blij
om, want nu het zonlicht door de ramen op
het Oosten naar binnen stroomde en het
frissche briesje het geluid van tjilpende vo
gels meebracht, scheen het leven me vroo-
lijker toe dan den avond te voren en de
geschiedenis van het spook kreeg een aan
merkelijk kluchtiger aanzien.
Een geest, die een luchtstroom deed ont
staan en daardoor gebraden kippen naar
buiten liet zweven, had naar mijn idee een
origineele vindingrijkheid. Sinds mijn ont
dekking van middernacht, was ik er vrij"
zeker van, dat ik kon bewijzen wie het
spook was. toen ik er aan dacht hoe
meesterlijk Mose de leiding van het opspo
ren op zich genomen had, meende ik, dat
Mose slimmer was dan Rad hem geloofde
Ik ging naar beneden met mijn oogen en
ooren wijd open, voorbereid op verdere
openbaringen. Wat voor lastige gevallen in
mijn beroep ook voorgekomen waren, nooit
had ik met iets bovennatuurlijks te doen ge
had, en de jacht op een onvindbaar spook
leek mij een welkom contrast met de meer
dan materiëele bijzonderheden van mijn
laatste zaak. Ik had nu wat Terry een „te*
genprikkel" zou noemen.
Het was nog vroeg en de kolonel, zoomin
als Radnor, waren verschenen, doch Salo
mo veegde de stoen van het terras aan en
ik wendde me tot hem. Eerst was hij nief
zeer toeschietelijk om het onderwerp hef
spook aan te roeren, daar hij mijn twijfel
vermoedde, doch eindelijk zeide hij
„Sommigen zeggen, dat het een vrouw is,
die lang geleden een van de Gaylord's had
moeten trouwen, maar het niet deed en dat
zij wegkwijnde en stierf. En sommigen zeg»
gen, dat het een zwarte man is, dien cef
ven hen doodgegeeseld heeft".
„Wat denk jij er van?" vroeg ik.
„De hemel beware me, mijnheer Arnold,
ik denk niets. Het is best mogelijk, dat hel
allebei is. Als een geest onrustig wordt, dan
wekt hij al de andere op. Zij krijgen hef
zoo eenzaam daar zoo heel alleen :n mm'
graf, dat zij bijna gek* van verlangen naar
gezelschap worden. En als zij elkanr niet
kunnen krijgen, dan zoeken zij 't bii de
menschen. Een mensch, dat in betrekking
met een spook staat, mijnheer Arnold, is
nooit zichzelf meer. Hij is dan nog maar half
wijs, zooals Mose".
„Is dat het geval bij Mose poogde itë
verder te peilen. „Gaat hij met geesteif
om
„Mose was zoo geboren, maar ik veron*
derstel, dat dat het geval was bij zijn moeder
en hij het overgeërfd heeft".
„Dat was gisterenavond tooh een heel
ongewoon iets, dat een spook een kip stal,
niet waar?"
„Het schijnt, dat spoken, evenals andere
menschen, ook hun grapjes hebben", was al
wat Salomo verder zei.
fWordt vervolgd)*