0oor> de Deugd, De Koekoekeklok. (Slot.) De lente maakte plaats voor den warmen comer. Grootvader had veel van de hitte te lijden en werd steeds zwakker; slechts met dc grootste insponning kon hij zijn werk „ver richten en Karei durfde niet eens meer vra gen, wanneer Vader en Moeder terugkwamen, omdat dc oude man dan zoo droevig zuchtte. Daar werd op zekeren morgen, gelijk met den zak, ook een brief uit den wagen gewor pen. Toen'dc trein voorbij was, raapte Groot vader hem op, las hem cn zei: „\Vcest blij, kinderen! God heeft jullie gebeden verhoord; Vader is weer gezond en hoopt spoedig met Moeder thuis te komen." Dat was een vreugde! Karei liep hel bosch in om het goede nieuws aan dc hazen, de^ reeën en de eekhorentjes te vertellen. Toen plukte hij zooveel bloemen, als hij maar dra gen kon en vulde daarmee alfcc vaasjes cn gla zen om te maken, dat alles cr heel feestelijk uitzag. Grootvader zei glimlachend: „Die bloe men zullen wel verwelkt zijn, als Vader en Moeder komen, want zoo gauw zal dat nog niet gebeuren, kinderen!" Maar Karei Het zich niet uit het veld slaan, en hoewel het een snikhoctc dag was, bleef hij den heelcn tijd druk bezig. 's Avonds ging Grootvader, die zich zwak ker dan anders voelde, in den grooten leu ningstoel zitten. Dc kinderen zetten zich bij hem op den grond, en vlochten kransen van dc meegebrachte bloemen. Na ecnigen tijd zagen zij. dat Grootvader was ingeslapen, en zachtjes, om den ouden aan niet le storen, nam Karei zijn zusje bij je jiand en bracht haar in dc keuken om daar un boterhammen te eten en hun melk te rinkeu. Toen zjjj weer binnen kwamen, .sliep 'rootwwfer nog. "Zachtjes nnfkten zij -even zijn fhangende hand j*an en zeiden: „Wel tc rus- 'en, Grootvader!" en gingen naar bed. Dc kinderen sliepen spoedig in. Midden in den nacht werd Karei gewekt door een hevigen Slag. Toen hij verschrikt overeind ging zitten, was de heèle kamer helder verlicht, maar een oogenblik later weer donker. Iïet lichtte e\ onweerde onophoudelijk, de storm loeide ei de regen kletterde tegen dc ramen. Dc arme, kleine Karei, die bij zulk weer nog nooit alleen was geweest, begon angstig om zijn moeder te roepen, totdat het hem plotse ling inviel, dat Moeder ver weg was. Toen riep hij zoo hard als hij kon: „Grootvader! grootvader}" maar Grootvader hoorde hem niét en door zijn geschreeuw maakte hij Ma- :otje wakker, die angstig begon tc schreien. Daarop nam hij zijn zusje in zijn armen cn kroop met haar onder de dekens, waar zij, oen het weer wat bedaarde, weldra weer- in liepen. Dc zon stond rtife'ds lioog aan den hemel, toen dc kinderen den volgenden morgen wak ker werden. Karei wachtte, want Grootvader kwam hen altijd roepen, maar dat duurde van daag zóó laiig, dat de jongen ongeduldig werd. het bed uitsprong cn zich z.elf en Ma rietje aan kleedde. Samen gingen zij nu naar fle keuken. Andere morgens stond daar hun ontbijt ge reed, doch nn was hiervan niets tc bespeuren en moest Karei zich zelf cn zijn zusje helpen. Toen zij de woonkamer binnenkwamen, dacht Kh'^éi, dat hel nog heel, heel vroeg moest zijn. 'eigenlijk pn.s den vorigen avond, want Grootvader zat nog altijd in den leu ningstoel ie slapen. Karei keek' haar dc klok. Wat schrikte hij! Zoo iels had hij nog nooit gezien. liet kleine deurtje stónd' Wijd open en de koekoek keek er uit met uitgestrekte vleugels en openge- spcrde'n snavel,"/onder eenig geluid te geven. „Grootvader, grootvader, lcijlc toch eens naar den koekoek! Grootvader, wordt dan wakkerl ))en z0o bang!" cn hij schud- n ouden man Dij den arm.' vergeef'. Grootvader was voorgoed ingc- h.sjirn zacht en kalm doch de kinderen begrepen dit niet. Toen Karei door het open venster het gc- i u-p der koekoeken hoorde, begon hij te lel- Negen uur al! Zóó lang heeft Grootvader nog nooit gésiap'ên!" En nu schoot het hem tc binnen, daV Grootvader dc spoorbaan meest vegen, cn hij 'ging naar buiten.' Daar stond Plans op zijn stukje brood te wachten. Ka ril j*rve'ldc het «dier en rei: -Groot vader «li maar Ti iet wakkei- worden, JlansT' To^n hij iairgs dc spotrM>aan keek, zag hij overal de 'sporen van den nachtelijken storm. Bladeren cn a{gebroken takken lagen over de rails verspreid. Karei nam den bezem, die nog grooter was dan hij zelf cn'begon ic vegen. Ma rietje hielp hem de takken oprapen. Zoo was 'de haan spoedig een heel eind schoon, 'maar datir, waar zij een kleine krom ming maakt» lag een dikke hoorn cr dwars over heen, cn hóe karei cn Marietje ook duw den en trókken, /.ij konden den boom niet be wegen. Wat nu te docn?~De trein kon er stellig niet overheen en er zou misschien een groot onge luk gebeuren, als 'de machinist den bcrom niet tijdig genoeg in het oog kreeg en den trein kon doen stilstaan. Karei liep het huis weer in om Grootvader nog eens te roepen, maar hei hielp niet .Grootvader slaapt nog even vasl," zei hij, toen hij weer buiten kwam, „wat moot ik cl oen?'* Daar kwam hero liet mooie roode vlaggetje •ju de gedachte en ook. dat Grootvader hem eer.-» verleid had, dat hel tot toeken diende c»m den trein ic doen ophouden, ais cr g£- vanr dreigde als men iels tc zoggen had. Nu wisf Karei, wat hij doen moest. D zon steeg steeds hoogèr aan den hemel. Hét was, reeds lang geleden, dat de koekoeken he! laatst geroepen hadden; hoor, daar be gonnen zij weer: .Koekoek, koekoek!" Karei teldr elf keer. Hij v.kt. waar het vlaggetje stond. Snel mask ié hij het bandje los en ging ap de welbekende plaats slaan. Zijn zusje, die vnp dat alles ïficts begreep, trippelde achter hem aan Eerst wilde hij naar binnen sturen, maar hij bedacht zich cn ei ernstig: Marietje.'m moot je doodstil blijven slaan «nj.od bidden.'dat zij ons zullen zien, want tij kunnen nirt o\- dkm dikken boom heen. Hoor,'dani komt hij daar is hij!" En ui! tfe verte Klonk he; schelle fluitje. Reeds op grooten afstand zag de machinist dc roode vlag wapperen. Wat zou dat betee- kenen? De trein ging steeds langzamer en hield eindelijk stil. De conducteurs en dc rei zigers keken nieuwsgierig, wat or te doen was en zagen verbaasd naar het vreemde toonecl- tje. Daar stond in het hoogc gras een kleine jon gen, met wangen rood van angst en vermoeid heid, terwijl hij met groote krachtsinspan ning den stok omhoog hield, zoodat de roode vlag boven zijn krullen wapperde. Naast hem lag een klein, blond rnCisjc in hel gros geknield, cn hief afwerend de hand jes op voor den trein, cn aan zijn andere zijde stond een slanke ree. De conducteurs sprongen uit den trein. ..Wat doen jullie hier, kinderen? .Waar is de haanwachter?'' vroegen zij. ..Grootvader slaapt nog altijd,'' antwoordde Karei, „en ik kan hem niet wakker krijgen. En do koekoek slaapt ook; hij zit voor zijn deurtje me! den snavel open, maar hij roept niet" En hij ging voort: „Maar de koekoeken in het bosch hebben gezegd, dat hel elf uur is en toen heb ik de vlag gekregen. Wal verderop ligt een groote boom over de rails en wij konden hem niet wegtrekken." Verwonderd luisterde men naar "jietgeen de jongen zei. Ook dc reizigers war'en nu uitge stapt en zij gingen met Karei mee naar bin nen. Daar zagen zij den ouden man ziften en zij bc-grcpen dadelijk, wat er gebeurd was Zij prezen den jongen, die zich zoo flink had ge dragen en den trein voor een ernstig ongeluk bewaard had. Een blcekc dame, geheel in het' zwart ge kleed, trok den jongen naar zich toe en zei mei tranen in de oogen: „Wie. weet. of zonder jou mijn arme kinde ren nu ook niet moederloos waren, want hun vader is in den oorlog gesneuveld." „Vader is 'ook in den oorlog geweest," ver telde Karei nu, „en Moeder is bij hem run hem Tc verplegen. Vaüw is 'al veel 'béter en zij ko men gauw samen thuis." Toen de dame Kareis naam hoorde, bleolc het, dat zij dc* moeder der kinderen heel goed kende-, want haar man was in hetzelfde hos pitaal verpleegd al.1} Kareis Vader. Zij kon den kinderen dus vcqI vertellen en zei, dat haa ouders stellig binnen enkele dagen terug zoiiden komèli. Daar was Karei blij om en hij merkte in 't geheel niet. dal zij Grootvader opnamen en wegdroegen. Toen hij echter don leegen stoel zag, riep hij: ..Grootvader is wakker; ik wil naar hem toe!" Toen nam de dame de beide kinderen op den schoot en vertelde hun, dat Grootvader voor goed was ingeslapen, omdat hij zoo oud en zwak was. Daarop gaf zij den kinderen bloe men in de hand en bracht hen naar Grootva ders kamer, waar de oude man op zijn bed was neergelegd, maar met een laken bedekt- zoodal de kinderen hem niet zagen. Zij liet hen de bloemen op het bed leggen en daarbij rolden haar de tranen over de wangen Karei en Marietje schreiden ook, hoewel zij niet goed begrepen, wal dit alles beteekende. Intusschen had m^n den b,o om van de rails verwijderd en kon dc trein dus verder gaan. Een oude conducteur bleef bij dc kindéren achter om als baanwachter dienst tc doen. Drie dagen daarna kwamen Vader en Moe der thuis. Jullie kunt natuurlijk begrijpen, bo^ blij de kinderen waren cn de ouders waren ook dankbaar, dal zij hui» kinderen in gezond heid weerzagen, al waren zij lieel bedroefd, dat Grootvader was afgereisd naar het Verre Land. Zij gunden den man echter zijn rust. Vader was nog lang niet voldoende aange sterkt en zijn wond aan den arm hoewel genezen maakte het hem onmogelijk zijn handwerk van slotenmaker weer op te vatten. Hij had gehoopt bij Grootvader in het bosch weer hcelcmnul gezond dc worden om dan later voor zijn familie het brood te kunnen verdienen. De baanwachter, die zoolang Grootvaders dienst had waargenomen, had ook vrouw en kinderen, cn die moesten hij hem komen wo nen. Als hij daar bleef, dan moesten Kareis ouders het aardige huisje verlaten. Maar waar zouden zij heengaan? Doch cr kwam onverwachte hulp door tus- schenkomst der vreemde dame uit den trein, die een goed woord voor het gezin had ge daan. Op een morgen bracht Karei een groo ten brief mei rood lak binnen, die uit den trein was geworpen. Daarin stond, dat Kareis va der werd aangesteld als bosch wachter in het bosch, evenals Grootvader geweest was Ook stond cr in, dat dit geschiedde omdat hij zich zoo dapper gedragen Tipd, -maar vooral, omdat zijn zoontje door zijn flink optreden den trein voor een groot ongeluk bewaard had. Nu was er weer vreugde in het huisje van den baanwachter. De ouders omarmden den jongen en Karei huppelde vroolijk het bosch in cn riep: „Hoor jullie het, koekoeken? Wij blijven hier bij jullie in het heerlijke bosch! Koekoek! Koekoek! Weest dan locli blij!" En als antwoord op z.iin jubeltoon klonk hel ontelbare malen door het woud: „Koekoek, koekoek, koekoek!" De oude f3:4ebc3iw. door Herman n a. Ze waren met een troepje van /.es op dc zon nige speelplaats djp- school aan het touwtje springen, dicht bij 't hoogc hek van latwerk, waar je den non-boom door kon zien. Hij stond op oen verwaarloosd plekje, grond naast de speelplaats. Daar lierden brandnetels en dis tcis welig tusschen de meidoorn- en vlierstrui ken, waarvan de takken hoog waren opge schoten, terwijl de taaie stengels van de klim mende, wilde boekweit cr zich omheen hadden geslingerd, 't Was cr een waibosch van door en in elkaar groeiende struiken en planten, maar dc notcboom, de oude noleboom, stak cr met zijn eerwaardige kruin machtig boven uit als een koning, die zijn gebied overziet Die notcboom was een groote vrind van dc kinderen. Hoeveel neusjes zich in 't speel uur wel legen 'l latwerk drukten om naar hem tc kijken' Als hij niet zoo'n oude, verstandige noleboom v ;>s geweest, zou hij er bepaald trotsch op zijn geworden, maar nu wist hij wel beier en begreep hij best, waar 't hun eigenlijk om ic doen was om zijn n o- en! Dc morsten rolden helaas iusschen dc brandnetels «"nar toch. een enkele kwam dichl bij T latwek te land, zoodat lenige vingertjes, met takjes en stokjes geduldig peuterend, ze wel naar zich loc konden halen, en dan die pret om cr den groenen bolster af te doen cn de noot tc kraken op de steenen, onder <len voet, of tusschen sterke, witte tandjes! „Hè nee, k schei er uil," zei Mies; ,,'k word zoo warm van 't springen!" „Ik ook. 'i Gaat ook niks leuk meer; die Jo draait zoo vervelend," riep Lina, die er ge noeg vun kreeg, omdat ze telkens „af" was. „Gaan jullie mee, kijken of er noten zijn?" „Zeg, daar heb je dal kind van Rietspaan! Net doen of wc haar niet zien." En Bertha nam Truus en Gonnc bij den arm en draaide zich opzettelijk zóó, dat .,'t kind van Riet spaan" gelegenheid kreeg dcbrcède haar- strikken van 't drietal te bewonderen. „Mag ik meedoen? Wat spélen jullie?" klonk 't op den ietwat zaivgcrigen toon van een Oostersch kind. „Niks." antwoordde Lina snibbig. „Hè, flauw! Je bent toch aan 't touwtje springen! Z i c ik toch, ja?" ..Als je 't ziet, waarom vraag je 't dan nog?" „Nou ja! Zal ik voor jullie draaien?" „Nee; We scheien er uit." „Wat gaan jullie dan nou doen?" Jo haalde baar schouders op. „Och!" Ze'duwde zoo'n beetje tegen elkaar aan, de zes; ze giegelden en smuusperden met elkaar en Doortjc Rietspaan stond er naar te kijken met haar groote, donkere oogen, die nu nog grooter en donkerder geleken. »»Als 'k jarig ben, mag ik van mijn tante meisjes vragen," zei ze op eens; „maar als jul lie zoo vervelend doen, vraag ik je lekker niet." „We zouden toch niet gekomen zijn. niet waar Lien?" gicgeldc Gonnc, terwijl de an' deren het uitproestten. „Verbeeld je, op een partijtje hij dat kind!" „Nee, geen partij," verbeterde Doortjc eer lijk; spelletjes doen en raadseltjes opgeven en zoo „Raadseltjes opgeven ^n zoo," bouwde Truus j haar na. „Dank je, hoor; da's goed voor -bewaar- schoolkiiiderljcs De tranen sprongen Doortjc in de oogen. Overmorgen zou /c jarig zijn en nu had tante Vandaag gezegd, dat ze. een paar kennisjes op visite mocht hebben. Met een blij hartje was ze naar school ge huppeld. Als ze met zóó'n invitatie kwam, zou den ze -haar toch wel meetellen, dacht ze, en ze had speeluur haast niet kunnen afwach ten. Wie zc vragen zou? Zc was nog maar z.oo korf hier op school! „Wel," had tante gezegd, „de meisjes, die 't aardigst voor je .zijn." Och, tante wist 't niet, dat de meisjes geen van allen aardig voor haar waren. Doortjc had 't nooit thuis verleid, omdat ze liet *oo naar vond cn zich er ook over schaamde. Maar ze had bij zichzelf gekozen: Mies, omdat die er zoo vroolijk uitzag en Jo, omdat zc vrien din met Mies was, en Truus, omdat alle meisjes haar zoo aanhaalden en Ber I h n, omdat zc naast haar zat. En nu, nu deden ze zóó! Doortjc keek met een brandend gevoel in haar oogen naar dc meisjes, die geen acht' meer op haar sloegen cn gehurkt op den grond voor 't hek zaten. Waarom sloten ze ér haar locli altijd builen? Ze bedacht toch van alles om vriendelijk logen ze te zijn met een griffel te leencn of een pot lood of door soms voor tc zeggen. Als ze maar eens wat heel groots kon doen, dan zouden ze misschien ook wel een klein beetje van haar gaan houden! Doortjc keek verlangend naar 't vroolijkc gedoe van haar zes klasgenootjes. Ginds wa ren andere groepjes gezellig aan 't spelen ei> z'jzij stond hier zoo-zielig alleen. De wind ruisehtc door de takken van den ouden notcboom. Rrt rrlrH rrt Daar vielen weer een paar noten. Met een harden plof kwamen ze op den goiul terecht- „Hè jammer," zej Jo. „Weer allemaal tusschen dc brandnetels! Geen een naar (lezen kanl." „Laat 's kijken, daar ligt cr een. O nee. 'I is een omgekruld blad; wat vervelend!' Gonne had opgezien. „O kijk, dat malle kind va» Rietspaan eens!" riep ze. „O, als de juffrouw dat ziet!" Alle zes kwamen ze overeind en zc staarden met open mond en oogen naar Doortjc, die vlug over 't hoogc hek klauterde en nu met een behendig sprongetje midden dussclien dc brandnetels en distels terecht kwam. „Die durft, zcgT' klonk hel bewonderend van Jo. „Verbeeld je, dat de juffrouw cr nu eens aankwam!" „Kom hier slaan, Berllia; zoo, en jij ook, Truus; anders ziet ze haar nog," riep Mies, net alsof Doortje een van hun clubje was, die zc moesten beschermen cn niet maar „dat kind." Zes neusjes tegen 't lakwerk gedrukt, z.cs paar oogen glurend door dc tusschcnruimten, vol aandacht turend naar Tt Kleine, donkere figuurtje dut daar, of 't zoo maar niets was, dapper op verboden terrein rondscharrelde tusschen dc hoogc brandnetels, die haar in 't gezicht sloegen, telkens als ze hukte, en de scherpe dorens, die haar jurk-al hadden ge scheurd en bloedige schrammen op haar ban den achterlieten. „Er moeten er wel een boel liggen! Maar zeg. zoii jij 't durven?" vroeg Berlha. „Nee hoor, al waren 't er honderd," ant woordde Jo. „Ze is cé zeker dol op!" „Nou, zc vindt er ook nooit eens oen!" „Nee, onidat zij niet hier op ons plaatsje mag zoeken, nogal glad!" riep Mies. „Jullie j'agen haar altijd weg." „En jij dan? Net of jij 'L niet doel!" „O, kijk toch eens wat oen schort vol. Z»^ komt alweer terug.' „Als de juffrouw nu nog maar even weg blijft." Geen een zei: wal zou dat 'l is immers 't kind van Rielspann maar! Er waren ook meisjes uit andere klassen bij gekomen cn allen stonden cr in dc grootste spanning naar te kijken, hoe Doortje, zoo vlug als of 't een dagelijksche toer Voor haar was, weer over het hek klauterde. Een beetje bedremmeld om 't aangegroeide publiek, liep Doortje op de zes met T spring touw toe. Wat zag zc er uit met dc blaren in haar gezichtje, de beschramde handen en dc leelijkc scheur in haar jurk! „Daar," zei ze en zc liet dc punten van haar boezelaar los, zoodat al de noten over den grond rolden. „Voor jullie!" Dc meisjes keken, alsof zc Latijn had ge sproken. „Toe dan, raap zc op," zei Doortje, terwijl zc dc te veel naar 't hek gerolde noten terug- schopte. En toen, snibbig tegen een kind uit dc laagste klas, dat wou bukken: „Blijf d'r af, jij is niet "voor jou!" „En en jij hebt ze gehaald," stotterde Mies nu. Jo, Trims en Lina waren al aan 't op rapen. „O, wat een hoop! Kijk toch eens, Mies!" Nu lagen ze alle zes op den grond. Zakken en blouses werden volgestopt en juist perste Gonne de laatste in haar zak toen de bel luid de. „Hier," zei Mies haastig en zc wou Doortjc een handvol toestoppen. „Waarom heb je zelf niet meegegrabbeld?" Maar Doortje hield haar handen op den rug. Ze schudde van neen en keek bepaald heel donker, toen Mies ze haar wou opdringen. Op 't zelfde oogenblik kwam één der groote meisjes Doortje zeggen, dat ze bij dc directrice moest komen. „Nu krijgt zc zeker een standje," zei Mies halfluid, terwijl ze Doortje nakeek, die zoo blij wegliep, alsof haar in plaats van een standje een cadeautje wachtte. „Toch vreese- lijk goedig van Haar, ons al die noten te ge ven!" „Ja; heb jé oit zoo'n mal schaap gezien?" vroeg Gonnc lachende, waarna zc op haar luidruchtige manier 't gebeurde aan meisjes, die er. niet bij waren geweest, ging vertellen. De andere drie kwamen er ook bij loopen, maar Jo voegde zich bij Mies. „Zeg, 'k vind het vreeselijk sneu, dat ze haar toch heeft gezien. Zou ze erg boos we zen?" Mies haalde haar schouders op. „Weet je, Jo, k heb er erg 't land over, dat wc Doortje altijd zoo hebben geplaagd; ze is toch eigenlijk wel een aardig kind cn Jo gaf haar een duwtje. „Stil, de juffrouwl" De lessen begonnen, maar Mies kon er niet met haar gedachten bij blijven. Telkens keek ze om. Kwam Doortjc nog niet? Dan was "t zeker wel vreeselijk erg. De noten lagen haar als lood in den zak. Eindelijk, daar ging de deur open. De direc- t rice bracht Doortje zelf binnen. Zc zag er hcclcmaal niet boos uit, maar Doortje had een behuild gezichtje. Nu fluisterde dc directrice een hcelen tijd met dc juffrouw, die toen ook heel vriendelijk tegen Doortje was. In dé eerste oogenblikken zaten zc allen on rustig heen en weer te draaien en haar aan te staren. Toen de les werd voortgezet, 'ging 't al wat beter en toen de juffrouw begon te vertellen, zooals zc 't laatste uur 's Donderdagochtends altijd deed, werden ze weer geheel rustig. 't Was dan ook zoo'n mooi verhaal over een jongetje, dal in huis ksvam hij een groot gezin, waar dc kinderen niets lief voor hem waren en hem nooit meetelden, maar die hij toch langzamerhand door allerlei kleine vriende lijkheden voor zich wist te winnen. Mies' kon 't niet helpen, dat zc gedurig aan Doortjc moest denken. Er waren cr wel meer, die aan Doortje dachten. Dat kon je wel zien aan het tot O vei» dc ooren kleuren van som migen cn het niet durven opkijken van ande ren. Maar Mies liet T niet bij denken alleen. Om twaalf uur wachtte zc Doortje op cn stop te haar op eens dc noten in de tosch, die kon ze nu gewoon niet houden! Doortje keek cr nu niet donker om. Neen, zé lachte Mies, die haar gezellig een arm gaf, toe, door haar tranen heen, en fluisterde, een beetje verlegen nog, maar locli overgelukkig: „Die cel ik nooit op ik bewaar zc onder in mijn kastje en ik zal mijn Pa en Ma in Indië schrijven, dat jij zoo lief Voor mij bent', ja?" Even later vertelde zij met een stralend ge zichtje aan tante, dat haar beste vriendinnetje op haar jaardag zou komen; aan die had z.e genoeg; en of ze dan mocht blijven eten ook. En op 't verwaarloosde plekje grond liet dc noleboom, de. oude vriend van de kinderen» voor en na al zijn noten tusschen dc distels cn brandnetels rollen. Slechts enkele kwamen cr nog terecht bij dc speelplaats, vlak bij t hele. waar Doortjc toen dien ochtend over was geklommen. Van Teen Jongens. Verhaaltje op rijm door C H. Tien jongens klimmen op een lick, Zij lachen om den regen. Op eens, o weel <laar tuimelt één, Nu zijn cr nog maar negen. De negen, die nog over_£ijn, Die plukken fruit bij vrachten. Maar ééntje valt cr uit den boom, Zc blijven met hun achten. Acht jongens zijn cr dus nU nog Zc maken o zoo'n leven, Tot Moeder d' ergste binnen roept, Er blijven dus nog zeven. Die zeven jongens ja, 't is heusch, Die snoepen roode bessen, Maar één krijgt het heel erg te kwaad. Ze blijven met hun zessen. Zes jongens loopen om het hardst, Stil kunnen ze niet blijven, Er valt pardoes één op zijn.neus. Ze zijn nu met hun vijven.. Vijf jongens 't is dc helft nog maai Beginnen luid te tieren. Maar Vader pakt één bij zijn kraag Ze blijven met hun vieren. Vier jongens waden in een sloot, Die diep is tot hun knieën, r - zit er eensklaps op den grond, blijven met hun drieën, larie jongens hollen door dc wei, Maar één is ontcvrcjen, IIij loopt naar huis, speelt niet meer mee, Zc zijn nu met hun tweeën. Twee jongens spelen krijgertje. Maar écn maakt te hard boenen. Zoodat kom, reken zelf maar uit, Er overblijft nog éénen. Die ééne guit >s dus alleen, Wat kan hij nu nog spelen? Hij peinst en weet het wcrk'lijk niel. Hij loopt zich te vervelen. V- Och, denkt hij, 't is alleen zoo saai, Ik ga de and'ren zoeken. En zie, hij slaagt er werk'Iijk in: Hij vindt z' in alle hoeken. Nu is het tiental weer compleet, Zij blijven bij elkander; Dat is hun leus. Geen raakt meer kwijt. Want d' een past op den ander. STAATSLOTERIJ l.oog.te prUseu d«r 5. kIt»i««ÏV TREKKING VAN DONDBRDAG 9 OCTOBER! 10,909: 10012. J f 1.000 2104, mcl premie van 30,000. f 400: 1411 1650 3466 3785 5190 7724 15021/ z 200 801 7439 11662 1 2194 12891 13469 18073. s f 100 2124 3525 4703 5072 6113 11908 12179 11278 16895 21182. f 701102 150 241 267 290 347 381 425 508 610. 643*819 889 966 1055 1159 1290 1298 1385 ll«' 1613 1628 1636 1638 1655 2051 2111 2151 2369 2402 2441 2199 2550 2574 2690 2753 2882 2024)1 2936 2910 «2995 3169 3216 3289 3329 3522 3530 3561 3567 3579 3659 3727 3780 1016 1112 1117, 4141 4171 4211 1261 1290 1397 4170 1179 4184' 4557 4562 1662 4718 4757 4988 5040 5103 5236 5277 5108 5121 5431 5447 5163 5615 5637 5720 5S31 5843 5948 6039 0045 6123 6143 6228 0485 0527 6842 68745 6947 7008 7331 7731 7753 7896 7813 7820 7851 7S86 7898 8103 8168 8415 8195 8831 8959 9014 9140 9184 9216 9143 9529 9861»' 9968 10220 10351 10429 10133 10518 1056i>. 10577 10688 10922 10925 11202 11511 115841 11622 11791 11800 11813-11852 11965 12051 123119 12315 12317 12598 12520 12530 12576 12553. 12676 12711 .12781 12806 12972 12971 13067.' 13143 13144 13247 13267 13282 13292 13.315 13420 13158 13550 13614 13969 13980 11952' 11087 14348 11101 .14546 14566 11588 11308 11620 116G0 14836 14812 '11999 15321 15338 1.5343 1539G 15412 15487 15551 15561 15341 13711 15314 15852 15918 16061 16096 16131 1G112 16168 16405 16617 16689 16712 10757 16961 10998 17533 17023 17923 18026 18068 18093- 18270 18322 18388 18656 18088 1877.4' 18836 18852 18SS6 19026 19031 19062 19075 191G2 19190 19352 19-106 19611 19658 19084- 19097 19871 10890 20031 20117 2U299 202» 20111 20501 20678 21033 21013 211017 21136 21199 21219 21239 21280 21133 21197 21523 21525 21606 21823 -21958. NIETEN 85 118 146 162 210 223 248 256 257 287 283" 293 291 320 32! 372 402 516 57 1 578 615 625 629 631 661 709 748 753 SC4 871 901 951 1007 1150 1256 1285 1308 1327 1314 137S 1393 1122 1173 1505 '1506 1519 1526 1591 1595 1631 1660 1674 168S 1735 1718 1768 1772 1798 1827 1929 2018 2053 2080 2116 2130 2112 2262 2303 2347 2362 2399 2110 2136 2169 2510 2519 2528 2539 2571 2675 2677 2086 2733 2740 2758 2779 2825 2830 2S3Ï, 2S0I 2912 2951 3067 3072 30S1 3103 3158 3295 3317 3179 3-181 3517 3518 35S0 3532 3604 3608. 3609 3613 3-515 .3669 3677 3731 3712 380S 3912 3991 -1033 1036 1012 4051 4086 1121 1138 4130 4168 4175 4179 4212 4219 1248 1286 1317 4.323 4335 4358 4.372 4390 1129 1430 4152 1510 4514 1559 1573 -1609 4616 IG78 1722 1770 1772 47K1- ■1918 4919 4951 1982 4990 5016 5330 5031 5071) 509.3 5119 51.31 5198 5206 5216 3217 5238 527) 527.3 527S 5285 5311 5323 5378 5379 5406 5159 552S 5531 55.35 5568 5704 5716 5766 5779 5791 5825 5954 5960 5974 6109-6115 6142 6236, G273 6.311 0317 6355 6.383 6393 6530 C53U .6583 6589 6382 6629 6652 6653 6717 6771 6774 67S9 0*35 6886 0896 6897 6919 6967 6976 6978 0990 7013 7033 7088 7100 7193 7226 7256 727.3 7271 72811 7302 7355 7359 7379 73S2 7393 7397 7114 7157 7172 7174 7526 7527 7513 758» 7623 7691 770.7 7732 7775 7831 7857 7916 7970 8007 -8080 8198 8272 8313 S328 8336 8.319 S109 8136 8141 8151 8504 8372 8C03 SG35 S743 S7G1 8767 8777 8837 8911 8938 8952 S964 8976 9042 9050 9080 9102 9169 9175 9191 9289 '9295 9307 9327 9317 9365 937.3 9129 9171 9528 9536 9517 9570 9598 962» 9631 9641 9650 9659 9805 9811 98.35 990S 9917: 9919 9938 P992 9997 19032 10070 10111 1012.3 10201 10208 10312 10335 10339 10121 10-139 10154 10499 10510 1(1590 10G01 10607 10603 10579 10699 10*06 10812 10815 1(183! 10886 1098.1 10990 11040 11011 11046 11063 11082 11134 11178 111S3 .11204 11206 11212 11254 11270 11.381 11386 11414 11115 11158 11171 11135 11509 11667 1J 726 11769 11770 11781' 11840 11853 11857 11878 11921 1.1927 .iyjy 11911 11953 11964 119S1 12003 12023 12119 12125 1212<1 12197 12200 12225 12228 12237 12219 12255 12280 12305 12317 12435 12153 12183' 12514 12525 12527 12573 12619 12625 12626 12629 12669 12789 12810 12021 12943 1304:0 13017 13049 13142 13193 13195 13211 13226 13240 13250 13345 13368 13383 13425 13129 13439 13459 13152 .13465 13481 1353$ 13588 13658 13673 13703 13735 13781 13817 13915 13962 133S2 139S5 14045 14058 11005 14095 1111! 11127 1-1238 14235 11290 113 2d 11351 11108 11138 14486 11491 11528 11331 1 -1555 11618 11705 11752 11753 11705 14801 i mi 14856 14-870 11921 14964 1 U73 11993 i mog 13018 15025 15031 13051 15078 15135 i37 1^159 15180 15223 15256 1 "906 15341 15.; IJ 15103 15445 15482 15480 15509 15510 15563 15509 15570 15622 15600 15662 15696 - 15715 15719 15725 15726 15818 15873 15916 15038 15941 16001 16028 16043 16079 16081. Kil 2-1 16243 16322 16333 16315 16158 16462 15-171 16489 16500 16560 16017 16035 166&1 1 f.7 W 16721 16763 167G4 16790 16819 16823 115838 16S57 16862 16870 16876 168% 109611 169 n 17003 17008 17CG0 17160 17191 17192 17223 17245 '17244 17289 17451 17464 17513' 17559 17602 '17637 17675 17680 17727 17771- 17800 17818 17882 17911 17922 18O04 T8030* 18035 18061 18102 18138 18110 IS! 06 18205, 18206 18207 18232 18331 18372 18373 18416 18429 IR 176 18479 18486 18505 .18570 185711 18000 18727 18899 18813 18848 18885 18898 13919 18921 18936 1895i; 18965 18979 18983 j 18906 19000 19028 19085: 19123 19211 1022.il 19255 19305 19372 19402 12110 19131 lftflSj 10485 19513 19515 19537 '19560 19581 10565 10761'j 19597 19631 19673 19706 19750 19763 19326 19886 19810 19877 19880 19903 1993'.) 19971 19991 20027 20071 20087 20098 20132 20155 20174 20241 20269 20300 20316 20665 20385 20392 20419 20508 15! 20518 20323 205-11 20561 20569 20585 20607 20629 200-32 20068 20692 20715 20760 20769 20791 20877 20315 20922 20948 20985 20936 21021 21010 21045 21061 21066 21091 21101 21111 21106 21172 21224 21252 21343 21492 21493 21520 21553 21591 •21600 21622 21712 21760 217SS 21795 21811 21849 21380 21891 21920 21955 2198S. Voriqe lijsi s-.onii - 12.351 orOer pnj£ vari 6 70, dit moet ziinNiet.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1919 | | pagina 4