(ëjooi* de |Jeü§d- De Dapperste van Allen. Naar het Érigcïsch van MABEL MACKNlvSS. Vertaald door C. H. HOOFDSTUK III. IVn f n s h r ij g t een Vriendin. ..Hnernl" riep Hugo, toen'hij een paar da gen na Bnfuf mislukte pogingen om een Stol-men." cijn tc worden, dc speelkamer kwam binnen- j „ik ben bang, dat 'en met hoornen begroeiden oever vanaf het zei voetpad niet zien." Stormen. heb daareven twee heerlijke din- 'ge gehoord!" „Wat, \vai <lan?" liepen Suusje, Jim en Ru- fus allen tloor elkaar, terwijl 7.ij hun kegelspel in den steek lieten. I „Stoïcijnen, Rufie? Wat weet jij van Stoïcij- rijweg, doch dezen kon men door den sjteilen nen?" „Ik zon er zoo graag een willen worden Rufus ernstig. „Het zijn heel dappere men-j Toen de kinderen in'het schaduwrijke dal schen, is het niet?" j gekomen waren, bleven zij even stilstaan om 1 „Iedereen kan een Stoïcijn zijn, beste jon- naar de brug te kijken en naar "liet donkere gen," antwoordde Tante vriendelijk, even met j water, dat er langs stroomde, winden ophoudend om een knoop uit haar „Verbeeld je, hoe vreéselijk, als niemand diaad te maken. „In lang vervlogen tijden j Donald waarschuwde en hij probeerde de "werden die menschen Stoïcijnen genoemd, brug over te rijden f Ik denk, dat als de brug welke dapper pijn konden doorstaan en niet j instortte, alle menschen zouden verdrinken," bang waren voor gevaar of moeilijkhedèn, zei Suusje verschrikt. .helden" zouden wij hen in onzen tijd noe-„Of-verpletterd worden tégen de rotsen," zei 1 Jim, terwijl hij over den lagen muur keek er geen kan worden, naar de donkere rotsen, waar tegen het water Tante,'' zei de kleine jongen vrij treurig, ter- schuimde en spatte, wijl Tante Agnes haar bal opgewonden had 1 „Hou alsjeblieft op!'* smeekte Gonnie, ter en opstond om haar breinaalden tc krijgen. wijl Rufus rilde en zich omdraaide. „Denk eens omdat ik huilen moet, als ik pijn heb en bang aan Tante Agnes! Het zou verschrikkelijk zijn, in "donker ben en omdat ik geen naar drankje als haar iets overkwam. Kom toch mee. Suusje, „Tante Agnes komt overmorgen bij onsl" j kan innemen zonder een leelij.k gezicht te zet- ik kijk niet graag naar dat akelige, zwarte wa- >0, 0, hoe heerlijkP' riepen Suusje en Jim zet, en en nog een massa dingen, die 'toicij- ter daar beneden.'' gillend van plezier. „Wie heeft dat gezegd, nen doen kunnen, zonder er iets om te geven." Hugo?" Tante streek liefkoozend over het blonde „O, kijk eens, wat een groote, zwarte I wolk!" riep Jim plotseling, terwijl hij naar een „Moeder. /,ij heeft net een brief gekregen." 1 hoofd van den jongen. „Daarom niet getreurd, donkere wolk wees, die het dal scheen binnen „Die lieve Tante Agiies," mompelde Gon-1 beste jongen/' zei zij vroolijk. „Je moet pro- te rollen en natr hen toe te .komen. „Ik hoop nie op onderdrukten toon, want zij sprak met beeren dapper en flink te zijn en vriendelijk niet, dat het gaat regenen.'' haar hoofd in bet poppenhuis gedoken, waar j tegen kleineren en zwakkeren dan jezelf bent, zij bezig was de „kleintjes," zooals zij haar j Je moet nooit bang zijn, de waarheid tc zeg* Ohineesche poppetjes noemde, naar bed te 1 gen en altijd klaar ataan om diegenen tc hei- brengen. pen,.die zich in mosilijkheden of gevaar be- „Wat "hébben we haar in langen tijd niet ge- vinden. Dan kun je ook een held en een Stoï- tzienJ" cijn worden, Rufus, zelfs al trek je gezichten I het Kabouterhol komen. Daar is het veel leu „En \vp1 i< bet andere nieuws?'' vroeg Ru- bij een lcclijk drankje en al huil je een beetje, keren we zijn er bijna!" riep Jim uit. Jk ben er voor, onze boterhammen nu op tc eten; dan zijn we daarmee klaar, als het gaat regenen/- ze» Hugo. „Ik heb ergen hon ger." „O nee, laten wc wachten, totdat we aan fus nieuwsgierig. Dal Tante Agnes zou komen, als jc kiespijn hebt. Maar nu moet je hard vond hij niet iets om zoo blij over tc zijn. Ru- Icopen, vent, want ik zie de anderen in den lus was te verlegen om zich op zijn gemak te ge- tuin op je wachten om een wandeling te ma roden Hij de bezoekers, die soms op Beuken- ken/' horst kwamen,.en meestal vonden zij hem dan ook een saaien jongen en namen zij niet veel notitie van hem. ,ci Hugo, op Rufus vraag rondkijkend en blij, dat hij de eerste was, die liet heerlijke nieuws gehoord had. „Ik zou het haast verge ten. "Wc gaan de volgende maand naar Brae more! Nog maai' vier weken en dan hebben wc geen school meer. Ilocra voor Schotland!" lIu.go draaide tweemaal op zijn hakken rond van plezier en Suusje en Jim klapten in 'dc hónden. Rufus wüs erg bedroefd, toen dc heerlijke (Slot volgt.) De Eeremedaille. Het ijsfeest was in yollen gang en de muziek week van Tante Agues ten einde liep. Doch liet een schetterende fanfare hooien. „Iloera! Tantes belofte, dat zij in Braemore langer bij Iioera!" klonk het van alle kanten en dc hard- hen zou komen, troostte hem. j rijder, wien deze toejuichingen golden, veegde „Vergeet niet, dat je ©on Stoïcijn wilt wor- zich het warme gezicht af, terwijl zijn mede den. Rufie," fluisterde Tante hem in het oor, dingers nog eens oen baantje reden, toen zij de natte wang van den jongen voelde Heeren met wit en blauw gestreepte rozetten en hem een snik hoorde inslikken op het oogen- leden of stonden met gewichtige gezichten om Wik van afscheid nomen. „Je moet een dap- het afgezette terrein, zooals het deftige leden pere baas zijn en Gonnie troosten, die altijd van een ijsclub-jury betaamt, terwijl oud en erg bedroefd is, als Tante weggaat.I jong zich in bonte mas*a op de gladde ijs- „Ik zal mijn best doen. Tante," antwoordde „Nog maar één maand en dan zien wij dc 1 Rufus dapper, en Tante Agnes drukte zijn hand ponies weer en den lieven, ouden Don en de en kuste het bleekc gezichtje heel hartelijk. Guineesehc biggetjes» Heerlijk! Heerlijk!" Heerlijk 1 Heerlijk!'' stemde Gonnie in, ter wij! zij haar hoofdje zóó haastig uit het pop per, huis terugtrok, dal zij zich tegen de zolde ring \an mevrouw Klein's salon stootte. Zij vergat echter hcelcmaal te huilen, zoo blij was zij met het nieuws, dat Hugo meegebracht had. De meisjes namen elkaar bij dc hand cn clausi«n ijn hun vreugde om dc tafel heen, tot dat bet zóó rumoerig in de speelkamer werd, d u Sara eens kwam kijken, wat er te doen was. Zij glimlachte, toen zij de oorzaak van al dat toen zij afscheid van hem nam, HOOFDSTUK IV. Een gewichtige boodschap. De familie Marshall was nu drie weken i» Braemore en de kinderen genoten er naar harlëlust van het vrije buitenleven. De dagen vlakte bewoog en lustig el' op los zwierde. De overwinnaar ontving nu een zilveren hor loge uit de hand van een statig heer en een viertal jongens keek met groote belangstelling naar deze gewichtige gebeurtenis. „Leuk, zoo'n hardrijderij," zei Joost, cn de aiidéron waren het hiermede geheel eens. ,/k Wou, dat ik ook zoo'n prijs won," zei j Piet en Wouter beweerde, dat het lang niet gemakkelijk was om een prijs te winnen. gingen snel en gelukkig voorbij, totdat einde lijk de lang verbeide dag van Xante's komst j was aangebroken. I Braemore lag acht mijlen van het naaste j station verwijderd en er was geen ander ver voermiddel dan een omnibus, die éénmaal lawaai vernam, want zij wist, welk een genot per c]ag ]ieen en terug reed. flut vomcfiiitstapjc naar Scliotland voor de Op dien morgen werd Oom Karei midden on- k in deren was. Meneer Marshall was eigenaar der het ontbijt weggeroepen door iemand, die jhè?" zei Wouter en daar het reeds laat gc- van <;en Klein jachthuisje in het Scliotsche 1 hem noodzakelijk moest spreken en toen hij j worden was, stemden de anderen hiermede in. Hoogland en icderen zomer trok de heclc fa- 1 terugkwam, zei hij tegen Tante Hélène: I Zij bonden de schaatsen af en wilden juist milio naaj' het Noorden. Gedurende twee „Het was één der werklieden uit het dal- naar huis gaan, toen ©en goedhartig uitziend, „O, als je maar lange beenen hebt en durft," riep Joost uit. „Willon we eens probeeren, wie het hardst rijdt?" En de daad bij het woord voegend, stoven zij alle vier vooruit. Nu bleek het, dat Joost met zijn lange bee nen toch niet de vlugste was en dat Piet en Karei liet van hem en Wouter wonnen. Wc moesten het morgen maar voortzetten, dikke heer lachend op hen afkwam, „O, daar is meneer Zetvekl!" riepen zij uit- „Ja, ja, daar ben ik," klonk liet nu vroolijk; „maar niet meer op schaatsen, die tijden zijn 'I wee dagen later dronken dc kinderen thee In dc kinderkamer, toen de deur plotseling wijd open ging, een opgewekt, jeugdig gezicht naar hinpen keek en een vroolijke stem uitriep: „Zoo kindertjes, hoe hebben jullie het?" M< 1 ten .keej van Tante!" en een geschuifel var. stoelen.was dc tafel plotseling geheel verlaten cn hadden zij in één seconde Tante in hun mklöen getrokken, terwijl zes paar ar men zich allen tegelijk naar haar uitstrekten en zes paar TOpde lippen allen den eersten wel komstgroet wilden ontvangen. „Zoo, zoo, nn is het genoeg, lieve kinderen!" zei Tante' Agnes lachend en naar adem snak kend te midden van den zwerm, die haar om ringde „Jullie vilt nu toch niet fijn drukken?' Zij maanden renden de kinderen over heuvels en 2e zijn daar bezig rotsen te laten springen om vlakten en genóten zij naar hartelust van het ruimte te maken voor den nieuwen weg, -die vrije "buitenleven. Het was dc heerlijkste lijd aangelegd wordt. Dc man kwam mij vertellen, van het jaar voor dc kinderen en zij raakten <Jat zij bij ongeluk een deel van de rots heb- nooit uitgepraat over hl)n lievelingen en h,en losgemaakt, waarop de brug rust, die over j voorbij. Nu ik het zelf niet meer doen kan. vriendjes 'in Üraemorc en over dc heerlijke I de rivier leidt. Waarschijnlijk Is dé brug nu j zie ik anderen rijden. „En dat is wel zoo dagen, die jij daar doorbrachten. 1 niet veilig meer voor den omnibus en de man gemakkelijk," voegde dc dikke, oude heer er kwam mij vragen, of ik ook iemand kón stu- lachend aan toe. ren om den x>mnibtts vandaag bij den ingang „Zeg eens jongens," begon hij even later van het dal op tc houden en den koetsier, weer, „ik heb jullie vieren zien rijden en ben Donald Scott, te waarschuwen, dat hij den j er ooggetuige van geweest, dat je fameus je Hoogen Weg moet nemen en dus niet over de best hebt gedaan. Wie van allen is de baas?" brug rijden. De menschen "werken-op het oogon- „Dat zullen we morgen uitmaken, meneer, blik op grooten afstand van de brug en heb- 1 't is nu tc laat!" antwoordde Piet. hen niemand om er heen te sturen, t Zou bo- j „Mag ik dan van dc partij zijn en de jury vendien niet helpen, een sein „gevaarlijk" op uitmaken?'', vroeg meneer Zetveld. de brug te plaatsen, omdat de weg daar te i ,,Nu meneer, omdat u het bent; anderen smal is om te draaien. Het liefst zou ik zelf worden niet'toegelaten!" zei Joost, willen gaan, maar je weet, dat meneer Fleet 1 „En wie zorgt er voor den prijs?" vandaag uit Londen komt om mij over gcwich- De jongen krabden zich bij deze vraag ach- tige aangelegenheden tc spreken. Hij is nu ter de ooien. Ja, daar hadden zij nog niet bij reeds onderweg en ik kan hem dus onmogc- j stilgestaan! lijk meer telegrafeeren. „Als ik den overwinnaar dan eens een gou- 1 „O Vader," riepen Hugo en Suusje gretig. den tientje gaf, wat zouden jullie daarvan zeg- maakte zich lachend los en trad op Sara toe I Jant ons gaan, clan kunnen wij Don waar-jgen?" om haar en het kleintje tc begroeten. schuwen!" 1 „Fijn!" klonk het éénstemmig uit vier mon- ,,Wèl Sara, wat is Baby groot geworden! „E11 met Tante in den omnibus terugkomen! den. Met vuurroode gezichten en opgewon- zci zij, to wijl zij een kus drukte op het armpje Wat zou dat heerlijk zijn!" vielen Rufus, Gon- den van plezier drukten de jongens de uitge val. hei keuvelende kleintje. j nie en Jim in koor in Fin Suusje voegde cr nog stoken hand van meneer Zetveld cn nadat 7-ij Sara straalde van trots, toen zij haar dc j aan toe, terwijl zij haar moeder vleiend aan- het uur van samenkomst afgesproken hadden, twee witte tandjes van haar lieveling liet zien keek: en zei: „Het 'k- hel liefste en gezondste klein- „En Mesder, mogen wij dan onze boterhnm- tjc. dat ih «oh verzorgd heb." mcn meenemen «n dadelijk gaan *n dan een Rufus was 2) dien tijd verlegen achter Sara pic-nic houden én het Kabouterhol?" blijven «iiaan en toen Tante zich lniktc om het „Het zou nog zoo verkeerd niet zijn dc kin- kleintje op haar schoot te bewonderen, zag zij 'deren te laten gaan," zei meneer Marshall, op j pen en Piet zei; op eens zijn blond haar en zijn heldere, bruine ?ijn horloge kijkend, tegen zijn vrouw. „De orr- rjjj ZOu het tientje bewaren als een eere- I njbus komt om twee uur in het dal en als zij medaille en als ik dan later een man ben, hoop ,.En is dit Willem Rufus?" vroeg zij met een nu gaan en door het dal loopen, kunnen zij er jlc er nog meer zulke bij te verdienen.'- 'glimlach, die dadelijk liet hart van den kleinen J tijdig zijn. Maar," en bij deze woorden wend- j Karei zei niets, maar zuchtte eens. jongen won. „Hij lijkt precies op zijn vader, de hij zich tot Hugo, „ik moet er vast op kun- M2cg ook eens wat, Karei!" porden de jon- toen die 200 oud was. Geen wonder, dat ze je nen rekenen, denk daar \ooral aan, want als gens j,un kameraad aan. .Willem de Tweede" noemen, vent." Zij hukte je niet precies twee uur bij den ingang van zich on kuste hem op het voorhoofd. 1 het dal bent, kom je te laat en zou er mis- „W'c zullen goede vrienden worden, hé Ru- solden een heel errstig ongeluk gebeuren. Kan fus° zei ze vriendelijk 1 ik op jullie vertrouwen, kinderen, dat jullie Rufus fluisterde verlegen „alsjeblieft'' en zijn precies doet. als ik gezegd heb?" warm. liefdcyol hartje ging uit naar de jonge „j3i j:, Vader!riepen de kinderen npge- Tante \an zijn neefjes en nichtjes met haar wonden. „Natuurlijk kunt u op ons vertrou- ÜeAe stem en haar vriendelijk, glimlachend ge- wen." 2toht. „Goed dan," zei meneer Marshall terwijl hij 1 cgen bedtijd waren Rufus en Tante Agnes opstond en zijn krant weer opnam, „dan mo- reeds zulke goede vrienden, dat hij tegen haar I gcn jullie allemaal gaan en wat je ook doet. knie geleund' stond en gretig luisterde naarhctj7.org, dal jc op tijd bent. Begrijp je je bood- verh'nnl, dat zij deed van haar wederwaardig-1 schap, Hugo? Je moet den omnibus stil laten togen ze vroolijk naar huis. „Ik wou, dat ik het tientje al had," zei Wou ter, ,/k heb iuist een kompas noodig cn dan kan de. rest in mijn spaarpot Joost wilde er een postzegelalbum voor koo- „Ocli," antwoordde Karei langzaam, „waar zes kinderen zijn, zooals bij ons, en Vader al tijd ziek is, daar kan Moeder wel een extraatje gebruiken." De jongens keken wat verlegen en spraken cr maar gauw overheen, en toen ze uit elkaar gingen, verlangden ze minstens even hard naar een warm maal aLs naar den gouden cere- penning, die nog zoo in de lucht hing. Piet zat na het eten zijn huiswerk tc maken. Hij was juist met een moeilijke Üuitschc ver- .taling bezig, waaraan Vader hem helpen zou ïrdcn sinds haar laatste bezoek on Beuken- houden en Donald waarschuwen, dat dc brug en onwillekeurig boeide dc geschiedenis, welke onveilig is en dat hij den Hoogen Weg moet bij te vertalen liód, hem zóó, dat hij er gc- ioon-Sara kwam om Rufus en Jim naar bed nemen in plaats van, zooals gewoonlijk, door v ileej jn verdiept raakte, c brengew. ui /fit. eerste, terwijl hij Tante het dal tc rijden." 1 „Zeg eens, Vader, va goeden nacht wcnschte, op zijn eigenaardige, „Ja Vader, ik begrijp het." antwoordde Hu- fluisterende manier: i(lj; houd van u! 1 go. terwijl hij knikte. Daarna vroegen hij cn Suusje. of Moedev de boterhammen wilde klaar maken, zoodat zij dadelijk konden vertrekken. Tiet boterham- menmandje was spoedig gereed en de vijf kin deren gingen vroolijk op pad. Het eerste ge deelte van hun weg liep dwars door een open schuld en straf vrijwillig op jc te nemen, zeg j eens. zou je dan voor dat pffer teruggeschrikt zijn?" „Vader v vroeg. Piet nadenkend, ,,'t was toch geen zaak van eer, is het wel?" „Zooals je het nemen wilt» jongen. In de oogen van veel menschen was de Hongaar misschien iemand... die... nu, laat ons zeggen, niet meer zoo gezien was als vroeger; in 't oog van Hem, die alles ziet, was hij cr des te beter om, geloof ik." „Maar Vader., 't w as toch erg saai voor dien student, dat anderen niet wisten, dat hij zich opgeofferd had; als zij 't nu nog geweten had den!" Daarop antwoordde zijn vader ernstig: „Hij zelf wist het en nog Eén; dat was ge noeg." Verder hielp hij Piet de moeilijke woorden tot goede, vloeiende zinnen vormen. Den volgenden morgen was het heel koud, maar de zon gaf iets vriendelijks, opwekkends aan die koude, zoodat Pa«l welgemoed naar het ijs wandelde. Onderweg streed hij een harden strijd met zichzelf. Het gesprek met zijn vader over den Hon- gaarschen student lag nog kersversch in zij» geheugen en hij voelde zich, onder den indruk daarvan, tot groote daden in slaat. Hij zou Karei het tientje laten winnen, ja, dat zou hij; dat was bijna edelmoedig als dc handelwijze van den Hongaar, maar... toen Piet eetis naar de schaatsenrijders keek, bene den zich op de gracht, toen was het net, alsof zijn voornemens aan het wankelen gingen. Jongens nee, zoo'n gouden tientje als medaille te kunnen toonen aan Vader en Moeder en alle kennissen, dat was wel wat waard en dan de eer, dat hij, Piet Blom, den wedstrijd gewon nen hadl Meneer Zetveld zou het zeker aan de heele stad vertellen, wie den prijs gewonnen had. Nee, hij kon er zoo maar geen afstand van doen; hij zou en moest den prijs winnen. Maar dan -dacht hij weer aan het bedroef de gezicht, dat zijn vriend Karei zou zetten, wat zou hij teleurgesteld wezenl Als hij 't eens op een akkoordje gooide cn vooruit met Karei afsprak den prijs le verdee- len, of bijv. als hij, Piet, het tientje ge_wonncn had, het dan later aan Karei afstond. Maar neen, Piet wist wel, dat Karei even trotsch was als hijzelf en dat Karei geen aar digheid zou hebben in het tientje, als hij het niet eerlijk verdiend en gewonnen had. „Nee," dacht Piet even later weer, ,,'t is goed en wel, alles voor anderen op te offeren, zooals Vader zegt, maar zoo'n gelegenheid om eens te toonen, wat je kunt, komt niet eiken dag voor, en dat is toch ook wel wat waard!" Toen Piet op het bepaalde uur op de ijsbaan verscheen, waren alle jongens er reeds en na tuurlijk ook de goedhartige, oude heer, leu nende op een stevigen wandelstok. „Komaan, jongelui, we zijn zenuwachtig hè, we zullen er dus geen gras over laten groeien/' en in de handen klappend, gaf m'cneer Zetveld het sein om den wedstrijd tc beginnen. Ja, dat ze zenuwachtig waren, dat konden de jongens makkelijk genoeg zien, als ze elkaar zoo eens van terzijde opnamen, en wie er het opgewondenst uitzag van allen, dat was Karei, „I11 plaats van rood, ziet hij wit," dacht Piet, en liij had bepaald medelijdon met zijn vriend en mededinger. Eindelijk gaf de dikke heer nog eens te ken- neu, dat hij niet begreep, waarop de jongens wachtten. Hij klapte nog eens in de handen, tot zij er rood van zagen. Vooruit stoven de jongens, de handen op den rug, of zwaaiende langs het lichaam. Allen waren bezield met één wensch: het spoedigst aan het einde der baan te wezen. Piet was zc weldra allen vooruit. Ilij voelde zich zóó licht, dat hij als vanzelf vooruit gleed. Toen, hij het zwenken om een kromming der baan, hoorde hij jdotseling achter zich een hij genden adem, en omziende zag hij in het ge zicht van Karei, zóó strak door inspanning, dat hij er van ontstelde. I Onwillekeurig reed Piet iels langzamer, en toen Karei veld won, voelde hij meer nog (jau hij zag, dat die akelige uitdrukking in Karel's I gezicht verdween. En al langzamer en lang- I zamer rijdende, zijn vaart inhoudende, was j het Pïet te moede, alsof de moeder van Karei I liem vriendelijk toelachte en Piet's vader hem goedkeurend op den scMouder klopte. Maar het was niet zijn vader, doch wel meneer Zetveld, die hem aanraakte, toen Piet stilstond en adem schepte. „Jullie hebt je flink gehouden, maar één kon het toch maar winnen, jongens» Karei is do overwinnaar. Hoezee voor Karei!" Allen stemden hiermede in en Karei ont ving, bevend van blijdschap, den prijs. Hij voelde zich den koning te rijk, maar aog rij- keé en gelukkiger voelde zich Piet. 't Was of het gouden tientje hem aan een onzichtbaren draad als een eeremedaille werd omgehangen. Hij hoopte er zoo in zijn leYen vele tc verdienen. 1 Daarmee zal ik even luiden En dan roep ik: „vuilnisman!" Jij raapt gauw de sneeuw te samen, 1 Laat eens zien, hoe vlug je 't kaïv Waelit ik, aschman, zal je helpen; Is d&t grabb'len op den grond! Zoo, nu is dc sneeuw verdwenen. Ja, kijk zelf maar in het rond. D'aschman wenscht Zus goeien morgen,.. Zegt beleefd: *k kom spoedig weer, Maar als jij het zoo laat sneeuwen, Help ik je sekuur niet meer. Zusje loopt 1111 vlug naar Moeder En geeft Moes een dikken zoen. Zegt: ik zal u en den aschman v Nooit zoo'n werk meer laten doen Een kanstje met dominosteen*». De kunst is om met een spel dominosteenenl het woord EERK tc leggen. Je zult misschien zeggen: „dat is zoo moei lijk niet." Maar je moet de volgende regels ei*, bij in acht nemen: lo. Elke letter moet hetzelfde aantal stecnei* bevatten. i 2o. De steenen moeten aan elkaar sluiter! volgens de regels van het gewone dominospel d. w. z- een 6 aan een 6, een vijf aan eon vijt enz. io. In elke letter moet de som van het na»4 tal oogen gelijk zijn aan die van elke ander# letter. Probeer het maar eens. Voetbal. Programma voor Zondag 2 November. Oostelijke afdecVng. 1 e kla s Enschede P. W.—Tiibnmia. ArnhemVitesse—U. D. Deve-nterGo/Ahead-Z. A. C. Hengelo: Hengelo—Enschede NijmegenQwck—Be Quick. 2e klas. Tiel: Theole-S. M. L. Arnhem: H. H.—V. V. O. Amersfoort: H. V. C.—N. E. G 3e klas. Wegeningen Wageningen— H. V. C. II. Zutphen: Be Quick II—Quick A. Gemeentel. Arbeidsbeurs. V Aanvragen van werkgevers op 30 October 1919: 1 automobielmonteur, 1 bankwerker, 1 boek binder, 1 dagmeid, 2 dienstboden, 5 electri* cien9, 1 deksorteerder, 1 huisknecht, 1 keuken meid, 1 kleermaker, 2 loopknechts, 2 magazijn jongens, 22 metselaars, 9 meubelmakers, 2 slfl gers, 2 meubelmakers (halfwas) 7 timmerlieden Cn 4 werkvrouwen. Aanbiedingen van werkzoekenden op 30 Uo toher 1919: 1 banketbakker, 3 boekdrukkers, O broodbak kers, 1 dienstbode, 58 grondwerkers, 1 glasmn ker, 1 beeldhouwer, 2 maan. kantoorbedienden, 2 vrouwel. dito's, 1 kellner, 2e koetsiers, 2 krui deniersbedienden, 4 loopknechts, 81 losse ar* beiders, 3 kantoorwerksters, 1 inpakster blee- keirij, 3 mogazijnkaechts, 2 meubelmakers, Yt, opperlieden, O schilders, 3 schoenmakers, 1 si garenmaker, 1 slager, 1 spiegelverguldcr, t staaldraaier, 1 reiziger, 1 schipper, 3 stokers, 1 stukadoor, 1 suikerwerker, 3 timmerlieden (halfwas), 4 veldorbeiders, 7 voerlieden. ..Dat is best, vent." antwoordde Tante vrien delijk en Rufus ging in eeu zeer gelukkige uemming naar bed en was het geheel eens met 'im, toen deze, terwijl zij naast elkaar de n ap ipp 'ien. jci: „Tante is oon snoes; vindt je ook niet?' at dunkt u van dien Hongaar? „Wel jongen, ik vind hem een kranige fi guur." „Maar 't was toch vreeselijk, Vader, dat hij, 7.00'n knap en rijk student, een jaar gevangen moest zitten omdat zijn vriend-iets verkeerds had uitgevoerd, al was 't heel mooi, dat hij dc schuld op zich nam," voegde Piet er zacht- Lenige -dagen na 1 antes komst z.at Rufus vlakte en -de zon scheen er zóó fel cn het was jes, vol bewondering, aan toe. op een laag Moehje aan haar voeten en hield |er zóó drukkend heet. dat de kinderen blij wa- e-en vtrer.g woï voor haar op, die r.ij bezig was ren, toen zij in het koele, schaduwrijke dal Op 1 winden. Zij liepen op het voetpad langst het „lantc,y.ei hij langzaam, terwijl hij haar j sneJ!e, bergstroompje, dat door het dal stroom- vlugge. bfijjiiiV -handen naarstig heen en weer d<v waarover een eind verder de oude stee- _r o rag bewegen, waardoor de rose bal al grooter nen brug gebouwd was, welke nu onveilig was wist, dat die vriend, iionder geld en invloed, Rt groofer v erd. ,.7 ante, wat zijn Stoïcijnen? door het laten springen van de rotsen in de'voor zijn volgend leven verloren zou zijn ge- T.1 t« keel» Op; haar vriendelijke, blauwe buurt. weest, en als jij, die'rijk en begaafd waart, nu oogeri d) verwondering uit. .Aan A*a\ anderen kant «-an de rivier lien een eens dien vriend had kunnen redden, door „Ja, dat was het. Piet." antwoordde zijn vader. ,,Stel nu eens. dat jij in de plaats waart geweest van dien Hongaarscfcen student, en y.e hadden jouw vriend gevangen gezet om een oproerig artikeltje in een'courant, en als je nu Sneeuw In «ten Zouter. door C. H. Kleine Zus pakt op een morgen Moeders mooie, nieuwe schaar, En als zij oen stuk papier vindt, Denkt ze: Ha, ik ben al klaars AVat ze doen wil? Snippers maken Van het hagelwitte vel, En dan heerlijk „sneeuwtje spelen". Dat lijkt Zus een aardig spel. Daad'lijk gaat zij nu aan 't knippen. Snippert 't witte vel heel fijn. Juicht: nu zal t gauw winter wezen 't Zal een echte sneeuwstorm zijnt Juist als Zus het Hink laat sneeuwen, Ziet ze niet in d' open deur Moeder, die raar staat te kijken Zus heeft van plezier een kleur. Foei, klein Zusje, zegt nu Moeder, Ben jij niet een beetje stout? Moes, -t is sneeuw, de vlokken zweven! Ja maar Zus, 't is nog niet koud, S 't Is nog in den zomer, weet je, Maar ik ken een aardig speL Vuilnismja» -zal 'k met je spelen, A Kök. hier hebben w' al een bel* Agenda. Onder deze agenda worden alleen opge< nomen die uitvoeringen, vergaderingen en** welke in het Dagblad geadverteerd worden! Vrijdag, Zaterdag, Zondag, Maandag, Bioscoop de Arend. Openbare Leeszaal (Beukenlaan 10-a 12H, 214—10 uur, Zondag 2J4— 5M uur» Maandag 2L510 uur. D a g e l ij k s Museum Flehite. Bioscoop Langestraat. 1 Nov. Amicitia, Feestavond S. D. A. P. 2 Nov. Amicitia Kunstavond Am. OntK1/ Actie 7Ys uur. j 3 Nov. Amicitia. „De Jordaanspelers" met: „De Ratten van Amst- Luw" waarbij de telepaat Romeyn. LogegebouwVereen, v. Huisvr. Lezingf Bolkesteyn, fr*ur. 4 Nov. Amicitiale Abonnementsconcert 8 uur n.m. Joseph Pembaur. 9 Nov. Amicitia„Het Hoofdsta'd Ensenvj Me". 4 10 Nov. Amicitia Propag. Uitv. Gymflj/ Ver. „Excelsior". 7J4 uur. 11 Nov. Amicitia: Telepathische Seance -Morini. 12 Nov. Amicitia „Hofstadtooneel", „OrH 10.000 Dollar". 18 Nov. Remonstrantsche KerkDs. WJ Mackenzie, „De mensch als dichter, profeet en arbeider", 7 uur. Amicitia Cocvoerl Amersf. Orchest. Vereen, 7 V» uur, w Burgerlijke 8Und 31 October 1919. GeborenJohanna, d. van Jaoobue B0V4 man en Johanna Geertruida «ter Beest. Jo« haniva Adriana, d. van 'Wilhelmus Pot en. Adriana Snijders. OndertrouwdRené Paul Molle en- Helena Maria Leijendekkers. OverledenJoseph Nathan Engelsman, 9Ï1 jr., wedr. van Schoont je Hartog Buker. Tetofonltoh Weerbericht. Naar wiamammf bt (Ua ftm|ac fMft 81 Ootobar 1919. Hoogste stand777.0 te Sforïtöway» Laagste stand759.8 to Biarrit> en Brei^ Iau. Verwachting tot den avond van 1 Novenv ber Zwakke tot matige, N.-O. wind, «neo^ zwaar bewolkt, weinig of geen regen, wijj nig verandering in temperatuur^ v 4;, Wielrijder». Fietslantaarn aansteken 5.04, -

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1919 | | pagina 4