AMERSFOORTSCH DAGBLAD „DE EEMLANDER"
SAFE-IN RIGHTSNG.
Wen Pols-horloges
binnenland
tweede blad.
Amersfoort, iel, 49 en 135, Muurhuizen 15.
Willem Groenhuizen
Langestraat - Amersfoort
FioaLLËTO^r^
TROTS-
18e Jaargang
No. 67
Zaterdag
13 September 1919
Kameroverzicht
Tweede Kamer
Vergadering ap Vrijdag 12 September
Vrijwillige oudcrdomsverzekering.
Aan de orde is de stemming over het
ömendement-Sannes (S. D. A. P.) om de
rentetTekking te doen ingaan op 1 Jan.
Dit amendement werd verworpen met 50
tegen 20 stemmen.
Art. 32 werd daarna z. h. st. goedgekeurd.
1 Aan de orde was hierna de stemming over
het amendement-Dresselhuijs (V. L.) om de
kostelooze ouderdomsrente in den conside
rans op te nemen.
Dit amendement werd verworpen met 42
legen 28 stemmen.
Tegen stemde de rechterzijde, de vrijzin
nig-democraten en de revolutionnairen.
De eindstemming over het wetsontwerp
verd uitgesteld tot een nader te bepalen dag.
Werkeloosheidsverzekeringsnoodwet.
Aan de orde is de werkeloosheidsverzeke-
ringsncodwet," benevens de opheffing van 't
Koninklijk Nationaal Steuncomité.
De spreektijd bij de algemeenc beschou
wingen werd bepaald op 40 minuten.
De heer'v. d. Tempel (S. D. A. P.)
meent, dat het Kon. Nat. Steuncomité ge
durende -den oorlog belangrijk werk heeft
gedaan. Nu het comité wordt opgeheven
moet de regeering zelf die maatschappelijke
taak overnemen. Hij hoopt dat de departe
menten goede medewerking zullen verlee-
r.en aan de commissie voor de verruiming
cler werkgelegenheid, een commissie welke
bjj van harte toejuicht. Ook met andere be
palingen in deze wet kan hij zich heel goed
vereenigen en hij zal daarom zijn steun niet
aan dit wetsontwerp onthouden. Van de toe
passing der wet zal veel afhangen of deze
wet aan zedelijke eischen zal voldoen, want
deze wet is niets meer dan een schema.
Spr. staat op het standpunt der premievrije
•werkloosheidsverzekering, moar erkent dat
deze in de huidige omstandigheden practisch
ftiet uitvoerbaar is. Maar de kosten mogen
niet geheel door de arbeiders worden ge
dragen en hij hoopt dat de minister dit
standpunt zal aanvaarden. Het spijt hem dat
de regeeiing geen definitieve wettelijke
regeling der werkloosheidsverzekering heeft
voorbereid. Men kan nu wel zeggen laten de
organisaties een werkloozenkas imichten,
maar zoo eenvoudig is de zaak niet, zooals
•Spr. nader uiteenzet. Spr. hoopt o'at de re-
'geering voor dezen winter de teak van het
steuncomité, in sacenwerking met de ge
meen te zal voortzetten. Dit zal moeten ge
schieden als een tijdelijke maatregel, ter
wijl de arbeiders dan voor armenzorg zul
len worden behoed.
De heer v. d. Laar (Chr. Soc. Partij) zag
gaarne dat hel Rijk een toeslag gaf op de
'"Marken der grensarbeiders, die In Duitsch-
land werken. Geschiedt dit niet, dan kunnen
die arbeiders wegens de lage Markenkoers
.niet meer arbeiden, waardoor de werkeloos
heid zal worden vergroot.
De heer W ij n k o o p (C. P.) zal aan deze
wet zijn steun niet kunnen geven, wijl hij
legen een werkloosheidsverzekering is. Dit
geldt voor alle andere verzekeringen, dus
ook voor een werkloosheidsverzekering.
Het kapitalisme moet de risico der werk
loosheid zelf dragen, omdat de werkloosheid
inhagrent is aan de kapitalistische maat
schappij. Uitvoerig bestrijdt Spr. het be
drog van den heer v. d. Tempel, die zich
op een 2uiver kapitalistisch standpunt
'plaatst, wat hem echter absoluut niet ver
wonderde. De S. D. A. P., die elke maand
verandert, wordt steeds kapitalistischer. Ko
mende tot het wetsontwerp zelf kwalificeert
hij dit als het meest cynische en brutale
werk van het kapitalisme ten opzichte van
het fjroletariaat. Spr. ontkent dat de arbei
dersklasse arbeidsschuw geworden is. Spr.
wil geen toelage en dergelijke lapmiddelen,
maar hij eischt productief werk voor de ar
beiders, omdat zij daardoor bet kapitalisme
zullen ondergraven. Thans worden de sleun-
comité's opgeheven, omdat men niet meer
bang is voor de arbeiders dat zii het hoge
opvoeren zullen overslaan, en dit is de
schuld der S. D. A. P.. die steeds de hand
heeft geleend aan het kapitalisme voor het
revolutionaire proletariaat tegen den grond
te slaan.
De heer Duys (S. D. A. P.): Je weet dat
je zelf liegt, dat je s%taat te liegen.
De heer W ij n k o o p hoopt, dat de ar
beiders zich met alle kracht tegen deze wet
zullen verzetten en zich niet laten dringen
in de werkloosheidsklasse.
De heer S w e e n k (A. R.) acht het ook
gewenscht met alle waardeering voor den ar
beid der steuncomité's, dat de regeering een
andere weg inslaat tot bestrijding der werk
loosheid.
Deze voorstellen openen niet alleen den
weg voor een hoogere toeslag, maar ook
om den arbeiders meer productieven arbeid
te geven en hij hoopt dtft de regeering in
deze zaak krachtig zal werken.
De heer Haazevoeé (R. K.) bestrijdt
het betoog van den heer Wijnkoop en ver
werpt evenals het «taatspensioen de premie-
vrije werkloosheidsverzekering. Inzonderheid
betuigt hij instemming met de werkcom-
missie als sociale voorzorg, welke de regee-
ring zich heeft voorgenomen. De in te stel
len Rijkscommissie tot uitbreiding der werk
gelegenheid heeft dan ook zijn volle instem
ming. Hij wenscht de geheele regeling varr
de werkloosheidsbestrijding in handen den
overheid.
De heer Nolens (R. K.) brengt hulde
aan minister Usselsteyn, de vroegere voor
zitter, prof. De Voys, voorzitter, en de heer
Zaalberg, secretaris van het uitvoerend co
mité van het Koninklijk Nationaal Steun
comité. Spr. stelt op den voorgrond, dat het
niet aangaat om werklooze arbeiders naar
armenzorg te verwijzen. De zorg voor de
arbeiders dient gelegd op een vereeniging
van belanghebbenden met een werklooskas.
Hij erkent, dat het niet voor alle bedrijven
gemakkelijk is om tot zulk een kas te ko-
mèn. Maar het is de plicht van hen die
daartoe in staat zijn dit door onwil niet te
maken. Het is echter mogelijk dat vooi
sommige bedrijven die oprichting ondoen
lijk is, dan zal men echter voorloopig moe
ten volstaan met een tusschenstelsel lus-
schen verzekeringszorg en armenzorg, n.l.
subsidies aan de gemeente voor uitkeerin-
gen in den trant van die der vroegere
steuncomité's. In dit verband bespreekt hij
het amendement Haazevoet om aan de be
staande kassen uitkeeringen te doen zonder
rekening te houden met het werkloosheids
besluit 1917. Ten slotte vraagt SpT. de mi
nister of hij bereid is ietste doen in de
richting van het amendement van den heer.
v. d. Tempel.
Minister A a 1 b e r s e brengt hulde aan
het Nationaal Steuncomité.
Hij deelt mede, dat nu het dreigement
met staking is teruggenomen, wellicht mor
gen een oplossing zal worden gevonden
voor de moeilijkheden ten aanzien eener
werkloosheidsregeling voor transportarbei
ders.
De voorbereiding van de definitieve werk
loosheidsverzekering is reer zoover gevor
derd.
De Minister is bereid de amendementen
Haazevoet en v. d. Tempel over te nemen
als een paar redactiewijzigingen worden
aangebracht.
Deze wijzigingen worden aangebracht,
waarna de Minister de amendementen over
neemt.
De ontwerpen worden zonder stemming
aangenomen.
Ook worden zonder stemming aangeno
men de bepalingen betreffende opium en
andere verdoovende rtïiddelen en de grens-
Beleening - Bewaarneming - Chéques - Coupons -
Credietbrieven - Deposito's - Disconto's - Effecten -
H&ndefscredieten - Incasso's - Prolongatiën - R©k.
Courant - Vreemd geld - Vreemde Wissels.
wijziging tusschen Leiden cn Leiderdorp,
Oegstgeest, Zoeterwoude en Voorschoten.
De heer Nolens huldigde den Voorzit
ter voor de beleidvolle, tactvolle en opge
wekte leding. (Applaus).
De vergadering wordt daarna gesloten.
Berichten
Noüerliini on BelgltL
Ih Belgie- beklaagt men zich meer en meer
over de stemming, welke in Nederland ten op
zichte van België heerscht. Met een nuchter ge
zicht wordt er verklaard, dat men niet begrijpt
hoe de Nederlanders zoo ver gekomen zijn, en
dnt de geest in Nederland zeer betreurenswaar
dig is.
De woorden van den goeden ouden lijd „gij
hebt het er naar gemaakt", schijnt men hier
vergeten, zoo schrijft de M a a sb.-redacteur
uit Brussel.
Zelfs een blad als de „llndépendance", dot
een der weinige, ernstige organen van België
kan genoemd worden, doet vandaag nog alsof
het niemendal weet van de oorzaken, die het
Nederlandsche volk zoover gebracht hebben.
Het Brusselsche blad vertelt van den Brief
van Hcyermans aap de directie van den Vlaom-
schen schouwburg te Antwerpen, waarin de
Nederlandsche schrijver verbiedt zijn werken op
te voeren, zoolang België zijn politiek ten op
zichte van Nederland voortzet.'
,,Dal de Nederlandsche schrijver verbiedt zijn
stukken bij ons te doen spelen", zegt het blad,
„is niet erg. Maar het is betreurenswaardig te
constateeren, hoezeer-de geesten in Nederland
dwalen inzake de Belgische eischen."
In Nederland dwaalt men niet. De dubbelzin
nige politiek, sinds vorig jaar gevoerd, is thans
duidelijk genoeg voor de Hollanders om veront
waardigd te zijn.
Maar bovendien. Zelfs al had de Belgische
regeering een eerlijke, rechte lijn gevolgd, don
nog zou het Nederlandsche volk redenen genoeg
hebben om zich boos te toonen over den leugen
en laster, welke de Belgische pers nog altijd
maar tegenover ons uitspeelt.
En nu moet men niet zeggen, dat het enkel
de scheldorganen als de „Soir" en de Nation
Beige" zijn, die hun kracht zoeken in deze ge-
meene wapens, ook zelfs de „ïndépendancc", het
deftige orgaan, komt cenige dogen geleden met
de lasterlijke leugen aandragen, dat Nederland
in 1018 de aftrekkende Duitschers heeft door
gelaten met den geheelen buit, dien zij
in België hadden gestolen.
Dat is een leugen, welke reeds tientallen van
keeren is tegengesproken, officieel en niet-offi-
cieel. Getuigen hebben het afdoende bevestigd
en verklaard, dat de Duitschers bij de grens
alles hebben moeten achterlaten, uitgenomen
misschien éénpendule, woorme dc No
tion Beige indertijd is komen aandragen,
toen het over dezelfde kwestie ging.
Waarom die leugens, die laster
Als men tot dergelijke wapens zijn toevlucht
moet nemen is het een bewijs, dat zijn zaak
zwak staat. En wanneer men dan nagaat, dat
de Belgische pers, speciaal de „Soir" cn de
„Nation Beige", nu bijna dagelijks met deze
sluipmoordenaars-dolken op ons lostre.ct, dan
komt men noodzakelijkerwijze tot de overtui
ging, dat zij zich heel, heel zwakjes moeten voe
len.
Gedurende dc lootste dagen is het inderdaad
weer rank geweest. Nou kent men dc fraaie ge
schiedenis von het ultimatum van de „Soir" aan
Nederland, waarbij hei blad alle mogelijke leu
gens^ welke het al sinds vorig jaar November
in zijn laster-arsenaal heeft, tegen Nederland uit
speelde. Toen kwam de zaak met do „Feruc-
cio", waarbij Nederland geheel volgens zijn
recht en ongetwijfeld zeer handig optrod, en nu
hebben zij ons weer onder den neus gewreven,
dat wij een aantal Belgische cn geallieerde offi
cieren niet hebben toegestaan in Maastricht to
logeeren.
Als het feit waar is, het Nederlandsche
Telegraafagentschap kan spoedig een apartcn
dienst gaan openen voor dementi's en kracht
wijzigingen aan dc Belgen don zal men de
gastvrijheid wel geweigerd hebben, omdat hun
popieren niet in orde waren.
Wij wachten nu op het nieuwste „incident",
want het stoat voor ons vast dat de kwaadwil
ligheid van zekere Brusselsche journalisten cr
nieuwe zgl vinden en verzinnen, al was het maar
alleen uit baloorigheid over het feit, dat hun
anncxionistischc politiek sChipbteuk heeft ge
leden.
v De „l'Indëpendonce" moest hier hoor aandacht
eens non wijden, eerlijk cn oprecht. Mogelijk
dat het blad dan ook tot de conclusie kwam dnt
leugen cn laster diep betreurenswaordige zaken
zijn, die de oorzaak zijn vari veel kwaad
De T ij d schrijft
In meer dan één blad wordt gevraagd of de
Nederlandsche Regecring er niet wel aan zou
dpen, de propagandisten van dc Belgische plan
nen uit Limburg en Zoeuwsch-Vluonderen tc
verwijderen of althans hun propaganda te con
tra mineeren.
Het js niet bekend, of er iets en wot er gedaan
wordt. Maar wij mecncn er toch de aandacht
op tc moeten vestigen, dat er in Zceuwsch-
Vloondcrenin 't geheel niet en in Limburg-
maar zeer weinig von die propagandisten be
merkt wordt. Althans de pers verneemt er niets
van.
Beholve Von Groenendael, die zich evenwel
sedert lang „buiten-af" bevindt, was er nog een
gesignaleerd, n.l. de uilgever van „Dc Kroniek"
F. Hustinx. Van hem is indertijd verteld, dat hij
ten zijnent met den Belgischen raddraaier Des-
trées had geconfereerd. Maar Hustinx heeft dat
pertinent tCgengesproken en gezegd, dol hij Des-
trées nooit had gesproken en hem ook niet
kende. Toch heeft men bij de verdachte dc rui
ten ingeworpen en nu zegt men, dot hij gaat
verhuizen naar België. Verder zijn er nooit
namen genoemd en onthield de Limburgsche
pers zich geheel van het signaleeren von per
sonen, die als Belgische agenten konden worden
beschouwd. Waarschijnlijk wil niemand ver
antwoordelijk zijn voor het civiel leven of 'voor
de glazen van den délinquent, die onder het
propognnda-werk lichtelijk gevaar loopen, zoo
als de heeren Van Groenendael en Hustinx heb
ben ervaren.
Zondag is er te Tournebridge een paarden-
sportfeest gegeven, df»t .door vele Limburgers is
bijgewoond. Men had het te voren aangekon
digd als een propagandamiddel, maar het comité^
is daartegen in het Hollandsch cn in het Frunsch
zóó krachtig opgekomen, dat er aan zijn be
doelingen niet te twijfelen viel. JEcn redacteur
van het „Limburgsch Dagblad" is meegegaan!k
cn verzekert; dot hij van anncxionistischo pro-_
pngenda niets bemerkt heeft. Een Maastricht-
sclxen meneer, met een donkeren krullcbol, die1
ook tot het Comité behoorde, is met een bloem
stuk komen aanzetten en riep met stem en arm-
gebaar de Limburgers tot zich. om zich bij hem'
aan tc sluiten. Het groepje nieuwsgierigen be-.,
stond toen uit 18 man, met inbegrip van den
journalist.
De Monstrichtschc meneer sprak cenige niet
al té vloeiend Fransche donkwoorden, voor de
uitnoodiging aan de Limburgers, en zcide, dnt
ze voor den voorzitter. Graaf de Rcnres, eer\
bloemstuk bij zich hadden. De Graaf zei cnkelb
vriendelijke woorden cn wuifde zoo eventjes
met dc vingers, als aanwijzing, dat dc 18 man
nen konden gaan. Het bloemstuk weid op het
grasperk gedeponeerd, binnen dc renbaan. Het
was alles buitengewoon linksch, bukenccwoon
onnoozel en buitengewoon onbeteekenynd cn do
Walen smoesden zoo iets van Chinc sch eij
dégoutant wansmakelijk I
Ziedaar dc Belgische perspropoganda I
Het Handelsblad van Antwerpen de nota
besprekend, schrijft
Wij hebben na de lezing van deze be-
sohciden niets te wijzigen aan ons vorig
oordeel
De minister, die tot zulke praktijken, als-
die welke dc Nederlandsche regeering zicK
terecht genoopt ziet af te keuren, zijn toe
vlucht neemt, handelt in strijd met al de be
ginselen, voor de welke de volkeren ge
meend hebben dat de oorlog werd gevoerd.
De Duitschgezindheid von dezen of genen,
zelfs al ware 't van de meerderheid in Hol
land, doet hier ter zake niets.
Dot kon ons geërgerd hebben, zooals er
ons vnndaog nog véél ergert wal cr in Hol
land gebeurt.
Dat verandert evenwel geen zier aan het
onaanneembore van de handelingen, waar
toe men te Brussel, onder dc toejuichingen
der annexionisten, zijn toevlucht heeft ge
nomen.
De mcnschen, die een plebisciet in Lim
burg vragen, zouden moeten beginnen met
het voorbeeld der eerlijkheid te geven met
.de middelen die zij aanbevelen, en die iden
tiek gelijk zijn aan de middelen, welke de
Duitschers in ons land aanwendden om de
Belgen ontrouw te moken tegenover hur.nc
regeering, hebben ze dat plebisciet op voor
hand onherroepelijk verdacht gemaakt.
Naar aan den Brussels.chen correspondent
der Tel. van Belgische zijde wordt mede
gedeeld, is het door de „Soir" gelanceerde
bericht omtrent de bedreiging.met een em
bargo op de Nederlandsche schcperï (welk
bericht reeds aanstonds door Reuter en hef
Haagsche Corr.-Burea'u. ovèYdr'eveiy en onw
juist genoemd werd) indirect afkomstig vait
een ambtenaar van het Belgische departe
ment van buitenlondsche zaken.
Deze ambtenaa, die een n i e t - g o e d g e-
k e u r d concept voor de aan Nederland t©
richten nota had opgesteld, verstrekte hef
tevoren aan een journalist, die het onmid
dellijk publiceerde.
Vrije Xaferilngmlddnc: Ju labriokea
en wcrlt plnnlscu roar vro uw en
en jeugdige personen.
Gegrond op de nog geldende Arbeids
wet van 1911, is bij Kon. besluit van 17 Juli
1919 bepaald dot van af 1 September 1919
jeugdige personen en vrouwen des Zater
dags na 1 uur des namiddags in fabrieken
en werkplaatsen geen arbeid mogen verrich
ten.
Daarop zijn evenwel uitzonderingen ge
maakt, zoodat wel toegelaten is
I. arbeid, verricht door eene vrouw, In
staande in hejr reinigen van werktuigen,
toestellen of gereedschappen of van werk
lokalen en oanhoorigheden, indien zij in eer
onderneming nimmer andere dan die werk
zaamheden verricht;
l-
Wees altijd meester over uw hand en uw
tong, als uw ziel 'vol toorn is.
JTWELIER
Roman
door
Mr L. II. J. LAMBERTS IIURRELBRINCK.
Als zij 's morgens blij lachend afscheid
neemt van vader en moeder, slaat Kobus aan
dc poort der hoeve; een vaal bleek op zijn ka
ken, een traan glinstert in 't oog, die hij spoe
dig met den armmouw wegwischt.
,-Adie Berbke, 't gaat je goed en veel plci-
zier," stamelt hij met onvaste stem, terwijl hij
haar dc hand toesteekt.
,.Adie Kobus cn van 't zelfde.
Een brief van Jeanc, waarin hij de ouders
verzoekt zeiven ook eens naar Luik te komen;
ze zouden oom en tantë Duraud er toch z.oo'n
pleizier mee doen en dan zouden zij meteen
zeiven zien hoe goed zij het hij hen hadden,
hij en Berbke, die liicr nooit anders dan
„Bcrlhe" genoemd werd, cn tevens zouden zij
met eigen oogen de mooie, zaak bewonderen,
waar je 's avonds bijna blind werd van alle
lichten, net of de zon scheen midden in den
zomer ze zouden zich kunnen overtuigen,
dat Berbke ook al Fransch begon le spreken
hij kon hun nu al verasserecren, dat het
niet zoo heel lang zou duren of zij kende liet
al net zoo goed als hij cn deftig. als zij ge
worden was ze droeg nu een geheel nieuw
costuum, dat oom expres voor haar in z'n
atelier had laten maken moeder zou haar
bijkans niet meer terug kennen -- i was effec
tief hun geluk geweest, dat vader en moeder
consent hadden gegeven hen allebei naar Luik
te laten gaan zóó hadden zij iets van de we
reld gezien, dat zij nooit hadden gedacht dal
bestaan kon vacler en moeder moeten dat
absoluut ook komen zien 'hij zou met Berbke
ben aan het station komen afhalen, maar va
der moest wel bedeitken, dat hij niet met de
pet moest komen, hij moest voor deze occasie
zich maar een nieuwe hoed koopen en moeder
mocht ook niet de witte muts opzetten die
droegen dc dames hier niet.
Gradus Yoncken en zijn vrouw hebben ge
hoor gegeven aan die uitnoodiging met wre
vel cn weerzin wat zouden zij daar gaan
doen bij al die deftigheid, waarin zij zich toch
niet op huu gemak zouden voelen, waar zij
zich toch altijd zouden geneeren, zelfs bang
zouden zijn om zich een stuk eten in den
mond te stoppen, uit angst, dat ze hen zou
den uitlachen., maar ze konden toch ook moei
lijk refuseeren, na al die vriendelijkheid vopr
hun kinderen 'l was waar", hij betaalde er
rcianl voor. dat had bii zelfs als conditie ge
steld, maar 't bleef toch een gocighcid ze
hadden 't immers niet noodig, z'n zwager was
misschien "nog rijker dan hij afijn, ze zou
den dan maar gaan, ofschoon hij ronduit ge
zegd er locli de mier aan had.
Neen maar, zoo iets hadden zij toch niet
kunnen denken, toen zij voor „Le Palnis des
Modes" uit het rijtuig stapten, waarmede
Jeanc cn Berbke hen aan het station waren
komen afhalen ze hadden zich veel voor
gesteld, na al hetgeen Jcanc hun had geschre
ven en verleid, maar dat liet effectief zoo
groolsig zou zijn, dat was nooit in hun her
sens opgekomen. Voncken durfde wedden,
dat bijna elk van die cosluums om dc als
dames gekleede poppen voor die grootc vens
ters van allemaal spiegelglas evenveel waard
was als een roede best land van hem en
hoeveel waren d'r wel sapristi hij kon zc
niet tellen, zeker wel honderd en allemaal
anders en daar binnen jummig jummig
nog, wat 'n kasten, cn allemaal vol, hecle sta
pels >an 't fijnste laken, van dc duurste zij,
mooier nog als toen Jeanc en Berbke hun
communie hadden "gedaan; rollen linten van
allerhande kleuren, zooals hij ze nog nooit
had gezien nu begreep liij ook, waarvoor
d'r zooveel juffrouwen en deftige hccren ach
ter al die toonbanken stonden zeker om ze
uit elkaar te houden, al die rijke spullen
verdikkeme, dat was nog iets anders als z'n
boerenbedrijf met z'n land, z'n paarden, z'n
koeien; z'n -varkens, met z'n paar knechten en
meiden daar had je nog een anderen kop
voor noodig om de baas over dat alles te spe
len, hoe was het mogelijk, dat je daar niet gek
van werd en toch... niks grootsch, echte, vrien
delijke, affabele lui, precies zooals Jcanc had
geschreven „whad Anneke nu toch
ook een deftige M;;damc 'n pleizier toen ze
haar zuster zijn Trui weer zag ge
pakt liad zij haar en gezoend, dal de stukken
d'r af vlogen en hem liccfl ze ook een kus ge
geven, een die klapte en (lirckt licbhen zc weer
in hun eigen taal, in het plat van ïlolzheim
gesproken zc kon hel nog als de beste, dut
Anneke, al had ze liet in geen jaren gehoord
'I was alles zoo hartelijk, zoo echt gcmecjul
van liaar neen J.canc hatl niets le veel ge
zegd, effectief niets tc veel.
En wal voor eten ze gehad hadden zoo
iets had hij,nog nooit geproefd hij zou wel
eens willen welen van welk beest dal vleesêh
geweest was hij had er geen koe of varken
uit kunnen kennen en wijn dal ze hadden ge
dronken 'l was net of z'n hecle mond vol
was geweest van één slok, of cr een halve
kilo op z'n tong had gelegen; toen de sjampan-
jc, net ol' het kittelde tegen je wang van bin
nen, daarna die pikzwarte koffie in die kleine
blauwe kopjes met gouden randen, daar zal
geen cichorei in seldcrjenne nog neen en t
laatst dat zoetig gedoe met al die gekke na
men in die fijne glaasjes, zoo dun als klatspa-
pier, waar z'n Trui zoo gek op was dal
was nu eerst eten en drinken geweest Jeanc
mocht blij zijn, als hij hel later ooitjsoo zou
hebben op het diné van den Gouverneur;
's middags waren zij uit rijden geweest in
twee voitures niet deftige koetsiers op. den bok
met zilveren koorden op hun jassen; z'n zwa-»
ger had hem een hoogen hoed opgezet mei vier
blinkende streepen; ook een nieuwen jas had
hij moeten aantrekken en ook z'n Trui had
den ze van onder tol boven op nieuw aange
daan.
Rejale lui hij zou zich nooit kunnen
revcngccrcn, van z'n leven niet bepaald een
bof voor Jcanc en Berbke, dat zii in zoo'n huis
warén terecht gekomen.
Echt hartelijk en fideel licj afscheid- dien
avond zc hadden absoluut moeten beloven
weer eens gauw terug te komen, vooral An
neke hatl er op aangedrongen, maar dat deden
zc niet; zij waren geen klaploopers zc wil
den niet van anderen profilceVen, als ze niet
hetzelfde zouden kunnen terug .geven ze
hadden ook hun pontcncur renar pleizier
hadden zc gehad, daar ging niks van af.
Dtr winter is voorbij.
De ontdooide akkers zijn o|>eri vóór lief ont
vangen van het nieuwe zaad, dnt na enkele
maanden de velden zal o-crlijgen met het
groene loof, met liet geel witte graan.
Op dc boerenhoeven overal een druk gedoe»
een rusteloos werken. Jeanc en Berbke zijn
weer'teruggekeerd in hel ouderlijk huis.
„Neen, zij zijn niet meer zooals vroeger",
fluisteren Yoncken en zijn vrouw elkaar toe
met droeven weemoed, als zij des avonds na
harden arbeid alleen in lnln slaapkamer zit*
ten 't was toch eigenlijk verkeerd geweest»
dat z.ij hun kinderen naar Luik hadden ge
stuurd zc hadden goed Fransch lecrcn
spreken, "t ware fijne lui geworden,' dc fijnsta
van heel ïlolzheim, maar tegelijk was ook dc
grootsigheid cr in gekomen cn ook tegelijk
hadden zij verloren dc lust in het boercnbe-«.
drijf, 't pleizier in hel werk; vroeger Jcanc
altijd hel eerste op, nog voor dat dc haan be
gon tc kraaien cn nu... nu had je moeite dat
je hem om zes uur uit z'n bed kreeg cn als hij
achter den ploeg liep was l net of hij vijf cn
twintig kilo lood in z'n bcencn had zitten;
zoools hij daar gemodereerd voortsjoktc 't
land zou dan ook lang niet zoo gauw klaai
ziin als 't Vorig jaar op geen stukken na. 7
(\Yordt vervolgd).