„DE EEMLANDER" TROTS. JMIKïHBfHS PBI1S D£ï JDÏ[SIE)II!t!l BUITENLAND FEUILLETON. J. Grootendorst, le klas Reparatie-Inrichting. 18e Jaargang No. SO per 3 m.uudcn voor Arncrsa loort i 1.80, idem liane® r rost f T*er wc«k (met grails verzeker ng 0Dgt;ukken} 0.15. »l:onderlijko nummen i e.oi. HOOFDREDACTEUR: M.. D.J. VAN SCHAARDENBURG UITGEVERS: VALKHOFF S. C, BUREAU: ARNHEMSCHE POORTWAL. hock uT*,aHTscnc§Ti*. INTERCOMM. TELEFOONNUMMER S13 Maandag 29 September 19Ï9 bevrtfsnuwmcr, elke regel mccr f 0.20, dicnslaanb e. dingcu 1-5 I egel» 0.50. Voor ba odd cn bedrijf bestaan iccr voordccligc bepalingen lot bel herhaald advcrlccica bij abonnement bene diculaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Bewijsnummers 5 cent. De nieuwe gemeentelijke entsmettingsdienst te Amersfoort. vraagstuk van de ontsmetting heeft in de laatste jaren bizonder'de aandacht van verschillende gemeentebesturen. En niet ten onrechte! De ontsmetting loch is, naast een goed georganiseerden reinigingsdienst, een der krachtige middelen tot bevordering van den gezondheidstoestand en een mach tig wapen ter bestrijding van datgene, wat den mens-eb loortdurend moet verontrusten. Hieruit volgt reeds, dat alleen het goede voldoen kan en halve maatregelen vrijwel waardeloos zijn. Immers het betreft hier het bestrijden, zoo mogelijk geheel doen ver dwijnen van ziektekiemen. Dit laatste zal flechts dan met kans op succes kunnen ge- ichieden, wonneer de middelen daartoe, vol doen aan de eischen, welke door de weten schap ziin of worden gesteld en waaraan door de techniek kon worden tegemoet ge- kómen. Deze beginselen werden door mij onder de aandacht van het Gemeentebestuur ge bracht. Gelukikg niet tevergeefs! Den 30sten September 1918 werd door Burgemeester en Wethouders aan onderge tekende opgedragen, om in overleg met 'Jen heer Directeur van Openbare Werken, ten heer C. C. Beltman c. i. een plan met -osremberekening in te dienen, voor de op- icbjbYg- van een gebouw vóór den ontsmet- Sivgsdiënst. Ook de gemeenteraad, die reeds meer kaden getoond had, rht 't oog op den reini gingsdienst, de hygiënische belangen goed tc behartigen, verleende zijn medewerking in het streven van het Dagelijkseh bestuur, door'den 17den December 1918 in beginsel te besluiten tot de oprichting van een ge meentelijken Ontsmet tingsdi enst. Het College van Burgemeester en Wet houders werd tevens gemachtigd de plannen te onderwerpen aan de beoordeeling van Zijne Excellentie, den Minister van Arbeid, of aanspraak kon worden gemaakt op toe kenning van een rijksbijdrage. Met bekwa men spoed is een en ander in behandeling gënomen; want het Gemeentebestuur mocht de voldoening smaken, reeds bij schrijven .■an 18 Januari 1919 van genoemden Minis- er de toezegging te ontvangen, dat voor de jprichtirvg van - zulk een dienst, aanspraak kan worden gemaakt op het toekennen van een rijksbijdrage. Dèn 12den Februari d.a.v. werd' hef ïifdpéï'k van voorbereiding afge sloten, 'doordat de Gemeenteraad definitief besloof, een gemeentelijken ontsmettings- dienst op te richten en hiervoor een crediet te verleenen van 48,000. Met bekwamen spoed werd nu de uitvoe ring ter hand genomen. Voor de verkrijging van het materieel was de weg gebaand, zoo dat nog slechts voor geschoold personeel moest worden gezorgd. Daartoe zijn een opzichter en twee werklieden naar den ge- rpeenteHjken gezondhidsdienst te 'Amster dam gegaan, om daar te worden opgeleid tot Qntsmeiter. Gedurende drie weken zijn zij bij dien. dien-st werkzaam geweest. Inmiddels werd de bouw van de inrichting aanbesteed en opgedragen aan den heet. Kimtz, le Amersfoort. Een -korte beschrijving van de inrichting moge. hieronder volgen. De inrichting is gevesigd in een gebouw van 14 M. lengte en 11 M. breedte, dat aan de straatzijde is afgesloten door een muur, waarin twee ingangen zijn aangebracht, n.l. één voor de reine en één voor de onreine tijde. De or.reine afdeetörg bestaat uit een lo-# kaai van 7 M. jengte en .6 M. breedte. In dit jedeehc staal een wasch ma chine, een tafel en een rek voor berging van goederen, wanneer niet alles in eens in den oven kan worden geborgen en een kast voor woning- ontsmettingsmiddelen en toestellen. Tegen den binnenmuur ziet men de cirkelvormige deur van den ontsmettingsoven, met daar voor drie rails in den vloer, waarvan- twee dienen voor de geleiding van de neerklap- •bar-e voetjes van het 'wagentje, dat binnen in den oven is en dat daaruit gerold kan wor den om het te pakken met de te ontsmetten goederen en een voor de deur. Voor de onreine zijde is voorts een wagen abri, waar de goederen uit den wagen ge haald kunnen worden, welke tevens toegang geeft tot het ketelhuis met brandstoffenberg- pleats: Het rijtuig, waarmede de besmette goede ren aangevoerd worden, kan onmiddellijk na het ontladen ter plaatse worden ontsmet; daartoe is een waterleiding naast de deur aangebracht, waaraan een slang verbonden kan worden. Aan die slang zit een straalpijp met lysol reservoir, zoodat de wagen ruim met water', vermengd met lysol, kan worden uitgespoeld. Dit spoelwater loopt in een zink put en wordt daarna nog weder met een ont- smettingsmiddel vermengd, waarover •later, De muren zijn tot een hoogte van VA M. bezet met witte tengels en daarboven wit af gepleisterd; de hoeken zijn zooveel moge lijk rond afgewerkt Zes ramen geven over vloed van licht. Ten behoeve van ventilatie kunnen deze allen van boven naar beneden openslaan. Vanuit'het onreine lokaal kunnen de ont- smetters gaan naar de kleedkamer, die weder onmiddellijk is verbonden met de badkamer. Na een bad genomen te hebben, kunnen zij weder naar een andere kleedkamer gaan om zich te kleeden. Behalve voor bet personeel, is er ook nog een kleed- en badkamer voor het publiek. Al deze kamers zijn ook rondom, tot een hoogte van \V> M. met witte tegels bezet. De reine afdeeling bestaat uit een lokaal van 7 M. lang en 6 M. breed en is op de zelfde wijze voorzien van licht- en luchttoe voer, als de onreine afdeeling. Bij den uitgang is ook een wagenabri voor de verzending van de reine goederen. In alle afdeel ingen zijn de vloeren van gra niet en is een zinkputje aangebracht opdat elk deel voldoeAde gereinigd kan worden. Deze zinkputjes loozen alle in een mengput, welke gevuld is met creoline. Van hieruit komt het water in een septic-tank, om ver volgens afgevoerd te worden naar het liool. Het voornaamste deel der ontsmettingsin richting, zijnde de ontsmettingsoven met toe- behooren, is een vacum-formaldehydeoven van de Machinefabriek „Reinev.eld" t,e Delft. Het is de tweede ontsmettingsoven, die door deze firma is geleverd. De Reineveld vacuumoyen is voorzien van een dubbelen wand. De binnenwand heeft bovendien een reeks openingen, waardoor ringrui-mte en binnenruimte met elkaar in verbinding staan. In de binnenruimte wordt de wagen met goederen gereden. De wagen is voor alle zekerheid tegen bevochtiging, verzien van een dak met afloopgoten en doorlaatgaten. Onder in de binnenruimte loopt over de geheele ovenlengte een buis met gaatjes, zijnde de zuigbuis van den stoomstraalzuiger De Reineveld vacuumoven h^eft slechts een centrale kraan, welke door een handwiel wordt bewogen. Dit handwiel is van num mers voorzien. Stek men het handwiel op 1, dan begint de luchtzuiger te evacueeren. Een vacuummetejr wijst het bereikte va cuum aan. Onder aan den oven hangt een forinalinë- verdsmperr van speciaal materiaal, dat niet wordt aangetast. Aan dezen verdamper zit een kraan met slang. Is voldende vacuum be reikt, dan zuigt men door dezen slang de ge reedgemaakte formalineoplossing in dén verdamper en sluit daarna'de kraan. Men stelt*nu het handwiel op 2. De luchtzuiger blijft evacueeren, maar nu wordt tevens stoom toegevoerd aan een serpentijn, die in den verdamper, de formaline verhit. De wa terdamp met formaldehyde stromt door een aantal verbindingspijpjes in de ringririmte. Zoo lang ht goed in dé binnenruimte nog niet genoeg verwanbd is, condenseeren de dampen in de ringruimte en vallen in den verdamper terug. Eerst als in de binnen ruimte (ie veTeischte temperatuur heerscht, treden de dampen door de bovenopening, vanuit de ringruimte daarin binnen, maar dan condenseeren ze ook niet meer op de goederen, zoodqt deze niet noodeloos voch tig worden. Nadat de dampen de binnenruimte zijn in getreden, doordringen zij de goederen en daarna den zuigbuis naar den luchtzuiger. Hierin is een thermometer met electriche bel geplaatst. Als de damperr deze thermo meter bereiken, stijgt de temperatuur en gaat de bel. Men kan dan rekenen, dat de ont smetting begonnen is en haar nu volgens in zicht van den leider laten voortduren. Acht men de ontsmetting afgeloopen, dan stelt men het handwiel op drie. -De centrale kraan laat nu lucht toe in de zuigbuis, geeft stoom aan een groolen ser- pentijn, onder in de binnenruimte, ep ver bindt door een tweede pijpleiding het boven deel van den oven met den luchtzuiger. Deze blijft evacueeren, het vacuum verdwijnt ech ter door de binnentredende buitenlucht. De ze wordt door de serpentijn verhit, door stroomt de goederen van onder naar boven, venhit deze en neemt de achtergebleven for maldehyde mede. Deze serpentijn gééft een groot voordeel aan den Reineveld-oyen. Zij verhindert na melijk het achterblijven van formaldehyde als paraform in de goederen. Deze paraform- vorming nu, kan alleen vermeden worden door ventilatie met verwarmde lucht.' Deze methode is echter tot dusverre bij geen en kelen oven toegepast. Na eeïiigén tijd venti- leeren, zet men de f centrale kraan op stand 0, waarbij de luchtzuiger ophoudt te weiken en opent den oven' ter vertvijdering van de goederen. De gecondenseerde formaline kan gedu rende stand 3 (ventileeren) zonder bezwaar worden afgetapt. Behalve voor vacuum-formaldehyde ont smetting, kan dezelfde oven worden ge bruikt met stroomenden stoom. De centrale kraan zet men dan op 4. Hierbij treedt stoom onder in de ringruim te, doorstroomt deze eri treedt, na voldoen de verwarming, na eenigen tijd jnde binnen ruimte. Ook hier is dus overmatige bevoch tiging onmogelijk. De luchtzuiger zuigt de lucht onder den stoom uit, evenals bi} 2. Hierbij gaal even eens een thermometer bellen als de stoom bij den condensor komt. Men zet nu de cen trale kraan op 5. De luchtzuiger wordt dan stilgezer, hqar zuigleiding afgesloten, de condensor-serpen- tijn krijgt koud water. De stoom drukt nu een veiligheidsklepje open op den condensor en onls#\apt in een afvoerbuis. Hierdoor wordt de vereischte strooming onderhouden. De ontsmetting door stroomenden stoom wordt vooraf gegaan en beëindigd met ven tilatie door warme lucht, volgens 3. De temperatuur van den stroomenden stroom kan tot 103 graden en nog hooger worden opgevoerd. Ondergeteekende meent, dat het noodlg is veel aan bovenstaande omschrijving toe te voegen. Er moge uit blijken, dat geirecht is eene inrichting te verkrijgen, die voldoet aan datgene, wat voor een goede ontsmet ting r.oödig is en waarbij is gelet op de be langen van het personeel en de omgeving. Mogen de resultaten doen zien, dat de met zorg samengestelde inrichting aan de ver wachtingen in alle opzichten voldoet. De Directeur v/d Gem. Reiriigings- en ontsmettingsdienst, H. BEENHAKKER. maar moest eerst den 24en, dus na de overhandiging van het ultimatum aan Ser vië. overhandigd wouden. Als instrv- ie werd den O.-H. geiont in Berlijn meege deeld: „Wanneer de gezant de nota Vriu'ag den 24en Juli, des voormiddags, persoorliik ter kennis van de Duitsche regentin# brengt, gelieve hij slechts op te merken, dat de reeds verkregen volkomen politieke overeenstemming met het Duitsche kabinet hem ontslaat van de moeite eener verdere vertrouwelijke en mondelinge motiveering van den stnp van het Weensche kol in %t in Belgrado." De O.-H. gezant te .Berlijn seinde na de ontvangst van deze instructie, dat hot hem beslist noodig voorkwam, dat de nota h: n de Berlijnsche regeering dadelijk, dus vóór - .He andere kabinetten, werd medegedeeld, ken uit de dagen, d.c onmiddelL k non hetUq wccs cr op> (,ot (le Duitsdu. sloalssecre. Uitbreken ven .den wereidstrijd z.jn vooral- taris vnn j hpm hfld ist gepen geven natuurlijk geen volledig enla, Duitschlan(1 bereld wawich acJhter afdoend antwoord op de vraag wie de de Wcensche regeering te plaatsen bet el» schuld draagt aan den oorlog. Men heeft |van vitaa| belan(, beschouwde or bijtijds nier te doen met een vraagstuk zoo veelz.j-over ingelicht te worden „waarheen onze dig en ingewikkeld, dat men zich er voorjWegen lijden en inzonderheid ol wij (Oos- tenrijk.) plan hadden op een voorloopige Politiek Overzicht De door het departement van buitenlnnd- sche zaken te Weenen gepubliceerde stuk- moet wachten een enkel onderdeel er uit te nemen en op grond daarvan een oordeel uit te spreken, dat de geheele zaak rankt. Het Oostenrijksche ultimatum aan Servië is slechts de aanleiding tot den oorlog, ge weest, de vonk die het kruit vlam heeft doen vatten. De oorzaaklag aan vele din gen, waarvan het Oostenrijksch-Servische geschil een en volstrekt niet het meest beteekenende was. Maar uit. deze ver- zajpeling van. stukken ziet men hoe-de voor het regeeringsbeleid van Oostenrijk-Honga- rije verantwoordelijke staatslieden zien al lengs met de oQrlogsgedachte vertrouwd hadden gemaakt en hoe die gedochte ten slotte in een stelsel van oorlogsvcorberei- niet-offir.ieele ding was vastgelegd. Zij waren tot de over tuiging gekomen, dat het tot den oorlog moest komen, en die overtuiging bestuurde hunne handelingen tegenover de toekom stige tegenstanders en ook tegenover dgn eigen bondgenoot. Dit komt duidelijk uit in het besluit van den Oostenrijkschen ministerraad van 19 Juli, dat dadelijk bij het begin van den oor log aan de vreemde mogendheden zou wor den verklaard, dat de monarchie geen ver overingsoorlog voerde en niet de inlijving van Servië beoogde. Dit besluit werd aan de mogendheden medegedeeld en had ten deele een goede uitwerking-; in een Engelsc'n blauwboek is gezegd, dat deze'verklaring „ongetwijfeld volkomen eerlijk" is geweest. Rusland en Frankrijk waren van een andere meening en het is gebleken, dat hunne op vatting de juiste was. Uit de notulen der zitting van 19 Juli blijkt, dat de verbrokke ling en verdeeling van Servië onder de na burige staten het kernpunt van de oorlogs politiek van graaf Berchtold was. Voor Rus land bracht reeds de oorlogsverklaring n3n Servië op 28 Juli 1914 daarvan het bewijs. Om den inmarscn van O.-H. troepen in het Servische gebied te verhinderen, mobili seerde Rusland een deel van zijn leger te gen de monarchie. Het rad was in bewe ging Voor de houding van de O.-H. regeering tegenover Duitschïand is kenschetsend het feit, det de regeering te Berlijn van de uit Weenen aan Servië gezonden nota, die het ultimatum inhield, eerst kennis gekregen heeft op een tijdstip, toen het haar ook bij den besten wil niet meer mogelijk was den noodlottigen stap te verhinderen. De re geering te - Weenen had besloten aan de mogendheden, daaronder ook aan Duitsch ïand, eerst vanjiet voldongen feit kennis te geven. De nota, die deze kennisgeving in- Jiield, werd den 20en Juli gezonden aan de gezanten, die haar moesten overgeven, bezetting van Servisch gebied, dan wel eene verdeeling van Servië als ultima ratio op het oog hadden." Daarop antwoordde graaf Berchtold, dat de officieele overgave van de notn in Ber lijn moest geschieden op denzelfden tijd als bij de andere mogendheden. Streng vertrouwelijk was echter de nota reeds den 2Ten Juli meegedeeld aan den Duitschen gezant in Weenen von Tschirschky, en de verwachting werd uitgedrukt, dat deze haar „in ieder geval" reeds naar Berlijn gezon den had. Dat is een punt, dat nog duister is, althans niet geheel opgehelderd. Blu- mededeelingen werd in den avond van 23 Juli de Ber lijnsche centrale van Wolff's b,ineen herhaaldelijk opgebeld door de rijkskan selarij en door het departement vnn bui- tenlandsche zaken met vragen waar de nota bleef en wat er in stond. Om elf uur 's avonds werd een gëzantschapsraad naar Wolff's bureau gezonden om daar le wach ten op het stuk. Daaruit zou volgen, dat de O.-H. regering de nota aan haren bondge noot eerst heeft medegedeeld op een tijd» toen er geen mogelijkheid meer was om zich tegen de overhandiging van het ulti matum aon Servië te verzetten. De regeering van Oostenrijk-Höngorije heeft in Juli 1914 misleidende verklaringen afgelegd aan Vare toekomstige tegenstan ders over 't geen zij met Servië voor had. Zij heeft haren bondgenoot eerst kennis gegeven van het aan Servië gestelde ulti matum op een tijdstip, toen het te laat was om nog daartegen op te komen. De kroon zette zij echter op haar werk door de Wijze waarop zij keizer Frans Jozef bracht tot' het ondertekenen van de oorlogs verklaring aan Servië. Den 25cn Juli des avonds mobiliseerde Oostenrijk-Hon- garije acht legerkorpsen (de helft an zijn leger) tegen Servië, ofschoon in het ant woord van Servië de Oostenrijksche eischen bijna geheel waren aangenomen. Hel ge volg was, dat den volgenden dng ook Rus land begon met mobilisatiemantregelen. Ondanks de daardoor veroorzaakte span ning, traden Petersburg en Weenen op den van alle zijden uitgeoefenden drang recht streeks met elkaar in overleg over de bij» leggjng van het conflict. Moar het kabinet te Wee«pn brak den 28en Juli den draad stuk door de oorlogsverklaring aan Servië. Den 27en Juli motiveerde graaf Berch told tegenover keizer Frans Jozef de*noud- zakelijkheid van dezen geweldstap hiermee, dat hij met het oog op het „wat den in- Ernstige harten zijn lichte slapers. Mr. Komari door 11 J. LAMBERTS [IURRELBMNCK. ,,'n Golïc prijs is hél, dat /al jk niet ontken nen, maar <iai is zaken doen, een ieder is dic-I in zij» eiyen nering, da's een spreekwoord, f\yaar ieder gewikste koopman van moet pro- jfitecien en een gewikste koopman ben ik, dat "durf ik givu yrtn mij zeiyen verklaren, dat rwa^ ik M, toen ik nog hier op de hoeve was «"'ai rappelcer je jc zeker nog wel, vader?" Dat was jc." „En ir> Luik ben ik cr niet minder op ge- Worden dat kan ikje op een briefje geven Bené en k hebben nu wat geprakkezeerd, waar we schatten mee kunnen verdiener!... als jij ons te» minste wilt helpen, vader, en dat .kun jc doen zonder dat jc er een cen'.imc voor hebt uil u- geven." Jelui hulpen, zonder een centime uit te gc- (Ven... en hoe is dat?" rijk eens, ik licb je den vorigen keer, loer. ik bier was gcpressenteej'd om alle aandeden ."va: de zaak .tc kflopen." Begin daar-nou niet weer mee, .leanó, dat *ua:i!:t mij maar giftig en ik doe hei toch niet ik verdom bel. ronduit eezeed.'- „Iloud jc nou eventjes stil. vader, t is ook mijn intentie niet om je dat weer tc vragen hel zou ook niet ons profijt zijn." "„Waarom heb je *t mij dan den vorigen keer wel gevraagd?" .„Omdat wij liever jou die vijf cn Iwinljg a veertig procent gunden dan aan vreemden je hebt het niet gewild; nu hebben wij hel in iiizen kop gezet om zelf dat AQld op le strij ken; daarom willen wij alle aandeden opkoo- pen." „Dus dan heb je toch iemand gevonden, die jelui dat- geld zal voorschieten, vier honderd duizend francs die moet ze hebben liggen en., ook veel fiducie in jelui hebben. ..Oh, wat dal regardeert... fiducie., 'fiducie... al was het voor tienmaal zooveel." ..'t Moet in elk geval een schatrijke mijnheer zijn, die zoo maar eventjes vierhonderd dui zend francs uit 't handje, kan geven" ,,'t Is geen mijnheer, 't is een bank. de groot ste bauk van geheel België: „Le Crédit Lié- geois' en begrijp nu eens goed, die vraagt maar vijf procent, reken dat zelf eens uit. vijf procent betalen en minstens viif en twintig procent verdienen, is op cllce honderd dui zend francs een zuivere winst van minstens twintig duizend francs dus op de vierhonderd duizend nel op z'n kop tachtig duizend francs en daarvoor hebben wij geen poot tiit tc ste" ken, zelfs niet eens „dankje" tc zeggen." ,,'t Is mooi, magnifiek, ik feliciteer je jon gen, 'l is de moeite waard." „Dank je vader maar nu komt er nog zoo'n kleinigheid bij ja, hoe zal ik je dat explicccrcn zoo'n beetje komedie die bank zou ons nou wel met het grootste plei- zier dat geld zoo uif de hand geven ze kent onze soliditeit, maar dat mag zc niet van wege liare reglementen en die reglementen verbie den haar ook maar cén franc tc lccnen zonder vastigheid, begrijp jc dat?" „Neen. no&jjjct goed w?l moet dat voor vastigheid zijn?'" „Par exempel- hypotheek." „Als zc die maar niet van mij wil hebben." „Wat kan je daar eigenlijk tegen hebben t zal jc geen een' kosten wij betalen de it-iten; wij zullen natuurlijk daar een sink va lalcn opmaken." „Noeh, .Teajie, neen, daar komt niets van in daar heeft nog nooit voor 'n rooie cent hypotheek op mijn land gestaan en die zal cr ook niet opkomen,'zoolang*jk leef." „Ook ai gucd. ik begrijp, dat .jc liever jc naam niet in de boeken hebt slaan, waar ieder Hof 38. S C It O F. E n' 4 A V. I1X. voor dertig cent in kan gaan lezen, maar daar is nog een andere manier, \v;mr niemand ooit iets mee zal le maken hebben." „Nou... en hoe dan?" „Door ons je naam te leencn." „Mijn naam... mijn naam... wie zou wal heb ben aan mijn naam alleen wie zal daar een cent op geven? „Iedereen, want iedereen weet ook, dat je 'n hoer bent. die voor 'n honderd duizend francs z'n hond niet omdraait." „Dan 2OU iedereen zich loeh vergissen; ik doe het voor veel minder." met niettemin blij den glimlach van zelfvoldaanheid bij die zijn trots streclende lefwoorden van z'n zoon. „Natuurlijk vader, bet is dan ook maar bij wiize van spreken, dat ik dat zoo zeg." „Dat snap ik, maar het is me nog niet duide lijk, wat je van mijn naam wilt hebben." „Dat je. borg voor ons blijft" „Borg blijven... en wat riskeer ik daarmee?" „Niks, absoluut niks het„is toch maar enkel en alleen van wege de reglementen van fle Bank verduld, daar rappelecr ik mij in eens wal voor ccn jaar of zes, zeven ben je ook eens borg gebleven voor onzen buurman Tintis Lcmmcns, den pachter van dc "Wolfs- hoevc voor twee duizend gulden, als ik mij hiel vorgis heb je daar ooit iels van ge hoord heb je daar ooit de minste last van gehad „Neen, maar Tinus was ook een brave, op passende kerel." „En wij dan, zijn wij niet braaf, passen wij niet goed op?" „Ik zoti het contrarie niet durven zeggen." „Wat kun je er dan tegen hebben om voor ons te doen, wal jc voor Tinus hebt gedaan, ons je naam lccnen, niks anders als je naam." „.la... als ik ér'dan absoluut niks mee ris- keer." „Geen centime, geen halve rooic dull zal het jc kosten je begrijpt toch ook wel, dal het niet ons ons eigen profijt zou zijn, als het anders was." „Dat is zoo." „Mag ik. dan maar aan de bank zeggen, dat hel goed is, datje borg voor ons wilt blijven?" „Als het absoluut, absoluut zeker is, dat ik er niks mee riskeer." „God, vader, dan -zou ik het je toch niet hebben durven vragen" „Nou goed dan... ik zal het doen." „Dank je, vader, en wanneer wil je dan ko men teekenen? ^.f.alcn wij 'eggen, komenden Zondae." „Neen, dat gaat niet, Zondag* zijn alle ban ken in Luik gesloten. „Dal spijt mij, door de 'week kan „ik" niet wij zijn juist in 't druksi van het jaar. „Oh da's niks, ik kan wel op '11 dag hier komen met het stuk." •„Da's goed, laten wij dat dan maar zoo voor afgesproken honen.' „Nog-iels, vader, als je nu weer eens met moeder naar Luik komt, spreek er dan niet met Bcrbkc over." „Waaróm niet, mag die het niet weten?" „Zeker mag zc 'l weten, waarvoor zou zc 't niet mogen weten... maar zie jc, Bcrbkc- had toch liever gehad, dat F die aandeden zelf had gekocht; zc heeft cr wel '11 beetje chagrijn ovcr'gchad. dat i«' dat hebt gerefuseerd zc hadt cr zich zoo'n pleizicr uitgemaakt, dal jij met moeder ook in Luik waart komen wonen, dal ze jelui wal meer had kunnen zien.'' „Waarom komt zc dan niet wat meer hier naar toe?" „Dat .zou ze gaarne doen, maar 't gaal zoo slecht mei den kleinen Gérard; liij is wel ge zond, nooit serieus ziek,'maar toch niet sterk, '11 zwak ])oppelje*cn nu is ze altijd bang, dat het hem tc veel zou vermoeien.... maar jij moet wat difcwijlder komen* je weet hoe veel plei- zier je er ons allemaal «nee doet." „Jawel, jawel, dat weel ik, dat het jcltH pleizicr doet, dat hebben jelui ons genoeg ge loond, maar op het moment heb ik geen tijd* later en dan met genoegen hoor»" (Wordt vervolgd^

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1919 | | pagina 1