J. J. POLDERMAN,
BINNENLAND
Uit de Pers
iasch een voorwerp, dat het model van een
£kapwagen bleek 'te zijn. Onmiddellijk zag
.[Carnegie het belang der zaak in en verzocht
W. Woodruff aldus heette de uitvinder
i©n\ de volgende week bij zijn chef te komen.
'Ook deze begreep de waarde der uitvinding
sloot eene overeenkomst, volgens welke
|!twee wagens als proef op den spoorweg zou
den loopen."
,,Mr. Woodruff vroeg mij, of ik geen aan
deel in de zaak wilde nemen," aldus schrijft
Carnegie. Niets liever, luidde het antwoord,
maar.hoe aan de maandelijksche stor
tingen van ƒ540 te komen? Ik bezat niets
|en wist ook niet, hoe dat geld te verkrijgen.
jQBindelijk besloot ik aan te kloppen bij den
;lb«nkier van ons stadje en vroeg hem die som
te leen, met belofte van elke maand 40 af
te betalen. Dadelijk stemde hij toe. Nooit
£al ik vergeten, hoe hij zijn hand op mijn
schouder legde en zeideO yes, Andry,
you are all right l"
Door deze speculaties werd Carnegie
schatrijk. Hij stichtte met dat vermogen
ijzer- en staalfabrieken, die zich ieder jaar
uitbreidden en jarenlang als de grootste van
de wereld gegolden hebben.
Hij liet van zijn rijkdommen ook anderen
profiteeren. Zijn filantropische neigingen
zette hij om in daden door de stichting van
verschillende arbeidersbibliotheken, o. a. in
zijn geboorteplaats, in Pittsburg en in Edin-
hurg. Toen hij in 1899 zijn zaak in een
naamlooze vennootschap had omgezet, trok
hij zich zelf uit het bedrijvige leven terug
en wijdde zich geheel aan het beheer van
zijn schatten, die hij aan tallooze instellin
gen ten goede liet komen. De totale som,
die hij voor sociale en liefdadige doeleinden
heeft besteed, wordt geschat op 200 millï-
oen dollar. Carnegie heeft ook verschillende
geschriften gepubliceerd, o. a. „An Ameri
can Four-in-hand in Britain", „Round the
World", The empire of business". De mees
te opgang hebben zijn artikelen gemaakt
onder den titel „Het Evangelie van den
Rijkdom."
Carnegie dioeg ontelbare ordeteekenen,
w.o. het Grootkruis van de Oranje-Nassau-
orde. Van ruim. 50 steden in Engeland en
Ierland was hij eere-burger.
Van zijn stichting „Het Vredespaleis"
heeft hij niet veel plezier beleefd. Het staat
too goed als op non-actief.
De Belgische qneg'fle.
De Standaard bespreekt nog eens de
Belgische quaestie, en wijst erop, dat in de
Belgische pers niet zonder luidruchtigheid
gepleit wordt voor een voldoening van de
verstgnande wenschen van België, en met
een theatraal gebaar gevraagd woTdt, 'dat
1de proote mogendheden gedenken zullen,
wat België In den wereldoorlog heeft ver
dicht.
Van fllle^zifden, zoo vervolgt het blad,
wordt ginds getracht invloed uit te oefenen
op de te nemen besluiten en zelfs allerlei
minder juiste voorstellingen doen dienst, om
de balans naar de Belgische zijde te doen
overhellen.
Natuurlijk vraagt dit optreden van onze
zuiderburen in hooge mate onze aandacht
en 't moet erkend worden, dot het nu en
dan prikkelend werkt. Er is zelfbeheersching
noodig, om onzerzijds in volkomen kalmte
de zaken te blijven beschouwen en zonder
een worm hoofd telkens weer de scheef ge
trokken verhoudingen recht te zetten.
Geconstateerd mag worden, dat de zaak
van Nederlondsche zijde op een rustige
wijze wordt behandeld. We voelen zeer wel
al het onaangename, dat in Belgïë's optre
den schuilt en verbloemen niet, dot een
betere verstandhouding met onze buren
daardoor niet in de hand wordt gewerkt
maar onzerzijds is er geen sproke van een
prikkelende en onaangename houding. Bitse
woorden over de onjuiste voorstellingen,
die dag aan dag in allerlei Belgische stuk
ken worden gegeven, worden ten onzent
niet gebruiktmen bepaalt zich hier tot een
te nemen, dat neemt niet weg, dat hier te
gindsche zijde der Schelde met veel ver
toon wordt opgedischt en uitgedacht.
Doch, al is aan deze zijde der grens over
het geval geen spoor van opwinding waar
te enmen, dat neemt niet weg, dat hier te
lande de oogen en ooren terdege worden
opengehouden en we niet van plan zijn om
ons te laten overbluffen.
Trouwens, we hebben op deze moeilijk
heid voldoende kunnen rekenen en waren
reeds bij het uitbreken van den oorlog ei
van op de hoogte, dat, als de finale afreke
ning zou komen, het voor ons land zaak zou
wezen op zijn tellen te passen.
Men kan er verzekerd von zijn, dat dit
voldoende gebeurt.
Buitenlandsche Zaken heeft te Parijs
reeds getoond, dat er niet mee te spotten
is; het succes van onzen Minister was niet
gering. Men kan het beleid in dezen veilig
in zijn handen loten. Daarbij komt dat de
Minister voor de behandeling der zaak over
uitnemende krachten beschikt, zoodat v.re
de afwikkeling van deze moeilijkheid in alle.
kalmte tegemoet zien.
We kunnen hier juist zoo kalm wezen,
omdat we weten dat de zaak in zoo uit
nemende handen is.
Berichte*
De Staatscourant van 12 Augustus be-
zfat o. m. de volgende Koninklijke Besluiten:
op verzoek eervol ontslagen met dank, J.
f*I. Hendrix, lid van Gedeputeerde Staten
pan Noord-Holland, als lid en onder-voorzit-
j£er van de salaris-commissie voor burgerlijke
(Rijksambtenaren;
5 benoemd als zoodanig mr. J. N. J. E. Heer-
pens Thyssen, lid van de Provinciale Staten
,Van Noord-Holland, wethouder ven Halen;
t benoemd tot opzichter bij het Rijksmu
seum te Amsterdam J. C. Nicolal aldaar;
yerzoek eeryol ontslagen de liut.-kolo-
nel A. Dozy als militie-commissaris in Dren-
the;
benoemd tot directeur van de filiaal-in
richting van het Koninklijk Meteriologisch
Instituut te Amsterdam P. H. Gallee, ad
junct-directeur bij het gemeld instituut te de
Bilt.
benoemd bij het Reserve-personeel der
Landmacht, bij het Wapen der Infanterie, bij
den Stal van het "Wapen, tot resêrvc-tweedc-
hiitenant vgor Speciale Diensten de milicien-
sergeant J. P. Aschofl, van het 11e regiment
Infanterie
benoemd bij het reserve-personeel dCr land
macht, bij het dienstvak der Intendance, tot
Reserve-Ecrste-Luitenant voor Speciale Dien
sten
a. gerekend van 28 Juni 1919, de Rcserve-
Tweede-Luitcnant voor Speciale Diensten A-
Peters, van dat dienstvak
b. met ingang van 9 Augustus 1919, de Re
serve-Tweede-Luitenant voor Speciale Dien
sten P. H. Ottervanger, van dat dienstvak
de Kapitein P. Wcijs van het 4de Regiment
Infanterie, ter zake van tijdelijke ongesteld
heid op non-activiteit gesteld
met ingang van 16 Augustus 1919 aan den
sedert tot Ritmeeser bevorderden, gepensio
neerden Eersten Luitenant R- A. baron van
Hardenbroek van Lookhorst van het Wapen
der Cavalerie, en aan den sedert tot Kapitein
bevorderden gepensioneerden Eersten-Luite
nant C. A. van "Woeldcren, die bij Koninkl.
Besl. op hun verzoek weder werden in dienst
gesteld ter zake van ongeschiktheid voor
de verdere waarneming van den militairen
dienst fen gevolge van lichaamsgebreken, on
der toO cnning van vernieuwd pensioen, op
nieuw een eervol onslag uit den militairen
dienst verkend
met o wijking in z-overre van de bestaan
de organisatie, in zijnen rang en ouderdom
van rang overgeplaatst bij het Wapen der
Koninklijke Marechaussee en wel bij dc 2de
Divisie, de Eerste-Luitenant "W- van den Hoek
van het le Regiment Veld-Artillerie
is met ingang van 16 Augustus 1919,
le. een eervol ontslag uit den militairen
dienst verleend aan de Reserve-Majoors der
de Infanterie der Landweer B. Teensma en
G. A. Vries, beiden als zoodanig tijdelijk be
noemd
2e. zijn benoemd bij het reserve-personeel
der landmacht, met bestemming voor den
dienst bij de Landweer, tot Rcscrve-Majoor-
Commandant onderscheidenlijk in het 24ste,
het 35ste en het 48ste Landweerdistrict, de ge-
pensionneerde kapiteins, met tilulairen rang
van majoor der Infanterie, B. Teensma, G.
A. Vries en de gepensionneerde kapitein der
Infanterie F. Kilian, allen van het leger in
Nederlandsch-Indië
A. benoemd bij het Reserve-personeel der
landmacht tot res.-le luitenant bij hun tegen
woordig korps
I. Bij het "Wapen der Infanterie, a. met in
gang van 9 Augustus 1919, de res.-2e luiten.
M. A. J. H- Kruijtzer van het 13e, J. H. Stal-
fogrt van het 17e, G. Kruijs van het 7e, A. v.
Zoelen van het lc, A. te Velde van het 4e^ H.
G. Hootsen van het 20e, A. G. J. y. Jngen van
het 18e, A. B. A. van Heus den van^het 6e, E-
G. Tobi van het 2e, J. J. Tenvminok van het
3e, "W. van "t Hoog van het 17e, G- v. <1. Held,
van het 21e, J. H. Jonas van het 22e, W. R-
Smits en J. II. B. Kernkamp beiden van het
21e, G. H. C. Hart van het 3e, M. J. Bos van
het 21c, dr. A. A. J. Dirveu van het 17e, H. v.
d. Bok en W. P. J. v. Oirschot,; beiden van
het 3e, A. J. C. Nugteren van liet 17c gedeta
cheerd bij het leger in Ned.-Indië, G. A. ten
Hoopen, van het 3e, A. B- II. van Riemsdijk,
van het 17e. A. J. Heken en E. H. Schippers
beiden van het 3e, D. C. v. d. Waal van het
21e, J. Siebenga van het 22e, P. J. L. v. He
men en H. R. Hoetink, beiden van het reg.
jagers, R. B. de Boer van het 22e, A. S v. d.
Zwan, van het reg. grenadiers, J. W. de
Groot van het 21e, J. C. Versluys van het 3e,
C. Maathuis van het le, H. J. J. M. Lips van
het 3c, A. L. A. van Dimmelen \an het 22e,
H. van Hoorn, van het 2e, E. R. Peters van
het 3e, J. Anema, van het 2de, J. H. van der
Bend van het 22c, J. Schol, J. Valle en F. C-
W. Koker, allen van hl 21ste reg.
b. mei ingang van 14 Augustus 1919 dc re-
serve-tweede-luilenants I. Noteboom, van het
3e, K. W. Koop van het 1ste reg.;
II. bij het wapen der artillerie
a- met ingang van 9 Aug. 1919, de reserve-
tweedc-luitenants J. J. Noest, van hel 3e reg.
veld-artillerie, J. P. Slooft, van het 1ste reg.
vesting-artillerie, J. H. Hoog van het 3e reg.
vest-art.., S. L. Groenewoud, van het le reg.
vest.-art., mr G. H. E. Nord Thomson, J. bi-
Bijvoet en W. Vrijlandt, allen van het 2c reg.
vest.-art- C. de Bouvrie, van het 3de reg. vest-
art., J. W. van der Sande, C. J. de Gruyter
H. R. Stoett, H. T. Asser, A. Tuytel, J. Jacobs,
en L. Kloek, allen van het 2e reg. vest -art.,
H. J. Siegmund van het korps pontonniers,
Accountant en Leeraar M. 0. Boekhouden; Anna Paulowiialaan l.[
Opmaken van Balansen en verdere AcconntantAwerkzaamliedei».
H. U. S. "Weiland van het 2c reg. vest.-art.,
mr. S J. Pit, Jhr. J. F. van Benthem van
den Bergh en J. C. van de Velde, allen van
het le reg.-vest.-art, R P. Wccrsmn en P. M.
van Sermondt. beiden van het 3e reg. vest.-
art., B. A. Sanders, van het korps pontonniers;
b. met ingang van 11 Augustus 1919, de re
serve-tweede luitenant N. C. Visser van het
2e reg. vest.-mt.;
III. bij de infanterie dor landweer
o. met ingang van 11 Augustus 1919 de re-
serve-tweedc-luitenants F. A. M. J. Bergman,
van het 35ste bataljon, mr. J. G. Steneker, van
het 22e bat-, II. Kingma, van het lc bat., C.
Drinkwaard van het 35ste bat., J. L. Kuypers
van het 14e bat., P. H. A. van Lis, van het
3-le bat., L. M. J. H. Ilollman, van het 4Se
bat., J Offerhaus, van het 22e bat,;
b. met iitgang van 1 Augustus 1919 dc re-
serve-tweed-iuilenarit P. M. J. Daverveldt, van
het 40e bat.;
c. met ingang van 19 Augustus 1919, de re-
serve-tweccle-luitenanls A. G. II. Nurks, van
het 31e bot. N. Kapper, van het 27c bat..;
B. lijdelijk benoemd bij het reserve-perso
neel der landmacht, bij de artillerie der land
weer met ingang van 26 Augustus 1919 tot re-
servc-teersile-luilenant, de tijdelijk benoemde
reserve-twecde-luitenanls J M. Linkstok, en
C. J. B. Doude van Troostwijk, beiden van de
artileric der Landweer.
De minister van Koloniën, de heer
Idenburg, zal dezer dagen met een buiten-
landsch verlof voor den tijd van drie maan
den de residentie verloten,
gedurende dien tiid zal, van morgen af,
het beheer van het departement van Kolo
niën worden waargenomen door minister
Ruys de Beerenbrouck.
Minister Idenburg met ver-
1 o f. Naar wij vernemen, houdt het buiten-
landsch verlof van den minister van Kolo
niën verband met diens gezondheidstoe
stand. Minister Idenburg moet zich name
lijk reeds eenigen tijd ovenverkt gevoelen,
zoodat rust gewenscht scheen. Vandaar dat
de minister voor drie maanden naar het
buitenland vertrekt. Reden tot eenige onge
rustheid aangaande 's ministers gezondheid
is er echter niet.
Onz« gêiant te Braistl.
Naar wij uit goede bron vernemen zijn
alle berichten omtrent een plaats gehad heb
bende benoeming van een gezant te Brussel
ter vervanging van Jhr. mr. H. van Weede
als voorbarig te beschouwen.
Onze gezant bij het Vaticaan, jhr. mr.
O. F. M. van Nispen tot Sevenaer is hier ter
stede met verlof aangekomen om tot onge
veer half September in ons land te veoeven.
De consul der. Nederlanden in afge-
meenen dienst, de heer Th. J. de Meester,
is tijdelijk werkzaam gesteld aan de directie
van Economische Zaken van het ministerie
van Buitenlandsche Zaken.
rir verband met de uitzending van den
vice-consul der Nederlanden in algemeenen
dienst de heer W. A. A. M. Daniels naar
Smyrna, ten einde belast te worden met de
tijdelijke waarneming van het consulaat-ge
neraal aldaar, zal genoemde heer voor be
langhebbenden te spreken zijn op Dinsdag
19 dezer, voormiddags tusschen 1012 en
namiddags tusschen 2—4 uur aan de direc
tie ven Economische Zaken van het ministe
rie van Buitenlandsche Zaken.
lVederland en België.
De correspondent te Parijs van de N. R.
Ct. seint:
De Belgische delegaiie, die hier voor de
commissie tot herziening van de tractaten
van 1839 haar opvattingen uiteenzet, moet
zich houden aan de grenzen, die er aan ge
geven- zijn door de vredesconferentie in
haar besluit van 4 Juni, waarin gezegd is,
dat er bij de onderhandelingen van Neder
land en België geen sprake kan zijn van
gebiedsafstand, noch van internationale
servituten en dat de kwestie van de water
wegen tusschen Nederland en België afzon
derlijk behandeld moet worden. De Belgische
afvaardiging heeft verklaard overtuigd te
zijn, dat zij in haar conclusies deze grenzen
niet te buiten is gegaan. De conclusies, die
zij thans voorstelt, komen op het volgende
neer:
Terwijl minister Hymans vroeger sprak
van attributen van soevereiniteit op de
Schelde en het kanaal Gent—Terneuzen,
spreekt nu de Belgische afvaardiging van
het beheer (maitrise) over die wateren, op
dat België in staat gesteld zou worden alle
werken uit te voeren, die door België op die
wateren noodig geacht worden en zoo noo
dig op het oevergebied. België zou zich dan
belasten met de bebakening, de verlich
ting, den loodsdienst, de draadlooze tele
grafie, de afwatering van Zeeuwsch-Vlaan-
deren, enz. Wat betreft de verbinding van
België met het achterland en den Rijn,
wenscht de Belgische delegatie uitbreiding
van een kanaal door de zoogezegde enclave
van Maastricht en beheer van dat gedeel
te van het kanaal door België; vervolgens
een door België beheerd Rijn-Maas-Schel-
de-kanaal, beheerd door België en corres-
pondeerende spoorwegverbindingen; een
economische overeenkomst betreffende het
vervoer door Limburg en ten slotte het aan
leggen van een kanaal AntwerpenMoer
dijk. De politieke en militaire verlangens ko
men neer op een militaire conventie voor
de gemeenschappelijke verdediging van
Limburg en openstelling van de Schelde in
tijd van oorlog voor de schepen van België
en zijn bondgenooten.
nister. De Standaard is dus blijkbaar ge
heel verkeerd ingelicht."
C. J. K. van Aalst. Naar wij ver
nemen is de heer C. J. K. van Aalst, pre
sident der Nederlandsche Handel Maat
schappij door de Fransche regeertng be
noemd tot groot-officier in de Orde van het
Legioen \an Eer.
Hij heelt deze onderscheiding gistermid
dag in het gebouw der Fransche legatie ont
vangen uit de handen van den zaakgelas
tigde den heer Prévost.
De ei'kelier.
Een Rëtïéberlcht meldt, dat Bonar Law
in bet Lagerhuis in antwoord op een vraag
betreffende het rechtsgeding tegen den er-
keizer of stappen bij de Nederlandsche re
geering gedaan zijn, heeft gezegd, dat hij-
niets kan toevoegen aan hetgeen reeds gezegd
was over dit onderwerp. Op het laatste ge
deelte van de vraag was het antwoord ont-
kennend.
Jter. de SaTornla SLohsannea
do activisten.
Naar aanleiding van de bewering ven de
(Belgische) „Standaard", als zouden de Sa-
vornin Lohman en A. Kuyper op de hand
der activisten zijn geraakt en zou door hun
tus schenk om st de heer van Vollenhoven
niet tot Nederlandsche gezant in Brussel zijn
benoemd, schrijft jhr. mr. A. F. de Savornin
Lohman het volgende in de „Nederlander
„Het ligt natuurlijk niet op mijn weg dat
gene wat het Belgische blad omtrent de uit
geweken activisten meldt, met wier hande
lingen ik totaal onbekend ben, te weerleg
gen. Wel kan ik zoo beslist mogelijk tegen
spreken, dat Minister van Karnebeek niet
ongevoelig schijnt le zijn aan de tusschen-
komst van mij over die van anderen Van
ik mij niet uitloten, omdat ik daarvan abso
luut niets weet of dat ik op de hand van
de activisten zou zijn geraakt. Noch met de
al- of niet benoeming van den heer Van
Vollenhoven, noch met de activistische be
weging in België heb ik mij ooit bemoeid,
veel minder nog met het oog daarop, in
vloed trachten uit te oefenen bij eenigen Mi-
Sc'hatkistpapier. Bij Kon. Be
sluit van 9 Augustus 1919 (Staatsblad no.
535) is de minister van Financiën gemach
tigd tot de uitgifte van schatkistbiljetten en
schatkistpromessen tot een gezamenlijk be
drag van honderd twee en negentig millioen
gulden 192.000.000), waarvan drie en
zeventig millioen gulden 73.000.000) op
de Middelenwet 1918, twee en zeventig mil
lioen gulden 72.000.000) op de Midde
lenwet 1919 en zeven en veertig millioen
gulden 47.000.000) op de Wet voor het
Indisch kastekort 1919 zjjn aan te wijzen.
De rente der uit te geven schatkistbiljet
ten wordt, zoolang daaromtrent niet anders
is beschikt, bepaald op 4M pet.
Raden van Arbeid. Dezer dagen
is de Koninklijke goedkeuring aangevraagd
op de statuten der „Vereeniging van Voor
zitters van Raden van Arbeid", waartoe alle
39 voorzitters dier Raden zijn toegetreden.
Volgens de statuten stelt de Vereeniging
zich ten doel de behartiging van de gemeen
schappelijke dienstbelangen en de bevorde
ring van de richtige uitvoering van de wet
ten, betreffende de sociale verzekering. De
Vereeniging houdt hare vergaderingen te
Utreoht.
Het bestuur der Vereeniging is samenge
steld uit de heeren mr. W. H. M. Werker,
voorzitter; jhr. mr. E. B. F. F. Wittert van
Hoogland, onder-voorzitter; C. J. van der
Hegge Spies; I. G. Keesing en Th. W. teNuyl
onderscheidenlijk voorzitters der Raden van
Arbeid te Amsterdam, 's Gravenhage, Rot
terdam, Zaandam en Deventer.
Eedsaflegging in eigenlan
den. De minister van Binnenlandsche Za
ken heeft aan Ged. Staten van Gelderland
meegedeeld, dat het oudste aanwezige lid in
jaren bij ongesteldheid, afwezigheid of ont
stentenis van den burgemeester, op 2 Sept.
a.s. krachtens art, 77 tweede lid der Ge
meentewet als voorzitter van den raad optre
dende, en aldus het raadslidmaatschap aan
vaardende, in eigen handen de voorgeschre
ven eeden aflegt en vervolgens de overige
raadsleden beëedigt
Eedsaflegging door den voorzitter in eigen
handen is voor de raadsvergadering geen in
stituut, dat uitgesloten is te achten door art.
39 der Gemeentewet Zij vindt eveneens
plaats, wanneer de burgemeester voorzitter
van den raad tot raadslid benoemd deze
laatste functie aanvaardt.
Een verboden I Mef-optocht.
Antwoord van den Minister van Oorlog
ten vervolge op de beantwoording van de
vragen van den heer L. M. Hermans be
treflende het weigeren van vergunning tot
het houden van een optocht op 1 Mei j.l. aai*
het afdeelingsbestuur van de S. D. A. P. te
Arnhem.
In aansluiting aan mijn brief van 4 Juli
1919, no. 227, deel ik u mede, dat neder
bekomen inlichtingen mij dringen het laatste
lid van mijn antwoord op de vragen van het
lid Hermans te wijzigen als volgt
De officier, op wien de uitoefening van
het militair gezag te Arnhem sedert dien
was overgegaan, heeft vergunning verleend
voor .den optocht op Pinkstermaandag, na
dat gebleken was, dat de burgemeester van
Arnhem met het oog op de strekking van
den optocht daartegen niet het minste be
zwaar had, doch ter wille van een gelijke
behandeling een afwijzende beschikking in
overweging had gegeven.
B. en W. van 's-Gravenhage, hebben
thans den gemeenteraad aangeboden een
ontwerp-verordening op de heffing en in
vordering eener straatbelasting.
Tegenover de goede redenen, welke plei
ten voor de heffing van een bijdrage in de
kosten voor verharding en verlichting van
de straten en voor de rioleering en het
voordeel om naaml. vennootschappen en
daarmee gelijk te stellen rechtspersonen in
meer beteekenende mate in de gemeentelij
ke lasten te doen bijdragen, zien ook B. en
W. de daaraan verbonden bezwaren niet
over het hcofd. In het bijzonder erkennen zij
de mogelijkheid, dat de straatbelasting door
de eigenaren, van wie zij wordt geheven,
wordt verhaald op de huurders door verhoo
ging der huursom. B. en W. hebben in hun
ontwerp getracht aan dit bezwaar zooveel
doenlijk tegemoet te komen door perceelen,
bewoond door de minder draogkrachtigen,
niet of lager te belasten. De vermoedelijke
opbrengst der straatbelasting zal ongeveer
575.ÖOO per jaar zijn.
Voorts hebben B. en W. den raad aange
boden een nieuwe verordening op de hef
ing van leges en een daarbij behoorende
invorderingsverordening, welke beoogt een
betere regeling van bet voltrekken
van huwelijken mogelijk te maken en
verder de tarieven voor het verkrijgen van
stukken en bescheiden ter gemeentesecre
tarie meer in overeenstemming te brengen
met den kostprijs. De gestadige aanwas
van het getal der per jaar voltrokken hu-B
.welijken (welke getal in 1878 was: 895, inten, waarvan de voorbereiding werd opge<
1888: 1159, in 1898: 1397 in 1908: 2058,
in 1912: 2481 en in I9!8: 2335). Is het
meest merkbaar op de Woensdagen en de
Vrijdagen, als van des v.m. 10 uur tot des
middags 12 uur gelegenheid wordt gegeven
voor kostelooze huwelijksvoltrekking. Met
het oog op deze toeneming stellen B. en
W. thans in de ontwerp-verordening voor,
één bepaalden dag aan te wijzen voor hu
welijksvoltrekking onderscheidenlijk tegen
een recht van 15.en van 30.Voor
het eerste geval ware de Woensdag en voor
het tweede de Vrijdag te bestemmen. Ver
der is het wenschelijk gebleken voor perso
nen, die ongaarne gebruik willen maken
van de kostelooze huwelijksvoltrekking en,
hoewel niet ongenegen tot betaling van
eenig recht, bijv. 5.—, bezwaarlijk hel
thans als minimum bepaalde recht voor bij
zonder trouwen zouden kunnen voldoen, de
gelegenheid open te stellen om te worden
getrouwd in groepen van een beperkt aan
tal bijv. ten hoogste zes paren. Ten
slotte wordt voorgesteld het tarief voor der
Donderdag (het hoogste tarief, dat thans
60.'is) te bepalen op 100.
Leening gemeente Eindho
ven. Bij de firma Arnold Gilissen Co.,
de Credietver. De Hanzebank (Centrale
Bank) en de firma Lentjes Drossaerts, is
op 19 Aug. o.s. de inschrijving opengesteld
op de uitgifte van 1.650.000 5'-.' pet. obli-
gatiën ten laste der gemeente Eindhoven,
verdeeld in 1200 coupons van 1000 en
900 van 500, tegen den koers van 99
pet. De storting zal moeten plaats hebben
op 1 Sept. 1919, ten kantore van inschrij
ving.
Bioscoop en onzedelijkheid.
In de raadsvergadering te Monnikendam
kwam aan de orde een adres van het raads
lid Joh. Oosterbaan, houdende verzoek o
het gedeelte gemeentegrond, waarop de
barak van het Witte Kruis, in erfpacht te
mogen hebben. De voorzitter deelde mede,
dat de heer Oosterbaan, die eigenaar van de
barak is geworden, dit gebouw wil inrichten
voor bioscoop. De heer Oosterbaan deelde
mede, dat hij tot dit plan was gekomen, om
dat in de gemeente geen gelegenheid voor
amusement is en op deze wijze daar nu in
kan worden voorzien. Het is de bedoeling
van adrssant om steeds goede films te veï-
toonen en de burgerij in de gelegenheid te
stellen, deze voor weinig geld te kunnen
zien. Eenige raadsleden verklaarden ?;^h
tegen het verzoek, omdat zij van me*-
zijn, dat de bioscoop de onzedelijkheid
zeer bevordert, waarvoor gewaakt dient te
worden. Een der leden meende, dat, waar
fn dit geval de bioscoop buiten de bebouwde
kom van de gemeente kwam te staan, dit
bij het uitgaan ook aanleiding tot onzede
lijkheid zou geven.
De voorzitter merkte nog op, dat de bios
coop vaak nuttig werk doet en dat toch op
de te vertoonen films toezicht kan worden
gehouden, ook bij het uitgaan van de bios
coop.
De gemeenteraad besloot echter bij meer
derheid van stemmen, afwijzend op het ver
zoek te beschikken, op grond dat de bios
coop de onzedelijkheid in het Zuiderzee
stadje zou bevorderen.
De S. D. A. P. en de Wethou
derszetels. Men meldt uit Rotterdam
aan het Hbld.:
Wij vernemen, dat de drie partijen ter
rechterzijde in onzen gemeenteraad afwij
zend hebben beslist op het verzoek, tot haar
door de S. D. A. P. gericht tot samenwer
king in de wethouderskeuze op een door d<
S. D. A. P. te ontwerpen program.
Congres tb» de S. F,
Onder voorzitterschap van den heer H.
Kolthek, lid van de Tweede Kamer, hield de
Socialistische Partij j.l. Zondag een huishou
delijk congres in een der zalen van „De
Kroon" te Amsterdam.
Van de 17 afdeelingen der partij waren er
10 vertegenwoordigd door 23 afgevaardig
den.
Het partijbestuur van de S. P. was geheel
aanwezig op één lid na.
Van de ofdeeling Amsterdam waren ver
schillende leden als belangstellenden in de
al.
Als gast was voorts aanwezig de heer J.
de Veen, lid van den gemeenteraad te Enk
huizen, die vrijwel op hetzelfde standpunt
staat als de S. P.
Het voornaamie doel van dit congres was
de vaststelling van het gemeente-program,
nu de S. P. aanstonds door een 20-tal afge
vaardigden in een 12-tal gemeenteraden zal
zijn vertegenwoordigd. Een door een voor
dat doel benoemde commissie had een ont-
werp-program ontworpen, dat na uitverige
besprekingen met enkele kleine wijzigingen
met algemeene stemmen werd goedge
keurd.
Buiten het gemeente-program om werd de
tactiek ten opzichte van de aanvaarding van
directe en indirecte verantwoordelijkheid or
dit oogenblik besproken.
Na uitgebreide discussie, meende de over-
groote meerderheid, dat de partij in het hui
dige tijdsgewricht geen verantwoordelijk
heid kan aanvaarden en dus noch wethou*
derszetcls zal aanvaarden, noch medewer
ken aan de verkiezing van wethouders.
De afgevaardigden zullen daarentegen wel
deelnemen aan de Raadscommissies, be
doeld in art. 54 van de Gemeentewet en
daarin ook zitting nemen.
Het aanbod van de Communistische Partij,
om samen één Nationaal Adviesbureau voot
Kamer-, Raad- en Statenleden te vormen^
door het toevoegen van een paar vertegen*
woordigers van de S. P. aan een bereids
door de C. P. gesticht Adviesbureau, werd
door het congres niet aanvaard.
De S. P. zal een zelfstandig Bureau stich*